Leiden, 15 Juni. Houdende rampen,'die handel en welvaren gefnuikt hadden. Nauwelijks was echter het Bestand in 1621 geëindigd en waren de vijandelijkheden hervat, of de Spanjaarden hervatten hunne pogingen om het verloren terrein te herwinnen. Op 15 Juli sloeg een legerafdeeling van den markies De Spinola onder De Velasco het beleg voor Bergen, na het naburige Steenbergen vermeesterd of liever bezet te hebben. Maurits, die deze wending niet voorzien had, had reeds van to voren een gedeelte van Bergen's garnizoen tot zich ontboden en slechts de voorzichtigheid van Justinus van Nassau, bevelhebber van Breda, had bewerkt dat althans Kethulle met zijne ruiterij nog aanwezig was om de vesting te verdedigen. Maar was de bezetting al klein, de moed was groot; wat Bergen reeds zoo dikwijls gedaan had, don vijand afstooten, zou het ook nu weer trachten te doen. De belangstelling, waarmede dit beleg ge volgd werd, was allerwegen groot en gespan nen; waar het mogeiyk was, werd hulp en bijstand verleend. Algemeen begreep men het groote gewicht, in het behoud van Bergen gelegen, en levensmiddelen, ammunitie, enz. werdon geregeld en in grooten overvloed toe gezonden langs den waterweg, die, gelukkig voor de stad, in handen der bolegerden was en bleef. Er heerschte binnen de muren der halve geen gebrek, de moed en het verirou- W6D bleven langen tijd wakker en by de herhaalde uitvallen werd den Spanjaarden meer dan ééns gevoelig nadeel toegebracht. Doch ook aan de zijde der bezetting waren ern stige verliezen goleden, velen waren gesneu veld, eh, toen het beleg maanden duurde, begon do moed te verflauwen en besloot men naar Maurits te zenden om hulp en ontzet. De Prins, wiens hoofdkwartier te Rees gevestigd was, beloofde die, zoo mogeiyk, te zullen geven. Daar kwam den 3dtn Sep tember de tijding, dat de Graaf van Mansfeldt te Breda was aangekomen. Dit versterkte de belegerden en ontvonkte deD gezonken moed weer. Van van Mansfeldt toch, den geduchten legeraanvoerder, dio uit den dienst van den Winterkoning in dien der Staten was over gegaan, en die met zijn leger uit Duitsch- land na een moeitevollen tocht door Lotharin gen en Brabant eindelijk in do buurt der be narde veste was gekomen, mocht men met reden krachtdadige hulp verwachten. Doch Mansfeldt's troepen hadden zwaar geleden, en, hoewel dicht bij Bergen gelegerd, toch kon by zóó niets tot redding ondernemen en moest wachten op do aankomst van Maurits. Den 24sten Septomber was de Prins opge trokken naar Geertruidenberg en eindeiyk kwam hy, met Mansfeldt vereenigd, den 2den October op Bergen aanrukken. Velasco wachtte de ontzettlngslogers niet af, by brak hot beleg op en liet aan de Staatschen den toegang vry. Algemeen en onvermengd was de vreugde over deze gunstige wending der zaken, overal uitte zich de dankbaarheid. Het meest bekend is thans wel het fraaie lied uit Valerius' „Gedenckclanck". Bergen had zich vroom gehouden, het belangryke punt was voor de Nederlanden behoudon, en van daaruit kon men dus verder weder den vijand afbreuk doen. Wól mocht een dichter, Hofter, het. gedurende het beleg, toeroepen: Manhafiigh Berg-op Zoom, dio meermaal bobt [voor desen, Don vyand syn onmacht, end' uwe macht (bewesen, Doot aen uw' oud gemoed, dewyl een nieuw [geweld U io oen weegschaal heeft van schand of leer gestelt. Dewyl Velasco trots met soo voel Spaauscbe (bonden End' 't buys van Oostenryck haar tegens te [gaan wenden, Om met u vaste Stad, end' hoogh-getogen vest To woson Zeolands plaagh, end' Hollands rechte pest. In handen der Spanjaarden, zou die laatste vrees zeker bewaarheid