N°. 10341.
Zaterdajr SO Juni,
AM895.
(Deze Dourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 28 Juni.
Feuilleton.
IDA DE ftlüAIRE.
IDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
"Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEËN
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Officieel© Kennisffevingen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien het adres ran den Directeur der Leideehe
Katoenvleohterg en Netten fabriek, voor
heen JAEGER A Oo., houdende vorzoek om ver
gunning tot het plaatsen en in werking brengen
van een tweeden stoomketel in genoemde fabriek,
gelegen aan den Yestwal bij de voormalige Marepoort.
Gelet op do artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1876
(Biaateblad No. 95);
Geven bij deze kennis aan het publiek dat genoemd
Vei zoek met de bijlagen op do Srcretane dezer ge
meente ter visie gelegd is; nlsmedodat o Donderdag
11 Juli a. s., 's voormiddags te elf nren, op het Raad
huis gelegonheid zal worden gegeven om bezwaren
tegen dat verzoek in to brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAR, Burgemeester.
37 Juni 1895. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Geaien het adres van P. LEUNE, houdende ver
zoek om vergunning tot het houden en mesten van
varkens, op eeu open plaats achter het peroeel
Lphgegracht No. 163;
•iolet op art. 152 der Algemeen© Politieverordening
Va i 6 November 1879;
Jrongen ter kouuis van bolanghebbendon dat op
Maandag, den 1> te Juli a. s., des voormiddags
te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden
gegevGn tot hot inbrengen van bezwaren tegon dat
verzoek.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leidon, F. WAS, Burgemeester.
27 Juni 1895. E. KIST, Seoretaris.
Er schijnen plannen gemaakt te worden
tot verbouwing van bet postkantoor en tele
graafkantoor alhier. Ofschoon het nog volstrekt
niet zeker is hoe deze zal geschieden, gaat
men uit van de gedachte, om het wachtlokaal
van het postkantoor en de verschillende dienst-
zalen to vergrooten, waardoor tevens het
telegraafkantoor naar de achterzijde op de
Bloem markt zal verplaatst worden en de
postpakkettendienst naar de Breestraat worden
gebracht, zoodat de gevel van het thans be
staande telegraafkantoor één geheel zou
vormen met het postkantoor, waarvan de
vestibule zou vervallen.
Aangezien deze verbouwing ten goede moet
komen zoowel aan den dienst als aan het
publiek, hopen we dat de plannen weldra een
vasten vorm zullen aannemen.
By koninklijk besluit zfcjn: lo. de com
missiën, die met ingang van 1 Augustus 1895,
gedurende één jaar, te Leiden, Groningen en
Amsterdam belast zullen zijn met het afne
men van de practische examens van arts,
samengesteld en zijn mitsdien benoemd: a.
van de commissie, welke zitting zal houden
te Leiden: tot lid en voorzitter, dr. Th. H.
Mac Gillavry, te Leidontot lid en secretaris,
dr. W. Nolen, te Leiden; tot ledeD, dr. D.
Doyer, dr. S. S. Rosenstein, dr. J. E. Van
Iterson J.Azn., dr. H. Treub, dr. H. P. Wijs
man, allen te Leiden; tot plaatsvervangend
lid: dr. J. D. Doorman, te Leiden;
b. van de commissie, welke zitting zal
houden te Groningen: tot lid en voorzitter,
dr. D. Huizinga, tot lid en secretaris, dr. A. P.
Fokker, tot leden, dr. W. M. H. Sanger, dr.
H. A. Kooyker, dr. P. C. Plugge, dr. C. F. A.
Kocb, dr. M. E. Mulder, allen te Groningen;
c. van de commissie, welke zitting zal
houden te Amsterdam: tot lid en voorzitter,
dr. P. K. Pel, tot lid en secretaris, dr. J. Rot
gans, tot leden d B. J. Stokvis, dr. J. A.
Korte weg, dr. G. H. Van der Mey Jr., dr.
M. Straub en W. Stoeder en dr. P. J. Bar-
nouw, allen te Amsterdamtot plaatsver
vangende leden: dr. H. Hertz, dr. J. W. R.
Tilanus, dr. N. Van Rynbork en dr. M. A.
