N°. 10934
Woensdag 16 October.
A0. 1895
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Leiden, 15 October.
P euilleton.
Een Londensclie Aoaicliistcugeschiedenis.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post
Afzonderlijke Noinmers
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 1 6 regels f 1.05 Iedere regel meer f 0.17|. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
OAllciëele liennis^eviiifiren.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
naar aanleiding van art. 27 der Verordening van
den 8eten November 1891 op do keuring van vee
en vleesch in deze gemeente ter algemeene konnis dat:
JILLES DE LA RIE. wonende Clar.nsteeg No. 18
te Leiden, op den 22ston Juli 1895 is bekeurd en
den 16 J en September d. a. v. ia veroordeeld wegens
het te Leidon invoeren van vleesch, zonder voorzien
te zijn van eene duidelijke sohrifcolijke aanwijzing
van den persoon, door wieu het vleesoh verzonden
is, en van den persoon, voor wion het vleesch be
stemd is;
WILLEM VAN DER HOEVEN, wonende te Zoeter-
woudo, op don 20sten Juli 1895 is bekeurd, en don
16den September d. a. v. is veroordeeld ton 1ste
wegens het te Leiden vervoeren van ongekeurd
vleesch en ten tweede wegens het als vleeschver-
voerder niet al het vleesch, dat zich in zijn bezit
of onder zijn beheer bevindt, aan de bevoegde
ambtenaren op hunne vordering aanwijzen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
14 Oct. 1895. E. KIST, Secretarie.
In het Paleis voor Volksvlijt te Amster
dam wordt sedert eenigo weken een inter
nationale wedstrijd gehouden van voedings
middelen, gezondheidsleer en aanverwante
vakken.
Daarop z\jn o. a. bekroond de volgende
stadgenooten: met een eere-diploma de heeren
"Wilhelm Schüdel Co. voor Ceylon-Kaneel-
likeur; m6t de zilveren medaille de heeren
F. H. Ritraan Co. voor oude jenever,
„merk Gentleman" en met een zelfde medaille
voor gist.
Door den Raad van Administratie is ge
houden de aanbesteding van levensmiddelen,
enz. ten dienste van het Invalidenhuis alhier
over het tijdvak van 1 November 1895 tot
en met 31 October 1896, waarbfj bleken te
zijn minste in6chrijvors voor de na te melden
artikelen, do volgende firma's, t. w.
Rundvleesch en vet, L. A. Werner, ƒ0.52
P. kgr.
Spek, worst en reuzel, P. Breem, f 0.62
p. kgr.
Boter, J. W. Boekwyt, f 0.98 p. kgr.
Bier, M. H. Van Waveren (eenig inschrij
ver), f 0.05 p. liter.
Verscne en gezouten groenten, J. F. Segaar
en W. F. K. Buqteweg, beiden opvolgend
voor f 0.04 en f 0.08 p. kgr.
Aardappelen, Gebr. Dirkse, f 2.05 p. hectol.
Steenkolen, W. F. K. Versteeg, ƒ0.61 p.
hectol.
Zoetemelk, M. Van Noodt, f 0.058s p. liter.
Karnemelk, W. Van Stein, f 0.01* p. liter.
Wit brood, A. D. Langeveld, f 0.089* p. kgr.
Kropbrood, dezelfde, f 0.073C p. kgr.
Voor Kruidenierswaren was door verschil
lende inschrijvers voor de benoodigde artikelen
tegen onderscheidene prijzen ingeschreven.
Voor het weghalen van den afval der
menage was H. Van Noordt, voor de som
van f 5.55 per maand, hoogste inschrijver.
Hedenmiddag ontvingen wij perFransche
mail de Bataviasche bladen van 11 en 12
Sept., alsmede de „Doli Crt." van 7, 11 en
14 September.
De kapitein G. J. Van Deinse, van het
4de reg. inf. te Delft, zal binnenkort den
militairen dienst met pensioen verlaten.
Op de twaalfde lijst van de zeventiende
jaarcollecte voor de Scholen met den Bijbel in
de „Standaard" komen o. a. voor: Rijnsburg
met Valkenburg met een bedrag van f 266.
Do Unie-collecte te Rijnsburg werd alleen
bij de leden der Gereformeerde Kerk gehoud( n
De Hervormden collecteeren voor hunne
school.
