N°. 10911
Donderdag 19 September,
A0. 1895
feze {Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 18 September.
Feuilleton.
Met scherpe wapenen.
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlyke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Door de Commissie van Toezicht op de
scholen voor Middelbaar Onderwas is aan
B. en Ws. by missive het volgende bericht:
„Wy hebben de eer U mede te deelen dat
de ïïoogere Burgerschool voor Jongens in
den thans begonnen cursus 214 leerlingen
telt, verdeeld als volgt: 1ste klasse 46, 2de
klasse 55, 3do klasse 43, 4de klasse 47, 5de
klasse 23.
Dit aantal, grooter dan ooit te voren be
reikt werd, maakt eenigo maatregelen Doodig.
In de eerste plaats geldt dit van de 4de
klasse. Deze werd in de laatste jaren altyd
gesplitst, maar niet voor de geschiedenis en
de scheikunde. Toen wy onzen brief van 8
Augustus jl. schreven, was reods tot eene
splitsing voor de geschiedenis besloten; thans,
nu het aantal leerlingen nog grooter is ge
worden, is ook eene vereeniging van allen
by de lessen in de scheikunde onmogelyk,
al was 't alleeD met het oog op de in het
lokaal beschikbare ruimte.
De heer De Loos zal, zoo hy aan twee
afdeelingen onderwys moet geven, met inbe
grip van de practische oefeningen, 14 lesuren
per week hebben. Wy hebben overwogen,
of dit, gevoegd by het bestuur der school,
niet eene al te zware taak is, maar de heer
De Loos wil liever, althans cit jaar, al deze
lessen zelf geven dan een deel van het hem
toevertrouwde vak aan andere handen afstaan.
Wel zou hy het eene belangryke verbetering
achten, zoo hem by de practische oefeningen
eemge hulp kan worden verleend. Wy achten
dit dringend noodigimmers, het is voor een
leeraar ondoenlyk, aan 23 of 24 leerlingen
tegelyk de noodige leiding by hunne proef
nemingen te geven.
Wy zouden derhalve wenschc-n dat een
candidaat in de scheikunde kon worden aan
gesteld om den heer De Loos als practicum-
assistent ter zyde te staan. De daarmede ge
moeide kosten schatten wy op hoogstens f 400.
Ten tweede is het aantal leerlingen der
5de klasse deels door de komst van een
paar jongelieden van andere Hoogere Burger
scholen, deels door het blyven van eenigen,
op wier vertrek was gerekend 6 grooter
geworden dan wy in het begin van de vorige
maand vermoedden. Dientengevolge is de split
sing voor één lesuur in elke der vreemde talen
weder noodzakeiyk geworden, in niet mindere
mate dan in de laatste jaren. Zy zal eene
uitgave van f 300 vereischen.
Eindeiyk achten wy eene splitsing noodig
voor de beschryvende meetkunde. Dit vak
moet geheel in de 5de klasse worden behan
deld. Het stelt hooge en in den beginne onge
wone eischen aan het voorstellingsvermogen
en de leerlingen kunnen de moeilykheden er
van alleen met veel persoonlyke hulp over-
wiifrien. Ieder zal toestemmen dat een onder
wys in dezen tak der wiskunde niet aan 23
leerlingen tegelyk goed kan worden gegeven.
Door eene splitsing zal het aantal uren van
den heer Massink, dat nu reeds 25 bedraagt,
27 worden; de meerdere uitgaven zullen dus
f 200 zyn.
Wy hebben de eer, het bovenstaande zeer
in Uwe aandacht aan te bevelen en U in
overweging te geven, de voor de drie ge
noemde maatregelen vereischte gelden by den
Gemeenteraad aan te vragen."
Met do Commissie zyn B. en Ws. overtuigd
dat de voorgestelde maatregelen in het belang
van het onderwys noodig zyn, zoodat zy den
gemeenteraad in overweging geven te be
sluiten dat voor den cursus 1895/96 een can
didaat in de scheikunde zal worden aange
wezen, om den directeur als practicum assistent
ter zijde to staan, tegen eene belooning van
ten hoogste f 400, en de daarvoor en voor de
verder vereischte splitsing van klassen be-
noodigde gelden beschikbaar te stellen.
