N°. 10946
Woensdag 30 October.
A0. 1895
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden, 1.10.
Franco por post 1.40.
Afzonderlijke Nommers
PRIJS DER AD VERTENTIEN
Van 1 6 regels 1.05. Iedero regel meer 0.17 J. Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Leiden, 29 Octoljcr.
In de zaal van den heer Ephraïm, aan de
Haarlemmerstraat alhier, gaf de „Leidsche
Dilettantonclub" gisteravond eene uitvoering
met introductie, welke, als gewoonlijk, ook
nu weer door velen bezocht werd.
Had het bestuur aanvankelijk gemeend de
voorstelling om acht uren te kunnen doen
beginnen, later veranderde het, naar het ons
ten minste meldde, van plan en zou te
halfnegen aangevangen worden, en.... er
werd precies te halfnegen begonnen. Daarvoor
reeds dadelijk een bravo I
Nadat van het tooneel was verkondigd dat
de voorzitter der Club heesch was door ver
koudheid, ongetwijfeld een gevolg van Falbs
ongunstig weerprogramma, opende de voor
zitter zoo goed als het ging (en 't schikte
o. i. nogal met zijn gezondheidstoestand)
het bijeenzijn met het gebruikelijke welkom
en met dankbetuigingen aan hen, die daar
voor in aanmerking kwamen, met een kleinen
wenk tevens, dat de gelegenheid dezen avond
open stond om lid te worden van de Club
en alzoo hare kracht te vermeerderen.
Ditmaal werd de zachtheid of toegevendheid
dercritiek niet ingeroepen. We dachten onwille
keurig: van tweeën één: öf we hebben hier te
doen mot menschen, die weten dat ze het
geen ze gaan doen er goed zullen afbrengen,
óf met personen, die te hooge gedachten
van zich hebben, want: een president kan
zoo'n verzoek niet vergeten en de Club is
niet onverschillig ten opzichte van een oor
deel; dit laatste weten we.
Nu dan, de optredenden gingen niet aan
het euvel van overschatting mank; laat ons
dat maar dadelijk getuigen; ze kenden hun
rollen, speeldenvoor dilettanten goed en
behoefden dus inderdaad weinig of niets te
vreezen.
Het eerst werd gegeven een drama in drie
bedreven. Men schijnt zich hier nogal met
drama's te „amuseeren", getuige het gelach,
dat telkens opging uit de schare, zelfs nu
en dan by de ernstigste of roerendste scènes.
'tWas getiteld „Arthur De Beaumont, de
franctireur van Neufville", een stuk, waar wel
wat in zat. Na d® pauze werd gegeven het
bijspel: „D® koperen ring", in één bedrijf,
waar weinig of ni=ts in zat en dat gered moest
worden en ook werd door "t epsl van Pietje.
Bijzondere eervolle vermeldingen wenschen
we hier niet uit t® reikenlaat het der Club
genoeg zijn, als we nogmaals verklaren dat
ze inderdaad te beschikken heeft over goede
krachten. De optredenden sprakon vrij be
schaafd, maar ze hoeden zich een volgende
maal voor ongerechtigheden als: Nou staan
ik er op; ik doef dat niet; daar is hij, met
vollen nadruk op „hij", als dit volstrekt niet
te pas komt, en als er weer eens eene kamer
van een gegoede moet gemeubileerd worden,
dan vrage men even de hulp van den heer
Ephraïm om een paar niet al te armoedige
meubelen. Die kamer zag er nu sjofel uit
voor die van een Berlynsch grondbezitter.
Der medespelende dame werd namens de
Club voor hare welwillende medewerking
een souvenir (kristallen presenteertrommeltjes
op blad) vereerd en aangeboden door den
voorzitter. Zij had dit verdiend.
Nog vóór halféén einoigde de voorstelling.
Er had gang in gezeten, er heorscbt oide
in de Club.
Een bal sloot do wèlgeslaagde uitvoering.
Het onlangs te Oude Wetering opgerichte
kinderkoor bracht Zon lag-middag om 3 uren,
in de Remonstrantsche kerk aldaar, voor
ouders en genoodigden eene eerste proeve
van het geleerde ten gehoore. Onder de
ltiding van d6n heer A. Van Loon, van
Leirauiden, maken de kleinen flinke vorde
ringen, ze zongen good.