zyn geworden, thans was het gansche voordeel aan onze zydo ge bleven. Den volgenden dag, 3 October, een datum dus, die voor Bergen evenals voor Leiden een groote historische beteekenis heeft gekre gen, hield Prins Maurits, te raidden van eon talryk govolg, zyne intrede in de bovryde stad. IV. De voornaamste personen der Maskerade. Wy wezen er boven reeds op dat enkele loden der Maskerade-commissie in do „Histo rische Aanteekomngen" een verdienstelyk werk hebben geleverd. Voorzeker, de daar verstrekte inlichtingen zyn met kwistige hand uitge strooid; tamboers, gewone soldaton uitgezon derd, is er ternauwernood een persoon in don ganschen stoet, van wien niet met een onkel woord do beteekenis wordt aangeduid. Dat alles met andere woorden weer te geven, kan niet in onze bedoeling liggen; wy moeten ons by enkele algemeonhoden bepalen. Do stoet dan zal bestaan uit drie groepen, te weten: De stad Bergen-op Zoom, voorgesteld ln en door hare voornaamste regoeringsper- sonen; Prins Maurtis met zyn govolg van vorsten en edelen, en eindeiyk de Graaf van Mansfeldt met gevolg. Wyden wy dan in de eerste plaats onze aandacht aan den hoofdpersoon, den doorluch- tigen Oranjetelg! Wy zien den krygshaftigen zoon van Willem den Zwyger en Anna van Saksen hier in de aracht des levens, in don vollen bloei zyner glorie, 55 jaren oud, maar nog ongebogen, verhard in het wisselvallig oorlogsberoep, gelukkig en ervaren veldheer, bewonderd door gansch Europa; den man, die tot leermeester diende van zoovelen, dio in zyn beroemde legers de krygskunst kwamen leeron. Meer nog dan Fredenk Hendrik is Maurits by uit stek generaal, soldaat geweest. Eenvoudig, by gierig af, wist hy de harde vermoeienissen der soldaten te deelen en zóó eeibied af te dwingen; ervaren en voorzichtig in het go- vaar, streng on rechtvaardig, wist hy van de orde- en banielooze scharen, die hy onder den naam van leger aantrof, goed geoefende en gehoorzame troepen te maken. Met die zelf-gevormde, streng gedisciplineerde legers streed hy, alle kansen berekenende, het vóór en togen wikkende en eerst dan zyn slag slaande, als de kansen hem het gunstigst waren. Bedaarde, kalme onverschrokkenheid waren zyn meest kenmerkende eigenschappen; voor zichtigheid in het gebruiken, zuitiigh id in het aanwenden van het hem toevertrouwde maakten hom tot den juisten man om met de betrekkelyk geringe middelen der Neder landen tegen een overmachtigen vyand op te treden en dezen slag op slag onherstelbare schade toe te brengen. Mochten oogenscbyniyk de resultaten, die hy daardoor bereikte, minder ridderiyk schit terend zyn dan byv. de overwinningen van een Hendrik IV; hot dogeiyk, blyvend voor deel, dat hy wist te verwerven, heeft den grooten Kapitein een plaats in de Nederlandscho ge- schiedboeken doen verwerven, die moeilijk te evenaren is. Zyne legers vulden aan wat de staatsmanswysheid zyns grooten Vaders be gonnen was en in het groote werk van het bevestigen onzer volksvryheid is zeker niet bet minsto deel door Maurits verricht. Naast hem treffen wy zyn jongeren broeder Frederik Hendrik aan, nog ongehuwd en nog slechts bekend door onstuimigen, persoonlyken moed. Zyne talenten sluimerden nog, de Stedendwinger had nog geene gelegenheid gebad zyne groote gavon te toonen. Opmer- kelyk is hoo sterk by deze Biyde Incomste het Doorluchtig geslacht der Nassau's ver tegenwoordigd is. Wy zien toch niet minder dan zeven Nassau's en twee eng aan hen verwanten voor ons voorbytrekken. Naast het edel broederpaar is de meest bekende Ernst Casimir, Graaf van Nassau- Dietz, Stadhouder van Friesland na den