N°. 10934 Woensdag 16 October. A0. 1895 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Leiden, 15 October. P euilleton. Een Londensclie Aoaicliistcugeschiedenis. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post Afzonderlijke Noinmers 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 1 6 regels f 1.05 Iedere regel meer f 0.17|. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. OAllciëele liennis^eviiifiren. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen naar aanleiding van art. 27 der Verordening van den 8eten November 1891 op do keuring van vee en vleesch in deze gemeente ter algemeene konnis dat: JILLES DE LA RIE. wonende Clar.nsteeg No. 18 te Leiden, op den 22ston Juli 1895 is bekeurd en den 16 J en September d. a. v. ia veroordeeld wegens het te Leidon invoeren van vleesch, zonder voorzien te zijn van eene duidelijke sohrifcolijke aanwijzing van den persoon, door wieu het vleesoh verzonden is, en van den persoon, voor wion het vleesch be stemd is; WILLEM VAN DER HOEVEN, wonende te Zoeter- woudo, op don 20sten Juli 1895 is bekeurd, en don 16den September d. a. v. is veroordeeld ton 1ste wegens het te Leiden vervoeren van ongekeurd vleesch en ten tweede wegens het als vleeschver- voerder niet al het vleesch, dat zich in zijn bezit of onder zijn beheer bevindt, aan de bevoegde ambtenaren op hunne vordering aanwijzen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WA8, Burgemeester. 14 Oct. 1895. E. KIST, Secretarie. In het Paleis voor Volksvlijt te Amster dam wordt sedert eenigo weken een inter nationale wedstrijd gehouden van voedings middelen, gezondheidsleer en aanverwante vakken. Daarop z\jn o. a. bekroond de volgende stadgenooten: met een eere-diploma de heeren "Wilhelm Schüdel Co. voor Ceylon-Kaneel- likeur; m6t de zilveren medaille de heeren F. H. Ritraan Co. voor oude jenever, „merk Gentleman" en met een zelfde medaille voor gist. Door den Raad van Administratie is ge houden de aanbesteding van levensmiddelen, enz. ten dienste van het Invalidenhuis alhier over het tijdvak van 1 November 1895 tot en met 31 October 1896, waarbfj bleken te zijn minste in6chrijvors voor de na te melden artikelen, do volgende firma's, t. w. Rundvleesch en vet, L. A. Werner, ƒ0.52 P. kgr. Spek, worst en reuzel, P. Breem, f 0.62 p. kgr. Boter, J. W. Boekwyt, f 0.98 p. kgr. Bier, M. H. Van Waveren (eenig inschrij ver), f 0.05 p. liter. Verscne en gezouten groenten, J. F. Segaar en W. F. K. Buqteweg, beiden opvolgend voor f 0.04 en f 0.08 p. kgr. Aardappelen, Gebr. Dirkse, f 2.05 p. hectol. Steenkolen, W. F. K. Versteeg, ƒ0.61 p. hectol. Zoetemelk, M. Van Noodt, f 0.058s p. liter. Karnemelk, W. Van Stein, f 0.01* p. liter. Wit brood, A. D. Langeveld, f 0.089* p. kgr. Kropbrood, dezelfde, f 0.073C p. kgr. Voor Kruidenierswaren was door verschil lende inschrijvers voor de benoodigde artikelen tegen onderscheidene prijzen ingeschreven. Voor het weghalen van den afval der menage was H. Van Noordt, voor de som van f 5.55 per maand, hoogste inschrijver. Hedenmiddag ontvingen wij perFransche mail de Bataviasche bladen van 11 en 12 Sept., alsmede de „Doli Crt." van 7, 11 en 14 September. De kapitein G. J. Van Deinse, van het 4de reg. inf. te Delft, zal binnenkort den militairen dienst met pensioen verlaten. Op de twaalfde lijst van de zeventiende jaarcollecte voor de Scholen met den Bijbel in de „Standaard" komen o. a. voor: Rijnsburg met Valkenburg met een bedrag van f 266. Do Unie-collecte te Rijnsburg werd alleen bij de leden der Gereformeerde Kerk gehoud( n De Hervormden collecteeren voor hunne school. Beroepen is by de Geref. gem. te Waddingsveen de heer T. Rispens, te Oenkerk. In den ouderdom van 74 jaren is in Den Haag overleden de heer E. A. C. Amme- dick, gep. kapt.