Voor dit jaar zal noodig wezen voor den
assistent f 100, vermits deze tegen October
in functie zal treden, en f 67 voor de splitsing
der 5de klasse wat het onderwys in de be
schryvende meetkunde betreft, zynde voorde
splitsing dier klasse wat de vreemde talen
betreft, reeds gelden op de begrooting voor
dit jaar toegestaan.
B. en Ws. leggen te dien einde tevenster
vaststelling over een staat van af- en over-
scbryving op de begrooting voor dit jaar,
strekkende tot verhooging van Volgn. 124VI,
Kosten der parallelklassen, met f 167, te
vinden door afschryving van dat bedrag van
den post voor Onvoorziene Uitgaven.
's Ryks Ethnographisch Museum heeft
van den heer Meulemans, officier der admi
nistratie der marine te Willemsoord, 16 ver
schillende monsters van zaden en andere
natuurproducten ten geschenke ontvangen,
herkomstig van Middel Afrika. Aan den schen
ker is de dank der Regeering betuigd.
Langzamerhand komen de lange avon
den, en met hen ook woder de dikwyis gezellige
avonduren. Reeds Maandagavond was het een
recht genoeglyke avond in het Schouwburg
lokaal „Vondelhoven". De Leidsche Tooneel-
Vereeniging „De Vriendschap" gaf haar derde
jaarfeest met introductie. De opkomst der
feestvierenden was zeer talryk; de zaal was
geheel gevuld, hetgeen natuuriyk een recht
feestelyk aanzien gaf, waartoe het frisscho
groen, aan beide zyden van het tooneel ge
plaatst, ook veel lydroeg.
Stond op het programma vermeldaanvang
acht uren, eerst even over negenen opendo de
president der Vereeniging, de heer Raar, den
feestavond, in korte, krachtige woorden allen
een hartelyk welkom toeroepende en den
wensch uitsprekende, dat allen vroolyk feest
mochten vieren.
Nadat eenige muzieknummers ten gehoore
waren gebracht, werd overgegaan tot de over
handiging van de nieuwe banier. Reeds lang
was het plan gevormd der Vereeniging eene
nieuwe banier aan te bieden. Uit het bestuur
der Vereeniging werd een afzonderlyke com
missie gekozen, welke zich uitsluitend onledig
hield dit plan tot verwezenlyking te brengen,
en dank zy den bydragen der leden, donateurs
en donatrices, mocht de president van het
vaandel-comité op dit 3de jaarfeest het nieuwe
vaandel met een korte toespraak aanbieden
aan den president der L. T.-V. „De Vriend
schap", die daarna ook in korte woorden
dankte voor het geschenk, hopende dat ieder
zich zou scharen om deze echoone banier en
dat er nog dikwyis feest mede gevierd mocht
worden.
Dat hierna luide toejuichingen en fanfares
volgden, behoeft zeker wel niet vermeld te
worden.
Het nieuwe vaandel werd daarna onder de
tonen van den „Vriendschapsmarsch" rechts
van het tooneel tusschen het groen geplaatst.
Het is werkelyk een keurig vaandel; de grond
er van is van rood-bruin fluweel, waarop in
't midden van goud is geborduurd een krans,
waarbinnen twee handen in elkaar sluiten,
als teeken van vriendschap, onder en boven
de woorden: „Leidsche Tooneel-Vereeniging
Do Vriendschap", opgericht 19 September
1892", alles eveneens van goud, met gouden
kwastVn en franje; boven het vaandel bevindt
zich hbt Leidsche wapen op zilveien veld.
De Vereeniging mag trotsch zyn op dit
keurige vaandel. Dat zy hiermede steeds in
bloei moge vooruitgaan 1
Na de aanbieding werd overgegaan tot de
opvoering van „'t Lied van Moeder", tooneel-
spel met zang in drie bedry ven en een voorspel.
Het is een onderhoudend stuk en komt in 't
kort hierop neer: Een zoon wordt aan zyn
moeder ontvoerd, doch later, na jaren, ont
moeten zy elkaar, zy herkennen elkander, en,
ondanks verschillende rampen en tegenspoeden,
worden zy weder met elkaar vereenigd.
