N°. 10946 Woensdag 30 October. A0. 1895 <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden, 1.10. Franco por post 1.40. Afzonderlijke Nommers PRIJS DER AD VERTENTIEN Van 1 6 regels 1.05. Iedero regel meer 0.17 J. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Leiden, 29 Octoljcr. In de zaal van den heer Ephraïm, aan de Haarlemmerstraat alhier, gaf de „Leidsche Dilettantonclub" gisteravond eene uitvoering met introductie, welke, als gewoonlijk, ook nu weer door velen bezocht werd. Had het bestuur aanvankelijk gemeend de voorstelling om acht uren te kunnen doen beginnen, later veranderde het, naar het ons ten minste meldde, van plan en zou te halfnegen aangevangen worden, en.... er werd precies te halfnegen begonnen. Daarvoor reeds dadelijk een bravo I Nadat van het tooneel was verkondigd dat de voorzitter der Club heesch was door ver koudheid, ongetwijfeld een gevolg van Falbs ongunstig weerprogramma, opende de voor zitter zoo goed als het ging (en 't schikte o. i. nogal met zijn gezondheidstoestand) het bijeenzijn met het gebruikelijke welkom en met dankbetuigingen aan hen, die daar voor in aanmerking kwamen, met een kleinen wenk tevens, dat de gelegenheid dezen avond open stond om lid te worden van de Club en alzoo hare kracht te vermeerderen. Ditmaal werd de zachtheid of toegevendheid dercritiek niet ingeroepen. We dachten onwille keurig: van tweeën één: öf we hebben hier te doen mot menschen, die weten dat ze het geen ze gaan doen er goed zullen afbrengen, óf met personen, die te hooge gedachten van zich hebben, want: een president kan zoo'n verzoek niet vergeten en de Club is niet onverschillig ten opzichte van een oor deel; dit laatste weten we. Nu dan, de optredenden gingen niet aan het euvel van overschatting mank; laat ons dat maar dadelijk getuigen; ze kenden hun rollen, speeldenvoor dilettanten goed en behoefden dus inderdaad weinig of niets te vreezen. Het eerst werd gegeven een drama in drie bedreven. Men schijnt zich hier nogal met drama's te „amuseeren", getuige het gelach, dat telkens opging uit de schare, zelfs nu en dan by de ernstigste of roerendste scènes. 'tWas getiteld „Arthur De Beaumont, de franctireur van Neufville", een stuk, waar wel wat in zat. Na d® pauze werd gegeven het bijspel: „D® koperen ring", in één bedrijf, waar weinig of ni=ts in zat en dat gered moest worden en ook werd door "t epsl van Pietje. Bijzondere eervolle vermeldingen wenschen we hier niet uit t® reikenlaat het der Club genoeg zijn, als we nogmaals verklaren dat ze inderdaad te beschikken heeft over goede krachten. De optredenden sprakon vrij be schaafd, maar ze hoeden zich een volgende maal voor ongerechtigheden als: Nou staan ik er op; ik doef dat niet; daar is hij, met vollen nadruk op „hij", als dit volstrekt niet te pas komt, en als er weer eens eene kamer van een gegoede moet gemeubileerd worden, dan vrage men even de hulp van den heer Ephraïm om een paar niet al te armoedige meubelen. Die kamer zag er nu sjofel uit voor die van een Berlynsch grondbezitter. Der medespelende dame werd namens de Club voor hare welwillende medewerking een souvenir (kristallen presenteertrommeltjes op blad) vereerd en aangeboden door den voorzitter. Zij had dit verdiend. Nog vóór halféén einoigde de voorstelling. Er had gang in gezeten, er heorscbt oide in de Club. Een bal sloot do wèlgeslaagde uitvoering. Het onlangs te Oude Wetering opgerichte kinderkoor bracht Zon lag-middag om 3 uren, in de Remonstrantsche kerk aldaar, voor ouders en genoodigden eene eerste