houdt, wa rvan elk Nwierlander de beteekenis
kent en uat elk Leidenaar vervult met eer
bied voor onze voorouders.
"Wij allen kennen do geschiedenis van het
beleg en ontzet van Leiden, wy allen weten
ook dat ter belooning van den betoonden moed
en volharding aan Leiden de keuze werd ge
laten tusscben tien jaren vrijdom van grond
lasten en de stichting van eeno universiteit.
Deze beJooning werd haar toegekend door de
toenmalige Staten en Prins Willem van Oranje,
dien roemrijken voorzaat van ons dierbaar
Vorstenhuis, den grondlegger van Neerlands
onafhankelijkheid, den vorst, dio de liefde voor
zyn huis geplant heeft in de harten van
schier alle Nederlanders.
En die liefde, Mijne Heeren, zij leeft nog
onverflauwd in ons voort, ook wij beminnen
onze geliefde Koningin, ook wij schatten haar
hoog, die telg uit het Vorstenhuis waaraan
Nederland alles verschuldigd is. Met haar en
voor haar zal ook steeds onze leuzo zijn en
zoo lang nog één droppel Neerlandsch bloed
door onze aderon vloeit, zoo lang zweren wy
trouw en gehechtheid aan het Vorstenhuis
Oranjo Nassau. (Daverend applaus).
Het was aldus vervolgde spreker van
het toenmalig bestuur van Leiden, en wy
twijfelen niet of Van der Werf heeft daarbij
overwegenden invloed gehad, zeer juist gezien,
dat tien jaren vrijdom van grondlasten eeno
belooning zoude zyn van slechts tydelyken
aard, doch dat de stichting van eeno universi
teit heilzame vruchten zoude dragen tot voor
het verste nageslacht.
Daardoor dus ook is Van der Werf go
worden de grondlegger van Leidons bloei en
welvaart, aan hem danken wy dat onze stad
overal en niet dan met eere wordt genoemd.
Veol, zeer veel zyn wy aan hem verschuldigd
en het is dan ook de plicht van eiken
Leidenaar, die het wèl meent met de stad
onzer inwoning, om do nagedachtenis te eeren
en te verheerlijken van den grooten Van der
Werf, wiens devies „Moed, Beleid en Trouw"
was. Düt is do roeping van een volk, het
welk zyne geschiedenis en groote mannen
weet te waardeeren.
Het zoude my Diet doenlijk zyn, Mynheer
de Voorzitter, hier een verslag te geven van
al hetgeen in de afgeloopen tien jaren door
Uw Bestuur voor de Vereeniging is godaan;
myne krachten zouden daarby te kort schieten
Uwe verdiensten zijn groot en veelvuldig,
len bloei van de Vereeniging danken wy aan
TJw energiek beleid en aan de opoflërondb
moeite, welke Uw Bestuur zich daarvoor wel
heeft willen getroosten. Het is my dan ook
een behoefte U daarvoor dank te betuigen,
onder verzekering, dat wij Uw streven op
boogen prijs stellen.
Doch ik zal niet voortgaan U lof toe te
zwaaien. Ge verwacht dat niet van my. Te
zeer ben ik overtuigd dat alleen onverdeelde
sympathie de dryfvoer is van Uw rusteloos
streven om de 3-October-Veroeniging tot bloei
en grootheid to brengen, wy van onzen kant,
wy zullon U naar ons beste vermogen by-
staan in Uwe moeilyke taak. [Nogmaals dave
rend applaus].
En thans, Myne Heeren, ben ik genaderd
aan het doel, waartoe wy hier vereenigd zyn.
Wy wonschen U op dezen dag een stof-
feiyk blyk te geven van ingenomenheid met
Uwe Vereeniging en van erkenteiykheid
jegens Uw Bestuur. Toen dit plan door eonige
leden werd gevormd, was de keuzo van liet
U aan te bieden geschenk spoedig beslist.
By de installatio van het geachte hoofd van
onze gemeente was hot gemis aan eene banier
by Uwe Vereeniging zoo duidelijk gebleken,
dat wy besloten U die thans aan te bieden.
Wy hebben gemeend dat daarby niet ont
breken mocht een album, bevattende de namen
van hen, die hebben bijgedragen, en verder
voegen wy daaraan toe eene oirkonde, wel-
willond door den heer Verster vervaardigd
en ter beschikking van onze Commissie ge
steld. Van den inhoud daarvan zal straks
door den secretaris van ons Comité lezing
worden gedaan.
