N°. 10863
Donderdag 25 Juli.
1895
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
DE BRUIDSSCHAT.
IDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandeni f 1.10.
Franco per post110.
Afzonderlijke Nommors0.05.
PRIJS DER ADVERTENTJLhlN
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekeiüt
Dit nommcr bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 24 Juli.
Naar wg vernemen, heeft zich hier ter
stede eeno vereeniging gevormd, welke onge
twijfeld in eene zeer groote behoefte zal
voorzien.
Voor diegenen nl., die medische hulp noodig
hebben en van geen ziekenfonds wenschen
gebruik te maken, doch wien aan het einde
des jaars een hooge dokters- en apothekers
rekening nogal bezwarend is, heeft men opge
richt de vereenigir.g „Leidens Middenstand",
welke zich ten doel stelt, tegen billgke maan-
deljjkscho contributie, genees- en heelkundige
hulp te verschaffen, geheel gelijk staande met
de zoogenaamde particuliere praktik.
Men twijfelt er niet aan of zeer velen zullen
gaarne gebruik maken van zulk eene nuttige
instelling. Nog kunnen wü mededeelen dat
de beeren dr. G. M. Kruimel en J. J. Regst
Sc Zoon als arts en apolbekers aan boven
staande vereeniging verbonden zijn, terwijl de
1 heer P. J. C. Dee directeur boekhouder, Oude
I Singel 230a, gaarne bereid is verdere inlich-
tingen te verschaffen.
Mejuffrouw M. F, J. De Vries, van Leiden,
is te Utrecht geslaagd voor de hoofdakte.
De Commissaris der Koningin van Zuid-
Holland zal morgen, Donderdag, des voor
middags te kwart vóór tienen de gemeente
Zoeterwoude bezoeken. De burgemeester noo-
digt oen ingezetenen uit door het uitsteken
der vlaggen hun ingenomenheid met dit be
zoek te betuigen. Voor belanghebbenden ver
leent ZExc. audiëntie des voormiddags te kwart
vóór tienen.
Uit het verhandelde in de gisteren ge
houden zitting der Synode bleek dat van Sep
tember 1894 tot Juni 1895, na afgelegd examen,
tot de Evangelie bediening z\jn toegelaten 40
candidaten. Bovendien werden als zoodanig
toegelaten, na gehouden colloquium doctum:
door de commissie tot de zaken der Waalsche
kerken één pasteur auxiliaire te Gonève; door
het provinciaal kerkbestuur van Noord-Holland
één predikant, geordend by de Nationale
Hervormde Kerk in Schotland, en door het
prov. kerkbestuur van Utrecht een predikant
uit Noord- Amerika.
Volgens de berichten van de hoogleeraren
vanwege de Ned.-Hervormde Kerk, waren ge
durende don cursus 1894 -1895 in hun album
ingeschreven: te Leiden 75, te Utrecht ICO,
te Groningen 61, te zamen 296 studenten in
de godgeleerdheid, die zich voorbereiden tot
de Evangelie-bediening in de Ned.-Hervormde
Kerk, tegenover 204 studenten in het jaar 1894.
Hierop werd een aanvang gemaakt met de
behandeling der finantiëele aangelegenheden,
in tegenwoordigheid van den quaestor-generaal.
Aan de orde was de toestand van het fonds
voor noodlijdende kerken en personen.
De rekening over 1894 bedroeg in ontvangst
en uitgaaf f 78,852.90. Voor den dienst 1895
is een saldo van f 2764.89'/j. De begrooting
voor den dienst 1895 bedraagt in eindcijfer
f 26,097.50.
De heer P. Janse, onderwijzer aan de
openbare school te Zoetermeer-Zegwaard, is
als zoodanig benoemd te 's-Gravenhage.