proeve van het geleerde ten gehoore. Onder de ltiding van d6n heer A. Van Loon, van Leirauiden, maken de kleinen flinke vorde ringen, ze zongen good. Gisteren vertrokken van Delft naar Steyr, in Oostenrijk, de 1ste luitenant W. T. J. Buitendijk, de wapencontroleur E. Broissois en de meester geweermaker L. J. F. Lutz, als lste gedeelte der commissie van keuring bij den aanmaak der geweren van 6.5 mM. Tot adjunct-commies ter provinciale griffie van Noord-Holland is benoemd de heer J. Udink, chef ter gemeente secretarie te Sloten (N.-H). De Japansche gezant by ons Hof, die eenigon tijd te Kopenhagen vertoefde, is in de residentio teruggekeerd. Naar men verneemt, blijft, in strijd met den minister van waterstaat, volgens den prov. hoofdingenieur, de noodzakelijkheid be wezen, wil men de toekomst van Ylissingon niet in de waagschaal stellen, de marinesluis ia gebruik te nemen. Hr. Ms. fregat „Atjeh", onder bevel van den kapitein C. H. Cornelissen, is in den namiddag van 26 dezer van Bahia ver trokken. Sts.-Ct Dr. Burger, bibliothecaris van de universiteits-bibliotheek te Amsterdam, is na een langdurige ongesteldheid naar Wiesbaden vertrokken, waar hy hoogstwaarschijnlijk den geheelen winter zal doorbrengen. Naar men aan de „N. R. Ct." mededeelt, is door de ambtenaren voor de invoerrochten te Arnhem verleden Yrjjdag van een groot aantal partijen ingevoerde goederen men spreekt zelfs van circa 100 het bedrag der aangifte verhoogd. Te Groningen bestaat, evenals te Leiden, eene vereeniging vau medische candidaten, „Medici Haraanitatis Amici", welke gedurena® 9 dagen behoeftige vrouwen na de bevalling van melk, eieren, vlessch, enz. voorziet. Deze vereeniging telt 152 leden, die jaarlijks 5 contribue«r®n. In het afgeloopen jaar zijn op deze w(jz® 263 vrouwen verzorgd. De in komsten hiervoor bedroegen 946 21,/2. de uitgaven 1089.55'/2, zoodat er een tekort is van 143.24. De Staatsraden mrs. De Neró van Babbericb, Asser en Huber, leden der afdec- 1 ng voor de geschillen van bestuur, hebben Zaterdag jl. het terrein der nitroglycerine fabriek by Ouderkerk aan den Amstel bezocht. Dit bezoek staat blijkbaar in verband nut hot b\j die afdeeling thans aanhangig geschil over de aangevraagde vergunning tot oprichting eener fabriek van salpeterzuur op dat terrein. Met goed gevolg hebben aan de universiteit te Luik examen gedaan als electro-tecbnisch JP1 evjLilletoaa.. Het gevolg eener luchtreis. i) H(j was pakjesdrager en heette Pohlenz, een oude, grijze, goedige, gewillige man. Sedert bijna dertig jaren was hij den reizigers behulpzaam hunne koffers vlug en zeker naar de plaats van bestemming te brengen, nam altijd beleefd de pet af en wenschte hun goede reis, als men hem een fooi gaf, paste ook op, dat niets vergeten werd, kortomwas de goede huisgeest van het station. Iedereen kende hem, en de oude Gottlieb zoo werd hij door de inwoners van het stadje algemeen genoemd was het factotum der conducteurs, huurkoetsiers, dienstmeisjes, hotelbedienden en van al die genen, die tot z\jn beroepskring behoorden. Een opdracht, die men hem gaf en die hij met z(jn stereotiepe uitdrukking: „Nou, wat anders?" aanvaardde, was al zoo goed als bezorgd. Onderscheidde Gottlieb zich dus door zijn betrouwbaarheid en onverstoorbare opgewekt heid van de groote meerderheid zijner col lega's, dit was vooral het geval door de eigenaardige voorliefde, waarmede hij zich aan zijn beroep wijdde. Elke koffer, die hem ter bezorging gegeven werd, kreeg voor hem een persoonlijke beteekenis en terwijl hij met