N°. 10889
Zaterdag 34 Augustus.
A°. 1895
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 23 Augustus.
F euilleton.
Met scherpe wapenen.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAUT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per poet 1-10.
Afzonderlijke 0.05.
TRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meor f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Het was een uitgezochte avond in den
tuin van Musis Sacrum" gisteren. Na den
drukkend warmen dag waren de leden met
hunne dames er reeds vroeg in talryken ge
tale opgekomen, om er wat uit te rusten en
eenige verfrisschiDg op te doen, welke de
avond zou brengen. Zy het dan ook al niet
geheel, dan geschiedde dit toch gedeeltelijk,
want eindelijk viel er eenige verkoeling in
de zoele natuur op te merken.
Niettegenstaande die warmte, kweet het
staf muziekcorps der dd. schutterij zich dapper
van zijne taak. Het voerde een aardig en
afwisselend programma» dat bijna aan het
einde van het zomer-concertrseizoen nog een
vijftal eerste uitvoeringen vermeldde, 'ver
dienstelijk en blijkbaar con amoie uit. Er ging
dan ook geen nomraer voorbij of het werd
evenals de daarin voorkomende solo's luide
geapplaudisseerd.
De musici waren zelfs zóó onvermoeid, dat
zij aan de eerste afdeeling nog oen vrij uit
gebreid nornmer, een potpourri, toevoegden,
wat eveneens op prijs bleek gesteld te wor
den, terwijl op de uitgebreide „Kaiserparade",
al was het reeds vrij laat dat het concert
eindigde, nog een marsch \olgde.
De heer Geyp en de leaen zijner kapel
hebben zich gisteravond kranig gehouden.
's Ryks Ethnographisch Museum alhier
heeft van den heer J. P. M. Menger, te Utrecht,
het onderstaand voorwerp ten geschenke ont
vangen, (geïnventariseerd als serie 1003, No. 1.):
1 stoenen pan van de Cariben Indianen in
Suriname.
Aan den schenker is de dank der iSegeering
betuigd.
Voor de akte Fransch (lager onderwijs)
is te 's-Gravenhage geslaagd mej. J. C. Do
Loos, van Leiden, en voor de hoofdakte te
Utrecht de heer B. Rootnat, onderwijzer aan
do openbare school te Valkenburg, b(j Leiden.
Het Leger des Heils zal a. s. Maandag
aan het strand te Katwijk aan Zee, onder
leiding v<m den te Leiden gekwartierden kapi
tein J. F. Bruyn, des morgens te elf uren
en des namiddags te drie uren eene open-lucht-
meeting houden. De nieuwe kapitein zal alzoo
het voetspoor van zijn voorganger drukten
en in Leidens omstreken volgelingen van
William Booth trachten te werven.
In de zitting van de Algemeene Synode
der Ned.-Herv. Kerk is van de heeren mr. Vos,
dr. Laurillard en W. L. Welter Jr. bericht
ingekomen, dat zij de op hen uitgebrachte
benoemingen aannemen.
De conclusie van het rapport over het
beklag van het classicaal bestuur van Brielle
is door de vergadering aangenomen, zonder
hoofdelijke stemming.
Uit de verslagen der hoogleeraren betreffende
den stand van het onderwijs gedurende het
laatst geëindigde studiejaar blijkt, dat het
gedrag en de vlijt der studenten aan de drie
universiteiten steeds reden tot tevredenheid
gaven. Te Leiden werden 25 voorbereidend
kerkelijke examens afgelegd, te Utrecht 24,
waarvan twee met ongunstig gevolg, terwijl
er nog vóór het einde van den cursus (het
verslag was geteekend 26 Juni 1895) 4
moesten plaats hebben, te Groningen 12.
Voorstellen (proefpreeken) werden er gedaan
te Leiden 20, te Utrecht 24, te Groningen 14.
De voordracht voor hoofd der school
aan den Rijndijk te Hazerswoude luidt als
volgt:
S. Okkerse, hoofd der school te Ter Aar;
J. A. Doesburg Lannooy, eerste onderwijzer
te Amsterdam; A. A. Van Douwen, hoofd
der school te GerkeskloosterJ. M. Hoffmans,
onderwijzer te Rotterdam, en J. Dykslra,
hoofd der school te Jorwerd.
