N°. 10921. Din^das; X October. A0. 1895. <§eze iCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit noimner bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 30 September. Feuilleton. Met scherpe wapenen. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post-.«••••••«.» 1.40. Afzonderlijke Nommerst - 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIE!*: Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel moer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten do stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Winterdienstregeling. Morgenavond zal bij het „Leidsch ÏJagblad" de veranderde dienstrege ling worden gevoegd. DE UITGEVER. - De conservator van het Stedelijk Museum deelt ons mede dat, door de welwillendheid van de eigenaars, op 3 October a. s. een bijzonder fraaie gouden ring te zien zal zyn, hoogstwaarschijnlijk behoord hebbende aan de eerste vrouw van den burgemeester Pieter Adriaansz. Van der WerfF. In een geëmailleerd ruitschild zyn de wapens te zien van Van der Wecff (in blauw een arm van natuurlijke kleur, die, uit een zilveren wolk komend, een gouden sleutel vasthoudt) en van Van Assendelft (in rood een stappend paard van zilver). Mocht dit kleinood voor het Leidsche Museum kunnen worden behouden! Gisteren is de Lakenhal door 532 personen bezocht. Aan de Kweekschool voor Zeevaart Alhier heeft, in tegenwoordigheid van de echt- genoote en kinderen van den gedecoreerde, voor het font der equipage op bijzondere plechtige wy'ze de uitreiking plaats gehad van de zilveren eere-medaille der Oranje-Nassau- orde aan den by die Kweekschool gedeta- cheerden lsten schrijver der Kon. Ned. Marine H. Mooy. De minister van binnenlandsche zaken beeft met ingang van 1 Oct. a. s. aan dr. J. F. Kuenen, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als conservator by het Natuurkundig Kabinet aan de Rijks-universiteit te Leiden, ©n mot ingang van dienzelfden dag als zoodanig "benoemd dr. L. H. Siertsema, thans assistent voor de natuurkunde aan die Universiteit; Verder met ingang van 1 Oct. a. s., op hun Verzoek, eervol ontslag verleend als assistent in het ziekenhuis aan de Rijks universiteit te Leiden aan de heeren H. M. Neeb en H. J. Van der "Wey; en voor het tijdvak van 1 October 1895 tot en met 31 December 1895 "als zoodanig benoemd de heeren dr. C. S. Lechner en J. C. J. Bierens de Haan. 's Rijks Ethnographisch Museum heeft van den directeur van het Koloniaal Museum te Haarlem do navolgende voorwerpen, her komstig van Madoera en de Madoereezen in de residentie Bantam, Java, ten geschenke ontvangen: Geïnventariseerd al6 serie 1048. 20 stel houten jukken, in gebruik bij stieren- wedrennen, alle op verschillende wijzen met snijwerk en veelkleurig schilderwerk versierd. Door de Hooge Regeering der Zuid- Afrikaansche Republiek is benoemd tot op zichter (chef) bij den bouw en de overbrenging van de Harts-rivier en Kleine Olifants rivier in de Transvaal, onze vroegere stadgenoot de heer Jac. Van der Kamp, met standplaats te Scbweïzer Reneko. Benoemd is tot onderwijzer aan do ge meenschappelijke openbare school te Zoeter- meer on Zegwaard de heer F. H. Schouten, te 's Gravenhage. Ds. C. B. Oorthuis, pred. by de Ned.