Hot stuk werd goed gespeeld; vooral de
hoofdrollen waren in beste handen; anderen
vervulden hunne rollen echter ook bevredigend.
Na afloop van het tweede bedryf werden
do twee medespelende dames (mej. J. v. G.
en mej. A. J. B namens de Vereeniging
vereerd ieder met een prachtigen bouquet.
Het is wel te begrypen dat het bal, waar
mede dit zoo goed geslaagde jaarfeest werd
besloten, zeer geanimeerd was. Blyft de Ver
eeniging zulke goede krachten bezitten, zoowel
wat het bestuur als detooneelspelenden betreft,
dan kan bet niet anders of de Leidsche
Tooneel-Vereeniging „De Vriendschap" zal
steeds meer gaan bloeien.
De Staatscourant van 18 dezer bevat de
by koninklyk besluit goedgekeurde gewyzigde
statuten van de vereeniging „Controleursbond",
thans genaamd „Vereeniging van inspecteurs
der directe belastingen, invoerrechten en
accynzen", te Leiden.
Door het prov. kerkbestuur van Noord-
Brabant met Limburg is tot de evangelie
bediening in de Ned.-Herv. Kerk toegelaten
de heer W. Meindersma, van Leeuwarden,
candidaat in de theologie aan de ryks-univer-
siteit te Leiden.
De Raad der gemeente Ter-Aar heeft
zich ten huize van den heer W. Wiltenburg,
te Langeraar, vereenigd met het doel om
hom by zyne aftreding als lid van den Raad
en als wethouder dier gemeente een aandenken,
bestaande uit een photographie, met een
lyst omvat, van de leden van het bestuur
der gemeente, aan te bieden als blyk van
waardeering voor de vele diensten, die by
gedurende verscheidene jaren als raadslid en
wethouder der gemeente hoeft bewezen. Door
genoemden Burgemeester werd dit aanden
ken overhandigd met een toespraak, waarin hy
schetste de in het belang van de gemocnte
bewezen diensten.
De heer Wiltenburg gaf zyne ingenomen
heid over deze aanbieding te kennen, en
d ">kte wel voor de eer, die hem dien dag
is bewezen.
Tot predikant by de Ned.-Hervormde
gemeente van Woubrugge is beroepen ds.
P. Heimans Visser, te Wapenvelde.
De Koningin-Regentes zou hedenmiddag
to kwart over tweeën de commissie ontvangen
tot aanbieding van het adres van de Scheve-
ningsche ingezetenen in zake de haven te
Scheveningen.
De Troonzaal bood gisteren by de opening
der nieuwe zitting van de Staten-Generaal
deQ gewonen lovondigen aanblik door de
glinsterende kleeding van de afgevaardigden
en staatslieden, later verhoogd door de van
goud en zilver flonkerende kostumes en uni
formen van het militaire gevolg van II. M.
de Koningin-Regentes, die te midden van
een eerbiedige stilte en ten aanschouwe van
overvolle tribunes, de gereserveerde meeren-
doels bezet door damos in keurige toiletten,
do zaal binnentrad, begeleid door den lieer
Viruly, lid der Eerste Kamer, hoofd der
commissie van ontvangst en uitgeleide.
H. M. was gekleed in een robe van ge
bloemde zwarte zyde met langen sleep, het
zwart afgewisseld met een fichu van witte
kant. Zy droeg een hoed met witte en lila
bloemen, waarop een aigrette-veer.
Leden van de commissie, die Hare Majesteit
de Koningin-Regentes in de vergaderzaal van
de Tweede Kamer in- en uitgeleide deden,
waren de heeren Viruly, A. Prins, Alberda
van Ekenstein, Van Gennep, T. Mackay,
Mutsaors, Pflnappel, Van Qyn, Van Nispen
tot Pannerdon, Bergsma, Smeengo, Van den
Berch van Heemstede, Lely, Van Deinse en
Van Basten Batenburg.
Htt geheele corps diplomatique woonde in
de voor do gezanten bestemde loge de plechtig
heid bij, evenals de in Den Haag vertoevende
prins Roland Bonaparte met zyn secretaris,
en do heer Westenberg, Hr. Ms. gezant te
Rome, thans met verlof in Nederland.