zijn last op de schouders naar het bagagelokaal sukkelde, onderhield hij zich ingenieur de heeren De Rochemont, lste luitenant der genie O. I. leger, Bunnik, ge- pensionneerd luit. ter zee lste klasse, Verdam, gfp nsionneerd luitenant ter zee lste klasso, Nolst Trenité, luitenant ter zee 2de klasse, en Van Kesteren, ingenieur. Hoewel in vele plattelands Friescho ge meenten de hoofdelijke omslagen stjjgen, maakt de gemeente Dantumadeel daarop eene uitzondering. De hoofdelijke omslag, die het vorig jaar ƒ31,050 bedroeg, is voor 1896 vastgesteld op 25,000, wat voor de belasting schuldigen een blijde boodschap is. De heer B. W. H. Hofstede Crull, te Borne, heeft, wegens te geringe inschrijving, zijne aanvrage om concessie voor electrische verlichting te Veendam ingetrokken. Te Noordeloos is dit jaar voor het eerst een landbouw-cursus aangevangen met aan vankelijk 12 leerlingen. De schrijver der Haagsche Kroniek in do „N. Gron. Ct." heeft zich verwonderd, dat, terwijl Vrijdag in do Kamer bekend was dat de Fransche regeering de grenzen van Frankryk weder voor den invoer van ons vee heeft opengesteld, de minister van buiten- landsche zaken niet is verschenen om die verblijdende mededeeling openlijk te doen voor het recès, pour la bonne louche als 't ware. Hij ziet daarin een bewijs van bescheidenheid van den heer Röell, aan wiens beleidvol optreden wij dit resultaat zeker voor oen goed doel danken, en natuurlijk niet minder aan den tact van onzen gezant te Parijs. Ongetwijfeld zal onze landbouw den minister en gezant dankbaar zijn voor het verkregen resultaat, dat ongetwijfeld ook wel van invloed zal zijn op de houding van de Belgische regeering tegenover ons. Ter aanvulling nu van het belicht omtrent de wederopenstelling der Fransche grenzen voor den invoer van vee uit Nederland, brengt de minister van buitonlandsche zaken thans ter kennis van belanghebbenden, dat vee t® weten runderen, schapen, geiten en var kens bestemd om in Frankrijk ingevoerd of door dat land doorgevoerd te worden, ver gezeld behoort te zijn van een door de over heid op de plaats van herkomst afgegeven certificaat, houdende dat het vee gezond is •n dat op het tijdstip der verzending, alsmede gedurende zes weken vóór dat tijdstip, geene besmettelijke ziekte ter plaatse is voorgekomen onder het vee van dezelfde soort. Do gemeenteraad van Deventer verwierp gisteren het voorstel dor commissie van rap porteurs, om alle 6 ambtenaren der belasting t® benoemen tot assistent-keurmeesters. De commissie trok in een voorstel tot het oprich ten van een pensioenfonds voor werklieden en arbeiiers ty de gasfabriek en do water leiding. Later zal door raadsleden worden voorgesteld, een pensioenfonds voor alle ge- meentewerklieien op te richten. Het voorstel van den heer H. J. Anker smit, de H. B.-School voor meisjes op te heffen en het onderwijzend personeel dier school gedeeltelijk op wachtgeld te stellen en gedeeltelijk te p9nsionneeren, weid ver worpen. De gewone audiëntie van den minister van financiën zal op Donderdag 31 dezer niet plaats hebben. Het stoomschip „Ajax", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 26 Oct. te Suez; de „Buluwayo", van Amsterdam en Londen naar Kaapstad, passeerde 25 Oct. Teneriffe; de „Kanzier", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde 28 Oct. te Port-Said; de „Prins Willem I" vertrok 26 Oct. van Nieuw York naar West Indiö; de „Bundesrath", van Oost Afrika naar Rotter dam en Hamburg, passeerde 27 Oct. Ouessant; de „Manica," van Amsterdam naar Kaapstad, arrivoerde 27 Oct. te Gravesend ;de „Mashona" arriveerde 27 Oct. van Amsterdam en Londen te Kaapstad; de „Schiedam", van Rotterdam naar Nieuw York, passeerde 28 Oct. Lizard. Bij koninklijk besluit is benoemd tot notar.s binnen het arr. 