N°. 10904
Woensdag 11 September.
A0. 1895
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 10 September.
F9 euilleton.
Met scherpe wapenen.
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzondorlyke Nommers v 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel moer f 0.17|. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Olllciëel© Hennlsgeyingen.
Burgemeester 6D Wethouders van LeideD,
Oezieu het adres van P. H. J. VREEBURO,
houdende verzoek om vergunning tot oprichting eocor
slachterij on Tookerij in het perceel Levend&al No 165;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95);
Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd
verzook met de bijlagen op de Secretarie dezer ge
meente ter viaio gelegd is; alsmede dat op Maandag
28 Sept. a. s.. 's vcormiddags te elf uren, op het Raad
huis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren
tegen dat verzook in to brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Loidon, F. WA8, Burgemeester.
B Sept. 1895. E. KIST, 8ecretaris.
Naar w(j van betrouwbare zjjde vernemen,
heeft zich te Leiden sedert eenigen tyd eene
commissie gevormd, die hare vertakking of
leden over nagenoeg ons geheele land heeft,
om te zorgen dat zekere aanstaande feestdag
waardig zal herdacht worden.
Het betreft nl. de viering van den herinne
ringsdag der 40-jarige ambts-vervulling van
den heer H. "VVitte als hortulanus van 's Rijks
Academietuin te Leiden.
Om te begrijpen reden kan geen volledig
programma van dien dag geplubliceerd worden.
Voor belangstellenden zij alleen gezegd dat
voorzitter en secretaris van de commissie zijn
de voorzitter en de secretaris van de afdeoling
Leidon en Omstreken van de Nederlandsche
•Maalschappij voor Tuinbouw en Plantkunde.
Hedenmorgen om 8 u. 52 m. kwam aan
het station alhier de extra trein van den Staats
spoorweg binnen, medebrengende de troepen
van de beide alhier in garnizoen liggende
bataljons infanterie, die aan de manoeuvres
in de provincie Utrecht hadden deelgenomen.
Langs den gebeelen weg van de Morschpoort-
kazerno tot aan het station was eene groote
menigte wandelende of geschaard, evenals
op het stationsplein zelf, waar bovendien de
hoofd- en verdere officieren der dd. schutterij
met het muziekcorps den trein stonden af te
Wachten.
Deze bleef vóór het station stilstaan. De
"officieren der infanterie werden door die der
Bchutterij verwelkomd, de troepen werden
opgesteld en precies om negen uren zetten
ze zich in beweging, voorafgegaan door de
schutterij-kapel en daarna die van het vierde,
welke, op weg naar de kazerne, by afwisseling
Terschillende marschen deden hooren.
Een prachtige zonneschyn begunstigde den
intocht, waardoor de menigte dan ook meer
en meer was toegenomen.
De troepen zagen er, ofschoon wel wat
verbruind en stoffig, flink uit.
Nu alzoo het stafmuziekcorps wederom
thuis is, zal het laatste der zomerconcerten
in den tuin van „Zomerzorg" Vrydag-avond
a. e. plaats hebben.
's Ryks Ethnographisch Museum heeft
van de Hoofden van Pasirir en Lima Laras
de navolgende voorwerpen, herkomstig van
Sumatra, ten geschenke ontvangen:
Een model van een kalkoven, twee water
kruiken, een komfoor, een waschvat, twee
aarden potten, oen bakje, een reukwerkbran
der, vyf prauwmodellen.
Aan den schenker is de dank der Regeering
betuigd.
De 1ste luit. A. W. Den Beer Poortugaal,
van het 2de reg. veldartillerie te Leiden,
wordt met 1 Nov. te Bergen-op-Zoom geplaatst.
Ter secretarie van Rynsburg is van
Gedeputeerde Staten goedgekeurd terugont
vangen de gemeente-rekening over 1895,
bedragende in ontvangst f 9166.701/,, in
uitgaven f 8631.11, en dus met een batig
slot van f 535.59'/,.
Op het zestal voor predikant by de Ned.-
Herv. gem. te Harlingen komen voor ds.
Ruys, te Oegstgeest, en ds. Draaisma, te
Steen wyk.
Hare Majesteiten de Koninginnen zullen
Maandag 16 September a. s. omstreeks vier
uren te 's Gravenhage terugkeeren en een
tiental dagen aldaar verblyven.
