N°. 10889 Zaterdag 34 Augustus. A°. 1895 <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 23 Augustus. F euilleton. Met scherpe wapenen. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAUT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per poet 1-10. Afzonderlijke 0.05. TRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meor f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Het was een uitgezochte avond in den tuin van Musis Sacrum" gisteren. Na den drukkend warmen dag waren de leden met hunne dames er reeds vroeg in talryken ge tale opgekomen, om er wat uit te rusten en eenige verfrisschiDg op te doen, welke de avond zou brengen. Zy het dan ook al niet geheel, dan geschiedde dit toch gedeeltelijk, want eindelijk viel er eenige verkoeling in de zoele natuur op te merken. Niettegenstaande die warmte, kweet het staf muziekcorps der dd. schutterij zich dapper van zijne taak. Het voerde een aardig en afwisselend programma» dat bijna aan het einde van het zomer-concertrseizoen nog een vijftal eerste uitvoeringen vermeldde, 'ver dienstelijk en blijkbaar con amoie uit. Er ging dan ook geen nomraer voorbij of het werd evenals de daarin voorkomende solo's luide geapplaudisseerd. De musici waren zelfs zóó onvermoeid, dat zij aan de eerste afdeeling nog oen vrij uit gebreid nornmer, een potpourri, toevoegden, wat eveneens op prijs bleek gesteld te wor den, terwijl op de uitgebreide „Kaiserparade", al was het reeds vrij laat dat het concert eindigde, nog een marsch \olgde. De heer Geyp en de leaen zijner kapel hebben zich gisteravond kranig gehouden. 's Ryks Ethnographisch Museum alhier heeft van den heer J. P. M. Menger, te Utrecht, het onderstaand voorwerp ten geschenke ont vangen, (geïnventariseerd als serie 1003, No. 1.): 1 stoenen pan van de Cariben Indianen in Suriname. Aan den schenker is de dank der iSegeering betuigd. Voor de akte Fransch (lager onderwijs) is te 's-Gravenhage geslaagd mej. J. C. Do Loos, van Leiden, en voor de hoofdakte te Utrecht de heer B. Rootnat, onderwijzer aan do openbare school te Valkenburg, b(j Leiden. Het Leger des Heils zal a. s. Maandag aan het strand te Katwijk aan Zee, onder leiding v<m den te Leiden gekwartierden kapi tein J. F. Bruyn, des morgens te elf uren en des namiddags te drie uren eene open-lucht- meeting houden. De nieuwe kapitein zal alzoo het voetspoor van zijn voorganger drukten en in Leidens omstreken volgelingen van William Booth trachten te werven. In de zitting van de Algemeene Synode der Ned.-Herv. Kerk is van de heeren mr. Vos, dr. Laurillard en W. L. Welter Jr. bericht ingekomen, dat zij de op hen uitgebrachte benoemingen aannemen. De conclusie van het rapport over het beklag van het classicaal bestuur van Brielle is door de vergadering aangenomen, zonder hoofdelijke stemming. Uit de verslagen der hoogleeraren betreffende den stand van het onderwijs gedurende het laatst geëindigde studiejaar blijkt, dat het gedrag en de vlijt der studenten aan de drie universiteiten steeds reden tot tevredenheid gaven. Te Leiden werden 25 voorbereidend kerkelijke examens afgelegd, te Utrecht 24, waarvan twee met ongunstig gevolg, terwijl er nog vóór het einde van den cursus (het verslag was geteekend 26 Juni 1895) 4 moesten plaats hebben, te Groningen 12. Voorstellen (proefpreeken) werden er gedaan te Leiden 20, te Utrecht 24, te Groningen 14. De voordracht voor hoofd der school aan den Rijndijk te Hazerswoude luidt als volgt: S. Okkerse, hoofd