ËEUSTK KAMER. Om drie uren werd de zitting hervat. Het ontwerp-adres van antwoord op de Troonrede wordt ter tafel gebracht. Het luidt aldus: „Do Eerste Kamer der Staten Generaal acht het een voorrecht Uwe Majesteit wederom m het midden der Volksvertegenwoordiging te hebben mogen zien ter opening van de ge wone zitting der Staten Generaal. De mededeelingen van Uwe Majesteit om trent den algemeenen toestand van land en volk, en aangaande dien van onze bezittingen in Oost- en "West-Indie, vernamen wy met belangstelling en wjj waardeuren het, dat zee- en landmacht bij vernieuwing, in Oostlndië schitterende bewijzen van moed en volharding hebben gegeven. Met opgewektheid aanvaarden wij de taak, die wij in dit zitiingjaar zullen te vervullen hebben. Moge onze arbeid onder Gods zegen strekken tot bevordering van het heil van ons dierbaar vaderland en ons geliefd Vorstenhuis 1" Hefc ontwerp adres wordt zonder discussie of hoofdeiyke stemming aangenomen. Het zal der Regentes worden aangeboden door de Commissie van Redactie met don voorzitter. Ingekomen is een kont besluit, houdende-do benoeming van mr. J. G. Gleichman tot voor zitter dor Tweede Kamer, Tot leden der huishoudelijke commissie- werden benoemd de hoeren Viruly en Vlie- lander Hein. De Kamer is daarna tot nadere bijeenroeping gescheiden. De j\Tillioenen-i*ede. In de bedonnamiddag door de Tweede Kamer gehouden zitling diende do minister van financiën de ontwerpen der algemeene begrootingswetton voor het dienstjaar 1896 in, waarbij hfi een rede hield, daarin naar gewoonte oen en ander mededeelendo in de eerste plaats over de twee vorige dienstjaren en over het loopende dienstjaar.. Het dienstjaar 1893 is niet onder da jaren met een gunstig finantiëel resultaat te rang schikken. Over dat jaar word /"5,972,139.17s minder ontvangen dan. het bedrag van alle uitgaven, gewone en zoogenaamde buiten gewone. Terwijl aan 1893 oen, jaar met gunstige uitkomst voorafging, werd het gevolgd door »en jaar, dat mede een gunstig eindcijfer belooft. Naar het zich thans laat aanzien, zal bet dienstjaar 1894, waarvan de begrooting, zooals lij aanvankelijk werd vastgesteld,, een ver moedelijk tekort aanwees van./"B7,£20,,127.44, zonder tekort sluiten,, zelfs oenig overschot opleveren. Dit is te danken zoowel aan eene zeer ruime opbrengst, dor middelen als aan eene belangrijke besparing op de uitgaven. De ontvangsten, geraamd op 128,263,'7.25, hobben lot dusver bedragen 132,940,890.85s, d. i. /'4,677,165.85s meer. De werkelijke uitgaven- worden door. de onderscheidene Departementen, gerekend te zullen bedragen f 131 „491,882.39; vermoedelijk zal vrijvallen een bedrag van 5,016 270.05. Do ontvangsten zoudeu dus de- uitgaven cvertieffjn mot 1,449,008.48?. Als over het dienstjaar 189G» al het aan gevraagde wordt toegestaan, dan stijgen dei op 136,742,280.15 geraamde uitgaven tot 139,257,181.50. Dat dei werkelijko uitgaven minder zullen bedragen, loert de ondervinding. Hoeveel ten naastenbij minder? Dat is niet te zeggen. Het gunstig verschil tusschon geraamde en werkelijke uitgaven loopt in de opvolgende jaren sterk uiteen: Stelt men het) voor l'S9ö op 3 millioen, dan zou worden uitgegeven in rond cijfer 186,2601,000. De middelen worden geraamd op 128,311,870 en het tekort zou dus, mede ten gevolge der uitgaven voor geweren, enz., ongeveer 8 millioen bedragen, indien de ontvangsten do raming niet overtreffen. Ge woonlijk overtreffen z\j de raming, en