Naar de „Tel." verneemt, is door het
lid van den Raad van State, J. C. C. Den
Beer Portugael, een hoogst belangrijk en zeer
uitgebreid advies uitgebracht omtrent de
Yestingbegrooting.
De hoofdcommies ter gemeente-secretarie
te 's-Gravenhage, de heer W. Dietz, toege
voegd aan de 4de afdeeling (bovolkingsbureau),
is, op zyn verzoek, met 1 October a. s. uit
dezo betrekking eervol ontslagen, onder toe
kenning van pensioen.
In de afgeloopon week slaagden voor
het notariëel Staatsexamen, voor het eerste
gedeelte, nog d9 heeren: H. A. v. Hoorn, te
Kaatsheuvel; F. J. H. Jespers, te "Woerden;
J. B. Yan Andringa de Kompenaer, te Gro
ningen; jhr. P. C. W. Van der Feltz, te
Dokkum; B. Kuipers, te Dordrecht; M. Q
Zeelenberg, te DelftJ. A. Molenaar, te IJsel-
monde; en voor het tweede gedeelte, de
heeren: F. J. A. Hugenholtz, te 's Graven
hage; B. S. Edersheim, te 's-Gravenhego; J.
H. Landberg, te Rotterdam; A. De Neeling,
te Amersfoort; A. A. M. Van de Mortel, te
Rotterdam; G. Beckeringh van Loenen, te
Leeuwarden.
De verschillende commissiën uit de
vakvereenigingen van industriëslen en nering
doenden te Scheveningen hebben Zaterdag
avond in het Verkooplokaal aldaar eeno
byeenkomst gehad met de finantiëele com
missie uit de reeders ter bespreking van de
deelneming van eene eventueele aandeelen-
leening van circa f 100,000 ter verwezenlijking
van do haven te Scheveningen.
De slotsom is geweest dat besloten word
in dien geest pogingen aan te wenden, waarby
elke commissie zelfstandig onder de verschil
lende vereenigingen en neringdoenden zal
werkzaam zyn om inschrijvingen tot gezegd
bedrag te verkrygen, terwyi later over de
aandeelsgewyze toewyzing zal worden beslist.
Gisteren reeds vergaderden tot cit doel in
het Verkooplokaal de neringdoenden te
Scheveningen.
De volontair sergeants van de Militaire
School, die aan het officiersexamen deelnamen,
zyn allen goslaagd; hunne namen zyn: J.
M. Ch. Van Borselen, F. G. B. De Wys, J.
A. Pet, A. C. Breebaart, E. W. A. Dbont,
W. Van Ingen Schouten, J. L. Schoonhoven,
J. C Ryk, P. G. Schutz, D. P. Brondgeest,
G. H. J. Gysberti Hodenpyl, H. Lubberts, T.
P. La Fors en P. B. Weehuizen.
Naar het „H. Dagbl." verneemt, zal de
heer J. C. Bouman, waarnemend directeur der
Ned. Staat lotery, binnen enkele dagen worden
vtrvangen door mr. E. Achterberg.
De heer H. Van Goudoever zal 1 November
a. s. de functie van directeur aanvaarden.
Do minister van waterstaat, handel en
nijverheid heeft zijne goedkeuring gehecht
aan de ontwerp-winterdienstregeling der
Staatsspoorwegen.
De „Standaard" noemt het bericht in de
pers over de ongesteldheid van den heer K.
Kater wel wat al te verontrustend. Do bonds
voorzitter van „Patrimonium" is daor een
oude ongesteldheid, nu in herrigBifrttnate^'
overvallen. Iïy beeft in het ziekenhuis eene
lichte operatie aan de keel ondergaan, «n
wel met gunstigen afloop.
Met den Franschen trein uit Amsterdam,
welke te 7 u. 38 min. te 's Gravenhage
passeert, reisden gisteravond naar Parys
terug de heer Lebon, minister van koophandel
in Frankrijk, en de Fransche autoriteiten, die
met hem de Amsterdamsche tentoonstelling
hebben bezocht, velen mot hunne dames. De
bezoekers waren gezeten in salonrytuigen.