In de gisteren gehouden zitting van den
gemeenteraad van 's Gravenhage is door den
heer Krap, met eene breede toelichting, ont
leend aan zline rede in het „Kon. Instituut van
Ingenieurs" en aan hot rapport der jongste
Haven-Commissie in het belaDg van het wel
slagen der nieuwe havenconcessie, de volgende
motie voorgesteld:
„De gemeenteraad van 's-Gravenhage, over
tuigd van do noodzakelijkheid eener veilige
ligplaats voor de Scheveningsche vloot;
„gezien de noodlottige gevolgen van den
Decembervloed, waarbij op zoo treurige wijze
aan het licht kwam, dat spoedige voorziening
dringend noodig is;
„overwegende dat de haringvisscherij als
nationale industrie ook van het uiterste belang
is voor het Rijk;
„noodigt B. en Ws. uit, onder aanbieding
van een belangrijk subsidie en verdere mede
werking, zich te wenden tot H. M. de
Koningin Weduwe Regentes van het Konink
rijk, opdat verkregen worde een oplossing tot
keering vari de ernstige gevolgen, die uiteen
sociaal er. gemeentelijk oogpunt verbonden
zijn aan de vernietiging van Scheveningen als
visschersplaat8".
Do behandeling dezer motie is tot een vol
gende vergadering uitgesteld.
In een vorige zitting van den gemeenteraad
was het voorstel ingekomen om het rijden
met vélocipèdes op geasphalteerde straten te
verbieden. Door het staken der stemmen
werd de beslissing aangehouden. In de gisteren
gehouden vergadering staakten de stemmen
opnieuw, zoodat het voorstel verworpen is.
Hier te lande is bericht ontvangen van
het overlijden van den heerH. Prins, lste luit.
der infanterie, gedetacheerd by de koloniale
reserve Willem I.
Bjj het regiment grenadiers en jagers
wordt thans een proef genomen met een
nieuw model voertuig tot het overbrengen
van patronen.
Het h eft den naam van patroonwiel en
kan 4000 patronen bevatten. Tevens is er
gelegenheid om de wapens en de uitrusting
van de twee man, die het „wiel" vervoeren,
er aan te bevestigen.
Het patroonwiel is een uitvinding van den
gepensionneerden generaal-majoor Kromhout.
Voorloopig is thans vastgesteld wtlke
troepen van 5 9 Sept. in de gemeente
Zeist zullen worden ingekwartierd, benevens
de sterkte daarvan.
Op 5 en 6 Sept. zullen aldaar aankomen
de staf der lste divisie infanterie, benevens 4
veldbataljons van het 7de reg. inf. Hiervan
zullen worden ingekwartierd de staf en 2
bataljons infanterie, en wel 88 officieren, 714
minderen met en 265 zonder voeding en 112
paarden. Deze troepen vertrekken in den
morgen van 7 September, om plaats te maken
voor de 4 veldbataljons van het 4de reg. inf.
Gedurende die dagen zullen worden inge
kwartierd 93 officieren, 708 minderen met en
285 zonder voeding en 113 paarden. De 2
bataljons, die niet worden ingekwartierd, zullen
in de nabijheid der gemeente op een stuk ge
meentegrond worden gekampeerd. De com
mandant der lste divisie met de hem toege
voegde officieren (22) en minderen blijven
gedurende alle genoemde dagen hierin kwar
tier; beide corpsen zijn vergezeld van de
stafmuziek.
De gezamenlijke troepen staan onder bevel
van den generaal-majoor W. G. Rompelman,
commandant der lste divisie; het 4dereg onder
bevel van den kolonel G. L. Langguth, en
het 7de reg. onder bevel van den kolonel
S. A. Lietz.
Nog zullen waarschijnlijk eenige officieren
van buitenlandsche mogendheden en schutterij-
officieren aan de manoeuvres deelnomen, die
mede te Zeist kwartier zullen maken. Terwijl
eindelijk ook de 2 compagnieën der koloniale
reserve de oefeningen mede maken; of deze
laatste troepen hier kwartier zullen maken is
nog niet vastgesteld.
De officieren der rijdende artillerie hebben
gevraagd of twee hunner de eer mochten heb
ben het koninklijk rijtuig, waarin Hare Majes
teiten a. s. Donderdag in de gemeente Arnhem
zullen komen, daar te begeleiden. H. M. de
Koningin Regentes beschikte in toestemmen
den zin op dat verzoek.
Te Mechelen, in België, is 19 Juli over
leden de heer E. Swarth, oud consul generaal
van Portugal in Nederland. De overledene
werd 20 October 1819 te Amsterdam geboren
en was de schrijver van enkele niet onver
dienstelijke werken, o. a. „Gepleisterdegraven",
„Ab intestato", „Uit de praktijk", e. a.