De verkiezing van den heer A. Meijer,
te Nieuwkoop, tot heemraad van den polder
^Nieuwkoop en Noorden", waartegen gepro
testeerd was, op grond dat daarbij de bepa
lingen van art. 35 van het algemeen regle
ment voor de polders in de provincie Zuid-
Holland niet in acht waren genomen, is door
Gedep. Staten van Zuid-Holland vernietigd.
Aan do garnizoensbakkery te Amsterdam
werd aanbesteed de levering van tarwe:
45000 KG. harde tarwe voor Amsterdam,
de heer H. H. Van Waveren, te Hillegom 6.58
6900 KG. harde tarwe voor Leeuwarden
de heer H. H. Van Waveren, 6.73.
Do bisschop van Haarlem heeft benoemd
tot pastoor te Nibbixwoude den weleerw.
heer C. C. Berckel, en tot rGctor van het
St.-Elizabeths-Gesticht te Amsterdam den wel
eerw. heer P. M. A. Donkers, thans kapelaan
te Hillegom.
Beroepen is tot predikant by de Ned.-
Herv. gemeonte te Oppenhuizen dr. F. J. Los,
te Bruckem.
De heer L. Serrurier, te Amsterdam,
heeft aan den gemeenteraad medegedeeld, dat
hy zyn ontslag neemt als wethouder der
gemeente en tevens als ambtenaar van den
Burgerlijken Stand.
De Staatscourant van 23 dezer bevat
het volgend koninklijk besluit van 21 dezer:
Gesteld op pensioen:
a. de gen. majoor jhr. L. J. H. Teding van
Berkhout, van den grooten staf, commandant
der Stelling van 't Hollandsch Diep en het
Volkerak, tevens bevelhebber in de Hide
militaire afdeeling; de kol. L. J. Risseeuw,
van den staf der art., commandant der vest.-
art. en de majoor H. F. Hubner, magaziJnm.
der art. te Dordrecht, allen krachtens art. 42,
2a, der wet van 28 Aug. 1851; b. de kol.
K. M. Verschoor, commandant van het 2de
regiment veld-art., krachlens art 42, 2b, dier
wet, en het bedrag van het pensioen bepaald:
voor den gen.-majoor jhr. Teding van Berkhout
op ƒ2700, voor den kol. Risseeuw op 2100,
voor den majoor Hubner op 1600, voor den
kol. Verschoor op 2067 'sjaars; den gen.-
majoor jhr. L. J. H. Teding van Berkhout
voornoemd dank betuigd voor de goede en
trouwe oiensten, door hem aan den lande
en het leger bewezen, en den kol, L. J. Ris
seeuw, voornoemd, te rekenen van den dag,
waarop zijn pensioen ingaat, den rang ver
leend van generaal-majoor.
Voorts zijn benoemd by den grooten staf,
tot gen.-majoor, de kol. G. F. W. Borel, van
dien staf, inspecteur van het militair onder
wijs; tot gen.-majoor, commandant der Stelling
van 't Hollandsch Diep en het Volkerak, tevens
bevelhebber in de lilde militaire afdeeling,
de kol. P. A. Scheltus, commandant van het
lsto regt. vesting art.tot luit-kolonel, de
majoor J. E. N. baron Sirtema van Grovestins,
van dien staf, adj. van H. M. de Koningin;
by den gen. staf, tot majoor, do kapt. J. De
Waal, van don staf der art., adjudant van den
inspecteur van het wapen;
by het waper. der art., by den staf van het
wapen, tot generaal-majoor, commandant der
vesting-art., de kol. C. L. W. Moorrees, com
mandant van het 2de reg. vesting-art.tot
kolde luit.-kol. C. L. Van Pesch, van dien
staf, gouv. der Kon. Mil. Academie; totluit.-
kol. de majoors J. Regenbpgen, van dien staf,
hoofd der pyrotechnische werkplaatsen, en
J. J. De Greve, mede van dien staf, hoofd
der geschutgieterytot majoor, voorzitter der
remonte-commissie voor de bereden artillerie,
de kapt. D. Kromhout, van het 3de reg. veld-
art.; tot majoor, voorzitter der commissie
van proefneming, de kapt. G. J. V. Vink-
huizen, van het 3de reg. veld-art.tot majoor
magazynm. der art. te Dordrecht, de majoor
F. L. W. Btyerinck, van het 1ste regiment
vestingartillerie;
by het lste reg. veld-art., tot kol., com
mandant van het corps, de luit.-kol. F. R.
