N°. 10857 Donderdag X® Juli. A* 1895 feze /Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. PERSOVERZICHT. Burgerlijke Stand. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 3 maanden. ƒ1.10. Franco rer post. Afzonderlijke Nommers °05- PRIJS DER ADVERTENTIËN: Yan 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera lettors naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Hot overzicht, dat In de Nieuwe Rotter- damsche Courant sedert het in werking treden van de nieuwe spoorwegregeling jaarlijks gegeven werd van de uitkomsten dier regeling, wordt thans gepubliceerd over het jaar 1894, als „het eerste jaar na verloop der drie door de Regeering gestolde proefjaren." Wat de winst- en verliesrekening aan het licht brengt omtrent den staat van zaken, geeft weinig troost. De H. IJz.-Spw.-Mij. was in staat, uit de winsten, welke de exploitatie haar opleverde, na aftrek van alle verplichte afschrijvingen, aan hare aandecdhouders uit te keerenover 1891 450,000, over 1892 f337,500, over 1893 ƒ562,500 en over 1894 675,000, of in het geheel over de vier jaren ƒ2,025,000. De Mij. tot Expl. van Staatssp. kon daarentegen niet aan hare verplichtingen voldoen, zonder uit hare reservefondsen te putten, voor 1891 per saldo ƒ140,486.50, voor 1892 808,600.13, voor 1893 per saldo 101,280.94 en voor 1894 p. saldo ƒ364.93 6 965, of in het geheel over de 4 jaren ƒ1,410,304.555. Die fondsen moesten daarbij verder strek ken, om aan aandeelhouders te kunnen uit- deelen over 1891 ƒ717.040, benevens ƒ55.805 voor het Rijk, over 1892 229,478.40, over 1893 627,550 en over 1894 ƒ358,649, of in het geheel over de vier jaren 1,932,763 705. Na aftrek van een batig saldo van 536.66' werd voor een en ander dus ingeteerd ƒ3,343,068.26. Ware z(j begonnen met even als de Holl. IJz.-Sp.-My. hare reservefondsen extra uit te keeren aan hare aandeelhouders, dan zou zij niet alleon verder niets hebben kunnen ultdeelen over de jaren 1891/94, maar o? ultimo December 1894 met een tekort heb ben moeten sluiten van ƒ1,410,504.555. Na aftrek van dit tekort van het totaal der door de Holl. IJz.-Sp.-Mij. uitgedeelde winsten, blijft aan winst slechts over 614,496 voor vier jaren over een gezamenlijk uitgegeven aandeelen-kapitaal van ongeveer 40,430,000 of gemiddeld per jaar ƒ153,624, gelijk aan 0.38 percent. Niemand zal ontkennen zoo luidt schrij vers slotsom dat deze stand van zaken op den duur onhoudbaar is; on toch be staat er weinig uitzicht op betere tijden van ólijvenden aard. Van den beginne werd er net aandrang op gewezen, dat zij voor het personen-verkeer slechts te wachten waren van doeltreffende vrachtvermindering, vooral over kortere afstanden, van genoegzaam in grijpenden aard, om het reizen daardoor onder bereik te brengen van de groote menigte, welke er thans om de kosten van wordt teruggehouden. Voor eene algemeene her vorming van dien aard heeft men echter het geschikte oogenblik ongebruikt laten voorbij gaan. De scheepvaart heeft de gelegenheid benut, om zich krachtdadig uit te breiden, zooals blijkt uit de graphieche voorstelling harer beweging op de voornaamste rivieren en kanalen in Nederland, te vinden in de statistiek, welke daarvan door het departe ment van Waterstaat, Handel en Nijverheid wordt uitgegevenen wilde men terugkeeren tot de commerciéele begrippen van vroeger, waaraan het goederenvervoer langs spoor wegen zijne groote uitbreiding te danken had, zou het daarom eene reeks van jaren vorderen, om tegenover haar zijne oude positie weder te kunnen innemen. Dwingt dus de toestand, waarin het verkeer van reizigers en goederen zich bevindt, om de tering naar de nering te zetten, zoo laat zich ook dit gemakkelijker aanbevelen dan uit voeren. Het publiek is niet gezind, gerieven en