N9. 10916
Woensdag 25 September.
A9. 1895
t§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 24 September.
Feuilleton.
Met scherpe wapenen.
LEIDSCH
DAG-BLAB.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1-40.
Afzonderlijke Nommors0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17{. Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Officiëeie Kennisgevingea.
Op dc secretarieën der gemeen tan Zoetermeer en
Zegwaard ziju vau 21 tot on met 28 September a. e.
ter lezing uedcrgelegd het rogister van inschrijving
en de daaruit opgemaakte alphahetieche Daamlrjst
van de in d t jaar voor do lichting van het volgend
Jaar oor de Nationalo Militie ingeechrevenen.
's Ryks Ethnographisch Museum heeft
van prof. K. Martin alhier do navolgende
voorwerpen, herkomstig v.an Boeroe en Ceram,
ten geschenke ontvangen: 3 schilden, 1 kle
wang, 1 lans, 1 guitaar, 1 wandelstok, 1
amulet, 1 bamboezen tokkelinstrument, 22
pylen, 1 werpspies, 4 bogen, 1 bamboezen
kokertje, 1 bamboezen lanspunt, 3 gordels
van boomschors, 2 gevlochten gordels, 1 bee-
nen kalkspatel, 1 hoofdband, 1 bamboezen kam,
2 armringen, 1 voetbal van rotan, 2 armban
den, 1 gevlochten tasch, 6 halskettingen, 1
kalkkalebas, 1 bijl, 1 sagoklopper. Aan den
schenker is de dank der Regeering betuigd.
De 1ste luit. Methorst, van het 2de reg.
veld-art. in Den Haag, wordt na afloop zyner
detacheering by de school te Bergen-op-
Zoom, overgeplaatst by de 6de battery van
genoemd regiment te Leiden.
Do Nederlandsche mail, met berichten
uit Batavia van 16 tot 20 Aug., kan bier 26
dezer worden verwacht.
Op het drietal voor predikant by de
Ned.-Herv. gemeente te Haarlem komt ds.
J. J. Van den Broek, te Noordwjjkerhout,
voor als No twee.
Bedankt is voor het beroep naar de
Ned.-Herv. gemeente to Kollumerzwaag door
den heer C. J. H. Verweys, cand. te Leiden.
By de Ned.-Herv. gem. te Wemeldinge
is beroepen dr. F. J. Los, predikant te Bruchem
en Kerkwyk.
Het voornemen bestaat om muntbiljetten
van 10 te doen aanmaken, ten einde te
kunnen overgaan tot de intrekking van 1
millioen aan muntbiljetten van ƒ50, welke
veel minder in trek zyn, en het in omloop
brengen in de plaats daarvan van muntbiljet
ten van ƒ10, tot geiyk nominaal bedrag.
Door het Dagelyksch Bestuur van het
Nederlandsch Landbouw-Comité is een com
missie benoemd tot onderzoek van het vraag
stuk: „beschermende rechten voor landbouw
producten".
Deze commissie bestaat uit de heeren: H.
F. Bultman, voorzitter, dr. G. W. Bruinsma,
J. K. Rienks, J. Rinkes Borger, mr. P. H.
A. Tydeman, J. J. Van Weel en D. Fontein
de Jong.
Tot aanvulling van het personeel der
irrondissements-rechtbank te 's-Gravenhage
met twee rechters, is op de begrooting van
Justitie voor 1896 een som van ƒ6000 uit
getrokken.
In plaats van voor vier, gollik in het
loopende jaar, zal in 1896 voer zes artsen
gelegenheid bestaan om tot officier van ge
zondheid 2de kl. by het leger h. t. 1. te wor
den benoemd, tegen genot eener premie van
ƒ2500 ieder.
In 1896 wordt een begin gemaakt met
de aanschaffing van rookzwak buskruit voor
ds veldartillerie.
In plaats van door twee referendarissen
en drie commiezen van Staat, bestaat bet
voornemen de afdeelingen van den Raad van
State te doen bystaan door drie referendarissen
en twee commiezen van Staat.
Te Utrecht zyn in het „Hotel des Pays-
Bas" aangekomen de vorstin Windisch-Gr&tz
met vier dochters en groot gevolg.
In 1896 zullen geeneadspirant-administra-
teurs bfi de marine in opleiding toegelaten
worden.