- Herv. gem. te Katwijk aan Zee, komt voor op het zestal voor predikant bij die gemeente te Gouda. Graaf Van Lynden van Sandenberg uit Utrecht zal als hoofdpersoon optreden bij de aanstaande maskerade te Utrecht. Hij zal voorstellen Maximiliaan van Oostenrijk. Tot directeur van Haarlems Gemengd Koor is benoemd de heer A. Tierie, te Amsterdam. Het Leger des Heils maakt zich gereed tot het houden van zijn week van gebed en zelf verloochening, die in Nederland zal gehou den worden van 6 tot en met 12 October. Eiken avond van die week zal in elk corps in ons land een bijeenkomst plaats hebben en een bijzondere collecte zal daarin worden ge houden voor het „Zelfverloocheningfonds". Alle giften zullen dankbaar worden aanvaard. Ter herinnering aan de „Lombok-dagen" wordt door „Het Nieuws van den Dag" een reclameboekje verspreid, de geschiedenis be helzende van het telegram, meldende de ge vangenneming van den ouden Vorst van Lom bok en zijn verwanten, dat op 20 (19) No vember 1894 van Ampenan naar Amsterdam verzonden en hier den 21sten November door „Het Nieuws" gepubliceerd werd. De samen steller, de heer De Balbian Verster, wijst daarin aaD, welken langen weg de depeche, snel als de wind, heeft moeten volgen, eer men ze, in den vorm van een bulletin, overal zag aangeplakt, en denzelfden dag in de cou ranten gedrukt kon zien. Ook deelt hy' mede welke behandeling een dergelijke depeche ondergaat van het oogenblik, dat ze in het telegraafkantoor te Amsterdam aangenomen en weinig tyds daarna bezorgd is op het bureau van „Het Nieuws," aldus een kjjkje gevende in het inwendige van een groot dag blad-bureau, de keuken van een nieuwsblad. Zooals bekend is, wordt in den wielrijders- dienst bij het leger thans voorzien door leden van den Algemeenen Nederlandschen Wielry- dersbond, na afgelegd examen, enz. In de laatste vergadering van het dagelijksch te stuur van den Bond is besloten aan h6t alge meen bestuur een voorstel in te dienen, aan den minister van oorlog verdere medewerking op te zeggen, omdat het bondsbestuur in den laatsten t\jd eer tegen- dan medewerking van den minister ondervindt. Door wylen mr. A. J. Duymaer van Twist en diens echtgenoote is aan het ge neeskundig gesticht voor krankzinnigen te Deventer, waarvan de hoer Van Twist jaren lang bestuurslid was, f 10,000 vermaakt. De commissie, in wier handen is gesteld het Koloniaal Verslag van 1894, wat Neder- landsch-West-Indië betreft, heeft aan de Tweede Kamer voorgesteld, dat verslag voor kennisgeving aan te nemen. De erfprins Von Wied is gisteravond 9 29 met het Hollandsche Spoor uit Domburg te 's Gravenhage aangekomen en aan het station ontvangen door den hofmaarschalk, prins Von Wied, graaf Van Bylandt en baron Taets van Amorongon, kamerheer van wijlen prins Fro- derik. De erfprins begaf zich onmiddellijk per rytuig naar het Hotel Garni ce Scheveningen. Voor het in de maand October a. s. te houden examen voor klerk der posterijen en telegrapbie hebben zich 59 adspiranten aan gemeld. Dezer dagen kwam in enkele dagbladen het bericht voor, dat de minister van oorlog de koloniale werving te Harderwijk had ge sloten, omdat het contingent suppletietroepen voor dit jaar geheel is uitgezonden. Men verzoekt van bevoegde zijde, dit bericht te weerspreken; daarvan is alleen dit juist, dat het op de Indische begrooting voor 1895 uit getrokken contingent suppletietroepen reeds geheel ter uitzending is aangewezen en dat de minister van oorlog daarin aanleiding heeft gevonden ettelijke verzoeken van vrijwilligers bij het leger hier te lande en van miliciens in werkelijken dienst om te mogen overgaan naar het Indische leger, voor dit jaar af te wjjzen. Van sluiting der koloniale werving