N°. 10857
Donderdag X® Juli.
A* 1895
feze /Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
PERSOVERZICHT.
Burgerlijke Stand.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 3 maanden. ƒ1.10.
Franco rer post.
Afzonderlijke Nommers °05-
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Yan 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera
lettors naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Hot overzicht, dat In de Nieuwe Rotter-
damsche Courant sedert het in werking treden
van de nieuwe spoorwegregeling
jaarlijks gegeven werd van de uitkomsten
dier regeling, wordt thans gepubliceerd over
het jaar 1894, als „het eerste jaar na verloop
der drie door de Regeering gestolde proefjaren."
Wat de winst- en verliesrekening aan het
licht brengt omtrent den staat van zaken,
geeft weinig troost. De H. IJz.-Spw.-Mij. was
in staat, uit de winsten, welke de exploitatie
haar opleverde, na aftrek van alle verplichte
afschrijvingen, aan hare aandecdhouders uit
te keerenover 1891 450,000, over 1892
f337,500, over 1893 ƒ562,500 en over 1894
675,000, of in het geheel over de vier jaren
ƒ2,025,000. De Mij. tot Expl. van Staatssp.
kon daarentegen niet aan hare verplichtingen
voldoen, zonder uit hare reservefondsen te
putten, voor 1891 per saldo ƒ140,486.50,
voor 1892 808,600.13, voor 1893 per saldo
101,280.94 en voor 1894 p. saldo ƒ364.93 6 965,
of in het geheel over de 4 jaren ƒ1,410,304.555.
Die fondsen moesten daarbij verder strek
ken, om aan aandeelhouders te kunnen uit-
deelen over 1891 ƒ717.040, benevens ƒ55.805
voor het Rijk, over 1892 229,478.40, over
1893 627,550 en over 1894 ƒ358,649, of in
het geheel over de vier jaren 1,932,763 705.
Na aftrek van een batig saldo van 536.66'
werd voor een en ander dus ingeteerd
ƒ3,343,068.26. Ware z(j begonnen met even
als de Holl. IJz.-Sp.-My. hare reservefondsen
extra uit te keeren aan hare aandeelhouders,
dan zou zij niet alleon verder niets hebben
kunnen ultdeelen over de jaren 1891/94, maar
o? ultimo December 1894 met een tekort heb
ben moeten sluiten van ƒ1,410,504.555. Na
aftrek van dit tekort van het totaal der door
de Holl. IJz.-Sp.-Mij. uitgedeelde winsten,
blijft aan winst slechts over 614,496 voor
vier jaren over een gezamenlijk uitgegeven
aandeelen-kapitaal van ongeveer 40,430,000
of gemiddeld per jaar ƒ153,624, gelijk aan
0.38 percent.
Niemand zal ontkennen zoo luidt schrij
vers slotsom dat deze stand van zaken op
den duur onhoudbaar is; on toch be
staat er weinig uitzicht op betere tijden van
ólijvenden aard. Van den beginne werd er
net aandrang op gewezen, dat zij voor het
personen-verkeer slechts te wachten waren
van doeltreffende vrachtvermindering, vooral
over kortere afstanden, van genoegzaam in
grijpenden aard, om het reizen daardoor onder
bereik te brengen van de groote menigte,
welke er thans om de kosten van wordt
teruggehouden. Voor eene algemeene her
vorming van dien aard heeft men echter het
geschikte oogenblik ongebruikt laten voorbij
gaan. De scheepvaart heeft de gelegenheid
benut, om zich krachtdadig uit te breiden,
zooals blijkt uit de graphieche voorstelling
harer beweging op de voornaamste rivieren
en kanalen in Nederland, te vinden in de
statistiek, welke daarvan door het departe
ment van Waterstaat, Handel en Nijverheid
wordt uitgegevenen wilde men terugkeeren
tot de commerciéele begrippen van vroeger,