dat zij dit ook in het loopende jaar zullen doen, is ver van onwaarschijnlijk, wanneer men let op den stand der ontvangsten tot ult°. Augustus on op do omstandigheid, dat bi) de raming nog goon rekening kon worden gehouden met de hoogero opbrengst der in voerrechten ten gevolge der wet van 20 April 11. De hoogero opbrengst vertoonde zich in niet geringo mate sedert het. in werking treden dier wet op 1 Augustus,, niettegen staande, zooals te verwachten was, nog zoo veel mogelijk werd ingevoerd voordat de nieuwe bepalingen in werking kwamen. Vertrouwd mag dus worden, dathettokort jver het loopende jaar niet onaanzienlijk lager zal zijn dan het evenvermeld bedrag. Vervolgens gaf de minister een overzicht van de cijfers der ontwerp begrooting voor het dienstjaar 1896. De middelen zijn geraamd: do zoogenaamd gewone op 119,761,875.00 overige op11,096,420.00 Te zamen 130,858,293.00 De uitgaven op 138,362,665:43 Het geraamd tekort be loopt dus 7,504,370.43 Yergelekon met 1895, zyn de gewone mid delen 2,727,630 hooger, de overige-middelen f 181,205 lager geraamd; derhalve is het totaal der raming 2,546,425 hooger. Allereerst ie de opbrongst der invoerrechten, ids gevolg van ds werking der evenvermelde wet, ongeveer 1,400,000 hooger te ramen dan de ontvangst in 1S94. Voorts zijn met name de grondbelasting, de suikeraccijns, de zegel- en de successie rechten, de domeinen, do posterijen en de loodsgelden op hoogere bedragen u.tgetrokken. Tegenover de verhoogingen staan veria gingen, o. a. van den zoutaccyns en van het aandeel van den Staat in do winsten van de Nederlandsche Bank. Als bijdrage uit het fonds, voortspruitende uit koopprijzen van domeiuen, voor het loopende jaar op 200,000 geraamd, is voor 1896 zelfs niets uitgetrokken. Tegenover eene hoogere raming der mid- dolen staat goen verhooging van uitgaven. Integendeel, voor het dienstjaar 1895 zijn tot dusver uitgaven toegestaan, tot een bedrag van 138,743,338.50; voor het eerstvolgend jaar wordt dus 380,673.07 minder aangevraagd. Terwijl do minister het vorig jaar voor 1895 een tekort moest becijferen van pl. m. 10,730,000, is het thans geraamde ongeveer 37i millioen minder. De vermeerderingen en verminderingen worden gedetailleerd opgegeven in een bjj de begrooting gevoegden staat; hier volgt alleen een opgaaf van tie verschillen in minder en in meer per hoofdstuk. Minder wordt aangevraagd: voor hoofdstuk I. 16,750.00 IV37,458.00. VI1,003.84 YUA169,763.50 VIII (waartegen over een vermindering der bijdrage voor de voltooiing van het ves- tingstelsel, verhoogingen staan, o. a.. voor pensioenen, enz-.). 6,312,00 voor jMBfdstuk IX (doordien de uitgave^^oor Waterstaat aan zienlijk lager zfin geraamd, waar tegenover eene verhooging o. voor posterijen staat) 796,105.61 Totaal 1,027,422.95 Meer daarentegen: voor hoofdstuk II 4,773 00 III 26,300.00 V, (vooral voor onder wijs) 4 25,086.515 voor hoofdstuk VIIS (voornamelijk voor kosten van de administratie der directe belastingen enz. en van de administratie van het zegel, de regi stratie enz.),. 