Mendes de Leon en Jac. Polak, allen te Am
sterdam;
en is 2o. de commissie, die met ingang
van 1 Aug. 1895, gedurende één jaar, te
CJtrecht belast zal zijn met het afnemen van
de practische examens van arts, welke com
missie tevens belast zal zijn met het afnemen
van het practisch examen van tandmeester,
samengesteld als volgt en zon mitsdien be
noemd: tot lid en voorzitter, dr. H. Snellen;
tot lid en secretaris, dr. G. P. Wesselink;
tot leden, dr. T. Halbertsma, dr. S. Talma,
dr. A. Freiherr Von Eiselsberg, dr. P. Q.
Brondgeest, dr. J. E. Van der Meulen, dr.
Th. Dentz, allen te Utrecht; dr. C. L. G.
Becht, te 's-Gravenhage; A. J. Bor, te
Utrecht; tot plaatsvervangende leden, dr. C.
Winkler, te Utrecht; D. J. Blok, te Rotterdam;
A. A. H. Hamer, te Amsterdamdr. C. Van
der Hoeven, te 's-Gravenhage; P. Timmer
mans, te Utrecht.
Mtt 1 Juli wordt de 2de stuurman G.
Rodenburg gedetacheerd bij de Kweek school
voor Zeevaart alhier, tot het geven van onder
wijs aan de jongens dezer inrichting en ter ver
vanging van den 2den schrijver J. Hogenkamp.
Bij de 2de en 4de batterij en de 2de
treincompagnie van het 2de reg. veld.-art. te
's-Gravenhage zijn gisteren de miliciens der
lichting 1892 voor herhalingsoefeningen ge
durende 5 weken onder do wapenen gekomen,
alsmede bij de 5de batterij van genoemd corps
to Leiden.
Bij het onderzoek van het wetsontwerp
tot grensregeling tusschen Boskoop en Wad
dingsveen werd in de afdeelingen der Tweede
Kamer gevraagd naar de voornemens der
Regeering ten aanzien van de grensregeling
voor Leiden.
Anderen wezen er op dat de Regeering reeds
heeft toegezegd spoedig een gewijzigde grens
regeling te zullen voordragen en met het oog
op de dringende behoefte voor Leiden werd
op spoedige indiening aangedrongen.
Bij koninklijk besluit van 25 April 11.,
opgenomen in de Staatscourant van 28 Juni,
is de medaille, wegens verdiensten ten opzichte
van 's Rijks verzamelingen van wetenschap
en kunst, in zilver, toegekend aan den heer
H. W. Groll, te Haarlem, ter zake van een,
aan het Herbarium bij de Rijksuniversiteit te
Leiden ten geschenke aangeboden fraaie ver
zameling van 86 aquarellen van Indische
planten.
Door de coöperatieve bouwvereeniging
„Coomhert", te Haarlem, is aanbesteed de
bouw van 15 woonhuizen aan de Coornhert-
straat. Ingoleverd werden 9 inschrijvingen.
Hoogste was de heer De Jong, teZandvoort,
voor f 69,990, laagste de heer Verkoren, te
Leiden, voor ƒ64,337.
De uitslag van de gehouden aanbesteding
der gemeentewerken van Zoeterwoude is
als volgt:
Perceel 1Heerenstraat rioleering en straat
werk M. Witsenburg voor 2223 (begrooting
2228).
Perceel 2: Paardenpad-bestrating niet ge
gund (begrooting 664).
Perceel 3Dorpsstraat M. Witsenburg 228
(begroeting ƒ239).
Perceel 4Reparatie bruggen A. Paarden-
kooper 418 (begrooting 548).
Perceel 5: Verfwerk bruggen G. Van Pelt
169 (begrooting 162).
Perceel 6Huisnummering H. Moraal f 22.95
(begrooting 30).
Perceel 7Huisnummering H. Moraal 21.73
(begrooting 28).
Perceel 8: Verfwerk school, enz. G. Van
Pelt 55 (begrooting 65).
Perceel 9: Wachtlokaal aan het Raadhuis
A. Paardenkooper 326 (begrooting 367).
In tegenwoordigheid van het bestuur
der Vereeniging voor Gereformeerd Onderwijs
en vele belangstellenden is de eerste steen
gelegd van de op te richten Christelijke school
te Katwijk aan Zee. Daartoe was ds. H. Alting
uitgenoodigd, zoon van wijlen ds. J. Alting,
die de Vereeniging stichtte en er tot kort vóór
zijn verscheiden al zijne krachten en gaven
aan wijdde. Behalve ds. D. Tibben, voorzitter
van het bestuur, en ds. H. Alting, van Voor
schoten, sprak ds. J. Thijs van Sassenheim
een toepasselijk woord.