's-Gravenhage, ter standplaats Delft, J. Bolk, canóidaat notaris te Waalwijk. Aan de adelborsten lste kl. J. C. De Koek van Leeuwen en J. C. J. Romswinckel, met 1 Dec. a. sop hun verzoek eervol ontslag verleend uit den dienst b(j het corps zeeoffi cieren, en hen met gelijken datum in de hier- voren aangegeven volgorde, benoemd tot 2den luit. bfi het corps mariniers. Pensioen verleend aan: S. L. Popta, con troleur van den waarborg en de belasting van de gouden en zilveren werken te 's Her- togentosch, 1062J. Adr. De Ruiter, adjunct commies b(j het departement van financiën, ƒ1273 'sjaars. De Oost-Indische ambtenaar W. Buddingh, laatstelijk onderbaas-ketelmaker bfi het marine- établissement te Soerabaia, op zijn verzoek wegens physieke ongeschiktheid, met ingang van 1 Nov. a. s., eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Aan den heer A. Van den Brandeler, mot latere toekenning van den rang van kapitein, gepens. lste luit. dor inf. van het leger in NeJ. Indiö, thans adjunct inspecteur by de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoor wegen, vergunning verleend tot het aannemen van het ordeteeken dorde klasse van het borstbeeld van den Bovrijder, hem door het hoofd van het uitvoerend gezag der Vereenigde Staten van Veaezuela geschonken. Provinciale Staten van Zuid-Holland. De Commissie van Toezicht op de Rijks- proefvelden in dit gewest heeft ten behoeve van die instellingen een jaarlyksch provinciaal subsidia aan de Staten verzocht. Ged. Staten, die omtrent het ontstaan en den werkkring der bedoelde Commissie in een rapport den Staten dienen van inlichting, meo- nen dat omtrent het gebruik der eventuoel te verleenon ƒ500 nog te weinig blijkt, om alreeds eene beslissing op het verzoek om een jaarlyksch subsidie te kunnen nemen. Aangezien evenwel het doel, waarvoor de Commissie de gelden aanvraagt, de volle sym pathie heeft van Ged. Staten, stellen zy voor aan de Commissie voor den tjjd van twee jaren eene jaariyksche subsidie te verleenen van 500 en de beslissing omtrent de aanvrage om een jaarlyksch subsidie aan te hou n totdat daarover, na kennisneming van o. ga ven en plannen, een definitief oordeel k n worden uitgesproken. Aan de Staten is voorgesteld een plan van geldleening, groot hoogstens 300,000, tegen etn rente van hoogstens 4 ten hon derd in het jaar, ten laste der provincie Zuid- Holland ter bestrijding der bijdrage van de provincie in de kosten van een krankzinnigen gesticht op „Endegeest" onder Oegstgeest en van de verbetering der spoorwegbrug over den Vliet onder Voorburg. O. a. wordt voor gesteld eerst met 1916 de aflossing verplich tend te stellen. Ged. Staten verzoeken machtiging tot openbaren verkoop van een aan de provincie toebehoorend terrein, gelegen onder Zoeter- woude tusschen den Rijn en den Rijksstraat weg over den Hoogen Rijndijk. De provincie heeft bij het behoud van dezen grond geen belang meer en overgang in particuliere handen is te meer gewenscht, omdat hot terrein, in de onmiddellijke nabijheid van Leiden, geheel open aan den Rijksstraatweg liggende, zich vaak tot minder gepaste doel einden leent en dit herhaaldelijk aanleiding heeft gegeven tot niet onrechtmatige klachten der politie. Den Staten is wijders voorgesteld aan de gemeente Brielle uit de provinciale fondsen een