N°. 10910 Woensdag IS September, A0. 1895 feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 17 September. F1 euilleton. Met scherpe wapenen. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandeni f 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTËN: Yan 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Het aantal betalende bezoekers van het Stedelijk Museum (Lakenhal) alhier bedroeg van 13 Juli tot 1°. September 1489. De hoer N. Huntelman, een stadgenoot, die reeds meermalen in Leiden en omstreken met succes is opgetreden, hield gisteravond in de kleine zaal van het Nutsgebouw alhier wederom voordrachten, 't Was jammer, dat de opkomst zoo gering wasl Ware dit toch niet het geval geweest, dan hadden meerderen een paar genoeglijke uren kunnen doorbrengen, want èn met L. I. Fikkee's schets uit het Geldersche dorpsleven „Bij den Burgemeester" vóór èn met tal van luimige en ernstige voor drachten na de pauze boeide de heer Huntel man zijn aandachtig gehoor of bracht het in eene uitbundig vrooiyke stemming. Hfi had meer belangstelling verdiend. Yerlieze hy echter den moed niet en hope hy het beste van een volgend optreden in of buiten Leiden! 's Ryks Etbnograpbisch Museum heeft van den heer P. K. A. Meerkamp van Embden, te Manilla, ten geschenke ontvangen een stuk boomschors, waarvan pylgif wordt gemaakt. Aan den schenker is de dank der Regeering betuigd. Het te Venraay gehouden kapittel der EE. PP. Minderbroeders heeft gekozen tot provinciaal den Hoogeerw. pater P. Van den Burgt, pastoor te Leiden. Van het groote „Woordenboek der Neder- landsche Taal" is heden verschenen de 8ste aflevering van het 5de deel, behandelende de woorden Grootachting Gulden, bewerkt door dr. A. Beets. Graaf De Tovar, gezant van Portugal by ons Hof, hoeft ook, als vertegenwoordiger van zyne rogeering, alhier de opening byge- woond van het derde Internationaal Zoölogisch Congres. De miliciens van de lichting 1892, die by de 1ste en 3de battery, alsmede de 1ste troin-compagnie, te 's Gravenhage, en by de 6de battery van het 2de reg. veld art. to Leiden, voor herhalingsoefeningen sedert 14 Augustus onder de wapenen zyn geweest, zyn weder in het genot van onbepaald verlof gesteld. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw-York, door middel van het stoomschip „Spaarndam", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al hier moeten de brieven, enz. uiterlijk morgen ochtend om 8 uren bezorgd zyn. De wyze van verzending behoort duideiyk op het adres vermeld te worden. Men schryft onsBy koninklijk besluit is, met ingang van 21 September, tot bur gemeester van Alkemade benoemd de odel- achtbare heer F. H. Van Wichen, die hier mede zyne tweede zesjarige regeeringsperiode in die gemeente intreedt. Dit besluit zal door alle ingezetenen van Alkemade met groote vreugde worden begroet. Zonder onderscheid in stand, rang of gezindte te maken, be?ft deze burgemeester zich doen kennen als een waar burgervader, wien de belangen zyner gemeente en gemeentenaren na aan het hart liggen. Vele verbeteringen zijn tijdens zyn bestuur reeds tot stand gekomen, en op zyn program heeft hy nog vele nummers, die op uitvoering wachten, ten einde deze welvarende gemeente eene eervolle plaats onder hare zus toren te do9n innemen. Uit de zevende lyst van do zeventiende jaarcollecte voor de Scholen met den Bijbel in „De Standaard" blijkt dat o. a. is ge collecteerd te Leirauiden met Bilderdam 42.36'/2; te Yoorschoten f 115.31%. Voorts wordt er by opgemerkt, dat, behalve de Unie-collecte te Alfen aan don Ryn, in de Herv. Kerk jaarlyks nog tien schaalcollecten worden gehouden, waarvan de laatste drie f 167.16 opbrachten. Uit Aalsmeer wordt gemeld dat de heer T. Van den Hoorn, sedert twee jaren genees heer aldaar, met 1 October a. s. die gemeente zal verlaten, om zich in Den Haag to gaan vestigen. Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-Herv. gem. te Appelscha door dr. A. J. Van 't Hooft, pred. te Nootdorp. De Koninginnen en prinses Pauline van Wurtemberg zyn gisteren van Het Loo om 3 u. 39 m. te 's-Gravenhage aangekomtn. Aan het station van het Staatsspoor waren vele autoriteiten, o. a. de ministers van buiten- landsche zaken, van justitie en van marine, de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, de burgemeester der residentie, generaal Van Helden, enz. Do Regentes stelde aan de byna 18-jarige Wurtembergsche prinses de ver schillende autoriteiten voor. De Wurtembergsche prinses is een dochter uit het eerste huwelijk van den Koning van Wurtemberg met wijlen prinses van Waldock- Pyrmont. Do drie Vorstinnen begaven zich in open rytuig naar het Paleis. Zoowel tegenover den uitgang van het Hofwacbtsalon aan de Ryn- straat als langs den geheelen weg, welken HH. MM. met Haar niebt door de stad namen, bad zich een talrijke menigte in ryen ge schaard. Aan een der huizen van den Bezuiden- houtschenweg, nabij de Heerengracht, bad men by binnenkomst der Koninginnen de vlag uitgestoken. Van het Paleis wapport weer do standaard vlag gedurende het verblyf van het Hof in de residentie. De Koningin vertoonde zich ten Paleize nog even voor het venster aan het publiek, dat HH. MM. zag binnentreden. Kort na aankomst maakte Hare Majesteit do Koningin een rijtoer door het Bosch in een met 2 poneys, door Haarzelve bestuurd, bespannen victoria. Een oogenblik later reed H. M. de Koningin- Regentes uit met prinses Pauline van Wur temberg. Door de heeren mr. W. Dolk, J. Van Heurn, A. T. L. RouweDhorat Mulder, mr. H. J. A. Mulder, H. A. Van do Rovaart en P. J. Van Voorst Vader is officieel aan den Haagschen gemeenteraad medegedeeld, dat zy aan den minister van waterstaat concessie hebben gevraagd voor een visschershaven te Scheveningen volgens het ontwerp der haven commissie, onder byvoeging dat middelerwijl door hen is onderzocht, op welke wijze de havenaanleg finantiöel het best ware tot stand te brengen, met welk onderzoek zy thans zoo ver zyn gevorderd, dat zy vóór 1 October een aanvraag om subsidie als bijdrage in de kostea van den aanleg by den Raad zullen indienen. Tot klinisch assistent aan de kraam inrichting te Amsterdam is benoemd dr. L. E. Driessen, aldaar. Eenige bladen te Amsterdam deelen het gerucht mede, dat de heer T. Van der Zee, burgemeester van Enschedee, in aanmerking zou komen voor de betrekking van hoofdcom missaris van politie aldaar. Uit Rotterdam wordt gemeld dat als gevolg der overeenkomst met de Engelsche stoomvaartlijnen, de derde-klasse passage prys per Noderl.