Feuilleton.
IDA DE MAIRE.
wegens alle bedryfsonkosten en lastenrente
van kapitaal, kantoorhuur, loonen, vrachten,
afschrijvingen, oninbare vorderingen, premiën,
retributiën en belastingen, verliezen, enz. Men
kon dus de eerste vraag beantwoorden door
de bruto inkorasten op te geven, en vervol
gens tot het netto bedrag goraken door in
vulling van de posten van aftrek, welke het
biljet opnoemde.
Dit kan men nu Diet meer doen. Het
biljet vraagt thans: „hoeveel is hetjaarlyksch
bedrag der inkomsten van u en uwe echtge
noot, berekend volgens de bepalingen der wet,
doch zonder aftrek van rente van kapitalen
en van premiën voor levensverzekering, pen-
8ioon of lijfrente?" Daarna worden als aftrok
slechts aangegeven deze twee posten: rente
van kapitalen on premiën voor levensver
zekering, pensioenen of lijfrente. Alle andere
posten van aftrek wegens bedryfsonkosten
zyn uit het biljet verdwenen. Hieruit volgt
en dit biykt ook uit de aanteekeningen,
welke b\j het biljet gevoegd zyn dat men
thans de netto-inkomsten moet opgeven,
waarvan alleen Dog slechts die twee posten
afgetrokken mogen wordeD, om tot het belast
bare inkomen te geraken. By de invulling
van het cyfer der inkomsten is men dus
verplicht alle de bovengenoerado posten \oor
huren, loonen, assurantie, enz., enz. in reke
fiing te brengen.
Deze wyziging is vermoedeiyk aangebracht
met het oog op kooplieden, die dubbel boek
houden. Zy zy'n niet gewend van inkomsten
of winsten te spreken zonder de onkosten in
rekening te brengen. Voor de belasting be
hoeven zy alleen te letten op enkele verschil
punten tusschen de fiscale wyze van berekening
der bedryfsonkosten en de wyze, waarop zy
dit in hunne boekhouding gewend zyn. Voor
hen is dus het nieuwe biljet der bedryfsbe-
lasting eene vereenvoudiging.
Er zyn echter ook duizend belastingplich
tigen, die geen dubbel boek houden. Voor hen
is het dus van belang te letten op de „aan
teekeningen", by het biljet gevoegd, speciaal
op No. 4: „aangifte wordt gedaan van het
bedrag der inkomsten, berekend volgens de
bopalingen der wet. Het onzuivere bedrag
mag mitsdien vermindord worden met de posten
van aftrek, hieronder sub 3 10 vermeld".
Doen zy dit niet on letten zy, geleid door
de herinnering aan de aangifte ten vorigen
jare, alleen op de vragen van het biljet, dan
loopen zy gevaar als hun belastbaar inkomen
oen hooger bedrag op te geven, dan waartoe
ty gehouden zyn.
Amst., 11 Juni 1895.
Mr. J. Kruskman.
Dwangmiddelen lj|) de krankzinnigen*
verpleging.
Dezer dagen vierde mej Thönissen, bekend
als zuster Constance, haar 40-jarig jubilé
als verpleegster op Meerenberg.
Naar aanleiding daarvan wordt in de „Zutf.
Ct." honnnerd aan de verandering, welke
tydons haar werken daar plaats greep in de
verpleging der patiënten, waaromtrent aan
het blad bet volgende wordt medegedeeld:
„Het is nu ongeveer 40 jaren geleden, dat
dr. Everts en dr. Persyn de bekende genees-
heoren, die op bet gebied der krankzinnigen
verpleging hier te lande zoovele verbeteringen
bobben ingevoerd tot de conclusie kwamen,
dat voor oen goede verpleging, afschaffing der
dwangmiddelen, m. a. w. van allen mechani-
schen dwang, een eerste vereischte was.
Utopie 1" werd door velen beweerd. Er
was immers in geheel Europa geen land aan
te wfizon, waar men zonder d wangbuizen, enz.
de orde en rust in de krankzinnigengestichten
bad kunnen handhaven.
„Toch werd de afschaffing in Meerenberg
doorgezet, mot dat gevolg, dat de toopassing
van dwangmiddelen nu byna door alle des
kundigen in binnen- en buitenland veroor
deeld wordt".