In omliggende gemeenten is aangekon
digd dat eene Rykspremie keuring van merriën
met veulen o. a. zal plaats hebben te Gouda
op 12 Juli, te L3iden op 13 Juli en te Rot
terdam op 17 Juli a. s. Voor eene op 18 Juli
te Rotterdam te houden premie-keuring van
hengsten en tweejarige merriën worden be
schikbaar gesteld verschillende prijzen, premiën
en aanhoudings-bydragen. Voor eene land
bouwende bevolking als in onze omgeving
kan hierop niet genoeg worden gewezen.
Voor de ontvangst der bundergelden in
het 8ste district van Rijnland zal door den
rentmeester of diens gemachtigde worden
zitting gehouden op 8 Juli en 14 October
dezes jaars, te Woubrugge, in het logement
van J. Guldemond, van 's namiddags 2 4
uren, en te Roelofarendsveen bij B. J. Marin-
kelle, 's voormiddags van 1012 uren. De
omslag betreft het dienstjaar 1895 en bedraagt
ƒ1.10 per hectare. Eigendommen van minder
dan 25 aren zijn vrijgesteld.
Bij de Ned. Herv. gemeente te Woubrugge
is beroepen ds. De Groot, pred. te Houten.
Tot brievengaarder te Lisse is benoemd
de heer R. De Sitter, thans in gelijke betrek
king te Hees, by Nijmegen.
Het voornemen bestaat bij de plechtige
uitreiking van de ridderorden, eervolle ver
meldingen en eere-sabols voor de Lombok
expeditie op 6 Juni a. s. in het Malieveld, te
's Gravenhage, ook het eereteeken voor be
langrijke krijgsverrichtingen voor andere expe
dities uit te reiken aan hen, die daarvoor in
aanmerking komen.
De vergadering van de „Vereeniging
voor Hooger onderwys op gereformeerden
grondslag" werd gisteren te Scheveningen in
„Seinpost" gehouden. Zij werd geleid door
prof. Kuyper en bijgewoond door een groote
schare leden, begunstigers en genoodigden.
Nadat de voorzitter de vergadering met een
toespraak had geopend, werd het jaarverslag
der Vereeniging aan de orde gesteld. Naar
aanleiding van een daarin voorkomende ver
klaring van de hoogleeraren, dat zy hun
onderwas zullen toetsen aan gereformeerde
beginselen gelijk art. 2 der statuten voor
schrift, werd door ds. Lonkhorst, van Haar
lem, gewezen op de geruchten, die er loopen,
en op de vrees, bij sommigen, dat het onder
was van prof. Lohman Sr. niet zou zyn over
eenkomstig art. 2 der statuten. Op dien grond
werd door hem en 35 andere leden verzocht
een commissie van enquête te benoemen, die
belast zou zijn met een onderzoek van het
onderwijs van dien hoogleeraar in verband
met art. 2 der statuten. Dit verzoek was op
een vyftal overwegingen gegrond, voorname
lijk ontleend aan betgeen door den heer De
Savornin Lohman, hoofdredacteur van „De
Nederlander", werd geschreven.
Hoewel dr. Schott er tegen opkwam dat
het verzoek om een commissie van enquête
eigenlyk een aanklacht was, verklaarde de
heer De Savornin Lohman juist op dien grond
een dergelijke commissie te begeeren.
Alzoo werd besloten en werd een commis
sie van 9 leden benoemd.
De afdeeling voor de geschillen van be
stuur vau den Raad van State zal eene open
bare vergadering houden op Woensdag 3 Juli
a. s., des voormiddags te elf uren.
Door de heeren mr. H. J. A. Mulder,
H. A. Van de Roovaart, mr. W. Dolk, P. J.
Van Voorst Vader, A. T. L. Rouwenhorst
Mulder en J. Van Heurn wordt concessie aan
gevraagd voor den aanleg van de ontworpen
haven te Scheveningen.
Blijkens van Hr. Ms. gezant te Stockholm
ontvangen bericht, heeft op 26 dezer aldaar
de onderteekening plaats gehad van eene
nieuwe overeenkomst tusschen Nederland en
Zweden, tot wederzijdsche uitlevering van
misdadigers.
Bij koninklijk besluit zijn, met ingang
van 1 Juli a. s., benoemd bij de Kon. Ned.