voordeelen pr(js te geven, waarvan het eenmaal in bezit werd gesteld, en van het dienstpersoneel heeft niemand belang, zich over iokrimping, bezuiniging te bekommeren, met het oog op artikel 63 der bekende over eenkomst met .het Rjjk. Alles schijnt dus aan te toonen, dat de nieuwe epoorweg- regeling haar einde nadert. Op het oogenblik is de Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen „en déveine"; doch de kans kan keeren, en zeker zou men het tegendeel reeds hebben beleefd, als het haar niet aan den moed had ontbroken, de by ministeriëele beschikking van 8 Januari 1891 verlaagde maxima eenzydig in te voeren, toen zy zich nog in het volle bezit bevond van haren ge- reserveerden millioenen-schat, terwijl de Hol- landsche IJzeren-Sp.-My. zich van alles had ontbloot. Nog zyn er middelen genoeg, om weder de overhand te erlangen. Komt er in den gang van zaken geen verandering, zoo mag men de Maatschappy tot Exploitatie van Sfaateannnrwagan <0 ajtaat enhtao -joh tot zegge einde 1899 staande te houden met ver dere optering harer fondsen. Geraakte de Holl. IJz.-Sp.-My. inhetachtei- spit, dan zouden deze spoediger zyn uitgeput by gemis aan reserve-middelen, en bleef de My. tot Expl. van S.-S. aan het bod. Zyn er geene genoegzame verdiensten voor twee onder nemingen om van te leven, dan ligt het voor de hand, dat eene nieuwe proef worde go- nomen met beider bedryf te stellen in de band van ééne Maatschappy. De langst levende is daarvoor de aangewezen persoon tot einde 1915, wanneer het staat te wachten, dat 's Ryks belang medebrenge, tot Staatsexploi tatie over te gaan. Zoo zal dan de spoorweg regeling van 1890 hebben gestrekt om vol doening te geven aan ben, die het nooit hebben kunnen zetten, dat de Rynspoorweg in 1845 met goed gevolg aan eene particuliere onderneming werd ovorgedragen. De vrees, dat daarmede de kosten zouden vermeerderen, behoeft van Staats-exploitatie niet meer af te schrikken, naar den hoogen voet, waarop alles tegenwoordig is ingericht. Veeleer zou de bezuiniging dan in het leven kunnen treden, waarmede men zich by de regeling van 1890 had gevleid. Voor het personen verkeer ware het beheer in ééne hand mis schien wenschelyker dan verdeeld over meer schyven, zooals thans. By het goederen vervoer zou echter licht kunnen gebeuren, dat het van kwaad tot erger liep. Wie het voor handel en nyverheid van overwegend belang acht, dat vervoer daaraan niet bloot te stellen, make van den tyd, welke nog ge geven wordt, gebruik, om andere toestanden voor te bereiden, dan onder de gegeven omstandigheden in de toekomst liggen. In het Orgaan van den Nederlandschcn Slagershond vinden we onder den titel Vleeschbereiding een artikel, waarin er op gewezen wordt, hoe weinig rationeel men te werk gaat by het braden, stoven, enz. van het vleesch. Vaak wordt een uitmuntende roastbeef of rib in de keuken verknoeid. En 't resultaat wordt dan geheel ten onrechte aan den slager geweten. Zoo moet byv. een fijn stuk vleesch, dat den vorigen dag werd geslacht, langer braden dan als het reeds drlo of vier dagen oud ge slacht is. Eenzelfde stuk van een beste Zeeuw- sche schot is in veel minder tyd gereed dan een van 2de a 3de kalfsbeest, van Noord- of Zuid-Holland afkomstig. Zou de slager 't wagen hierop de huisvrouw of de keukenmeid te wyzen, hy zou al by voorbaat veroordeeld zyn en kans loopen een uitbrander te krygen met de opmerking: „Denkt gy soms dat ik niet koken of braden kan?" Het gevolg is dat de slager niets zegt en dat het publiek be treffende een rationeels vleescbbeielding on kundig blyft. De schryver oppert daarom't denkbeeld om vanwege den „Ned. Slagershond" in vereeni- ging met een Kookschool-directie een prysvraag uit te schreven voor een be knopte brochure, waarin