Evenals zulks geschied is by de admi
nistratie der directe belastingen, zullen Ryks-
klerken worden aangesteld by de directiën en
inspectiën der registratie en domeinen, by
ontvangers dier middelen, by hypotheek
bewaarders en by de directie dor Staats-
lotery, hunne bezoldigingen te betalen door
de ambtenaren, by wie zy werkzaam zyn, door
korting op de bureelkosten, enz.
Naar men verneemt, is baron Ch. Von
Braun, laatstelyk secretaris der legatie van
Oostenrijk-Hongarye te 's Gravenhage, be
noemd tot commandeur der orde van Oranje-
Nassau.
Door de leden der Hollandsche Maat-
schappy van Landbouw, afdeeling Zoetermeer,
Zegwaard en Omstreken, zal heden, Dinsdag
24 September, te zeven uren precies, ten
huize by den heer E. Ooms, te Zegwaard,
eene vergadering worden gehouden ter be
spreking van de oprichting van een land-
touwcursus, uitgaande van die afdeeling.
De kansen staan, volgens den schryver
der Haagsche kroniek in de „N. Gr. Ct.,"
mooi voor een spoedige behandeling van het
kiesrecht. De Indische noch de Staatsbegroo-
ting zullen dit jaar heel veel werk gevende
millioenenspeech is er ook op berekend om
langdurige finantiëöle beschouwingen af te
snyden; voor koloniale, sociale en andere
debatten bestaat in de gegeven omstandig
heden aanleiding noch lust.
Als dus 't adres van antwoord achter den
rug is en het onderzoek van de Indische on de
StaatsbegrootiDg en de overige aanhangig ge
maakte voordrachten is afgeloopen dat kan,
met gemak, vóór htt einde dezer maand het
geval zyn, schynt de bedoeling te wezen
om zonder of met een heel kort recès, de
workzaamheden voort to zetten en de per-
soneele belasting in October af te doen. Dan
zal er nog tyd te over zyn om lang vóór
Kerstmis met de begrootingen gereed te
komen, zóó dat ditmaal eens weer een ge
regelde toestand in het leven treedt en ook
de Eerste Kamer vóór het nieuwe jaar de
budgetten zal kunnen behandelen. Daarheen
schynt men het en het verdient alle hulde
en warme ondersteuning te willen leiden.
Gelukt dit, dan zou de Tweede Kamer van
ongoveer half December tot begin Februari
dus een zes weken vacantie krygen en in
die maand van 1896 terugkeeren om de
kieswet te behandelen, aan de voorbereiding
waarvan men ook van plan schynt, nevens
alle zorg, tevens eenigen spoed te besteden.
De minister van koloniën heeft bepaald,
dat voortaan ook eervol ontslagen, doch niet
gepensionneerde koloniale landsdienaren tyde-
lyk by het departement werkzaam kunnen
worden gesteld.
De heer De Burenstam, sedert 16 Juli
1884 buitengewoon gezant en gevolmachtigd
minister van Zweden en Noorwegen aan ons
Hof, is Zondagavond te 's-Gravenhage in het
„Hotel den Ouden Doelen" aangekomen tot
aanbieding van zyne brieven van terugroeping,
waartoe H. M. de Regentes hem gisterna
middag audiëntie verleende.
De afgetreden gezant nam daarna deel aan
het diner ten Hove. Zyn opvolger, graaf De
Gyldenstolpe, zal met 1 November zyne be
trekking aanvaarden.
De Koningin-Regentes heeft den heer De
BureBstam benoemd tot ridder-grootkruis in
de orde van den Nederlandschen Leeuw.
De heer B. H. De Waal, consul generaal
der Nederlanden te Kaapstad, keerde gisteren
van verlof hier te lande naar zyn post terug.
Het vertrek der Koninginnen van Den
Haag naar het Loo is bepaald op Yrydag-
voormiddag omstreeks 10 uren. De Koningin-
Regentes bezocht gisternamiddag bet krank
zinnigengesticht onder Loosduinen.
Door don heer Bernard Polot, onlangs te
Tilburg overleden, zyn aan verschillende aldaar
bestaande geestelyke inrichtingen geldelyke
giften geschonken; o. a. is aan het zangkoor
der parochie „'tHeike", waarvan by directeur
was, een som van 15,000 gelegateerd voor
den aankoop van een nieuw orgel.
