Donderdag 13 Juni. A0. 1895. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 12 Juni. Feuilleton. IDA DE 5V2A6RE. No. 10828. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers f 1.10. a 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTËNs Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Offlcieele Kenniscevingen. Burgemeester en Wethoudera v&n Leidon; Gozien het adree Tan N. M. F. TAVERNE, hou dende verzoek om vergunning tot het houden van varkena in het achtergedeelte van het porceel Haar lemmerstraat 18; Gelet op art. 162 der Algemeene Politieverordening van 6 November 1879; Brengon tor kennia van belanghebbenden dat op Donderdag, den 13dea Juni a. a dee voormiddaga te elf uren, op het Raadhuie gelegenheid aal worden gegeven tot het inbrengen van bezwaren tegen dat verzoek. Burgemeester en Wethouder* voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeeeter. 11 Juni 1896. E. KIST, Secretarie. B. en We. van Vooraohoten brengen ter algemeene kennia dat de gewono driemaandelijkeche koatolooze inenting zal plaat* hebben op Donderdag den lSdon dezer, 'e namiddaga te 4 uren. Zij vestigen er in het bgzondor de aandaoht van belangetellenden op, d&r. die inenting niet zooala vroeger in bet Ambachtshuis, doch in een der lokalen van het Raadhuis zal getchieden. De collecte voor den gowapenden dienst zal te Voorsoboten worden gehouden op Maandag don 17den Juni a. s. B. en Ws. van Woubrogge maken bekend dat do collecte voor het fonds tot aanmoediging en onder steuning van den gewapenden dienst in de Neder landen zal gehouden worden in den loop der vol gende week. Wij ontvingen het derde verslag der Ver- eeniging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen te Leiden. Bracht het vorig verslag eene belangrijke wijziging van den werkkring der Vereeniging in herinnering, thans wordt op een niet min der gewichtig jaar teruggezien. Was de Ver eeniging ten gevolge dier wijziging niet alleen geldschietster van arbeiders-vereenigingen ge- bloven, maar trachtte zij den woningtoestand ook rechtstreeks te verbeteren door zelve onbe woonbare perceelen aan te koopen en door geschikte woningen te vervangen, weldra bleek dat om op dezen weg eenigszins met kracht op te treden, de geldmiddelen verre van toe reikend waren, terwijl vergrooting van het aandeelenkapitaal niet doenlyk bleek. In dezen staat van zaken scheen het aan het bestuur het meest doelmatig toe eene obligatieleening te sluiten, zoo mogelijk met rentegarantie door de gemeente Leiden. De algemeene vergadering gaf machtiging hierover onderhandelingen met het gemeente bestuur aan te knoopen, daarby den wensch uitende, dat de Gemeente tevens een minimum- dividend van 3% op do aandeelen zou garan deeren. Zooals bekend is, leidden die onderhande lingen tot het resultaat, dat de Gemeenteraad besloot tot rentegarantie van 8'/2 's jaars voor een obligati. leening van f 100,000, en van 3% 's jaars over een aandeelenkapitaal van f 60,000, met dien verstande, dat het be drag, door de ^Gemeente by te passen, nooit f 3500 overstyge. Kon in het verslag over 1893 reeds de aankoop worden vermeld van de Paradyspoort aan de Bouwelouwesteeg, in het afgeloopen jaar werden op den grond der twaalf aldaar staande huisjes, benevens het aangrenzende ruime erf, twaalf woningen gebouwd, die dadeiyk tegen een huurprys van f 1.50 a f 1.60 's weeks bewoners vonden en op den hoek der steeg esn grooter huis, dat tegen f 2.50 werd verhuurd. Eene volgende onderneming was de aan koop der Komkommerpoort aan