dood van Willem Lodewyk. Hy was een zoon van Jan den Ouden en Elisabeth van Leuchtenberg. Als veldheer was hy hoog geëerd. Verder zien wy Willem van Nassau, Heer van de Leek, zoon van Maurits en Margaretha van Mechelen, een bekend en geëerd admiraal. Dan Justinus vaD Nassau, don reeds genoem den Gouverneur van Breda, natuurlyken zoon van Prins Willem. Willem van Nassau Siegen was een bro9der van Joan Maurits don Brazi liaan, generaal in dienst der Staten. Een vordero verwant was Albreclit van Nassau, uit den tak Nassau Saarbrückon, in 1626 op het veld van eer gesneuveld. Als eng ver want merken wy op den ongelukkigen Emanuel van Portugal, den zwager van Maurits. Zyn huwelyk met Emilia van Nassau heeft nooit 's Prinsen goedkeuring mogen wegdragen, zyn gansche levensloop is wisselvallig en vorre van voorspoedig geweest. Zyn zoon, Luis Guglielmo stond beter by Maurits aangeschre ven, hij bleef echter slechts kort in Staat- schon dienst en verzoende zich spoedig met den koning van Spanje. Onmiddeliyk na deze doorluchte mannen vraagt om onzo aandacht de beroemde Ernst van Mansfel it, die in den dertigjarigon oorlog een belangryke rol vervulde. Oorspronktiyk in Duitschen dienst, ging hy na zyn ongeluk kigen veldtocht voor Frederik van Bohème, over in dien der Staten, om later nog in Frankryk en Engeland te strijden. Hy was een hoogst bekwaam veldheer. In het gevolg, dat de beide legeroversten, Maurits en Mans feldt, by hur. intocht begeleidde, vinden wy namen van meer dan één, wieDs roem ver over deze plaatseiyke gobeurtonis henonreikt. Zoo Herman Otto Yan Limburg Stirum, ver want aan de geslachten van Nassau en Waldeck, bekend als voortreffdyk aanvoerder; verder Georg Frederik van Baden-Durlacb; Joban van Brederode, aan vorstolyke geslach ten vermaagschapt, een krygsman van veel omvattend talent. Christiaan van Brunswyk- Lüneburg, bygenaamd de dollo Hertog, een onverschrokken houwdegen. Heiniich Matthias, Graaf van Thurn, een der warmste voorvech ters van het protestantisme. Hy streed onder Gustaaf Adolf. De vermaarde Gaspard De Coligny, admiraal en opperbevelhebber der Fransche troepen, Henri De Nogaret, due de la Vallette en pair van Frankryk en La Case, bevelhebber der Fransche bezetting binnen Bergen op-Zoom, zyn de meest bekende Fran- schen in den stoet. Onder de Engelschen zyn enkele zeer be faamde mannen, b. v. sir Edward Cecil, gun steling van koningin Elisabeth. Meer daD eenmaal vertoefde hy in de Nederlanden en nam er yverig deel aan de zaken, zookrygs- als staatkundige. Sir Horace Vere streed aan de zyde van zyn meer bekenden broeder Francis by Nieuwpoort; by verkeerde gerui- men tyd in de Nederlanden. Onder hem diende als kolonel James Oglo. In 1622 werd Ogle opgevolgd door sir Charles Morgan, schoon zoon van Philips van Marnix. Ook hy verbleef lang in de Nederlanden en overleed zelfs te Bergen-op-Zoom. Nog twee namen van heldhaftige mannen moeten wy vermelden, nl. van Lodewyk de la Kethulo en Marinus Hollaer. De eerste was deemoedige en volhardende verdediger van Bergen, gedurende de drie maanden, die het beleg duurde. Aan zyn beleid en onver schrokkenheid was het giootendeels te dan ken, dat de veste voor den Prins boboudon bleef. De laatste, Marinus Hollaer, was zee man, admiraal van Zeeland. Hy was het, die in verbinding met Roest zich in den slag by Gibraltar onder Heemskerk onderscheiddo door een van 's vyands schoonste zeekasteelen in de lucht te doen vliegen, terwyi by later in den bekenden stryd op de Slaak den Span jaarden een gevoelige nederlaag toebracht. Met dea naam van Thomas Stakenbroeck, een