Op uitnoodiging van den Nymeegschen
gemeenteraad heeft zich een commissie ge
vormd om een onderzoek in te stellen naar de
wyze, waarop de Karolingische Kapel op het
Valkhof op de beste wyze kan worden ge
restaureerd en in de toekomst bewaard. Die
commissie bestaat uit de heeren prof. Reu-
sens, te Leuven, pastoor Van Heukelom, te
Jutfaas, dr. W. Pleyte, te Leiden, B. Schrant
en J. J. Weve, te Nymegen. Gisteravond
kwamen zy voor het eerst in eon der zalen
van het Stadhuis byeen, alwaar deze heeren
door de Oudheidkundige Commissie werden
geïnstalleerd. Het onderzoek zal waarschyn-
lyk eenige dagen duren en het resultaat der
bevindingen in een rapport aan den Raad
worden neergelegd.
De kapiteins W. A. T. De Meester,
werkzaam by het departement van oorlog,
jhr. A. H. M. M. Van Pabst van Bingerden,
van het 5de regiment infanterie, en R. A.
Jackson, van het 1ste reg. infanterie, en de
lste luitenants G. G. A. Hesselink en C. P.
Koene, resp. van het 4de en 5de reg. infanterie,
zyn allen overgeplaatst by het reg. grenadiers
en jagers te 's Gravenhage.
Uit een mededeeling in „De Tyd" blykt
dat de giften, by het blad voor een gedoDk
teeken op het graf van dr. Nuyens ingekomen,
tot heden onvoldoende zyn om gevolg te
geven aan het plan. „De Tyd" zou gaarne
zien dat eenige katholieken van naam zich
tot een commissie vormden, en is bereid de
door bare administratie ontvangen giften aan
deze af te dragen.
Naar vernomen wordt, zal de burge
meester van Zandvoort, de heer B. T. A.
Westerouen van Meeteren, met ingang van 1
November a. s., eervol ontslag aanvragen.
De internationale telepboonlyn Rotter
dam—Antwerpen zal vermoedeiyk den 2den
October a. s. in gebruik genomen worden
Het eerste gesprek zal waarschynlyk tusschen
den burgemeester van Rotterdam en dien van
Antwerpen gevoerd worden.
Te Oosterwyk wordt een nieuwe kerk ge
bouwd naar de plannen van dr. P. J. H.
Cuypers, onder hoofdtoezicht van zyn zoon
den hoer Joseph Cuypers. De aannemingssom
bedraagt 138,000.
De kerk, die opgetrokken wordt in Gothi-
schen styl der 13de eeuw, is eene navolging
van de kerk te Trier, welke echter kleiner is.
De plattegrond is byna eivormig; do binnen-
werksche lengte is 50.16 M., de breedte in het
transept 37.92 M., terwyl de hoogte tot de
nok 27.50 M. bedraagt.
De muren der zybeuken zyn 8.82 M. en
die van het middenschip 18 82 M. hoog, ter
wyl eindelyk de toren, met vier hoektorentjes
of wachters en aan vier zydon van een wyzer-
plaat voorzien, een hoogte zal bereiken van
63.40 M.
Het voornaamste materiaal is baksteen met
groote verscheidenheid van profielen; alleen
zyn de vier zware kolommen, die den toren
dragen, van Dillingersteen en de kapiteelen
gebeeldhouwd in verschillende dessins van
Uedelfangersteen.
De binnenzyde der kerk wordt geheel ge
metseld van roodo verblindsteen en als voeg
werk behandeld, waarby de gemetselde ge
welven van gelen IJselsteen eon aangename
afwisseling voor het oog zyn.
