Feuilleton. IDA DE MAIRE. wegens alle bedryfsonkosten en lastenrente van kapitaal, kantoorhuur, loonen, vrachten, afschrijvingen, oninbare vorderingen, premiën, retributiën en belastingen, verliezen, enz. Men kon dus de eerste vraag beantwoorden door de bruto inkorasten op te geven, en vervol gens tot het netto bedrag goraken door in vulling van de posten van aftrek, welke het biljet opnoemde. Dit kan men nu Diet meer doen. Het biljet vraagt thans: „hoeveel is hetjaarlyksch bedrag der inkomsten van u en uwe echtge noot, berekend volgens de bepalingen der wet, doch zonder aftrek van rente van kapitalen en van premiën voor levensverzekering, pen- 8ioon of lijfrente?" Daarna worden als aftrok slechts aangegeven deze twee posten: rente van kapitalen on premiën voor levensver zekering, pensioenen of lijfrente. Alle andere posten van aftrek wegens bedryfsonkosten zyn uit het biljet verdwenen. Hieruit volgt en dit biykt ook uit de aanteekeningen, welke b\j het biljet gevoegd zyn dat men thans de netto-inkomsten moet opgeven, waarvan alleen Dog slechts die twee posten afgetrokken mogen wordeD, om tot het belast bare inkomen te geraken. By de invulling van het cyfer der inkomsten is men dus verplicht alle de bovengenoerado posten \oor huren, loonen, assurantie, enz., enz. in reke fiing te brengen. Deze wyziging is vermoedeiyk aangebracht met het oog op kooplieden, die dubbel boek houden. Zy zy'n niet gewend van inkomsten of winsten te spreken zonder de onkosten in rekening te brengen. Voor de belasting be hoeven zy alleen te letten op enkele verschil punten tusschen de fiscale wyze van berekening der bedryfsonkosten en de wyze, waarop zy dit in hunne boekhouding gewend zyn. Voor hen is dus het nieuwe biljet der bedryfsbe- lasting eene vereenvoudiging. Er zyn echter ook duizend belastingplich tigen, die geen dubbel boek houden. Voor hen is het dus van belang te letten op de „aan teekeningen", by het biljet gevoegd, speciaal op No. 4: „aangifte wordt gedaan van het bedrag der inkomsten, berekend volgens de bopalingen der wet. Het onzuivere bedrag mag mitsdien vermindord worden met de posten van aftrek, hieronder sub 3 10 vermeld". Doen zy dit niet on letten zy, geleid door de herinnering aan de aangifte ten vorigen jare, alleen op de vragen van het biljet, dan loopen zy gevaar als hun belastbaar inkomen oen hooger bedrag op te geven, dan waartoe ty gehouden zyn. Amst., 11 Juni 1895. Mr. J. Kruskman. Dwangmiddelen lj|) de krankzinnigen* verpleging. Dezer dagen vierde mej Thönissen, bekend als zuster Constance, haar 40-jarig jubilé als verpleegster op Meerenberg. Naar aanleiding daarvan wordt in de „Zutf. Ct." honnnerd aan de verandering, welke tydons haar werken daar plaats greep in de verpleging der patiënten, waaromtrent aan het blad bet volgende wordt medegedeeld: „Het is nu ongeveer 40 jaren geleden, dat dr. Everts en dr. Persyn de bekende genees- heoren, die op bet gebied der krankzinnigen verpleging hier te lande zoovele verbeteringen bobben ingevoerd tot de conclusie kwamen, dat voor oen goede verpleging, afschaffing der dwangmiddelen, m. a. w. van allen mechani- schen dwang, een eerste vereischte was. Utopie 1" werd door velen beweerd. Er was immers in geheel Europa geen land aan te wfizon, waar men zonder d wangbuizen, enz. de orde en rust in de krankzinnigengestichten bad kunnen handhaven. „Toch werd de afschaffing in Meerenberg doorgezet, mot dat gevolg, dat de