Beroepen is by de Geref. gem. te
Waddingsveen de heer T. Rispens, te Oenkerk.
In den ouderdom van 74 jaren is in
Den Haag overleden de heer E. A. C. Amme-
dick, gep. kapt.-kwartiermeester der art.
O.-I. leger.
Aan de Commissarissen der Koningin
is door den minister van waterstaat de vol
gende circulaire gericht:
Naar aanleiding eener vraag, welke zich
onlangs heeft voorgedaan, of een officier der
marine-reserve vergunning van den minister
van marine noodig hoeft, om zich aan boord
van een koopvaardijschip voor een buiten-
landsche reis te doen aanmonsteren, heb ik
de eer U op verzoek van den minister van
marine, ten einde daarmede by voorkomende
gelegenheid rekening te houden, mede te
deelen, dat officieren der marine reserve geene
vergunning zijnerzijds tot uitoefening der
buitenlandsehe zeevaart behoeven.
Tot loco directeur generaal der Maat
schappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen
is benoemd de heer E. Engeringh, chef van
den dienst der exploitatie; tot waarnemend
secretaris, chef van den centralen dienst, de
heer J. Th. Gerlings, thans afdeelingschef, en
tob afdeelingschef do heer K. H. Beijtn Sr.,
thans hoofdcommies by de Maatschappy.
De permanente commissie uit de reedery
to Scheveningen heeft zich tot den Haagschen
gemeenteraad gewend met een adres, waarin
zy hare groote ingenomenheid betuigt met de
aanvraag om subsidie en verdere medewerking
tot het verkrygen van de ontworpen visschers-
haven. Alleen in de verwezenlyking van dit
havenplan ziet de commissie de bestendiging
van Scheveningen als voornaamste visschers-
plaats, die nu kwynende is en waar de
uitgebreide handel dreigt ten onder te gaan.
De minister van buitenlandsehe zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
de consul-generaal te Singapore aan zyn
departement te spreken zal zyn aanstaanden
Woensdag 16 dezer, des voormiddags van
10 12 uren. Sts. Ct
De minister van oorlog en nog drie
militaire autoriteiten hebben dezer dagen een
bezoek gebracht aan de in de Buurt over
Ouderkerk, te Nieuwer Amstel, gebouwde bus
kruitfabriek.
Onze voormalige landgenoot, de heer J.
Van Pesch, die als ingenieur verbonden is
aan de Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaat-
schappy, is door do Transvaalsche regeering
benoemd tot rijks inspecteur van het stoom
wezen.
Gisteren opende dr. Schaepman voor de
26ste maal zyne lessen aan het Seminarium
te Rysenburg (Driebergen). Zyne rede had tot
onderwerp: „De historie als de apologie der
Kerk."
E9n bataljon infanterie telt, buiten den
bataljonsstaf, 16 officieren. Oningewyden, zegt
de „Haarl. Ct.", zouden dus niet licht ver
moeden, dat er tijden kunnen voorkomen,
waarop in het geheel maar 4 officieren be
schikbaar zyn. En toch heeft zich dit merk
waardig geval voorgedaan by het in Haarlem
in garnizoen zijnde bataljon infanterie. Op
Zaterdag den 12den dezer toch waren daar
3 officieren ziek, 5 waren in bijzondere functies
buiten het bataljon workzaam, 1 was juist
overgeplaatst naar een ander regiment en 3
waren met verlof. Beschikbaar waren 2
kapiteins en 2 tweede luitenants.
Hr. Ms. instructioscbip „Nautilus", onder
bevel van den kapitein luitenant ter zeeL. A.
H. Lamie, is in den namiddag van 12 dezer
te Deal (by Duins) geankerd. Sts.-Ct
Te Rotterdam is op 81 jarigen ouderdom
overleden dr. C. H. Van der Looy, die gedurende
54 jaren aldaar de geneeskundige praktijk
uitoefende en van 1857 tot 1886 lid was van
den gemeenteraad.