Spoedig was eeoe Commissie in het leven
geroepen en mot den finantiéolen steun van
:fc 600 Uwer leden is het doel bereikt geworden.
Wanneer straks, Myne Hetren, de sluier zal
zyn opgeheven, welke nu nog over de banier
ligt, dan hoop ik dat Uw Bestuur met wel
gevallen zyn oog daarop zal richten, dat het
daarin moge zien een blyk van sympathie
van Uwe leden voor de Vereeniging en voor
Uw Bestuur.
U roep ik toe, houd haar hoog, houd haar
rein, houd haar vlekkeloos 1 Laat zy de stand
aardvlag zyn, waarom wy ons allen scharen.
Zy zal den land tusscben de loden onderling
on Uw Bestuur vaster aanleggen. Onder deze
banier zullen wy ons allen vereenigen, om
het schoone doel bevorderlijk te zyn, dat wy
ons allen voor oogen stellen, namelyk om do
„3 October Vereeniging" groot en machtig te
doen worden. Wy hopen dat onder haar de
Vereeniging moge groeien en bloeien tot in
lengte van uagtn.
En hiermede, Mynheer de Voorzitter, heb
ik myn taak volbracht en draag deze banier
in Uwe handen over en beveel haar in Uwe
bescherming aan.
Na deze toespraak was aller oog nog moer
dan eerst gevestigd op het witto doek, dat
hing in het midden op het tooneol staande
vaandel, dat voor ieder tot nog toe in de
zaïl een geheimzinnig iets was, al had men
er by geruchte reels veel van gehoord.
Het doek viel, fanfares weerklonken, luide
hoezees werden er aangeheven.
De banier is van vermiljoenroodkleurig
laken; do bruin houten stok eindigt aan het
boveneinde in een hellebaard, terwyl daaraan
een driehoekige versiering van gesmeed yzer
werk verbonden is, (waarin 66Q verguld
schildje met 't jaartal 1574 prykt), dat het
vaandel draagt. Aan de eene zyde is het
wapen van den Burgemeoster Pietor Adriaansz.
Van der Werf (in appliqué-borduursel), met
helm, helmteeken en dekkloeden in geel en
blauw; aan den anderen kant het Leidsche
sleutel-blazoen, omgoven door een gouden
lauwer en eiketak, en gedekt door de
Stedekroon.
„3-October-Vereeniging" en „1885 1895"
zyn de opschriften, van in goud geborduurde
letters op beide zyden aangebracht.
Twee van wit en rood geweven bandelieren,
eindigend in gouden kwasten, hangen van het
vaandel, aan den hellebaard bevestigd, af.
Vooral uit een artistiek oogpunt wordt aan
het vaandel, dat eigenlijk een vaan is en
zich geheel onderscheidt van de tegenwoordig
meestal in zwang zynde banieren, groote
kunstwaardo toegekend.
De heer A. J. Witmans Azn. deed daarna
voorlezing van de in do toespraak bedoelde,
op perkament bewerkte oorkonde, waaruit
o. a. blykt dat de heer C. W. H. Verster,
heraldicus alhier, by het ontwerpen der
banier zich met een Delftschen collega in ver
binding had gesteld, en dat do heer A. A.
Knuyver te 's Gravenhage de vervaardiger er
van is, na welke lezing die oorkonde met
een album door den heer Den Hollander werd
overhandigd aan den heer N. Brouwer, voor
zitter der „3 October-Vereeniging."
Dat album vermeldt do namen der deel
nemers en is in hoorn-perkament met goud
versiering vervaardigd in het atelier van den
heer H. J. J. Labree, boekbinder alhier.
Nadat de schutterij kapel vervolgens Meyer
beer's „La Bónóciiction des Poignards" uit
de „Hugenooten" had uitgevoerd, trad de heer
Brouwer naar voren, om ongeveer volgender-
wyze den dank van het bestuur en deleden
over te brengen:
Myne Heeren, leden van het Vaandelcomité!
