N9. 10916 Woensdag 25 September. A9. 1895 t§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 24 September. Feuilleton. Met scherpe wapenen. LEIDSCH DAG-BLAB. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1-40. Afzonderlijke Nommors0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17{. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Officiëeie Kennisgevingea. Op dc secretarieën der gemeen tan Zoetermeer en Zegwaard ziju vau 21 tot on met 28 September a. e. ter lezing uedcrgelegd het rogister van inschrijving en de daaruit opgemaakte alphahetieche Daamlrjst van de in d t jaar voor do lichting van het volgend Jaar oor de Nationalo Militie ingeechrevenen. 's Ryks Ethnographisch Museum heeft van prof. K. Martin alhier do navolgende voorwerpen, herkomstig v.an Boeroe en Ceram, ten geschenke ontvangen: 3 schilden, 1 kle wang, 1 lans, 1 guitaar, 1 wandelstok, 1 amulet, 1 bamboezen tokkelinstrument, 22 pylen, 1 werpspies, 4 bogen, 1 bamboezen kokertje, 1 bamboezen lanspunt, 3 gordels van boomschors, 2 gevlochten gordels, 1 bee- nen kalkspatel, 1 hoofdband, 1 bamboezen kam, 2 armringen, 1 voetbal van rotan, 2 armban den, 1 gevlochten tasch, 6 halskettingen, 1 kalkkalebas, 1 bijl, 1 sagoklopper. Aan den schenker is de dank der Regeering betuigd. De 1ste luit. Methorst, van het 2de reg. veld-art. in Den Haag, wordt na afloop zyner detacheering by de school te Bergen-op- Zoom, overgeplaatst by de 6de battery van genoemd regiment te Leiden. Do Nederlandsche mail, met berichten uit Batavia van 16 tot 20 Aug., kan bier 26 dezer worden verwacht. Op het drietal voor predikant by de Ned.-Herv. gemeente te Haarlem komt ds. J. J. Van den Broek, te Noordwjjkerhout, voor als No twee. Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-Herv. gemeente to Kollumerzwaag door den heer C. J. H. Verweys, cand. te Leiden. By de Ned.-Herv. gem. te Wemeldinge is beroepen dr. F. J. Los, predikant te Bruchem en Kerkwyk. Het voornemen bestaat om muntbiljetten van 10 te doen aanmaken, ten einde te kunnen overgaan tot de intrekking van 1 millioen aan muntbiljetten van ƒ50, welke veel minder in trek zyn, en het in omloop brengen in de plaats daarvan van muntbiljet ten van ƒ10, tot geiyk nominaal bedrag. Door het Dagelyksch Bestuur van het Nederlandsch Landbouw-Comité is een com missie benoemd tot onderzoek van het vraag stuk: „beschermende rechten voor landbouw producten". Deze commissie bestaat uit de heeren: H. F. Bultman, voorzitter, dr. G. W. Bruinsma, J. K. Rienks, J. Rinkes Borger, mr. P. H. A. Tydeman, J. J. Van Weel en D. Fontein de Jong. Tot aanvulling van het personeel der irrondissements-rechtbank te 's-Gravenhage met twee rechters, is op de begrooting van Justitie voor 1896 een som van ƒ6000 uit getrokken. In plaats van voor vier, gollik in het loopende jaar, zal in 1896 voer zes artsen gelegenheid bestaan om tot officier van ge zondheid 2de kl. by het leger h. t. 1. te wor den benoemd, tegen genot eener premie van ƒ2500 ieder. In 1896 wordt een begin gemaakt met de aanschaffing van rookzwak buskruit voor ds veldartillerie. In plaats van door twee referendarissen en drie commiezen van Staat, bestaat bet voornemen de afdeelingen van den Raad van State te doen bystaan door drie referendarissen en twee commiezen van Staat. Te Utrecht zyn in het „Hotel des Pays- Bas" aangekomen de vorstin Windisch-Gr&tz met vier dochters en groot gevolg. In 1896 zullen geeneadspirant-administra- teurs bfi de marine in opleiding