Het is bekend, dat het met de ge-
meentefinanciën in Weststellingwerf (Fr.) treu
rig gesteld is, daar de hoofdelyke omslag
reeds tot 7'/2 pet. is opgevoerd, omdat de regee
ring voor het tekort op de gemeentebegroo-
ting ad f 50,000 primitief geraamd op f 56,976,
slechts f 31,500 heeft toegestaan, op grond
der overweging, dat het rykssubsidie niet het
karakter van een sluitpost op de begrooting
mag hebben, zooals by sommige gemeenten
in Friesland eenigermate het geval schijnt
te zyn.
En toch is 'Weststellingwerf geene arme
gemeente, maar een der rijkste in Friesland,
daar zy aan slikgelden een groote bron van
rykcom bezit. Buiten den „Grooten Veenpol-
der", groot 3600 H.A., die op 't einde van
1893 f 101,844 bezat en' nog ƒ9936 aan
grond- en dykslasten, hebben de 13 veen-
kringen te zamen f 564,950 en buiten den
veenkring f 85,864 werkeiyk kapitaal, onge
rekend f 153,640 armengeld.
Slik- en armengelden zyn ingeschreven op
't Grootboek; alleen de renten der armen
gelden worden jaarlyks aan de gemeente uit
gekeerd, terwyi die der slikgelden jaarlyks
by het kapitaal worden gevoegd. Deze slik
gelden zyn niets anders dan een waarborg
premie, die by vergraving van laag veen ge
stort moet worden, om eenmaal het vergra
ven land droog te maken en in cultuur te
brengen.
In de gemeenten Schoterland en Weststel
lingwerf, enz. hebben reeds onderscheidene
personen do gestorte slikgelden terugontvan
gen voor perceelen, die door hen in cultuur
waren gebracht. Naar aanleiciing van een
adres en rapport van don gemeenteraad van
Opsterland hebben Gedep. Staten van Fries
land een plan overwogen, om de op het
Grootboek ingeschreven „armengelden" pro
duclief te maken. Thans is ten kantore van
den secretaris van een veenpolder in Opster
land en ten gemeentehuize aldaar ter inzage
gelegd een ontwerp van Gedep. Staten, hou
dende voorstel aan de Prov. Staten, om het
bestaande koninklijk besluit, regelende de be
stemming der uit de verveningen voortge
sproten Barmengelden" in den polder van 't
zesde en zevende veendistrict te vervangen
door regelen, waarby aan de bestaande armen-
fondsen in die polders eene ruimere bestem
ming wordt gegeven.
Er bestaat du3 alle hoop, dat dezo voor
de betrokken Friesche gemeente zoo belang
rijke zaak nog in de a. s. wint rzitiing van
de Provinciale Staten in behandeling zal komen.
In de gisternamiddag te Zwolle gehou
den vergadering van den gemoenteraad is het
voorstel van den heer W. J. H. Dammann
tot voorwaardelijke deelneming in het maat
schappelijk kapitaal der Noord Ooster locaal-
spoorwegu.aatschappy aangenomen en besloten,
dat bedrag te bepalen op minstens f 100,000
Het stoomschip „Prins Frederik Hendrik"
vertrok 13 Oct. van Paramaribo naar Am
sterdam; de „Prins Willem II" arriveerden
Oct. van Amsterdam te Paramaribo; de
„Rotterdam", van Amsterdam naar Nieuw-
York, passeerde 14 Oct. Lizard; de „Sumatra",
van Amsterdam naar Batavia, passeerde 14
Oct. Kaap Carvoeiro; de „Soenda" van Java
naar Amsterdam, vertrok 14 Oct. van Marseille.
De gewone audiëntie van den minister
van financiën zal op Donderdag 17 dezer niet
plaats hebben.
By koninklyk besluit is benoemd, met
ingang van 1 November a. s.tot griffier by
het kantongerecht te Doesburg, mr. W. W.
Feith, thans griffier by het kantongerecht te
Harlingen; tot ld. te Harlingen, mr. J. J.
Frima, advocaat en procureur te Groningen.
Met ingang van 1 Nov. a. s. aan D. O.
Heldewier, op zyn verzoek, eervol ontslag
verleend als burgemeester der gemeenten
Harmeien en Veldhuizen.
Het Tooneel.