-Amerikaansche Stoomvaart Mpy. van Amerika naar Europa, met f 22.50 is verhoogd. Van nieuwo reizen, door HH. MM. do Koninginnen nog in dit jaar te ondernemen, is, volgens do Haagsche Kroniek der „N. Gron. Ct." geen sprake. Behoudens uitstapjes van een enkelen dag of deelneming aan speciale plechtigheden, zal het tot aan de kroning van onze jonge Koningin nu met binnenlandsche reizen uit zyn. Wel scbynt het plan vast te staan om zoodra Koningin Wilhelmina zelvo den schepter zal hebben in handen genomen, de tournóe door alle ge westen des Ryks te herhalen. De jaren, die ons nog van dat tydstip scheiden, zal de jonge Koningin moeten besteden aan velerlei studio, om zich voor de hoogo roeping, die haar wacht, voldoende voor te bereiden. Weldra zullen do beginselen van 't staatsrecht en de staatkundige geschiedenis van ons vaderland worden toegevoegd aan de talryke leervakkon, waarin H. M reeds wordt onderwezen. Prof. Friedrich De Martens, lid van den Russischen staatsraad en van den raad van het departement van buitenlandsche zaken, die door den keizer aller Russen benoemd is tot scheidsrechter in het tusschen Engeland en Nederland aanhangig geschil in zake de „Costa-Rica Packet", is een erkende autoriteit op volkenrechteiyk gebied. Zyn bekende werken „Internationales Recht; das moderne Volkenrecht der zivilisirten Nationen" en het niet minder bekend „Recueil des traités et conventions conclus par la Russie avec los puissances étrangères" hebben hem als volken rechtelijke autoriteit door geheel Europa be kend gemaakt. Zyn naam alleen heeft al een grooten klank in deze wetenschap: men herinnert zich Georg Friedrich Von Martens, die in 1821 overladen is, en ook een bekende schrijver over volken recht is. Onze De Martens is sinds geruimen tyd vice president van het volkenrechtelijk instituut. Heden zal te Roermond de commissie aankomen, die in opdracht heeft, om in naam der Ryksregeering de Rijksarchieven op te eischen. Naar aanleiding daarvan heeft de gemeente raad van Roermond, onder toejuiching van het talryk publiek, dat deze raadszitting by woonde, met algemeeno stemmen de volgende motie aangenomen „De Raad, met intrekking van vroeger aan den minister voorgestelde minnelijke schik kingen, draagt B. en Ws. op, alle stukken af te geven, tehoorende tot het Ryks archief, behalve die, welke zich bevinden in het lokaal, waar Ryks- en gemeente archief vermengd werden. „Voorts, door deskundigen die stukken te doeD onderzoeken en daarvan een lyst te maken. En ten slotte, indien de Staat of wie ook bezit wil nemen van stukken, welke naar het oordeel dier deskundigen aan Roermond behooren, den president der rechtbank te Roermond in kort geding om conservatoire maatregelen te vragen." Te Amsterdam vergaderde Zondag het tweede congres van den R. K. Volksbond, onder eere-voorzitterschap van mgr. C. J. M. Bottemanne, bisschop van Haarlem, en voor zitterschap van W. C. J. Passtoors, van Am sterdam. Nadat des middags in het Gildehuis eene voorloopige huishoudelyke bijeenkomst was gehouden, had des avonds te halfzeven een plechtig Lof plaats, opgedragen door mgr. Bottemanne. In de grooto zaal van „Maison Stroucken," fraai versierd, had daarna de openingszitting plaats, opgeluisterd door hot muziekcorps „Orpheus" en de liedertafel „St.-Caecilia." Do heer Passtoors sprak een warm wel komstwoord en uitte de beste wenschen voor het welslagen van het congres, waartoe hy tot eendrachtig samenwerken opwekte. Er werd een telegram gezonden aan H. M. do Koningin-Regentes van gehechtheid en trouw aan het Huis van Oranje. De Bisschop sprak daarna een harteiyk woord, opwekkend tot eendracht en eensgo- zindheid, waarschuwende tegen ontevreden heid en ongeduld, al moet men arbeiden tot verbetering van ongunstige toestanden. Door geduldig en gestadig werken, niet door revo lutie, kan men het program van den bond verwezeniyken. De geestelijke adviseur, pastoor Konings, deed daarna mededeeling van den Pauselyken zegen. Hy bracht hulde aan den Bisschop en wees op diens naderend 50 jarig priesterschap. De heer Bax, uit Antwerpen, bracht den groet der Belgische broeders. Pater A. v. Kerck- hoff droeg een vers voor. De heer Zegers, vroeger secretaris van den soc.