is geen sprake. Te Tolbert, bij Groningen, is op 82 jarigen leeftijd overleden mr. H. O. Feith, oud- rijksarchivaris en oud-wetb. te Groningen. Naar men verneemt, bestaat er by den Minister van Binnenlandsche Zaken, naar aan leiding van de vele adressen tegen de door de Staten van Friesland vastgestelde heffing van kanaalgelden op het kanaal Harlingen Leeuwarden, bezwaar, het besluit aan de Tweede Kamer ter bekrachtiging aan te bieden. Naar de „N. R. C verneemt, zullen 5 artsen worden toegelaten tot een verbintenis van officier van gezondheid 2de kl. bjj de marine. Zaterdag bezichtigde 1e minister van justitie, vergezeld van den heer Carrière, referendaris by het departement, het gebouw, waar de rechtbank te Rotterdam zitting houdt. Dit bezoek moet in verband staan met plannen voor een nieuw gerechtsgebouw in die stad. (IV. R. Ct.) Dr. H. J. A. M. Schaepman heeft de zorg voor de vorming van een comité voor een gedenkteeken van wylen dr. Nuyens op zich genomen. (Tijd.) Ten einde, desgevorderd, 's Ryks schat kist tijdelijk te kunnen versterken, is den minister van financiën by koninklijk besluit van 26 Sept. machtiging verleend tot de uit gifte van schatkistbiljetten en schatkistpro messen tot een gezamenlijk bedrag van 13 millioen gulden. Zoolang daaromtrent niet nader is beschikt, wordt do rente der schat kistbiljetten bepaald op 3 pCt. De Staatscourant van 29/30 September bevat den tekst der additioneels overeenkomst, op 2 Juli jl. te Kopenhagen tusschen Neder land en Denemarken gesloten, ter uitbreiding van het uitleveringsverdrag van 18 Jan. 1894 tot de Nederlandsche en Deensche koloniën. By koninkiyk besluit van 19 Sept., opge nomen in de Staatscourant van 29/30 Sept is bepaald, dat in het krankzinnigengesticht „Het St.-Joris-Gasthuis", te Delft, niet meer dan 212 krankzinnigen (106 mannen en 106 vrouwen) mogen verpleegd worden. Door den burgemeester der gemeente Nodorhorst-den-Borg is om gezondheidsredenen met ingang van 1 November eervol ontslag uit zyne betrekking aangevraagd. In de Zaterdag gehouden zitting van den gemeenteraad van Maassluis is aangenomen het plan van Burg. en Weths. tot weg ruiming van de houten beschoeiing langs de Govert-Yan-Wyn-kade en het daarvoor in de plaats stellen van een bazaltmuur, welk werk is geraamd op ongeveer f 63,000. Tot uit voering zal worden overgegaan, indien het ryk en de provincie elk een derde in de kosten bydragen. Het stoomschip „Kanzier", van O.-Afrika naar Ylisaingen en Hamburg, vertrok 27 Sept. van Lissabon; de „Obdam" vertrok 28 Sept. van Nieuw York naar Rotterdam; de „Prins van Oranje" arriveerde 29 Sept. van Batavia te Amsterdam; de „Spaarndam" arriveerde 29 Sept. van Rotterdam te Nieuw York; de „Zaandam", van Amsterdam naar Nieuw York, passeerde 29 Sept. Dover. Indiening van klachten by den militairen rechter. Het is den minister van oorlog gobleker, dat de meening bestaat, als zou het aan den plaatselyken of garnizoens-commandant staan te beoordeelen, of by het indienen eener klacht by den militairen rechter op grond van art. 15 van de rechtspleging by de land macht, de termyn al dan niet verstreken is. Naar aanleiding daarvan heeft de minister, na ingewonnen advies van den advocaat fiskaal voor de zee- en landmacht, ter kennis van de plaatselyke en garnizoens-commandanten gebracht, dat de bovenbedoelde opvatting on juist is en dat de beoordeoling van de boven omschreven vraag uitsluitend toekomt aan den krygsraad, die daartoe