177,975.00 voor hoofdstuk X 12,615.36s 046,749.88 Uitmakende dus een vermin dering vanf 380,673.07 Het geraamd tekort van 7 504,370.43 moet naar gewoonte in nadere beschouwing wor den genomen, ter beantwoording van de vraag of de middelen toereikend zijn to achten tot bestrijding van de uitgaven, dan wel of zij versterking behoeven. Daarbij komen, evenals het vorig jaar, ter sprake de uitgaven voor nieuwe geweren en wat daarmede in verband staat en, evenals sedert meerdere jaren, de uitgaven voor enkele grootei werken. Bij1 de aanbieding en behandeling van de ontwerpen der Staatsbegrooting voor het loo pende jaar heeft de minister, de kosten van dei nieuwe bewapening on wat daarmede in verband staat, stellende op 9'/2 millioen, uiteengezet dat en waarom do uitgaaf niet kon drukken enkel op de 4 jaren, waarin zy gerekend werd te zullen geschieden, doch dat daarentegen do last over een grooter getal jaren moest worden verdeeld. Dest\jds werd becijferd dat elk jaar uit de gewone middelen moest worden gevonden een bedrag van 640,000, d;. w. z. de annuïteit om een leening van 9'/2 millioen in 20 jaar af te lossen. Vooralsnog is bij de wet niet besloten, zelfs niet in beginsel, tot de uitgaaf van dat geheele bedrag. Daarin mag evenwel geen aanleiding gevonden worden tot verlaging der berekende som van 640,000. Mocht te zyner tijd niet worden besloten tot de geheele uitgaaf van ongevoer 9'/j millioen, dan zou de aflos sing van het lager bedrag in een kleiner getal jaren plaats moeten hebben. Door aan het cijfer van f 640,000 te blijven vasthouden in do berekening, waarvan den minister bezig is. het resultaat mede te dooien, wordt dus niets gepraejudiciëerd of op niets vooruit- geloopon. Eu wat nu de evenbodoeldo werken betreft, veroorlooft de minister zich te herhalen wat by reeds by vorige gelogenheid deed uitkomen, nl. dat het niet aangaat de uitgaven nu eens wel dan weder niet te rangschikken ouder de buitengewone zoo noodig door leening te dekken. Daarom moest hy ook nu, evenals sedert eenige jaren plaats had, de uitgaven voor de spoorwegen, do verbetering van den Rotterdamschen Waterweg en de verlegging van den Maasmond onder de evenvermelde categorie brengen. Van het totaal der genoemde uitgaven moet de minister dus voor z(jne berekening aftrekken: de uitgaven voor nieuwe ge weren, enz. ad 2,669,980, verminderd met 640,000 2,029,980, hetgeen uitgetrokken is voor: Spoorwegen 1,642,000; verbetering ran den Rotterdamschen Waterweg ƒ300,000 en verlegging van den Maasmond 1,531,000, te zamen 5,502,980. Het geraamde tekort ia zooeven becijferd op 7,504,370.43. Trekt men hiervan af de voor de buitengewone uitgaven geraamde sora van/"5*503,980, dan blijft erover ƒ2,001,390.93. Ui-ruit volgt dat men, vasthoudende aan de gewoonte der laatsto jaren omtrent do rang schikking der straks genoemde groote werken, en de kosten van ni.uwe. geweren, enz. ver deelende over oen getal jaren, grooter dan dat der aanschaffing, nog ongeveer- ƒ2,000,000 meer zou noodig hebben dan het bedrag der geraamde ontvangsten om de gewone uit- g;.ven te bestrijden. Daar echter het bedrag der gewone uit- gavon gerekend k<m worden gemiddeld on geveer ƒ3,000,000 fie blijven benecüen bet bo- drag der oorspronkelijke begrootingen, als deze niet met buitengewoon groote bedragen worden verhoogd zoo kunnen de geraamde ontvangsten geacht worden voldoende te zijn om dte- gewone uitgaven, opgevat in den zoo even aangeduiden zin, te bestrijden. En dat zy. nog eenrge ruimte overlateD, kan niet anders dan zeer wensehelijk worden geacht in een tyd, waarin niet alleen nog veel te doen is op het gebied der rijksbelastingen war. ronder ook de rykstollen op land- en w..terwegen zyn te rekenon - maar waarin ook de regeling van de finantiëele verhouding tusschen ryk en gemeenten, onderdeel van de regeling der gemeentefinanciën, niet