eenige wenken dien aangaande worden gegeven. De klacht hierboven van den schryver kun nen wy billyken, zegt de Utrechtsche Courant het aangegeven middel ter verbetering echter minder. Immers, op de Kookscholen in ons vaderland wordt wel degeiyk ook de quaestie der vleeschbereiding behandeld. Onze kook- schoolleerareBsen doen alreeds haar best, in deze betere denkbeelden te verspreiden, welke er toe zullen bydragen dat zich, zy het ook lang zamerhand, onder de huisvrouwen en dienst boden een gezondere opinie baanbreekt. Onder de persbeschouwingen over de nieuwe kieswet, welke nog de aandacht verdienen, behoort die van bet weekblad Be Nederlan der, het orgaan van de hoeren Borgesius- Kerdyk c. s. Het blad ziet in de wet een reproductie van de bekende amendementen, welke het verleden jaar op verschillende gronden heeft bestreden. Over het voorgedragen stelsel zegt het blad daarom weinig. Alleen meent het het afdoende bewys te kunnen leveren, dat onder de tegenwoordige Grondwet een belang- ryk grootere uitbreiding van het kiesrecht mogeiyk is dan thans wordt voorgesteld. De Regeering schynt dit reeds eenigermate zelf te gevoelen, waar zy in haar Memorie de boven aangehaalde verklaring weer verzwakt door er by te voegen: „Haar doel is slechts de grenslijn tusschen kiezers en niet-kiezers, en bloc genomen, in haar werking aan de bedoeling der Grondwet te doen beant woorden." En bloc genomen! - Ligt daarin niet reeds min of meer de erkenning, dat er nog duizenden zullen worden buitengesloten. aan wie niet op goede gronden, niet op grond van gemis aan welstand en geschiktheid, de kiesbevoegdheid onthouden kan worden Maar dat kan h. i. niet anders, omdat ja omdat in haar stelsel de grenslyn slochts en bloc kan worden genomen. Het blad wyst verder op de voorgestelde leeftydsgrens, als op een bewys, dat de Regee ring niet zoover gaat als zy zou kunnen. „Al ware dus np de grondslagen, door de Regeering aangenomen, een definitieve rege ling te verkrygen, zooals hot voorstel daar ligt kan het ook op grond van voor verschil lende gemeenten veel te hooge cyfers van huurwaarde en loon, op dien naam zeker geen aanspraak maken. "Wel is de mogelykheid niet uitgesloten, dat door amendeering dat doel, hetwelk ook aan de Regeering blykens haar eigen verklaring voor oogen heeft gezweefd, naderby wordt gokomen, maar naar alle waar- schynlykheid zal toch by aanneming van deze voordracht dat, wat door het voorstel-Tak ineens zou zyn verkregen, slechts in twee étappes bereikt worden." Het blad acht vooral het handhaven van den band tusschen kiesrecht en belasting be denkelyk, maar erkent gaarne dat de voor dracht met zorg is bewerkt, en dat vooral de administratieve bepalingen veel goeds be vatten. „Het meest verrassend in het ontwerp is zeker wel de regeling van het gomeenteiyk kiesrocht, in verband met het plan om by een in te dienen voorstel de gemeenten boven 16,000 zielen in minstens drie deelen te splitsen. Wat het laatste punt betreft, wenschen wy ons oordeel nog te reserveeren. Voor- loopig zou het ons voorkomen, dat daardoor botsingen tusschen de verschillende districten eener gemeente niet kunnen uitbiyven en dat de gemeentekas daarby het kind van de rekening zal worden. Of is het gevaar denk beeldig, dat de afgevaardigden uit de ver schillende afdeelingen by voorkeur voor hun eigen district zullen opkomen en met argus- oogen zullen nagaan of niet in andere af deelingen meer werken wordon uitgevoerd en tot stand gebracht dan in het deel, dat zy meer speciaal zullen vertegenwoordigen?" Het blad bespreekt daarna de regeling van het kiesrecht voor de Gemeenteraden en zegt „Aangenomen nu, dat terecht voor ge- meenteiyke kiezers een bykomende eisch wordt gesteld, dan komt het ons toch voor, dat