door den plaatseiyken of garnizoens commandant moet worden op geroepen. Gemengd Nieuws. De nieuwe leden van hot Leidsch Studentencorps zullen Donderdag 10 Oct. a. 8. plechtig worden geïnaugureerd. Opgave van het vervoer en de opbrengst van den Rynlandschen Stoomtram weg gedurende de maand Juli 1895: reizigers aantal 38,273; opbrengst f 5717.72; goederen en diversen f 559.27. Totaal f 6276.99. Yan 1 Jan. tot ultimo Juli 1895: reizigers aantal 200,708; opbrengst f 28,200.676; goede ren en diversen/ 4,294.026. Totaal/32,494.70. Per dagkilometer bedraagt dit f 17.03. Door den heer M. Flohil, districts veearts-plaatsvervanger, is to Zegwaard by 4 schapen, toebehooren ie aan Johs. Blonk aldaar, schapenschurft geconstateerd. Biykens de plannen voor den vasten circus, dien de heer Carré te Scheve ningen wil bouwen, komt de voorgevel, met een ingang van 4 M., tegenover hetKurhaus te staan; de drie stallen voor 96 paarden aan de zyde van de electrische tram. Boven den hoofdingang is de woning van den directeur; links en rechts van de entróe zyn restauratie lokalen. Het gebouw, dat oen grootste hoogte van 22 by een breedte van 44 M. krygt, is van buiten van steen. De kap en de koepel echter zyn ontworpen van yzer, op dunne yzeren platen, die tusschen den 2den en den 3den rang worden geplaatst. Vier trappen van buiten geven toegang tot den 3den rang. De andere bezoakers komen door den hoofdingang in een corridor van 3 M. breedte, die om den gelieelen circus loopt en van waar men, onder de koninklyke loge boven den hoofdingang door, naar den lsten en met twee binnentrappen naar 't midden der twee helften van den 2den rang komt. De fauteuils komen in het rond van den circus boven aan den lsten rang. Naast het tooneel zyn loges voor artisten en directie. Behalve door de restauratie-lokalen, zal men door twaalf uitgangen, van 1.5 a 4 M., naar buiten kunnen komen, terwyl de artisten uit de kleedkamers boven de stallen, ingeval van nood, ook op de platte daken dier stallen kunnen stappen en met een kleinen sprong den grond bereiken. De verlichting is zoodanig, dat men over dag voorstellingen zal kunnen geven zonder kunstlicht. (4.) Het zal voor do liefhebbers van zeebaden zeker aangenaam zyn te vernemen, dat de directeur van de maatschappy „Zeebad Scheveningen" op haar besluit, om op a. s. Maandag het badseizoen te sluiten, is terug gekomen en met het oog op het gunstige weder de gelegenheid tot baden na 1 October tot nadere aankondiging blyft openstellen. Scheveningen mocht zich dit jaar weder in een druk bezoek verheugen. Wanneer men het aantal vreemdelingen, die in het dorp zelf afstapten, buiten rekening laat, bedraagt het aantal logés 5395, tegenover 4149 in 1894. Volgens de „Badcourant" vertoefden te Zand- voort 2416 badgasten met 396 dienstboden, waarvan uit Amsterdam 1173 badgasten, uit overige plaatsen in Nederland 775, uit Duitsch- land en Oostenryk 403, uit andere landen van Europa 54 en uit andere werelddeelen 11. Telt men hierby de 396 dienstboden, de 240 kinderen uit de Amsterdamsche vacantie kolonie, de 130 uit het Haarlemsche Kinderhuisje en de 150 verpleegden in het Badhuis voor Min vermogenden, dan verkrygt men een totaal cyfer van 3332 personen, die te Zandvoort verblyf hielden. Volgens de opgaven, in het „Badnieuws" gedaan, hebben te Domburg gelogeerd 1121 personen, of 311 moer dan het vorige jaar. Do Amsterdamsche tentoonstel ling werd gisteren (Zondag) bezocht door ongeveer 12,000 betalende bezoekers. Naar de „Tel." verneemt, zullen waarschyn- ïyk met ingang van 3 October a. s. de hoofd gebouwen der tentoonstelling tot 's avonds 10 uren geopend blyven. 