toegelaten worden. Evenals zulks geschied is by de admi nistratie der directe belastingen, zullen Ryks- klerken worden aangesteld by de directiën en inspectiën der registratie en domeinen, by ontvangers dier middelen, by hypotheek bewaarders en by de directie dor Staats- lotery, hunne bezoldigingen te betalen door de ambtenaren, by wie zy werkzaam zyn, door korting op de bureelkosten, enz. Naar men verneemt, is baron Ch. Von Braun, laatstelyk secretaris der legatie van Oostenrijk-Hongarye te 's Gravenhage, be noemd tot commandeur der orde van Oranje- Nassau. Door de leden der Hollandsche Maat- schappy van Landbouw, afdeeling Zoetermeer, Zegwaard en Omstreken, zal heden, Dinsdag 24 September, te zeven uren precies, ten huize by den heer E. Ooms, te Zegwaard, eene vergadering worden gehouden ter be spreking van de oprichting van een land- touwcursus, uitgaande van die afdeeling. De kansen staan, volgens den schryver der Haagsche kroniek in de „N. Gr. Ct.," mooi voor een spoedige behandeling van het kiesrecht. De Indische noch de Staatsbegroo- ting zullen dit jaar heel veel werk gevende millioenenspeech is er ook op berekend om langdurige finantiëöle beschouwingen af te snyden; voor koloniale, sociale en andere debatten bestaat in de gegeven omstandig heden aanleiding noch lust. Als dus 't adres van antwoord achter den rug is en het onderzoek van de Indische on de StaatsbegrootiDg en de overige aanhangig ge maakte voordrachten is afgeloopen dat kan, met gemak, vóór htt einde dezer maand het geval zyn, schynt de bedoeling te wezen om zonder of met een heel kort recès, de workzaamheden voort to zetten en de per- soneele belasting in October af te doen. Dan zal er nog tyd te over zyn om lang vóór Kerstmis met de begrootingen gereed te komen, zóó dat ditmaal eens weer een ge regelde toestand in het leven treedt en ook de Eerste Kamer vóór het nieuwe jaar de budgetten zal kunnen behandelen. Daarheen schynt men het en het verdient alle hulde en warme ondersteuning te willen leiden. Gelukt dit, dan zou de Tweede Kamer van ongoveer half December tot begin Februari dus een zes weken vacantie krygen en in die maand van 1896 terugkeeren om de kieswet te behandelen, aan de voorbereiding waarvan men ook van plan schynt, nevens alle zorg, tevens eenigen spoed te besteden. De minister van koloniën heeft bepaald, dat voortaan ook eervol ontslagen, doch niet gepensionneerde koloniale landsdienaren tyde- lyk by het departement werkzaam kunnen worden gesteld. De heer De Burenstam, sedert 16 Juli 1884 buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van Zweden en Noorwegen aan ons Hof, is Zondagavond te 's-Gravenhage in het „Hotel den Ouden Doelen" aangekomen tot aanbieding van zyne brieven van terugroeping, waartoe H. M. de Regentes hem gisterna middag audiëntie verleende. De afgetreden gezant nam daarna deel aan het diner ten Hove. Zyn opvolger, graaf De Gyldenstolpe, zal met 1 November zyne be trekking aanvaarden. De Koningin-Regentes heeft den heer De BureBstam benoemd tot ridder-grootkruis in de orde van den Nederlandschen Leeuw. De heer B. H. De Waal, consul generaal der Nederlanden te Kaapstad, keerde gisteren van verlof hier te lande naar zyn post terug. Het vertrek der Koninginnen van Den Haag naar het Loo is bepaald op Yrydag- voormiddag omstreeks 10 uren. De Koningin- Regentes bezocht gisternamiddag bet krank zinnigengesticht onder Loosduinen. Door don heer Bernard Polot, onlangs te Tilburg overleden, zyn aan verschillende