waaraan het goederenvervoer langs spoor
wegen zijne groote uitbreiding te danken
had, zou het daarom eene reeks van jaren
vorderen, om tegenover haar zijne oude
positie weder te kunnen innemen. Dwingt
dus de toestand, waarin het verkeer van
reizigers en goederen zich bevindt, om de
tering naar de nering te zetten, zoo laat zich
ook dit gemakkelijker aanbevelen dan uit
voeren. Het publiek is niet gezind, gerieven
en voordeelen pr(js te geven, waarvan het
eenmaal in bezit werd gesteld, en van het
dienstpersoneel heeft niemand belang, zich
over iokrimping, bezuiniging te bekommeren,
met het oog op artikel 63 der bekende over
eenkomst met .het Rjjk. Alles schijnt dus
aan te toonen, dat de nieuwe epoorweg-
regeling haar einde nadert. Op het oogenblik
is de Maatschappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen „en déveine"; doch de kans kan
keeren, en zeker zou men het tegendeel
reeds hebben beleefd, als het haar niet aan
den moed had ontbroken, de by ministeriëele
beschikking van 8 Januari 1891 verlaagde
maxima eenzydig in te voeren, toen zy zich
nog in het volle bezit bevond van haren ge-
reserveerden millioenen-schat, terwijl de Hol-
landsche IJzeren-Sp.-My. zich van alles had
ontbloot. Nog zyn er middelen genoeg, om
weder de overhand te erlangen. Komt er in
den gang van zaken geen verandering, zoo
mag men de Maatschappy tot Exploitatie van
Sfaateannnrwagan <0 ajtaat enhtao -joh tot
zegge einde 1899 staande te houden met ver
dere optering harer fondsen.
Geraakte de Holl. IJz.-Sp.-My. inhetachtei-
spit, dan zouden deze spoediger zyn uitgeput
by gemis aan reserve-middelen, en bleef de
My. tot Expl. van S.-S. aan het bod. Zyn er
geene genoegzame verdiensten voor twee onder
nemingen om van te leven, dan ligt het voor
de hand, dat eene nieuwe proef worde go-
nomen met beider bedryf te stellen in de band
van ééne Maatschappy. De langst levende is
daarvoor de aangewezen persoon tot einde
1915, wanneer het staat te wachten, dat
's Ryks belang medebrenge, tot Staatsexploi
tatie over te gaan. Zoo zal dan de spoorweg
regeling van 1890 hebben gestrekt om vol
doening te geven aan ben, die het nooit
hebben kunnen zetten, dat de Rynspoorweg
in 1845 met goed gevolg aan eene particuliere
onderneming werd ovorgedragen. De vrees,
dat daarmede de kosten zouden vermeerderen,
behoeft van Staats-exploitatie niet meer af te
schrikken, naar den hoogen voet, waarop
alles tegenwoordig is ingericht. Veeleer zou
de bezuiniging dan in het leven kunnen
treden, waarmede men zich by de regeling
van 1890 had gevleid. Voor het personen
verkeer ware het beheer in ééne hand mis
schien wenschelyker dan verdeeld over meer
schyven, zooals thans. By het goederen
vervoer zou echter licht kunnen gebeuren,
dat het van kwaad tot erger liep. Wie het
voor handel en nyverheid van overwegend
belang acht, dat vervoer daaraan niet bloot
te stellen, make van den tyd, welke nog ge
geven wordt, gebruik, om andere toestanden
voor te bereiden, dan onder de gegeven
omstandigheden in de toekomst liggen.
In het Orgaan van den Nederlandschcn
Slagershond vinden we onder den titel
Vleeschbereiding een artikel, waarin
er op gewezen wordt, hoe weinig rationeel
men te werk gaat by het braden, stoven, enz.
van het vleesch. Vaak wordt een uitmuntende
roastbeef of rib in de keuken verknoeid. En
't resultaat wordt dan geheel ten onrechte aan
den slager geweten.
