N°. 10341. Zaterdajr SO Juni, AM895. (Deze Dourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 28 Juni. Feuilleton. IDA DE ftlüAIRE. IDSCH DAG-BLAD. PRIJS DEZER COURANT: "Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTEËN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Officieel© Kennisffevingen. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het adres ran den Directeur der Leideehe Katoenvleohterg en Netten fabriek, voor heen JAEGER A Oo., houdende vorzoek om ver gunning tot het plaatsen en in werking brengen van een tweeden stoomketel in genoemde fabriek, gelegen aan den Yestwal bij de voormalige Marepoort. Gelet op do artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1876 (Biaateblad No. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek dat genoemd Vei zoek met de bijlagen op do Srcretane dezer ge meente ter visie gelegd is; nlsmedodat o Donderdag 11 Juli a. s., 's voormiddags te elf nren, op het Raad huis gelegonheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in to brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAR, Burgemeester. 37 Juni 1895. E. KIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Geaien het adres van P. LEUNE, houdende ver zoek om vergunning tot het houden en mesten van varkens, op eeu open plaats achter het peroeel Lphgegracht No. 163; •iolet op art. 152 der Algemeen© Politieverordening Va i 6 November 1879; Jrongen ter kouuis van bolanghebbendon dat op Maandag, den 1> te Juli a. s., des voormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegevGn tot hot inbrengen van bezwaren tegon dat verzoek. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leidon, F. WAS, Burgemeester. 27 Juni 1895. E. KIST, Seoretaris. Er schijnen plannen gemaakt te worden tot verbouwing van bet postkantoor en tele graafkantoor alhier. Ofschoon het nog volstrekt niet zeker is hoe deze zal geschieden, gaat men uit van de gedachte, om het wachtlokaal van het postkantoor en de verschillende dienst- zalen to vergrooten, waardoor tevens het telegraafkantoor naar de achterzijde op de Bloem markt zal verplaatst worden en de postpakkettendienst naar de Breestraat worden gebracht, zoodat de gevel van het thans be staande telegraafkantoor één geheel zou vormen met het postkantoor, waarvan de vestibule zou vervallen. Aangezien deze verbouwing ten goede moet komen zoowel aan den dienst als aan het publiek, hopen we dat de plannen weldra een vasten vorm zullen aannemen. By koninklijk besluit zfcjn: lo. de com missiën, die met ingang van 1 Augustus 1895, gedurende één jaar, te Leiden, Groningen en Amsterdam belast zullen zijn met het afne men van de practische examens van arts, samengesteld en zijn mitsdien benoemd: a. van de commissie, welke zitting zal houden te Leiden: tot lid en voorzitter, dr. Th. H. Mac Gillavry, te Leidontot lid en secretaris, dr. W. Nolen, te Leiden; tot ledeD, dr. D. Doyer, dr. S. S. Rosenstein, dr. J. E. Van Iterson J.Azn., dr. H. Treub, dr. H. P. Wijs man, allen te Leiden; tot plaatsvervangend lid: dr. J. D. Doorman, te Leiden; b. van de commissie, welke zitting zal houden te Groningen: tot lid en voorzitter, dr. D. Huizinga, tot lid en secretaris, dr. A. P. Fokker, tot leden, dr. W. M. H. Sanger, dr. H. A. Kooyker, dr. P. C. Plugge, dr. C. F. A. Kocb, dr. M. E. Mulder, allen te Groningen; c. van de commissie, welke zitting zal houden te Amsterdam: tot lid en voorzitter, dr. P. K. Pel, tot lid en secretaris, dr. J. Rot gans, tot leden d B. J. Stokvis, dr. J. A. Korte weg, dr. G. H. Van der Mey Jr., dr. M. Straub en W. Stoeder en dr. P. J. Bar- nouw, allen te