Allen werden blykbaar aangenaam verrast,
toen by het korte oponthoud in het station
te 's Gravenhage do heer Labouret, gezant-
schapsraal en waarnemend gezant van do
Fransche Republiek, by den wagen stond om
den minister en zyn reisgenooten op bun
doortocht te begroeten. Onder het wisselen
van herhaalde beleefdheidsbetuigingen had
dit ten opzichte van de dames en heeren
plaats en aan de echtgenoote van een der
bezoekers bood de heer Labouret een bloem-
geschenk als souvenir aan.
Uit de korte gesprekken, die gevoerd
werden, kon men opmaken dat de Fransche
autoriteiten aangc-name herinneringen mede-
nemen aan hun verblijf in Amsterdam.
De minister Lebon was zeer ingenomen
met dit biyk van belangstelling van den
vertegenwoordiger der republiek, waarvoor
hy den heer Labouret op zeer sympathieke
wyze dank betuigde.
Men meldt uit Rotterdam: DoorB. en
Ws. is aan don gemeenteraad voorgesteld de
inkomstenbelasting, in de oude gemeente
Rotterdam bestaande, toe te passen op de
nieuwe gemoente, overeenkomstig het advies
der commissie voor do financiën.
Uit de toelichting blijkt dat de ingezetenen
van oud Charlois daarby belangrijk veel zullen
winnen. De zuivere opbrengst der in oud-
Charlois bestaande plaatselijke directe belasting
was in 1894 f 23,870.90; by toepassing der
te oud-Rotterdam bestaande inkomstenbelas
ting zal dit bedrag verminderen met ongeveer
f 10,000. Hierbij moet in aanmerking worden
genomen, dat Charlois vóór de inlijving in
zyer ongunstige finantiëele omstandigheden
verkeerde, zoodat van de ingezetenen groote
offers moesten worden gevergd, uïpf"
De ingezetenen van oud-Kralingen zullen
daarentegen meer te betalen hebben. Zy be
taalden in 1894 f 50,141, terwijl de opbrengst
dtr inkomstenbelasting in Kralingen geschat
vo lt op zuiver ongeveer 60,000.
Tweo wyzigingen worden door de commissie
voor de financiën aanbevolen. Vooreerst wil
zy by de classificatie de laagste klasse (in
komen van f 600700) doen vervallen.
Ofschoon voor dezo klasse de belasting
slechts over 15 pet. van het laagste cijfer der
klasse wordt geheven, meent de commissie,
dat zij voor velen nog te zwaar is, blykbaar
uit het groot aantal oninbare posten. Daaren
tegen wil zy de derde klasse (inkomens van
f 800—f 1000) splitsen, omdat zy den afstand
tusschen do eindcijfers dezer klasse te groot
acht.
Eene twoede wijziging betreft den aftrek
der verplichte kortingen op traktementen als
bijdragen in pensioenen en fondsen. De ge
meenteraad besliste indertyd, dat deze kor
tingen niet ter berekening van het zuiver
inkomen konden worden afgetrokken, doch
Gedeputeerde Staten beslisten in hooger beroep
anders. Thans stelt de commissie voor om,
ook in navolging van de rijksbelasting op
bedryfs en andere inkomsteo, eene bepaling
in den geest der beslissing van Ged. Staten
in de verordening op te nemen.
Burg. en "Weths. gaan met het voorstel om
de inkomens van f 600 f 700 vry testellen
van belasting niet mede. Zy voeren hoofd-
zakeiyk als argument aan, dat de ervaring nog
te kort is om op grond daarvan een dergeiyk
besluit te nomen. "Wat do verplichte kortingen
betreft, komt het B. en Ws. voor, dat dezen
aftrek, toe te staan aan ambtenaren en der-
gelijken, onbillijk zou wezen tegenover hen,
die vry willig een deel hunner inkomsten voor
den ouden dag of na te laten betrekkingen
afzonderen. (Dat ook aan hen aftrek voor ver
zekeringspremies kan worden toegestaan, als
men dat wil, schynt in do gedachten van B.
en Ws. niet te zyn opgekomen.) B. en Ws.
zouden daarom door eeno uitdrukkeiyke be
paling de interpretatie van Ged. Staten voor
het vervolg willen afsnyden.