kan warden uitgesteld. Wat in deze opzichten te doen is, kost geld en het i3 zeker te waar- deeren, als een gedeelte daarvan reeds be schikbaar geacht kan worden. Ten vocigORi jare bracht de minister in herinnering,, dat alle, tekorten tot en met 1891 zyn gedekt. Er zal te zijner tyd te voorzien, zijn in de dekking: van het tekort over 1892, bedra gende ton gevolge van de uitgaven voor af lossing van ot ligation der Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij f 20,103,004.05s, en van hot tekort over 1893, bedragende, mode ten gevolge van de buitengewone af lossing aan de Amsterdamsche Kanaalmaat schappij /8,118,105:85s, samen /28,221,109.91. Daarvoor zullen, te gebruiken zyn het over schot van den dienst 1894., voorloopig te stollen op 62,l85i08, en het overschot Vdia de opbreng>t der leening van 1892, dat f 113,120,032.485 bedraagt. Voor dekking zou dus beschikbaar zijn 13,182,217.56s; het overige, ten bedrage van 15,038,892.34s, zal te zyner tijd uit de opbrengst eener nieuwe leening moeten gevonden worden. Neerboscli. Naar de »Ttl." vernoemt, is door de weduwe Robbemond geboren De Vries, te Nyjmegen, eene aanklacht ingediend betref fende eeno mishandeling haren li-jarigen zoon Johannes Jacobus aangedaan op de waesinrichtirig te Neerbosch. De aanleiding tot deze aanklacht is, naar men schrylt, het volgende: Johannes Jacobus Robbemond, verpleegde in genoemdo inrichting, had op Donderdag den 5den September j.l. met Hendrik Korver, 14 jaren oud, eveneens verpleegde aldaar, eenige appelen uit den boomgaard der Inrich ting weggenomen. Spoedig word dit aan de tuinjongens door een der weezen medegedeeld, waarop de tuin jongens Piet Duinmeyor en Gerrit Van Ree aan zekeren Landewyk last gaven, om Robbe mond en Korver te gaan halen. Hendrik Korver wist te ontsnappen, doch Robbemond werd naar Duinmeier en Van Rao gebracht, die zich bevonden in de bergplaats der tuingereedschappen. Nu begon de bestraffing. Robbemond werd door twee jongens aan gepakt, de een nam hem by zyne armen en dei andere bjj zyne beenen en nu sloeg Duinmeyer met een stuk hout en Van Ree met een croquethamer. Terwyl deze slagen werden toegedoend, hing Robbemond, zooals uit bovenstaande valt op te merken, alzoo in gestrekte houding boven den grond. Na afloop der uitgedeelde slagen lieten de jongens, die Robbemond hadden vastgehouden, hem eenvoudig op den grond vallen. Robbemond eenmaal opgestaan, moet toen nog een paar trappen met den klomp van Duinmeier hebben gekregen. Het bewys, dat de klappen nogal hevig geweest zyn, kan hieruit worden opgemaakt, dat het Robbemond moeilyk viel te zitten in school, zoadat hy een tyd in het gras is gaan liggen, om eenigszins te bekomen. Den daaropvolgenden dag, toen Korvor en Robbemond in school waren, worden zy by den hoofdonderwyzer geroepen en door dezen gebracht by een der mede-directeuren, den heer D. Van 't Lindenhout, zoon van den heer Joh. Van 't Lindenhout. Nadat een en ander door de jongens was medegedeeld, werden Robbemond en Korver op last van genoemden heer D. Van 't Lindenhout naar de cachot gebracht. Robbemond kwam er goed af, trouwens, deze had al een flink pak beet, men spreokt zelfs van een twintigtal slagen minstens met hout en hamer te zamen. Korver kreeg enkele lichte slagen meteen stok. Het transport naar de cachot geschiedde door den heer Gerritsen, een surveillant, die hun ieder óén keer 4 sneden roggebrood met water had gebracht, terwyl zy