Froger, van het corps;
bij het 2de reg. veld-art., tot kol. comman
dant van het corps, de luit. kol. J. F. Diemer,
van het corps;
by het lste reg. vesting art., tot kol., com
mandant van het corps, de luit.-kol. F. G. A.
Van Ermel Scherer, van den gen. staf; tot
majoor, de kapt. G. A. Wirix, van het 2de
reg. vesting-art.; by het 2doreg. vesting art.,
tot kol., commandant van het corps, de luit.-
kol. L. M. C. Rollin Couquerque, van den staf
van het wapen, voorzitter der commissie van
proefneming; tot luit. kol., de majoor J. G. U.
Schoch, van het corps; tot majoor, commandant
van het corps pontonniers, de kapt. J. R.
Naeff, van het 3de reg. vesting-art.
Verder zyn eervol ontheven: a. uit de
functiën van voorzitter der remonte-commissie
voor de bereden art., de luit.-kol. H. H. Ramaer,
van den staf der art., en b. van het bevel
over het corps pont., de majoor W. Van Lely-
veld; welke hoofdofficieren, in verband daar
mede, tevens worden overgeplaatst onder-
scheidenlyk by het 2de en by het lste reg.
veld-artillerie; en is, op zyne aanvrage,
krachtens punt 4 van art. 38 der wet van
28 Aug. 1851, op non activiteit gesteld, de
kol. J. G. F. Van Houtum, commandant van
het lste reg. veld-art.
Gisteren hebben de Koninginnen perry-
tuig een uitstapje van het Loo gemaakt naar
Hattem. Te ruim drie uren kwamen zy aan.
Koningin Wilhelmina voerde zelf de teugels.
Er werd stilgehouden voor de woning van
den burgemeester baron Van Heemstra. De
dochters van den burgemeester boden den
Koninginnen bouquetten aan, terwyl de school
kinderen het Wilhelmus zongen.
Daarna reden de Vorstinnen naar do villa
„Hooghuis", van den heer Hoefer, waar een
bezoek werd gebracht. Mevrouw Hoefer geb.
baronesse Van Heemstra, die vroeger aan
het hof is geweest, ontving de hooge gasten.
Na aldaar een half uur vertoefd te hebben,
reden de Koninginnon naar het huis „Mo-
lecaton."
Te Utrecht kon gisteren de zitting van
den gemeenteraad niet doorgaan, daar het ver-
eischte aantal leden niet aanwezig was.
Van de 37 leden waren er 16 opgekomen.
De zitting is nu bepaald op heden, 23 Aug.
By beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken van 22 dezer zyn voor
het tydvak van 1 Sept. 1895 tot en met 31
Aug. 1896 benoemd tot assistenten aan de
Polytechnische School te Delft: A. A. Van
Anrooy, voor de scboone bouwkunde; J.
Arendsen de Wolff, voor de scheikunde; H.
Baucke, voor de scheikunde; J. M. G. Scheffer,
voor de natuurkunde; P. A. Schroot, voorde
burgerlyke bouwkunde; J. H. Van Seters,
voor de waterbouwkunde; G. A. J. Steen,
voor de werktuigbouwkunde; J. J. R. De
Wetstein Pfister, voor de werktuigleer en
graphostatica, en M. Van Breukelenveen,
technoloog te Delft, voor de scheikunde.
Naar het „H. Dagbl." verneemt, zal te
Schoonhoven, het centrum van de goud- en
zilversmids-industrie, een teekenschool wor
den opgericht ter opleiding van jongelieden in
dit kunstambacht. Door de Regeering is aan
deze instelling, die den wederopbloei van een
belangryken tak van kunstnyverheid beoogt,
Rijkssubsidie toegezegd.
Jhr. mr. Van der Hoeven, onze gezant
te Weenen, heeft met zyne echtgenoote de
badplaats Scheveningen verlaten, om zyne reis
voort te zetten en dan naar zyn post terug
te keeren.
De oud-minister Pierson vertrok gisteren
naar Bern, waar dezer dagen het statistisch
congres wordt gehouden.