Gisteren vertrokken van Delft naar Steyr,
in Oostenrijk, de 1ste luitenant W. T. J.
Buitendijk, de wapencontroleur E. Broissois
en de meester geweermaker L. J. F. Lutz,
als lste gedeelte der commissie van keuring
bij den aanmaak der geweren van 6.5 mM.
Tot adjunct-commies ter provinciale griffie
van Noord-Holland is benoemd de heer J. Udink,
chef ter gemeente secretarie te Sloten (N.-H).
De Japansche gezant by ons Hof, die
eenigon tijd te Kopenhagen vertoefde, is in
de residentio teruggekeerd.
Naar men verneemt, blijft, in strijd met
den minister van waterstaat, volgens den
prov. hoofdingenieur, de noodzakelijkheid be
wezen, wil men de toekomst van Ylissingon
niet in de waagschaal stellen, de marinesluis
ia gebruik te nemen.
Hr. Ms. fregat „Atjeh", onder bevel van
den kapitein C. H. Cornelissen, is in den
namiddag van 26 dezer van Bahia ver
trokken. Sts.-Ct
Dr. Burger, bibliothecaris van de
universiteits-bibliotheek te Amsterdam, is na
een langdurige ongesteldheid naar Wiesbaden
vertrokken, waar hy hoogstwaarschijnlijk den
geheelen winter zal doorbrengen.
Naar men aan de „N. R. Ct." mededeelt,
is door de ambtenaren voor de invoerrochten
te Arnhem verleden Yrjjdag van een groot
aantal partijen ingevoerde goederen men
spreekt zelfs van circa 100 het bedrag
der aangifte verhoogd.
Te Groningen bestaat, evenals te Leiden,
eene vereeniging vau medische candidaten,
„Medici Haraanitatis Amici", welke gedurena®
9 dagen behoeftige vrouwen na de bevalling
van melk, eieren, vlessch, enz. voorziet. Deze
vereeniging telt 152 leden, die jaarlijks 5
contribue«r®n. In het afgeloopen jaar zijn op
deze w(jz® 263 vrouwen verzorgd. De in
komsten hiervoor bedroegen 946 21,/2. de
uitgaven 1089.55'/2, zoodat er een tekort
is van 143.24.
De Staatsraden mrs. De Neró van
Babbericb, Asser en Huber, leden der afdec-
1 ng voor de geschillen van bestuur, hebben
Zaterdag jl. het terrein der nitroglycerine
fabriek by Ouderkerk aan den Amstel bezocht.
Dit bezoek staat blijkbaar in verband nut hot
b\j die afdeeling thans aanhangig geschil over
de aangevraagde vergunning tot oprichting
eener fabriek van salpeterzuur op dat terrein.
Met goed gevolg hebben aan de universiteit
te Luik examen gedaan als electro-tecbnisch
JP1 evjLilletoaa..
Het gevolg eener luchtreis.
i)
H(j was pakjesdrager en heette Pohlenz,
een oude, grijze, goedige, gewillige man.
Sedert bijna dertig jaren was hij den reizigers
behulpzaam hunne koffers vlug en zeker
naar de plaats van bestemming te brengen,
nam altijd beleefd de pet af en wenschte
hun goede reis, als men hem een fooi gaf,
paste ook op, dat niets vergeten werd,
kortomwas de goede huisgeest van het
station. Iedereen kende hem, en de oude
Gottlieb zoo werd hij door de inwoners
van het stadje algemeen genoemd was het
factotum der conducteurs, huurkoetsiers,
dienstmeisjes, hotelbedienden en van al die
genen, die tot z\jn beroepskring behoorden.
Een opdracht, die men hem gaf en die hij
met z(jn stereotiepe uitdrukking: „Nou, wat
anders?" aanvaardde, was al zoo goed als
bezorgd.
Onderscheidde Gottlieb zich dus door zijn
betrouwbaarheid en onverstoorbare opgewekt
heid van de groote meerderheid zijner col
lega's, dit was vooral het geval door de
eigenaardige voorliefde, waarmede hij zich
aan zijn beroep wijdde. Elke koffer, die hem
ter bezorging gegeven werd, kreeg voor hem
een persoonlijke beteekenis en terwijl hij
met zijn last op de schouders naar het
bagagelokaal sukkelde, onderhield hij zich
ingenieur de heeren De Rochemont, lste
luitenant der genie O. I. leger, Bunnik, ge-
pensionneerd luit. ter zee lste klasse, Verdam,
gfp nsionneerd luitenant ter zee lste klasso,
Nolst Trenité, luitenant ter zee 2de klasse,
en Van Kesteren, ingenieur.