de Binnen vestgracht tegenover den Hortus. De aan de gracht staande twee perceelen werden vervan gen door twee grootere met beneden- en boven woning, die ieder f 2 weekhuur deden, en de vier huisjes in de poort werden afgebroken tot den opbouw van drie woningen, die voor f 1.50 's weeks werden verhuurd. Het is zeker een verblydend verschynsel, dat zoowel van deze als van andere door de Yereeniging gebouwde huisjes de huur steeds geregeld voldaan werd. Twee huisjes kreeg de Yereeniging ten geschenke, beide in de Halvemaanspoort, onder voorwaarde dat zy niet zouden worden verhuurd. De vereeniging „Eigen Haard," die steeds getrouw aan hare verplichting tot rentebeta ling en aflossing had voldaan, wenschte naast de door haar op „Vreewyk" gebouwde huisjes grond aan to koopen en daarop twaalf nieuwe huisjes benevens een pakhuis voor hare leden te bouwen. Om dit mogelyk te maken, is door het bestuur op dezelfde voorwaarden als vroeger een bedrag van ƒ12,800 aan „Eigen Haard" geleend onder 2de hypothecair ver band op hare bezittingen. Meer dan eens werden aan het bestuur poorten aangeboden of kwamen zy in veiling. De aankoop stuitte, behalve in bovengemeld geval af, eensdeels op den onzekeren toestand, waarin de Yereeniging verkeerde tydens de onderhandelingen over de rentegarantie en later over de plaatsing der leening, anderdeels evenwel op den prys, die het onmogelyk maakte zonder groot verlies de onbewoonbare huisjes door bewoonbare te vervangen. Die prys was doorgaans zoo hoog, dat het voor de hand lag verband te zoeken daar- tusschen en de oprichting der Yereeniging. „Zeker is het", zeggen bestuurderen, „dat de opdryving daarvan op den duur verlammend moet werken op ons streven en ons zou kunnen dwingen naar andere wegen uit te zien tot verbetering van den zoo treurigen woningtoestand binnen deze Gemeente." Het winstcyfer was voldoende tot uitkeering van een dividend van 3% op de aandeelen. Kunnen bestuurderen met voldoening op het afgeloopen jaar terugzien, het bestuur is er zich van bewust dat in dit en de eerstvolgende jaren de Vereeniging moet toonen dat, nu zy de geldmiddelen, noodzakeiyk tot bereiking van haar doel verkregen heeft, zy het vertrouwen, dat de Gemeenteraad in haar stelde, waardig is. De Staatscourant van 12 dezer bevat de statuten der volgende vereeniging, als rechts persoon erkend volgens de wet van 22 April 1855 (Stsbl. 32); De afdeeling Leiden der Zuid Hollandsche IJsvereeniging. Benoemd is tot brievengaarder te Lei- muiden de postbode N. Van Immerzeel. Het gewicht van de gisteren gehouden zitting van den Haagschen gemeenteraad moet gelegen hebben in de geheime verga dering, welke kort na de opening der open bare zitting, waarin de benoemingen werden afgedaan, werd gehouden en tot even voor de sluiting duurde. De overige 19 onderwer pen van de agenda werden zonder beraadsla ging afgedaan. Na afloop van het comité-generaal volgde eene hoofdelyke stemming over een voorstel tot bevordering van onderwyzend personeel by het openbaar lager onderwys, dat gewoon- ïyk nooit tot dergeiyke omvrage aanleiding geeft. Aan den heer M. Den Hartogh, die byna 50 jaren onafgebroken als lid deel uitmaakte van het orkest der Koninklyke Fransche Opera, werd een jaarlyksche toelage verleend, en de Raad hechtte voorts zyn goedkeuring aan een wyziging van het reglement van de Bank-van Leening, enz., in hoofdzaak hierop neerkomende, dat in het vervolg ook voor schotten van minder dan f l zullen kunnen worden verleend, met het doel om te voor komen