Mynheer de Voorzitter 1
Wanneer ik zal antwoorden op de harte-
lyke toespraak, die Gy tot ons Bestuur hebt
gericht, dan past my vóór alles een betuiging
van dank aan U en aan de 600 leden der
3 Oct.-Ver., die U in staat stelden Uw schoon
plan ten uitvoer te brengen. Dat Uw plan,
de aanbieding eener banier, de volle sympathie
van het Bestuur wegdroeg, is U terstond ge
bleken, toen het te onzer kennis kwam. Ja,
het kwam ons zoo gewichtig voor, dat wy
U voorstelden hft ten uitvoer to brengen op
onze 10de feestviering, opdat we gelegenheid
zouden vinden aan de aanbieding der banier
een buitengewone feesthulde te verbinden.
Eindelyk is die dag, die 10de feestdag, aan
gebroken, en wy staan hier tegenover elkander,
Gy met Uw schoon geschenk en wy met
dank in het hart en op de lippen. Gy met
Uw schoon geschenk. Want, mynheer de Voor
zitter, al moest de banier uit een aesthetisch
oogpunt minder schoon genoemd worden,
toch biyf ik haar een schoon geschenk heeteD,
omdat ik acte neem van Uwe uitspraak, dat
deze banier een blyk is van sympathie voor
de 8 Oct.-Vereeniging en van sympathie van
het Bestuur.
En daarom staan wy hier met dank in het
hart en dank op de lippen, niet in de eerste
plaats ter wille van de sympathie voor onze
personen, hoe gevoelig we daarvoor ook zyn,
maar vooral ter wille van Uw sympathie
voor onze Vereeniging. Zal zy volgens Uw
wensch groeien en bloeion tot in longto van
dagen, dan is sympathie en liefde van Leidens
bevolking haar een levensbehoefte, liefde, waar
van Vondel zong:
Zy is het krachtigste ciment
Dat harten bint, als muuren breeken
Tot puin in 't endt.
Moge dan deze banier het symbool z[jn
van dien band, die de leden onzer Ver. ver
bindt. Als zoodanig, mynheer de Voorzitter,
aanvaarden wy haar volgaarne, hoezeer we
weteD, dat we met die aanvaarding oen zwaren
plicht op ons nemen, een plicht, die niet
alleen op het Bestuur, maar ook op do Ver
eeniging rust. En daarom, mynheer de Voor
zitter, neem ik de vryheid Uwe woorden over
te nemen en den leden onzer Vereeniging,
die dezo plechtigheid by wonen, too te roepen:
Houdt haar rein, bewaart haar vlekkeloos!
schaart U als één man om deze standaard
vlag, laat deze banier het veldteeken zyn, dat
ons allen vereenigt! Dan, myne heeren! is
deze plechtigheid een waardige sluiting van
het tydperk, dat achter ons ligt, een profetie
voor do toekomst.
Mynheer de Voorzitter, namens de 3 Oct.-
Vereeniging en namens haar Bestuur aan
vaard ik deze banier.
De zaal dreunde ook nu op hare grond
vesten van do langdurige toejuichingen
en herhaalde fanfares, welke op deze toe
spraak volgden, waarop door het bestuur
aan het vaandel-comité de eerewyn werd
aangeboden en inmiddels de banier door de
op het tooneel zynden werd bezichtigd, ter
wyl de muziek den „Kriegermarsch der
Priester*' uit Mendelssohn's „Athalia" deed
hooren.
Hierop werd ook aan de leden gelegenheid
gegeven op het platform te komen, ten einde
het geschenk meer van naby te bezien, waar
mede deze plechtigheid was afgeloopen.
Vervolgens begon het nomwer, dat niet
op het programma vermeld stondde regenbui,
welke steeds bleef aanhouden niet alleen,
maar zelfs, met afwisseling, steeds heviger
werd, waarom door menigeen werd betwyfeld
of de groote vaandeloptocht der reeds in een
vorig nummer door ons genoemde stedelyke
vereenigingen wel zou doorgaan
Het bestuur der 3-October Vereeniging liet
het, voordat de Stadszaal verlaten werd, aan
de beslissing der vereenigingen zeiven over wat
zou worden gedaan; met 24 tegen 2 stemmen
werd besloten den optocht toch te houden en
zoo zetto deze zich om even over halftwee
in beweging, zich voortbewegende te midden
van eene met parapluies gewapende menigte,
terwyl de moeste deelnemers aan den op
tocht eveneens van zulk een artikel waren
voorzien. Een vaandel, dat der warmoeziers,
was zelfs een poos in een zwart foedraal gehuld.