Amsterdamtot plaatsver vangende leden: dr. H. Hertz, dr. J. W. R. Tilanus, dr. N. Van Rynbork en dr. M. A. Mendes de Leon en Jac. Polak, allen te Am sterdam; en is 2o. de commissie, die met ingang van 1 Aug. 1895, gedurende één jaar, te CJtrecht belast zal zijn met het afnemen van de practische examens van arts, welke com missie tevens belast zal zijn met het afnemen van het practisch examen van tandmeester, samengesteld als volgt en zon mitsdien be noemd: tot lid en voorzitter, dr. H. Snellen; tot lid en secretaris, dr. G. P. Wesselink; tot leden, dr. T. Halbertsma, dr. S. Talma, dr. A. Freiherr Von Eiselsberg, dr. P. Q. Brondgeest, dr. J. E. Van der Meulen, dr. Th. Dentz, allen te Utrecht; dr. C. L. G. Becht, te 's-Gravenhage; A. J. Bor, te Utrecht; tot plaatsvervangende leden, dr. C. Winkler, te Utrecht; D. J. Blok, te Rotterdam; A. A. H. Hamer, te Amsterdamdr. C. Van der Hoeven, te 's-Gravenhage; P. Timmer mans, te Utrecht. Mtt 1 Juli wordt de 2de stuurman G. Rodenburg gedetacheerd bij de Kweek school voor Zeevaart alhier, tot het geven van onder wijs aan de jongens dezer inrichting en ter ver vanging van den 2den schrijver J. Hogenkamp. Bij de 2de en 4de batterij en de 2de treincompagnie van het 2de reg. veld.-art. te 's-Gravenhage zijn gisteren de miliciens der lichting 1892 voor herhalingsoefeningen ge durende 5 weken onder do wapenen gekomen, alsmede bij de 5de batterij van genoemd corps to Leiden. Bij het onderzoek van het wetsontwerp tot grensregeling tusschen Boskoop en Wad dingsveen werd in de afdeelingen der Tweede Kamer gevraagd naar de voornemens der Regeering ten aanzien van de grensregeling voor Leiden. Anderen wezen er op dat de Regeering reeds heeft toegezegd spoedig een gewijzigde grens regeling te zullen voordragen en met het oog op de dringende behoefte voor Leiden werd op spoedige indiening aangedrongen. Bij koninklijk besluit van 25 April 11., opgenomen in de Staatscourant van 28 Juni, is de medaille, wegens verdiensten ten opzichte van 's Rijks verzamelingen van wetenschap en kunst, in zilver, toegekend aan den heer H. W. Groll, te Haarlem, ter zake van een, aan het Herbarium bij de Rijksuniversiteit te Leiden ten geschenke aangeboden fraaie ver zameling van 86 aquarellen van Indische planten. Door de coöperatieve bouwvereeniging „Coomhert", te Haarlem, is aanbesteed de bouw van 15 woonhuizen aan de Coornhert- straat. Ingoleverd werden 9 inschrijvingen. Hoogste was de heer De Jong, teZandvoort, voor f 69,990, laagste de heer Verkoren, te Leiden, voor ƒ64,337. De uitslag van de gehouden aanbesteding der gemeentewerken van Zoeterwoude is als volgt: Perceel 1Heerenstraat rioleering en straat werk M. Witsenburg voor 2223 (begrooting 2228). Perceel 2: Paardenpad-bestrating niet ge gund (begrooting 664). Perceel 3Dorpsstraat M. Witsenburg 228 (begroeting ƒ239). Perceel 4Reparatie bruggen A. Paarden- kooper 418 (begrooting 548). Perceel 5: Verfwerk bruggen G. Van Pelt 169 (begrooting 162). Perceel 6Huisnummering H. Moraal f 22.95 (begrooting 30). Perceel 7Huisnummering H. Moraal 21.73 (begrooting 28). Perceel 8: Verfwerk school, enz. G. Van Pelt 55 (begrooting 65). Perceel 9: Wachtlokaal aan het Raadhuis A. Paardenkooper 326 (begrooting 367). In tegenwoordigheid van het bestuur der Vereeniging voor Gereformeerd Onderwijs en vele belangstellenden is de eerste steen gelegd van de op te richten Christelijke school te Katwijk aan Zee. Daartoe was ds. H. Alting uitgenoodigd, zoon van wijlen ds. J. Alting, die de Vereeniging stichtte en er tot kort vóór zijn verscheiden al zijne krachten en gaven aan wijdde. Behalve