Donderdag 13 Juni.
A0. 1895.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 12 Juni.
Feuilleton.
IDA DE 5V2A6RE.
No. 10828.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
a 1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTËNs
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Offlcieele Kenniscevingen.
Burgemeester en Wethoudera v&n Leidon;
Gozien het adree Tan N. M. F. TAVERNE, hou
dende verzoek om vergunning tot het houden van
varkena in het achtergedeelte van het porceel Haar
lemmerstraat 18;
Gelet op art. 162 der Algemeene Politieverordening
van 6 November 1879;
Brengon tor kennia van belanghebbenden dat op
Donderdag, den 13dea Juni a. a dee voormiddaga
te elf uren, op het Raadhuie gelegenheid aal worden
gegeven tot het inbrengen van bezwaren tegen dat
verzoek.
Burgemeester en Wethouder* voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeeeter.
11 Juni 1896. E. KIST, Secretarie.
B. en We. van Vooraohoten brengen ter algemeene
kennia dat de gewono driemaandelijkeche koatolooze
inenting zal plaat* hebben op Donderdag den lSdon
dezer, 'e namiddaga te 4 uren.
Zij vestigen er in het bgzondor de aandaoht van
belangetellenden op, d&r. die inenting niet zooala
vroeger in bet Ambachtshuis, doch in een der lokalen
van het Raadhuis zal getchieden.
De collecte voor den gowapenden dienst zal te
Voorsoboten worden gehouden op Maandag don 17den
Juni a. s.
B. en Ws. van Woubrogge maken bekend dat do
collecte voor het fonds tot aanmoediging en onder
steuning van den gewapenden dienst in de Neder
landen zal gehouden worden in den loop der vol
gende week.
Wij ontvingen het derde verslag der Ver-
eeniging tot bevordering van den bouw van
werkmanswoningen te Leiden.
Bracht het vorig verslag eene belangrijke
wijziging van den werkkring der Vereeniging
in herinnering, thans wordt op een niet min
der gewichtig jaar teruggezien. Was de Ver
eeniging ten gevolge dier wijziging niet alleen
geldschietster van arbeiders-vereenigingen ge-
bloven, maar trachtte zij den woningtoestand
ook rechtstreeks te verbeteren door zelve onbe
woonbare perceelen aan te koopen en door
geschikte woningen te vervangen, weldra bleek
dat om op dezen weg eenigszins met kracht
op te treden, de geldmiddelen verre van toe
reikend waren, terwijl vergrooting van het
aandeelenkapitaal niet doenlyk bleek.
In dezen staat van zaken scheen het aan
het bestuur het meest doelmatig toe eene
obligatieleening te sluiten, zoo mogelijk met
rentegarantie door de gemeente Leiden.
De algemeene vergadering gaf machtiging
hierover onderhandelingen met het gemeente
bestuur aan te knoopen, daarby den wensch
uitende, dat de Gemeente tevens een minimum-
dividend van 3% op do aandeelen zou garan
deeren.
Zooals bekend is, leidden die onderhande
lingen tot het resultaat, dat de Gemeenteraad
besloot tot rentegarantie van 8'/2 's jaars
voor een obligati. leening van f 100,000, en
van 3% 's jaars over een aandeelenkapitaal
van f 60,000, met dien verstande, dat het be
drag, door de ^Gemeente by te passen, nooit
f 3500 overstyge.
Kon in het verslag over 1893 reeds de
aankoop worden vermeld van de Paradyspoort
aan de Bouwelouwesteeg, in het afgeloopen
jaar werden op den grond der twaalf aldaar
staande huisjes, benevens het aangrenzende
ruime erf, twaalf woningen gebouwd, die
dadeiyk tegen een huurprys van f 1.50 a
f 1.60 's weeks bewoners vonden en op den
hoek der steeg esn grooter huis, dat tegen
f 2.50 werd verhuurd.
Eene volgende onderneming was de aan
koop der Komkommerpoort aan de Binnen
vestgracht tegenover den Hortus. De aan de
gracht staande twee perceelen werden vervan
gen door twee grootere met beneden- en boven
woning, die ieder f 2 weekhuur deden, en de
vier huisjes in de poort werden afgebroken
tot den opbouw van drie woningen, die voor
f 1.50 's weeks werden verhuurd.