toopassing van dwangmiddelen nu byna door alle des kundigen in binnen- en buitenland veroor deeld wordt". Hadden do verplegers on verpleegsters in ien tyd van overgang, ook door het ontbreken van hulpmiddelen, een dubbel moeiiyken tyd, onder hen neemt mej. F. G. B. Thönissen een eerste plaats in, die toen uit eigen vrye keuz9 verpleegster werd in de storende af- deeling. Hoogstaangeslagenen. In byvoogsels der Staats-Courant zyn op genomen de lysten van hoogstaangeslagenen in de ryks directe belastingen, bedoeld in art. 76 der kieswet, zooals die door Ged. Staten der verschillende provinciën zyn gesloten. De eindcyfers zyn de volgende: Provinciën: Bevolking. Aantal. Laagste aanslag. Noord-Brabant. 509,628 339 f 408.90 Gelderland 512,202 341 697.31 Zuid Holland 949,641 633 997.54s Noord-Holland. 829,489 552 838.60 Zeeland199,234 132 465 78 Utrecht221,007 157 1153.86 Friesland335,558 223 490.93 Overysel295,445 196 470.05 Groningen272,786 181 538.64 Drente130,704 87 285.88s Limburg255,721 170 359.67 Cjt emengfd IVieuws. Zondag 23 Juni des avonds zal „Prins Maurits", de hoofdpersoon van de Leidsche maskeradefeesten, vergezeld van zyn stoet van ridders en edelen, een bezoek brengen aan het Kurhaus te Scheveningen, alwaar de noodige toebereidselen zullen worden gotroffen, om „den Prins" een waardige ontvangst te bereiden. De Rotterdam8che politie heeft een goede vangst gedaan; een paar inbrekers werden op heeterdaad betrapt, terwijl zy poogden by een makelaar in tabak hun slag te slaan. De aangehoudenen zyn eon schilder en een timmerman, genaamd B. Brinkman en J. D. A. Timmer. Laatstgenoemde, oen recidivist, wiens portret in bet geheim register der politie figureert, onderging reeds verschillende malen wegens diefstal en inbraak gevangenis straf en werd in het voorjaar van 1890 uit de gevangenis te Leeuwarden ontslagen, waar hy voor geiyk misdryf 6 jaren tuchthuisstraf had ondergaan. Een derde medeplichtige, die de agenten opgemerkt had, ontkwam door de vlucht, doch is door de politie in zyne woning aan gehouden. Het is de in de annalen der polit e welbekende Bohagel, thans het beroep van uitdrager uitoefenende. Hy moet als het eigen lijke boofd der bende beschouwd worden Zyne vrouw had by den bovenbedoelden makelaar gewerkt on daardoor kende hy de inrichting van het huis. Wetende dat de bewoner uit de stad was, moet hy het geweest zyn, die de aandacht der gauwdieven op diens woning vestigde. To Staphorst brak gisteren in de boerdery van R. Mannes oen hevige brand uit, die in weinige oogenblikken een grooten omvang verkreeg, zoodat by het afzonden van dit bericht reeds elf huizen oen prooi der vlammen zyn geworden. Uit Meppel is een brandspuit derwaarts getrokken. (Ebl.) In de hoogst ernstige „Times" leest men de volgende advertentie: „Zou de hoer, die my in 1864 te Londen zeide, dat hy my liefhad, maar afgewezen werd, thans opnieuw willen spreken. Men herinnert zich alles. De ouders zyn dood. E. D. C." Wy gelooren dat „de heer" inderdaad op nieuw heeft gesproken. Hy hoeft dor smach tende oude vryster laten wetendat hy juist grootvader was geworden. Moord te Yechel. Te Vechel is uit het Kanaal opgevischt het ïyk van den sedert Zondag-nacht vermisten koopman S. Do Wit. In een der broekzakkon is nog een bedrag van f 150 aan zilvergeld gevonden. Hier schynt inderdaad een moord te zyn geploegd. Uit de ïykschouwing moet gebleken zyn, dat S. De W. eerst geworgd en daarna te water