De Staatscourant van 24 dezer bevat de
by koninkiyk besluit goedgekeurde statuten
van de „Vereeniging tot bestryding der
bedelary", te Wilnis. Zy gaat uit van de
overtuiging, dat het bedelen, ter wille van de
behoeftigen, moet worden bestreden, omdat
het de armoede vermeerdert en den arme zede-
ïyk verlaagt. Zy tracht haar doel te be
reiken door: a. geen giften meer aan vreem
delingen uit te reiken; b. gedurende den
winter, zoo nooaig, in de behoeften van
eigen ingezetenen te voorzien door werk
verschaffing of op zoodanige andere wyze als
zal biyken gewenscht te zyn en het fonds der
vereeniging toelaat. Zy tracht door de wyze,
waarop zy helpt, het peil van het maatschap-
peiyk zedelyk leven der behoeftigen te ver-
hoogen. Als bestuursleden treden op de heeren
J. Lakeman, W. Van Sevenhoven, A. Tip,
P. Do Graaf en C. Do Vries. Telken jare wordt
ééne ledenvergadering gehouden en wel in de
maand Sept. of Oct. tot: o. bespreking van
de plannen voor den a. s. winter; b. het vast
stellen der rekening over het afgeloopen jaar;
c. het opmaken der begrooting voor het vol
gende jaar; d. het uitbrengen van rapport over
het afgeloopen jaar, en e. de verkiezing van
leden van het bestuur. De vereeniging is
aangegaan voor een tjjdvak van 29 jaren,
gerekend van 31 Juli 1895.
Het stoomschip „Maasdam" vertrok 21
Sept. van Nieuw York naar Rotterdam
„Salak" arriveerde 22 Sept. van Rotterd m
te Batavia; de „Borneo", van Batavia mini
Rotterdam, arriveerde 23 Sept. te Suez; do
„Laertes", van Amsterdam en Liverpool n?ar
Java, arriveerde vóór 23 Sept. te Sin^ pore
de „Prins "Willem I" arriveerde 21 Sepi. «a.i
Amsterdam te Paramaribo; de „Prins Willem
III" vertrok 23 Sept. van Paramaribo n;. r
Amsterdam; de „Titan", van Java naar Am
sterdam, passotrde 23 Sept. Suez.
De gewone audiënties van de ministers
van ooi log en financiën op 26 en van den
minister van marine op 27 dezer zullen niet
worden gehouden.
By koninkiyk besluit is verleend aan G.
W. De Josselin de Jong, op zyn verzoek, met
ingang van 1 Dec. a. s., eervol ontslag als
notaris te Zutfen.
De gepensionneerde kolonel der infanterie
J. L. Mulder, met ingang van 1 October a. s.,
benoemd tot militie-commissaris in het 2de
militie-district van Friesland.
Pensioen verleend aanJ. Beukers, 58
K. E. Sybenga, ƒ128; A. Van Dyk, 529;
A. Van der Zwet ƒ152 'sjaars.
Het vertrek van den lieer Nardi.
„Le Refuge" van 20 September jl.f het
orgaan der Evangelische Waalsche Kerken in
Nederland, bevat onder het opschrift „Vertrek
van den heer Nardi" het volgende artikeltje
van de hand des heeren C. S. Lacheret:
Dominee Nardi, predikant by de Waalsche
gemeente, zal Leiden op het oind van Sep
tember verlaten, om zich te gaan vestigen te
Genève, waar hy, alvorens naar Holland te
komen, het ambt van predikant bekleedde.
Te Leiden laat hy aan zyn talryke vrienden
kostbare en duurzame herinneringen achter.
Deze vrienden, hoewel volkomen de drijfveeren
tot zyn besluit begrypende, betreuren het ten
zeerste een getrouw herder en leeraar te ver
liezen, die met geloof en vol yver is werk
zaam geweest voor de bevordering der belangen
en de opbouwing hunner Kerk.
Wy zyn er van overtuigd de tolk te zyn
van zyn ambtgenooten der Evangelische party,
als we hem hier onze oprechte erkentelykheid
betuigen voor de diensten, welke by onzen
verschillenden belangen bewezen heeft.
Iedereen weet dat onze broeder zyn werk
zaamheid ook uitstrèkte tot buiten de grenzen
zyner standplaats, dat hy al onze bemoeiingen
van algemeen belang steunde, eindelyk dat
hy er ook de bewyzen van gegeven heeft dat
eenige onzer genootschappen hem inderdaad
ter harte gingen.