Het is zeker een verblydend verschynsel,
dat zoowel van deze als van andere door de
Yereeniging gebouwde huisjes de huur steeds
geregeld voldaan werd.
Twee huisjes kreeg de Yereeniging ten
geschenke, beide in de Halvemaanspoort,
onder voorwaarde dat zy niet zouden worden
verhuurd.
De vereeniging „Eigen Haard," die steeds
getrouw aan hare verplichting tot rentebeta
ling en aflossing had voldaan, wenschte naast
de door haar op „Vreewyk" gebouwde huisjes
grond aan to koopen en daarop twaalf nieuwe
huisjes benevens een pakhuis voor hare leden
te bouwen. Om dit mogelyk te maken, is
door het bestuur op dezelfde voorwaarden als
vroeger een bedrag van ƒ12,800 aan „Eigen
Haard" geleend onder 2de hypothecair ver
band op hare bezittingen.
Meer dan eens werden aan het bestuur
poorten aangeboden of kwamen zy in veiling.
De aankoop stuitte, behalve in bovengemeld
geval af, eensdeels op den onzekeren toestand,
waarin de Yereeniging verkeerde tydens de
onderhandelingen over de rentegarantie en
later over de plaatsing der leening, anderdeels
evenwel op den prys, die het onmogelyk
maakte zonder groot verlies de onbewoonbare
huisjes door bewoonbare te vervangen.
Die prys was doorgaans zoo hoog, dat het
voor de hand lag verband te zoeken daar-
tusschen en de oprichting der Yereeniging.
„Zeker is het", zeggen bestuurderen, „dat de
opdryving daarvan op den duur verlammend
moet werken op ons streven en ons zou
kunnen dwingen naar andere wegen uit te
zien tot verbetering van den zoo treurigen
woningtoestand binnen deze Gemeente."
Het winstcyfer was voldoende tot uitkeering
van een dividend van 3% op de aandeelen.
Kunnen bestuurderen met voldoening op het
afgeloopen jaar terugzien, het bestuur is er
zich van bewust dat in dit en de eerstvolgende
jaren de Vereeniging moet toonen dat, nu zy
de geldmiddelen, noodzakeiyk tot bereiking van
haar doel verkregen heeft, zy het vertrouwen,
dat de Gemeenteraad in haar stelde, waardig is.
De Staatscourant van 12 dezer bevat de
statuten der volgende vereeniging, als rechts
persoon erkend volgens de wet van 22 April
1855 (Stsbl. 32); De afdeeling Leiden der
Zuid Hollandsche IJsvereeniging.
Benoemd is tot brievengaarder te Lei-
muiden de postbode N. Van Immerzeel.
Het gewicht van de gisteren gehouden
zitting van den Haagschen gemeenteraad
moet gelegen hebben in de geheime verga
dering, welke kort na de opening der open
bare zitting, waarin de benoemingen werden
afgedaan, werd gehouden en tot even voor
de sluiting duurde. De overige 19 onderwer
pen van de agenda werden zonder beraadsla
ging afgedaan.
Na afloop van het comité-generaal volgde
eene hoofdelyke stemming over een voorstel
tot bevordering van onderwyzend personeel
by het openbaar lager onderwys, dat gewoon-
ïyk nooit tot dergeiyke omvrage aanleiding
geeft.
Aan den heer M. Den Hartogh, die byna
50 jaren onafgebroken als lid deel uitmaakte
van het orkest der Koninklyke Fransche
Opera, werd een jaarlyksche toelage verleend,
en de Raad hechtte voorts zyn goedkeuring
aan een wyziging van het reglement van de
Bank-van Leening, enz., in hoofdzaak hierop
neerkomende, dat in het vervolg ook voor
schotten van minder dan f l zullen kunnen
worden verleend, met het doel om te voor
komen dat de kleine pandgevers zich gaan
wenden tot de huizen van verkoop met recht
van wederinkoop. j
De leden van de^i Raad konden in de lees
kamer inzage nemen van een rapport van
de apothekers G. Jtelgersma en F. R. Becht-
man, omtrent hetj hun door B. en Ws. op-
godragen onderzoek van eonige levensmiddelen
en van vaatwerk voor buishoudelyk gebruik.