daar vertoefden van Vrydag-vóórmiddag elf uren ongeveer tot Zaterdag d. a. v. halftwaalf, dus 24 uren. De weduwe Robbemond, die behalve den mishandelden jongen er nog een jongetje had, heeft beide kinderen thuis gehaald. Gremengd Nieuws. Na de gewone jaariyksche oefe- ningen in het schyfschieten met de karabyn, werd gisteren op de vlakte van Waalsdorp, door de brigades der ryksveldwacht Den Haag, Delft en Katwijk deelgenomen aan het prijsschieten. Van ce zes prijzen, bestaande in geld, werden gewonnen de 1ste, 3de, 4de-en 6de door de brigade 's-Gravenhage, de 2de en 5de door die van Delft. De rechtbank te Utrecht, kamer van burgerlyke zaken, heeft gisteron uitspraak gedaan in de vordering, die door C. Beylholt, houder van een der 800 bewijzen van deel gerechtigdheid in de overwinst der Neder landsche Rijnspoorwegmaatschappij, in 1S64 uitgegeven als representeerende het belang van de oorspronkelijke concessionarissen by de door hen bedongen 5 pet. van die over winst, is ingesteld tegen de N. R.-Sp.-My. in liquidatie. De vordering strekt tot uitkeering van een bedrag van ƒ349.101/!, zynde '/a00 van ƒ299,286, d. i. 5 pet. der netto-overwinst van de exploitatie. Als zoodanig beschouwt zy namelijk de som van ƒ5,585,720, die bij de overneming van het bedryf der Maatschappij door den Staat als schadevergoeding wegens vervroegde naasting is genoten. Dq vordering is don eischer ontzegd als ongegrond, omdat het door den Staat als i schadevergoeding wegens vervroegde naasting betaalde bedrag niet kan worden beschouwd als winst, door de exploitatie verkregen, zoo dat de statuten den eischer geenerlei recht op deze bate toekennen. Door deze beslissing is da vordering der gedaagde Maatschappij, tegen den Staat inge steld om haar to vrijwaren tegen een even tueel© veroordeoling, vanzelf vervallen, zoodat een onderzoek naar de gegrondheid van die vordering onnoodig is. De gedaagde Maat schappij is in do kosten van de vordering tot vrijwaring veroordeeld, omdat zy den Staat onnoodig in vrijwaring heeft opgeroepen. H. M. de Koningin heeft door tusschenkomst van den burgemeester aan den Zwollenaar A. P. De Haas, oud-stryder en verdediger van de citadel van Antwerpen, een som van 25 doen toekomen. Zondag-avond halfelf is te Zutfen uit de Berkel opgehaald het ïyk van een 18 jarig meisje, Helena Van L., fabrieks arbeidster te Enschedee. Dat meisje had een oogenblik te voren nog gesproken met een man, met wien zy verkeering had gehad. Zy had al eens te konnon gegeven: „Als ik Jakob niet kryg, dan leef ik Diet lang meer." De zuster, die, tydens Helena met haar vroegeren minnaar op het stationsplein was, op eenigen afstand stond te wachten, riep, toen deze persoon alleen terugkeerde, haar by den voornaam, waarop de zuster haar uit het water toeriep: „Hanneke, ben jy daar? Kus allen van my goeden dag!" Zy zag toen nog juist de armen, dia in het water ver dwenen. Vreeselyk ontsteld liep het meisje, hulp roepende, weg. Toen er hulp kwam, was het te laat. In het museum van Mans zyn twee kostbare schilderyen gestolen, namelyk „de aanbidding der H. Drie Koningen", van de Florentynscho school der 13de eeuw, en „de Liefde en do Leeuw", van de Ylaamsche school der 17de eeuw. Twee Engelschen, die den namiddag in het museum doorbrachten, worden van den dief stal verdacht. Te Gent is weer een nieuwe werkstaking ontstaan van 97 werklieden, die in het dok een schip losten; zy eischen loons- verhooging. In de