hooggeplaatst en beroemd krijgsoverste, kunnen wy de ry der meest vermeldenswaar dige personen besluiten. Trouwens, ook de overigen, allen in meerdere of mindere mate, dragen historisch-goedklinkende namen, allen zyn onze aandacht ten volle waaroig. Vorsttn en edelen zoowel als burgemeesteren en ge wone krijgslieden zullen onze belangstelling wekken, en als die schitterende stoet zich in Leidens straten aan onze blikken zal ver- toonen, willen wy ons terugdenken in dien heldentyd, toen geene offers te zwaar vielen om het geliefde vaderland vry te vechten, toen by den blyden Intocht op dien gedenk- waardigen 3den October al die dapperen het hoofd flor omhoog konden dragen, trotsch op de wederom behaalde victorie l Een Feestnummer I Met het volste recht mag het gewaad, waarin de „Minerva" zich thans heeft ge stoken, oen feestgewaad worden genoemd. De omslag toch prykt met een uiterst kranige teekening van P. De Josselin de Jong, Prince Mouringhe voorstellend, op zyn blank strijd ros gezeten; voorafgegaan door twee banier dragers, Oranjevanen torsend. Fraai in elk opziebt is dit kaft, mooi van conceptie, van kleur, van druk. Verschillende letterkundige bijdragen komen in dit nummer voor. Ook teekeningen en muziek; een echt Mann-haftig stukje o. a., die „Baga telle!" Ziehier hoofdzakoiyk den verderen inhoud: Artikel van de Hoofdredactio; „Zestig jaren Kostelick Mal" van C(reutz) met illustraties; J. P. Hasobroek on Nicolaas Beets (gedichten), R. Macalester Loup, L. J. Plemp van Duive land, Van Wessem, Alexander Vor Huell, S. R. Bakker, P. W. A. Cort Van der Linden en P. Brooshooft, „Te Amsterdam voorheen en thans" (met illustraties)! Teekeningen van Fransen Van de Putte (uit zyn Schetsboek), De J(onge) W. Martin (Leidsche peucraars), A. Winkler Prins (Ge zichten uit Oud Leidon), en A. Ver Huell (Het Bakkersoproer September 1845). Een goedgeslaagde lichtdruk (van Jonker) geeft een aardig gezicht op de gezellige en drukke „Kroeg." Het blazoen van Prins Maurits komt ook nog in dit nummer voor. Als er eerepalmen waren uit te roiken, dan ëón aan De Josselin de Jong, (voor zyn illus tratie), een tweede aan den lieer P. Broos hooft voor zyn aardige on geestige literaire bfldrage, en een fanfare voor Gottfriod Mann's Pianostukje. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur/ In het nummer van 15 Juni in uw geacht Dagblad komt een ingezonden 6tuk voor, onderteekend door een kapitein der infanterie. Do abonné, tegen wien hy opkomt be treffende het verdrinken van een hond, zal zeker het antwoord niet schuldig blyven. Er komt echter een gezegde in voor, dat ik my, als man uit het volk, aantrek. De kapitein 6chryft: „Ieder weldenkend men6ch zal met hem gruwen van een derge- Jyko handelwys; zy werpt een treurig licht op de ontwikkeling onzer volksklasse, waaruit helaas! onzo miliciens voortkomen, enz." Verder betreurt by, dat uw abonné zich in zyne verontwaardiging liet verleiden om de eer van een geheel corps aan te randen. Maar die kapitein ontziet zich Diet, om in allo kalmte achter zyn schryftafel een geheele burgery te veroordeelen, en doet 't voorkomen of onder dio klasse, die de miliciens levert, geen liefde zoude bestaan voor dieren. Ik zal niet ontkennen dat er barbaren on der zyn, maar die vindt men onder alle stan den der maatschappy. Ik behoef slechts te wijzen op de wedrennen, waar uit louter liefhebbery, mensch en dier worden afgemar teld. Wanneer die kapitein zyn oogen eens laat ronddwalen, dan zou hy zien dat onder de minst ontwikkelde kringen, de grootste sympathie bestaat voor dieren, (vooral huis