Het plechtig uitgeleide van hetstoffelyk
overschot van prof. dr. A. C. Oudemans, in
leven hoogleeraar-directour der Polytechnische
School te Delft, had gisteravond plaats.
Tegen zeven uren waren de docenten, biblio
thecaris, administrateur, assistenten, enz., het
geheel© personeel der Polytechnische School,
byeengekomen in de Prinsenkamer. In den
tuin was inmiddels de Senaat van bet Delftsch
Studentencorps met een groot aantal studenten
vereenigd.
Toen de kist in den ïykwagen was geplaatst,
stelde de Senaat met het vaandel zich op
tegenover den hoofdingang van het gebouw
en voegden de studenten zich daarachter. Daar
hield de ïykwagen stil en trad de waar
nemende directeur, gevolgd door de in de
Prinsenkamer aanwezigen, naar buiten; namens
de docenten hechtte de waarnemende direc
teur, de heer N. H. Henket, een palmtak
aan het lijkkleed en legde de president van
den Senaat van het Delftsche Studentencorps
een krans op de iykkist. In het geheel dekte
een 10 tal kransen de baar.
Daarop stelde de stoet zich in beweging.
Achter den ïykwagen volgden t© voet de
familieleden, de waarnemende directeur en de
secretaris van dewraad van bestuur, docenten,
assistenten, de Senaat van het D. S.-C. en
verdere studenten «n ten slotte alle beambten.
Langs het Oude Delft, Bmnötrwatersloot, Oude
Stationsplein en Houttuinen ging de stoet naar
het station, dat voor het publiek was afgesloten.
Daar stelden de waarnemende directeur met
de docenten zich ter rechterzyde van den
wagen op, en de Senaat met de studenten en
haie ter linkerzyde. Gevolgd door de familie
leden, werd thans de lykbaar geplaatst tegen
over den ingang van den wagen.
De waarnemende directeur, de heer Henket,
hordacht den levensloop van don ovorlodcno,
huldigde zyn toewyding by zyn studie en zyn
liefde voor de Polytechnische School.
De president van den Senaat, de heer
Heldring, huldigde den directeur, die voor de
studenten altyd een vaderlyke vriend was.
Prof. Hoogewerff herdacht prof. Oudemans
als de geleerde, aan wien de wetenschap veel
verplicht is, terwyi ten slotte prof. Oude
mans, te Utrecht, broeder van den overledene,
dankte voor de belangstelling.
Nadat met het vaandel van het studenten
corps driemaal was gesalueerd, was de plechtig
heid geëindigd.
Het schriftelyk gedeelte van het eind
examen van de hoogere burgerscholen met
vyfjarigen cursus vangt voor alle scholen aan op
Woensdag den 19den dezer, om op den 29sten
te eindigen. Hot mondeling gedeelte wordt,
voor de scholen uit de provincie Noord-
Holland en ook voor de H. B.-School met
5 jarigen cursus te Leiaen, dit jaar afgenomen
te Amsterdam, waar, met het oog op het
groote aantal candidaten, een dubbele com
missie zal zitting houden, onder voorzitter
schap van dr. J. Campert, directeur der H.
B.-S. met 5-jarigen cursus voor jongens te
Amsterdam. Het mondeling gedeelte vangt aan
op den 15den Juli.
De resultaten der „Nieuwe Afrikaansche
Handelsvennootschap" over het afgeloopen
jaar zyn niet gunstig. De exploitatie heeft
nl. een verlies van ca. f 220,000 opgeleverd,
dat by toestemming der vergadering van
aandeelhouders zal worden gedekt, door met
een gelyk bedrag de reserve te verminderen.
Te Driesum heeft de ter aarde-bestelling
plaats gehad van het stoffelyk overschot van
den heer J. G. baron Van Sytzama, in leven
ritmeester der huzaren te Venloo. Behalve de
kamerheer van H. M. do Kohingin baron Taets
van Amerongen, waren nog oenige leden der
hofhouding en verscheidene officieren van de
cavalerie en rydende artillerie en vele vrienden
van den ovörledene overgekomen, om hem de
laatste eer te bewyzen. De iykkist was gedekt
met den krans van de beide Koninginnen en
de ridderkruisen van de orde van de Eikekroon,
van de orde van Frederik van Wurtemberg en
van de orde van de Kroon van Pruisen, waar
mede de overledene was versierd geweest.