ds. D. Tibben, voorzitter van het bestuur, en ds. H. Alting, van Voor schoten, sprak ds. J. Thijs van Sassenheim een toepasselijk woord. In omliggende gemeenten is aangekon digd dat eene Rykspremie keuring van merriën met veulen o. a. zal plaats hebben te Gouda op 12 Juli, te L3iden op 13 Juli en te Rot terdam op 17 Juli a. s. Voor eene op 18 Juli te Rotterdam te houden premie-keuring van hengsten en tweejarige merriën worden be schikbaar gesteld verschillende prijzen, premiën en aanhoudings-bydragen. Voor eene land bouwende bevolking als in onze omgeving kan hierop niet genoeg worden gewezen. Voor de ontvangst der bundergelden in het 8ste district van Rijnland zal door den rentmeester of diens gemachtigde worden zitting gehouden op 8 Juli en 14 October dezes jaars, te Woubrugge, in het logement van J. Guldemond, van 's namiddags 2 4 uren, en te Roelofarendsveen bij B. J. Marin- kelle, 's voormiddags van 1012 uren. De omslag betreft het dienstjaar 1895 en bedraagt ƒ1.10 per hectare. Eigendommen van minder dan 25 aren zijn vrijgesteld. Bij de Ned. Herv. gemeente te Woubrugge is beroepen ds. De Groot, pred. te Houten. Tot brievengaarder te Lisse is benoemd de heer R. De Sitter, thans in gelijke betrek king te Hees, by Nijmegen. Het voornemen bestaat bij de plechtige uitreiking van de ridderorden, eervolle ver meldingen en eere-sabols voor de Lombok expeditie op 6 Juni a. s. in het Malieveld, te 's Gravenhage, ook het eereteeken voor be langrijke krijgsverrichtingen voor andere expe dities uit te reiken aan hen, die daarvoor in aanmerking komen. De vergadering van de „Vereeniging voor Hooger onderwys op gereformeerden grondslag" werd gisteren te Scheveningen in „Seinpost" gehouden. Zij werd geleid door prof. Kuyper en bijgewoond door een groote schare leden, begunstigers en genoodigden. Nadat de voorzitter de vergadering met een toespraak had geopend, werd het jaarverslag der Vereeniging aan de orde gesteld. Naar aanleiding van een daarin voorkomende ver klaring van de hoogleeraren, dat zy hun onderwas zullen toetsen aan gereformeerde beginselen gelijk art. 2 der statuten voor schrift, werd door ds. Lonkhorst, van Haar lem, gewezen op de geruchten, die er loopen, en op de vrees, bij sommigen, dat het onder was van prof. Lohman Sr. niet zou zyn over eenkomstig art. 2 der statuten. Op dien grond werd door hem en 35 andere leden verzocht een commissie van enquête te benoemen, die belast zou zijn met een onderzoek van het onderwijs van dien hoogleeraar in verband met art. 2 der statuten. Dit verzoek was op een vyftal overwegingen gegrond, voorname lijk ontleend aan betgeen door den heer De Savornin Lohman, hoofdredacteur van „De Nederlander", werd geschreven. Hoewel dr. Schott er tegen opkwam dat het verzoek om een commissie van enquête eigenlyk een aanklacht was, verklaarde de heer De Savornin Lohman juist op dien grond een dergelijke commissie te begeeren. Alzoo werd besloten en werd een commis sie van 9 leden benoemd. De afdeeling voor de geschillen van be stuur vau den Raad van State zal eene open bare vergadering houden op Woensdag 3 Juli a. s., des voormiddags te elf uren. Door de heeren mr. H. J. A. Mulder, H. A. Van de Roovaart, mr. W. Dolk, P. J. Van Voorst Vader, A. T. L. Rouwenhorst Mulder en J. Van Heurn wordt concessie aan gevraagd voor den aanleg van de ontworpen haven te Scheveningen. Blijkens van Hr. Ms. gezant te Stockholm ontvangen bericht, heeft op 26 dezer aldaar de onderteekening plaats gehad van eene nieuwe overeenkomst tusschen Nederland en Zweden, tot wederzijdsche uitlevering van misdadigers. Bij koninklijk