78) Dat woordje „goed" in haar mond beteekende hier natuurlyk „nieuwerwetsch." In sommige kringen is dat hetzelfde. Millicont genoot ont zaglijk van die bezigheid. Wat de toekomst haar ook verder zou brengen, en zy ver trouwde dat het haar aan mooie toiletten wel nimmer zou ontbreken, ééa ding stond by haar vast: zy zou van het tegenwoordige alvast eens volop genieten. Zy leefde in die dagen in een voortdurende spanning, de grootste spanning, die men zich denken kan, en wel van het passen 1 „Je weet niet wat het is", zeide ze met ©en weltevreden zuchtje tot zulke vriendinnen, die het misschien wel nimmer zouden weten, „om daar den heelen dag te staan in een voeringiyf en door mevrouw Videpoche ge past te worden." Niettegenstaande dien zucht, onderwierp zy ^ich daaraan met een engelengeduld, dat het hart van Madame Videpoche stal, zonder echter ©enig verschil te maken op de rekening. Lady Cantourne zou wel een onmensch ge dweest zyn, als zy onverschillig was gebleven hy zoo'n belangryke zaak. Zy had er dan ook oprecht veel plezier in. „Ge weet, John", zeide zy eens te Hur- lingham vertrouwelyk tot hem, „ik heb haar Altyd helpen kiezen." „Dat behoeft ge me niet te zeggen", ant woordde hy haar vleiend, „on ne peut s'y tromper." „En", ging zy zich byna verontschuldigend voort, „wat ikzelf ook van de zaak moge denken, ik kan haar nu niet aan haar lot overlaten. De wereld verwacht veel van Millicent Chyne. Dat heb ik haar nu eenmaal geleerd. Zy zal nog meer verwachten van Millicent Meredith." De oude man boog even heel deftig. „En de wereld mag niet teleurgesteld worden", voegde hy er cynisch aan toe. „Neen", antwoordde zy, met een overtuigd knikje; „dat mag ze niet. Zóó moet men met de wereld omgaanmen moet haar geven wat zy verwacht; liefst een beetje meer, om haar attentie te trekken." Sir John trommelde met zyn gehandschoende vingertoppen op den zilveren knop van zyn wandelstok. „En mag ik u vragen, mevrouw", hernam hy vriendeiyk, „wat de wereld wel van my verwacht?" Hy kende haar goed genoeg, om te begrypen, dat zy iets bedoelde met deze woorden. „Een diamanten parure", antwoordde zy stoutweg. „De kranten moeten schry ven over de ryke gift van den vader van den bruidegom." „Zoo en een diamanten parure zou het dus moeten zyn?" „Ja", antwoordde Lady Cantourne. „Dat schynt er zoo by te behooren." Hy boog ernstig en bekeek zyn stok met een opmerkelyk groote belangstelling. „Yerwacht de wereld nog wat anders van my?" vroeg hy opeens. „Neen, ik geloof het Diet", antwoordde Lady Cantourne, met een vriendeiyk lachje, halfin gedachten. „Yoor 't oogenblik niet." „Nu, ge zult het my wel vertellen, als het soms weer zoo mocht zyn?" Hy was opgestaan, want er waren andere dames binnengekomen, by wie hy nu op zyn ouderwetsche manier zyn compliment ging maken. „Zeker", antwoordde zy, tot hem opziende. „Ik zou het aardiger vinden, als de wereld nu eens niet kreeg wat zy verwachtte; dan zou ze wel gaan vragen, waarom; en als ze de reden daarvan niet kon vinden, zou ze er wel een verzinnen." En de diamanten parure arriveerde dan ook weldra. „Ik moet zeggen dat het er goed uitziet", was Millicents opmerking. Zy hield de diamanten zóó, dat het licht er op verschillende hoeken in viel. Het was zonder twyfel het rykste geschenk, dat