Hadden do verplegers on verpleegsters in
ien tyd van overgang, ook door het ontbreken
van hulpmiddelen, een dubbel moeiiyken tyd,
onder hen neemt mej. F. G. B. Thönissen
een eerste plaats in, die toen uit eigen vrye
keuz9 verpleegster werd in de storende af-
deeling.
Hoogstaangeslagenen.
In byvoogsels der Staats-Courant zyn op
genomen de lysten van hoogstaangeslagenen
in de ryks directe belastingen, bedoeld in art.
76 der kieswet, zooals die door Ged. Staten
der verschillende provinciën zyn gesloten. De
eindcyfers zyn de volgende:
Provinciën: Bevolking. Aantal. Laagste
aanslag.
Noord-Brabant. 509,628 339 f 408.90
Gelderland 512,202 341 697.31
Zuid Holland 949,641 633 997.54s
Noord-Holland. 829,489 552 838.60
Zeeland199,234 132 465 78
Utrecht221,007 157 1153.86
Friesland335,558 223 490.93
Overysel295,445 196 470.05
Groningen272,786 181 538.64
Drente130,704 87 285.88s
Limburg255,721 170 359.67
Cjt emengfd IVieuws.
Zondag 23 Juni des avonds zal
„Prins Maurits", de hoofdpersoon van de
Leidsche maskeradefeesten, vergezeld van zyn
stoet van ridders en edelen, een bezoek brengen
aan het Kurhaus te Scheveningen, alwaar de
noodige toebereidselen zullen worden gotroffen,
om „den Prins" een waardige ontvangst te
bereiden.
De Rotterdam8che politie heeft
een goede vangst gedaan; een paar inbrekers
werden op heeterdaad betrapt, terwijl zy
poogden by een makelaar in tabak hun slag
te slaan.
De aangehoudenen zyn eon schilder en een
timmerman, genaamd B. Brinkman en J. D.
A. Timmer. Laatstgenoemde, oen recidivist,
wiens portret in bet geheim register der
politie figureert, onderging reeds verschillende
malen wegens diefstal en inbraak gevangenis
straf en werd in het voorjaar van 1890 uit
de gevangenis te Leeuwarden ontslagen, waar
hy voor geiyk misdryf 6 jaren tuchthuisstraf
had ondergaan.
Een derde medeplichtige, die de agenten
opgemerkt had, ontkwam door de vlucht,
doch is door de politie in zyne woning aan
gehouden. Het is de in de annalen der polit e
welbekende Bohagel, thans het beroep van
uitdrager uitoefenende. Hy moet als het eigen
lijke boofd der bende beschouwd worden Zyne
vrouw had by den bovenbedoelden makelaar
gewerkt on daardoor kende hy de inrichting
van het huis. Wetende dat de bewoner uit
de stad was, moet hy het geweest zyn, die
de aandacht der gauwdieven op diens woning
vestigde.
To Staphorst brak gisteren in
de boerdery van R. Mannes oen hevige brand
uit, die in weinige oogenblikken een grooten
omvang verkreeg, zoodat by het afzonden van
dit bericht reeds elf huizen oen prooi der
vlammen zyn geworden. Uit Meppel is een
brandspuit derwaarts getrokken. (Ebl.)
In de hoogst ernstige „Times"
leest men de volgende advertentie:
„Zou de hoer, die my in 1864 te Londen
zeide, dat hy my liefhad, maar afgewezen
werd, thans opnieuw willen spreken. Men
herinnert zich alles. De ouders zyn dood.
E. D. C."
Wy gelooren dat „de heer" inderdaad op
nieuw heeft gesproken. Hy hoeft dor smach
tende oude vryster laten wetendat hy
juist grootvader was geworden.
Moord te Yechel. Te Vechel is
uit het Kanaal opgevischt het ïyk van den
sedert Zondag-nacht vermisten koopman S.
Do Wit. In een der broekzakkon is nog een
bedrag van f 150 aan zilvergeld gevonden.
Hier schynt inderdaad een moord te zyn
geploegd.