subsidie te verleenen van l/3 in de op 17,700 geraamde kosten der verbetering van de buitenhaven dier gemeente, tot een maximum van 6000. Terwijl de stormvloed van 22 op 23 December jl. do noodzakelijkheid bewees eener voortzetting van den arbeid, noodig om door waterpassing en opmeting tot juiste kennis te komen van den toestand onzer zoe- en rivierwaterkoerende dijken, bovenal wat de eilanden betreft, waw die zorg tusschen tal van besturen is verdeeld, vonden Ged. Staten daaiin tevens aanleiding om aan het doen voortzetten van dien arbeid elders, voor het eiland Voome en Putten, waar die arbeid reeds was voltooid, eone herziening van do voor dat eiland bestaande dyktafel te paren. Aan hot jongste verslag van de com missie, belast met de regeling der verplichte hengstenkeuring in dit gewest, wordt het volgende ontleend: B(j alle keuringen mocht de commissie do meeste medewerking van heeren burgemees ters der verschillende gemeenten onderunden. Totaal werden ter keuring aangeboden 105 hengsten, waarvan 65 goed- en 40 werden afgekeurd. Duidelijk viel weer het nuttige en hoog noodige van een verplichte keuring in het oog, verscheidene exemplaren motsten afge keurd worden op zeer erfelijke gebreken, die anders daardoor oen hoogst verderfelyken invloed op de fokkerij zouden hebben uitge oefend. Dit jaar werd er door de jury reeds strenger en scherper gekeurd dan het vorige jaar. Een streng doorgevoerde keuring op alle punten moet naar het oordeel der commissie in stilte met den koffer, ongeveer op deze wijze: „Dus naar Karlsbad? Heb je 't goed? Ja, ja, naar Karlsbad. Ik wou, dat ik ook eens naar Karlsbad kon gaan. Ben je er al eerder geweest? Is het er mooi? Ja, ja, het moet er mooi zijn, omdat er zooveel menschen heengaan. Hy is zeker ziek? Ja, ja, dat zal het zijn. Hij heeft de jicht, de jicht. Nou, wat anders?" En den koffer machtig dreunend op de tafel werpend, riep Gottlieb in het bagage lokaal: „Naar Karlsbad!" prevelde nog maals in stilte„Nou, wat anders?" en ging zijns weegs. Op die wijze onderhield Gottlieb zich nu al een menschenleeftijd met de koffers, en daar deze natuurlijk niet alle naar Karlsbad gingen, maar ook naar "Weenen, Triëat of Genua, naar Rome, Florence, Brindisi, naar Parijs, St.-Petersburg, Londen of Hamburg en Bremen, Berlijn en Stockholm, ontstonden by Gottlieb eene massa aardrykskundige be grippen van die plaatsen, die misschien in 't geheel niet met de werkelykheid strook ten, maar die by hem het verlangen naar de groote, schoone wereld wekten, die hem in stille uren, als er geen treinen vertrokken of aankwamen, aan het peinzen brachten. Ja, de wereld, de groote, wyde wereld, zoo ryk aan wonderen en schoonheden, zoo ryk aan afwisseling, zoo bont en eeuwig jong wat was zij heeriyk en vol genietingen I Maar, helaas! niet voor hem, Diet voor den ouden, armen Gottlieb 1 Zyn wereld was klein en strekte zich van het station tot de Langstraat nr. 16, drie hoog, uit. In al dien tyd was by slechts tweemaal uit de stad geweest. De eene maal naar oen voorstadje, waar een conducteur hem genoodigd had op een doop maal, den tweeden keer voor zeventien jaar by gelegenheid van de begrafenis zyner moeder. Dat was alles, wat hy van de wereld gezien hadl En toch droomde hy, als hy sliep en als bij niet sliep, van al do prachtige steden, waarheen de koffers gingen, en zou hy zoo gaarne de wereld eens willen zien. Dit ging echter niet. Hy was arm en oud; het was voorby. Hy had drie zonen; ze waren alle drie van huis. De een diende als soldaat in