Het was een lange stoet, welke met de
drie muziekcorpsen heelwat levendigheid in
de stad teweegbracht, deed zien over welke
inderdaad fraaie vaandels vele der 26 in den
optocht vertegenwoordigde vereenigingen be
schikken en welke tevens tot taak had de
diploma's van bekroningen of van herinnering
uit te reiken aan hen, die aan den étalage-
wedstryd hadden deelgenomen.
De naar het scheen nogal zware nieuwe
Vereenigings'oanier, getorst door een vaan
drig te paarJ, geflankeerd door twoo helpers,
on liet muziekcorps van het vierde, dat den
stoet oponde, bleef dan oven voor de étalage
stilstaan, terwyl de president, even uit het
gesloten rytuig gewipt, de diploma's aan de
belanghebbenden overreikte.
De uitslag van dien étalage wedstrijd,
waarvan in de eerst uitgeloofde pry zen door
de jury eenige wyziging gebracht werd, is
als volgt:
Eerste fraaiheidsprys, van f 40, de heer
H. F. Hoosemans, Breestraat.
Tweede fraaiheidsprys, van f 20, de heeren
Wisbrun eti LifFmann, Haarlemmerstraat.
Derde fraaiheidsprys, van f 15, de heeren
De Vries en Stevens, Oude Singel.
Eenigste geestigheidsprys, van f 30, de
heer C. Van Maastricht, Haarlemmerstraat,
wiens vleeschhouworswinkel een eigenaardige
tegenstelling gaf van den toestand te Leiden
in 1574 en 1895. Voor het eene winkelraam
zag men „Leyden in noodt", voorgesteld door
dierenbeenderen zoo kaal mogelijk, zonder
het minste spoor van vleesch er aan, t.erwyl
daarentegen aan het anderen raam was geëta
leerd eeno hoeveelheid vleesch, zoo smaakvol
gerangschikt en keurig er uit ziende, dat het
voor velen was om er van te watertanden.
Het ïiée voor zulk eene uitstalling was zeker
wel toepasseiyk op dozen dag en lokte by
herhaling vele toeschouwers.
Eerste toepasselykheidsprys, van f 10, de
heer C. Wagenaar, Nieuwe Ryn, die heel
eenvoudig, maar kunstig had geëtaleerd enkel
met artikelen, in zyn winkel verkrygbaar,
zonder eenige bloemversieringen, evenals de
heer Kooy aan de Breestraat, die echter
buiten mededinging was.
Tweede loepasstlykheidsprys, van f 7.50,
de heer George Van der Werf, Hoogewoerd.
Derde toepasseiykheidsprys, van f 5, de
heer W. F. Van Ingen Schenau, Nieuwe Ryn.
Voor het eerste gedeelte van den optocht
werd de by programma vastgestelde weg
geheel gevolgd, doch, het Van-der-Werf-park
genaderd, om er de voorgenomen hulde aan
het voorgeslacht te brengen, waren de deel
nemers en banieren reeds zóó verschrikkeiyk
nat en bleef het voortdurend steeds zóó hard
regenen, dat besloten werd den tocht maar
onmiddeliyk naar de Stadszaal voort te zetteD,
hetgeen dan ook geschiedde, waarbij echter
één godeelto, de voorhoede, de west-, en een
ander gedeelte de oostzyde van het Rapenburg
nam, waardoor de stoet eenigszins verbrokkeld
raakte, om in ieder geval toch de Stadszaal
te bereiken, waar wegens de plotseliDge
verandering, door de bezoekers van het Park
met hunuo dames, die zich alhier reeds
bevonden, natuurlyk een geweldig gedrang
ontstond.
In de zaal kon men eerst goed ontwaren
hoe druipnat sommige personen waren en
noe onkele banieren, door het in elkaar loopen
der kleuren, van den regen geleden hadden.
Aan sommige banieren waren onderweg
kransen gehecht, o. a. aan die van de SJagers-
vereeniging door het jongste dochtertje van
den heer Van Maastricht.
Toen men zich eenigszins hersteld had of
van ververschingen voorzien, werd met de
muzikale hulde een aanvang gemaakt, welke
met de meeste aandacht werd aangehoord
en door herhaalde toejuichingen afgewisseld.
Koor en directeur legden er zeer veel eer
mede is.