Op verlangen van den overledene werd er
niet by het graf gesproken.
Blykens by het departement van marine
ontvangen bericht, is Hr. Ms. fregat „Atjeh,"
onder bevel van den kapitein ter zee W. J.
P. Van Waning, in den namiddag van 10
dezer naar Kiel vertrokken ter bywoning
van de plechtige opening van het Noord-
Oostzeekanaal. (Sts.-Ct.)
De Duitsche gezant by ons Hof, graaf Von
Rantzau, en mevr. Von RantzauBismarck
worden aanstaanden Zaterdag of Zondag in
l Den Haag terugverwacht.
Naar men verneemt, heeft de Staatsspoor-
wegmaatschappy onderhandelingen aange
knoopt met de „Hamburgische Packetfahrfc
Gesellschaft", ten einde te bewerken dat
laatstgenoemde maatschappy een harer schepen
op Zuid'Afrika ook een der Nederlandsche
zeehavens zal laten aandoen.
Ten einde het vervoer van geslacht vee van
Nederland naar Londen via Ylissingen Dog
beter te regelen, zyn er onderhandelingen aan
geknoopt tusschen de Staatsspoorwegmaat-
schappy en de Nederlandsche Kamer van
Koophandel te London.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft: lo. met ingang van den dag, waarop
hy na 30 Juni 1895 zyn betrekking aanvaardt,
benoemd tot onderwyzer by de leerschool, ver
bonden aan de Rykskweekschool voor onder-
wyzers te Deventer, N. L. Wiltink; 2o. met
ingang van 16 dezer benoemd tot amanuensis
aan de Polytechnische School te Delft A. J. J
Berkhout.
Het nieuwe gebouw der „Prins-Hendrik
stichting" te Egmond aan Zee zal 8 Juli
plechtig worden ingewyd.
Te Rotterdam is gisteren aangekomen
het stoomschip „Ardjoeno" met 25 militairen
van het Oost Indisch leger; 14 daarvan hebben
deelgenomen aan de krygsverrichtingen op
Lombok. De korporaal C. A. Wennink, de
fuseliers W. Weber, J. J. v. d. Stroom, S.
Uden en J. Uiterwijk werden daarby verwond.
Het stoomschip „Cyclops" arriveerde 8
Juni van Amsterdam en Liverpool te Batavia;
de „Prins Frederik Hendrik" vertrok 11 Juni
van Paramaribo naar Amsterdamde „Prins
Willem II" arriveerde 9 Juni van Amsterdam
te Paramaribo; de „Stentor," van Amsterdam
en Liverpool naar Java, vertrok 8 Juni van
Algiers; de „Werkendam" arriveerde 11 Juni
van Nieuw-York te Amsterdam.
By koninkiyk besluit is vergund aan
mr. J. A. De Vicq, consul-generaal der Neder
landen te Melbourne, het aannemen der ver
sierselen van officier der Kroonorde van Italië.
De nieuwe Beschrijvingsbiljetten voor
de Bedrijfsbelasting.
Nadat de bedryfsbelasting één jaar gewerkt
had, zyn de aangiftebiljetten reeds gewyzigd
en verschaffen aan den belastingplichtige, die
zich ten vorigen jare in de zaak ingewerkt
had, een vernieuwd onderwerp van studie.
Mogelyk zyn de nieuwe biljetten eene ver
betering boven de oude: de praktyk zal in
deze uitspraak doen. Het is echter niet zonder
belang te wyzen op een vry gewichtig ver
schilpunt tusschen het oude en het nieuwe
biljet, dat er toe zoude kunnen leiden den
belastingplichtige, die met de herinnering van
zyne aangifte in het vorige jaar te rade gaat,
op een dwaalspoor te brengen.
Het oude biljet B, waarin de aangifte der
belastbare inkomsten geschiedde, stelde eerst
deze vraag: „Hoeveel bedragen uwe inkom
sten, zonder aftrek van rente over kapitaal,
dat gy in eigendom of vruchtgebruik hebt?"