Zoo moet byv. een fijn stuk vleesch, dat
den vorigen dag werd geslacht, langer braden
dan als het reeds drlo of vier dagen oud ge
slacht is. Eenzelfde stuk van een beste Zeeuw-
sche schot is in veel minder tyd gereed dan
een van 2de a 3de kalfsbeest, van Noord- of
Zuid-Holland afkomstig. Zou de slager 't
wagen hierop de huisvrouw of de keukenmeid
te wyzen, hy zou al by voorbaat veroordeeld
zyn en kans loopen een uitbrander te krygen
met de opmerking: „Denkt gy soms dat ik
niet koken of braden kan?" Het gevolg is
dat de slager niets zegt en dat het publiek be
treffende een rationeels vleescbbeielding on
kundig blyft.
De schryver oppert daarom't denkbeeld om
vanwege den „Ned. Slagershond" in vereeni-
ging met een Kookschool-directie
een prysvraag uit te schreven voor een be
knopte brochure, waarin eenige wenken dien
aangaande worden gegeven.
De klacht hierboven van den schryver kun
nen wy billyken, zegt de Utrechtsche Courant
het aangegeven middel ter verbetering echter
minder. Immers, op de Kookscholen in ons
vaderland wordt wel degeiyk ook de quaestie
der vleeschbereiding behandeld. Onze kook-
schoolleerareBsen doen alreeds haar best, in
deze betere denkbeelden te verspreiden, welke
er toe zullen bydragen dat zich, zy het ook lang
zamerhand, onder de huisvrouwen en dienst
boden een gezondere opinie baanbreekt.
Onder de persbeschouwingen over de nieuwe
kieswet, welke nog de aandacht verdienen,
behoort die van bet weekblad Be Nederlan
der, het orgaan van de hoeren Borgesius-
Kerdyk c. s.
Het blad ziet in de wet een reproductie
van de bekende amendementen, welke het
verleden jaar op verschillende gronden heeft
bestreden. Over het voorgedragen stelsel zegt
het blad daarom weinig. Alleen meent het
het afdoende bewys te kunnen leveren, dat
onder de tegenwoordige Grondwet een belang-
ryk grootere uitbreiding van het kiesrecht
mogeiyk is dan thans wordt voorgesteld.
De Regeering schynt dit reeds eenigermate
zelf te gevoelen, waar zy in haar Memorie de
boven aangehaalde verklaring weer verzwakt
door er by te voegen: „Haar doel is slechts
de grenslijn tusschen kiezers en niet-kiezers,
en bloc genomen, in haar werking aan
de bedoeling der Grondwet te doen beant
woorden."
En bloc genomen! - Ligt daarin niet
reeds min of meer de erkenning, dat er nog
duizenden zullen worden buitengesloten. aan
wie niet op goede gronden, niet op grond
van gemis aan welstand en geschiktheid, de
kiesbevoegdheid onthouden kan worden Maar
dat kan h. i. niet anders, omdat ja omdat
in haar stelsel de grenslyn slochts en bloc
kan worden genomen.
Het blad wyst verder op de voorgestelde
leeftydsgrens, als op een bewys, dat de Regee
ring niet zoover gaat als zy zou kunnen.
„Al ware dus np de grondslagen, door de
Regeering aangenomen, een definitieve rege
ling te verkrygen, zooals hot voorstel daar
ligt kan het ook op grond van voor verschil
lende gemeenten veel te hooge cyfers van
huurwaarde en loon, op dien naam zeker geen
aanspraak maken. "Wel is de mogelykheid niet
uitgesloten, dat door amendeering dat doel,
hetwelk ook aan de Regeering blykens haar
eigen verklaring voor oogen heeft gezweefd,
naderby wordt gokomen, maar naar alle waar-
schynlykheid zal toch by aanneming van deze
voordracht dat, wat door het voorstel-Tak
ineens zou zyn verkregen, slechts in twee
étappes bereikt worden."
Het blad acht vooral het handhaven van
den band tusschen kiesrecht en belasting be
denkelyk, maar erkent gaarne dat de voor
dracht met zorg is bewerkt, en dat vooral
de administratieve bepalingen veel goeds be
vatten.