geworpen is. Uit de teruggevonden portefeuille werd f 800 vermist. Al dadeiyk was vermoeden gevallen op twee grasmaaiers uit Erp, die met de laatste tram uit Helmond te Yechel waren aangekomen, na hunne woonplaats te zy'n voorby gestoomd. Naar reeds werd gemeld, zyn deze personen te Rotterdam, waarheen zy met de Vechelsche boot zyn gereisd, in hechtenis genomen en werd by onderzoek een groot bedrag aan bankpapier by hen gevonden. De W. was 40 jaren oud en laat eene weduwe met vyf kinderen achter. Te Maasniel sloeg gisteren de bliksem een koe dooi op den stal van den landbouwer C. De overige twaalf koeien, die in denzelfden stal stonden, bleven ongedeerd. Brand ontstond er niet. In het museum voor land- en volkenkunde van den heer Dudok de Wit, te Breukelen, is ingebroken. Men schynt zich met een bootje van «de Yechtzyde toegang tot het gebouw verschaft te hebben. Eenige voorwerpen waren aangeraakt en verplaatst en slechts het vel van een wild zwijn werd vermist. Op het buitenverblyf van me vrouw de weduwe Yan de Poll, te Loosdrecht, bloeit een „Agara Hilinacantka Urivittata", eene naar de aloë gelgkende Amerikaanscho plant, die hier te lande byna nooit hoogstens éénmaal gedurende een menschenleven bloeit. De bloemstengel van het prachtexemplaar is 4'/2 meter hoog en bevat 1000 bloemen of knoppen. Baas Drieénbuizen is met goedvinden van de eigenares bereid, de zeldzame plant belang stellenden te doen bezichtigen. Aan h e t s t a t o n L a g e Z w a 1 u w e werden in den laatston tyd herhaaldelyk goederen uit bagagewagens ontvreemd, zonder dat de dader kon worden opgespoord. Zondag morgen om vier uren echter werd een conduc teur der S. S. door een aldaar aanwezigen remmer op heeterdaad betrapt by het ont vreemden van koffieboorien. Onmiddellyk werd de stationschef gewaarschuwd en by onderzoek bleek dat een zakje met ongeveer 2 kilogram reeds in zyn bezit was. Hy werd onmiddellyk in zyne betrekking geschorst en naar huis gezonden. G i s t''ó r morgen had oen oppas send werkman te Doesburg het ongeluk met een been onder een goederentram te geraken, met het treurig gevolg dat genoemd lichaams deel hem geheel word afgereden. Direct werd geneeskundige hulp verleend Een onbekend ruiter, die op de plaats des onheils tegen woordig was, gaf een aanzienlyke som gelds voor de vrouw en de kinderen van den on gelukkige. Men moldt uit Rotterdam, dat in de Frankonstroat aldaar gisteren eene vrouw in brand geraakte en daar by zulke ergo brandwonden heeft bekomen, dat zy in levensgevaar verkeert. Haar man, die de vlammen poogde te doovtD, geraakte mede in brand. Bei ien werden in hoogst bedenke lyken toestand per brancard naar het zieken huis gebracht. Thivrior, de afgevaardigde met den kiel, is niet langer een unicum; de Itali aansche Kamer hooft nu ook een afgevaar digde met een werkmanskiel. Het is de kruier Zavattari, van Milaan; evenals Tbivrier is hy hoofdzakelyk gekozen op de belofte, dat hij nooit zyn kiel zal afleggen. Zoolang Zavattari zyn mandaat vervalt, zal de kraiersvereeniging van Milaan in het onderhoud van zyn gezin voorziendit is overeengekomen by notariëelo akte in optima forma. Ondanks het krachtiger optre den der Fransche rogeermg, zyn Zondag te Bordeaux by de stierengevechten in de arena van Cauderan weder twee stieren gedood. Thans kan men zich eersteen juist denkbeeld vormen van de uitgestrektheid der ramp, die het zuideiyk deel van Midden- Europa heeft getroffen. Niet