aldaar bestaande geestelyke inrichtingen geldelyke giften geschonken; o. a. is aan het zangkoor der parochie „'tHeike", waarvan by directeur was, een som van 15,000 gelegateerd voor den aankoop van een nieuw orgel. Op uitnoodiging van den Nymeegschen gemeenteraad heeft zich een commissie ge vormd om een onderzoek in te stellen naar de wyze, waarop de Karolingische Kapel op het Valkhof op de beste wyze kan worden ge restaureerd en in de toekomst bewaard. Die commissie bestaat uit de heeren prof. Reu- sens, te Leuven, pastoor Van Heukelom, te Jutfaas, dr. W. Pleyte, te Leiden, B. Schrant en J. J. Weve, te Nymegen. Gisteravond kwamen zy voor het eerst in eon der zalen van het Stadhuis byeen, alwaar deze heeren door de Oudheidkundige Commissie werden geïnstalleerd. Het onderzoek zal waarschyn- lyk eenige dagen duren en het resultaat der bevindingen in een rapport aan den Raad worden neergelegd. De kapiteins W. A. T. De Meester, werkzaam by het departement van oorlog, jhr. A. H. M. M. Van Pabst van Bingerden, van het 5de regiment infanterie, en R. A. Jackson, van het 1ste reg. infanterie, en de lste luitenants G. G. A. Hesselink en C. P. Koene, resp. van het 4de en 5de reg. infanterie, zyn allen overgeplaatst by het reg. grenadiers en jagers te 's Gravenhage. Uit een mededeeling in „De Tyd" blykt dat de giften, by het blad voor een gedoDk teeken op het graf van dr. Nuyens ingekomen, tot heden onvoldoende zyn om gevolg te geven aan het plan. „De Tyd" zou gaarne zien dat eenige katholieken van naam zich tot een commissie vormden, en is bereid de door bare administratie ontvangen giften aan deze af te dragen. Naar vernomen wordt, zal de burge meester van Zandvoort, de heer B. T. A. Westerouen van Meeteren, met ingang van 1 November a. s., eervol ontslag aanvragen. De internationale telepboonlyn Rotter dam—Antwerpen zal vermoedeiyk den 2den October a. s. in gebruik genomen worden Het eerste gesprek zal waarschynlyk tusschen den burgemeester van Rotterdam en dien van Antwerpen gevoerd worden. Te Oosterwyk wordt een nieuwe kerk ge bouwd naar de plannen van dr. P. J. H. Cuypers, onder hoofdtoezicht van zyn zoon den hoer Joseph Cuypers. De aannemingssom bedraagt 138,000. De kerk, die opgetrokken wordt in Gothi- schen styl der 13de eeuw, is eene navolging van de kerk te Trier, welke echter kleiner is. De plattegrond is byna eivormig; do binnen- werksche lengte is 50.16 M., de breedte in het transept 37.92 M., terwyl de hoogte tot de nok 27.50 M. bedraagt. De muren der zybeuken zyn 8.82 M. en die van het middenschip 18 82 M. hoog, ter wyl eindelyk de toren, met vier hoektorentjes of wachters en aan vier zydon van een wyzer- plaat voorzien, een hoogte zal bereiken van 63.40 M. Het voornaamste materiaal is baksteen met groote verscheidenheid van profielen; alleen zyn de vier zware kolommen, die den toren dragen, van Dillingersteen en de kapiteelen gebeeldhouwd in verschillende dessins van Uedelfangersteen. De binnenzyde der kerk wordt geheel ge metseld van roodo verblindsteen en als voeg werk behandeld, waarby de gemetselde ge welven van gelen IJselsteen eon aangename afwisseling voor het oog zyn. De Staatscourant van 24 dezer bevat de by koninkiyk besluit goedgekeurde statuten van de „Vereeniging tot bestryding der bedelary", te Wilnis. Zy gaat uit van de overtuiging, dat het bedelen, ter wille van de behoeftigen, moet worden bestreden, omdat het de armoede vermeerdert en den arme zede- ïyk verlaagt. Zy tracht haar