dieren) waarvoor zy van hun zuur verdiende penningen gaarne wat afstaan aan den fiscus, om hun dier te kunnen behouden. Het is niet onmogeiyk, M. de R. dat die kapitein het zoo heel kwaad niet heeft ge meend, maar het corps officieren moest spa ren voor de handelwys, die aan de kazerne heeft plaats gehad; maar het gaat toch niet aan, die te werpen op de minst ontwikkel den, wyl óén woord van de meerderen en meer ontwikkelden voldoende zou geweest zyn om het feit te verbieden. Dankbaar voor de verleende plaatsruimte, M. de R. teeken ik my met achting, Leiden, 15 Juni 1895. C. H. Kouw. By beschikking van den minister van waterstaat, handel en nyverbeid is benoemd tot buitengewoon opzichter de heer D. Van Lith, te Leiden, by eene uitbreiding van het departement van koloniën te 's-Gravenhago. Hedenmiddag ontviogen wy per Noder- landsche mail de Bataviasche blad'n van 10—14 Mei. De veld-bataljons van het 4de regiment infanterie uit Leiden, Haarlem en Delft zullen van 28 Augustus tot 3 September onder bevel van den kolonel G. L. Langguth een kamp betrekkon in do legerplaats by Laren, tot het houden van regimentsoefenirgen. De collecte voor den gewapenden dienst in de Nederlanden zal te Zoeterwoude ge houden worden op Woensdag 19 en Donder dag 20 Juni a. s. De heer Nano, zaakgelastigde van Ru- menië, heeft do residentie weer verlaten. Hedennamiddag te 3 uren is in het Gebouw van bet departement van justitie te 's Gravenbage voor het eerst bijeengekomen en geïnstalleerd de Staats-commissie voor het vraagstuk van den arbeid der gevangenen. De inspecteur van het wapen der infan terie, generaal-majoor Hennus, vertrok gister avond, vergezeld van zyn adjudant-kapitein baron Van Voorst tot Voorst, van Den Haag naar Vlissingen, in verband met den geest, welke onder de soldaten van het Depot van Discipline aldaar heerscht. De commissie voor een haven te Scheve- ningen houdt hedenavond hare laatste ver gadering tot vaststelling van haar eindrapport met plannen, welke stukken eerlang in druk zullen verschynen. De commissie wordt echter nog niet ont bonden. Tot gedelegeerden van de Nederlandsche Regeering op de internationale spoorweg- conferentie dit jaar van 26 Juni tot 9 Juli te Londen te houden, zyn benoamd de hoeren J. J. Van Korkwyk, lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal, tevens lid van de perma nente internationale commissie voor het spoorweg-congres sedert de oprichting, en M. Simon Gzn., lid van den Raad van Toezicht op de spoorwegdiensten. Do vertegenwoordigers van de Nederlandsche spoorwegmaatschappyen ter conferentie worden door deze instellingen zelve aangewezen. Verschillende Hagenaars, onder wie de schout-by-nacbt Guyot, lid van de Tweede Kamer, hebben zich heden te Rotterdam in gescheept aan boord van het stoomvaartuig, dat met de Hollandsche reizigers te Kiel de opening van het Noord-Oostzee-kanaal zal bij wonen. Gedurende twee dagen heeft de Gemeente raad van Rotterdam zich beziggehouden met het voorstel van B. en Ws. tot het maken van een haven in de Katendrechtsche en Hillepolders. Nadat voor- en tegenstanders in den breede aan het woord waren geweest en de wet houders De Moncby en Van Raalte de voor dracht verdedigd hadden, werd gisteren aan het slot der middagzitting een motie ingediend door den heer Van der Pais, de wenschelijk- heid betoogende van het benoemen van een raadscommissie die zou hebben na te gaan, in hoeverre de belangen van de bewoners van Gbarlois en Katendrecht door het plan worden geschaad en de mogelykheid zouden hebben te onderzoeken van het maken eener haven in den polder