alleen in Wurtem- herg, maar ook in Beieren, Oostenryk-Hon- garye, Zwitserland en een groot deel van Italië hebben onweders, wolkbreuken, over stroomingen, hagelstormen in do laatste dagen voor millioenen schade aangericht, is in weinig tyds de vrucht van veel zwoegen en sparen vernield en de vooruitzichten wat vooruit zichten! Er is maar één vooruitzicht voor de bewoners der geteisterde streken: diepe ellende tenzy er spoedig en veel geholpen wprdt. Er is reeds met een enkel woord gesproken van de overstroomingen in de dalen van den Wutach, den Brech én den Kinzig. Met onweerstaanbare snelheid stortten de watermassa's van de borgen van het Schwarz wald naar beneden. De sterkste boomen wer den ontworteld, in een ommezien waren hooge houtstapels losgeslagen. Alles stortte met donderend geraas in de dalen, waar on- beschryfiyke verwoestingen werden aangericht. De rivieren stegen in korten tyd twee meter, het water drong in de huizen, de bewoners waren blyde dat zy er het leven konden af brengen. Het vee verdronk, tal van huizen vielen in puin, de wegen werden overstroomd, gedeeltelyk weggeslagen en met puin van huizen en bruggen of met boomstammen bezaaid. Overal is het verkeer geheel gestremd. In deze dalen is geen enkele brug meer be gaanbaar, de meeste zyn weggeslagen als waren ze van bordpapier. In Beieren is slechts een gering gedeelte onbeschadigd gebleven. "Wat de Meisneeuw, die in de bergen tot 2 meter hoog lag, ver schoonde, viel aan hagel on wolkbreuken ten offer. In tal van streken zullen de landbou wers jaren moeten werken om den bodem weder vruchtbaar te maken. Een vruchtbare aardlaag van 1 tot 2 meter diepte is daar eenvoudig weggespoeld. By do wolkbreuk by Oedenhurg in Hon- garyo zyn 42 menschen om het leven gekomen; dertig personen worden nog vermist. Twintig huizen z^n reeds ingestort; andere staan op instorten. Te Schwarzenbach, Schlatten en Hoch- wolkersdorf is zooveel schade aangericht, dat de bewoners daaronder jarenlang zullen lyden. De velden en weiden zyn bedekt met slyk en allerlei puin en hebben dientengevolge allo waarde verioren. Er zullen eenige jaren moeten voorbygaan voor de bodem weder bebouw baar is. Te Schwarzenbach zyn bovendien 12 menschen en veel vee verdronken; zestien huizen liggen in puin. Do schade, in deze gemeenten aangericht, wordt op 600,000 floryn geschat. In Beneden- en Midden-Italië vrywel het zelfde liedje. Ook hier gingen eenige menschen- levens verloren. In de provincie Lecco heeft een heftige storm voor meer dan een millioen lire schado aangericht. To Tarsus zjjn van 3 tot 5 Juni 26 personen door de cholera aangetast en 15 lyders overleden. In de Antoniemyn, in Oppor- Sileziö, is Maandag een brand uitgebroken, nadat juist 600 arbeiders in de myn waren afgedaald. Yolgens de „Freis. Ztg." zyn nog slechts 40 menschen gered en dezen waren bewusteloos toen men ze uit de myn bracht. In de mynen van Karwin heeft weder een myngasontploffing plaats gehad. Tal van ar beiders werden gewond. Over de Niagara zal een han gende tram aangebracht worden. Het plan bestaat nameiyk om aan beide zyden van den waterval stalen torens op te richten van ongeveer 6 meter hoogte en tusschen deze kabels te spannen, langs welke wagens voort bewogen kunnen worden, die 20 personen bevatten. CORRESPONDENTIE. Ingezondon stuk ken of mededeelingen, waarvan do inzenders hun naam niet aan de Redactie bokend maken, worden ongeplaatst ter zyde