besluit zijn, met ingang van 1 Juli a. s., benoemd bij de Kon. Ned. Marine-reserve: tot buitengewoon luit. ter zoe lste kl., de heer H. Sluiter; tot adelborst lsto kl., de heeren D. J. Visser en K. H. K. Wytsma, en tot buitengowoon adelborst, de heer H. L. Van den Briel. Bij hetzelfde besluit is aan den buitenge wonen luit. ter zee lste kl. voornoemd de vergunning verleend om op het Nederlandsche koopvaardijschip onder zijn bevel de reserve- vlag als natievlag te voeren. Naar wij vernemen, heeft de heer M. A. J. Losgert, directeur der Staatsloterij, eervol ontslag en pensioen aangevraagd. D Mr. J. A. N. Travaglino, lid der Tweede Kamer, is door den Faus benoemd tot ridder in de orde van den H Gregorius den Grooten. De gemeenteraad van Amsterdam heeft besloten, aan de Imperial kennis te geven van het voornemen der gemeente, de con cessie voor de gaslevering met 1 Augustus 1897 in te trekken. Dr. A. Kuyper heeft de op hem uitge brachte benoeming tot lid van het bestuur van den Nederlandschen Journalistenkring aangenomen. Het „Vad." verneemt dat de Koningin- Regentes een belangrijke bijdrage heeft ge schonken voor het huldeblijk aan Richard Hol. Door wijlen den heer C. M. Hueguenin, te Hilversum, is aan de diaconie der Ned.- Horv. gemeente te Franeker gelegateerd de som van ƒ20,000, om uit de rente daarvan op bepaalde tijdstippen uitdeeling te houden onder de gealiraenteerden der diaconie. B. en Ws. van Amsterdam hebben aan den gemeenteraad overgelegd eene missive van curatoren der gemeentelijke universiteit, waar bij ter vervulling van de vacature, ontstaan door het eervol ontslag, verleend aan mr. J. P. Moltzer, voor de betrekking van gewoon hoogleeraar in het burgerlijk recht en de burgerlijke rechtsvordering aan de Universiteit wordt aanbevolen mr. J. F. Houwing, lid der arrondissements rechtbank aldaar. B. en Ws. stellen voor tot de benoeming over te gaan en daarop de koninklijke goedkeuring te ver zoeken. De minister van binnenl. zaken heeft: lo. vcor het tijdvak van 1 Juli 1895 tot en met 30 Juni 1896 benoemd tot assistent aan het Rykslandbouw-proefstation te Wageningf-n dr. E. Wrampelmeijer aldaar; 2o. voor het tijdvak van 1 Juli 1895 tot en mot 31 Dec. 1895 benoemd tot assistent voor de medische k iniek aan de Rijks-universiteit te Utrecht dr. A. W. Boekelman en J. Pb. Staal als assistent voor de med. polikliniek; 3o. raet ingang van 1 Juli a. s., op zijn vorzoek, eervol ontslag verleend aan A. J. Hoorweg, al3 assistent voor de medische kliniek aan do Rijks universiteit te Utrecht, en aan dr. A. W. Boe kelman, als assistent voor de medische poli kliniek aan genoemde universiteit. Uit Rotterdam wordt geschreven Het voorstel tot reorganisatie der politie is voor vele politio-beambten eene teleurstelling. Herhaaldelijk is zoowel door de agenten als door de inspecteurs en onder inspecteurs aan zoek gedaan om verhooging van traktement, maar steeds werden die aanzoeken van de hand gewezen. Nu er ten gevolge van de uit breiding der gemeente eene geheel nieuwe organisatie moest komen, had men gehoopt dat deze gepaard zou gaan met eene regeling van de traktementen, maar deze hoop ziat men den bodem ingeslagen. Voor do agenten wordt lotsverbetering ge zocht in eene betere dienstregeling en voorts in het instellen van een hoogeren rang, dien van hoofd-agent. De nieuwo dienstregeling zal werkelijk eene verbetering zijn; thans hebben de agenten een veel te zwaren dienst, maar volgens het door den burgemeester voor gestelde plan zullen zij in den regel 10 uren per dag dienst hebben, met eene behoorlijke afwisseling, en ook ligt het in