katoenfabriek te Gent duurt do werkstaking nog altyd voort. Een com missie van de stakers had een onderhoud met den directeur der fabriek; een belofte van dezen, dat de loonen vóór het einde van het jaar zouden verhoogd worden, bad niet het verwachte gevolg. Zaterdag 14 Sept. werd Amelie Delannoye, te Kortryk, 103 jaren oud. Van hare tien kinderen leven er nog zes; het oudste, eene dochter, is 82 jaren. Alle zes die kinderen zyn gehuwd en hebben samen 59 afstammelingen. Yolgens de „Twentsche C t." i s door J. Roelofs en door J. Tusveld, te Enschedee, eene aanklacht by den officier van justitie ingediend; door den eerste tegen de politie, door den laatste tegen den burge meester, wegens bet optreden tegen hen by het bezoek van de Koninginnen aan die gemeente. Het aantal rijwielen, waarvan in Frankryk in 1S94 belasting werd betaald, bedraagt 203,026, en wel 198,014 op eigen aangifte en 5012 na bekeuring. De belasting bracht 1,982,686 fr. op. Generaal Booth heeft zyn tocht door Afrika volbracht en is naar Nieuw-Zeeland vertrokken. Hy heeft succes op zyn werken gehad20,000 acres land zyn hem in Swaziland aangeboden ten behoeve van zy'n kolonisatie plannen. In „W h i t e c h a p e 1" werd onlangs de volgende uitnoodiging verspreid: „Als gy vry rooken wilt, komt dan Zondag namiddag te 3 uren in de Christ. Church Hall," Hamburgstreet. Een kosteloos kop thee, als gjj wilt, tabak gratis." "VYaarschyniyk was die uitnoodiging niet algemeen bekend onder de arme bewoners van dit gedeelte der stad, want er kwamen slechts 200 maonen en vrouwen, de meeste mannen met pöpen, maar geen van allen met een zier van het geurig kruid. Zy werden allen bediend met tweemaal stoppen, en terwijl dit gebeurde, gaf de predikant het voorbeeld door zyn eigen pyp aan te steken en te rooken. De proefneming slaagde uit nemend. De pyp bleek een verbazend kal meerend middel to zyn en het ïydt geen twyfel of het zal door den predikant zoo voortgezet en door anderen nagevolgd worden. Eenige dames hechtten door hare tegenwoor digheid op do galery hare goedkeuring aan deze nieuwigheid. BUITENLAND. Frankrijk. Aan den president der republiek werd gisteren te Mirecourt een feestmaal aange boden döor den gemeenteraad. De heerFaure hield eene lange rede en zeide o. a.Nergens meer dan hisr vindt bet patriotisme de hoogste uitdrukking, waar de vereering van het ver leden, een nalatenschap vormende van ge meenschappelijk ïyden en roem, samengaat met een voortdurend streven en met de edel aardige zorg voor do toekomst van bet vader* land. De republiek streeft er naar, in haar buütenlandsche politiek do eeuwenoude tradi tion van Frankrijk hoog te houden. Bij de manoeuvres, welke wy hier hebben bijge woond,, heeft het leger zyn tucht en detigde- ïybheid getoond. Frankryk kan met trots neerzien op het werk van 25 jaren. De demo cratie is nu in de gelegenheid, in vrede en. vryheid te arbeiden aan de bevordering van het stoffelyk en moreel welzijn. Ten slotte dronk de president op de be volking der Yogeezen. Dultachlanü. Stöck6r publiceert thans de verklaring, dat hy tot het voorjaar van 1895 baron Von Hammerstein voor een man van eer heeft gphouden. Toen hij van zyn vergrijpen hoorde, was hy naar hem toegeyid, om de waarheid te vernemen. Sedert had hy hem als vriend en zielverzorger vermaand, den rechten weg weder in te slaan, en getracht hem te be wegen, zijn politieke positie vry willig op te geven. Daarentegen staat het vast, dat