der school te Ter Aar; J. A. Doesburg Lannooy, eerste onderwijzer te Amsterdam; A. A. Van Douwen, hoofd der school te GerkeskloosterJ. M. Hoffmans, onderwijzer te Rotterdam, en J. Dykslra, hoofd der school te Jorwerd. De verkiezing van den heer A. Meijer, te Nieuwkoop, tot heemraad van den polder ^Nieuwkoop en Noorden", waartegen gepro testeerd was, op grond dat daarbij de bepa lingen van art. 35 van het algemeen regle ment voor de polders in de provincie Zuid- Holland niet in acht waren genomen, is door Gedep. Staten van Zuid-Holland vernietigd. Aan do garnizoensbakkery te Amsterdam werd aanbesteed de levering van tarwe: 45000 KG. harde tarwe voor Amsterdam, de heer H. H. Van Waveren, te Hillegom 6.58 6900 KG. harde tarwe voor Leeuwarden de heer H. H. Van Waveren, 6.73. Do bisschop van Haarlem heeft benoemd tot pastoor te Nibbixwoude den weleerw. heer C. C. Berckel, en tot rGctor van het St.-Elizabeths-Gesticht te Amsterdam den wel eerw. heer P. M. A. Donkers, thans kapelaan te Hillegom. Beroepen is tot predikant by de Ned.- Herv. gemeonte te Oppenhuizen dr. F. J. Los, te Bruckem. De heer L. Serrurier, te Amsterdam, heeft aan den gemeenteraad medegedeeld, dat hy zyn ontslag neemt als wethouder der gemeente en tevens als ambtenaar van den Burgerlijken Stand. De Staatscourant van 23 dezer bevat het volgend koninklijk besluit van 21 dezer: Gesteld op pensioen: a. de gen. majoor jhr. L. J. H. Teding van Berkhout, van den grooten staf, commandant der Stelling van 't Hollandsch Diep en het Volkerak, tevens bevelhebber in de Hide militaire afdeeling; de kol. L. J. Risseeuw, van den staf der art., commandant der vest.- art. en de majoor H. F. Hubner, magaziJnm. der art. te Dordrecht, allen krachtens art. 42, 2a, der wet van 28 Aug. 1851; b. de kol. K. M. Verschoor, commandant van het 2de regiment veld-art., krachlens art 42, 2b, dier wet, en het bedrag van het pensioen bepaald: voor den gen.-majoor jhr. Teding van Berkhout op ƒ2700, voor den kol. Risseeuw op 2100, voor den majoor Hubner op 1600, voor den kol. Verschoor op 2067 'sjaars; den gen.- majoor jhr. L. J. H. Teding van Berkhout voornoemd dank betuigd voor de goede en trouwe oiensten, door hem aan den lande en het leger bewezen, en den kol, L. J. Ris seeuw, voornoemd, te rekenen van den dag, waarop zijn pensioen ingaat, den rang ver leend van generaal-majoor. Voorts zijn benoemd by den grooten staf, tot gen.-majoor, de kol. G. F. W. Borel, van dien staf, inspecteur van het militair onder wijs; tot gen.-majoor, commandant der Stelling van 't Hollandsch Diep en het Volkerak, tevens bevelhebber in de lilde militaire afdeeling, de kol. P. A. Scheltus, commandant van het lsto regt. vesting art.tot luit-kolonel, de majoor J. E. N. baron Sirtema van Grovestins, van dien staf, adj. van H. M. de Koningin; by den gen. staf, tot majoor, do kapt. J. De Waal, van don staf der art., adjudant van den inspecteur van het wapen; by het waper. der art., by den staf van het wapen, tot generaal-majoor, commandant der vesting-art., de kol. C. L. W. Moorrees, com mandant van het 2de reg. vesting-art.tot kolde luit.-kol. C. L. Van Pesch, van dien staf, gouv. der Kon. Mil. Academie; totluit.