De groothertogin van Saksen-Weimar ver
trok gistermorgen van het paleis Het Loo,
waar zij ©enigen tfid als gast had vertoefd,
naar Weimar terug. De Koningin-Regentes
vergezelde haar tot aan den trein, waar tevens
eenige autoriteiten aanwezig waren.
De Staatscourant van 24 dezer bevat de
volgende „herplaatsingen wegens misstelling".
Bij Koninklijk besluit van 20 Juli 1895
no. 27 is bevorderd tot commandeur in de
orde van den Nederlandschen Leeuw de heer
mr. J. H. Berg8ma, minister van kolun'ön.
Bfi Koninklijk besluit van 12 Juli 1895
No. 38 is de heer Dionys Gillet erkend
en toegelaten als consul-generaal van Duitsch-
land te Amsterdam, voor hot Koninkrijk der
Nederlanden.
Bjj resolutie van den minister van finan
ciën is bepaald, dat geene oommiezen voor
bevordering in aanmerking worden genomen,
wier ijver en behartiging van's Rijks belangen
zich niet boven het middelmatige verheft, met
andere woorden die niet uit eigen beweging
en uit plichtgevoel er naar streven, om hunne
betrekking met de meeste getrouwheid waar
te nemen.
De navolgende zeeofficieren, enz. worden
op non-activiteit gesteld, als: de luitenants
ter zee der 2de klasse .T. Soutendam en P.
Sodenkamp, dienende aan boord van Hr. Ms.
wachtschip te Hellevoetsluis, respectievelijk
met den 26sten dezer en 16 Augustus a-s.;
de adelborsten der lste klasse J. H. Tours,
C. Aronstein en C. J. P. Zaalberg, dienende
aan boord van Hr. Ms. monitor „Reinier
Claeszen" met den lsten Augustus a. s.de
adelborst der lste klasse P. A. Van Rees,
dienende aan boord van Hr. Ms. fregat „Atjeh"
met den 16den Aug. a. s., en de off. van
adm. der 2de kl. L. J. Mouton, dienende aan
boord van Hr. Ms. pantserschip „Schorpioen",
met den 21sten Aug. a. s.
Voorts worden geplaatst: de kapt.-luit. ter
zee C. F. A. Gregory, de luit. ter zee der
lste kl. S. Woldringh en de adj.-admin. A.
A. Peereboom Voller, met den lsten Aug.,
de luit. ter zee der 2de kl. J. Soutendam, de
adelb. der lste kl. J. H. Tours, C. Aronstein
en C. J. P. Zaalberg, met den 16den Aug.,
en de off. van adm. der lste kl. J. W.
Groeneyk, met den 21sten Aug. a. s., allen
geplaatst aan boord van Hr. Ms. fregat „Atjeh,"
eerstgenoemde als lste officier; met 16 Aug.
a. s. de luits. ter zee 2de kl. C. F. Pabst en
J. C. Van Druten, aan boord van Hr. Ms.
wachtschip te Hellevoetsluis, de adelborsten
lste kl. P. A. Arriöns, G. L. Heeris, A. D*.
Muller en P. H. Gallé aan boord van Hr. Ms.
monitor „Reinier Claeszen," en met 21 Aug.
a. s. de oificieren van administratie lste kl.
N. J. J. Van Rijn van Alkemade en S. J.
A. Deyll, respect, aan boord van Hr. Ms.
torpedo-instructieschip „Marnix" en pantser-
schip „Schorpioen."
Blijkens bjj het departement van marine
ontvangen berichten zijn Hr. Ms. fregatten
„Johan Willem Friso" en „Van Speyk", res
pectievelijk onder bevel van de kapiteins ter
zee H. Quispel en L. Backer Overbeek, in den
namiddag van den 22sten dezer van Cadix
vertrokken, tot voortzetting van de terugreis
naar Nederland.
Volgens het „N. v. N." zullen de
Koninginnen Dinsdag of Donderdag der vol
gende week de tentoonstelling te Amsterdam
bezoeken.