Hoewel in vele plattelands Friescho ge
meenten de hoofdelijke omslagen stjjgen,
maakt de gemeente Dantumadeel daarop eene
uitzondering. De hoofdelijke omslag, die het
vorig jaar ƒ31,050 bedroeg, is voor 1896
vastgesteld op 25,000, wat voor de belasting
schuldigen een blijde boodschap is.
De heer B. W. H. Hofstede Crull, te
Borne, heeft, wegens te geringe inschrijving,
zijne aanvrage om concessie voor electrische
verlichting te Veendam ingetrokken.
Te Noordeloos is dit jaar voor het eerst
een landbouw-cursus aangevangen met aan
vankelijk 12 leerlingen.
De schrijver der Haagsche Kroniek in do
„N. Gron. Ct." heeft zich verwonderd, dat,
terwijl Vrijdag in do Kamer bekend was
dat de Fransche regeering de grenzen van
Frankryk weder voor den invoer van ons
vee heeft opengesteld, de minister van buiten-
landsche zaken niet is verschenen om die
verblijdende mededeeling openlijk te doen voor
het recès, pour la bonne louche als 't ware.
Hij ziet daarin een bewijs van bescheidenheid
van den heer Röell, aan wiens beleidvol
optreden wij dit resultaat zeker voor oen
goed doel danken, en natuurlijk niet minder
aan den tact van onzen gezant te Parijs.
Ongetwijfeld zal onze landbouw den minister
en gezant dankbaar zijn voor het verkregen
resultaat, dat ongetwijfeld ook wel van invloed
zal zijn op de houding van de Belgische
regeering tegenover ons.
Ter aanvulling nu van het belicht omtrent
de wederopenstelling der Fransche grenzen
voor den invoer van vee uit Nederland, brengt
de minister van buitonlandsche zaken thans
ter kennis van belanghebbenden, dat vee
t® weten runderen, schapen, geiten en var
kens bestemd om in Frankrijk ingevoerd
of door dat land doorgevoerd te worden, ver
gezeld behoort te zijn van een door de over
heid op de plaats van herkomst afgegeven
certificaat, houdende dat het vee gezond is
•n dat op het tijdstip der verzending, alsmede
gedurende zes weken vóór dat tijdstip, geene
besmettelijke ziekte ter plaatse is voorgekomen
onder het vee van dezelfde soort.
Do gemeenteraad van Deventer verwierp
gisteren het voorstel dor commissie van rap
porteurs, om alle 6 ambtenaren der belasting
t® benoemen tot assistent-keurmeesters. De
commissie trok in een voorstel tot het oprich
ten van een pensioenfonds voor werklieden
en arbeiiers ty de gasfabriek en do water
leiding. Later zal door raadsleden worden
voorgesteld, een pensioenfonds voor alle ge-
meentewerklieien op te richten.
Het voorstel van den heer H. J. Anker
smit, de H. B.-School voor meisjes op te
heffen en het onderwijzend personeel dier
school gedeeltelijk op wachtgeld te stellen
en gedeeltelijk te p9nsionneeren, weid ver
worpen.
De gewone audiëntie van den minister
van financiën zal op Donderdag 31 dezer niet
plaats hebben.
Het stoomschip „Ajax", van Batavia
naar Amsterdam, arriveerde 26 Oct. te Suez;
de „Buluwayo", van Amsterdam en Londen
naar Kaapstad, passeerde 25 Oct. Teneriffe;
de „Kanzier", van Hamburg en Amsterdam
naar Oost-Afrika, arriveerde 28 Oct. te
Port-Said; de „Prins Willem I" vertrok 26
Oct. van Nieuw York naar West Indiö; de
„Bundesrath", van Oost Afrika naar Rotter
dam en Hamburg, passeerde 27 Oct. Ouessant;
de „Manica," van Amsterdam naar Kaapstad,
arrivoerde 27 Oct. te Gravesend ;de „Mashona"
arriveerde 27 Oct. van Amsterdam en Londen
te Kaapstad; de „Schiedam", van Rotterdam
naar Nieuw York, passeerde 28 Oct. Lizard.