Over ééne wyziging in de verordening zyn
B. en Ws. en de commissie voor do financiën
hot eens. Zy strekt om nadrukkelijk to be
palen, dat oproeping van belastingschuldigen
voor de Raadscommissie van onderzoek der
bezwaarschriften niet verplichtend is, tenzy
door de belastingschuldigen daartoe het ver-
langon wordt kenbaar gemaakt. Afschaffing der
reclame-commissies, zooals te Amsterdam ge
schied is, komt dor commissie niet wenschelyk
voor, omdat ongeveer 50 pet. der reclamanten,
blijkens de ervaring, er prfis op stellen hunne
bezwaren persoonlijk aan do Raadscommissies
toe te lichten.
Tevens is ingediend een voorstel van vier
Raadsleden, die de plaatselyke inkomsten
belasting willen vervangen. Het strekt om
eene directe belasting te heffen naar de vol
gende grondslagen: huurwaarde, mobilair,
bediening, talrijkheid van het gezin, paarden
en rijtuigen. Naar de bedoeling der voorstellers
zal de belasting een progressief karakter
hebben en zal er een maximum van heffing
zyn (f 1,200,000).
De inkomsten belasting bestaat hier crie
jaar. Zy verving eene directe plaatselyke be
lasting, die zeer slecht werkte, omdat zy e» n
onevenredigen druk uitoefende, die vooral
neerkwam op den middenstand on op hen,
die van een beperkt vast inkomen moeten
leven, en de rijken spaarde. Zoo lang die be
lasting bestond, hoorde men steeds over dezen
onevenredigen druk klagen.
Aan verbetering van die belasting iel niet
te donken, want het was het beginselwaarop
zy rustte, dat niet deugde. Zóó was zy niet
te veranderen, of men moest steeds by het
opmaken van den aanslag afgaan op bediicg-
lyke uiterlijkheden
Meer en meer drong dan ook de over
tuiging door, dat eene belasting naar het in
komen de eenige rechtvaardige was Aan don
tegenwoordigen wethouder van financiën, mr.
Van Raalte, was het gegeven, zulk eene be
lasting tot stand te brengen, ofschoon hy
veel tegenstand te overwinnen had.
Voor zeer velen bracht de nieuwe belasting
verlichting, omdat zy nu werkeiyk naar
draagkracht werden aangeslagen. Dat er eene
billijker verdeeling van lasten verkregen werd,
kan dan ook door Diemand worden ontkend.
Maar dit neemt niet weg, dat van het
oogenblik af, dat de inkomstenbelasting in
werking trad, de tegenstand groot was, en
dat dezo steeds is toegenomen. Niet zooze:-r
om bet beginsel, dan wel om de openbaarheid
der kohieren.
Die openbaarheid is de groote grief. Zelfs
voor hen, die by de nieuwe belasting gebaat
zyn, hoort men deze grief aanvoeren. Rede
neeren daartegen helpt niet. Al erkent men
de voordeelen, al stemt men toe, dat het be
ginsel goed is, men blyft aanvoeren, dat het
in eene handelsstad niet aangaat, dat do éón
de zaken van den ander kent. Men vindt het
een onoverkomeiyk bezwaar, dat men voor
eene commissie opening van zaken moet doen,
en dat bet dan nog ten.slotte in een boek,
hetwelk op het stadhuis ter inzage van ieder
een ligt, komt te staan, hoeveel inkomen
men precies heeft.
Voornamelijk zyn het de kooplieden en de
winkeliers, van wie de oppositie tegen do
belasting uitgaat. En natuuriyk vindt deze
oppositie ook steun by hen, die met do vorige
belasting zeer tevreden waren, omdat zy naar
evenredigheid van hun vormogen voel te
weinig betaalden.
Er komt nog iets by. De opbrengst der
inkomstenbelasting viel aanvankeiyk niet mee.
Het was duidelijk, dat er veel haperde en
dat er veel ontduiking plaats had. Gaandeweg
moest de werking der belasting verbeterd
worden, dat wil zeggen: er moest gezorgd
worden, dat de fiscus kreeg wat hem toe
kwam. Dat kan echter niet geschieden zonder
dat de aanslagen werden herzien, en voor
sommigen brengt deze herziening mede, dat
zy meer moeten betalen. Toeneming der on
tevredenheid is daarvan het gevolg.
Intusschen is het weinig waarschyniyk, dat
er voor het voorstel der vier leden eene
meerderheid zal te vinden zyn in den ge
meenteraad.
