N°. 10896. Maandag 3 September. A0. 1895. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en (feestdagen, uitgegeven. LEIDSCH DAG-BLAB. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post w „1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17J- Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Derde Blad. Finantiëele Kroniek. Wat in langon tyd niet is voorgevallen, gaf de afgeloopen week weer eens te aan schouwen, namelijk dat de aandacht der fond- sc-n markt geheel door de Amerikaansche Spoor wegen werd in beslag genomen. Wat aanleiding heeft gegeven tot de zoo plotselinge en vrij ingrijpende verandering, is niet zoo gemak kelijk aangetoond. Gebeurtenissen van bui tengewonen aard hebben niet plaats gehad en hot gunstig onthaal, dat het reorganisatieplan van den E r i e-spoorweg schijnt te onder vinden, kan moeilijk als motief gelden, hoewel in sommige marktberichten hieraan bijzondere beteekenis wordt gehecht. Te meer is de groote belangstelling voor Amerikaansche spoorwegen do aandacht waard, orad'at in de laatste maanden do voornaamste Beurzen slechts oog hebben voor alles wat met den naam van „goudmijn" bestempeld wordt, on de speculatie zich met volle kracht op dit artikel goworpen heeft. Nu zyn inder daad do cyfers, die by de goudmijn-speculatie te voorschijn kunnen worden gebracht, wel in staat om iemand te doen watertanden. Een der Transvaalsche kranten geeft na nauw keurige berekening te kennen dat de ver hoogde waardetoekenning aan Transvaalsche goudmyn-ondernemingen op een kapitaal van 240 milhoen, ruim 750 millioen bedraagt, terwijl de schatting van de waardevermeer dering van mijn-aandeelen te Londen op ruim 80 millioen pond st. {f 960,000,000) genomen is. Dat een dergelijk winstcijfer aanleiding moest geven tot uitbreiding van de goudmijn- markt en een blinde speculatie te voorschijn roopen, spreekt wel vanzelf. Tot nu toegaat alles goed en twijfelaars, die bedenkelijk het hoofd mochten schudden, kunnen, zooveel zij maar willen, overal duidelijk gedrukt zien, dat hier nog lang niet het hoogtepunt is be reikt en het tijdperk der voorzichtigheid nog ver af is. Hun voorzichtigheid is overdreven en or.tijdig. Zóó do bladen, die de speculatio in minwaarden blijven aanbevelen, vermoe delijk niet belangloos! Ook onze markt, die zich tot nu toe tamelijk gereserveerd hield, zal nu meer officieel bi) den goudmijnhandel geïnteresseerd worden. Deze week is te Amsterdam de inschrijving open- gestold op eene ondernoming, die niet nieuw, doch nu plotseling zeer rendabel schynt ge worden. Vergeten kan het nog niet zijn dat in 1888 en 1889 verschillende landen in exploitatie werdon genomen, waarvan de resultaten zoo bitter slecht waren, aangezien de goudopbrongst ook al ten gevolge der minder voordeeligo bereidingsmanieren niet de moeite loonde. Dat waren dure lessen! Veel is natuurlijk in dien tusschentijd ver beterd, en de nieuwe methoden, in gebruik om het goud to winnen, geven een aanzienlijk grootere opbrengst. Doch dit geeft nog geen recht om te redeneeren zooals in een finantiéel Dagblad brutaalweg geschiedt: „Natuurlijk kan men zaken overdrijven, doch dit gevaar van groote teleurstelling kan nooit meer groot worden na de lessen, vroeger opgedaan. (N.B.Overdreven achten wij evenwel de bedenkingen, nu en dan reeds geopperd, dat, naar aanleiding van de snelle rijzingen in sommige inijnwaarden, eene reactie niet kan uitblijven." Waar zóó gesproken wordt, is voorzichtig heid dubbel aanbevolen. Wat nu de verbetering op de Amerikaan sche spoorwegmarkt betreft, moot deze voor een deel worden toegeschreven aan de ver betering der wisselkoersen, waarvan verbete ring bedoelt: het niet meer wegvloeien van goud. Door dezo feiten werd de N.