dat de kleine pandgevers zich gaan wenden tot de huizen van verkoop met recht van wederinkoop. j De leden van de^i Raad konden in de lees kamer inzage nemen van een rapport van de apothekers G. Jtelgersma en F. R. Becht- man, omtrent hetj hun door B. en Ws. op- godragen onderzoek van eonige levensmiddelen en van vaatwerk voor buishoudelyk gebruik. Het plechtig uitgeleide van hetstoffelyk overschot van prof. dr. A. C. Oudemans, in leven hoogleeraar-directour der Polytechnische School te Delft, had gisteravond plaats. Tegen zeven uren waren de docenten, biblio thecaris, administrateur, assistenten, enz., het geheel© personeel der Polytechnische School, byeengekomen in de Prinsenkamer. In den tuin was inmiddels de Senaat van bet Delftsch Studentencorps met een groot aantal studenten vereenigd. Toen de kist in den ïykwagen was geplaatst, stelde de Senaat met het vaandel zich op tegenover den hoofdingang van het gebouw en voegden de studenten zich daarachter. Daar hield de ïykwagen stil en trad de waar nemende directeur, gevolgd door de in de Prinsenkamer aanwezigen, naar buiten; namens de docenten hechtte de waarnemende direc teur, de heer N. H. Henket, een palmtak aan het lijkkleed en legde de president van den Senaat van het Delftsche Studentencorps een krans op de iykkist. In het geheel dekte een 10 tal kransen de baar. Daarop stelde de stoet zich in beweging. Achter den ïykwagen volgden t© voet de familieleden, de waarnemende directeur en de secretaris van dewraad van bestuur, docenten, assistenten, de Senaat van het D. S.-C. en verdere studenten «n ten slotte alle beambten. Langs het Oude Delft, Bmnötrwatersloot, Oude Stationsplein en Houttuinen ging de stoet naar het station, dat voor het publiek was afgesloten. Daar stelden de waarnemende directeur met de docenten zich ter rechterzyde van den wagen op, en de Senaat met de studenten en haie ter linkerzyde. Gevolgd door de familie leden, werd thans de lykbaar geplaatst tegen over den ingang van den wagen. De waarnemende directeur, de heer Henket, hordacht den levensloop van don ovorlodcno, huldigde zyn toewyding by zyn studie en zyn liefde voor de Polytechnische School. De president van den Senaat, de heer Heldring, huldigde den directeur, die voor de studenten altyd een vaderlyke vriend was. Prof. Hoogewerff herdacht prof. Oudemans als de geleerde, aan wien de wetenschap veel verplicht is, terwyi ten slotte prof. Oude mans, te Utrecht, broeder van den overledene, dankte voor de belangstelling. Nadat met het vaandel van het studenten corps driemaal was gesalueerd, was de plechtig heid geëindigd. Het schriftelyk gedeelte van het eind examen van de hoogere burgerscholen met vyfjarigen cursus vangt voor alle scholen aan op Woensdag den 19den dezer, om op den 29sten te eindigen. Hot mondeling gedeelte wordt, voor de scholen uit de provincie Noord- Holland en ook voor de H. B.-School met 5 jarigen cursus te Leiaen, dit jaar afgenomen te Amsterdam, waar, met het oog op het groote aantal candidaten, een dubbele com missie zal zitting houden, onder voorzitter schap van dr. J. Campert, directeur der H. B.