Het stoomschip „Amsterdam" arriveerde
22 Aug. van Nieuw-York te Rotterdam; de
„Kaiser", van Hamburg en Amsterdam naar
Oost-Afrika, is 21 Aug. Ptnicho gepasseerd;
de „Prins Hendrik", van Batavia naar Am
sterdam, passeerde 22 Aug. Perim; de „Prinses
Amalia", van Amsterdam naar Batavia, ver
trok 22 Aug. van Genua; de „Soembing",
arriveerde 22 Aug. van Batavia te Rotterdam.
By kon. besluit is dr. Ch. M. Schols,
hoogleeraar aan de Polytechnische School te
Delft, lid en secretaris der Rykscommissie
voor graadmeting en waterpassing, benoemd
tot iidder in de orde van den Nederlandschen
Leeuw.
Benoemd tot leeraar aan de Ryks hoogere
burgerschool te Gouda, G. W. Brons Middel,
thans leeraar aan de Rijks- hoogere burger
school te Meppel, uit welke laatstgenoemde
betrekking hem eervol ontslag wordt verleend.
Met ingang van 1 Sept. a. s. aan den
luit.-kol. I. A. Daniels, op zyn verzoek, eervol
ontslag verleend als militie-commissaris in
het 2de militie-district van Noord-Holland.
Gemeenteraad yau loeiden*
Vervolg der vergadering van gistertiamiddag.
Aan de orde kwamen nog de volgende punten
14°. Onderzoek van do geloofabrieven van de be
noemde loden van den Gemeenteraad.
15°. Rekening van do Stedelijke Werkinrichting over
1894. (191)
Punt 14. Tot onderzoek van de geloofs
brieven van de benoemde leden van den ge
meenteraad werd door den waarnemenden
Voorzitter eene commissie benoemd, bestaande
uit de heeren DriesseD, Stadhouder en De Vries,
die, na zich in eene aangrenzende kamer van
die taak te hebben gekweten, by monde van den
heer Driessen verklaarde de by de wet ver-
eiscbto stukken -in orde te hebben bevonden,
zoodaUzy tot tóélating adviseerde van de her
kozen bèéferi Vani Hoeken, Van Dissel, Hassel-
bacb, Zillesen, Du Riou, Van Hamel, De Sturler,
Juta, alsmede van het nieuw gekozjn lid den
heer Van Rhyn, waartoe werd besloten. By het
uitbrengen van het rapport omtrent den heer
Juta nam de heer De Sturler den voorzitters
zetel in.
Punt 15 werd tot eene volgende vergade
ring aangehouden, omdat, als de leden, die
commissaris van de Stedelyke Werkinrichting
zyn en dus niet mogen medestemmen, zich
uit de zaal verwyderden, er niet genoeg lodoa,
om tot stemming te kunnen overgaan (min
stens 14) overbleven.
Daarna werd door den Voorzitter medege
deeld dat, in verband met den aankoop van
„Endegeest" en andere daaromtrent noodige
gelden, by de Rijnlandsche Bankvereeniging
F. F. W. Heintz Co., in prolongatie is ge
nomen een som van 100,000, tegen voor de
gemeente veel gunstiger voorwaarden nog dan
anders. I
Ten einde echter geen gebrek aan kasgeld j
te krygen, vragen B. en Ws. bovendien mach
tiging om dat bedrag van 100,000 met
ƒ20,000 te vermeerderen en het in prolon
gatie genomen bedrag alzoo op ƒ120,000 te
brengen.
Aldus werd zonder hoofdelyko stemming
besloten.
Door den heer Verhey van Wyk weid aan
gedrongen op eeno bespoedigde uitgifte van
het register op de „Hande'ingen van den Ge
meenteraad" over 1894, opdat die jaargang
eindelyk kan worden gebonden, waarop door
den waarn. Voorzitter werd toegezegd, zyner-
zyds de voldoening van dit verzoek by den
drukker te zullen bevorderen.
Aan het einde der vergadering vroeg do
heer Le Poole nog het woord, omdat het do
laatste maal was, dat hy de Raadszittingen
bywoonde. Hy zeide daarom den leden dank
voor de van hen ondervonden welwillendheid
en sprak de beste wenschen uit voor het
welzyn der gemeente en voor de leden.