Tydens Hol's „Hollands Glorie" werd ge
zongen, werd aan de nieuwe banier door het
bestuur een groote lauwerkrans, met linten
in de Leidsche kleuren, gehecht, welke, als
de hulde in het Park had plaats gehad, voor
het monument was bestemd geweest en
daarom later in den middag dan ook daarheen
werd overgebracht en aan het beeld van Van
der Werf gehecht, waar hy nu regen en storm
trotseert.
In den loop der hulde plechtigheid in de
Stadszaal deed de heer Brouwer tevens mede-
deeling, dat hy zooeven een telegram uit
Nieuw-York had ontvangen met een „Leve
Leiden l" van onze vrienden aldaar, op het
vernemen waarvan het enthusiasme als het
ware ten top steeg.
De heer Brouwer zeide vervolgens dat hy
zich nog van een aangename taak te kwyten
had, nl. allen dank te zeggen, die in het feest
hadden medegewerkt: deelnemers aan den
optocht, die er hunne banieren aan hadden
gewaagd, jury, hun, die zich met de uitdee-
ling hadden belast, heeren zangers en den
directeur den heer C. B. Duyster Jr., die zich
zooveel opofferingen hadden getroost en wier
nu gegeven voorbeeld hy hoopte dat een
volgend jaar by honderden meer, navolgers zal
vinden, evenals hy ook vsenschte dat het
ledental der Vereeniging met duizenden zou
vermeerderen. Dan eerst zal de Vereeniging
nog meer aan het beoogde doel kunnen beant
woorden.
Elke donkere wolk heeft echter meestal
toch nog een lichtgekleurd randje, en dit was
ook hier het geval. Omdat nu de muzikale
hulde in de Stadszaal moest plaats hebben,
was de zang beter tot zyn recht gekomen
dan in het Park het geval zou geweest zyn.
Verder vertrouwde hy dat niemand zich
door de elementen, welke ons dit jaar op
dezen dag niet gunstig waren, zou laten ont
moedigen, want dit waren ze in 1574 voor
onze voorouders eerst ook niet geweest.
Terwyl de toespraak by herhaling als zoo
vele bewijzen van instemming was onderbro
ken geworden, werd het bestuur ten slotte
door een der aanwezige leden voor de vele
bemoeiingen bedankt.
Toen was het feest, althans voor dit ge
deelte van den dag, afgeloopen, verliet men
do zaal, verspreidde men zich door de stad
of ging, evenals dit ook 's avonds velen deden,
de étalages in oogenschouw nemen, want het
was inmiddels weer droog geworden.
Het Stedelyk Museum in de Lakenhal werd
gisteren bovendien door 4410 personen bezocht.
Na de feestviering overdag, ving, nadat
het feestterrein op het Schuttersveld van vyf
tot zes uren gesloten was geweest voor het
publiek, ter voorbereiding voor de avondfees-
telykheden, te halfacht by kunst- on maanlicht
de afwerking van het laatste gedeelte van het
programma aan. Zoowel het kunst- als het
maanlicht konden niet voortdurend in allen
luister stralen; het eerste daartoe verhinderd
door den hevigen wind, die van gasvlammen by-
na voortdurend blauwe punten maakte en het
den vetlichtjes ten eenenmale verbood te
brandenhet maanlicht onderschept door
groote wolkgevaarten. Toch was het, dank
zy den beurtdienst van gas en maan en den
beglaasden lantaarns, lang niet zoo donker
op het terrein als toen het eens in het ver
leden electrisch verlicht werd.
Do tuinen van „Zomerzorg" en „Zomer-
Just" waren zeer druk bezocht en den muziek
corpsen, welke daar uitvoeringen gaven, werd
door velen een aandachtig luisterend oor ver
leend. Op het Schuttersveld, dat zeer goed te
begaan was, speelde het muziekcorps der
Leidsche Schuttery, hoewel meestal in donker,
heel opgewekt, en rondom de tent, waaruit
de tonen kwamen, haalde men het hart weer
al9 altyd op den 3 October-avond op aan
dansen, hossen, enz.
De kermisgelegenhoden op het afgesloten
alsook op het gereserveerde terrein hadden
niet to klagon over slapte in zakener werd
druk gedraaid, geschoten, geslagen op kracht
meters, gegoten en gedronken.
Te halfelf was het als gfoot en schitterend
aangekondigd vuurwerk aan de orde, waar
voor ditmaal de rook niet bleef hangen,
dat naar omstandigheden nog goed slaagde
en- waarmee de heer Gall, uit Rotterdam,
geen oneer inlegde. Wel brandden de stuk
ken niet heel lang en werden do gouden
regens door den sterken wind te veel naar
éénen kant gezweept, wel wilden enkele
projectielen niet zoo statig omhoog als de
heer Gall hot bedoeld had, maar van mis
lukken was geen sprake.