Uit de ïykschouwing moet gebleken zyn,
dat S. De W. eerst geworgd en daarna te
water geworpen is. Uit de teruggevonden
portefeuille werd f 800 vermist.
Al dadeiyk was vermoeden gevallen op twee
grasmaaiers uit Erp, die met de laatste tram
uit Helmond te Yechel waren aangekomen,
na hunne woonplaats te zy'n voorby gestoomd.
Naar reeds werd gemeld, zyn deze personen
te Rotterdam, waarheen zy met de Vechelsche
boot zyn gereisd, in hechtenis genomen en
werd by onderzoek een groot bedrag aan
bankpapier by hen gevonden.
De W. was 40 jaren oud en laat eene
weduwe met vyf kinderen achter.
Te Maasniel sloeg gisteren de
bliksem een koe dooi op den stal van den
landbouwer C. De overige twaalf koeien, die
in denzelfden stal stonden, bleven ongedeerd.
Brand ontstond er niet.
In het museum voor land- en
volkenkunde van den heer Dudok de Wit,
te Breukelen, is ingebroken. Men schynt zich
met een bootje van «de Yechtzyde toegang
tot het gebouw verschaft te hebben. Eenige
voorwerpen waren aangeraakt en verplaatst
en slechts het vel van een wild zwijn werd
vermist.
Op het buitenverblyf van me
vrouw de weduwe Yan de Poll, te Loosdrecht,
bloeit een „Agara Hilinacantka Urivittata",
eene naar de aloë gelgkende Amerikaanscho
plant, die hier te lande byna nooit hoogstens
éénmaal gedurende een menschenleven
bloeit.
De bloemstengel van het prachtexemplaar
is 4'/2 meter hoog en bevat 1000 bloemen
of knoppen.
Baas Drieénbuizen is met goedvinden van
de eigenares bereid, de zeldzame plant belang
stellenden te doen bezichtigen.
Aan h e t s t a t o n L a g e Z w a 1 u w e
werden in den laatston tyd herhaaldelyk
goederen uit bagagewagens ontvreemd, zonder
dat de dader kon worden opgespoord. Zondag
morgen om vier uren echter werd een conduc
teur der S. S. door een aldaar aanwezigen
remmer op heeterdaad betrapt by het ont
vreemden van koffieboorien. Onmiddellyk werd
de stationschef gewaarschuwd en by onderzoek
bleek dat een zakje met ongeveer 2 kilogram
reeds in zyn bezit was. Hy werd onmiddellyk
in zyne betrekking geschorst en naar huis
gezonden.
G i s t''ó r morgen had oen oppas
send werkman te Doesburg het ongeluk met
een been onder een goederentram te geraken,
met het treurig gevolg dat genoemd lichaams
deel hem geheel word afgereden. Direct werd
geneeskundige hulp verleend Een onbekend
ruiter, die op de plaats des onheils tegen
woordig was, gaf een aanzienlyke som gelds
voor de vrouw en de kinderen van den on
gelukkige.
Men moldt uit Rotterdam, dat
in de Frankonstroat aldaar gisteren eene
vrouw in brand geraakte en daar by zulke
ergo brandwonden heeft bekomen, dat zy in
levensgevaar verkeert. Haar man, die de
vlammen poogde te doovtD, geraakte mede
in brand. Bei ien werden in hoogst bedenke
lyken toestand per brancard naar het zieken
huis gebracht.
Thivrior, de afgevaardigde met
den kiel, is niet langer een unicum; de Itali
aansche Kamer hooft nu ook een afgevaar
digde met een werkmanskiel. Het is de kruier
Zavattari, van Milaan; evenals Tbivrier is hy
hoofdzakelyk gekozen op de belofte, dat hij
nooit zyn kiel zal afleggen. Zoolang Zavattari
zyn mandaat vervalt, zal de kraiersvereeniging
van Milaan in het onderhoud van zyn gezin
voorziendit is overeengekomen by notariëelo
akte in optima forma.
Ondanks het krachtiger optre
den der Fransche rogeermg, zyn Zondag te
Bordeaux by de stierengevechten in de arena
van Cauderan weder twee stieren gedood.