Courzand. In de avonazitting was dezo motie in de eerste plaats aan de orde. De motie vond slechts verdediging by den hoer Van der Pais zelf en by den heer Bonn, doch werd zelfs door tegenstanders van hot havenplan be streden, omdat uitstel öf schadeiyk of nutte loos zou zyn. Schadeiyk als later hot plan mocht worden aangenomen, nutteloos indien het verworpen wordt. Het govolg was dan ook, dat de motie met 33 tegen 8 stemmen werd verworpen. Daarop werd de beraadslaging over het eigenlyke haveDplan weer voortgezet, doch opende weinig nieuwe gezichtspunten. Het resultaat was, dat het voorstel met 29 tegen 5 stemmen werd aangenomen. Door mevrouw E. C. Albarda, geb. Wierd6ma, vóór een paar weken te Leeuwar den overleden, is aan het Nieuwe Stadswees huis aldaar vermaakt de som van f 35,000, onder bezwaar van vruchtgebruik door haren echtgenoot, mr. J. H. Albarda, gedurende diens leven. Deze heeft echter van dit vrucht gebruik ten behoeve van het weeshuis ter stond afstand gedaan. Het stoomschip „Bellerophon", van Java naar Amsterdam, arriveerde 14 Juni te Suez; de „Edam" vertrok 13 Juni van Nieuw-York naar Amsterdam; de „Stentor", van Amster dam en Liverpool naar Batavia, arriveerde 14 Juni te Port-Said; „Deucalion" van Batavia naar Amsterdam, passeerde 15 Juni Dover; de „Prinses Amalia" van Batavia naar Amster dam, vertrok 15 Juni van Padang; de „Prins Hendrik" van Amsterdam naar Batavia, pas seerde 15 Juni Kaap del Aimi; de „Prins "Willem 1" arrivoerde 14 Juni van West-Indië te Nieuw-York; de „Prins "Willem IV", van Amsterdam naar Suriname, passeerde 15 Juni Ouessant; de „Voorwaarts" vertrok 15 Juni van Amsterdam naar Java. Gremengd Nieuws. Nu de week van het academisch lustrum op til is, zyn in de hoofdstraten alle handen aan het werk om de stad een fees- telyk aanzien te geven. De kale, soms ruwe houten stellages kunnen daartoe zeker niet gerekend wordeD. Misschien komt daarin even wel, tot verrassing der wandelaars, tegen den maskeradedag nog wel verandering. "Wie weet hoe fraai zelfs ze er dan zullen uitzien. Veel moois is or reeds heden op te merken. Zoo o. a. by de firma Peek en Cloppenburg, aan de Breestraat, waar de beide groote winkelkasten, welke anders met kleederen en andere confectie-artikelen zyn gevuld, tbans prijken met wapenschilden en een keurige collectie van bloemen en planten. Aan de eene, groote zyde, zyn de wapens van prins Maurits, den hoofdpersoon uit den optocht, en van Bergen-op Zoom aangebracht, en aan de andere zyde dat van Leiden. De wapens zyn vervaardigd door den heer W. J. Lamps. Des avonds zal het geheel met waskaarsen verlicht worden, hetgeen zeer zeker eveneens een fraaien aanblik zal teweegbrengen. De heer H. J. Jung, sigarenhandelaar in het Noordeinde, is eveneens reeds gereed. By hem bevindt zich aan het eene raam ook al het wapen van Prins Maurit6, maar aan het andere een groot beeld van Minerva met het schild en den uil. Hier insgolyks is een ver zameling van bloemen en groen zeer smaak- -v vol door den heer J. G. Ballego gerangschikt en ook deze étalage zal veel toeschouwers tot zich lokken. Oordeelende naar de verschillende toestellen, welke or bereids zyn aangebracht, schynt te mogen worden verwacht dat op vele pla-.tsen ook van buiten versieringen zullen worden aangebracht. Aan de sociëteit „Minerva" is die al aan wezig en wel op de balkonlyst op grootsche schaal langs de goheele breedte van het ge bouw. De heer M. J. Van Laren heeft hier, evenals by de hoeren Peek en Cloppenburg, getoond, dat hy er evoneens slag van heeft. Ook boven de veranda van het „Café Nouf by den heer