-Yorker Beurs werkelijk in zeer opgewekte stemming ge bracht, waarmede Londen gaarne instemde en dezelfde houding aannam. Zoo groot was de geestdrift voor de spoorwegmarkt, dat zelfs do handel in minwaarden een oogenblik dreigde te verflauwen, en dat beteekent iets. Op zichzelf beschouwd, is do daling der wissel koersen niet belangrijk genoeg om de stem ming zoo geheel te regelen, doch de aanlei ding tot de gunstigere beoordeeling ligt daarin, dat de lagere wisselkoersen voortspruiten uit een inwendig verbeterenden toestand, waartoe in hooge mate de schitterende oogst-vooruit- zichten bijdragen. Niet alleen dat de maïs- en graan oogst tot de beste zullen behooren, die er ooit geweest zijn, doch de herleven- diging der handelstoestanden in het algemeen, is te duidelijk, om niet do noodige aandacht te ondervinden. Het reorganisatieplan van de Erie spoorweg is nq in z(jn geheel bekend en bevestigt wat reeds vroeger is vermeld betreffende eene aanzienlijke storting op de aandeelen. Op krachtige wijze worde de regeling aangepakt en het mos diep in do wonden gezet. Nu mag de patiënt voor een groot deel in gezonden toestand geraken, hier en daar zullen toch wel waardolooze ledematen blijven aanhangen. Hiertoe zullen zich de houders van aandeelen wel kunnen rekenen; wol hebben zy een© groote storting te doen, doch hoofdzakelijk voor oens andermans pleizier. Over het algomoen wordt het regelingsplan zeer gunstig opgenomen, niet het minst'door de houders van Chicago- en E r i e-waarden, die thans zekerheid vorkrijgen omtrent hunne positie, en bevestigd zien hoe deze lijn, die steeds gold als eane onmisbare schakel voor de Erie, thans als een hoogst waardevol gedeelte bij de nieuwo Maatschappij wordt ingelijfd en daardoor op veel vaster en solider grondslag komt te staan. Ook de N.-York Pennsylv. &Ohio zal nu onder het Erie-systeem begrepen worden, eene verandering voor do Prior- obligaticn is echter hieraan niet verbonden. Bij het reorganisatieplan wordt het vol gende beeld gegeven van de geraamde ont vangsten De werkelijke netto-ontvangston toonen over de laatste acht jaren een gemid deld overschot aan boven de by deze reorga nisatie vastgestelde rentelasten, van l'/j millioon doll, per jaar, waaruit op de eerste preferente aandeelen de vollo 4 pet., en op de tweede preferente aandeelen 2 pet. zou kunnen worden voldaan. De tweede preferento aandeelen zijn echter tot vier percent preferent, en eerst daarna komon de gewone aandeelen met een kapitaal van 100 millioen doll, voor uitkeering aan do beurt! Op de gewone aandeelen moet nu eene storting van 12 pet. geschieden, waarvoor geon vergoeding in den een of anderen vorm wordt gegeven, en dat terwijl do kans, dat ooit cenige uitdeeling op deze aandeelen zal kunnen geschieden, zoo goed als nul is. Het is niet onwaarschijnlijk, dat spoedig zal worden overgegaan tot uitloting van obligation U nion-Pacific-Equipmentbonds en uitbetaling der achterstallige coupons Het bedrag van de achterstallige aflossingen en coupons tot een gezamenlijk tedrag van 892,000 doll, is aanwezig en bij het gerechtshof een rapport ingediend tot goedkeuring van de aanbeveling der roceivers, om tot uitbetaling over te gaan. Het hof zal eerst na 10 Sept. hieromtrent een beslissing nemen. De Europeesche markt ondervond zeer ge voelig de afleiding door den Amerikaanschon hoek: de handel was over het algemeen zeer stil en had weinig te beteekenen, alhoewel de stemming vrij vast bleef. Oostenrijkers waren zeer gezocht en konden hun voordeeligen koers handhaven, evenzoo Portugeezen, waarvan vooral Tabaks-obligatiên een vrij aanzienlijke verbetering