Thans kan men zich eersteen
juist denkbeeld vormen van de uitgestrektheid
der ramp, die het zuideiyk deel van Midden-
Europa heeft getroffen. Niet alleen in Wurtem-
herg, maar ook in Beieren, Oostenryk-Hon-
garye, Zwitserland en een groot deel van
Italië hebben onweders, wolkbreuken, over
stroomingen, hagelstormen in do laatste dagen
voor millioenen schade aangericht, is in weinig
tyds de vrucht van veel zwoegen en sparen
vernield en de vooruitzichten wat vooruit
zichten! Er is maar één vooruitzicht voor
de bewoners der geteisterde streken: diepe
ellende tenzy er spoedig en veel geholpen
wprdt.
Er is reeds met een enkel woord gesproken
van de overstroomingen in de dalen van den
Wutach, den Brech én den Kinzig.
Met onweerstaanbare snelheid stortten de
watermassa's van de borgen van het Schwarz
wald naar beneden. De sterkste boomen wer
den ontworteld, in een ommezien waren
hooge houtstapels losgeslagen. Alles stortte
met donderend geraas in de dalen, waar on-
beschryfiyke verwoestingen werden aangericht.
De rivieren stegen in korten tyd twee meter,
het water drong in de huizen, de bewoners
waren blyde dat zy er het leven konden af
brengen. Het vee verdronk, tal van huizen
vielen in puin, de wegen werden overstroomd,
gedeeltelyk weggeslagen en met puin van
huizen en bruggen of met boomstammen
bezaaid. Overal is het verkeer geheel gestremd.
In deze dalen is geen enkele brug meer be
gaanbaar, de meeste zyn weggeslagen als
waren ze van bordpapier.
In Beieren is slechts een gering gedeelte
onbeschadigd gebleven. "Wat de Meisneeuw,
die in de bergen tot 2 meter hoog lag, ver
schoonde, viel aan hagel on wolkbreuken ten
offer. In tal van streken zullen de landbou
wers jaren moeten werken om den bodem
weder vruchtbaar te maken. Een vruchtbare
aardlaag van 1 tot 2 meter diepte is daar
eenvoudig weggespoeld.
By do wolkbreuk by Oedenhurg in Hon-
garyo zyn 42 menschen om het leven gekomen;
dertig personen worden nog vermist. Twintig
huizen z^n reeds ingestort; andere staan op
instorten.
Te Schwarzenbach, Schlatten en Hoch-
wolkersdorf is zooveel schade aangericht, dat
de bewoners daaronder jarenlang zullen lyden.
De velden en weiden zyn bedekt met slyk
en allerlei puin en hebben dientengevolge allo
waarde verioren. Er zullen eenige jaren moeten
voorbygaan voor de bodem weder bebouw
baar is. Te Schwarzenbach zyn bovendien 12
menschen en veel vee verdronken; zestien
huizen liggen in puin. Do schade, in deze
gemeenten aangericht, wordt op 600,000 floryn
geschat.
In Beneden- en Midden-Italië vrywel het
zelfde liedje. Ook hier gingen eenige menschen-
levens verloren. In de provincie Lecco heeft
een heftige storm voor meer dan een millioen
lire schado aangericht.
To Tarsus zjjn van 3 tot 5 Juni
26 personen door de cholera aangetast en
15 lyders overleden.
In de Antoniemyn, in Oppor-
Sileziö, is Maandag een brand uitgebroken,
nadat juist 600 arbeiders in de myn waren
afgedaald. Yolgens de „Freis. Ztg." zyn nog
slechts 40 menschen gered en dezen waren
bewusteloos toen men ze uit de myn bracht.
In de mynen van Karwin heeft weder een
myngasontploffing plaats gehad. Tal van ar
beiders werden gewond.
Over de Niagara zal een han
gende tram aangebracht worden. Het plan
bestaat nameiyk om aan beide zyden van
den waterval stalen torens op te richten van
ongeveer 6 meter hoogte en tusschen deze
kabels te spannen, langs welke wagens voort
bewogen kunnen worden, die 20 personen
bevatten.
CORRESPONDENTIE. Ingezondon stuk
ken of mededeelingen, waarvan do inzenders
hun naam niet aan de Redactie bokend maken,
worden ongeplaatst ter zyde gelegd.