Cl)
Zy begreep tea volle, dat, ala Durnovo
slechts één woord fluisterde op de rechte
I plaats, dat is to zeggen in het oor van
'begeerige journalisten er weldra nauwelijks
■een hoekje zou te vinden zijn in de beschaafde
wereld, waar Maurit3 Gordon van Loango
onder zyn eigen naam zou kunnen leven. Zy
gevoelde dat zy op een vulkaan woonden.
Zjj stond voor een van die zeldzaam voor
komende gevallen, waarin het leven van een
medemensch ons niet meer heilig mag heeten
en deze beschaafde, wèlopgevoede, zachte
Engelsche vrouw begon duidelijk in te zien,
dat het leven vaa Victor Durnovo geringe
waarde had, tegenover het hare gesteld.
Juist op dit oogenblik had de Voorzienig
heid, die voor ons zoo dikwyls ondoorgron-
deiyk is, haar gelukkig een anderen last op
de schouders gelegd.
Terwijl zy dreigde krankzinnig te worden,
als ze aan het gevaar dacht, waarin haar
broeder verkeerde, bracht de grynzende Nala
haar een andere tyding mede. Jack Meredith,
de man, voor wien haar hart ontegenzegiyk
de innigste liefde koesterde, dit kon zy zich
zelf niet verhelen, verkeerde in nog grooter
gevaar. Dit was misschien een gevaar, dat ten
minste nog kon worden afgewend, al waren
de kansen dan ook gering. Het gevaar, dat
.haarzelve dreigde, haar afschuw voor de wan
daad van Maurits, haar haat voor Victor
Durnovo, dat alles werd by haar op den achter
grond gedrongen door den kreet om hulp van
Jack Meredith. Jocelyn Gordon vond nu een
heilzame afleiding voor eigen leed door nacht
en dag te arbeiden voor de verlossing van den
man, die eens aan Millicent Cbyne zou toe-
behooren.
Maurits hielp haar trouw. Zyn invloed op
de inboorlingen was zeer grooter was slechts
één man, die het land beter kende, en dat
was Durnovo. Gedurende de veertien dageD,
die verstreken waren sedert do afzending van
het telegram aan Guy Oscard en de aankomst
van die reddende hand te Loango, was de
heele kust in rep en roer door al de toebe
reidselen, die gemaakt werden. En zoo ge
beurde het, dat Guy Oscard een klein leger
gereed vond, en aan Maurits Gordon had hy
dit te danken. Victor Durnovo hield zich in
tusschen Bcbuil, en de tyding, dat er een
expeditie werd op touw gezet om Jack Mere
dith te bevryden, bereikte hem niet in zyn
schuilhoek. Maar nadat hy veertien dagen in
den omtrek had rondgezworven, kon hy de
onzekerheid met laDger verdragen en kwam
naar de stad, waar Guy Oscard hem opeens
by den kraag pakte. Toen by daar zoo naast
Guy Oscard aan de baai stond en op het
inschepen toezagr waren zyn gewaarwordingen
zeker al zeer gemengd. Hy gevoelde zich be
vryd van den angst, die hem de laatste weken
had vervolgd. Hy was op het punt geweest
allerlei misdaden te bedryven en het was de
sterke arm vsd Guy Oscard, die hem met
geweld had teruggehouden. Durnovo was niet
alleen van plan geweest Jack Meredith aan
zyn lot over te lateD, by had zich ook de
tweede bezending Simiacino, die men wel op
een waarde van zestig duizend pond kon
schatten, geheel willen toeëigenen. Hot doel,
dat hy hierby voor oogen had, was natuuriyk
hel bezit van Jocelyn Gordon. Zyn programma
was doodeenvoudig; maar de man, die zóó
gefolterd was door voortdurenden angst, ver
zwakt door ziekto en verlamd door chronische
vrees, was niet bestand tegen al de moeiiyk-
heden, die zich voordodon. Om een volkomen
schurk te zyn, moet men in de eerste plaats
goed gezond wezen, ten tweede een energie
bezitten, die nooit verslapt, en ten derde oen
zeker welbehagen hebben in het kwaad. Boos
doeners van den eersten rang hebben de
misdaad lief. Zoo was het met Durnovo niet
gesteld. Hy zou een misdaad begaan om zyn
doel te bereiken, maar niet uit welbehagen
in het kwaad. Daarom gevoelde hy zich min
of meer verlicht, toen Guy Oscard hem met ge
weld weer op het pad der deugd wilde voeren.