Men meldt uit Utrecht: De hulde aan
den heer Richard Hol in „Tivoli" was luister
rijk en geestdriftvol; de voornaamste musici
en tal van dames waren er bij aanwezig. Het
„Utrechtsch Mannenkoor" opende het feest
met „Mendelssohn's Festgesang". Generaal
Kool gaf in een fraaie rede een overzicht van
de geheele kunstenaarsloopbaan van den
jubilaris, die met drie dochters en een zoon
van zijn woning afgehaald en door het feest
comité ontvangen was. Telkens werd de rede
van den heer Kool met luide hoezees onder
broken. Hij bood Hol een prachtig album aan
met do namen van de gevers van de bronzen
buste, door Odé te maken. Tevens bood by
hem namens allen gelukwenschen aan en een
prachtigen krans.
Doch nog veel hooger steeg bet enthusiasme,
t)en generaal Kool de benoeming van den
heer Hol tot ridder van den Nederlandschen
Leeuw mededeelde, en er scheen geen einde
.aan net gejubel te komen. Nadat het Utrechtsch
orkest onder leiding van Veerman op uit
stekende wijze de „Erkl&rung" van den heer
Hol had vertolkt, sprak mr. W. J. Snouck
Hurgronje, voorzitter der Koninklijke Zang-
vereeniging „Cecilia" in allerhartelgkste taal
den jubilaris toe. Hg herinnerde dat hetjuiat
gisteren 17 jaren geleden was, dat de heer
Hol voor 't eerst met „Cecilia" te Parijs
lauweren oogstte, en reikte hem een prachtigen
lauwerkrans over. Een lid van „Cecilia", de
heer Antonides, voegde daarbij een keurige,
door hemzelf geteekende crayon teekening
der jonge Koningin.
Het „Weekblad voor Muziek" verscheen
gisteren geheel gewijd aan den jubilaris. Het
bevat een hoofdartikel van Hugo Nolthenius,
die ook een levensbeschrijving van den heer
Hol gaf, en verder korte bijdragen en geluk
wenschen in allerhanden vorm van musici
en vereerders uit Nederland zoowel als uit
het buitenland.
B(j koninklijk besluit is de heer R. Hol,
toonkunstenaar te Utrecht, benoemd tot ridder
in de orde van den Nederlandschen Leeuw.
Door den minister van binnenl. zaken is
bepaald dat de Rijkslandbouwleeraar F. R.
Corten zal werkzaam zijn binnen de prov.
Limburg en is hem als standplaats aange
wezen de gemeente Sittard.
Maandag-namiddag werd het stoffelijk
overschot van den heer C. T. Stork te Olden-
zaal naar de laatste rustplaats geleid. Tal van
vrienden en bekenden uit verschillende plaatsen
van Twente en een zeer groot aantal werk
lieden uit fabrieken, waaraan de naam van
den overledene verbonden is, waren aanwezig,
om door hun tegenwoordigheid getuigenis af-
te leggen van hun toewijding aan en vereering
van dezen nestor der Twentsche industriëelen.
Toen de lijkkoets, onmiddellijk te voet ge
volgd door drie zonen van den overledene,
het sterfhuis verliet, sloton zich in een lange
rij de fabrikanten, werklieden, vrienden en
kennissen daarachter aan. Daar waren vele
honderden achter deze baar vereenigd, onder
wie mr. A. F. Vos de Wael, lid der Tweede
Kamer voor Enschedee. Op de lijkkist lag
oen achttal fraaie kransen, waarvan één ge
schonken was door het personeel der machine-
fabriek en een door de „Werf Conrad."
Aan het graf werden de verdiensten van
den overledene herdacht door dr. M. Groene-
veldt uit Oldenzaal; door don heer Textor,
boekhouder der machinefabriek; door den
heer G. J. Van Heek uit Enschedee, terwijl
ten slotte de oudste zoon van den overledene,
de heer D. W. Stork, namens de familie
dank zeide.
Slot.)
Philippe wist het al: Veina's stem was
doorgedrongen tot het bovenportaal, waar zij
stond te luisteren, om des te eerder de bood
schap te vernemen van hun bezoeker, dien
z(j, voor het raam gezeten, reeds van verre
had zien aankomen. Toen zij de eerste woor
den, zoo vrooiyk, bijna jubelend gesprokeD,
hoorde, moest Philippe zich vasthouden aan
de trapleuning en haar hart begon te bonzen.