doel te be reiken door: a. geen giften meer aan vreem delingen uit te reiken; b. gedurende den winter, zoo nooaig, in de behoeften van eigen ingezetenen te voorzien door werk verschaffing of op zoodanige andere wyze als zal biyken gewenscht te zyn en het fonds der vereeniging toelaat. Zy tracht door de wyze, waarop zy helpt, het peil van het maatschap- peiyk zedelyk leven der behoeftigen te ver- hoogen. Als bestuursleden treden op de heeren J. Lakeman, W. Van Sevenhoven, A. Tip, P. Do Graaf en C. Do Vries. Telken jare wordt ééne ledenvergadering gehouden en wel in de maand Sept. of Oct. tot: o. bespreking van de plannen voor den a. s. winter; b. het vast stellen der rekening over het afgeloopen jaar; c. het opmaken der begrooting voor het vol gende jaar; d. het uitbrengen van rapport over het afgeloopen jaar, en e. de verkiezing van leden van het bestuur. De vereeniging is aangegaan voor een tjjdvak van 29 jaren, gerekend van 31 Juli 1895. Het stoomschip „Maasdam" vertrok 21 Sept. van Nieuw York naar Rotterdam „Salak" arriveerde 22 Sept. van Rotterd m te Batavia; de „Borneo", van Batavia mini Rotterdam, arriveerde 23 Sept. te Suez; do „Laertes", van Amsterdam en Liverpool n?ar Java, arriveerde vóór 23 Sept. te Sin^ pore de „Prins "Willem I" arriveerde 21 Sepi. «a.i Amsterdam te Paramaribo; de „Prins Willem III" vertrok 23 Sept. van Paramaribo n;. r Amsterdam; de „Titan", van Java naar Am sterdam, passotrde 23 Sept. Suez. De gewone audiënties van de ministers van ooi log en financiën op 26 en van den minister van marine op 27 dezer zullen niet worden gehouden. By koninkiyk besluit is verleend aan G. W. De Josselin de Jong, op zyn verzoek, met ingang van 1 Dec. a. s., eervol ontslag als notaris te Zutfen. De gepensionneerde kolonel der infanterie J. L. Mulder, met ingang van 1 October a. s., benoemd tot militie-commissaris in het 2de militie-district van Friesland. Pensioen verleend aanJ. Beukers, 58 K. E. Sybenga, ƒ128; A. Van Dyk, 529; A. Van der Zwet ƒ152 'sjaars. Het vertrek van den lieer Nardi. „Le Refuge" van 20 September jl.f het orgaan der Evangelische Waalsche Kerken in Nederland, bevat onder het opschrift „Vertrek van den heer Nardi" het volgende artikeltje van de hand des heeren C. S. Lacheret: Dominee Nardi, predikant by de Waalsche gemeente, zal Leiden op het oind van Sep tember verlaten, om zich te gaan vestigen te Genève, waar hy, alvorens naar Holland te komen, het ambt van predikant bekleedde. Te Leiden laat hy aan zyn talryke vrienden kostbare en duurzame herinneringen achter. Deze vrienden, hoewel volkomen de drijfveeren tot zyn besluit begrypende, betreuren het ten zeerste een getrouw herder en leeraar te ver liezen, die met geloof en vol yver is werk zaam geweest voor de bevordering der belangen en de opbouwing hunner Kerk. Wy zyn er van overtuigd de tolk te zyn van zyn ambtgenooten der Evangelische party, als we hem hier onze oprechte erkentelykheid betuigen voor de diensten, welke by onzen verschillenden belangen bewezen heeft. Iedereen weet dat onze broeder zyn werk zaamheid ook uitstrèkte tot buiten de grenzen zyner standplaats, dat hy al onze bemoeiingen van algemeen belang steunde, eindelyk dat hy er ook de bewyzen van gegeven heeft dat eenige onzer genootschappen hem inderdaad ter harte gingen. Zoo was hy sedert verscheidene jaren lid van het comité van de Waalsche Evangelische Conferentie, wier vergaderingen hy geregeld bywoonde en aan welker jaariyksche byeen- komsten hy zeer