zy had ontvangen; het kwam direct van den juwelier. Een mooi kaartje lag in de étui. Zy voelde de ironie niet, die hierin lag opgesloten. Sir John had waarscbyniyk niet verwacht, dat zy zoo iets zou gevoelen. Hy genoot er in zyn eentje van, zooals hy by de meeste dingen genoot of leed. Lady Cantourne bekeek het met de grootste belangstelling. „Nooit heb ik zulke mooie diamanten ge zien", zeide hy eenvoudig. Er waren nog andere cadeaux, om te openen en te onderzoeken, want de invitaties waren nog niet rondgezonden, en velen hadden er heelwat voor over om het voorrecht te ge nieten onder de gasten geteld te worden. Als de invitaties eenmaal zyn rondgezonden, beginnen de geschenken merkbaar to verminderen. Dezen morgen troffen de andere geschenken het al heel slecht. Millicent lette er al bitter weinig op. Zy kon er maar niet toe komen de diamanten parure op zy te leggen. Som mige menschen hebben de gaven van hun stempel te drukken op hun brieven en meest alledaagsche gaven. Sir John bezat die macht tegenover Millicent. Dom genoeg, zy begon zich slecht op haar gemak te gevoelen, als zy aan hem dacht. Zy wist niet hoe het zoo kwam, maar de wyze, waarop hy zich voegde in de positie, die hy had aangenomen, maakte haar bevreesd. Nog nooit was zy te kort geschoten, als zy het er op gezet had by de mannen, jong of oud, haar wil door te zetten door haar lief volhouden, haar aardige vleieryen en haar kleine, smeekende maniertjes. Maar Sir John bleef onverstoorbaar koel tegenover al die kunstjes. Hy verklaarde zich niet open- ïyk haar vyand; dat, zoo meende zy in stilte, zou vry wat aangenamer geweest zyn. Hy was en bleef maar altyd de vriend van haar tante; geen oogenblik kwam hy een stap nader. Zy kon maar niet uitmaken, wat hy toch eigenlyk in zyn schild voerde. Nooit vond hy iets op haar aan te merken, maar zy wist, dat by haar afkeurde op grond van een lange, nauwgezette studie. In haar hart gaf zy hem misschien wel gelyk, niettegenstaande allerlei argumenten daartegen. „Ik zou wel eens willen weten," zeide zy halfluid, terwyl zy de parure opnam, „waarom hy my dit zendt." Lidy Cantourne, die heel yvorig zat te schry ven, nam haar nu scherp op. Het scheen wel, dat Millicent bang begon to worden voor Sir John. Bovendien was zy schrander genoog die vrees in verband te brengen met de toe nemende liefde van haar nicht voor den man, die weldra haar echtgenoot zou worden. „Wel," antwoordde zy, „ik zou niet weten, waarom hy het je niet zou zenden." Er volgde nu een stilte, die slechts werd afgebroken door het krassen van Lady Can- tournes veeren pen. „Tante 1" riep zy opeens uit, „waarom haat hy my? U heeft hem uw levenlang gekend, zeg, waarom haat hy my?" Lady Cantourne haalde de schouders op. „Ik geloof," ging Millicent opgewonden voort, „dat de menschen hem dingen, afschu- weiyke, gemeene dingen van my verteld hebben, dat ik een „flirt" ben, of zoo iets Heuscb, dat ben ik niet." Lady Cantourne was [druk bezig met het adres op een enveloppe te schryven en ant woordde niets. „Heeft hy u iets van my gezegd, tante Caroline?" vroeg Millicent, met tranen in de stem. Lady Cantourne legde haar brief ter zyde. „Neen," antwoordde zy aarzelend, „maar ik denk, dat er dingen zyn, die hy niet begrypt." „Dingen? Lady Cantourne keek haar aan. „Guy Oscard, byvoorbeeld," hernam ze, „dat begryp ik ook niet best, Millicent." Het meisje keerde zich ongeduldig om. Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1