- kol. de majoors J. Regenbpgen, van dien staf, hoofd der pyrotechnische werkplaatsen, en J. J. De Greve, mede van dien staf, hoofd der geschutgieterytot majoor, voorzitter der remonte-commissie voor de bereden artillerie, de kapt. D. Kromhout, van het 3de reg. veld- art.; tot majoor, voorzitter der commissie van proefneming, de kapt. G. J. V. Vink- huizen, van het 3de reg. veld-art.tot majoor magazynm. der art. te Dordrecht, de majoor F. L. W. Btyerinck, van het 1ste regiment vestingartillerie; by het lste reg. veld-art., tot kol., com mandant van het corps, de luit.-kol. F. R. Froger, van het corps; bij het 2de reg. veld-art., tot kol. comman dant van het corps, de luit. kol. J. F. Diemer, van het corps; by het lste reg. vesting art., tot kol., com mandant van het corps, de luit.-kol. F. G. A. Van Ermel Scherer, van den gen. staf; tot majoor, de kapt. G. A. Wirix, van het 2de reg. vesting-art.; by het 2doreg. vesting art., tot kol., commandant van het corps, de luit.- kol. L. M. C. Rollin Couquerque, van den staf van het wapen, voorzitter der commissie van proefneming; tot luit. kol., de majoor J. G. U. Schoch, van het corps; tot majoor, commandant van het corps pontonniers, de kapt. J. R. Naeff, van het 3de reg. vesting-art. Verder zyn eervol ontheven: a. uit de functiën van voorzitter der remonte-commissie voor de bereden art., de luit.-kol. H. H. Ramaer, van den staf der art., en b. van het bevel over het corps pont., de majoor W. Van Lely- veld; welke hoofdofficieren, in verband daar mede, tevens worden overgeplaatst onder- scheidenlyk by het 2de en by het lste reg. veld-artillerie; en is, op zyne aanvrage, krachtens punt 4 van art. 38 der wet van 28 Aug. 1851, op non activiteit gesteld, de kol. J. G. F. Van Houtum, commandant van het lste reg. veld-art. Gisteren hebben de Koninginnen perry- tuig een uitstapje van het Loo gemaakt naar Hattem. Te ruim drie uren kwamen zy aan. Koningin Wilhelmina voerde zelf de teugels. Er werd stilgehouden voor de woning van den burgemeester baron Van Heemstra. De dochters van den burgemeester boden den Koninginnen bouquetten aan, terwyl de school kinderen het Wilhelmus zongen. Daarna reden de Vorstinnen naar do villa „Hooghuis", van den heer Hoefer, waar een bezoek werd gebracht. Mevrouw Hoefer geb. baronesse Van Heemstra, die vroeger aan het hof is geweest, ontving de hooge gasten. Na aldaar een half uur vertoefd te hebben, reden de Koninginnon naar het huis „Mo- lecaton." Te Utrecht kon gisteren de zitting van den gemeenteraad niet doorgaan, daar het ver- eischte aantal leden niet aanwezig was. Van de 37 leden waren er 16 opgekomen. De zitting is nu bepaald op heden, 23 Aug. By beschikking van den minister van binnenlandsche zaken van 22 dezer zyn voor het tydvak van 1 Sept. 1895 tot en met 31 Aug. 1896 benoemd tot assistenten aan de Polytechnische School te Delft: A. A. Van Anrooy, voor de scboone bouwkunde; J. Arendsen de Wolff, voor de scheikunde; H. Baucke, voor de scheikunde; J. M. G. Scheffer, voor de natuurkunde; P. A. Schroot, voorde burgerlyke bouwkunde; J. H. Van Seters, voor de waterbouwkunde; G. A. J. Steen, voor de werktuigbouwkunde; J. J. R. De Wetstein Pfister, voor de werktuigleer en graphostatica, en M. Van Breukelenveen, technoloog te Delft, voor de scheikunde. Naar het „H. Dagbl." verneemt, zal te Schoonhoven, het centrum van de goud- en zilversmids-industrie, een teekenschool wor den opgericht ter opleiding van jongelieden in dit kunstambacht. Door de Regeering is aan deze instelling, die den wederopbloei van een belangryken tak van kunstnyverheid beoogt, Rijkssubsidie toegezegd. Jhr. mr. Van der Hoeven, onze gezant te Weenen, heeft met zyne echtgenoote de badplaats Scheveningen verlaten, om zyne reis voort te zetten