Zoo was hy sedert verscheidene jaren lid
van het comité van de Waalsche Evangelische
Conferentie, wier vergaderingen hy geregeld
bywoonde en aan welker jaariyksche byeen-
komsten hy zeer yverig deelnam. Vooral aan
hem is het te danken dat de conferentie te
Leiden in 1892 zoo boven alle verwachting
slaagde. De heer Nardi is ook sedert het
laatste jaar lid geworden van het comité-
Dunkerque, waarmee hy veel op had en
waarvoor hy herhaalde malen collecteer-reizen
ondernam. Als voorzitter van het comité stellen
69)
Durnovo schudde weldra Jozef de hand,
terwyl Guy Oscard met welgevallen naar hem
keekmaar boven alles las hij een haitelyk
welkom op de grynzende, goedige, zwarte ge
zichten, die zich achter Durnovo's rug ver
toonden.
Dien avond kon men weer hooren lachen
in het kamp; voor het eerst sedert weken,
neen, maanden 1 Volgens het verhaal, dat Jozef
voor die zwarte bewonderaars opdischte, was
by met de vrouweü, de kinderen en verdere
familie, die velen hunner te Loango of op de
ku8t hadden achtergelaten, op den meest ge-
meenzamen voet geweest. Van den een kende
hy de moeder, van een ander het liefje, en
hy moest hun bekennen, dat by nu eenmaal
niet wilde trouwen; anders was hy zeker voor
de rest van zyn leven te LoaDgo gebleven.
Vreemd genoeg, bracht hy niets dan goed
nieuws mede.
Durnovo hoorde hoe die tongen in beweging
kwamen, un Guy Oscard, die, in zyn veldstoel
geziten, bedaard zyn pypje rookte, bemerkte,
dat die drukte hem niet aangenaam scheen
te zyn. Jozefs komst met tien man zette bloed
aan, en bet werk vorderde nu zóó snel, dat
Guy Oscards tent wel wat erg werd opge
vuld met de zorgvuldig verpakte Simiacine.
Zoo ging alles stil zyn gang, gedurende twee
weken.
„Laten we," dus had Oscard gezegd, „eerst
den oogst binnenhalen; daarna kunnen we
onze plannen voor de toekomst maken."
Terwyl nu aan den oogst de noodige zorg
werd gewyd, sloegen de beide mannen, van
wie de een door vrees, de ander door ge
negenheid trachtte te leiden, elkander oplettend
gade. Eens op een avond, toen het werk was
afgeloopen, werd Oscard in zyn overdenkingen
gestoord door den klank van toornige stemmen
achter in het kamp der inboorlingen. Natuur-
lyk begaf hy zich naar Durnovo's tent. Hy
was afwezig. Nu eens verhieven de stemmen
zich, dan weer daalden zyen daarby voegde
zich eön zonderling gegons, zooals Oscard zich
niet herinnerde vroeger ooit gehoord te hebben.
Het was het geluid van een oproerige men-
schenma8sa, en geen geluid is daarby te ver-
gelyken, zóó verontrustend.
Oscard luisterde oplettend en eensklaps
sprong hy oper werd een pistool afge
schoten I
Op hetzelfde oogenblik trad ook Jozef van
achter de tenten te voorschyn, iemand by den
kraag medesleepende. Zyn slachtoffer was niet
meer op de been, maar schopte en verzette
zich uit alle macht. Opnieuw zag Guy Oscard
een schot flikkeren, blykbaar op zeer geringen
afstand van Jozef gelaat. Maar deze spuwde
een vuile prop uit en sleepte een man mede,
aan wiens kleeding Oscard terstond Durnovo
herkende.
„"Wou jy zoo eens op my schieten, jy,
vervloekte, smerige chocolade-vogel? Dat zal
ik je leerenl Ik zal je dien bruinen nek eens
lekkertjes omdraaien." Hy schudde hem. zooals
een terrier een rat schudt, en er schenen
allerlei dingen van zyn prooi af te vallen,
onder andore een revolver, die oen cirkel in
de lucht beschreef en zwaar op den grond
neerkwam, waar door den schok de cartouches
afgingen
„Daar, mynheer," schreeuwde Jozef, terwyl
hy Durnovo letterlyk voor Oscards voeten
neersmeet, „die kerel heeft me daar-net zoo'n
armen stakkerd van een neger neergeschoten 1"
Durnovo stond langzaam ophet schudden
scheen hem een oogenblik versuft te hebben.