de Regeering met hot formuleeren van dien eisch niet gelukkig la geweest. Was reeds sinds '48 het ryksbelastingstelsel vast gekoppeld aan het kiesrecht bet gemeente- ïyk belastingwezen stond ten minste tot heden buiten dien fatalen invloed. Voortaan zal dat anders zyn. Niet alleen van de vraag of er in eon gemeente al of niet een plaatseiyko directe belasting wordt gehevon, maar ook van de vraag op welko wyza een verordening betreffende een plaat- seiyke belasting is ingericht, zal het afhangen of er meer of minder kiezers zullen zyn. Het is bekend genoeg, dat de verschillende ver ordeningen, ook wat het vrygestelde minimum betreft, zeer uiteenloopen. Met het oog op het verschil van plaatselyke omstandigheden is dat verklaarbaar, maar als men nu by de belastingregeling de vraag laat wegen of het al of niet gewenscht wordt geacht het aantal kiezers uit te breiden of te verminde ren, dan zyn het niet meer uitsluitend fiscale en economische overwegingen, die by het ontwerpen van verordeningen omtrent plaat selyke belastingen den doorslag geven, dan beheerscht de politiek veel meer dan thans de gemeente-financien, dan zal men belasting-verordeningen krygen, die gemaakt zyn met het oog op kiesrecht belangen. En is het op zichzelf niet hoogst bedenkelyk, dat de sterkte van het kiezerscorps in een gemeente voor een groot deel zal afhangen van de beslissingen van den gemeenteraad? Zal op die wyze in de gemeenteraden de party-hartstocht niet op ergerlyke wyze worden aangewakkerd?" Weet men geen betere regeling te bedenken, dan vraagt het blad, of het niet verkieslyk zou zyn het gemeentelyk kiesrecht voorloopig nog maar te laten rusten. KOLONIËN. BATAVIA, 12—14 Juni. Aan het verslag omtrent de voornaamste gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en Onderhoorigheden, loopende van den 22sten Mei tot en met den 4den dezer, wordt in de „Java-Crt." het volgende ontleend: Groot Atjeh. Meermalen werden onze tijde lijke posten te Senelop, Kroeng-Gloempang, fiiioel en Anakgaloeng* alsmede het wachthuis by de brug aldaar, door de kwaadwilligen be schoten, zonder dat ons echter eenig nadeel werd berokkend. Ook op eene patrouille van Biloel naar Lambaroe werden eenige schoten gelost en den 26oten Mei werd onze versterking te Anakgaloeng met geschutvuur bestookt, 7 granaten werden afgeschoten, waarvan er 3, zonder nadeel te veroorzaken, in en bij de versterking sprongen. In den nacht van den 23sten Mei trachtten eeDige kwaadgezinden door middel van klapper- vezals, die zij op de brug te Anakgalomg hadden verzameld en aangestoken, die brug in brand te steken. De aangerichte schade was echter gering. Door onvoorzichtigheid van een opium schuiver ontstond er in den nacht van den lsten op den 2den dezer brand in de Chi- neesche wijk te Sabang (Poeloe Weh), waar door een twintigtal huizen in de asch werd gelegd. De schade wordt op f20,000 geschat. Onderhoorigheden. Oostkust. Op politiek ge bied viel niets meldenswaardigs voor. Noorikust. Den 24sten Mei werden 3 ka nonschoten op onze versterking te Segli gelost, waarvan er 2 doel troffen. Een zieken oppasser werd door een dier projectielen gedood. Berichten werden ontvangen van meerdere werkzaamheid der kwaadwilligen in de van ouds door fanatisme beruchte bovenstreken van Gedong en Kerti. Bet doortrekken dier benden naar onze vestiging te Telok Semawó werd echter door de inlandsche bestuurders dier landschappen belet, waarna de kwaad willigen aftrokken. Westkust. Door de zwakke houding van T. Tjibiq te Melaboeh zouden volgens mede- deelingen eenige kwaadwilligen zich genesteld hebben op db 3000 M. van de versterking in een drietal kleine bentings en wer«l een van de passer Melaboeh afkomend Atjeher dood geschoten. De civiele en militaire