-kwartiermeester der art. O.-I. leger. Aan de Commissarissen der Koningin is door den minister van waterstaat de vol gende circulaire gericht: Naar aanleiding eener vraag, welke zich onlangs heeft voorgedaan, of een officier der marine-reserve vergunning van den minister van marine noodig hoeft, om zich aan boord van een koopvaardijschip voor een buiten- landsche reis te doen aanmonsteren, heb ik de eer U op verzoek van den minister van marine, ten einde daarmede by voorkomende gelegenheid rekening te houden, mede te deelen, dat officieren der marine reserve geene vergunning zijnerzijds tot uitoefening der buitenlandsehe zeevaart behoeven. Tot loco directeur generaal der Maat schappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen is benoemd de heer E. Engeringh, chef van den dienst der exploitatie; tot waarnemend secretaris, chef van den centralen dienst, de heer J. Th. Gerlings, thans afdeelingschef, en tob afdeelingschef do heer K. H. Beijtn Sr., thans hoofdcommies by de Maatschappy. De permanente commissie uit de reedery to Scheveningen heeft zich tot den Haagschen gemeenteraad gewend met een adres, waarin zy hare groote ingenomenheid betuigt met de aanvraag om subsidie en verdere medewerking tot het verkrygen van de ontworpen visschers- haven. Alleen in de verwezenlyking van dit havenplan ziet de commissie de bestendiging van Scheveningen als voornaamste visschers- plaats, die nu kwynende is en waar de uitgebreide handel dreigt ten onder te gaan. De minister van buitenlandsehe zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de consul-generaal te Singapore aan zyn departement te spreken zal zyn aanstaanden Woensdag 16 dezer, des voormiddags van 10 12 uren. Sts. Ct De minister van oorlog en nog drie militaire autoriteiten hebben dezer dagen een bezoek gebracht aan de in de Buurt over Ouderkerk, te Nieuwer Amstel, gebouwde bus kruitfabriek. Onze voormalige landgenoot, de heer J. Van Pesch, die als ingenieur verbonden is aan de Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaat- schappy, is door do Transvaalsche regeering benoemd tot rijks inspecteur van het stoom wezen. Gisteren opende dr. Schaepman voor de 26ste maal zyne lessen aan het Seminarium te Rysenburg (Driebergen). Zyne rede had tot onderwerp: „De historie als de apologie der Kerk." E9n bataljon infanterie telt, buiten den bataljonsstaf, 16 officieren. Oningewyden, zegt de „Haarl. Ct.", zouden dus niet licht ver moeden, dat er tijden kunnen voorkomen, waarop in het geheel maar 4 officieren be schikbaar zyn. En toch heeft zich dit merk waardig geval voorgedaan by het in Haarlem in garnizoen zijnde bataljon infanterie. Op Zaterdag den 12den dezer toch waren daar 3 officieren ziek, 5 waren in bijzondere functies buiten het bataljon workzaam, 1 was juist overgeplaatst naar een ander regiment en 3 waren met verlof. Beschikbaar waren 2 kapiteins en 2 tweede luitenants. Hr. Ms. instructioscbip „Nautilus", onder bevel van den kapitein luitenant ter zeeL. A. H. Lamie, is in den namiddag van 12 dezer te Deal (by Duins) geankerd. Sts.