Bij koninklijk besluit is benoemd tot
notar.s binnen het arr. 's-Gravenhage, ter
standplaats Delft, J. Bolk, canóidaat notaris
te Waalwijk.
Aan de adelborsten lste kl. J. C. De Koek
van Leeuwen en J. C. J. Romswinckel, met
1 Dec. a. sop hun verzoek eervol ontslag
verleend uit den dienst b(j het corps zeeoffi
cieren, en hen met gelijken datum in de hier-
voren aangegeven volgorde, benoemd tot 2den
luit. bfi het corps mariniers.
Pensioen verleend aan: S. L. Popta, con
troleur van den waarborg en de belasting
van de gouden en zilveren werken te 's Her-
togentosch, 1062J. Adr. De Ruiter, adjunct
commies b(j het departement van financiën,
ƒ1273 'sjaars.
De Oost-Indische ambtenaar W. Buddingh,
laatstelijk onderbaas-ketelmaker bfi het marine-
établissement te Soerabaia, op zijn verzoek
wegens physieke ongeschiktheid, met ingang
van 1 Nov. a. s., eervol uit 's lands dienst
ontslagen, met toekenning van pensioen.
Aan den heer A. Van den Brandeler, mot
latere toekenning van den rang van kapitein,
gepens. lste luit. dor inf. van het leger in
NeJ. Indiö, thans adjunct inspecteur by de
Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoor
wegen, vergunning verleend tot het aannemen
van het ordeteeken dorde klasse van het
borstbeeld van den Bovrijder, hem door het
hoofd van het uitvoerend gezag der Vereenigde
Staten van Veaezuela geschonken.
Provinciale Staten van Zuid-Holland.
De Commissie van Toezicht op de Rijks-
proefvelden in dit gewest heeft ten behoeve
van die instellingen een jaarlyksch provinciaal
subsidia aan de Staten verzocht.
Ged. Staten, die omtrent het ontstaan en
den werkkring der bedoelde Commissie in een
rapport den Staten dienen van inlichting, meo-
nen dat omtrent het gebruik der eventuoel
te verleenon ƒ500 nog te weinig blijkt, om
alreeds eene beslissing op het verzoek om
een jaarlyksch subsidie te kunnen nemen.
Aangezien evenwel het doel, waarvoor de
Commissie de gelden aanvraagt, de volle sym
pathie heeft van Ged. Staten, stellen zy voor
aan de Commissie voor den tjjd van twee jaren
eene jaariyksche subsidie te verleenen van
500 en de beslissing omtrent de aanvrage
om een jaarlyksch subsidie aan te hou n
totdat daarover, na kennisneming van o. ga
ven en plannen, een definitief oordeel k n
worden uitgesproken.
Aan de Staten is voorgesteld een plan
van geldleening, groot hoogstens 300,000,
tegen etn rente van hoogstens 4 ten hon
derd in het jaar, ten laste der provincie Zuid-
Holland ter bestrijding der bijdrage van de
provincie in de kosten van een krankzinnigen
gesticht op „Endegeest" onder Oegstgeest en
van de verbetering der spoorwegbrug over
den Vliet onder Voorburg. O. a. wordt voor
gesteld eerst met 1916 de aflossing verplich
tend te stellen.
Ged. Staten verzoeken machtiging tot
openbaren verkoop van een aan de provincie
toebehoorend terrein, gelegen onder Zoeter-
woude tusschen den Rijn en den Rijksstraat
weg over den Hoogen Rijndijk. De provincie
heeft bij het behoud van dezen grond geen
belang meer en overgang in particuliere
handen is te meer gewenscht, omdat hot
terrein, in de onmiddellijke nabijheid van
Leiden, geheel open aan den Rijksstraatweg
liggende, zich vaak tot minder gepaste doel
einden leent en dit herhaaldelijk aanleiding
heeft gegeven tot niet onrechtmatige klachten
der politie.