Marine-reserve: tot buitengewoon luit. ter zoe
lste kl., de heer H. Sluiter; tot adelborst
lsto kl., de heeren D. J. Visser en K. H. K.
Wytsma, en tot buitengowoon adelborst, de
heer H. L. Van den Briel.
Bij hetzelfde besluit is aan den buitenge
wonen luit. ter zee lste kl. voornoemd de
vergunning verleend om op het Nederlandsche
koopvaardijschip onder zijn bevel de reserve-
vlag als natievlag te voeren.
Naar wij vernemen, heeft de heer M. A.
J. Losgert, directeur der Staatsloterij, eervol
ontslag en pensioen aangevraagd. D
Mr. J. A. N. Travaglino, lid der Tweede
Kamer, is door den Faus benoemd tot ridder
in de orde van den H Gregorius den Grooten.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft
besloten, aan de Imperial kennis te geven
van het voornemen der gemeente, de con
cessie voor de gaslevering met 1 Augustus
1897 in te trekken.
Dr. A. Kuyper heeft de op hem uitge
brachte benoeming tot lid van het bestuur
van den Nederlandschen Journalistenkring
aangenomen.
Het „Vad." verneemt dat de Koningin-
Regentes een belangrijke bijdrage heeft ge
schonken voor het huldeblijk aan Richard Hol.
Door wijlen den heer C. M. Hueguenin,
te Hilversum, is aan de diaconie der Ned.-
Horv. gemeente te Franeker gelegateerd de
som van ƒ20,000, om uit de rente daarvan
op bepaalde tijdstippen uitdeeling te houden
onder de gealiraenteerden der diaconie.
B. en Ws. van Amsterdam hebben aan
den gemeenteraad overgelegd eene missive van
curatoren der gemeentelijke universiteit, waar
bij ter vervulling van de vacature, ontstaan
door het eervol ontslag, verleend aan mr. J.
P. Moltzer, voor de betrekking van gewoon
hoogleeraar in het burgerlijk recht en de
burgerlijke rechtsvordering aan de Universiteit
wordt aanbevolen mr. J. F. Houwing, lid der
arrondissements rechtbank aldaar. B. en Ws.
stellen voor tot de benoeming over te gaan
en daarop de koninklijke goedkeuring te ver
zoeken.
De minister van binnenl. zaken heeft:
lo. vcor het tijdvak van 1 Juli 1895 tot en
met 30 Juni 1896 benoemd tot assistent aan
het Rykslandbouw-proefstation te Wageningf-n
dr. E. Wrampelmeijer aldaar; 2o. voor het
tijdvak van 1 Juli 1895 tot en mot 31 Dec.
1895 benoemd tot assistent voor de medische
k iniek aan de Rijks-universiteit te Utrecht
dr. A. W. Boekelman en J. Pb. Staal als
assistent voor de med. polikliniek; 3o. raet
ingang van 1 Juli a. s., op zijn vorzoek, eervol
ontslag verleend aan A. J. Hoorweg, al3
assistent voor de medische kliniek aan do Rijks
universiteit te Utrecht, en aan dr. A. W. Boe
kelman, als assistent voor de medische poli
kliniek aan genoemde universiteit.
Uit Rotterdam wordt geschreven
Het voorstel tot reorganisatie der politie
is voor vele politio-beambten eene teleurstelling.
Herhaaldelijk is zoowel door de agenten als
door de inspecteurs en onder inspecteurs aan
zoek gedaan om verhooging van traktement,
maar steeds werden die aanzoeken van de
hand gewezen. Nu er ten gevolge van de uit
breiding der gemeente eene geheel nieuwe
organisatie moest komen, had men gehoopt
dat deze gepaard zou gaan met eene regeling
van de traktementen, maar deze hoop ziat
men den bodem ingeslagen.
Voor do agenten wordt lotsverbetering ge
zocht in eene betere dienstregeling en voorts
in het instellen van een hoogeren rang, dien
van hoofd-agent. De nieuwo dienstregeling
zal werkelijk eene verbetering zijn; thans
hebben de agenten een veel te zwaren dienst,
maar volgens het door den burgemeester voor
gestelde plan zullen zij in den regel 10 uren
per dag dienst hebben, met eene behoorlijke
afwisseling, en ook ligt het in de bedoeling
van den hoofdcommissaris om hun op Zondag
meer vrijen tyd to geven. Finantiöel blijven
zij echter in dezelfde ongunstige positie, of
schoon erkend wordt, dat zy in dit opzicht er
slechter aan toe zjjn dan een knap werkman,
52)
La Cascade de la Sallenche maakte veel
indruk op allen. Als men dien broeden water
stroom op veertig meter hoogte met klaterend
geweld van den berg ziet afstorten, dan kan
het niet anders, of men moet vol bewondering
dat groot8che natuurtooneel aanschouwen.