gelegd. INGEZONDEN. Onze grachten. Naar men ons mededeelt, is de ongunstige toestand onzer grachten een gevolg daarvan, dat de sluizen te Katwijk sedert ongeveer veertien dagen gesloten zyn gebleven. De stand van den boezem is laag, men tracht hem zooveel mogelyk door krachtige inlating to Gouda op peil te houden. Yan spuiing te Katwyk kan geen sprake zyn, wanneer de droogte aanhoudt. Gelukkigerwyze is er nogal eens wat wind. By opmerkzame waarneming zal men z:ch overtuigen dat er meer beweging in onze openbare wateren is, dan oogen- scbynlyk het geval is. BUITENLAND. Te Beriyn is sedert eenige dagen dt aangekondigde tentoonstelling geopend van de geschenken en eerbewyzen, door prins Yon Bismarck ter gelegenheid van zyn tachtigsten verjaardag ontvangen. Zy omvat drie zalen, waarvan er twee reeds geheel gereed zyn. In de eerste ligt de ongelooflyke hoeveel heid adressen, welke de prins van steden, corporation en particulieren heeft ontvangen, dikwyis prachtig gebonden, gecalligrapheerd of beschilderd. Dan vallen een aantal kunstig gedreven eikekranaen in 't oog. In eene tweede zaal bevinden zich, behalve kostbare, door vele hooggeplaatste personen gezonden cadeaux, ook eene menigte kleine geschenken, dikwyis naïof en hartelijk bedoeld beide. In bonte opeenvolging liggen daar pypen in allerlei soorten, wandelstokken, leien, marsepein, keukengereedschappen, reukwerken, luchters, kousen, broeken, kussens, schaakborden (waar onder een zeer fraai van barnsteen), tapyten, bierpullen, enz. Rusland. Men zegt dat het bericht, dat Rusland ten behoeve van China op de Fransche markt eene leening ging sluiten voor de Duitsche regeering, eene onaangename verrassing was, te onaangenamer na de eeriyke ondersteuning, die Duitschland aan Rusland in het Oosten heeft verleend. Het heeft allen schyn, alsof de Russische diplomatie der Duitsche te slim is geweest en na van den Duitschen bystandte hebben gebruik gemaakt, tot hare eerste liefde, Frankryk, terugkeert. De „Mosk. Wjedamosti", een blad, dat met hooge regeeringspersonen in betrekking staat, geeft den tekst mede van een memorandum, dat de Japansche gezant den koning van Corea heeft overreikt en meent, dat Japan dien koning reeds als zyn vazal behandelt; ja, dat het schynt, alsof Japan bereid was, om Corea oorlog te voeren met Rusland. Dan zegt het blad: "Wy geven Japan de verzekering, dat de hoop, dat Rusland dan alleen zou staan, ydel is en dat het altyd een trouwen bondgenoot zal hebben aan Frankryk. Hetzelfde moeten wy zeggen van Duitschland, dat zeker niet vroeger zal terugtreden, dan wanneer de onaf hankelijkheid van Corea een feit zal zyn. BelglS» Sedert eenigen tijd werden aanhoudend klachten gedaan over het stelen van koop waren op treinen. Die diefstallen gebeurden meestal gedurende den nacht en onder het ryden. Eene strenge waakzaamheid werd uitgeoefend en toch bleven de diefstallen voort duren. Zaterdag-avond, te 11 uren, kwam een stationsbeambte van Brussel by den commis saris melden, dat een treinwachter gehoord had dat op oene plaats, door hem aangeduid, verscheidene wagendeuren werden openge schoven on hy gezien had, dat verscheidene balen koopwaar uit den wagen werden ge worpen en dan de helling afrolden. De aan geduid? plaats werd omsingeld en eene klop jacht ingericht. Men vond inderdaad do uit geworpen koopwaren en drie "kerels, die gekomen waren om er zich meester van te maken. Een der laatsten werd aangehouden, 