-S. met 5-jarigen cursus voor jongens te Amsterdam. Het mondeling gedeelte vangt aan op den 15den Juli. De resultaten der „Nieuwe Afrikaansche Handelsvennootschap" over het afgeloopen jaar zyn niet gunstig. De exploitatie heeft nl. een verlies van ca. f 220,000 opgeleverd, dat by toestemming der vergadering van aandeelhouders zal worden gedekt, door met een gelyk bedrag de reserve te verminderen. Te Driesum heeft de ter aarde-bestelling plaats gehad van het stoffelyk overschot van den heer J. G. baron Van Sytzama, in leven ritmeester der huzaren te Venloo. Behalve de kamerheer van H. M. do Kohingin baron Taets van Amerongen, waren nog oenige leden der hofhouding en verscheidene officieren van de cavalerie en rydende artillerie en vele vrienden van den ovörledene overgekomen, om hem de laatste eer te bewyzen. De iykkist was gedekt met den krans van de beide Koninginnen en de ridderkruisen van de orde van de Eikekroon, van de orde van Frederik van Wurtemberg en van de orde van de Kroon van Pruisen, waar mede de overledene was versierd geweest. Op verlangen van den overledene werd er niet by het graf gesproken. Blykens by het departement van marine ontvangen bericht, is Hr. Ms. fregat „Atjeh," onder bevel van den kapitein ter zee W. J. P. Van Waning, in den namiddag van 10 dezer naar Kiel vertrokken ter bywoning van de plechtige opening van het Noord- Oostzeekanaal. (Sts.-Ct.) De Duitsche gezant by ons Hof, graaf Von Rantzau, en mevr. Von RantzauBismarck worden aanstaanden Zaterdag of Zondag in l Den Haag terugverwacht. Naar men verneemt, heeft de Staatsspoor- wegmaatschappy onderhandelingen aange knoopt met de „Hamburgische Packetfahrfc Gesellschaft", ten einde te bewerken dat laatstgenoemde maatschappy een harer schepen op Zuid'Afrika ook een der Nederlandsche zeehavens zal laten aandoen. Ten einde het vervoer van geslacht vee van Nederland naar Londen via Ylissingen Dog beter te regelen, zyn er onderhandelingen aan geknoopt tusschen de Staatsspoorwegmaat- schappy en de Nederlandsche Kamer van Koophandel te London. De minister van binnenlandsche zaken heeft: lo. met ingang van den dag, waarop hy na 30 Juni 1895 zyn betrekking aanvaardt, benoemd tot onderwyzer by de leerschool, ver bonden aan de Rykskweekschool voor onder- wyzers te Deventer, N. L. Wiltink; 2o. met ingang van 16 dezer benoemd tot amanuensis aan de Polytechnische School te Delft A. J. J Berkhout. Het nieuwe gebouw der „Prins-Hendrik stichting" te Egmond aan Zee zal 8 Juli plechtig worden ingewyd. Te Rotterdam is gisteren aangekomen het stoomschip „Ardjoeno" met 25 militairen van het Oost Indisch leger; 14 daarvan hebben deelgenomen aan de krygsverrichtingen op Lombok. De korporaal C. A. Wennink, de fuseliers W. Weber, J. J. v. d. Stroom, S. Uden en J. Uiterwijk werden daarby verwond. Het stoomschip „Cyclops" arriveerde 8 Juni van Amsterdam en Liverpool te Batavia; de „Prins Frederik Hendrik" vertrok 11 Juni van Paramaribo naar Amsterdamde „Prins Willem II" arriveerde 9 Juni van Amsterdam te Paramaribo; de „Stentor," van Amsterdam en Liverpool naar Java, vertrok 8 Juni van Algiers; de „Werkendam" arriveerde 11 Juni van Nieuw-York te Amsterdam. By koninkiyk besluit is vergund aan mr. J. A. De Vicq, consul-generaal der Neder landen te Melbourne, het aannemen der ver sierselen van officier der Kroonorde van Italië. De nieuwe Beschrijvingsbiljetten voor de Bedrijfsbelasting. Nadat de bedryfsbelasting één jaar gewerkt had, zyn de aangiftebiljetten reeds gewyzigd en verschaffen aan den belastingplichtige, die zich ten vorigen jare in de zaak ingewerkt had, een vernieuwd onderwerp van studie. Mogelyk zyn de nieuwe biljetten eene ver betering boven de oude: de praktyk zal in deze uitspraak doen. Het is echter niet zonder belang te wyzen op een vry gewichtig ver schilpunt tusschen het oude en het nieuwe biljet, dat er toe zoude kunnen leiden den belastingplichtige, die met de