konden behalen. Spanje zeer verlaten. De regeering blijft omtrent den toe stand op Cuba zeer gesloten, intusschen bleven de belichten in de couranten zeer treurig. Te Parijs bestaat voor deze fondsen een zeer groote contramine party, die zich liever van hare positie verlost zag. De geringste poging daartoe veroorzaakt echter eene koersverhoo- ging, hetgeen minder strookt met do bedoeling. Turken volgden aanvankelijk de zeer gunstige strooming der Parflsche markt, waar in de verschillende Turksche fondsen, zoowel Staatsleeningen als bankaandeelen, levendige handel plaats vond. De moeilijkheden in Bulgarije en Macedoniö hebben natuurlijk een groote contramine-beweging uitgelokt, en nu het duidelijk wordt dat het geschreeuw, door Engeland aangeheven, vrijwel zonder uit werking blyft, wordt het raadzamer geoordeeld de positie te veranderen en tot dekking over te gaan. Verder zyn mot de Rpgeering onder handelingen gaande over groote finantiëele plannen, o. m. de verpachting van het alcohol monopolie en uitbreiding der concessie der Tabak Maatschappij, waardoor jaarlyksch be langrijk hooger bedragen in de schatkist zouden vloeien. Zuid Amerikaansche waarden voort durend in willige stemming, voornamelijk voor Brazilië en Venezuela. De reeds vroeger aangeduide conversie der Argen- t ij n 8 c h e schuld schijnt veel spoediger tot wording te zullen komen, dan aanvankelijk werd vermoed. Dezer dagen wordt het volledige plan aangekondigd. In aandeelen-P etroleumbronnen en Petroleum-Maatschappij G a 1 i c i hadden flinke aankoopen plaats. Of dit in verband moet worden gebracht met het feit, dat de productie in Pennsylvanië lang niet voorziet in de behoefte, en dus Amerika reeds naar inferieure qualiteiten wil gaan omzieD, kan nog niet worden uitgemaakt. Van invloed kan het echter wel zyn. Northwestern Pacific-Pandbrieven, met uitgebreider vraag, in vaste houding. Zy, die doof zijn gebleven voor de waarschuwin gen in do bekende philanthropische adver- tenliën, zyn ten slotte aan den besten koop, zcoals 't wel moer gebeurt. Rynlandsche Bank. De ontdekking van een diefstal te Buda-Pestli. In 1884 word er op hot postkantoor to Buda-Pesth een geldkist met f 250,000 ge stolen. Daarover ontstond groote ontsteltenis, gevolgd door een onderzoek, dat niet veel licht in de duistere zaak bracht. Elf jaren bleven de daders onbekend, totdat z(j een paar weken geleden ontdekt werden. Csombor, een doodarme postbeambte, en zyn vriend Szupiszics, een daglooner, hadden de misdaad gepleegd en waren daarby zóó slim te werk gegaan dat eerstgenoemde nog twee jaren daarna by de post werkzaam kon blyven. Szupiszics, op wien niemand eenig vermoeden had, was intusschen spoorloos verdwenen. In deze zaak, vol van verrassingen en romantische details, heeft de justitie de daders nog niet eens kunnen straffen, aan gezien de misdrijven reeds verjaard waren; en niet minder merkwaardig is het dat zy na nog zoo langen tyd een groot deel van het geld by de dieven heoft mogen terug vinden. Van don beginne had de politie argwaan tegen Csombor, die dan ook een tydlang achter de traliën kwam, maar wegens getrek aan bewijzen moest worden vryge laten. Maar nu, elf jaren later, de misdaad aan het licht is gekomen, blykt de geheelo toedracht dor zaak, en vooral de verdere levensloop van Szupiszics en diens inhechte nisneming zoo merkwaardig dat ze fraaie stof voor eon crimineelen roman zouden kunnen opleveren. Csombor, die, alvorens by de posteryen te zyn aangesteld, als schipper, politie-agent, doodgraver een conducteur een avontuurlyk loven had goleid, was op het denkbeeld van den diefstal gekomen nadat een zyner vrienden hem verteld had dat hy eens f 60,000 