28) Mevrouw De Maire begreep niets van Ida's smart. Zy wachtte totdat de tranen wat minder rykeiyk vloeiden en zeido toen op zachten toon: „Vertel my, nu eens, wat de oorzaak van jo droefheid is. Heb je eene onaangename ontmoeting gehad?" Do hateiyke woorden, door Constance geuit, kwamon haar weder voor den gepst, en haar smart overweldigde haar weder, doch daarop vermande zy zich en zeide: „Ik zal u zeggen, wat het is. Ik sprak zooeven Constance Van Lee, en deze voegde my woorden toe, die my kwetsten. Eerst vei toldo zy my dat Eduard Udon woor terug komt, de verraderlyke tranen kwamen woer boven en toen plaagde zy my als altyd weor met dien rechter. O, moes, hoe moet dat illes eindigen? Ik ben zoo bang dat Udon 'at praatje gelooven zal." Nu ging er een licht op voor mevrouw De Maire. Zy had wel eens vermoed dat de jonge Udon een meer dan gewonen indruk op het hart van Ida gemaakt had, doch daar de kennismaking met hem van zeer korten duur geweest was, had zy het meer als iets voor by gaands beschouwd. Nu bemerkto zy echter dat haar kind den jongen man liefhad en dit deed haar leed. Behalve dat de jongelieden elkander nog zoo weinig kenden, was er, nu Ida voor on- bepaalden tyd naar Arnhem ging, veel kans dat hem die praatjes over Ida ter ooren zouden komen. „Ida," zeide zy op emstigen toon, terwyi zy de hand op hot hoofd van het weenende meisje legde: „lieve, zie my eens aan. Ik heb my je altyd voorgesteld als een fiink, dogelyk meisje; niet als een, die by oogen- schyniyke tegenwerking van hare liefste wenscbon den moed zoo spoedig laat zinken. Als Udon je werkeiyk liefheeft, dan zal hy verlangend naar je terugkomst uitzien. Is dit echter niet zoo, wees dan biy, dat ge niet nader met hem verbonden wordt." Dozo redeneering was zeer logisch, doch bevredigde Ida slechts ten halve. Zy kon nog maar niet hesluitendoch toen zy aan de arme Mary en den brief van Henri dacht, toen nam zy hare schryfportefeuille en zette zich neder, om een antwoord aan mevrouw Van Schoonhuyzen op to stellen. Menige traan ootsnapte haar oogen terwyi zy schreef. Zy had een voorgevoel alsof zy met het verzenden van den brief over haar verder levenslot bosliste. Toen zy echter mevrouw Yan Schoonhuy zen gemeld had dat zy twee dagen later te Arnhem komen zou, werd zy kalm en gelaten, en troostte zich met de spreuk: „Faisceque doit, advienne que pourra," en zy schikte zich in haar lot met de hoop, dat alles ten beste zou gokeerd worden. In den avond kwam Ernst Poole om t9 overleggen waar Mary zou kunnen verpleegd worden. Hy wilde den volgenden morgen naar Arnhem gaan om zyne zuster te halen. Ida stelde haar ouders voor, Mary hare kamer aan te bieden, doch daar men aldaar niet stoken kon, zou dit moeiiyk gaan. „Op do uwe kan gestookt worden en de deur tustchen onze slaapkamers zou geopend kunnen blyven. Als papa nu naar do logeer kamer zou willen verhuizen, dan was de zaak in orde," zeide Ida, die by al hare teleurstel ling toch aan hare zieke vriendin bleef denken. „Ge weet toch op alles raad," zeide mevrouw De Maire, „als Mary nu maar spoedig beter wordt, dan kunt gy weer terugkomen, en wat zult ge dan eene zelfvoldoening smaken." Het vertrek van Ida was twee dagen later bepaald, en hoewel zy haar koffer met be zwaard hart inpakte en nog menige traan haar oog ontsnapte, wist zy zlchzelve toch zéé te beheorschen, dat niemand vermoedde hoe zwaar haar deze vriendschapsdienst viel. De reis had Mary geen