gouverneur vertrok 28 Mei naar Melaboeh en koerde den 31sten d. a. v. terug. De weersgesteldheid was warm en droog, gepaard met krachtige westelijke winden. De gezondheidstoestand ter Westkust was ongunstiger dan gedurende den vorigen ver- slagt\jd; er viel aldadr veel regen. In Groot Atjeh en op de zeeposten aan de Noord- en Oostkust was de weersgesteldheid warm en droog, terwijl de gezondheidstoestand gunstiger was. Het gemiddelde ziektecijfer per dag bedroeg 19, tegen 26 en dat van de berri berri 4, tegen 8 gedurende den vorigen verslagtyd. Het sterftecijfer bleef constant. A. S. schrijft in de „Soerab. Ct." van 8 Juni: „Op Bali en Lombok schijnt een nieuw gevaar te dreigen, waarvoor de Regeering, blijkens verschillende voorbereidingsmaatrege len, niet blind blijkt te zijn. „De houding der Sasaks toch is zooals mi) ook uit particuliere brieven van op Lombok ver toevende en bevoegdo beoordeelaars blijkt vooral in den laatsten tijd allesbehalve vriend schappelijk; hun aanmatiging stijgt met den dag, en reeds meermalen is het voorgekomen dat op onverholen wijze uiting werd gegeven aan den ingeboren haat t rgen den Kaffir, hetzij h i blank of bruin van kleur is. „Het is niet alleen niet onwaarschijnlijk, maar het ligt zelfs voor de hand, dat aan deze v^andige stemming de invloed van onzen „trouwen vriend" van Karang-Asem niet ge heel vreemd kan zijn. „Daarin echter aanleiding te zoeken tot eene expeditie, zou ik al heel verkeerd vinden. Niet Karang-Asem toch zou die expeditie kunnen gelden, maar alleen den persoon van Goesti Djilantik, en om dien in handen te krijgen, behoeft waarlijk geen meerder bloed geofferd te worden dan op Lombok reeds stroomde. „Men volge in deze de vanouds bekende rijksdaalder politiek en love een flink aantal ringgits uit om „vriend" Djilantik aan ons over te leveren." Op last van de justitie wordt, naar het „Soer. Hand." verneemt, streng onderzoek gedaan in zake een vergiftiging, die onlangs ergens in het Bondowossche op een der lande lijke ondernemingen plaats gehad zou hebben. Er is een kistje met stopflesschen, inhou dende de ingewanden van den overledene, ontvangen; het een en ander is doorgezonden naar het hospitaal Simpang, waar uitgemaakt zal worden of er werkelijk een vergiftiging heeft plaats gehad. en M. A. Remy, Soerabaia. Lawang. A. Mollinger en Gorardina De Rijk, Soerabaia. W. H. Schultz en Ch. G'arels, .Soerabaia. Ondertrouwd: A. W. Viersma en Jacqueline Priester, Seloredjo, Soerabaia. Chas. Gill Jr. en I r ucine Hennëtte Moll, Batavia. Gehuwd: J. M. Raaijmakers on Emilio C. Rbemney. Oleh-loh. J. D. L. Harders en H. G. -Kok, Tjilatjap. Bevallen: A. Nijland gob. Stegeman Z., Timor-Koepang. M. C. Sellinger geb. Scheuer Z., Ngelom. C. C- Thürig geb. Smits D., Wel tevreden. C. Rosemeier geb. Brenkman Z., Soerabaia. C. H. Pleijsier geb. Kroeaen Z., Soerabaia. Overleden: Mevr. de wed. A. W. Deeleraan geb. Tromp, Batavia. Johanna W. B. Wardenaar 4 j., Soerabaia. HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd: C. Entboven en D. Wijnhout. Getrouwd: H. Noorman en H. Yan den Berg. W. Kuiper en A. Tensen. Bevallen: K. Van Hofwegen geb. Verwoerd Z. A. Nijs geb. Lamers D. G. Guldemeeater geb. Jansen Z. G. C. Bakker geb Groot Z. G. Van Dam geb. Van Scbarrenburg D. J Vries man geb. Wlhlerom Z. M. Mans geb. Elenbaas Z. M. A. Niouwenhuizen geb. Van der Maas D. F. Van Wielingen geb. Gedaan D. Overleden: A. Van den Berg 10 m. J. Polhaar 5 m. H. Prins 10 m. P. J. Kunis 3 m. J. Van Leeuwen lm. J. Doets 5 m. P. Van der Stelt 1 j. Familie-Berichten uit verschillende bladen. GEHUWD: Mr. P. Droogleever Fortuijn en H. Bruinier, Den Haag, D. B. Logemann en M. J. Moese, Luik. C. M. Frylinck en A. C. Lagerweij, Rotterdam. E. M. Van Hille en