Het schoonste en wonderbaarlijkste van alles
was echter het bezoek aan de Gorge de Trient.
Een breede kloof tusschen hemelhooge
rotsen, die slechts zeer weinig daglicht binnen
laat; de Trient, die met dondérend geweld
in volle vaart aan den voet van die rotsen
voortsnelt; de smalle houten galerijen, welke
met levensgevaar aan die rotsen zijn vast
geklonken en het den bezoeker mogelijk maken
dit natuurwonder te beschouwen; de voor
overhangende rotsblokken, die allerlei grillige
vormen aangenomen hebben, en eindelijk de
geheimzinnige schemering, die er heerscht:
dit alles geeft den opmerkzamen bezoeker
den indruk, alsof de voorstelling van de onder
wereld der mythologie haar ontstaan aan
zulke gorges of bergkloven te danken heeft.
Toen men aan het nabijzijnde hotel ge
komen was, ontmoette Christine Smals een
vriendin uit Den Haag, die met hare familie
te Saint-Maurice logeerde. Toen zij Ida en
de twee heeren aan Jeanne Krips voorstelde,
herinnerde deze zich, dat zij Ida reeds eens
ontmoet had. Zü wist echter niet meer waar
dat geweest was, doch na er een weinig
over nagedacht te hebben, verhaalde z(j, dat
zy, eens by Constance Van Lee logeerende,
Ida gesproken had. Nu herkende Ida haar
ook, en daar het tyd werd om woor naar
Bex terug te keeren, moest men spoedig af
scheid nemen, echter niet dan nadat Jeanne
beloofd had, met hare mama Montreux te
zullen bezoeken en dan een ganschen dag te
blijven. In de vioolijkste stemming begaf men
zich huiswaarts. Allen hadden dien dag zoo
veel genoten, dat zelfs de Rus, die anders
weinig spraakzaam was, zich nu van een
geheel andere zijde liet kennen. Een paar
dagen later kwam er een briefje van Jeanne
Smals, dat zij den volgenden dag te Montreux
hoopte te komen, en Willem De Brie, die
gaarne eens met Ida alleen wilde zyn, maar
steeds tevergeefs daarop gehoopt had, omdat
Christine altyd medeging, meende nu eindelijk
zijn doel te bereiken.
Toen de familie Smals naar den trein was
gegaan om Jeanne af te halen, kwam by
Ida vragen, met hom mede te gaan naar de
Gorge de Chaudron, die lieflijke, schaduw
rijke plek, waar zy reeds zoovele uren hadden
doorgebracht. Zy nam met vreugde zyn uit-
noodiging aan en beiden daalden af tot aan
een verrukkeiyk plekje, waar de bergstroom
aan hunne voeten bruiste.
„Willem," zeide Ida, „ik heb er dikwyis
over nagedacht hoe het toch komt, dat ge
zoo lang te Montreux biyft. My dunkt, als
ge op reis gegaan zyt om Zwitserland te
leeren kennen, dan moeat ge toch eindeiyk
eens verder trekken, want je mama zal on
gaarne zien, dat je zoo lang wegblyft."
„Denk je dat? Maar als ik je nu eens zeide,
dat ik zeer voldaan ben over myn kleinen
Mentor, en dus nog geen plan heb van dat
geleide afstand te doen?" zeide Willem vrooiyk.
„Maar, gy, als zeeman, moet de waarheid
van de woorden„Ons leven is een staag
verreizen en vertrekken," dikwyls in toepas
sing brengen, en zoo is het ook hier."
Willem had zich voorgenomen het töte a-
tête met Ida zich ten nutte te maken om
eens ernstig met haar te praten. Hij wilde
weten wat hy voor de toekomst te hopen
had, en de romantische omgeving, waarin zy
zich bevonden, werkte mede om zyn plan ten
uitvoer te brengen.