Ook wae de tegenwoordigheid van Guy Oscard
hem op zichzelf reeds een steun. Nu gevoelde
hy zich van alle verantwoordelykheid ont
slagen hy vertrouwde Guy Oscard volkomen
en had hem dus slechts te gehoorzamen.
Durnovo was er de man niet naar om door
fijngevoeligheid te lyden. Hy schaamde zich
niet byzonder over de positie, waarin hy zich
nu bevond. In waarheid behoorde hy tot de
mannen, die tegenover sommige menschen
geen gevoel van schaamte kennenen by Victor
Durnovo was dit nu eenmaal tegenover Guy
Oscard het geval. Hy bad na wel geen reden
om trotscb te wezen op zyn positie, maar de
kleurling schikte zich hierin met verwonder-
lyke kalmte en begon by de inscheping be-
bulpzaam te zyn. Het begon donker te worden,
toen de kleine stoomboot, die Maurits Gordon
voor den tocht had weten machtig te worden,
den boeg Noordwaarts wendde en wegstoomde.
„Weet je wat het is," zeide Durnovo zoodra
hy er do gelegenheid toe had, tot Guy Oscard.
„Ik deug niet meer voor dit werk. Ik zou
dien tocht niet meer alleen kunnen ondernemen,
al ben ik nóg zoo goed met de streek bekend.
Het ia gek, dat een mensch met zyn gezond
heid zoo alle pit verliest."
„Wel gekl" stemde Guy Oscard toe met
een ernst, waardoor de ironie nog scherper
uitkwam.
„Ik ben te lang geweeBt in dit vervloekte
lar.d," riep Durnovo uit, „zoo is hetl Ik ben
niet meer de man van vroeger."
Guy OBcard rookte eenigen tyd zwygend
door; daarop legde hy zyn pyp neer.
„Éón ding is jammer," merkte hy ernstig
aan„dat je die Simiacino zaak op touw zette,
aiB je toch van plan waart by de eorste
moeilykheden de beste de hielen te lichten."
Zonder verder nog een woord te zeggen,
liep by daarop weg en begon een praatje met
dien kapitein van de boot.
„Ga je gang maar, ga je gang," mompelde
Durnovo tusschen de tanden. „Welzeker, jy,
groots mynheer. Lach maar wy zullen wel
eens afrekenen."
Het was vreemd, maar Guy Oscard scheen
er geen oogenblik aan te denken hem niet
als mede aanvoerder te beschouwen 1 De kleur-
ling begreep daar niets van. Misschien kwam
dat wel, doordat Guy Oscard met al zyn
scbynbare onverschilligheid de menschen beter
kende dan een oppervlakkig toeschouwer
zou vermoeden. Durnovo behoorde juist tot
die wezens, die in goede handen heel nuttig
kunnen zyn. Een te lange afzondering, te veel
omgang met het negervolk, een te lang verblyf
in het ontzenuwende klimaat van West-Afrika
hadden van Victor Durnovo een slechter mensch
gemaakt dan oorspronkeiyk in de bedoeling
lag van de Natuur. Hy was niet ten eenen-
male slecht. Slechtheid is eigeniyk maar een
quaestie van vergelyking, en, om nu een bil-
lyke vergelyking te maken, moet men niet
altyd denzelfden standaard gebruiken. Victor
Durnovo's standaard was niet hoog; dat was
alles. Guy Oscard, die hem als zyns gelyke
bleef behandelen en vertrouwen, tooodo daar
door slechts, dat by beelwat verstandiger was
dan de wereld wellicht meende.
Op den behoorlyken tyd bereikte men Msala.
De bootjes, die geschikt waren om de rivier
verder op te varen, konden op verre na het
geheele transport niet ineens ovorbrengen,
zoodat het noodig was de expeditie te splitsen.
Durnovo nam de leiding van de eerste colonne
op zich, liet zich naar het kamp brengen,
van waar de lange tocht door het woud moest
beginneD, en zond de bootjes terug, om Oscard
met de overige Btrydkrachten af te halen.
Met deze bootjes gaf by voor Oscard de bood
schap mede, dat de vyandelyke troepen zich
op een afstand van twee dagmarschen van
hem verwyderd bevonden en by bezig was
het kamp te versterken. (Wordt vervolgd.)