yverig deelnam. Vooral aan hem is het te danken dat de conferentie te Leiden in 1892 zoo boven alle verwachting slaagde. De heer Nardi is ook sedert het laatste jaar lid geworden van het comité- Dunkerque, waarmee hy veel op had en waarvoor hy herhaalde malen collecteer-reizen ondernam. Als voorzitter van het comité stellen 69) Durnovo schudde weldra Jozef de hand, terwyl Guy Oscard met welgevallen naar hem keekmaar boven alles las hij een haitelyk welkom op de grynzende, goedige, zwarte ge zichten, die zich achter Durnovo's rug ver toonden. Dien avond kon men weer hooren lachen in het kamp; voor het eerst sedert weken, neen, maanden 1 Volgens het verhaal, dat Jozef voor die zwarte bewonderaars opdischte, was by met de vrouweü, de kinderen en verdere familie, die velen hunner te Loango of op de ku8t hadden achtergelaten, op den meest ge- meenzamen voet geweest. Van den een kende hy de moeder, van een ander het liefje, en hy moest hun bekennen, dat by nu eenmaal niet wilde trouwen; anders was hy zeker voor de rest van zyn leven te LoaDgo gebleven. Vreemd genoeg, bracht hy niets dan goed nieuws mede. Durnovo hoorde hoe die tongen in beweging kwamen, un Guy Oscard, die, in zyn veldstoel geziten, bedaard zyn pypje rookte, bemerkte, dat die drukte hem niet aangenaam scheen te zyn. Jozefs komst met tien man zette bloed aan, en bet werk vorderde nu zóó snel, dat Guy Oscards tent wel wat erg werd opge vuld met de zorgvuldig verpakte Simiacine. Zoo ging alles stil zyn gang, gedurende twee weken. „Laten we," dus had Oscard gezegd, „eerst den oogst binnenhalen; daarna kunnen we onze plannen voor de toekomst maken." Terwyl nu aan den oogst de noodige zorg werd gewyd, sloegen de beide mannen, van wie de een door vrees, de ander door ge negenheid trachtte te leiden, elkander oplettend gade. Eens op een avond, toen het werk was afgeloopen, werd Oscard in zyn overdenkingen gestoord door den klank van toornige stemmen achter in het kamp der inboorlingen. Natuur- lyk begaf hy zich naar Durnovo's tent. Hy was afwezig. Nu eens verhieven de stemmen zich, dan weer daalden zyen daarby voegde zich eön zonderling gegons, zooals Oscard zich niet herinnerde vroeger ooit gehoord te hebben. Het was het geluid van een oproerige men- schenma8sa, en geen geluid is daarby te ver- gelyken, zóó verontrustend. Oscard luisterde oplettend en eensklaps sprong hy oper werd een pistool afge schoten I Op hetzelfde oogenblik trad ook Jozef van achter de tenten te voorschyn, iemand by den kraag medesleepende. Zyn slachtoffer was niet meer op de been, maar schopte en verzette zich uit alle macht. Opnieuw zag Guy Oscard een schot flikkeren, blykbaar op zeer geringen afstand van Jozef gelaat. Maar deze spuwde een vuile prop uit en sleepte een man mede, aan wiens kleeding Oscard terstond Durnovo herkende. „"Wou jy zoo eens op my schieten, jy, vervloekte, smerige chocolade-vogel? Dat zal ik je leerenl Ik zal je dien bruinen nek eens lekkertjes omdraaien." Hy schudde hem. zooals een terrier een rat schudt, en er schenen allerlei dingen van zyn prooi af te vallen, onder andore een revolver, die oen cirkel in de lucht beschreef en zwaar op den grond neerkwam, waar door den schok de cartouches afgingen „Daar, mynheer," schreeuwde Jozef, terwyl hy Durnovo letterlyk voor Oscards voeten neersmeet, „die kerel heeft me daar-net zoo'n armen stakkerd van een neger neergeschoten 1" Durnovo stond langzaam ophet schudden scheen hem een oogenblik versuft te hebben. „En de