en dan naar zyn post terug te keeren. De oud-minister Pierson vertrok gisteren naar Bern, waar dezer dagen het statistisch congres wordt gehouden. Het stoomschip „Amsterdam" arriveerde 22 Aug. van Nieuw-York te Rotterdam; de „Kaiser", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, is 21 Aug. Ptnicho gepasseerd; de „Prins Hendrik", van Batavia naar Am sterdam, passeerde 22 Aug. Perim; de „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, ver trok 22 Aug. van Genua; de „Soembing", arriveerde 22 Aug. van Batavia te Rotterdam. By kon. besluit is dr. Ch. M. Schols, hoogleeraar aan de Polytechnische School te Delft, lid en secretaris der Rykscommissie voor graadmeting en waterpassing, benoemd tot iidder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Benoemd tot leeraar aan de Ryks hoogere burgerschool te Gouda, G. W. Brons Middel, thans leeraar aan de Rijks- hoogere burger school te Meppel, uit welke laatstgenoemde betrekking hem eervol ontslag wordt verleend. Met ingang van 1 Sept. a. s. aan den luit.-kol. I. A. Daniels, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als militie-commissaris in het 2de militie-district van Noord-Holland. Gemeenteraad yau loeiden* Vervolg der vergadering van gistertiamiddag. Aan de orde kwamen nog de volgende punten 14°. Onderzoek van do geloofabrieven van de be noemde loden van den Gemeenteraad. 15°. Rekening van do Stedelijke Werkinrichting over 1894. (191) Punt 14. Tot onderzoek van de geloofs brieven van de benoemde leden van den ge meenteraad werd door den waarnemenden Voorzitter eene commissie benoemd, bestaande uit de heeren DriesseD, Stadhouder en De Vries, die, na zich in eene aangrenzende kamer van die taak te hebben gekweten, by monde van den heer Driessen verklaarde de by de wet ver- eiscbto stukken -in orde te hebben bevonden, zoodaUzy tot tóélating adviseerde van de her kozen bèéferi Vani Hoeken, Van Dissel, Hassel- bacb, Zillesen, Du Riou, Van Hamel, De Sturler, Juta, alsmede van het nieuw gekozjn lid den heer Van Rhyn, waartoe werd besloten. By het uitbrengen van het rapport omtrent den heer Juta nam de heer De Sturler den voorzitters zetel in. Punt 15 werd tot eene volgende vergade ring aangehouden, omdat, als de leden, die commissaris van de Stedelyke Werkinrichting zyn en dus niet mogen medestemmen, zich uit de zaal verwyderden, er niet genoeg lodoa, om tot stemming te kunnen overgaan (min stens 14) overbleven. Daarna werd door den Voorzitter medege deeld dat, in verband met den aankoop van „Endegeest" en andere daaromtrent noodige gelden, by de Rijnlandsche Bankvereeniging F. F. W. Heintz Co., in prolongatie is ge nomen een som van 100,000, tegen voor de gemeente veel gunstiger voorwaarden nog dan anders. I Ten einde echter geen gebrek aan kasgeld j te krygen, vragen B. en Ws. bovendien mach tiging om dat bedrag van 100,000 met ƒ20,000 te vermeerderen en het in prolon gatie genomen bedrag alzoo op ƒ120,000 te brengen. Aldus werd zonder hoofdelyko stemming besloten. Door den heer Verhey van Wyk weid aan gedrongen op eeno bespoedigde uitgifte van het register op de „Hande'ingen van den Ge meenteraad" over 1894, opdat die jaargang eindelyk kan worden gebonden, waarop door den waarn. Voorzitter werd toegezegd, zyner- zyds de voldoening van dit verzoek by den drukker te zullen bevorderen. Aan het einde der vergadering vroeg do heer Le Poole nog het woord, omdat het do laatste maal was, dat hy de Raadszittingen bywoonde. Hy zeide daarom den leden dank voor de van hen ondervonden welwillendheid en sprak de beste wenschen uit voor het welzyn der gemeente en voor de leden. De waarnemende Voorzitter meende aller tolk te zyn als hy den heer Le Poole weder- keerig dank zoide voor de goede wenschen en ook hem in zyn verder leven alles goeds toewenschte. Na applaus werd de vergadering, niemand meer het woord verlangende, gesloten. 