„Het meest verrassend in het ontwerp is
zeker wel de regeling van het gomeenteiyk
kiesrocht, in verband met het plan om by
een in te dienen voorstel de gemeenten boven
16,000 zielen in minstens drie deelen te
splitsen.
Wat het laatste punt betreft, wenschen
wy ons oordeel nog te reserveeren. Voor-
loopig zou het ons voorkomen, dat daardoor
botsingen tusschen de verschillende districten
eener gemeente niet kunnen uitbiyven en
dat de gemeentekas daarby het kind van de
rekening zal worden. Of is het gevaar denk
beeldig, dat de afgevaardigden uit de ver
schillende afdeelingen by voorkeur voor hun
eigen district zullen opkomen en met argus-
oogen zullen nagaan of niet in andere af
deelingen meer werken wordon uitgevoerd
en tot stand gebracht dan in het deel, dat
zy meer speciaal zullen vertegenwoordigen?"
Het blad bespreekt daarna de regeling van
het kiesrecht voor de Gemeenteraden en zegt
„Aangenomen nu, dat terecht voor ge-
meenteiyke kiezers een bykomende eisch
wordt gesteld, dan komt het ons toch voor,
dat de Regeering met hot formuleeren van
dien eisch niet gelukkig la geweest. Was
reeds sinds '48 het ryksbelastingstelsel vast
gekoppeld aan het kiesrecht bet gemeente-
ïyk belastingwezen stond ten minste tot heden
buiten dien fatalen invloed.
Voortaan zal dat anders zyn. Niet alleen
van de vraag of er in eon gemeente al of
niet een plaatseiyko directe belasting wordt
gehevon, maar ook van de vraag op welko
wyza een verordening betreffende een plaat-
seiyke belasting is ingericht, zal het afhangen
of er meer of minder kiezers zullen zyn. Het
is bekend genoeg, dat de verschillende ver
ordeningen, ook wat het vrygestelde minimum
betreft, zeer uiteenloopen. Met het oog op
het verschil van plaatselyke omstandigheden
is dat verklaarbaar, maar als men nu by
de belastingregeling de vraag laat wegen of
het al of niet gewenscht wordt geacht het
aantal kiezers uit te breiden of te verminde
ren, dan zyn het niet meer uitsluitend fiscale
en economische overwegingen, die by het
ontwerpen van verordeningen omtrent plaat
selyke belastingen den doorslag geven,
dan beheerscht de politiek veel meer dan
thans de gemeente-financien, dan zal men
belasting-verordeningen krygen, die gemaakt
zyn met het oog op kiesrecht belangen. En
is het op zichzelf niet hoogst bedenkelyk,
dat de sterkte van het kiezerscorps in een
gemeente voor een groot deel zal afhangen
van de beslissingen van den gemeenteraad?
Zal op die wyze in de gemeenteraden de
party-hartstocht niet op ergerlyke wyze
worden aangewakkerd?"
Weet men geen betere regeling te bedenken,
dan vraagt het blad, of het niet verkieslyk
zou zyn het gemeentelyk kiesrecht voorloopig
nog maar te laten rusten.
KOLONIËN.
BATAVIA, 12—14 Juni.
Aan het verslag omtrent de voornaamste
gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en
Onderhoorigheden, loopende van den 22sten
Mei tot en met den 4den dezer, wordt in de
„Java-Crt." het volgende ontleend:
Groot Atjeh. Meermalen werden onze tijde
lijke posten te Senelop, Kroeng-Gloempang,
fiiioel en Anakgaloeng* alsmede het wachthuis
by de brug aldaar, door de kwaadwilligen be
schoten, zonder dat ons echter eenig nadeel
werd berokkend. Ook op eene patrouille van
Biloel naar Lambaroe werden eenige schoten
gelost en den 26oten Mei werd onze versterking
te Anakgaloeng met geschutvuur bestookt,
7 granaten werden afgeschoten, waarvan er 3,
zonder nadeel te veroorzaken, in en bij de
versterking sprongen.