Den Staten is wijders voorgesteld aan
de gemeente Brielle uit de provinciale fondsen
een subsidie te verleenen van l/3 in de op
17,700 geraamde kosten der verbetering
van de buitenhaven dier gemeente, tot een
maximum van 6000.
Terwijl de stormvloed van 22 op 23
December jl. do noodzakelijkheid bewees eener
voortzetting van den arbeid, noodig om door
waterpassing en opmeting tot juiste kennis
te komen van den toestand onzer zoe- en
rivierwaterkoerende dijken, bovenal wat de
eilanden betreft, waw die zorg tusschen tal
van besturen is verdeeld, vonden Ged. Staten
daaiin tevens aanleiding om aan het doen
voortzetten van dien arbeid elders, voor het
eiland Voome en Putten, waar die arbeid
reeds was voltooid, eone herziening van do
voor dat eiland bestaande dyktafel te paren.
Aan hot jongste verslag van de com
missie, belast met de regeling der verplichte
hengstenkeuring in dit gewest, wordt het
volgende ontleend:
B(j alle keuringen mocht de commissie do
meeste medewerking van heeren burgemees
ters der verschillende gemeenten onderunden.
Totaal werden ter keuring aangeboden 105
hengsten, waarvan 65 goed- en 40 werden
afgekeurd.
Duidelijk viel weer het nuttige en hoog
noodige van een verplichte keuring in het
oog, verscheidene exemplaren motsten afge
keurd worden op zeer erfelijke gebreken,
die anders daardoor oen hoogst verderfelyken
invloed op de fokkerij zouden hebben uitge
oefend. Dit jaar werd er door de jury reeds
strenger en scherper gekeurd dan het vorige
jaar.
Een streng doorgevoerde keuring op alle
punten moet naar het oordeel der commissie
in stilte met den koffer, ongeveer op deze
wijze:
„Dus naar Karlsbad? Heb je 't goed? Ja,
ja, naar Karlsbad. Ik wou, dat ik ook eens
naar Karlsbad kon gaan. Ben je er al eerder
geweest? Is het er mooi? Ja, ja, het moet
er mooi zijn, omdat er zooveel menschen
heengaan. Hy is zeker ziek? Ja, ja, dat zal
het zijn. Hij heeft de jicht, de jicht. Nou,
wat anders?"
En den koffer machtig dreunend op de
tafel werpend, riep Gottlieb in het bagage
lokaal: „Naar Karlsbad!" prevelde nog
maals in stilte„Nou, wat anders?" en ging
zijns weegs.
Op die wijze onderhield Gottlieb zich nu
al een menschenleeftijd met de koffers, en
daar deze natuurlijk niet alle naar Karlsbad
gingen, maar ook naar "Weenen, Triëat of
Genua, naar Rome, Florence, Brindisi, naar
Parijs, St.-Petersburg, Londen of Hamburg
en Bremen, Berlijn en Stockholm, ontstonden
by Gottlieb eene massa aardrykskundige be
grippen van die plaatsen, die misschien in
't geheel niet met de werkelykheid strook
ten, maar die by hem het verlangen naar
de groote, schoone wereld wekten, die hem
in stille uren, als er geen treinen vertrokken
of aankwamen, aan het peinzen brachten. Ja,
de wereld, de groote, wyde wereld, zoo ryk
aan wonderen en schoonheden, zoo ryk aan
afwisseling, zoo bont en eeuwig jong wat
was zij heeriyk en vol genietingen I Maar,
helaas! niet voor hem, Diet voor den ouden,
armen Gottlieb 1 Zyn wereld was klein en
strekte zich van het station tot de Langstraat
nr. 16, drie hoog, uit. In al dien tyd was
by slechts tweemaal uit de stad geweest. De
eene maal naar oen voorstadje, waar een
conducteur hem genoodigd had op een doop
maal, den tweeden keer voor zeventien jaar
by gelegenheid van de begrafenis zyner
moeder. Dat was alles, wat hy van de wereld
gezien hadl En toch droomde hy, als hy sliep
en als bij niet sliep, van al do prachtige
steden, waarheen de koffers gingen, en zou
hy zoo gaarne de wereld eens willen zien.
Dit ging echter niet. Hy was arm en oud;
het was voorby.