-dom. bond, sprak over zyne bekeering, terwyi daarna de heer Passtoors een slotwoord sprak en met zang en met muziek de zitting gesloten werd. Maandag was de eerste zitting van het congres in het Gildehuis. De Rijkscommissie voor de examens ter verkiyging van een diploma als stuurman aan tcori van koopvaardyschepen zal, overeen komstig het by koninklyk besluit van 17 Juoi 1891 vastgestelde reglement voor die examens, met aanvang van 8 October, te 91/, uur, zit ting houden te Rotterdam, in het gebouw der Loge aldaar. In do aanvraag om toegelaten te worden, welke den voorzitter, den heer J. H P 13 Kniphorst, te 's-Gravenhage, vóór 1 O.ioler portvry moet hebben bereikt, zal de cai di- daat, onder toezending van eenig authentiek geboortebewys, tevens te kennen moeten geven voor welke vaart, groote of kleine, voor welk diploma, zeil of stoom, en voor welken rang hy verlangt geëxamineerd te worden. Mocht hy by het examen volgens een der program ma's B of in dezelfde zitting nog een aan- vullings-examen wenschen af te leggen, dan zal hy dit moeten vermelden. Het volgende examen zal weder to mster- dam worden gehouden. Men zio verder de Staatscourant van 17 dezer. In het Museum van Kunstnyverheid to Haarlem zal 22 September eene tentoon stelling van Japansche kunst worden geopend, waarbij de meest verschillende kunstambachten zullen vertegenwoordigd zyn en die op een enkele uitzondering na vooral werkstukkon van oude kunst zal bevatten. Op het graf van den eenige maanden geleden te Goes overleden predikant der Ned.- Herv. gemeente aldaar, ds. D. P. M. Huet, is door zyne vrienden een gedenkteeken geplaatst. Op den steen ligt een bybel, en de openge slagen bladzijde geeft de volgende woorden te lezen: Jezus zeide: Ik ben de opstanding en het leven. Joh. 11 vers 25a. In den steen zelf is dit opschrift gogrift: „Hier rust Ü3. D. P. M. Huet, geboren te Am sterdam 7 December 1827, overleden te Goes 9 April 1895, gedurende 17 jaren predikant der Ned.-Herv. gem. alhier. Joh. 5 vers 35. Zyne vrienden." De gewone audiëntie van den minister van financiën op 19 en die van den minister van marine op 20 dezer zullen niet gehouden worden. By koninklyk besluit is met ingang van 1 Oct. a. s.lo. de officier-machinist 1ste kl J. L. Vermeer, op zyn verzoek, op pensioen gosteld en hem toegekend een pensioen van f 1200 'sjaars, en eene verhoogiüg van dat pensioen met ƒ1200 's jaars, ingevolge artikel 1, c, der wet van 1 April 1875; 2o. benoemd tot officier-machinist 2de kl. by 's Ryks stoom vaartdienst, de machinisten 1ste kl. in het vaste corps J. A. Waleson on W. De Waardt. Benoemdby het wapen der inf., tot eersten luit., de tweede luit. N. Van "Wingen, van het wapen, gedetacheerd by de landmacht in West Indië; by het 1ste reg., tot kapitein de eerste luit. L. A. H. Anemaet, van hot 5de reg.tot eersten luit. de tweede luit. W. E. Van Eek, van het corps; by het 2de reg., tot eerston luit. de tweede luit. H. Z. A. Van de Roemer, van het corps; by het 5do reg., tot kapitein de eerste luit. jhr. D. Barchman Wuytiers, van het reg. gren. en jagers; by het 6do reg., tot eersten luit. do tweede luit. P. A. De Ridder, van het corps; by het 8sto reg., tot kapitein, de eerste luit. A. H. Rink, van het reg. gren. en jagers. In hun rang overgeplaatst, by het reg. gren. en jagers, de lste luits. A. H. Van