man had hem niets gedaan. Hy had een hekel aan hem I Dat heb ik al lang opge merkt. Die man hield meer van my en wy verstonden mekaars taaltje. Dat is het; hy was bang, dat ik dingen zou komen t9 hooren, die ik liever niet moest weten. De man heeft hem niets gedaan I En Durnovo komt me daar aan, scheldt hem uit, begiDt hem te slaan, en daar komt opeens zyn revolver voor den dag en hy schiet hem neerl" Op Durnovo's gezicht vertoonde zich een leeiyke lach. Hy had zyn kleeren weer in orde gebracht en klopte nu het vuil van zyn knieën. „Stel je toch zoo mal niet aan 1" sprak hy met een sissende stem; „jy hebt niets geen verstand van die inboorlingen. De man wou me te lijf. Hy zou my hebben gedood, als ik hem niet vóór was geweest. Ik moest wel op hem schieten. Je kunt dat volk alleen door vrees er onder houden. Ze verwachten niet anders." „Natuuriyk verwachten ze niet anders," schreeuwde Jozef hem toe; „natuuriyk, myn heer Durnovo." „"Waarom?" „Het zyn immers slaven? Denk je, dat ik het niet weet?" Hy wendde zich tot Oscard. „Deze man, mynhoer Oscard, houdt er slaven op na. Die veertig, die te Msala by ons kwamen, waren slavenHy heeft er nu twee van doodgeschoten. Die daar was de tweedel Waarom zou hy niet? Het zyn zyn eigen slavenl Je moest je schamenhierby wendde hy zich tot Durnovo. „Het verwondert me, dat Gods hand je niet treft 1" Oscard had zyn pyp uit den mond genomen. Hy scheen grooter dan ooit. Zyn verbrand gelaat was vaal geworden; zyn blauwe oogen waren donker 6D vertoonden een metaalglans. Die ver8chnkkeiyke, langzaam opkomende - toorn van den man uit het Noorden deed Durnovo den adem inhouden. Dat was zoo heel anders dan de plotseling opbruisende hartstocht van den man van het Zuiden. „Is dat waar?" vroeg Oscard. „Het is natuuriyk gelogen l" antwoordde Durnovo, zyn schouders ophalende. Hy maakte zich gereed om naar zyn tent terug te keeren, maar Oscard greep hem. ZQn groote, bruine hand kwam zwaar neer op den schouder van den kleurling. „Biyfl" zeide hy. „Daar moet ik het myne van hebben!" „Goed zoo," mompelde Jozef, zich de handen wryvende; „dat is kostelyk." „Ga je gang!" voegde Oscard hem toe. „Waar," ging nu Jozef voort, „is het loon gebleven, dat aan die mannen werd uitbetaald Waar is de premie gebleven, die mynheer Meredith voor die mannen te Msala heeft moeten betalen? Niet zóóveel hebben ze er van gezien 1 En waarom niet? Wel, het waren slavenl Vyftien maanden voor vyftig pond; het is gemakkelyk uit te rekenen. Dat is nu de eerste zwendelary en er zyn er meer o nog veel raeerl Die man op Durnovo wyzende is eon echte stinkende poel van misdaad, maar met zyn slavenhouden alleen heeft by al best verdiend fijngehakt te wor den. Laat dat nu eens aan my overl" „Laten wy de mannen eens hier roepen en hooreD, wat zy te zeggen hebben," zeide Oscard op dienzelfden doffen toon, die Dur novo al zoo'n schrik had aangejaagd. „Gy niet!" ging hy voort, Durnovo tegen houdende; „Jozef zal ze wel willen roepen." Zoo verschenen de veertig, eigenlyk de zeven en dertig overlevenden, want één was onderweg gestorven en twee waren vermooid geworden. Het waren vreedzame, schuchtere mannen; al wat manneiyk mag heeten scheen wel in hen uitgedoofd te zyn, en langzaam, woord voor woord, moest men hun treurige geschie denis hun ontlokken. Jozef kende hun taal een beetje en één van de mannen, hun aan voerder, sprak een dialect, dat aan Oscard niet geheel onbekend was. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1