De waarnemende Voorzitter meende aller
tolk te zyn als hy den heer Le Poole weder-
keerig dank zoide voor de goede wenschen
en ook hem in zyn verder leven alles goeds
toewenschte.
Na applaus werd de vergadering, niemand
meer het woord verlangende, gesloten.
27)
„My dunkt," zeide hy, „dat wy alles reeds
behoorlyk hebben besproken. Voor zoover het
deze onderneming betreft, zyn wy zooveel
mogelyk op de hoogte en wy zullen de moei-
ïykheden, als die zich voordoen, zien te over
winnen. Maar één ding biyft ons nog te doen.
Ik heb daar veel over nagedacht, terwyl ik
bier zoo alleen was."
Durnovo luisterde zóó aandachtig, dat zyn
sigaar begon uit te gaan, omdat hy vergat
er aan te trekkenmaar sprak geen woord.
„Ik vind," ging Jack verder, „dat wy, ter
wyl we nog hier zyn, een akte van vennoot
schap moeten opmaken en teekenen. Wy
vertrouwen elkander volkomen dat spreekt
vanzelf, maar 't leven is zoo wisselvallig,
heeft een oud wysgeer al vóór my gezegd;
en men weet nooit, wat er kan gebeuren.
Ik heb een stuk opgemaakt en er twee af
schriften van genomen. Als één van u een
lucifer heeft, zal ik het voorlezen.
Oscard haalde er een voor den dag, streek
dien aan tegen de zool van zyn laars en be
schutte het vlammetje met zyn holle hand,
terwyl Jack las:
„Wy, ondergeteekenden, verbinden ons
hierby om gezamenlyk tot onderling piofijt
te zoeken en te verkoopen een kruid, ge
naamd Simiacine. De opbrengst daarvan zal
verdeeld worden in drie geiyke deelen, na
aftrek van 1 pet. ten bate van een bediende,
genaamd Jozef Atkinson. Alle verdere onkosten,
die zouden kunnen vooikomen, zullen ge
dragen worden in dezelfde verhouding, als
waarin de inlegsom voor het op touw zetten
van deze onderneming is opgebracht, en wol
twee vyfden daarvan zullen betaald worden
door Guy Gravener Oscard, twee vyfden door
John Meredith, één vyfde door Victor Durnovo.
„Verder zal een som van vyftig pond per
maand worden uitgekeerd aan genoemden
Victor Durnovo, waarmede hy de dertig koppen
zal betalen, die hy zal meenemen van zyn
hoofdbezitting te Msala, om de Simiacine te
verbouwen, alsmede het koren en de groenten,
die noodig zullen zyn voor het onderhoud
van de manschappen. Deze mannen zullen
als lastdragers dienst doen, totdat het plateau
bereikt zal zyn.
„Mocht er verschil van opinie ontstaan
tusschen de drie leiders, dan zal de meerder
heid van twee zonder eenig voorbehoud van
den anderen kant mogen beslissen. In geval
van overiyden verbinden de drie ondergetee
kenden zich, ieder afzonderlyk by deze, om
aan den executeur van den overleden com
pagnon (of compagnons) het bedrag uit te
keeren, dat hem of hun toekomt."
Nu volgde er een oogenblik van stilte, ter
wyl Guy Oscard een tweeden lucifer aanstak.
„En," dus ging Jack voort, „by deze ver
binden wy ons, een ieder in het byzonder,
onder eede, om de plaats, waar de Simiacine
gevonden wordt, stipt geheim te houden, welk
geheim door geen van ons zal mogen worden
medegedeeld, aan wien ook, zonder deschrif-
telyke goedkeuring der beide andere com
pagnons."
„Ziezoo," besloot Meredith, „ik ben trotsch
op dit stukje literatuur; het is kort, maar
krachtig en ongedwongen. Ik begin te ge
voelen, dat de handel in my iemand heeft
verloren, die het vak eer zou aandoen. Ik
voor my ben volkomen bereid om onder eede
te verklaren, dat ik dit contract aanneem."
Victor Durnovo nam met een zwaai zyn
hoed af, en het gelaat naar de sterren boven
hem richtende, sprak by„Ik zweer, dat ik
my aan dit contract zal houden. God moge
my straffen, als ik dat niet doel"
XIV.