Straatsburg in den Elzas, waar ook dikwyis koffers heengingen, de tweede was in Hon- garye, de derde zeeman en op dat oogenblik onderweg naar Bahia in Zuid-Amerika. En als hy honderd zonen had gehad, had hy ze allen de wereld ingestuurd, om te zien en te leeren. Nou, wat anders? Hy had ook nog een dochter, maar daar zat niets in, zooals Gottlieb meende. Zy zat altyd by moeder thuis en wilde niet de wereld in. Bovendien had Truitje zy heette Geertruida, maar heur ouders noemden haar Truitje zich verliefd op een huurkoetsier. Het was een beste jongen, de jonge Malhuber. Zyn vader had in de Langstraat een winkel, waar Truitje gewooniyk ryst en gort, ge rookte worst, haringen, agurken en wie weet wat al kocht. By die gelegenheden was waar8chyniyk het ongeluk gebeurd, want een ongeluk was het. Er kon nimmer wat van groeien, want al zette Truitje zich ook by haren Frits op den bok, reed deze toch niet anders dan in de stad heen en weer, precies zooals Gottlieb zelf van de Langstraat naar het station en van het station weer naar de Langstraat ging. Op die wyze zou Truitje dus Dooit iets van de wereld gezien hebben. En dat zou en moest zy! Dat was hy zyn kind verschuldigd. Het mocht niet in dezelfde ellende als haar vader vervallen. Hy was arm en kon haar anders niets meegeven, dus moest zy ten minste de wereld zien, moest met een reiziger of zoo iets trouwen, opdat zy er ook uitkwam, zooals hare broeders. Het was Zaterdagavond. De sneltrein naar Beriyn was vertrokken en Gottlieb zat in het bagagelokaal uit te rusten. Het was het uur, waarop Truitje hem eten moest brengen, want hy kon in dien tyd nog niet naar huis gaan, omdat de trein van negen uren nog eerst bezorgd moest worden. Stipt, zooals altyd, verscheen Truitje in het bagagelokaal. „Goeden avond, vader," zeide zy, terwyi zy het eten uit heur handkorf haalde. „Wat ben je verhit, Truitje! Heb je zoo hard geloopen?" vroeg Gottlieb. Zy werd vuurrood en bukte zich verlegen over den korf. „Het is zoo warm, vader," antwoordde hy ontwykend. „Nou, zoo heel warm is het toch niet," merkte heur vader kalm op. „Je hebt je zeker onderweg met Frits opgehouden en toen als een gek geloopen, om den tyd niet te verzuimen." „Vader stamelde Truitje verlegen en pakte, om haar verlegenheid te verbergen, snel hare heerlykheden uit. Het was runder pens Gottlieb had honger en zoodra de geur van zyn lievolingskost zyn reukzenuwen prik kelde, was de bui over. Misschien was bet wel een kleine vrouweiyke list zyner dochter, vandaag juist des vaders lievelingekost te bereiden en hem daarmede om te koopen, hem voor haar plan gunstig te stemmen. „Runderpens!" meende Gottlieb en wydde eensklaps al zyn aandacht aan do bezigheid zyner dochter. „Nou, wat anders?" „Ja, vader. Ik dacht: u lust het zoo gaarne „Runderpens is een best eten, dat velen niet woten te waardeeren, Truitje. Wat riekt dat lekker! Geef maar hier." Met een gezonden en beüydeDswaardigen eetlust sprak Gottlieb de spys aan, en zyn dochter zag met heimelyke vreugde, hoe goed het haren vader smaakte. Toen zy meende, dat het genot het toppunt bereikt had, begon zy weer: „Vader, ik moet u ook de groeten brengen 1" „Hm, hml Van wien?" „Van Frits „Hé! Van wien? Ik heb het wel gedacht! Je hebt je weer allerlei domheden in het hoofd gezet. Er kan niets van komen, en daarmede basta. En waarom heeft hy mjj laten grooten?" Truitje haalde diep adem. De tranon kwa men haar in de oogen en zy gevoeldo zich op dit oogenblik recht ongelukkig. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1