Het was of plotseling al die vaste voor
nemens en onwrikbare besluiten omvergewor
pen waren. Had zij tijd gehad om tot kalmte
te komen, misschien zouden die weder hunne
macht hebben hernomen, maar toen zij de
wijk wilde nemen naar de achterkamer, kon
zU de deur niet openen; zijzelve had, by het
opruimen, de waschtafel er voor gezet; de
trap naar den zolder kon zij niet bereiken
zonder gezien te wordenzij moest wel naar
de voorkamer terugkeeren en nauwelijks was
zjj daar, of haar vader en Veina traden binnen.
En Veina, die van de Sluiterings wist, dat
zij hem genegen was en hem als echtgenoot
aannam, trad op haar toe en terwijl hij den
arm om haar middel sloeg, haalde hy haar
zacht naar zich toe en zeide halfluid:
- Nietwaar, Philippe, nu kunnen wij ge
lukkig zijn?
En Philippe maakte zich niet los, maar
zag hem aan met hare sprekende blauwe
oogen en fluisterde: „Ja, Frans."
En toen hy een kus drukte op hare fris-
sche lippen, beantwoordde zy dien en de
oude Devallet kon niet meer op de beenen
blgven staan. Hy liet zich met zgn volle ge
wicht op zyn leunstoel vallen en wreef met
de handen over de knieën alsof hy zyn pan
talon wilde vernielen. Hy moest iets doen
om zyn hart lucht te geven.
En nu naar de fabriek! zeide Veina, nadat
hy zyn bezoek aan Botermans in alle bg-
zonderheden had verhaald. Van middag zullen
wg by myn zwager het diner van Zondag
maar opeten.
Philippe wilde nog eenige excuses maken
zg wist niet of zy welkom zou wezen, enz.
Maar Veina sloot haar den mond, op de wyze,
waarop hy, die bemint, den mond sluit van
haar, die hem liefheeft.
Voortaan, Philippe, zal er voor mg geene
plaats zyn, waar ook geene plaats is voor u
En ik zal geene plaats vinden, die mg
liever is dan die, waar ik met jou ben.
De heeren Vogels hadden juist hun lunch
gebruikt, toen de looper hun kwam mede
deelen, dat de opzichter Devallet met nog
iemand hen wenschte te spreken.
Wat moet die nu? vroeg de oudste Vogels.
Je hebt hem immers zgn geld gegeven?
Tot den laatsten cent toe tot myne
spyt, want nu al bemerk ik, dat we hem
eigeniyk niet missen kunnen.
Houden konden wy hem toch ook niet,
of we raakten Botermans kwyt, en die heeft
tien aandeelenNu, laat meneer Devallet
maar komen, vervolgde de oudste firmant
tot den looper. Als we hem loozen konden,
vervolgde hy tot den jongsten firmant
Het heilige kruis kreeg hy na.... Wel,
Devallet, wat verlangt ge?
Mag ik de eer hebben aan de heeren
myn aanstaanden schoonzoon, mynheer Veina,
voor te stellen, sprak Devallet op den waar-
digen toon uit de Koningsrollen, die hy voor
heen had vervuld.
De heeren Vogels stonden op; zg kenden
Veina en ze wisten, dat hy schatrgk was.
Dit was voldoende om hem beleefd te be
handelen.
Beiden bogen, maar zy begrepen toch niet
best, wat het te beduiden had, dat hy hun
werd voorgesteld als de schoonzoon van een
ondergeschikte, dien zy ontslagen hadden.
Ik kom met medeweten en toestemming
van den heer Botermans aan de heeren mede
deelen, dat by van morgen, zgn zwarten
rok aantrekkende, om eene begrafenis by te
wonen, daarin een bankbiljet heeft gevonden
van driehonderd gulden, waarop hy zich
herinnerde, dat de heer Devallet, mgn aan
staande schoonvader, hier boog Veina en
de heeren Vogels bogen eveneens zeer statig
tot den schoonzoon en toen tot den schoon
vader het hem ter hand had gesteld, wat
den heer Botermans geheel was ontgaan.
Wat zegt u? riep de oudste Vogels.