Hamrner- steins, vergiypen reeds in den winter- aan] de conservatieve party bekend waren on dat hy niettemin hoofdredacteur van de „Kreuzzeitung" bleef en evenmin zyn mandaat als afgevaar digde nederlegde, maar nog in Mei namens zyne party eene rede hield in den Ryksdag. Eerst in Juli is hy, op aandringen van de liberale pers, geschorst als hoofdredacteur van do „Kreuzzeicung." De „National Zeitung" verklaart, op grond varr vertrouwbare mededeelingen, dat de berichten, welke dezer dagen zyn verspreid over de aanstaande aftrediüg van prins Hahenlohe als rykskanselier, ten eenenmalo ongegrond zyn. Tevens verzekert het nationaal liberale blad, dat het beweren der „Münchener Neuesten Nachrichten" onjuist is. Dit blad beweerde namelyk, dat er tusschen keizer Wilhelm on den Rykskanselier verschil van meening is ontstaan over do indiening van een tweede wetsontwerp tot bestryding van het socialisme. „De keizer zegt de „National Zeitung" „heeft tot dusver nog niet verkla rd, dat hy de indiening van een tweede socialisten-wet by den Ryksdag wenschelyk aebt." Ooötenrijk-lioujr.-Monarchle» Men zegt dat het ministerie Badeni in OosteDvyk oen geheel nieuw kieswetsontwerp zal voorstellen en de belastinghervorming, waarover de beraadslaging niet ten einde is gebracht, zal handhaven. Het kabinet zal steun zoeken by de gematigde partyen en aan de uiterste en de radicale het hoofd bieden. Men verwacht dat het ministerie den 2den October zal zyn geconstitueerd en dat de Ryks- raad den 20sten dier maand zal byeenkomen. Rusland. De Duitsche rykskanselier is uit Rusland teruggekeerd en heeft zich dadelyk begeven naar Danzig, waar keizer Wilhelm vertoefde. Men wil weten, ofschoon eigenlyk niemand iets zekers woet, dat hy zeer voldaan is over da vriendelyke ontvangst van den Czaar. Deze zou met hem hebben gepraat over de Arme nische en Oost Aziatische quaesties en vorst Hohenlohe opnieuw hebben overtuigd, dat da Europeesche vrede van Ruslands zyde geen gervaar liep Ook wordt verteld dat de kan selier had gesproken over de nooizakelykheid van internationale samenwerking trgen revo- lutionnaire elementen en dat de jonge Czaar in. beginsel instemde met die denkbeelden. De Berlynscbe correspondent der „Daily News" meent, dat het hoofddoel der reis van vorst Hohenlohe was, de meeDÏng van den Czaar over verschillende onderwerpen te vernemon. Het Duitsche gouvernement was zeer onvolkomen ingelicht over de bedoelingen van Nikolaas II en zoo vorst Hohenlohe na eenig licht kan verspreiden over zyne inzich ten en bedoelingen, zal hy tevreden ztfn met het resultaat van zyn reis. Het Russische hofblad „Grashdanin" spot met de Engelsche en Italiaanscbe bladen, die groot gewicht hechten aan het bezoek van den Duitschen rykskanselier te St.-Petersburg. Hy heeft, zegt zy, die reis alleeu gedaan om voor zyner particuliere belangen te waken, maar toen by eens in Rusland was, eischte de beleefdheid, dat hy zyne opwachting maakte by den Czaar. Natuurlyk zal hy in zyn onder houd met den Russischen minister van bui- tenlandsche zaken ook over politiek hebben gesproken, maar deze gesprekken konden in geen geval van beslissend belang voof Europa zyn. De buitenlandsche politiek van Rusland heeft in de tien laatste jaren zulk een vast en consequent karakter gekregen, dat het toevallig bezoek van een Duitschen rykskan selier geen invloed kan oefenen op de richting dier politiek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2