op het postkantoor had gevonden en het geldeerlyk aan de administratie had teruggegeven. Daar uit maakte Csombor de gevolgtrekking dat het niet zoo moeilyk mo93t zyn om eens een goeden slag te slaan. Hy wist, zooals hy later aan den rechter van instructie be kende, dat '8 avonds om zes uren de geld- verzendingen geschiedden, en had daarom aan zyn vriend Szupiszics, zonder hem nader zyn plannen mee te deelen, verzocht tegen dien- tyd met oen grooten zak voor de poort van het kantoor te komen. Zoo gezegd, zoo ge daan. Niettegenstaande er zes ambtenaren in de zaal werkten, wist Csombor een geld- trommel ongemerkt in den meegebrachten zak te laten glyden, daarmede stilletjes naar buiten te komen en den zak aan Szupiszics te geven, waarop dezo dien in een schuur niet ver van Csombor's woning verstopte. Drie dagen lang bleef hy daar verborgen; toen besloten zy hun buit in veiligheid te brengen. Zy huurden een schuit, staken over naar den overkant der rivier en zochten een eenzame plaats op, met het plan de trommel open te breken. Terwyi zy daarmede bozig waren, hoorden zy stappen naderenSzupiszics stapte vlug met de kist in zyn schuit, en Csombor vluchtte het land in. Maar de men- schen gingen voorby zonder iets van de twee te merken, zoodat, toen het gevaar geweken was, Szupiszics met zyn schuit weer aan land kwam, Csombor meenam en naar de spoorbrug roeide, met het doel om daar het kistje in het water te gooien. Natuuriyk namen zy eerst hot geld er uit, maar gingen daarby, ten gevolge van den uitgestanen schrik, zoo onhandig te werk dat zy niet merkten dat er nog bankpapier in het kistje lag, zoo dat een deel van het gestolen geld, namelyk de nog zoek zynde f 100,000, waarschyniyk nog in de trommel lagen toen deze in de Donau werd geworpen. Aan land gekomen, begroeven zy het geld op een eenzame plaats en groeven het een paar dagen later weer op, waarop de buit eeriyk verdeeld werd: ieder f 76,000. Szupiszics verdween daarop uit Buda- Pesth, terwyl Csombor kalmpjes naar het postkantoor terugkeerde. Een dag of wat later werd het verdwynen van de trommel ontdekt, en men vermoedde dat Csombor daaraan niet onschuldig was. Hy werd een tydlang gevangengehouden, maar moest wegens gebrek aan bewyzen ontslagen worden. Die achterdocht was echter voor Csombor een reden om de grootste voorzichtig heid in acht te nemen en zoo bleef by nog twee jaren by de post, oogenschynlyk even arm als te voren. Ook toen by die betrekking verliet om ze voor allerlei kleine neringen te verwisselen, gold hy nog steeds voor oen armen drommel. Het duurde nog zoowat vyf jaren voordat hy, in de meening dat de zaak nu albykans vergeten was, zyn levenswyze begon te ver anderen. Hy kocht een logement met daaraan verbonden wynhuis en die zaak scheen zoo te floreeren dat Csombor langzamerhand huizen en landeryen ging koopen en zich zelfs met de politiek ging bemoeien. In één woord, by zyn buren en in zyn wyk gold hy voor een welgesteld man. Dat zou zyn ongeluk worden, want de politie had den diefstal nooit uit het oog verloren en daarom ook Csombor haar by- zondere aandacht waardig gekeurd. De bron van diens rykdom kwam haar troebel voor, en zy wilde er wat moer van weten. Zoo vernam zy dat Csombor elk jaar het bezoek van een vreemdeling kreeg, die Jo3zka heotte. Daarover ondervraagd, zeide Csombor dat het een vreemdeling was, die op een klein eiland aan de kust van Dalmatiö woonde. Dat ver haal klonk te romantisch dan dat do politie zich er mee kontevreden stellen, en weetgierig als naar gewoonte, wilde zy wat meer van dien geheimzinnigen vreemdeling weten. Spoedig kwam zy er achter dat die Joszka identiek was met een zekeren Szupiszics, die