herinnering van zyne aangifte in het vorige jaar te rade gaat, op een dwaalspoor te brengen. Het oude biljet B, waarin de aangifte der belastbare inkomsten geschiedde, stelde eerst deze vraag: „Hoeveel bedragen uwe inkom sten, zonder aftrek van rente over kapitaal, dat gy in eigendom of vruchtgebruik hebt?" Daarna stelde het biljet de vraag, hoe groot de aftrek was (indien deze by de berekening der inkomsten niet reeds had plaats gehad) 27) Ida had diap medeiyden met de zwaar be proefde vrouw. „Nu, mevrouw," zeide zy, „ik zal er eens over denken, en ik kom u morgen myn be sluit mededeelen. Ik twyfel er niet aan of de schaal, waarin ik myn vriendschap voor Mary en de bezwaren, die ik heb, weeg, zal wel naar de door u gewenschte zyde overslaan. „O, lieve, als dat waar is! Wat zou ik ge lukkig zyn. Maar, waar moet Mary heen? Wij kunnen haar hier zoo slecht huisvesten." „Daar zal wel iets op te vinden zyn," zeide Ida bemoedigend; „ik denk dat er voor dat bezwaar ook wel uitkomst zal komen," en nadat zy mevrouw Poole nog eenige woorden van troost had toegesproken, begaf zy zich met een bezwaard gemoed naar huis. Het voorstel van mevrouw Van Schoon- huyzen woog haar als lood op het hart Hoe lang zou het misschien duren, voordat Mary geheel hersteld zou zyn? De gedachte, dat zy al dien tyd in de aristocratische omgeving zou moeten verkeeren, boezemde haar schrik in. Zy dacht er een oogenblik aan, om mevrouw Vao Schoonhuyzen te antwoorden, dat zy er te veel bezwaar in zag om aan haar verzoek te voldoendoch dan zou Mary hare betrekking kwyt zyn. En dat was dan door haar toedoen I Terwyl zy hierover nadacht, ontmoette zy Constance Yan Lee. Deze zag er byzonder opgewekt uit en zy begroette Ida harteiyk. „Ik kom juist van Bertha Udon," zeide zy „zy was recht gelukkig, want Eduard komt over veertien dagen thuis." „Eduard I" riep Ida, hevig blozend. „Ik heb gehoord dat hy zulke smeekbrieven naar huis zond, dat de heer Udon zich over hem ontfermd heeft en het verblyf van zyn zoon in Frankfort verkortte." Ida voelde dat zy een kleur had als vuur, en hare stem beefde toen zy zeide „Nu, ik kan my begrypen dat Bertha ge lukkig is; maar, Constance, weet je dat Mary Poole ziek is en dat zy naar hier getrans porteerd wordt? Mevrouw Van Schoonhuyzen heeft my gevraagd hare plaats te komen vervullen." „Ik wilde dat ik in je plaats was," zeide Constance: 't lykt my verrukkeiyk zulk een leventje, alle dagen uit ryden gaan, iederen middag een fijn diner, en dan.... die jonker Van Schoonhuyzen moet een knap mensch zyn. Weet je wel, Ida, dat Arnhem en Z. dicht by elkaar liggen?" „Ik begryp niet wat Z. daarmede te maken heeft," zeide Ida op knorigen toon. Zy dacht nog steeds aan de vervroegde komst van Eduard en de teleurstelling hem vooreerst niet te zullen zien. „Nu, kom, houd je maar niet zoo dom. Iedereen weet het toch all" zeide Constance schertsend. „Wat? Ik begryp je niet," riep Ida, wie het weenen nader stond dan het lachen. „Wel, dat je in stilte geëngageerd bent met den heer Maré, en dat het publiek wordt, als hy zyne benoeming tot rechter naar U. heeft ontvangen, en dat zal spoedig gebeuren." Ida staarde verbysterd om zich heen. Het was haar alsof zy droomde. Wat praatte Constance toch? Eindeiyk zeide zy: „Maar, Constance, wie heeft zulke praatjes rondgestrooid?" „Ja, dat weet ik niet moer; ik geloof dat iedereen het denkt." „Maar, myn Hemel, ik heb den man na de buitonparty by Pato niet meer gesproken 1" riep Ida met tranen in de oogen. Haar hart bloedde by de