Alphen de Veer, van het 5de, en J. G. Blom, van het 8ste reg. inf. 61) „Ja," hernam Jocelyn, „ik begrtjp het." Zy zag waar het naar toe ging, wenschte het vurig en toch voelde ze vrees. Zy betraden voor haar als het ware gewaden grond en ieder oogenblik kon zy een verkeerden stap doen. „Ik zou u zoo gaarne met Sir John in aan raking brengeD," sprak Lady Cantourne. „Zou u eens by my op de thee willen komen? Zoo even vroeg hy me, wie u toch kon zyn. Vreemd, alsof hy er een voorgevoel van had, vindt u niet? Ik ben niet bygeloovig en hecht niet aan onderlinge gemeenschap van geesten en zielen, en al dien onzin meer, maar in voor gevoel geloof ik wel een beetje. Zou u morgen willen komen? Van avond is u hier met me vrouw Sander, nietwaar? Ik ken haar. Zy zal u wel alleen laten gaan. Om vjjf uren. U zou myn nicht Millicent ook ontmoeten. Zy is met Jack Meredith geëngageerd. Dat gaf aan leiding tot die oneenigheid tusschen vader en zoon. Met haar zal u eerst ook niet op uw gemak zyn. Zy is niet toeschietelyk. Maar ik geloof dat u wel uw best zal doen om te begrypen, wat zy gaarne wil weten." „Ja," antwoordde Jocelyn bedaard - byna al te bedaard „ik zal myn be3t doen." Lady Cantourne stond op en Jocelyn volgde haar voorbeeld. „Het is een goede daad," zeide Lady Can tourne nog en keek het meisje aan. „Daarom vraag ik het van u. Een mensch heeft niet dikwyis de gelegenheid een goede daad te ver richten, waarby zelfs zyn intieme vrienden aan geen by-oogmerken kunnen denken. Wio is die man daarginds?" „Dat is myn broer!" „Ik zou gaarne ook eens kennis met hem maken, maar breng hem morgen niet mee. Wy, vrouwen, moeten dan liever onder elkander zyn begrypt u?" Met een vertrouwelyk knikje ging de statige dame heen om andere zaken te behartigen, misschien wel om nog moer goede daden te verrichten, die even onbaatzuchtig waren. Jocelyn bemerkte terstond dat Maurits iemand zocht. Hy was juist binnengekomen en baande zich een weg door de verzamelde gasten. Weldra was zy hem zóó dicht gena derd, dat zy zyn elleboog kon aanraken. „O, ben je daarl" riep hy uit; „ik zocht je; kom even met me buiten de kamer." „Hy bood haar zyn arm aan en zoo baanden zy zich een weg door de volle zaal naar het aangrenzend vertrek, waar een dilettant troos teloos rondzwierf, wachtende op eenig gehoor voor de verzen, die hy wilde reciteeren. „Kyk eens," zei Maurits, toen ze alleen waren; „ik heb daareven een telegram ont vangen." „Hy reikte haar het dunne witte telegram- model over van den onderzeeschen kabel. „Ontzetting volkomen gelukt. Meredith Jozef terug Loango. Meredith ziek uitputting," Jocelyn haalde diep adem. „Dat's in orde hè?" zei Maurits hartelyk. „Ja," antwoordde Jocelyn „in ordel" XXX. Oude bekenden. Dio Engel nonnen os nimmt-lofrotid', Die Tcafel doodod es Höllcnleid, Dio Menochen nonnen esL i e b el „A propos, lieve," zeide Lady Cantourne don volgenden dag tot haar nicht, „ik heb voor vandaag juffrouw Gordon op de thee govraagd. Ik ontmoette haar gisteren by de Fitzmannerings. Zy woont te Loango en kent Jack. Ik dacht dat je wel eens kennis met baar zoudt willen maken. Zy is een echte dame en ziet er lief uit." En Millicent ging regelrecht naar haar kamer om haar beste kleedje aan te trekken. Zoo iets behoort tot die kleinigheden, welke een vrouw zeer natuuriyk voorkomen, en die het verstand van een man volkomen te boven gaan. Hy kan daaruit terloops zoo „en passant" slechts opmaken, dat by sommige gelegenheden de dames wel eens baar beste kleederen aantrekken, zonder