Het vertolken van hooge kunst moest zyn
en blijven bet uitsluitend voorrecht van artis-
ten van den eersten rang. Geene goede of
middelmatige krachten, alleen uitstekende
vermogen klassieke meesterstukken te ver
tolken zóó, dat hun [recht wedervaart. Het
heeriyk waas der schoonheid wordt zoo licht
bezoedeld; de fijne glans van gee6t verduis
tert zoo spoedig als een edel werk ruw of
onhandig wordt aangepakt. Kunst is broos!
Wil ik daarmede zeggen dat Poolman onge
lijk had, toen hy met zyn gezelschap twee
meesterwerken in studie nam, als „Les Pré-
cieus68 ridicules" en „On ne badine pas avec
l'amour"? Ja en neen. Neen, wanneer Pool
man het waagstuk alleen ondernam om ge
tuigenis to geven van den ernst, die hem
bezielt, van zyn nadrukkelijk streven zyn
gezelschap op te voeren en door degelyke
studie vooruit te brengen; neen, wanneerwy
dus deze voorstelling mogen beschouwen als
eene soort officiëele kennismaking met de
diverse krachten, zoo iets als eene openbare
les; maar ja, wanneer het gezelschap zou
denkon dat het nu werkolyk elementen ge
noeg bevat om Molière en De Musset te
kunnen spelen. Daar ontbreekt nog heelwat
aan. Molière staat nu eenmaal niet geiyk
met Schönthan of Blumenthal en tusschen
De Musset en Van Nouhuys liggen nog zoo
enkele dagreizen.
Doch, ik meen op goede gronden te mogen
aannemen dat myne eerste veronderstelling
de juiste is en dus zou het -zeer onbillijk
zyn in absoluut afkourondon zin over dezo
voorstelling te spreken. Er viel te prijzen en
te laken. Te roemen valt in de eerste plaats
de ernstige wil om iets goeds te geven, de
moed, om, klein maar dapper, zóó voor den
dag te durven treden. Dan de grondige studie,
die klaarblykelyk gemaakt is, en de rolvast
heid, dio daarvan hot gevolg was, terwijl ook
het samenspel onzen lof verdient. Allen deden
hun best en als de directie op dezen weg
blijft voortgaan, zal zeker do sympathie van
het publiek haar niet onthouden worden.
Of de verschillende personen op zichzelven
aan billijke eischen voldeden, is een andere
vraag, die tot enkele bedenkingen aanleiding
geeft. De hoofdpersonen in „Liefde is geen
speelgoed" waren Mevrouw MulderRoelofsen
en de heer Erfman. Op deze twee komt de
volle verantwoording voor het stuk neer;
zyn deze rollen goed, dan is al veel gewonnen.
Helaas, ik moet erkennen dat het my niet
meegevallen is. De Camille van mevrouw
Mulder leed aan een groot euvel: zy was te
tragisch. Door het ernstige in de rol mag
niet vergeten worden dat het eene comódie
is, die men vertolkt; de ernst mag niet ont
aarden in tragische ontboezemingen. Camille
is toch maar een kind van 18 jaar, dat de
dingen dezer wereld niet kent en niet begrypt.
Door hare opvoeding is er wel een vernis van
dweepzucht en kvvaiyk gevatte levenswyaheid
overgelegd, doch het laagje is zoo dun; telkens
en maar al te gauw komt het kind weer to
voorschyn, naïef-onwetend en natuurly k-coquet.
Naast dat kind staat als tweede natuur dat
zelfde kind in godsdienstige vervoering en
viet eene tragische heldin, zooals Mevr.
Mulder ons te zien gaf. Haar Camille was
eene ernstige, beproefde vrouw, niet het
onervaren meisje, dat anderen napraat.
Zóó, als vrouw, staat zy verkeerd tegenover
Perdican, die al hare verklaringen en wisse
lingen met smart, ja, maar ook met eene
zekere minachtende verbazing aanhoort en
ziet. Slechts de woorden, die Camille uit,
moeten zyn die eener vrouw, omdat zy de
woorden en denkbeelden aan anderen ontleent;
haar doen, haar zyn moet het 18 jarige
meisje weergeven. En d&t heeft mevr. Mulder
niet gedaan. Gaarne erken ik dat de rol
verbazend moeilijk is, maar daarom zeide ik
hierboven: het weergeven van hooge kunst
is slechts voor weinigen weggelegd.