Daarna stelde het biljet de vraag, hoe groot
de aftrek was (indien deze by de berekening
der inkomsten niet reeds had plaats gehad)
27)
Ida had diap medeiyden met de zwaar be
proefde vrouw.
„Nu, mevrouw," zeide zy, „ik zal er eens
over denken, en ik kom u morgen myn be
sluit mededeelen. Ik twyfel er niet aan of de
schaal, waarin ik myn vriendschap voor Mary
en de bezwaren, die ik heb, weeg, zal wel
naar de door u gewenschte zyde overslaan.
„O, lieve, als dat waar is! Wat zou ik ge
lukkig zyn. Maar, waar moet Mary heen? Wij
kunnen haar hier zoo slecht huisvesten."
„Daar zal wel iets op te vinden zyn," zeide
Ida bemoedigend; „ik denk dat er voor dat
bezwaar ook wel uitkomst zal komen," en
nadat zy mevrouw Poole nog eenige woorden
van troost had toegesproken, begaf zy zich
met een bezwaard gemoed naar huis.
Het voorstel van mevrouw Van Schoon-
huyzen woog haar als lood op het hart Hoe
lang zou het misschien duren, voordat Mary
geheel hersteld zou zyn? De gedachte, dat
zy al dien tyd in de aristocratische omgeving
zou moeten verkeeren, boezemde haar schrik
in. Zy dacht er een oogenblik aan, om mevrouw
Vao Schoonhuyzen te antwoorden, dat zy er
te veel bezwaar in zag om aan haar verzoek
te voldoendoch dan zou Mary hare betrekking
kwyt zyn. En dat was dan door haar toedoen I
Terwyl zy hierover nadacht, ontmoette zy
Constance Yan Lee.
Deze zag er byzonder opgewekt uit en zy
begroette Ida harteiyk.
„Ik kom juist van Bertha Udon," zeide zy
„zy was recht gelukkig, want Eduard komt
over veertien dagen thuis."
„Eduard I" riep Ida, hevig blozend.
„Ik heb gehoord dat hy zulke smeekbrieven
naar huis zond, dat de heer Udon zich over
hem ontfermd heeft en het verblyf van zyn
zoon in Frankfort verkortte."
Ida voelde dat zy een kleur had als vuur,
en hare stem beefde toen zy zeide
„Nu, ik kan my begrypen dat Bertha ge
lukkig is; maar, Constance, weet je dat Mary
Poole ziek is en dat zy naar hier getrans
porteerd wordt? Mevrouw Van Schoonhuyzen
heeft my gevraagd hare plaats te komen
vervullen."
„Ik wilde dat ik in je plaats was," zeide
Constance: 't lykt my verrukkeiyk zulk een
leventje, alle dagen uit ryden gaan, iederen
middag een fijn diner, en dan.... die jonker
Van Schoonhuyzen moet een knap mensch zyn.
Weet je wel, Ida, dat Arnhem en Z. dicht by
elkaar liggen?"
„Ik begryp niet wat Z. daarmede te maken
heeft," zeide Ida op knorigen toon. Zy dacht
nog steeds aan de vervroegde komst van
Eduard en de teleurstelling hem vooreerst
niet te zullen zien.
„Nu, kom, houd je maar niet zoo dom.
Iedereen weet het toch all" zeide Constance
schertsend.
„Wat? Ik begryp je niet," riep Ida, wie
het weenen nader stond dan het lachen.
„Wel, dat je in stilte geëngageerd bent
met den heer Maré, en dat het publiek wordt,
als hy zyne benoeming tot rechter naar U.
heeft ontvangen, en dat zal spoedig gebeuren."
Ida staarde verbysterd om zich heen. Het
was haar alsof zy droomde. Wat praatte
Constance toch?
Eindeiyk zeide zy:
„Maar, Constance, wie heeft zulke praatjes
rondgestrooid?"
„Ja, dat weet ik niet moer; ik geloof dat
iedereen het denkt."
„Maar, myn Hemel, ik heb den man na de
buitonparty by Pato niet meer gesproken 1"
riep Ida met tranen in de oogen. Haar hart
bloedde by de gedachte, dat dit nieuws Eduard
ter ooren zou komen, en zy zou er niet zyn,
om het onware bericht tegen te spreken.
„Nu, men denkt er anders over, en ge
zult zelf wel weten, hoe dat komt."