Zoowel by de aankomst op als by het ver
trek van het Binnenhof werd Koningin Emma
met daverende juichkreten door de in ryen
opeengepakte toeschouwers begroet, een ont
vangst, welke Haar gedurende den geheelen
tocht van de zyde der bevolking, waaronder
duizenden van elders gekomen, ten deel viel
en welke blyken van gehechtheid H. M. met
buigingen beantwoordde.
H. M. de Koningin en Prinses Paulino van
Wurtemberg keken aan een der vensters van
den linkervleugel van het Paleis naar het
vertrek en de terugkomst van den stoet.
Toon do Koningin-Regentes zich in de
staatsiekoets begaf, wuifde zy haar met den
zakdoek toe.
By terugkomst voegde de Regentes zich
by Haar dochter en Hare koninkiyke gast.
De by het Paleis opeengehoopte menigte was
toen door politie noch huzaren terug te houden
om het Vorstelyke drietal een langdurige
ovatie te brongen, welke door Hare Majesteiten
minzaam werd beantwoord met hand- en
zakdoekgowuif.
Da heer Bihourd, gezant der Fransche
Republiek te 's Gravenhage, is van een korte
afwezigheid aldaar teruggekeerd.
De Eerste Kamer vergaderde gisterna
middag om halfvior.
De Voorzittor, de heer Van Naamen van
Eemnes, aanvaardde het presidium met eene
korte rede, waarin hy er op wees, dat, indien
de gekoesterde verwachtingen vervuld worden,
vele, waaronder zeer belangryke, onderwerpen
onderworpen zullen worden aan de beslissing
der Kamer, die daarin geheel het algemeen
belang in het oog zal houden.
Besloten werd de troonrede met een adres
te beantwoorden.
Heden wordt het sectie-onderzoek over dit
adres gehouden.
De Kamer heeft bare afdeelingen samen
gesteld.
Do heer Van der Schrieck opende, als oudste
in jaren, de vergadering der Tweede Kamer
met een hartelyk welkomstwoord. Hy sprak
het vertrouwen uit, dat de Kamer mot yver
en volmaakte toewyding, zonder de geringste
partyzucht, de belangryke onderwerpen zou
behandelen, welke haar wachten. Hy bracht
hulde aan de gevallenen op Lombok en ein
digde met Gods bescherming in to roepen
voor de Koninginnen.
Daarna werd de nominatie voor een voor
zitter dezer Kamer opgemaakt. Als eerste
candidaat werd gekozen Mr. J. G. Gleicbman
met 76 van de 80 stemmen; als tweede
candidaat de heer P. G. J. Van der Schrieck
met 44 van de 85 stemmen, en als derde
candidaat de heer Mr. "W. H. De Beaufort
(Amsterdam).
De afdeelingen kozen tot voorzitters de
heeren De Beaufort (Amsterdam), Veegens,
Rutgers van Rozenburg, Van Delden en
Bastert; en tot leden van de commissie voor
het adres van antwoord de heeren Mees,
Heemskerk, Van Karnebeek, Cremer en Borret.
De Koning van Wurtemberg heeft by
gelegenheid van zyn verbiyf op het Loo
verleend de medaille van verdienste: in goud
aan den hofmeester B. J. A. Krone, aan den
hoffourier A. Wernas, aan den koetsier-
majoor van de Koningin Regentes G. C. Van
Coert en aan den koetsier-majoor der Koningin
H. A. Albers; in zilver aan den keldermeester
Beerling en aan den hofbeambte Uiterwyk.
Te Helder zyn twee openbare onder
wyzers, bekende sociaal-democraten, die zich
by gelegenheid der viering van den Koninginne
dag op 31 Augustus 11. in eene vergadering
der feestcommissie in afkeurenden zin over
de feestviering uitlieten en zich weinig gezind
toonden, om tot het welslagen van het te
houden schoolfeest mede te werken, door
het gemeentebestuur aangeschreven om vóór
15 October a s. hun ontslag te vragen,
daar het hun anders ongevraagd zal woruen
verleend. (Tel.)