de bedoeling van den hoofdcommissaris om hun op Zondag meer vrijen tyd to geven. Finantiöel blijven zij echter in dezelfde ongunstige positie, of schoon erkend wordt, dat zy in dit opzicht er slechter aan toe zjjn dan een knap werkman, 52) La Cascade de la Sallenche maakte veel indruk op allen. Als men dien broeden water stroom op veertig meter hoogte met klaterend geweld van den berg ziet afstorten, dan kan het niet anders, of men moet vol bewondering dat groot8che natuurtooneel aanschouwen. Het schoonste en wonderbaarlijkste van alles was echter het bezoek aan de Gorge de Trient. Een breede kloof tusschen hemelhooge rotsen, die slechts zeer weinig daglicht binnen laat; de Trient, die met dondérend geweld in volle vaart aan den voet van die rotsen voortsnelt; de smalle houten galerijen, welke met levensgevaar aan die rotsen zijn vast geklonken en het den bezoeker mogelijk maken dit natuurwonder te beschouwen; de voor overhangende rotsblokken, die allerlei grillige vormen aangenomen hebben, en eindelijk de geheimzinnige schemering, die er heerscht: dit alles geeft den opmerkzamen bezoeker den indruk, alsof de voorstelling van de onder wereld der mythologie haar ontstaan aan zulke gorges of bergkloven te danken heeft. Toen men aan het nabijzijnde hotel ge komen was, ontmoette Christine Smals een vriendin uit Den Haag, die met hare familie te Saint-Maurice logeerde. Toen zij Ida en de twee heeren aan Jeanne Krips voorstelde, herinnerde deze zich, dat zij Ida reeds eens ontmoet had. Zü wist echter niet meer waar dat geweest was, doch na er een weinig over nagedacht te hebben, verhaalde z(j, dat zy, eens by Constance Van Lee logeerende, Ida gesproken had. Nu herkende Ida haar ook, en daar het tyd werd om woor naar Bex terug te keeren, moest men spoedig af scheid nemen, echter niet dan nadat Jeanne beloofd had, met hare mama Montreux te zullen bezoeken en dan een ganschen dag te blijven. In de vioolijkste stemming begaf men zich huiswaarts. Allen hadden dien dag zoo veel genoten, dat zelfs de Rus, die anders weinig spraakzaam was, zich nu van een geheel andere zijde liet kennen. Een paar dagen later kwam er een briefje van Jeanne Smals, dat zij den volgenden dag te Montreux hoopte te komen, en Willem De Brie, die gaarne eens met Ida alleen wilde zyn, maar steeds tevergeefs daarop gehoopt had, omdat Christine altyd medeging, meende nu eindelijk zijn doel te bereiken. Toen de familie Smals naar den trein was gegaan om Jeanne af te halen, kwam by Ida vragen, met hom mede te gaan naar de Gorge de Chaudron, die lieflijke, schaduw rijke plek, waar zy reeds zoovele uren hadden doorgebracht. Zy nam met vreugde zyn uit- noodiging aan en beiden daalden af tot aan een verrukkeiyk plekje, waar de bergstroom aan hunne voeten bruiste. „Willem," zeide Ida, „ik heb er dikwyis over nagedacht hoe het toch komt, dat ge zoo lang te Montreux biyft. My dunkt, als ge op reis gegaan zyt om Zwitserland te leeren kennen, dan moeat ge toch eindeiyk eens verder trekken, want je mama zal on gaarne zien, dat je zoo lang wegblyft." „Denk je dat? Maar als ik je nu eens zeide, dat ik zeer voldaan ben over myn kleinen Mentor, en dus nog geen plan heb van dat geleide afstand te doen?" zeide Willem vrooiyk. „Maar, gy, als zeeman, moet de waarheid van de woorden„Ons leven is een staag verreizen en vertrekken," dikwyls in toepas sing brengen, en zoo is het ook hier." Willem had zich voorgenomen het töte a- tête met Ida zich ten nutte te maken om eens ernstig met haar te praten. Hij wilde weten wat hy voor de toekomst te hopen had, en de romantische omgeving, waarin zy