„En de man had hem niets gedaan. Hy had
een hekel aan hem I Dat heb ik al lang opge
merkt. Die man hield meer van my en wy
verstonden mekaars taaltje. Dat is het; hy
was bang, dat ik dingen zou komen t9 hooren,
die ik liever niet moest weten. De man heeft
hem niets gedaan I En Durnovo komt me daar
aan, scheldt hem uit, begiDt hem te slaan, en
daar komt opeens zyn revolver voor den dag
en hy schiet hem neerl"
Op Durnovo's gezicht vertoonde zich een
leeiyke lach. Hy had zyn kleeren weer in orde
gebracht en klopte nu het vuil van zyn knieën.
„Stel je toch zoo mal niet aan 1" sprak hy
met een sissende stem; „jy hebt niets geen
verstand van die inboorlingen. De man wou
me te lijf. Hy zou my hebben gedood, als
ik hem niet vóór was geweest. Ik moest wel
op hem schieten. Je kunt dat volk alleen
door vrees er onder houden. Ze verwachten
niet anders."
„Natuuriyk verwachten ze niet anders,"
schreeuwde Jozef hem toe; „natuuriyk, myn
heer Durnovo."
„"Waarom?"
„Het zyn immers slaven? Denk je, dat ik
het niet weet?"
Hy wendde zich tot Oscard.
„Deze man, mynhoer Oscard, houdt er slaven
op na. Die veertig, die te Msala by ons
kwamen, waren slavenHy heeft er nu twee
van doodgeschoten. Die daar was de tweedel
Waarom zou hy niet? Het zyn zyn eigen
slavenl Je moest je schamenhierby wendde
hy zich tot Durnovo. „Het verwondert me,
dat Gods hand je niet treft 1"
Oscard had zyn pyp uit den mond genomen.
Hy scheen grooter dan ooit. Zyn verbrand
gelaat was vaal geworden; zyn blauwe oogen
waren donker 6D vertoonden een metaalglans.
Die ver8chnkkeiyke, langzaam opkomende -
toorn van den man uit het Noorden deed
Durnovo den adem inhouden.
Dat was zoo heel anders dan de plotseling
opbruisende hartstocht van den man van het
Zuiden.
„Is dat waar?" vroeg Oscard.
„Het is natuuriyk gelogen l" antwoordde
Durnovo, zyn schouders ophalende. Hy maakte
zich gereed om naar zyn tent terug te keeren,
maar Oscard greep hem. ZQn groote, bruine
hand kwam zwaar neer op den schouder van
den kleurling.
„Biyfl" zeide hy. „Daar moet ik het myne
van hebben!"
„Goed zoo," mompelde Jozef, zich de handen
wryvende; „dat is kostelyk."
„Ga je gang!" voegde Oscard hem toe.
„Waar," ging nu Jozef voort, „is het loon
gebleven, dat aan die mannen werd uitbetaald
Waar is de premie gebleven, die mynheer
Meredith voor die mannen te Msala heeft
moeten betalen? Niet zóóveel hebben ze er
van gezien 1 En waarom niet? Wel, het waren
slavenl Vyftien maanden voor vyftig pond;
het is gemakkelyk uit te rekenen. Dat is nu
de eerste zwendelary en er zyn er meer
o nog veel raeerl Die man op Durnovo
wyzende is eon echte stinkende poel van
misdaad, maar met zyn slavenhouden alleen
heeft by al best verdiend fijngehakt te wor
den. Laat dat nu eens aan my overl"
„Laten wy de mannen eens hier roepen
en hooreD, wat zy te zeggen hebben," zeide
Oscard op dienzelfden doffen toon, die Dur
novo al zoo'n schrik had aangejaagd.
„Gy niet!" ging hy voort, Durnovo tegen
houdende; „Jozef zal ze wel willen roepen."
Zoo verschenen de veertig, eigenlyk de
zeven en dertig overlevenden, want één was
onderweg gestorven en twee waren vermooid
geworden.
Het waren vreedzame, schuchtere mannen;
al wat manneiyk mag heeten scheen wel in
hen uitgedoofd te zyn, en langzaam, woord
voor woord, moest men hun treurige geschie
denis hun ontlokken. Jozef kende hun taal
een beetje en één van de mannen, hun aan
voerder, sprak een dialect, dat aan Oscard
niet geheel onbekend was.
(Wordt vervolgd.)