„Ida," zeide hy ernstig, „gevoelt ge u hier
volkomen gelukkig? Zyt ge al het onaange
name, wat u overkomen is, vergeten? Zeg
my de volle waarheid; ge ziet dat ik alles
weet."
Ida werd bleek by het vernemen dezer
woorden. Daar werd het verband weer van de
pas gesloten wond afgerukt en een smarte-
ïyk gevoel was er het gevolg van.
„Willem," zeide zy weemoedig, „ge zegt
dat ge alles weethet is je dus ook bekend,
dat, door de een of andere oorzaak, waaraan
ik geheel onschuldig ben, myn goede naam
belasterd is geworden. Ach, het gemis van
Eduards liefde viel my zwaar; maar ik ge
voelde in myzelve de kracht om die teleur
stelling, door ernstige studie en door liefde
voor onze medemenschen te beoefenen, te
dragen, maar reeds in den Bybel wordt ge
zegd: „Een goede naam is beter dan goede
olie." Ge ziet dus, dat van oudsher iemands
goede reputatie meer waard was dan geld
of goed."
„Het valt my moeilyk over die zaak te
spreken," zeide Willem op zachten toon, „maar,
Ida, het bezwaar, dat je oppert om gelukkig
te zyn, is, Goddank, opgeheven. Ik heb zelf
naar de aanleidende oorzaak van die laster
praatjes, over je uitgestrooid, een onderzoek
ingesteld, en de heer Mare heeft ray als eer
lijk man te woord gestaan. Ik weet nu ook
dat Hugo Blunt en Constance Yan Lee de
ware schuldigen zyn. Myn lieve moeder heeft
my op het rechte spoor gebracht, en nu, Ida,
boor my aan! Wilt ge uw lot voor het leven
aan het myne verbinden? Neen, antwoord
nog niet als het je moeilyk valt," vervolgde hy
hartstocbteiyk, toen by bemerkte dat Ida
eene ontkennende beweging maakte. „Ik zal
wachten."
„Willem," zeide Ida, „ik weet geen woorden
te vindeD, om je myn hartelyken dank te
betuigen voor je vriendelykheid. Ge hebt u
een verdediger van de verdrukte onschuld
getoond en meer kan ik niet van je verlan
gen. Willem," vervolgde zy, terwyl ze hem
met hare door tranen omfloerste oogen aanzag,
„ik hoop hartelyk dat ge eens een lief meisje
op uw levensweg zult ontmoeten, dat u haar
geheele hart kan schenken."
„Maar, Ida, dat meisje heb ik gevonden,
en ik hoop, met wat geduld te beoefenen, haar
hart ook wel eens te zullen bemachtigen."
„Voed geen hoop, die later zal biyken ydel
te zyn," antwoordde Ida. „Weet ge wel dat
myn toekomstige levensweg klaar en open
voor my ligt? Ik zal myn smart en leed zoo
weinig mogeiyk den menschen toonen, maar
zie eens! het gedichtje, dat ik hier heb, geeft
een beeld van hetgeen ik voor de toekomst
hoop en bid."
Zy toonde hem een Duitsch boekje en weoe
hem op een gravure, welke eene moeder en
dochter voorstelde, die te zamen een steilen
berg beklommen. Het meisje hield een hart
van was in de hand. In het verschiet ver
toonde zich eene bergkapel, uit welker kleine
vensters baar een zwak licht te gemoet straaldo.
Het was avond en de beide bedevaartgang-»
8ters waren biykbaar uitgeput door den ver-
moeienden tocht.
Durch Felaenpfade, etoil und wild,
Znm uimdertbatgeo Gn&dcbild
Mit ibrem Kind die Mutter wallt
An ihron Hand erliegt aie bald
Dio Schattengeitalt.
Di© Tochtcr brinyt ein wacbaorn Horz
Ihr eignoa brach, der herbo Schmerz;
8io hofft nicht melir, aio fürchtet nicht
Vorlöacben ia der Angen Licht
lm fahlen Gceicbt.
Die Mutter bat anf atoiler Wand
In fornen Höhn daa Ziel erk&nnt,
Hilf, Himmelamutter, reich an Goad,
Trag du meiu kind, ao krank und matt
Zur heilgen Btatt.
lat donn der Liebe Pfad eo eteil?
Die Tocbter traf ihr Todeepfeil,
Mein Mutterherz drückt ai© ao sohwor
Und leuebtet gar von Himmel her
Die Liebe nicht mohr.
Wordt vervolgd.)