elf jaar geleden juist op het tydstip van den diefstal uit Buda-Pesth was verdwenen. Die omstandigheid gaf te denken, en toen het bleek dat de verklaringen van Csombor over dien Joszka veel tegenstrydigs bevatten, be sloot zy het spoor te vervolgen en zich eens met dien Joszka of liever Szupiszics te gaan bemoeien. Werkeiyk bleek deze op een eilandje aan de Dalmatische kust te wonen, waarop de Hongaarsche autoriteiten zich met de Oos tenrijksche tot het doen van verdere naspo ringen in verbinding stelden. Hierdoor kwam men tot de volgende ont dekkingen. Szupiszics had kort na het bedryven van den diefstal de Hongaarsche hoofdstad ver laten en na nog een tydlang rondgezworven te hebben zich op het eilandje Selve, oen rotsklip by de Dalmatische kust, gevestigd. Daar geloofde hy veilig te zyn. Selve is oen tameiyk onbekend eiland, door een duizendtal menschen, meerendeols ma trozen en visscbor8, bewoond, en dat slechts tweemaal in de week door een postschip uit Zara wordt aangedaan. Den overigen tyd is het eiland van elke verbinding met het vaste land verstoken. De wynstok en do olyfboom zyn de eenige gewassen, die op den rotsbodem groeien, en in het kleine stadje prykt nog altyd de leeuw van St.-Marcus, ten teeken dat vroeger de meeste mannon als matroos op de schepen dor republiek Venetië een be staan vonden. Naar dat eiland had Szupiszics zich met zyn geld begeven, en hy won er zoozeer het vertrouwen dor bewoners dat zy hem weldra in den gemeenteraad kozen en hy het mooiste meisje van Selve, Eugenia Rassol, tot vrouw kon nemen. Geen wonder, want Szupiszics werd met al zyn geld de weldoener van het eiland: hy hielp waar hy kon, en nooit klopte men tevergeefs aan zijn deur, zoodat het verklaarbaar was dat de bewoners langzamer hand een grooten eerbied voor zyn rykdom en hulpvaardigheid kregen en hem daarom niet anders dan Signor Conto begonnen te noemen. Zoo werd Szupiszics door die eenvou dige menschen tot graaf van Selve verheven. Hy leefde er zeer gelukkig, had een mooi huis, was een goed vader en echtgenoot, jaagde en vischte yverig en verliet, met uit zondering van een jaariyksche reis naar Buda- Pestb, zyn eiland niet. Aan die idylle maakte de justitie met ruwe hand oen einde toen zy wist dat de onbekende, die Csombor eenmaal 'sjaars bezocht, de zoogenaamde graaf van Selve was. Uit vrees dat de bewoners voor hun wel doener party mochten trekken, nam men by de inhechtenisneming de grootste voorzichtig heid in acht. 's Avonds voer de justitie met een stoomboot van Zara naar Selve, waar in het holst van den nacht geland werd. De van te voren verwittigde op het eiland geposteerde gendarme bracht de gerechtsdienaren naar het huis van Szupiszics. Dit werd omsingeld, de eigenaar werd gewekt en men hield dadeiyk huiszoeking, waarby f 80,000 gevonden werd. Naar de herkomst van zooveel geld onder vraagd, beweerde Szupiszics het by den over gang van het Russische leger over de Donau in den laatsten oorlog deels verdiend, deels gevonden te hebben. Natuuriyk geloofden de ondervragers daar geen woord van, te meer omdat de verdachte zóóveel tegenstrydige ver klaringen deed dat hy op het laatst zelf inzag dat verder loochenen niets meer baten kon. Hy bekende dan ook alles haarfijn, zoodat de justitie nog tydig in den ochtend met haar prooi en al het geld naar de boot kon gaa.i, en deze al lang weg was vooraleer de bewo ners precies wisten wat er 's nachts gebeurd was. De vrouw van den dief had men voor de zekerheid ook dadelyk meegenomen. Toen men nu eenmaal Szupiszics had, be sloot men zich ook van zyn kameraad Csom bor meester te maken. Tot dusver had men dezen slechts van tyd tot tyd op het politie- bureel