Hy had drie zonen; ze waren alle drie
van huis. De een diende als soldaat in
Straatsburg in den Elzas, waar ook dikwyis
koffers heengingen, de tweede was in Hon-
garye, de derde zeeman en op dat oogenblik
onderweg naar Bahia in Zuid-Amerika. En
als hy honderd zonen had gehad, had hy ze
allen de wereld ingestuurd, om te zien en
te leeren. Nou, wat anders?
Hy had ook nog een dochter, maar daar
zat niets in, zooals Gottlieb meende. Zy
zat altyd by moeder thuis en wilde niet de
wereld in. Bovendien had Truitje zy heette
Geertruida, maar heur ouders noemden haar
Truitje zich verliefd op een huurkoetsier.
Het was een beste jongen, de jonge Malhuber.
Zyn vader had in de Langstraat een winkel,
waar Truitje gewooniyk ryst en gort, ge
rookte worst, haringen, agurken en wie weet
wat al kocht. By die gelegenheden was
waar8chyniyk het ongeluk gebeurd, want een
ongeluk was het. Er kon nimmer wat van
groeien, want al zette Truitje zich ook by
haren Frits op den bok, reed deze toch niet
anders dan in de stad heen en weer, precies
zooals Gottlieb zelf van de Langstraat naar
het station en van het station weer naar de
Langstraat ging. Op die wyze zou Truitje
dus Dooit iets van de wereld gezien hebben.
En dat zou en moest zy! Dat was hy zyn
kind verschuldigd. Het mocht niet in dezelfde
ellende als haar vader vervallen. Hy was
arm en kon haar anders niets meegeven, dus
moest zy ten minste de wereld zien, moest
met een reiziger of zoo iets trouwen, opdat
zy er ook uitkwam, zooals hare broeders.
Het was Zaterdagavond. De sneltrein naar
Beriyn was vertrokken en Gottlieb zat in
het bagagelokaal uit te rusten. Het was het
uur, waarop Truitje hem eten moest brengen,
want hy kon in dien tyd nog niet naar huis
gaan, omdat de trein van negen uren nog
eerst bezorgd moest worden. Stipt, zooals
altyd, verscheen Truitje in het bagagelokaal.
„Goeden avond, vader," zeide zy, terwyi
zy het eten uit heur handkorf haalde.
„Wat ben je verhit, Truitje! Heb je zoo
hard geloopen?" vroeg Gottlieb.
Zy werd vuurrood en bukte zich verlegen
over den korf. „Het is zoo warm, vader,"
antwoordde hy ontwykend.
„Nou, zoo heel warm is het toch niet,"
merkte heur vader kalm op. „Je hebt je
zeker onderweg met Frits opgehouden en
toen als een gek geloopen, om den tyd niet
te verzuimen."
„Vader stamelde Truitje verlegen en
pakte, om haar verlegenheid te verbergen,
snel hare heerlykheden uit. Het was runder
pens Gottlieb had honger en zoodra de geur
van zyn lievolingskost zyn reukzenuwen prik
kelde, was de bui over. Misschien was bet
wel een kleine vrouweiyke list zyner dochter,
vandaag juist des vaders lievelingekost te
bereiden en hem daarmede om te koopen,
hem voor haar plan gunstig te stemmen.
„Runderpens!" meende Gottlieb en wydde
eensklaps al zyn aandacht aan do bezigheid
zyner dochter. „Nou, wat anders?"
„Ja, vader. Ik dacht: u lust het zoo
gaarne
„Runderpens is een best eten, dat velen
niet woten te waardeeren, Truitje. Wat riekt
dat lekker! Geef maar hier."
Met een gezonden en beüydeDswaardigen
eetlust sprak Gottlieb de spys aan, en zyn
dochter zag met heimelyke vreugde, hoe goed
het haren vader smaakte. Toen zy meende,
dat het genot het toppunt bereikt had, begon
zy weer:
„Vader, ik moet u ook de groeten brengen 1"
„Hm, hml Van wien?"
„Van Frits
„Hé! Van wien? Ik heb het wel gedacht!
Je hebt je weer allerlei domheden in het
hoofd gezet. Er kan niets van komen, en
daarmede basta. En waarom heeft hy mjj
laten grooten?"
Truitje haalde diep adem. De tranon kwa
men haar in de oogen en zy gevoeldo zich
op dit oogenblik recht ongelukkig.
Wordt vervolgd.)