gedachte, dat dit nieuws Eduard ter ooren zou komen, en zy zou er niet zyn, om het onware bericht tegen te spreken. „Nu, men denkt er anders over, en ge zult zelf wel weten, hoe dat komt." „Ik? Ach, Constance, als ge wist hoe on schuldig ik in deze zaak ben, dan zoudt go zoo niet spreken." „Nu, dan behoeft ge het je ook niet aan te trekken; maar nu moet ik verder," zeide Constance: „zal ik je nog zien, vóór ge naar Arnhem vertrekt?" „Ik denk het niet, want a 1 s ik ga, zal het natuuriyk spoedig zyn," antwoordde Ida, die huiverde by de gedachte Amsterdam voor onbepaalden tyd te moeten verlaten. „Nu dan, adieu, amuseer je goed en verlies je hart maar niet aan den knappen jonkheer Van Schoonhuyzen l" riep Constance schert send. „Geen nood," trachtte Ida op luchtiger toon te antwoorden. De tranen kwamen haar in de oogen; zy had een zwaren stryd, daar zy te kiezen had tusschen liefde en plicht. Zy be sefte volkomen hoeveel er van haar keus in dezen zou kunnen afhangen. Nu Eduard Udon zoo spoedig zou terug komen en zy de stad voor onbepaalden tyd verlaten moest, b9greep zy, dat er in hare afwezigheid veel plaats zou kunnen hebben en veel woorden gesproken zouden worden, met het doel haar van Eduard te scheiden. Wie en wat het was, kon zy zich niet duideiyk voorstellen. Welk belang zou iemand kunnen hebben haar van hem te scheiden?' Constance Van Lee was hare vriendin en Hugo Blunt had immers zelf op den nieuw jaarsdag in bedekte termen op de spoedige vervulling harer wenschen gezinspeeld? Hy had dus geen rancune, en wie zou het anders kunnen zyn? Zy tobde zich af met deze vraag, totdat zy haar huis bereikte. Toen zy de kamer binnentrad, was hare moeder, een brief lezende, aan de tafel ge zeten. „Wel, kind," riep zy haar toe: „er is een brief uit Port-Saïd van Henri. Hy heeft het op reis best gehad en gaat goedsmoeds de toe komst te gemoet. Het reisgezelschap bevalt hem ook byzonder, en hy heeft tot nu toe weinig last van zeeziekte gehad. Hy schryft veel over een meisje onder de passagiers, dat hem zoo aan Mary denken doet. Zult u goed voor haar zorgen?" schryft hy„ik weet dat u haar beschouwt als uw aanstaande doch ter; als mevrouw Van Schoonhuyzen niet lief voor haar is, of als zy soms ziek mocht worden, dan zult u haar zeker wel by u aan huis willen nemen, nietwaar? Ik zal flink werken; wie weet hoe spoedig ik haar dan weer zal zien. Och, moes, ik ben Ida altyd nog zoo dankbaar, dat zy my in dio treurige dagen, toen ik dien stryd tusschen myne liefde voor Mary en myn egoïsme voerde, het rechte pad gewezen heeft Mevrouw De Maire had dien brief voor gelezen zonder op te zien, doch nu viel haar blik op Ida's bleek gezichtje en met schrik zeide zy: „Kind, wat scheelt je, wat is er gebeurd De arme Ida kon hare tranen niet mee. bedwingon. Zy sloeg hare armen om den hals harer moeder en barstte in snikken uit. „O, moes, leest u dezen brief eens, wat moet ik hierop antwoorden?" zeide zy op wanhopenden toon, terwyi zy het schryven van mevrouw Van Schoonhuyzen aan har© moeder overhandigde. Mevrouw De Maire nam den brief en zeide, na hem gelezen te hebben: „Maar, kind, is dat nu zoo erg? My dunkt, het zal geen groote opoffering voor je zyn, ter wille van Mary voor eenige weken naar mevrouw Von Schoonhuyzen te gaan logeeren. Ge hebt immers zoo genoteD, toen gy daar een dag hebt doorgebracht?" „O, maar moes, u weet niet alles. Ik heb veel voor Mary over; ik wil alles voor haar doen, maar dit nietl o, dit nietl" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1