De draaiende fonteinworken en de wind
molen smolten tot één stuk samen en de
stryd tusschen een Leidenaar en een Span
jaard, o neen, tusschen oen koloniaal en een
Balinees, bleef wel onbeslist, maar werd toch
met veel aandacht als welgeslaagde proeve
van levend vuurwerk gevolgd. Een groote
bengaalsche zon bleef ook nu niet achterwege
en scheen in vollen glans tegelyk met de
na eenige minuten vol geworden maan. De
slotapotheose met de sleutels was een waar
dig en geruchtmakend slot van het feest,
dat, ondanks tal van wederwaardigheden,
velen toch veel genoegen heeft verschaft.
Eerkeiyke Berichten.
Zoeterwoude: Ned.-Herv. gem. Zondag
a. s., 's avonds te halfzeven, ds. C. Spoel-
stra. Voorbereiding tot het H. Avondmaal,
dat den volgenden Zondag des morgens zal
plaats hebben.
Hoogmade: Zondag-voormiddag te tien
uren, ds. De Groot, predikant te Oude-Wetering.
Woubrugge: Ned.-Herv. gem. Zondag
voormiddag te halftien, ds. C. Spoelstra, van
Zoeterwoude. (Collecte Chr. School.)
Katwijk aan don Ryn: Geref. kerk.
Zondag-voormiddag te halftien en namiddag
te 6 uren, ds. J. Fokkinga, van Houwerzyl.
Gremengd Nieuws.
Nu de instructie in zake valsch-
heid in goschrifte tegen G. A. v. R., te Noord-
wyk, is aangevangen, blykt dat hy niet alleen
gelden der „Leidsche Hulpbank" heeft opge
nomen, maar ook de Amsterdamsche en Haag-
sche Voorschotbank voor veel grooter bodra
gen er in heeft doen loopen. Reeds in Juni
werd het bedrog door de „Haagsche Voor
schotbank" ontdekt, die daarvan echter geen
aangifte heeft gedaan. Nadat deze zaak door
de „Hulpbank" te dezer stede werd aange
geven, kwamen ook de overige oplichteryen
aan den dag.
Gisteren, des voormiddags te
11 uren, heeft voor het huis van bewaring
te 's-Qravenhage de provoostgeweldige voor
de tweede maal by trommelslag ingedaagd
de 2de luitenant-kwartiermeester by het 4de
regiment infanterie te Leiden M. L. Jochem,
BMawTTJiui/uwu 'wu i iMiawinr nu .u -j
cm to verschynen voor den krygsraad op
Dinsdag 19 Nov. des voormiddags te 10 uren.
Men deelt ons mede dat heden-
morgen een vurig ros met zyn militairen
beryder in d«n Zoeterwoudschen Singel terecht
kwam, dat het paard zelf uit het water wist
te komen en de ruiter door een paar zonen
van Mars werd gered.
Men schrytt ons uit "Wassenaar,
dat aldaar van de kap van het nieuwe
kasteel, dat voor rekening van graaf Van
Limburg Stirum wordt gebouwd, de vlag
waait, ten teeken, dat aan de bekapping is
begonnen.
De Haagsche rechtbank veroor
deelde gisteren den man uit Waddingsveen,
die zich te Boskoop schuldig maakte aan
diefstal van vogelstekken, tot 2 maanden.
By den gehouden wieier we d-
stryd van Zwammerdam naar Alfen, waarvan
de deelnemers niet ouder dan 20 jaren
mochten zyn, werd de 1ste prys behaald
door den heer W. Schouten, de 2de prys
door den heer C. Nagtegaal Jr., beiden te
Alfen, de 3de prys door den heer J. De
Grauw, te Aarlanderveen.
De Haarlemsche rechtbank heeft
gisteren uitspraak godaan in de zaak van
Sebastiaan De Wys, beschuldigd van diefstal
met inbraak. De rechtbank veroordeelde hem
tot een gevangenisstraf van 3 jaar.
In het verslag over den brand
te Boskoop komt een onjuistheid voor, welk©
wy hier gaarne willen herstellen. Er staat
dat de burgemeester te halftwee aan de spuit
van Hazerswoude vergunning gaf in te rukk^
en dat do anderen met groote tusschenpoozec.
konden heengaan.