Frank bevindt de versiering in den vorm van een tuintje, er zich al. Met de witte ballons ter verlichting met gas is hier niet minder een sieriyk effect verkregen. Naar men ons mededeelt, zal Dinsdag a. s., den Maskeradodag, een aantal infanteristen en gemeente-veld wachters, op verzoek der directie der Hollandsche IJzeren- Spoorweg Maatschappy, de orde helpen hand haven by aankomst en vertrek der verschillende treinen op het stationsemplacement alhier. Verder zij medegedeeld, dat tot handhaving der orde in den stoet op den Maskeradedag een vyf-en-twintigtal ryks veld wachters uit verscheidene omliggende gemeenten daarvoor zyn aangevraagd, zoodat de politie alhier daardoor beter in de gelegenheid is hare diensten in de verschillende deelen der stad te verrichten. Deze week werden op „Rhynzigt" genomen 711 zwembaden door heeren en 62 door dames. Temperatuur van het water 20° Celsius. De postbode H. Jonkers te nazers- woude, Ryndljk, thans in het Academisch Ziekenhuis te Leidon, zal den 19den Juni a. s. 25 jaren by de posteryen zyn. Men sohryft ons heden uitRyns- burg: Gedurende den pluk zullen voortaan eiken avond alhier veilingen van aardbeziën gehouden worden. Gisteravond had do eerste veiling daarvan plaats in het café „De Land- bouw", waarby nogal koopers, zoowel uit Den Haag als uit Leiden, aanwezig waren. Alles ging vlot van de hand tot den prys van 16 a 17 cents per Haagsch mandje. Men is te Zoeterwoude al druk bezig met het grasmaaien, ofschoon er nog vele landbouwers mot 'flen arbeid moeten beginnen. De hoedanigheid en de hoeveelheid van het hooi is goed. De Noord-Brabantsche maaiers zyn reeds gekomen. Donder dag namiddag omstreeks vyf uren is ten zuiden van het dorp Katwyk a/Zee, op ongeveer een kwartier afstands, govonden oen in zeer ver gevorderden staat van ontbinding verkeerend lyk; hoofd, armen en beenon werden niet meer aangetroffen, terwyi ten gevolge der ontbinding niet was te constateeren of het een mans- dan wel een vrouwen skelet was. Vervoeren was niet mogelyk, weshalve het in de duinen aan het strand is begraven. Men schryft ons uit Roel of-Ar ends veen, dd. 14 Juni: Ter aanvulling van het bericht van gisteren over het geval van verdrinking zy nog gemeld, dat de ruim zeventigjarige huisvrouw van C. Turk, na door den heer v. Locbem, geholpen door eenigo buurvrouwen, uit het water te zyn gehaald, nog een geruimen tyd heeft geleefd, terwyl zy aanhoudend over benauwd heid klaagde; zoodat, ook volgens het oordeel van dr. Kimmel, die de drenkelinge behandeld heeft, men aannemen mag, dat het ongeval wèl de aanleiding, niet echter de onmiddellyke oorzaak van haar dood is geweest, en dat eene beroerte of het dringen van water in de longen een einde aan haar leven heeft gemaakt. Gisternacht zyn aan het Schevo- ningsche strand naby het proefveld der artil lerie aangespoeld de lyken van twee matrozen, die behoord hebben tot de equipage van de in Mei verongelukte Katwyksche bomschuit. De zaal van het gerochtshof te 's Gravenhage wordt nog half Juni bfl de zittingen aangenaam verwarmd door een kachelvuurtje. Een der oudste tramconduc teurs op de lyn Dam"Willemspark te Amsterdam is plotseling ontslagen, op grond van ontdekte onregelmatigheden. Daar de man 19 jaren by de A. O.-M. in dienst is geweest^-, een groot huisgezin heeft en door zyn be leefdheid en voorkomendheid by de passagiers goed stond aangeschreven, wekt het geval veel deelneming. (Echo.) De offcieele opening van de wielerbaan op de tentoonstelling te Amster dam zal Woensdag 19 Juni plaats hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2