INGEZONDEN.
Onze grachten.
Naar men ons mededeelt, is de ongunstige
toestand onzer grachten een gevolg daarvan,
dat de sluizen te Katwijk sedert ongeveer
veertien dagen gesloten zyn gebleven. De
stand van den boezem is laag, men tracht
hem zooveel mogelyk door krachtige inlating
to Gouda op peil te houden. Yan spuiing te
Katwyk kan geen sprake zyn, wanneer de
droogte aanhoudt. Gelukkigerwyze is er nogal
eens wat wind. By opmerkzame waarneming
zal men z:ch overtuigen dat er meer beweging
in onze openbare wateren is, dan oogen-
scbynlyk het geval is.
BUITENLAND.
Te Beriyn is sedert eenige dagen dt
aangekondigde tentoonstelling geopend van de
geschenken en eerbewyzen, door prins Yon
Bismarck ter gelegenheid van zyn tachtigsten
verjaardag ontvangen. Zy omvat drie zalen,
waarvan er twee reeds geheel gereed zyn.
In de eerste ligt de ongelooflyke hoeveel
heid adressen, welke de prins van steden,
corporation en particulieren heeft ontvangen,
dikwyis prachtig gebonden, gecalligrapheerd
of beschilderd. Dan vallen een aantal kunstig
gedreven eikekranaen in 't oog. In eene tweede
zaal bevinden zich, behalve kostbare, door vele
hooggeplaatste personen gezonden cadeaux,
ook eene menigte kleine geschenken, dikwyis
naïof en hartelijk bedoeld beide. In bonte
opeenvolging liggen daar pypen in allerlei
soorten, wandelstokken, leien, marsepein,
keukengereedschappen, reukwerken, luchters,
kousen, broeken, kussens, schaakborden (waar
onder een zeer fraai van barnsteen), tapyten,
bierpullen, enz.
Rusland.
Men zegt dat het bericht, dat Rusland ten
behoeve van China op de Fransche markt
eene leening ging sluiten voor de Duitsche
regeering, eene onaangename verrassing was,
te onaangenamer na de eeriyke ondersteuning,
die Duitschland aan Rusland in het Oosten
heeft verleend. Het heeft allen schyn, alsof de
Russische diplomatie der Duitsche te slim is
geweest en na van den Duitschen bystandte
hebben gebruik gemaakt, tot hare eerste liefde,
Frankryk, terugkeert.
De „Mosk. Wjedamosti", een blad, dat met
hooge regeeringspersonen in betrekking staat,
geeft den tekst mede van een memorandum,
dat de Japansche gezant den koning van Corea
heeft overreikt en meent, dat Japan dien
koning reeds als zyn vazal behandelt; ja, dat
het schynt, alsof Japan bereid was, om Corea
oorlog te voeren met Rusland. Dan zegt
het blad:
"Wy geven Japan de verzekering, dat de
hoop, dat Rusland dan alleen zou staan, ydel
is en dat het altyd een trouwen bondgenoot
zal hebben aan Frankryk. Hetzelfde moeten
wy zeggen van Duitschland, dat zeker niet
vroeger zal terugtreden, dan wanneer de onaf
hankelijkheid van Corea een feit zal zyn.
BelglS»
Sedert eenigen tijd werden aanhoudend
klachten gedaan over het stelen van koop
waren op treinen. Die diefstallen gebeurden
meestal gedurende den nacht en onder het
ryden. Eene strenge waakzaamheid werd
uitgeoefend en toch bleven de diefstallen voort
duren. Zaterdag-avond, te 11 uren, kwam een
stationsbeambte van Brussel by den commis
saris melden, dat een treinwachter gehoord
had dat op oene plaats, door hem aangeduid,
verscheidene wagendeuren werden openge
schoven on hy gezien had, dat verscheidene
balen koopwaar uit den wagen werden ge
worpen en dan de helling afrolden. De aan
geduid? plaats werd omsingeld en eene klop
jacht ingericht. Men vond inderdaad do uit
geworpen koopwaren en drie "kerels, die
gekomen waren om er zich meester van te
maken. Een der laatsten werd aangehouden,
28)
Mevrouw De Maire begreep niets van Ida's
smart. Zy wachtte totdat de tranen wat
minder rykeiyk vloeiden en zeido toen op
zachten toon:
„Vertel my, nu eens, wat de oorzaak van
jo droefheid is. Heb je eene onaangename
ontmoeting gehad?"