Het tegendeel is naar men ons verze
kert waar, omdat juist aan de spuit van
Hazerswoude eerst te ruim halfzeven verlof
tot vertrek gegeven werd toen de spuiten der
andere gemeenten reeds vertrokken waren.
De Haagsche rechtbank heeft
den Delftschen distillateur, die terechtstond
wegens hot nabootsen van fabrieksmerken,
vrygesproken.
Gistermorgen is op de Nassau-
kade te Amsterdam eene dienstbode uit het
raam der tweede verdieping gevallen.
Per rytuig werd zy naar 't Gasthuis ver
voerd, alwaar zy by aankomst reeds was
overleden.
Vervoer van rijwielen. Door
de directie van het Holl. Spoor is aan haar
personeel het volgende schryven gericht:
„Het is in don laatsten tyd herhaaldelijk
voorgekomen, dat oningepakte rywieleD, na
in onze bagage depóts in bewaring te zyn
geweest of na als bagage of als bestelgoed
over de lynen van onze Maatschappy te zyn
vervoerd, bQ aflevering beschadigd bleken
to zyn.
„Bij het in bewaring nemon of ten vervoer
aannemen van oningepakte rywielen mo&r
met byzondere zorg worden nagedaan of zich
eenig defect aan die voorwerpen bevindt. Is
dat hot geval, dan mag in bewaring nemen niefc
plaats hobben, en kan vervoer als bagage of
bestelgoed alléén geschieden, nadat de afzen
der een bowys heeft onderteekend, waarin h^
ons voor die schade vrijwaart.
„Uit naar aanleiding der voorgekomen be
schadigingen ingesteld onderzoek is enkele
malen gebleken, dat rywielen door ons per
soneel worden gebruikt, of dat met die ma
chines op onbehoorlyke wyze wordt omgegaan
Aan deze misbruiken moet een einde komen.
Het personeel, dat zal blyken misbruik te
hebben gemaakt, zal streng gestraft worden."
Gisteravond om halfelf was er
een standje op den Dam te Amstwdam.
Een chic heer met glimmenden v#stketting,
hoogen hoed en sierlyke roos had h*t te kwaad
met een koetsier^ en schreeuw*»Moordt
help! politie 1
Een vier of vyftal agenteD waren in een
minimum tyds byeen en een mtnigte volks
stroomde te hoop, zoodat het voor het paleis
in een oogenblik zwart van de menschen was
Wat was het geval?
Het chic heertje, zekere Buit Rotterdam,
maakte er op de volgende wyz« zyn werk
van, argelooze koetsiers op te lichton.
Hy kwam uit de tentoonstelling tn riep een
rytuig aan Onderweg evenwel bleek hy zyn
beurs verloren te hebben, en meestal wist
hy onder het een of andere voorwendsel zyn
lichtgeloovigen voerman een paar gulden uit
den zak te kloppen - ter leen natuurlyk.
Gistermiddag had by dit grapje weer ver
toond op het Leidscheplein, en was nu des
avonds zoo ongelukkig, om, orer den Dam
komend, zyn voerman-schuldeiscber in de
handen te vallen. Deze eischte natuurlyk zyn
geld; de rest van dit drama deelden wy
hierboven reeds mede.
Hoe hy zich ook wrong en hoo hard by ook
riep, betalen moest het heer, voortl, toen er
agenten by waren gekomen Daarna werd hy
onder een hoeraatje door uene talryke menigte
nog een eindweegs begeleid {Tel.)
De Dinsdag j 1. te Winschoten
gearresteerde Harm N., beschuldigd van dief
stal van schapen uit de weide, heeft zich
Woensdag in de kazerne der marechaussee
door middel van een scheermes van het leven
beroofd. Do brigadier, die hem had gearres
teerd, verzuimde N. te fouilleeren.
De proefnemingen met de tele,
phoon tusschen Bolgiè en Nederland worden
yvcrig voortgezet, zegt de „Indëpendance".
Met Rotterdam slaagde de proef volkomen,
en ook het gesprek met Amsterdam gaf be-
vrtdigtnde resultaten, ofschoon de toestand
der atmosfeer niet gunstig was. Alken liet
de Quidelykheid van het gesprokene te Brussel
i nog een weinig te wenscben, maar' in omge^