zich bevonden, werkte mede om zyn plan ten uitvoer te brengen. „Ida," zeide hy ernstig, „gevoelt ge u hier volkomen gelukkig? Zyt ge al het onaange name, wat u overkomen is, vergeten? Zeg my de volle waarheid; ge ziet dat ik alles weet." Ida werd bleek by het vernemen dezer woorden. Daar werd het verband weer van de pas gesloten wond afgerukt en een smarte- ïyk gevoel was er het gevolg van. „Willem," zeide zy weemoedig, „ge zegt dat ge alles weethet is je dus ook bekend, dat, door de een of andere oorzaak, waaraan ik geheel onschuldig ben, myn goede naam belasterd is geworden. Ach, het gemis van Eduards liefde viel my zwaar; maar ik ge voelde in myzelve de kracht om die teleur stelling, door ernstige studie en door liefde voor onze medemenschen te beoefenen, te dragen, maar reeds in den Bybel wordt ge zegd: „Een goede naam is beter dan goede olie." Ge ziet dus, dat van oudsher iemands goede reputatie meer waard was dan geld of goed." „Het valt my moeilyk over die zaak te spreken," zeide Willem op zachten toon, „maar, Ida, het bezwaar, dat je oppert om gelukkig te zyn, is, Goddank, opgeheven. Ik heb zelf naar de aanleidende oorzaak van die laster praatjes, over je uitgestrooid, een onderzoek ingesteld, en de heer Mare heeft ray als eer lijk man te woord gestaan. Ik weet nu ook dat Hugo Blunt en Constance Yan Lee de ware schuldigen zyn. Myn lieve moeder heeft my op het rechte spoor gebracht, en nu, Ida, boor my aan! Wilt ge uw lot voor het leven aan het myne verbinden? Neen, antwoord nog niet als het je moeilyk valt," vervolgde hy hartstocbteiyk, toen by bemerkte dat Ida eene ontkennende beweging maakte. „Ik zal wachten." „Willem," zeide Ida, „ik weet geen woorden te vindeD, om je myn hartelyken dank te betuigen voor je vriendelykheid. Ge hebt u een verdediger van de verdrukte onschuld getoond en meer kan ik niet van je verlan gen. Willem," vervolgde zy, terwyl ze hem met hare door tranen omfloerste oogen aanzag, „ik hoop hartelyk dat ge eens een lief meisje op uw levensweg zult ontmoeten, dat u haar geheele hart kan schenken." „Maar, Ida, dat meisje heb ik gevonden, en ik hoop, met wat geduld te beoefenen, haar hart ook wel eens te zullen bemachtigen." „Voed geen hoop, die later zal biyken ydel te zyn," antwoordde Ida. „Weet ge wel dat myn toekomstige levensweg klaar en open voor my ligt? Ik zal myn smart en leed zoo weinig mogeiyk den menschen toonen, maar zie eens! het gedichtje, dat ik hier heb, geeft een beeld van hetgeen ik voor de toekomst hoop en bid." Zy toonde hem een Duitsch boekje en weoe hem op een gravure, welke eene moeder en dochter voorstelde, die te zamen een steilen berg beklommen. Het meisje hield een hart van was in de hand. In het verschiet ver toonde zich eene bergkapel, uit welker kleine vensters baar een zwak licht te gemoet straaldo. Het was avond en de beide bedevaartgang-» 8ters waren biykbaar uitgeput door den ver- moeienden tocht. Durch Felaenpfade, etoil und wild, Znm uimdertbatgeo Gn&dcbild Mit ibrem Kind die Mutter wallt An ihron Hand erliegt aie bald Dio Schattengeitalt. Di© Tochtcr brinyt ein wacbaorn Horz Ihr eignoa brach, der herbo Schmerz; 8io hofft nicht melir, aio fürchtet nicht Vorlöacben ia der Angen Licht lm fahlen Gceicbt. Die Mutter bat anf atoiler Wand In fornen Höhn daa Ziel erk&nnt, Hilf, Himmelamutter, reich an Goad, Trag du meiu kind, ao krank und matt Zur heilgen Btatt. lat donn der Liebe Pfad eo eteil? Die Tocbter traf ihr Todeepfeil, Mein Mutterherz drückt ai© ao sohwor Und leuebtet gar von Himmel her Die Liebe nicht mohr. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1