Net zooals ik gedacht heb, sprak de
jongste binnensmonds.
De heer Botermans zal het aan de heeren
zei ven komen bevestigen, maar ik stelde er
prgs op dat myn aanstaande schoonvader
hoe eer hoe liever gerehabiliteerd werd.
De oudste firmant zette een eenigszins
bedenkeiyk gezicht; maar dat onmiddeliyk
eene andere plooi aannam, toen hy Veina's
blik ontmoette. De jongste was al opgestaan
en had Devallet de hand toegestoken.
Het spyt my, Devallet, zeide hy, dat
we niet aanstonds inzagen, dat de heer Boter
mans zich had vergist, maar ik behoef je
niet te zeggen, dat i k je nooit heb verdacht.
Ik ook niet, liet de oudste volgen en
ook by stak zyno hand uit, maar de vor
standhouding van directeuren tot commis
sarissen is heel kiesch
Mag ik den heeren opmerken, dat hier
de goede naam van een eeriyk man op het
spel stond, zeide Veina, en die is meer waard
dan de goede verstandhouding met een com
missaris
Aandeelhouder, vulde de jongste aan;
mynheer Botermans is een van de grootste
aandeelhouders, en u begrgpt, eene fabriek
als de onze
Neem me niet kwaiyk, mynheer Veina,
dit zyn onze zaken.
Daar werd even geklopt en geiyktydig de
deur geopend; de commissaris-aandeelhouder
Botermans trad binnen. Veina weerde zich
geducht; Devallet, die verkregen bad, wat hg
verlangde, de erkenning zyner onschuld,
trachtte bemiddelend op te tredende heeren
Vogels konden de party van den commissaris
niet houden, nu deze zelf schuld erkend had,
en de conferentie eindigde met eene verklaring
van Botermans, dat hy zyn commissariaat
nederlegde en zyne aandeelen van de hand
zou doen ze waren „geen lor waard."
Ik wil ze gaarne van je overnemen,
zeide Veina.
De heeren waren getuigen van den koop en
toen Botermans vertrokken was, zeide Veina,
dat hy, als de flrmaDten het goedvonden, de
aandeelen op naam van zyn aanstaanden
schoon vader zou stellen.
Misschien zou die dan wel als commis
saris willen optreden, zeide de jongste
firmant.
Me dunkt, daar zouden de heeren niets
tegen hebben I sprak de oudste.
Als ik in myne betrekking kon blgven,
zeide Devallet.
O, mynheer Devallet, dat spreekt van
zelf, als u dat verlangt, maar me dunkt, dat
u dan een anderen titel moet hebben.
Wat dunkt u van gedelegeerd commis
saris? vroeg Veina.
Mooie titel, zeide de oudste firmant.
De heeren zullen het wel goedvinden, als
hot niets meer kost.
Dat is eene andere zaak, die aan de heeren
Vogels blgft overgelaten, zeide Veina.
Stralend van geluk verliet de oude Devallet
de fabriok met zgn schoonzoon, om zich te
gaan kleeden voor het diner by de Sluiterings,
waar dien middag de verloving van bun broeder
en Philippe werd gevierd.
Vier weken later huwden zy, maar vóór
dien tgd zorgde Philippe, dat de wandschil
deringen in de eetzaal geheel voltooid waren
en in deze werd bruiloft gevierd onder den
hemel, waaruit zy, gelyk Frans Veina zeide,
plotseling voor hem was nedergevallen, en
Sluitering uitte in een toost den wensch, dat
hun huwelgkshemel even schoon en helder
zou zgn als die, welken de bruid boven hen
had geschilderd.
De gedelegeerde commissaris in de Kroon-
stadsche hoeden- en petten- en equipementen-
fabriek Devallet zeide, dat het toch zoo'n
kwade gewoonte niet van hem geweest was,
om des avonds met zyne dochter uit visschen
te gaan. Maar voortaan zou hg het niet meer
doenby werd te oudzyne waardigheid be
lette het hem en de visch was gevangen.
Veina vertrok met zyne jonge vrouw naar
Indië en ondervond dat zyne Philippe hem een
grooter bruidsschat had aangebracht dan koffie-
of suikerplantages hem hadden kunnen geven,