Do hateiyke woorden, door Constance geuit,
kwamon haar weder voor den gepst, en haar
smart overweldigde haar weder, doch daarop
vermande zy zich en zeide:
„Ik zal u zeggen, wat het is. Ik sprak
zooeven Constance Van Lee, en deze voegde
my woorden toe, die my kwetsten. Eerst vei
toldo zy my dat Eduard Udon woor terug
komt, de verraderlyke tranen kwamen woer
boven en toen plaagde zy my als altyd
weor met dien rechter. O, moes, hoe moet dat
illes eindigen? Ik ben zoo bang dat Udon
'at praatje gelooven zal."
Nu ging er een licht op voor mevrouw De
Maire. Zy had wel eens vermoed dat de jonge
Udon een meer dan gewonen indruk op het
hart van Ida gemaakt had, doch daar de
kennismaking met hem van zeer korten duur
geweest was, had zy het meer als iets voor
by gaands beschouwd.
Nu bemerkto zy echter dat haar kind den
jongen man liefhad en dit deed haar leed.
Behalve dat de jongelieden elkander nog
zoo weinig kenden, was er, nu Ida voor on-
bepaalden tyd naar Arnhem ging, veel kans
dat hem die praatjes over Ida ter ooren
zouden komen.
„Ida," zeide zy op emstigen toon, terwyi
zy de hand op hot hoofd van het weenende
meisje legde: „lieve, zie my eens aan. Ik
heb my je altyd voorgesteld als een fiink,
dogelyk meisje; niet als een, die by oogen-
schyniyke tegenwerking van hare liefste
wenscbon den moed zoo spoedig laat zinken.
Als Udon je werkeiyk liefheeft, dan zal hy
verlangend naar je terugkomst uitzien. Is dit
echter niet zoo, wees dan biy, dat ge niet
nader met hem verbonden wordt."
Dozo redeneering was zeer logisch, doch
bevredigde Ida slechts ten halve.
Zy kon nog maar niet hesluitendoch toen
zy aan de arme Mary en den brief van Henri
dacht, toen nam zy hare schryfportefeuille
en zette zich neder, om een antwoord aan
mevrouw Van Schoonhuyzen op to stellen.
Menige traan ootsnapte haar oogen terwyi
zy schreef. Zy had een voorgevoel alsof zy
met het verzenden van den brief over haar
verder levenslot bosliste.
Toen zy echter mevrouw Yan Schoonhuy
zen gemeld had dat zy twee dagen later te
Arnhem komen zou, werd zy kalm en gelaten,
en troostte zich met de spreuk: „Faisceque
doit, advienne que pourra," en zy schikte zich
in haar lot met de hoop, dat alles ten beste
zou gokeerd worden.
In den avond kwam Ernst Poole om t9
overleggen waar Mary zou kunnen verpleegd
worden. Hy wilde den volgenden morgen
naar Arnhem gaan om zyne zuster te halen.
Ida stelde haar ouders voor, Mary hare
kamer aan te bieden, doch daar men aldaar
niet stoken kon, zou dit moeiiyk gaan.
„Op do uwe kan gestookt worden en de
deur tustchen onze slaapkamers zou geopend
kunnen blyven. Als papa nu naar do logeer
kamer zou willen verhuizen, dan was de zaak
in orde," zeide Ida, die by al hare teleurstel
ling toch aan hare zieke vriendin bleef denken.
„Ge weet toch op alles raad," zeide mevrouw
De Maire, „als Mary nu maar spoedig beter
wordt, dan kunt gy weer terugkomen, en wat
zult ge dan eene zelfvoldoening smaken."
Het vertrek van Ida was twee dagen later
bepaald, en hoewel zy haar koffer met be
zwaard hart inpakte en nog menige traan haar
oog ontsnapte, wist zy zlchzelve toch zéé te
beheorschen, dat niemand vermoedde hoe
zwaar haar deze vriendschapsdienst viel.