„Ik? Ach, Constance, als ge wist hoe on
schuldig ik in deze zaak ben, dan zoudt go
zoo niet spreken."
„Nu, dan behoeft ge het je ook niet aan
te trekken; maar nu moet ik verder," zeide
Constance: „zal ik je nog zien, vóór ge naar
Arnhem vertrekt?"
„Ik denk het niet, want a 1 s ik ga, zal
het natuuriyk spoedig zyn," antwoordde Ida,
die huiverde by de gedachte Amsterdam voor
onbepaalden tyd te moeten verlaten.
„Nu dan, adieu, amuseer je goed en verlies
je hart maar niet aan den knappen jonkheer
Van Schoonhuyzen l" riep Constance schert
send.
„Geen nood," trachtte Ida op luchtiger toon
te antwoorden. De tranen kwamen haar in de
oogen; zy had een zwaren stryd, daar zy te
kiezen had tusschen liefde en plicht. Zy be
sefte volkomen hoeveel er van haar keus in
dezen zou kunnen afhangen.
Nu Eduard Udon zoo spoedig zou terug
komen en zy de stad voor onbepaalden tyd
verlaten moest, b9greep zy, dat er in hare
afwezigheid veel plaats zou kunnen hebben
en veel woorden gesproken zouden worden, met
het doel haar van Eduard te scheiden.
Wie en wat het was, kon zy zich niet
duideiyk voorstellen. Welk belang zou iemand
kunnen hebben haar van hem te scheiden?'
Constance Van Lee was hare vriendin en
Hugo Blunt had immers zelf op den nieuw
jaarsdag in bedekte termen op de spoedige
vervulling harer wenschen gezinspeeld? Hy
had dus geen rancune, en wie zou het anders
kunnen zyn? Zy tobde zich af met deze vraag,
totdat zy haar huis bereikte.
Toen zy de kamer binnentrad, was hare
moeder, een brief lezende, aan de tafel ge
zeten.
„Wel, kind," riep zy haar toe: „er is een
brief uit Port-Saïd van Henri. Hy heeft het
op reis best gehad en gaat goedsmoeds de toe
komst te gemoet. Het reisgezelschap bevalt
hem ook byzonder, en hy heeft tot nu toe
weinig last van zeeziekte gehad. Hy schryft
veel over een meisje onder de passagiers, dat
hem zoo aan Mary denken doet. Zult u goed
voor haar zorgen?" schryft hy„ik weet dat
u haar beschouwt als uw aanstaande doch
ter; als mevrouw Van Schoonhuyzen niet lief
voor haar is, of als zy soms ziek mocht
worden, dan zult u haar zeker wel by u
aan huis willen nemen, nietwaar? Ik zal
flink werken; wie weet hoe spoedig ik haar
dan weer zal zien. Och, moes, ik ben Ida
altyd nog zoo dankbaar, dat zy my in dio
treurige dagen, toen ik dien stryd tusschen
myne liefde voor Mary en myn egoïsme
voerde, het rechte pad gewezen heeft
Mevrouw De Maire had dien brief voor
gelezen zonder op te zien, doch nu viel haar
blik op Ida's bleek gezichtje en met schrik
zeide zy:
„Kind, wat scheelt je, wat is er gebeurd
De arme Ida kon hare tranen niet mee.
bedwingon. Zy sloeg hare armen om den hals
harer moeder en barstte in snikken uit.
„O, moes, leest u dezen brief eens, wat
moet ik hierop antwoorden?" zeide zy op
wanhopenden toon, terwyi zy het schryven
van mevrouw Van Schoonhuyzen aan har©
moeder overhandigde.
Mevrouw De Maire nam den brief en zeide,
na hem gelezen te hebben:
„Maar, kind, is dat nu zoo erg? My dunkt,
het zal geen groote opoffering voor je zyn,
ter wille van Mary voor eenige weken naar
mevrouw Von Schoonhuyzen te gaan logeeren.
Ge hebt immers zoo genoteD, toen gy daar
een dag hebt doorgebracht?"
„O, maar moes, u weet niet alles. Ik heb
veel voor Mary over; ik wil alles voor haar
doen, maar dit nietl o, dit nietl"
(Wordt vervolgd.)