kwaad gedaan, en 2y gevoelde zich zóó gelukkig toen zy zich door liefhebbende betrekkingen omgeven zag, dat haar bleek gezichtje van vreugde met een zacht blosje overtogen was. XIV. Wo may be happier aud more bopc- faU, if apart from our own pleasure and world by iroepects, we do something for others. This at any rato will make life worth living, and put a spirit of youth into the dead hours of winter. Texxyson. Hot was een sombere, koude wintel morgen, toen Ida naar Arnhem spoorde. Zy voelde zich gedrukt en ontstemd, doch het bewustzyn dat zy Mary eene rustige omgeving on mis schien een spoedig herstel mogelyk maakte, deed haar vrede met haar lot hebben. Zy had een zwaren strijd gestreden, doch nu waszy zeker van de overwinning. Jonkheer Van Schoonhuyzen stond haar aan don trein op te wachteD. Hy begroette haar zeer vriendelyk, zorgde voor hare bagage en gaf zyn bly dschap met hare komst te kennen. „Mama zou er erg tegen opgezien hebben als een vreemde Mary's plaats ingenomen had," zeido hy. „Het doet my genoegen," antwoordde Ida, „dat mijn bezoek te Arnhem zulke aangename herinneringen by uwe mama achtergelaten heeft. Ik hoop dat de nadere kennismaking aan die goede verwachting zal beantwoorden." „O, daaraan twyfel ik niet," zeide Charles Van Schoonhuyzen vroolyk; „het is nu maar de vraag of u zich by ons zult kunnen schikken." „Where is a will, there is a way," ant woordde Ida schertsend. Spoedig hield het rytuig stil voor het huis, en ii3dat de jonker Ida had helpen uitstygen, trad zy met kloppend hart do vestibule in. Mevrouw Van Schoonhuyzen kwam haar vriendelyk te gomoet met de woorden: „Wel, lieve kind, ge zult wel geheel ver kleumd zyn. Kom spoedig binnen; ik vind het recht aangenaam je lief gezichtje weer eens hier te zien, hoewel de reden er van niet van vroolyken aard is. Welk een con trast, jouw blozende wangen en die van Mary!" Charles Van Schoonhuyzen bleef verbaasd staan kyken. Zoo voorkomend had hy zyne mama nog nooit gezien tegen iemand, die niet tot hunne coterie behoorde. Dikwyis had hy met leedwezen opgemerkt, dat zy met minachting neerzag op degenen, die niet van adel waren. Ida gevoelde zich vreemdzij ont pakte zuchtend baar koffer en daar mevrouw Van Schoonhuyzen na de koffie uitreed, bleef zy op hare kamer, totdat de tyd voor het diner dadr was. „Iöa," zeide mevrouw, toen zij aan tafel gezeten waren: „ik verwacht hedenavond oenige gasten, wilt ge de honneurs aan do theetafel waarnemen „Als u het wenscht, dan zal ik het met genoegen doen," stamelde Ida, die bloosdo by de gedachte, dat zy onwaarheid sprak. Het genoegen zou waarlyk niet groot zyn, in zulk eene vreemde omgeving de zorg voor de theetafel op zich te nemen. Zy begaf zich na afloop van het diner naar boven, om haar beste japon aan te trokken, en terwyl zy zich kleedde, dacht zy met schrik aan de plichten, welke zy op zich genomen had. Zou zy die naar eisch kunnen vervullen? Toen zy even daarna de ontvangkamer binnentrad, zag zy een aantal stoelen om de tafel en by den haard gereed staan. Een oogenblik verwensebte zy in stilte haie goed heid, doch spoedig daarna schaamde zy zich over haar egoïsme. Moesten r.iet honderden meis-jes haar brood in den vreemde verdienen? En het was voor haar slechts tydelyk, ter wyl er toch zoovelen waren, die jaar in jaar uit tot op haar ouden dag verplicht waren, het brood der dienstbaarheid te eten. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2