62)
„Maar," riep Millicent uit, „er werd toch
zeker iets gedaan om hem te redden? Zy
hebben mynheer Meredith toch niet maar zoo
aan zyn lot overgelaten?"
„Neen," antwoordde Jocelyn bedaard, „myn
heer Oscard is er heen gegaan om hem te
ontzetten. Gisteren heeft myn broer het be
richt ontvangen, dat hy behouden is."
Millicent glimlachte weder op haar gewone
luchthartige wyze.
„Dat is goed," sprak zy. „Gelukkig, dat wy
er niets van wisten 1 Denk eens aan, tantetje,
wat zouden wy in angst gezeten hebben 1"
„Ja, en dan nog wel midden in de „season"!"
voegde Jocelyn er by.
„Jal 1" antwoordde Millicent twyfelend. Lady
Cantourne begreep er niets van. Hier ging
iets omzy wist niet wat. Te midden van den
aangenamen conversatietoon hoorde zy het
kletteren van wapenen; achter den beleefden
glimlach schitterde het staal. Het was haar
eenigszir.8 een verlichting, toen zy, zich om-
keerende, Sir John Meredith zag binnenkomen
met zyn gewone, beleefde buiging. Zoo kwam
hij altyd haar zaal in. Sommige menschen,
die nu nog jong zyn, mochten wei willen, dit
geleerd te hebben, voordat zy eenmaal oud
worden. Hy reikte Lady Cantourne en Milli
cent de hand en stond toen in een eerbiedige,
half gebogen houding, wachtende om voor
gesteld te worden aan het jonge meisje, dat
wel zyn dochter, byna zyn kleindochter had
kunnen zyn. Er was iets aandoenlyks en toch
ook iets voornaams in de wyze, waarop die
oude man de lessen van zyn jeugd bleef be
trachten.
„Sir John Meredith juffrouw Gordon."
Zoo was er een nieuwe kennismaking be
gonnen. Waar zou die toe leiden?
„Ik had reeds het genoegen u gisteravond
te zien," zeide Sir John terstond, „op Lady
Fitzmannerings avondparty, of „at home,"
zooals ze, geloof ik, tegenwoordig zeggen.
Enkele gasten namen dat woord wat te veel
„au pied de la lettre" op, naar myn smaak.
Zy gevoelden zich zóó thuis, dat ik gauw
wegging, omdat ik bang was indiscreet te zyn."
„Dreef die dans u weg, Sir John?" vroeg
Millicent vroolyk.
„Oude vogels, myn lieve, jonge dame, worden
nog wel eens bang voor een vogelverschrikker."
„Ja, ik miste u al vroeg in den avond,"
merkte Lady Cantourne aan, die niet mee
kon lachen. Zy had nog niet de gelegenheid
gehad hem te spreken sedert haar onderhoud
met Jocelyn en de vrouw van do wereld be
sefte ten volle het gevaariyke van den toestand.
„Zij begonnen in het boveneind aan de
kamer op te ruimen," hernam hy, „en ik hielp
hen daarby op de meest practische wyze."
Intusschen vroeg hy zich verwonderd af,
waarom men hem hier had geïnviteerd, ja hem
half bad bevolen te komen, door een klein,
dringend briefje; en als Sir John den laatsten
tyd iets niet begreep, dan begon hy zich oud
te gevoelen.
"Werktuiglyk bracht hy de vingers naar zyn
trillende lippen,, op het punt een van die klei
nere bewegingen te maken, die de hulpbe
hoevendheid van den ouden dag verrieden.
Een oogenblik aarzelde Lady Cantourne by
haar keus tusschen twee diplomatische zetten,
een oogenblik slechts. Zy had de schel hooren
overgaan en verwachtte nu, dat aan het
andere einde van den yzerdraad wel een van
die jongeheertje8 zou staan, spelende met dien
draad, zooals de domme visch met het aas.
Daarom besloot haar hoogheid de maatschap-
peiyke vertooning nog een paar minuten
voort te zetten, in plaats van de verklaring
te geven, die allen schenen tegemoet te zien.
„Wy, vrouwen," zeide zy, „geven onze
sociale plichten niet zoo gauw op."