ontboden, tot het geven van inlich tingen, en hem ongemerkt laten bewaken. Thans echter werd hy uit zyn huis gehaald, en ondanks hevig tegenstribbelen naar het bureel gebracht, waar de commissaris reeds klaar stond om met het verhoor te beginnen. Deze, een slimme vos, liet Csombor eerst een tydlang kalm doorpraten, totdat hy hem meteen enkele vraag op een tegenstrydigheid betrapte. Op deze eene contradictie volgde een tweede, en nog een derde, totdat de commissaris einde- lyk aan het woord kwam en den dief glas helder bewees dat hy loog. Die uiteenzetting maakte zoo'n indruk op Csombor, dat hy als een zak in zyn stoel zonk, waarop de commissaris, oordeolende dat thans het psychologische oogenblik ge komen was, don delinquent goedig by de hand nam, zeggende: „Kom oude jongen, liegen helpt nu niets meer, want je medeplichtige is reeds achter slot en heeft allee bekend." Dit hoorende werd Csombor doodsbleek en vroeg na een poos om een flesch goeden rooden wyn, die hy bykans in één teug leeg dronk. Aldus courage gekregen hebbende, was by bereid te bekennen en verhaalde op zyn beurt eveneens alles haarfijn. Ook in zyn bezit vond men, behalve huizen en gronden, nog ƒ40,000 aan geld, zoodat de postadministratie van ge luk mag spreken. Beide beschuldigden zyn echter, daar het misdryf verjaard is, in vry- heid gesteld. (N. R. C.) Gr e m engd Nieuws* Te Hoogezand is op den buiten- vaarder E. Hanokamp, van Voendam, een moordaanslag gepleegd. Terwyl H. met zyn broer per rytuig van Groningen kwam, ont moetten zy zekoron J. Freek, die vroeg mede te rydeD; daar hy beschonken was, werd dit geweigerd. Freek greep daarop het paard vast en toen Hanekamp uit het voertuig op hem toesprong, bracht hy hom met een merk- yzer een steek toe. Er bestaat weinig hoop op zyn herstel. Freek is gevankelyk naar Winschoten vervoerd. De personentrein 164, die te 9.03 van Leeuwarden vertrekt en te Peperga te 10.49 aankomt, is gistermorgen, Woarsdiyniyk ten gevolge van verkeerden wisselstand, op het spoor geloopen, waar de goederentrein in de richting Zwolle stond. De locomotief drong in den trein, met het gevolg dat de achterste wagens geheel wer den ingedrukt. Ook de locomotief bekwam belangryke schade. Persoonlyke ongevallen kwamen gelukkig niet voor. Van andere zyde verneemt het „Hbl." dat de locomotief van den eerstgenoemden trein gehoel verbryzeld is. Uit Meppel werd een locomotief gezonden, die den trein verder bracht. De schuld moet by den wissolwachtor liggen. In de nabyheid van Ajaccio, de hoofdstad van het eiland Corsica, heeft een duel plaats gehad tusschen de hoeren Benedetli en Alexandri, die by de verkiezingen voor den departementalen raad togen elkaar in het strydperk traden. Natuuriyk kon slechts een der beide candidaten worden gekozen. De geslagen candidaat daagde den gekozen afgevaardigde toen uit tot een tweegevecht op het pistool. De uitslag daarvan was, dat de heer Alexander, door een kogel in de borst getroffen, werd gedood. Dit duel is weer een bewys van de zonderlinge toestanden, welke op het eiland Corsica bestaan en die onlangs in de Fransche Kamer ter sprake werden .gebracht. Uit Djeddah wordt gemeld dat een troep pelgrims, die van Mokka terug keerde, door gewapende Bedoeïenen zyn over vallen. Vele pelgrims werden gekwetst. De koningin van Spanje heeft gratie verleend aan alle militairen, die niet tot levenslange gevangenisstraf zijn veroor deeld, onder voorwaarde, dat zy dienst nemen op Cuba. Uit Sofia wordt getelegrafeerd dat de overheid dertig personen heeft gevan gengenomen, die schuldig zyn aan den aan val op het dorp Dospat en het vermoorden der inwoners.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 9