De reis had Mary geen kwaad gedaan, en
2y gevoelde zich zóó gelukkig toen zy zich
door liefhebbende betrekkingen omgeven zag,
dat haar bleek gezichtje van vreugde met een
zacht blosje overtogen was.
XIV.
Wo may be happier aud more bopc-
faU, if apart from our own pleasure
and world by iroepects, we do something
for others. This at any rato will make
life worth living, and put a spirit of
youth into the dead hours of winter.
Texxyson.
Hot was een sombere, koude wintel morgen,
toen Ida naar Arnhem spoorde. Zy voelde zich
gedrukt en ontstemd, doch het bewustzyn
dat zy Mary eene rustige omgeving on mis
schien een spoedig herstel mogelyk maakte,
deed haar vrede met haar lot hebben. Zy had
een zwaren strijd gestreden, doch nu waszy
zeker van de overwinning.
Jonkheer Van Schoonhuyzen stond haar
aan don trein op te wachteD. Hy begroette
haar zeer vriendelyk, zorgde voor hare bagage
en gaf zyn bly dschap met hare komst te kennen.
„Mama zou er erg tegen opgezien hebben
als een vreemde Mary's plaats ingenomen
had," zeido hy.
„Het doet my genoegen," antwoordde Ida,
„dat mijn bezoek te Arnhem zulke aangename
herinneringen by uwe mama achtergelaten
heeft. Ik hoop dat de nadere kennismaking aan
die goede verwachting zal beantwoorden."
„O, daaraan twyfel ik niet," zeide Charles
Van Schoonhuyzen vroolyk; „het is nu maar
de vraag of u zich by ons zult kunnen schikken."
„Where is a will, there is a way," ant
woordde Ida schertsend.
Spoedig hield het rytuig stil voor het huis,
en ii3dat de jonker Ida had helpen uitstygen,
trad zy met kloppend hart do vestibule in.
Mevrouw Van Schoonhuyzen kwam haar
vriendelyk te gomoet met de woorden:
„Wel, lieve kind, ge zult wel geheel ver
kleumd zyn. Kom spoedig binnen; ik vind
het recht aangenaam je lief gezichtje weer
eens hier te zien, hoewel de reden er van
niet van vroolyken aard is. Welk een con
trast, jouw blozende wangen en die van Mary!"
Charles Van Schoonhuyzen bleef verbaasd
staan kyken. Zoo voorkomend had hy zyne
mama nog nooit gezien tegen iemand, die
niet tot hunne coterie behoorde. Dikwyis had
hy met leedwezen opgemerkt, dat zy met
minachting neerzag op degenen, die niet van
adel waren. Ida gevoelde zich vreemdzij ont
pakte zuchtend baar koffer en daar mevrouw
Van Schoonhuyzen na de koffie uitreed, bleef
zy op hare kamer, totdat de tyd voor het
diner dadr was.
„Iöa," zeide mevrouw, toen zij aan tafel
gezeten waren: „ik verwacht hedenavond
oenige gasten, wilt ge de honneurs aan do
theetafel waarnemen
„Als u het wenscht, dan zal ik het met
genoegen doen," stamelde Ida, die bloosdo
by de gedachte, dat zy onwaarheid sprak.
Het genoegen zou waarlyk niet groot zyn, in
zulk eene vreemde omgeving de zorg voor de
theetafel op zich te nemen.
Zy begaf zich na afloop van het diner naar
boven, om haar beste japon aan te trokken,
en terwyl zy zich kleedde, dacht zy met
schrik aan de plichten, welke zy op zich
genomen had. Zou zy die naar eisch kunnen
vervullen?
Toen zy even daarna de ontvangkamer
binnentrad, zag zy een aantal stoelen om de
tafel en by den haard gereed staan. Een
oogenblik verwensebte zy in stilte haie goed
heid, doch spoedig daarna schaamde zy zich
over haar egoïsme. Moesten r.iet honderden
meis-jes haar brood in den vreemde verdienen?
En het was voor haar slechts tydelyk, ter
wyl er toch zoovelen waren, die jaar in jaar
uit tot op haar ouden dag verplicht waren,
het brood der dienstbaarheid te eten.
Wordt vervolgd.)