In den nacht van den 23sten Mei trachtten
eeDige kwaadgezinden door middel van klapper-
vezals, die zij op de brug te Anakgalomg
hadden verzameld en aangestoken, die brug
in brand te steken. De aangerichte schade
was echter gering.
Door onvoorzichtigheid van een opium
schuiver ontstond er in den nacht van den
lsten op den 2den dezer brand in de Chi-
neesche wijk te Sabang (Poeloe Weh), waar
door een twintigtal huizen in de asch werd
gelegd. De schade wordt op f20,000 geschat.
Onderhoorigheden. Oostkust. Op politiek ge
bied viel niets meldenswaardigs voor.
Noorikust. Den 24sten Mei werden 3 ka
nonschoten op onze versterking te Segli
gelost, waarvan er 2 doel troffen. Een zieken
oppasser werd door een dier projectielen
gedood.
Berichten werden ontvangen van meerdere
werkzaamheid der kwaadwilligen in de van
ouds door fanatisme beruchte bovenstreken
van Gedong en Kerti. Bet doortrekken dier
benden naar onze vestiging te Telok Semawó
werd echter door de inlandsche bestuurders
dier landschappen belet, waarna de kwaad
willigen aftrokken.
Westkust. Door de zwakke houding van
T. Tjibiq te Melaboeh zouden volgens mede-
deelingen eenige kwaadwilligen zich genesteld
hebben op db 3000 M. van de versterking in
een drietal kleine bentings en wer«l een van
de passer Melaboeh afkomend Atjeher dood
geschoten.
De civiele en militaire gouverneur vertrok
28 Mei naar Melaboeh en koerde den 31sten
d. a. v. terug.
De weersgesteldheid was warm en droog,
gepaard met krachtige westelijke winden.
De gezondheidstoestand ter Westkust was
ongunstiger dan gedurende den vorigen ver-
slagt\jd; er viel aldadr veel regen.
In Groot Atjeh en op de zeeposten aan de
Noord- en Oostkust was de weersgesteldheid
warm en droog, terwijl de gezondheidstoestand
gunstiger was. Het gemiddelde ziektecijfer
per dag bedroeg 19, tegen 26 en dat van de
berri berri 4, tegen 8 gedurende den vorigen
verslagtyd. Het sterftecijfer bleef constant.
A. S. schrijft in de „Soerab. Ct." van
8 Juni:
„Op Bali en Lombok schijnt een nieuw
gevaar te dreigen, waarvoor de Regeering,
blijkens verschillende voorbereidingsmaatrege
len, niet blind blijkt te zijn.
„De houding der Sasaks toch is zooals mi)
ook uit particuliere brieven van op Lombok ver
toevende en bevoegdo beoordeelaars blijkt
vooral in den laatsten tijd allesbehalve vriend
schappelijk; hun aanmatiging stijgt met den
dag, en reeds meermalen is het voorgekomen
dat op onverholen wijze uiting werd gegeven
aan den ingeboren haat t rgen den Kaffir, hetzij
h i blank of bruin van kleur is.
„Het is niet alleen niet onwaarschijnlijk,
maar het ligt zelfs voor de hand, dat aan deze
v^andige stemming de invloed van onzen
„trouwen vriend" van Karang-Asem niet ge
heel vreemd kan zijn.
„Daarin echter aanleiding te zoeken tot
eene expeditie, zou ik al heel verkeerd vinden.
Niet Karang-Asem toch zou die expeditie
kunnen gelden, maar alleen den persoon van
Goesti Djilantik, en om dien in handen te
krijgen, behoeft waarlijk geen meerder bloed
geofferd te worden dan op Lombok reeds
stroomde.
„Men volge in deze de vanouds bekende
rijksdaalder politiek en love een flink aantal
ringgits uit om „vriend" Djilantik aan ons
over te leveren."