Een paniek.
Heet dat verstand? Ie d&t menscbelrjk?
Helaas I zoo ia do mon9chl
Den volgenden morgen werd Jack Meredith
door zyn knecht, Jozef, gewekt, voordat de
dag nog volkomen was aangebroken. Het had
er veel van, dat Jozef niets gedaan had om
hem te wekken, want Meredith ontwaakte
heel kalm en vond Jozef by zyn bed staan.
„Holal" riep de meester uit, die, zooals
de meeste stadsmenschen, dadeiyk volkomen
wakker was.
Jozef stond by zyn bed en wachtte zyn
bevelen af.
„Ik wek u vóór uw tyd, mynheer," zeide
by. „Er is iets niet in orde met die zwarten,
mynheer 1"
„Niet in orde? Hoe zoo?"
Meredith was al bezig zyn schoenen te
rygen.
„Toch geen oproer?" vroeg hy en greep
zyn vuurwapen.
„Neen, mynheer, dat niet. Het is een doode-
lyko ziekte, maar, w&t het is, weet ik niet.
Ik heb den halven nacht al met hen opge
trokken. En zy breidt zich maar al uit."
„Ziekte? Waar ïykt het op? Geef me even
myn jasje! Toch niet de slaapziekte?"
„O neen, mynheer, daar heeft het niet van.
Juffrouw Marie praat maar al door van
dien verschrikkelyken geesel Gods. Neen, de
arme jongens zyn klaar wakker, zy steunen
erg en zyn meestal buiten westen 1"
„Heb je mynheer Oscard al gewekt?"
„Neen, mynheer 1"
„Wek hem dan en mynheer Durnovo ook."
„Dien ben ik al tegengekomen. Hy ging
juist uit, toen ik binnenkwam."
In een ommezien was Jack Meredith by
Durnovo en Oscard, dlo op het terras voor
het huis stonden te praten. Guy Oscard had
nog zyn pyjamas aan, die hy in de kappen
van zyn laarzen had gestopt. Hy droeg ook
nog zyn helmhoed, die zyn toilet voltooide.
Zyn omgeving zou volop den tyd krygen om
zich aan die verschyning te gewennen, want
gedurende de drie daarop volgende dagen
kwam hy niet uit de kleeren, en lang voordat
die tyd om was, wekte zy ook geen lachlust
meer.
„Het heeft niets te beteekenen," verzekerde
Durnovo mot zenuwachtigo haast.
„Ik ken dat volkje I Wy hebben ze vooruit
betaald. Ze foppen ons zeker, en als ze dat
niet doen, dan zyn ze nu ziek van hun af
scheidsfeest. Ze willen wat rusten eer we
verder gaan. Ik ken hun strekenZoo krygen
ze ook beter een gelegenheid om op den Joop
te gaan."
„In alle geval zal het wel het beste wezen,
dat we eens naar hen gaan kyken," bracht
Meredith in het midden.
„Doe dat toch niet," riep Durnovo uit en
hield hem met beide handen tegen.
„Luister naar my, doe dat niet! Ontbyt
eerst, zooals gewoonlyk, en doe, alsof alle3
in orde is. Dan kunt u later eens quasi by
toeval het kamp langs loopen."
„Goed," sprak Meredith, wel wat onwillig.
„Hy heeft toch ook een goeden kant
deze schrik," hernam Durnovo, zich omkee-
rende en naar de rivier ziende. „Daardoor is
my ingevallen, dat wy niet half genoeg quinine
by ons hebben. Ik zal gauw een kano nemen
en ze even in Loango gaan halen."
Hy keerde zich om en bukte, om de boot
los te maken.
„Ik kan dag en nacht reizen en in drie
dagen heen en terug zyn," ging by voort.
„Intusschen kunnen jelui voortgaan met de
bootjes te ontladen, en zoo gauw ik terug
bon, zullen wy dan op weg gaan."
Hy stond daar kaarsrecht en keek schichtig,
alsof hy het weer bestudeerde, om zich heen.
„Ik houd het er voor, dat er een onweer
komt opzetten," hernam hy. „Het zal wel
het best wezen, dat ik zoo gauw mogelyk
vertrek."
(Wordt vervolgd.)