-Ct Te Rotterdam is op 81 jarigen ouderdom overleden dr. C. H. Van der Looy, die gedurende 54 jaren aldaar de geneeskundige praktijk uitoefende en van 1857 tot 1886 lid was van den gemeenteraad. Het is bekend, dat het met de ge- meentefinanciën in Weststellingwerf (Fr.) treu rig gesteld is, daar de hoofdelyke omslag reeds tot 7'/2 pet. is opgevoerd, omdat de regee ring voor het tekort op de gemeentebegroo- ting ad f 50,000 primitief geraamd op f 56,976, slechts f 31,500 heeft toegestaan, op grond der overweging, dat het rykssubsidie niet het karakter van een sluitpost op de begrooting mag hebben, zooals by sommige gemeenten in Friesland eenigermate het geval schijnt te zyn. En toch is 'Weststellingwerf geene arme gemeente, maar een der rijkste in Friesland, daar zy aan slikgelden een groote bron van rykcom bezit. Buiten den „Grooten Veenpol- der", groot 3600 H.A., die op 't einde van 1893 f 101,844 bezat en' nog ƒ9936 aan grond- en dykslasten, hebben de 13 veen- kringen te zamen f 564,950 en buiten den veenkring f 85,864 werkeiyk kapitaal, onge rekend f 153,640 armengeld. Slik- en armengelden zyn ingeschreven op 't Grootboek; alleen de renten der armen gelden worden jaarlyks aan de gemeente uit gekeerd, terwyi die der slikgelden jaarlyks by het kapitaal worden gevoegd. Deze slik gelden zyn niets anders dan een waarborg premie, die by vergraving van laag veen ge stort moet worden, om eenmaal het vergra ven land droog te maken en in cultuur te brengen. In de gemeenten Schoterland en Weststel lingwerf, enz. hebben reeds onderscheidene personen do gestorte slikgelden terugontvan gen voor perceelen, die door hen in cultuur waren gebracht. Naar aanleiciing van een adres en rapport van don gemeenteraad van Opsterland hebben Gedep. Staten van Fries land een plan overwogen, om de op het Grootboek ingeschreven „armengelden" pro duclief te maken. Thans is ten kantore van den secretaris van een veenpolder in Opster land en ten gemeentehuize aldaar ter inzage gelegd een ontwerp van Gedep. Staten, hou dende voorstel aan de Prov. Staten, om het bestaande koninklijk besluit, regelende de be stemming der uit de verveningen voortge sproten Barmengelden" in den polder van 't zesde en zevende veendistrict te vervangen door regelen, waarby aan de bestaande armen- fondsen in die polders eene ruimere bestem ming wordt gegeven. Er bestaat du3 alle hoop, dat dezo voor de betrokken Friesche gemeente zoo belang rijke zaak nog in de a. s. wint rzitiing van de Provinciale Staten in behandeling zal komen. In de gisternamiddag te Zwolle gehou den vergadering van den gemoenteraad is het voorstel van den heer W. J. H. Dammann tot voorwaardelijke deelneming in het maat schappelijk kapitaal der Noord Ooster locaal- spoorwegu.aatschappy aangenomen en besloten, dat bedrag te bepalen op minstens f 100,000 Het stoomschip „Prins Frederik Hendrik" vertrok 13 Oct. van Paramaribo naar Am sterdam; de „Prins Willem II" arriveerden Oct. van Amsterdam te Paramaribo; de „Rotterdam", van Amsterdam naar Nieuw- York, passeerde 14 Oct. Lizard; de „Sumatra", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 14 Oct. Kaap Carvoeiro; de „Soenda" van Java naar Amsterdam, vertrok 14 Oct. van Marseille. De gewone audiëntie van den minister van financiën zal op Donderdag 17 dezer niet plaats hebben. By koninklyk besluit is benoemd, met ingang van 1 November a. s.tot griffier by het kantongerecht te Doesburg, mr. W. W. Feith, thans griffier by het kantongerecht te Harlingen; tot ld. te Harlingen, mr. J. J. Frima, advocaat en procureur te Groningen. Met ingang van 1 Nov. a. s. aan D. O. Heldewier, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeenten Harmeien en Veldhuizen. Het Tooneel. Het vertolken van hooge kunst moest zyn en blijven bet uitsluitend voorrecht