Op last van de justitie wordt, naar het
„Soer. Hand." verneemt, streng onderzoek
gedaan in zake een vergiftiging, die onlangs
ergens in het Bondowossche op een der lande
lijke ondernemingen plaats gehad zou hebben.
Er is een kistje met stopflesschen, inhou
dende de ingewanden van den overledene,
ontvangen; het een en ander is doorgezonden
naar het hospitaal Simpang, waar uitgemaakt
zal worden of er werkelijk een vergiftiging
heeft plaats gehad.
en M. A. Remy, Soerabaia. Lawang. A. Mollinger
en Gorardina De Rijk, Soerabaia. W. H. Schultz
en Ch. G'arels, .Soerabaia.
Ondertrouwd: A. W. Viersma en Jacqueline
Priester, Seloredjo, Soerabaia. Chas. Gill Jr. en
I r ucine Hennëtte Moll, Batavia.
Gehuwd: J. M. Raaijmakers on Emilio C.
Rbemney. Oleh-loh. J. D. L. Harders en H. G.
-Kok, Tjilatjap.
Bevallen: A. Nijland gob. Stegeman Z.,
Timor-Koepang. M. C. Sellinger geb. Scheuer
Z., Ngelom. C. C- Thürig geb. Smits D., Wel
tevreden. C. Rosemeier geb. Brenkman Z.,
Soerabaia. C. H. Pleijsier geb. Kroeaen Z.,
Soerabaia.
Overleden: Mevr. de wed. A. W. Deeleraan
geb. Tromp, Batavia. Johanna W. B. Wardenaar
4 j., Soerabaia.
HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd: C.
Entboven en D. Wijnhout.
Getrouwd: H. Noorman en H. Yan den
Berg. W. Kuiper en A. Tensen.
Bevallen: K. Van Hofwegen geb. Verwoerd
Z. A. Nijs geb. Lamers D. G. Guldemeeater
geb. Jansen Z. G. C. Bakker geb Groot Z.
G. Van Dam geb. Van Scbarrenburg D. J Vries
man geb. Wlhlerom Z. M. Mans geb. Elenbaas
Z. M. A. Niouwenhuizen geb. Van der Maas D.
F. Van Wielingen geb. Gedaan D.
Overleden: A. Van den Berg 10 m. J.
Polhaar 5 m. H. Prins 10 m. P. J. Kunis
3 m. J. Van Leeuwen lm. J. Doets 5 m.
P. Van der Stelt 1 j.
Familie-Berichten uit verschillende bladen.
GEHUWD: Mr. P. Droogleever Fortuijn en H.
Bruinier, Den Haag, D. B. Logemann en M. J.
Moese, Luik. C. M. Frylinck en A. C. Lagerweij,
Rotterdam. E. M. Van Hille en M. M. VerdoDck,
Hilvorsum.
BEVALLENA. M. J. Fabius geb. Van Walchron
Z., Utrecht. F. M. H. Wildeboer geb. Schaaij
Z., Rotterdam. G. Schepp geb. Westerhuijs Z.,
id. H. M. E. Krauwel geb. Coster Z.,'s-Graven-
polder. W. W. In 't Veld geb. Heij Z., Brielle.
Mevr. Van Wieringen Borski geb. Van Delden Z.,
Tilburg. G. Geerlings geb. De Vetter Z.,Keppel.
C. M. A. Van Spreckena geb. Henny Z., Beekbergen.
OVERLEDEN: Wed. A. M. Scbraders geb. De
Koning, 72 j., Haarlem. H. D. Simon, M., 60 j.,
Den liaag. Wed. J. C. Koderitsch geb. Mein-
hardt, 79 j., Voorburg. W. Vester, M., 71 j.,
Haarlem. Wed. C. De Haan geb. Sjoers, 81 j.,
Rotterdam. Wed. G. Van der Laar geb. Van
den Hoek, 92 i., Gouda. C. M. Pennock geb.