27) „My dunkt," zeide hy, „dat wy alles reeds behoorlyk hebben besproken. Voor zoover het deze onderneming betreft, zyn wy zooveel mogelyk op de hoogte en wy zullen de moei- ïykheden, als die zich voordoen, zien te over winnen. Maar één ding biyft ons nog te doen. Ik heb daar veel over nagedacht, terwyl ik bier zoo alleen was." Durnovo luisterde zóó aandachtig, dat zyn sigaar begon uit te gaan, omdat hy vergat er aan te trekkenmaar sprak geen woord. „Ik vind," ging Jack verder, „dat wy, ter wyl we nog hier zyn, een akte van vennoot schap moeten opmaken en teekenen. Wy vertrouwen elkander volkomen dat spreekt vanzelf, maar 't leven is zoo wisselvallig, heeft een oud wysgeer al vóór my gezegd; en men weet nooit, wat er kan gebeuren. Ik heb een stuk opgemaakt en er twee af schriften van genomen. Als één van u een lucifer heeft, zal ik het voorlezen. Oscard haalde er een voor den dag, streek dien aan tegen de zool van zyn laars en be schutte het vlammetje met zyn holle hand, terwyl Jack las: „Wy, ondergeteekenden, verbinden ons hierby om gezamenlyk tot onderling piofijt te zoeken en te verkoopen een kruid, ge naamd Simiacine. De opbrengst daarvan zal verdeeld worden in drie geiyke deelen, na aftrek van 1 pet. ten bate van een bediende, genaamd Jozef Atkinson. Alle verdere onkosten, die zouden kunnen vooikomen, zullen ge dragen worden in dezelfde verhouding, als waarin de inlegsom voor het op touw zetten van deze onderneming is opgebracht, en wol twee vyfden daarvan zullen betaald worden door Guy Gravener Oscard, twee vyfden door John Meredith, één vyfde door Victor Durnovo. „Verder zal een som van vyftig pond per maand worden uitgekeerd aan genoemden Victor Durnovo, waarmede hy de dertig koppen zal betalen, die hy zal meenemen van zyn hoofdbezitting te Msala, om de Simiacine te verbouwen, alsmede het koren en de groenten, die noodig zullen zyn voor het onderhoud van de manschappen. Deze mannen zullen als lastdragers dienst doen, totdat het plateau bereikt zal zyn. „Mocht er verschil van opinie ontstaan tusschen de drie leiders, dan zal de meerder heid van twee zonder eenig voorbehoud van den anderen kant mogen beslissen. In geval van overiyden verbinden de drie ondergetee kenden zich, ieder afzonderlyk by deze, om aan den executeur van den overleden com pagnon (of compagnons) het bedrag uit te keeren, dat hem of hun toekomt." Nu volgde er een oogenblik van stilte, ter wyl Guy Oscard een tweeden lucifer aanstak. „En," dus ging Jack voort, „by deze ver binden wy ons, een ieder in het byzonder, onder eede, om de plaats, waar de Simiacine gevonden wordt, stipt geheim te houden, welk geheim door geen van ons zal mogen worden medegedeeld, aan wien ook, zonder deschrif- telyke goedkeuring der beide andere com pagnons." „Ziezoo," besloot Meredith, „ik ben trotsch op dit stukje literatuur; het is kort, maar krachtig en ongedwongen. Ik begin te ge voelen, dat de handel in my iemand heeft verloren, die het vak eer zou aandoen. Ik voor my ben volkomen bereid om onder eede te verklaren, dat ik dit contract aanneem." Victor