De heer Erfman verviel in een gelyksoortige
fout als Camille. Zyn spel mist diepte en
wat hem aan sentiment ontbreekt, tracht hy
goed te maken door forsch spreken en een
enkel zwaar gebaar. Wat rollen als deze zoo
bekooriyk maakt, fijnheid van nuance en
stembuiging, ontbrak by hem te veel.
Rosette, het arme slachtoffer van Perdican
en Camille, vond in mej. Sasbach eene goede
vertolkster. Zy gaf het eenvoudige boeren
meisje heel goed weer.
3)
.Wanneer zullen we beginnen?"
„Zoo gauw mogelijk; de menschen zijn
naar bed gegaan. De keuken ia in het sous-
terrain en tusechen het sousterrain en de slaap
kamers zijn nog twee verdiepingen. We
moeten door de achterdeur het huis binnen
gaan en als ge niet te dronken zijt om uw
breekijzer te gebruiken, kunt ge in tien
minuten de steenen uit den grond gelicht
hebben. Over een half uur zfln we al weer
op den terugweg; als wij dan tot Penge
loopen, kunnen we daar den trein van 3.19
nemen naar Londen. Begrepen?"
„Ja," antwoordde Fenine.
„Yooruit dan, aan den arbeidl"
II.
De verborgen schat.
Do klok in Upper Norwood had juist halféén
geslagen, toen John Kirwan, die het huis
no. 34 bewoonde om den hoek van de Stuart
Road, plotseling uit bed sprong. Het was de
tweede nacht, dat hy in de villa sliep, en
verwilderd tastte hy naar lucifers. Had hy
vreemd gedroomd of had hy werkeiyk ver
dacht geraas vernomen? Hy zag om zich
hean en zyn blik viel op een cabinet-photo-
graphie in een zilveren lyst op zyn tafel. Hy
luisterde aandachtig. Er was ongetwyfeld leven
in huis. Zelfs meende hy te kunnen onder
scheiden dat het geluid uit het souster
rain kwam.
Er zyn stellig inbrekers", dacht hy; „als
moeder maar niets gehoord hoeft; dat toch
is altyd haar grootste angst geweest."
Zachtjes kleedde hy zich aan en nam een
revolver op, dio hy had medegebracht uit
Elmira, in de Vereenigde Staten.
„Nu zullen we eens een grap beleven,"
zeide hy lachend in zichzelven.
In de eene hand den kandelaar en in de
andere de geladen revolver, liep John Kirwan
op de teenen naar beneden. Yoor een deur
op de eerste verdieping hield hy stil en
luisterde.
„Gelukkig, zy is niet wakker geworden,"
mompelde hy; toen luisterde hy nogmaals
aandachtig naar de geluideD, welke van be
neden kwamen. Er waB zonder twyfel iemand
in de keuken bezig.
Wat kunnen zy er in vredesnaam zoe
ken?" dacht hy; „er is niets in de keuken,
dat de moeite waard is gestolen te worden.
Maar laat ik in ieder geval eens gaan zienl
Niet zonder moeite vond hy een weg door de
vestibule, die nog vol stond met onuitgepakte
kisten en koffers. De vorige bewoner, een
chemist, Levisohn genaamd, had de villa in
een deerniswaardigen toestand achtergelaten,
zoodat, eer de meubelen geplaatst konden
worden, er eerBt behangen en geverfd moest
zyn. Overal waren vuile plaatsen en groote
vlekken. Mevrouw Kirwan was er toe ge
komen het huis te huren voor aanmerkeiyk
lageren prys dan eerst. Haar inkomen was
klein, zoodat het haar onmogelyk was te
leven in den stand, die de weduwe van een
vroegeren grondbezitter voegde. JohiT, haar
eenige zoon, een nietsdoener, had zyn moeder
reeds veel verdriet berokkend. Nu had hy
haar onlangs verteld dat hy vurig bemind
werd door een ryke Amerikaansche erf
gename in Grosvenor Gardens. Tot hy met
haar getrouwd zou zyn, moest zy zich in
ieder geval tevredenstellen met een vuil huis,
dat zy tot haar vreugde voor een geringen
huurprys had kunnen krygen.
Men dacht dat Levisohn in Doortma was.