daardoor juist te willen behagen. En terwyi Millicent Cbyne zoo bezig was zich te kleeden, was Jocelyn Gordon op geringen afstand in een ander huis bezig haar mooie haar op te maken; hier streek ze er eens over, daar haalde zy bet wat uit, zy stak hier en daar een haar speld, woelde er in, drukte het op een andere plaats wat neer, met al de bedrevenheid, der vrouw eigen. Toen zy een weinig later elkander ont moetten in Lady Cantournes deftige, degelyke, ouderwetsche zaal, kon men gerust aannemeD, dat niets aan den blik der beide dames ontging. „Tante heeft me verteld," begon Millicent terstond met een zeker „dógagé," waarmede tegenwoordig de jongelui onderwerpen aan roeren, die men vroeger als heilig zou be schouwd hebben, „dat u Loango kent." „O ja, ik woon er." „En u kent mynheer Meredith?" „Ja, en mynheer Oscard ook." Er volgde een korte pauze on twee paar beleefd lachende oogen namen elkander eens goed op. „Ze weet er van, maar wat?" schoen het eene paar te vragen. „Zy zal het niet merken daar ben ik geen oogenblik bang voor," zeide het andere paar. En Lady Cantourne keek toe en wreef met welgevallen haar witte handjes over elkander. „O ja," zeide Millicent zonder blikkon of blozen. Dat was haar sterke puntblozen als het te pas kwam, niet als het minder gewenscht was „Mynbeer Oscard, is die niet geassocieerd met mynheer Meredith in die dolle onderneming?" „Ik geloof, dat zy samen doende Simiacine, meent u?" vroeg Jocelyn. „Wat zou ze daar anders mee bedoelen?" dacht Lady Cantourne by zichzelf. „Ja, de Simiacine 1 Een rare naam, vindt u niet? Ik voor my houd het er voor, dat ze zich daar zullen rulneeren. Dat doen de men- schen daar altyd, nietwaar? En wat zegt u daarvandat zou ik graag eens weten „Ik geloof' zeker, dat zy fortuin zullen maken," antwoordde Jocelyn, en zag met plotseling opkomenden weerzin hoe Millicents oogen begonnen te schitteren, „ten minste als het gevaar niet zoo groot wordt, dat zy de plaats moeten opgeven." „Wat voor gevaar?" vroeg Millicent, die voor bet oogenblik vergat op haar stemge luid te letten. „Wel, natuuriyk, de Ogowe rivier is vor- scbrikkelyk ongezond en er zyn nog veel meer gevaren. Do inboorlingen in do valleitn, die bet Simiacine-Plateau omringen, zyn zeer vyandig gestemd. Hot Plateau was zelfs om singeld en belegerd, toen wy Afrika verlieten." Deze mededeelingen schenen Millicent te schokken, maar Jocelyn gevoelde nog grooteren schokbaar toeboorderes glimlachte niet laDgerl Zy was niet meer op baar hoede, wat haar nog eens was overkomen in tegenwoor digheid van Sir John. Op Millicents gelaat vertoonde zich een trek, dien Jocelyn dadoiyk opmerkte en die haar leed deediets, wat Sir John wist, sedert den morgen, toen hy Millicent twee brieven had zien openen; iets, wat Lady Cantourne altyd wol had geweten. „Eu was mynheer Meredith op het Plateau, toen het werd belegerd?" vroeg Millicent met een vertrokken, onnatuuriyk lachje. „Ja," antwoordde Jocelyn. Zy kon niet nalaten zich de armzalige voldoening te ver schaffen van haar even te straffen; maar al dien tyd gevoelde zy, dat die straf niets was, vergeleken by de kwelliDg, dio zy ondervond, en haar leven lang zou gevoelen. In het hart van de vrouw, die werkelyk liefheeft, treft men sommige zeer tegenstrydigo dingen aan tegenover de wereld in het algemeen is goea harder hart op aarde denkbaar dan bet hare, zoodra het er op aankomt het voorwerp haror liefde of die liefde zelf te verdedigen. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1