van artis- ten van den eersten rang. Geene goede of middelmatige krachten, alleen uitstekende vermogen klassieke meesterstukken te ver tolken zóó, dat hun [recht wedervaart. Het heeriyk waas der schoonheid wordt zoo licht bezoedeld; de fijne glans van gee6t verduis tert zoo spoedig als een edel werk ruw of onhandig wordt aangepakt. Kunst is broos! Wil ik daarmede zeggen dat Poolman onge lijk had, toen hy met zyn gezelschap twee meesterwerken in studie nam, als „Les Pré- cieus68 ridicules" en „On ne badine pas avec l'amour"? Ja en neen. Neen, wanneer Pool man het waagstuk alleen ondernam om ge tuigenis to geven van den ernst, die hem bezielt, van zyn nadrukkelijk streven zyn gezelschap op te voeren en door degelyke studie vooruit te brengen; neen, wanneerwy dus deze voorstelling mogen beschouwen als eene soort officiëele kennismaking met de diverse krachten, zoo iets als eene openbare les; maar ja, wanneer het gezelschap zou denkon dat het nu werkolyk elementen ge noeg bevat om Molière en De Musset te kunnen spelen. Daar ontbreekt nog heelwat aan. Molière staat nu eenmaal niet geiyk met Schönthan of Blumenthal en tusschen De Musset en Van Nouhuys liggen nog zoo enkele dagreizen. Doch, ik meen op goede gronden te mogen aannemen dat myne eerste veronderstelling de juiste is en dus zou het -zeer onbillijk zyn in absoluut afkourondon zin over dezo voorstelling te spreken. Er viel te prijzen en te laken. Te roemen valt in de eerste plaats de ernstige wil om iets goeds te geven, de moed, om, klein maar dapper, zóó voor den dag te durven treden. Dan de grondige studie, die klaarblykelyk gemaakt is, en de rolvast heid, dio daarvan hot gevolg was, terwijl ook het samenspel onzen lof verdient. Allen deden hun best en als de directie op dezen weg blijft voortgaan, zal zeker do sympathie van het publiek haar niet onthouden worden. Of de verschillende personen op zichzelven aan billijke eischen voldeden, is een andere vraag, die tot enkele bedenkingen aanleiding geeft. De hoofdpersonen in „Liefde is geen speelgoed" waren Mevrouw MulderRoelofsen en de heer Erfman. Op deze twee komt de volle verantwoording voor het stuk neer; zyn deze rollen goed, dan is al veel gewonnen. Helaas, ik moet erkennen dat het my niet meegevallen is. De Camille van mevrouw Mulder leed aan een groot euvel: zy was te tragisch. Door het ernstige in de rol mag niet vergeten worden dat het eene comódie is, die men vertolkt; de ernst mag niet ont aarden in tragische ontboezemingen. Camille is toch maar een kind van 18 jaar, dat de dingen dezer wereld niet kent en niet begrypt. Door hare opvoeding is er wel een vernis van dweepzucht en kvvaiyk gevatte levenswyaheid overgelegd, doch het laagje is zoo dun; telkens en maar al te gauw komt het kind weer to voorschyn, naïef-onwetend en natuurly k-coquet. Naast dat kind staat als tweede natuur dat zelfde kind in godsdienstige vervoering en viet eene tragische heldin, zooals Mevr. Mulder ons te zien gaf. Haar Camille was eene ernstige, beproefde vrouw, niet het onervaren meisje, dat anderen napraat. Zóó, als vrouw, staat zy verkeerd tegenover Perdican, die al hare verklaringen en wisse lingen met smart, ja, maar ook met eene zekere minachtende verbazing aanhoort en ziet. Slechts de woorden, die Camille uit, moeten zyn die eener vrouw, omdat zy de woorden en denkbeelden aan anderen ontleent; haar doen, haar zyn moet het 18 jarige meisje weergeven. En d&t heeft mevr. Mulder niet gedaan. Gaarne erken ik dat de rol verbazend moeilijk is, maar daarom zeide ik hierboven: het weergeven van hooge kunst is slechts voor weinigen weggelegd. De heer Erfman verviel in een gelyksoortige fout als Camille. Zyn spel mist diepte en wat hem aan sentiment ontbreekt, tracht hy goed te maken door forsch spreken en een enkel zwaar gebaar. Wat rollen als deze zoo bekooriyk maakt, fijnheid van nuance en stembuiging, ontbrak by hem te veel. Rosette, het arme slachtoffer van Perdican en Camille, vond in mej. Sasbach eene goede vertolkster. Zy gaf het eenvoudige boeren meisje heel goed weer. 3) .Wanneer zullen we beginnen?" „Zoo gauw mogelijk; de menschen zijn naar bed gegaan. De keuken ia in het sous- terrain en tusechen het sousterrain en de slaap kamers zijn nog twee verdiepingen. We moeten door de achterdeur het huis binnen gaan en als ge niet te dronken zijt om uw breekijzer te gebruiken, kunt ge in tien minuten de steenen uit den grond gelicht hebben. Over een half uur zfln we al weer op den terugweg; als wij dan tot Penge loopen, kunnen we daar den trein van 3.19 nemen naar Londen. Begrepen?" „Ja," antwoordde Fenine. „Yooruit dan, aan den arbeidl" II. De verborgen schat. Do klok in Upper Norwood had juist halféén geslagen, toen John Kirwan, die het huis no. 34 bewoonde om den hoek van de Stuart Road, plotseling uit bed sprong. Het was de tweede nacht, dat hy in de villa sliep, en verwilderd tastte hy naar lucifers. Had hy vreemd gedroomd of had hy werkeiyk ver dacht geraas vernomen? Hy zag om zich hean en zyn blik viel op een cabinet-photo- graphie in een zilveren lyst op zyn tafel. Hy luisterde aandachtig. Er was ongetwyfeld leven in huis. Zelfs meende hy te kunnen onder scheiden dat het geluid uit het souster rain kwam. Er zyn stellig inbrekers", dacht hy; „als moeder maar niets gehoord hoeft; dat toch is altyd haar grootste angst geweest." Zachtjes kleedde hy zich aan en nam een revolver op, dio hy had medegebracht uit Elmira, in de Vereenigde Staten. „Nu zullen we eens een grap beleven," zeide hy lachend in zichzelven. In de eene hand den kandelaar en in de andere de geladen revolver, liep John Kirwan op de teenen naar beneden. Yoor een deur op de eerste verdieping hield hy stil en luisterde. „Gelukkig, zy is niet wakker geworden," mompelde hy; toen luisterde hy nogmaals aandachtig naar de geluideD, welke van be neden kwamen. Er waB zonder twyfel iemand in de keuken bezig. Wat kunnen zy er in vredesnaam zoe ken?" dacht hy; „er is niets in de keuken, dat de moeite waard is gestolen te worden. Maar laat ik in ieder geval eens gaan zienl Niet zonder moeite vond hy een weg door de vestibule, die nog vol stond met onuitgepakte kisten en koffers. De vorige bewoner, een chemist, Levisohn genaamd, had de villa in een deerniswaardigen toestand achtergelaten, zoodat, eer de meubelen geplaatst konden worden, er eerBt behangen en geverfd moest zyn. Overal waren vuile plaatsen en groote vlekken. Mevrouw Kirwan was er toe ge komen het huis te huren voor aanmerkeiyk lageren prys dan eerst. Haar inkomen was klein, zoodat het haar onmogelyk was te leven in den stand, die de weduwe van een vroegeren grondbezitter voegde. JohiT, haar eenige zoon, een nietsdoener, had zyn moeder reeds veel verdriet berokkend. Nu had hy haar onlangs verteld dat hy vurig bemind werd door een ryke Amerikaansche erf gename in Grosvenor Gardens. Tot hy met haar getrouwd zou zyn, moest zy zich in ieder geval tevredenstellen met een vuil huis, dat zy tot haar vreugde voor een geringen huurprys had kunnen krygen. Men dacht dat Levisohn in Doortma was. Op zekeren nacht was hy plotseling