M. M. VerdoDck, Hilvorsum. BEVALLENA. M. J. Fabius geb. Van Walchron Z., Utrecht. F. M. H. Wildeboer geb. Schaaij Z., Rotterdam. G. Schepp geb. Westerhuijs Z., id. H. M. E. Krauwel geb. Coster Z.,'s-Graven- polder. W. W. In 't Veld geb. Heij Z., Brielle. Mevr. Van Wieringen Borski geb. Van Delden Z., Tilburg. G. Geerlings geb. De Vetter Z.,Keppel. C. M. A. Van Spreckena geb. Henny Z., Beekbergen. OVERLEDEN: Wed. A. M. Scbraders geb. De Koning, 72 j., Haarlem. H. D. Simon, M., 60 j., Den liaag. Wed. J. C. Koderitsch geb. Mein- hardt, 79 j., Voorburg. W. Vester, M., 71 j., Haarlem. Wed. C. De Haan geb. Sjoers, 81 j., Rotterdam. Wed. G. Van der Laar geb. Van den Hoek, 92 i., Gouda. C. M. Pennock geb. Van Kuijk, Dordrecht. P. Clerks, M., 64 j., Rot terdam. H. A. Hubers van Assenraad. M., 27 j., a./b. ss. „Amalia." A. Pitto geb. Van Roosmalen, 48 j., Utrecht. G. J. Swerner, M., 63 j., Ruyabrook (België). G. A. Van Haeften, M., 24 j., Den Haag. H. J. Thueró, M., 54 j., Utrecht. Programma Tan Muziekuitvoeringen. MUSIS SACRUM. Donderdag 18 Juli, te halfaoht, door het 8tafmuziekcorps van bet 4do Regiment InfaDterio. Directeur: du heer W. Yan Erp. Eerste afdeeling: No. 1. Defileer-Marsch (IntoUitv.), Bioknóse; 2. Featouvortare, Leutner3. Serenade (arr. W. Van Erp), VVidor; 4. „Nen Wiet/', Walzer, Strauss; 5. Fantaieie a. d. Oper „Der Fliegende Hollander", Wagner. Tweede afdooling: No. 6. Ouverture: „Tannhauaer", Wagner; 7. Lea Erinnyea, Maaaenet; 8. a. „Berg-op Zoom" nit de oud-Neder- landaohe liederen, Valerias; b. Marcho hongroiae; 9. „Sylvia", Ballet, Bnite d'Orchoatre, Délibee. Gr e in engd Nieuws. Familieberichten uit de Indische bladen. Verloofd: Lucie E. P. Oodorp Kortebraodt en P. Koopman, Soerabaia. J. J. C. Le Comte en David Marten, Soerabaia. Bien De Langen K. F. E. Gerth van Wyk, Kotta-Kadja. Louise Ramoer en J. F. K. De £ose, Tega). F. X. Kool Te Berchem (N.-B.) liep het zoontje van v. d. Brok op de spooriyn, toen een goederentrein aankwam. Van schrik be vangen, viel het kind tusschen de rails; de trein ging over hem heen, maar het bleef ongedeerd. De moeder, die het gevaar gezien had en het kind wilde grypen, struikelde, zoodat zy voor de rails bleef liggen en mede behouden bleef. Onder Weert heeft men L. d. B., uit Nederweert, zoo mishandeld, dat hy be wusteloos bleef liggen. De daders hebben hem daarna op de rails gelegd van den Grand Central Beige. Gelukkig werd hy door een voorbyganger uit deze gevaarlyke positie verlost. Een dergelyk ongeluk als den vorigen president dor Zwitsersche republiek byna het leven heeft gekost, is Zondag den heer Jooris, Belgisch gezant in Zwitserland, overkomen. By een rytoar, welken de gezant met den Belgischen consul te Neuchütel en diens echtgenoots maakte, sloegen de paarden op hol, het rytuig werd omvergeworpen en het gezelschap kwam zeer onzacht op den grond terecht. De consul werd over een afstand van dertig meter voortgesleurdde gezant werd zwaar gekwetst en moest zich aan een pynlyke operatie onderwerpen, maar zyn leven verkeert niet in gevaar. Een ernstige aanvaring beeft Vrydag in de baai van Kiel plaats gehad tus schen twee Duitsche oorlogsschepen. Na afloop der schietoefeningen naderde d« „Baden" de „Kurfürst Friedrich Wilhelm", daal de schout-by-nacht Koesier aan boord van laatstgenoemd pantserschip zou overgaan. De zee stond hol en de beide schepen luisterden niet goed naar het roer. Plotseling zwaaide de „Baden" om en ramde de „Kurfürst Fried rich Wilhelm" in de zyde. De waterdichte beschotten werden onmiddeliyk gesloten, zoo dat het schip bleef dry ven en veilig naar Kiel kon stoomen, waar het in het droogdok werd opgenomen. Het zal gerulmen tyd duren eer de avery hersteld la.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 5