Durnovo nam met een zwaai zyn hoed af, en het gelaat naar de sterren boven hem richtende, sprak by„Ik zweer, dat ik my aan dit contract zal houden. God moge my straffen, als ik dat niet doel" XIV. Een paniek. Heet dat verstand? Ie d&t menscbelrjk? Helaas I zoo ia do mon9chl Den volgenden morgen werd Jack Meredith door zyn knecht, Jozef, gewekt, voordat de dag nog volkomen was aangebroken. Het had er veel van, dat Jozef niets gedaan had om hem te wekken, want Meredith ontwaakte heel kalm en vond Jozef by zyn bed staan. „Holal" riep de meester uit, die, zooals de meeste stadsmenschen, dadeiyk volkomen wakker was. Jozef stond by zyn bed en wachtte zyn bevelen af. „Ik wek u vóór uw tyd, mynheer," zeide by. „Er is iets niet in orde met die zwarten, mynheer 1" „Niet in orde? Hoe zoo?" Meredith was al bezig zyn schoenen te rygen. „Toch geen oproer?" vroeg hy en greep zyn vuurwapen. „Neen, mynheer, dat niet. Het is een doode- lyko ziekte, maar, w&t het is, weet ik niet. Ik heb den halven nacht al met hen opge trokken. En zy breidt zich maar al uit." „Ziekte? Waar ïykt het op? Geef me even myn jasje! Toch niet de slaapziekte?" „O neen, mynheer, daar heeft het niet van. Juffrouw Marie praat maar al door van dien verschrikkelyken geesel Gods. Neen, de arme jongens zyn klaar wakker, zy steunen erg en zyn meestal buiten westen 1" „Heb je mynheer Oscard al gewekt?" „Neen, mynheer 1" „Wek hem dan en mynheer Durnovo ook." „Dien ben ik al tegengekomen. Hy ging juist uit, toen ik binnenkwam." In een ommezien was Jack Meredith by Durnovo en Oscard, dlo op het terras voor het huis stonden te praten. Guy Oscard had nog zyn pyjamas aan, die hy in de kappen van zyn laarzen had gestopt. Hy droeg ook nog zyn helmhoed, die zyn toilet voltooide. Zyn omgeving zou volop den tyd krygen om zich aan die verschyning te gewennen, want gedurende de drie daarop volgende dagen kwam hy niet uit de kleeren, en lang voordat die tyd om was, wekte zy ook geen lachlust meer. „Het heeft niets te beteekenen," verzekerde Durnovo mot zenuwachtigo haast. „Ik ken dat volkje I Wy hebben ze vooruit betaald. Ze foppen ons zeker, en als ze dat niet doen, dan zyn ze nu ziek van hun af scheidsfeest. Ze willen wat rusten eer we verder gaan. Ik ken hun strekenZoo krygen ze ook beter een gelegenheid om op den Joop te gaan." „In alle geval zal het wel het beste wezen, dat we eens naar hen gaan kyken," bracht Meredith in het midden. „Doe dat toch niet," riep Durnovo uit en hield hem met beide handen tegen. „Luister naar my, doe dat niet! Ontbyt eerst, zooals gewoonlyk, en doe, alsof alle3 in orde is. Dan kunt u later eens quasi by toeval het kamp langs loopen." „Goed," sprak Meredith, wel wat onwillig. „Hy heeft toch ook een goeden kant deze schrik," hernam Durnovo, zich omkee- rende en naar de rivier ziende. „Daardoor is my ingevallen, dat wy niet half genoeg quinine by ons hebben. Ik zal gauw een kano nemen en ze even in Loango gaan halen." Hy keerde zich om en bukte, om de boot los te maken. „Ik kan dag en nacht reizen en in drie dagen heen en terug zyn," ging by voort. „Intusschen kunnen jelui voortgaan met de bootjes te ontladen, en zoo gauw ik terug bon, zullen wy dan op weg gaan." Hy stond daar kaarsrecht en keek schichtig, alsof hy het weer bestudeerde, om zich heen. „Ik houd het er voor, dat er een onweer komt opzetten," hernam hy. „Het zal wel het best wezen, dat ik zoo gauw mogelyk vertrek." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1