ver dwenen, na den vorigen dag beschuldigd te zyn een valsche handteekening gezet te hebben, en dit onaangename geval was wel degelyk door den verhuurder in aanmerking genomen. Met een trap daalde men af naar het sousterrain en op de bovenste trede bleef John Kirwan staan, luisterend met inge houden adem. Hy was een knappe jonge man van zes en twintig jaar, lang, flink gebouwd, met een zeker air van beslistheid over zich. Onhoorbaar sloop hy naar beneden, om halt te houden voor de keukendeur. Hy blies de kaars uit en hield de geladen revolver in de hand ge klemd. Geen twyfel meer: er waren dieven in de keuken 1 Het verbaasde hem wat die menschen daar toch wel zochten. Een keuken, die nog niet eens was ingericht, het was al te gek! Zy konden toch de gaspypen of den gootsteen niet mede- nemen 1 Misschien waren het katten of ratten, die onderlinge gevechten hielden, maar neen, hy hoorde nu toch duidelyk menschelyke stemmen I Vastbesloten, greep hy de kruk van de deur, draaide die om en trad naar binnen, op kalmen toon vragend„Wie zijt gy en wat komt ge hier doen?" Terzelfdertyd richtte hy zyn revolver recht voor zich uit. Hy zag een groote, holle keuken, op één plek verlicht door een dievenlantaarn. Twee personen stonden gebogen over een gat, dat zy gemaakt hadden in den grond, door de steenen uit te lichten. De man want het waren een man en een vrouw hield een yzeren voorwerp in de hand en de vrouw scheen hem te zeggen waar hy moest graven. Cylindervormige koeken lagen om hen heen in stapeltjes; oogenschijnlyk zou men ze voor stukjes klei houden. Over den grond lagen nog enkele van die gryze massa's verspreid. Een open tasch stond er byde achterdeur, die naar den tuin leidde, stond open, onaangenaam knarsend op haar hengsel, vanwege den wind. „Wie zyt gy en wat komt ge hier doen?" vroeg John Kirwan nogmaals. „Antwoordt my, of ik schiet." De inbrekers zagen verschrikt op. De man, iemand met lange haren en één oog, zwaaide dreigend met zyn hreekyzer door de lucht en haalde tegelykertyd een lang mes uit den zak van zyn jas. De vrouw bukte op den grond om een der gryze plakjes op te rapen. Met opgeheven arm stapte zy op John af, roepend: „Nog één woord, nog één gebaar, en ik laat het geheele huis met u er by in de lucht vliegen!" Plotseling echter liet zy den opgeheven arm slap langs het lyf neervallen. „Het is John! John Kirwan! Jack, kent ge mij niet meer? Ik ben Ellen, Ellen Driver. Uw EllenI Fedor, berg dat mes op; dit is John, onze John. Ge herinnert u toch John Kirwau nog wel?" „Ja, by was eenige jaren geleden een der onzen," antwoordde Fenine. „Juist, kom binnen, John," ging zy voort, zich tot Kirwan wendend, „gy kunt mij en Fedor onmogelyk vergeten zyn. Ik ben heel biy u te zienwie had kunnen denken dat gy hier woondet! Leg die revolver weg, Jack; ons maakt ge er niet bang mede en u maakt ze be3pottelyk. Zy zag dat John weifelde en, haar arm weer dreigend opheffend, sprak zy op geheel veranderden toon: „Voor de laatste maal zeg ik: kom binnen, Johnzoo niet, dan zal ik het heele huis en ons drieën or by in de lucht laten vliegen. Bedenk u dus geen seconde, dit is dynamiet, dat ik hier in de hand houd. Dynamiet, versta je my?" „Ellent" „Doe die revolver weg en kom or in!" John Kirwan liet zyn wapen zakkon on ging wat verder de keuken in. „Geef my oen kus, Jack, en vertel ons hoe ge hier in dit huis gekomen zyt. Waar zyt ge al die jaren geweest? En waarom hebt ge ons verlaten? Doe eerst de deur dichtl" (TVordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1