Op zekeren nacht was hy plotseling ver
dwenen, na den vorigen dag beschuldigd te
zyn een valsche handteekening gezet te hebben,
en dit onaangename geval was wel degelyk
door den verhuurder in aanmerking genomen.
Met een trap daalde men af naar het
sousterrain en op de bovenste trede bleef
John Kirwan staan, luisterend met inge
houden adem.
Hy was een knappe jonge man van zes
en twintig jaar, lang, flink gebouwd, met een
zeker air van beslistheid over zich. Onhoorbaar
sloop hy naar beneden, om halt te houden
voor de keukendeur. Hy blies de kaars uit
en hield de geladen revolver in de hand ge
klemd. Geen twyfel meer: er waren dieven
in de keuken 1
Het verbaasde hem wat die menschen daar
toch wel zochten. Een keuken, die nog niet eens
was ingericht, het was al te gek! Zy konden
toch de gaspypen of den gootsteen niet mede-
nemen 1 Misschien waren het katten of ratten,
die onderlinge gevechten hielden, maar neen,
hy hoorde nu toch duidelyk menschelyke
stemmen I
Vastbesloten, greep hy de kruk van de
deur, draaide die om en trad naar binnen, op
kalmen toon vragend„Wie zijt gy en wat
komt ge hier doen?" Terzelfdertyd richtte hy
zyn revolver recht voor zich uit.
Hy zag een groote, holle keuken, op één
plek verlicht door een dievenlantaarn.
Twee personen stonden gebogen over een
gat, dat zy gemaakt hadden in den grond,
door de steenen uit te lichten.
De man want het waren een man en
een vrouw hield een yzeren voorwerp in
de hand en de vrouw scheen hem te zeggen
waar hy moest graven. Cylindervormige
koeken lagen om hen heen in stapeltjes;
oogenschijnlyk zou men ze voor stukjes klei
houden. Over den grond lagen nog enkele
van die gryze massa's verspreid. Een open
tasch stond er byde achterdeur, die naar
den tuin leidde, stond open, onaangenaam
knarsend op haar hengsel, vanwege den wind.
„Wie zyt gy en wat komt ge hier doen?"
vroeg John Kirwan nogmaals. „Antwoordt
my, of ik schiet."
De inbrekers zagen verschrikt op. De man,
iemand met lange haren en één oog, zwaaide
dreigend met zyn hreekyzer door de lucht
en haalde tegelykertyd een lang mes uit den
zak van zyn jas. De vrouw bukte op den
grond om een der gryze plakjes op te rapen.
Met opgeheven arm stapte zy op John af,
roepend: „Nog één woord, nog één gebaar,
en ik laat het geheele huis met u er by in
de lucht vliegen!"
Plotseling echter liet zy den opgeheven arm
slap langs het lyf neervallen.
„Het is John! John Kirwan! Jack, kent ge
mij niet meer? Ik ben Ellen, Ellen Driver.
Uw EllenI Fedor, berg dat mes op; dit is
John, onze John. Ge herinnert u toch John
Kirwau nog wel?"
„Ja, by was eenige jaren geleden een der
onzen," antwoordde Fenine.
„Juist, kom binnen, John," ging zy voort,
zich tot Kirwan wendend, „gy kunt mij en
Fedor onmogelyk vergeten zyn. Ik ben heel
biy u te zienwie had kunnen denken dat
gy hier woondet! Leg die revolver weg,
Jack; ons maakt ge er niet bang mede en
u maakt ze be3pottelyk.
Zy zag dat John weifelde en, haar arm
weer dreigend opheffend, sprak zy op geheel
veranderden toon:
„Voor de laatste maal zeg ik: kom binnen,
Johnzoo niet, dan zal ik het heele huis en
ons drieën or by in de lucht laten vliegen.
Bedenk u dus geen seconde, dit is dynamiet,
dat ik hier in de hand houd. Dynamiet,
versta je my?"
„Ellent"
„Doe die revolver weg en kom or in!"
John Kirwan liet zyn wapen zakkon on
ging wat verder de keuken in.
„Geef my oen kus, Jack, en vertel ons
hoe ge hier in dit huis gekomen zyt. Waar
zyt ge al die jaren geweest? En waarom hebt
ge ons verlaten? Doe eerst de deur dichtl"
(TVordt vervolgd.)