Van Kuijk, Dordrecht. P. Clerks, M., 64 j., Rot
terdam. H. A. Hubers van Assenraad. M., 27 j.,
a./b. ss. „Amalia." A. Pitto geb. Van Roosmalen,
48 j., Utrecht. G. J. Swerner, M., 63 j., Ruyabrook
(België). G. A. Van Haeften, M., 24 j., Den
Haag. H. J. Thueró, M., 54 j., Utrecht.
Programma Tan Muziekuitvoeringen.
MUSIS SACRUM. Donderdag 18 Juli, te halfaoht,
door het 8tafmuziekcorps van bet 4do Regiment
InfaDterio. Directeur: du heer W. Yan Erp. Eerste
afdeeling: No. 1. Defileer-Marsch (IntoUitv.),
Bioknóse; 2. Featouvortare, Leutner3. Serenade
(arr. W. Van Erp), VVidor; 4. „Nen Wiet/', Walzer,
Strauss; 5. Fantaieie a. d. Oper „Der Fliegende
Hollander", Wagner. Tweede afdooling: No. 6.
Ouverture: „Tannhauaer", Wagner; 7. Lea Erinnyea,
Maaaenet; 8. a. „Berg-op Zoom" nit de oud-Neder-
landaohe liederen, Valerias; b. Marcho hongroiae;
9. „Sylvia", Ballet, Bnite d'Orchoatre, Délibee.
Gr e in engd Nieuws.
Familieberichten uit de Indische bladen.
Verloofd: Lucie E. P. Oodorp Kortebraodt
en P. Koopman, Soerabaia. J. J. C. Le Comte
en David Marten, Soerabaia. Bien De Langen
K. F. E. Gerth van Wyk, Kotta-Kadja. Louise
Ramoer en J. F. K. De £ose, Tega). F. X. Kool
Te Berchem (N.-B.) liep het zoontje
van v. d. Brok op de spooriyn, toen een
goederentrein aankwam. Van schrik be
vangen, viel het kind tusschen de rails; de
trein ging over hem heen, maar het bleef
ongedeerd. De moeder, die het gevaar gezien
had en het kind wilde grypen, struikelde,
zoodat zy voor de rails bleef liggen en mede
behouden bleef.
Onder Weert heeft men L. d. B.,
uit Nederweert, zoo mishandeld, dat hy be
wusteloos bleef liggen. De daders hebben hem
daarna op de rails gelegd van den Grand
Central Beige. Gelukkig werd hy door een
voorbyganger uit deze gevaarlyke positie
verlost.
Een dergelyk ongeluk als den
vorigen president dor Zwitsersche republiek
byna het leven heeft gekost, is Zondag den
heer Jooris, Belgisch gezant in Zwitserland,
overkomen. By een rytoar, welken de gezant
met den Belgischen consul te Neuchütel en
diens echtgenoots maakte, sloegen de paarden
op hol, het rytuig werd omvergeworpen en
het gezelschap kwam zeer onzacht op den
grond terecht. De consul werd over een afstand
van dertig meter voortgesleurdde gezant
werd zwaar gekwetst en moest zich aan een
pynlyke operatie onderwerpen, maar zyn leven
verkeert niet in gevaar.
Een ernstige aanvaring beeft
Vrydag in de baai van Kiel plaats gehad tus
schen twee Duitsche oorlogsschepen.
Na afloop der schietoefeningen naderde d«
„Baden" de „Kurfürst Friedrich Wilhelm", daal
de schout-by-nacht Koesier aan boord van
laatstgenoemd pantserschip zou overgaan. De
zee stond hol en de beide schepen luisterden
niet goed naar het roer. Plotseling zwaaide
de „Baden" om en ramde de „Kurfürst Fried
rich Wilhelm" in de zyde. De waterdichte
beschotten werden onmiddeliyk gesloten, zoo
dat het schip bleef dry ven en veilig naar Kiel
kon stoomen, waar het in het droogdok werd
opgenomen. Het zal gerulmen tyd duren eer
de avery hersteld la.