Op dat oogenblik ging de deur open en
een mengsel van de odeur van haarolie en
parfumerieën een kraag, die zeker familie
was van handboorden, een paar nauwe patent
lederen laarzen, dat alles, behoorende by
een wel wat imposant jongmonsch, kwam de
kamer binnen.
„O, myn beste mynheer Grubb," zeide Lady
Cantourne, „hoe vriendelyk van u zóó vroeg
te komen l Mag ik u een kopje thee presen
teeren? Millicent, geeft mynheer Grubb een
kopje theel"
„Niet te sterk," voegde Sir John er schyn-
baar in zichzelf by, terwyl mynheer Grubb
een min of meer schrapende buiging maakte.
Daarop begaf Lady Cantourne zich naar haar
serre, Sir John en Jocelyn alleen achterlatende
in een hoek van de zaal. Niets is te vergeiyken
by den tact der vrouw. Jocelyn nam dadeiyk
het woord.
„Lady Cantourne," begon ze, „heeft my
vriendelyk verzocht hier te komen, om u aan
te treffen. Ik woon te Loango; ik kende uw
zoon, mynheer Meredith, en nu dachten wy,
dat u gaarne eens van hem en Loango zoudt
willen hooren."
Zy begreep heel goed, dat met een man
als Sir John iedere indirecte aanraking van
het onderwerp tot niets zou leiden. Er ver
toonde zich plotseling leven in zyn doffe, oude
oogen; hy keerde hot hoofd om en keek over
zyn schouder.
„Ja," zeide hy en zyn stem beefde even.
„Ja, u is wel vriendelyk 1 Natuurlijk wil ik
dat graag. Ik ben benieuwd te hooren," ging
hy voort, terwyl zyn houding plotseling ver
anderde, „ik ben benieuwd te hooren, wat u
van hem weet." Zyn onvaste hand rustte op
haar gehandschoende vingers en, met de oogen
knippende, keek hy er naar, als begreep by
niet best, waarom die hand daar zoo rustte.
Jocelyn scheen dat niet te bemerken.
„Ik weet," antwoordde zy, „dat u met hem
een verschil van opinio heeft gehad, maar ik
alleen weet dat! U moet niet denken, dat
mynheer Meredith met iemand anders over
zyn intiem levsn heeft gesproken. Het waren
byzondere omstandigheden en mynheer Mere
dith oordeelde het billyk, my die uitlegging
te geven."
Sir John scheen dat niet best te begrypen
en Jocelyn haastte zich te vervolgen:
„Myn broer en mynheer Meredith waren
samen te Eton. Zy ontmoetten elkander ergens
aan de kust en myn broer bood mynheer Mere
dith zyn huis aan. Toevallig was Maunts
juist afwezig, toen hy aankwamik wist niet
wie hy was, daarom verklaarde by my zyn
komst in Afrika."
„Ik begryp u," antwoordde Sir John. „En
u en uw broer zyn dus vriendelyk geweest
voor myn jongen?"
Vreemd, de oude man vergat cynisch te zynl
Hy had nooit geweten wat het zegt een dochter
te hebben, en zy had de aangename, dage-
lyksche vriondelykheden van een liefhebbend
vader nooit gekend. Zoo goed als er-een liefde
denkbaar is op het eerste gezicht, even zeker
bestaat er ook zulk een sympathie. In de oogen
van Jocelyn was dit bogrypeiyk, neen, zelfs
natuuriyk. Hy was Jacks vader. Zyn manier
van doen, alles aan hem herinnerde baar aan
Jack. Hy schoen haar een schopping toe, uit
denzelfden steen gehouwen, naar hetzelfde
model gevormd, met zeer geringe afwykingen
slechts. En wie zal zeggen wat er in hem
omging? De liefde, die in haar hart woonde,
was misschien in het zyne doorgedrongen
en had daar een liefde aangetroffen, die niet
minder groot was dan de hare, maar zorg
vuldig lag verborgen in dat hooghartig ge
moed. Zy had zich wellicht aan hem geopen
baard, openiyk onbevreesd, zonder naar iets
te vragen, zooals dat somtyds gebeurt, als
zy sterk is en rein.
Wordt vervolgd,)