N°. 10827.
Woensdag 13 Juni.
A*. 1895.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 11 Juni.
Feuilleton.
IDA DE MAIRE.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers 1
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iodere regel meer f 0.17J. Grootere
lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Officieel© Kennisgevingen.
De Burgemeester dor gemetnte Leiden,
Gezien art-, 62 der Algemeene Politieverordening
▼an den 6den November 1879,
Bepaalt:
I*. dat op Dinsdag den 18den Juni a.0., ter
gelegenheid van den
GEKOST UMEERDEN OPTOCHT,
door Heeren Studenten der Leidecbo Universiteit te
houden, lange den weg, dien de Optocht neemt, op
dien t-jjd geene rjjtuigen of paarden zullen mogen
etilataan, alsmede dat rijtuigen of paarden, den
Optooht ontmoetende, niet in tegenovergestelde
richting zullen mogen doorreden, maar srioh naar
elders moeten verwijderen;
2°. dat in den avond van dien dag, van 7 uren
af tot na afloop der feestviering, niet mag
worden gereden laogs de beide zijaeu van het
Bapenburg, de Breestraat, het Steenecbuur Westzijde,
het Noordeindo tuseohen do Breestraat en de Varken
markt, het Kort-Rapenbnrg, de Paardenetoeg, de
Turfmarkt, de Haarlemmerstraat, do Hooigracht, don
Nieuwen Rijn tusachen de Hooigracht, en de Hoog
straat, de Botermarkt, de Vischmarkt, de Aalmarkt
en de Boommarkt, terwijl sleohts in éóne nchting
mag worden gereden op hot Steenschuur O.Z., van
de Hoogewoerd tot de Qarenmarkt.
De toegangen tot gemelde wegen worden
met slnitboomcn afgesloten, zoodat het vor
keer met voertuigen in liet binncngedeclte
der stad niet kan plaat9 vinden.
8°. dat van 7 nren des avonds tot na afloop van
den optocht, in de straten, waar het verkeer met
rijtuigen is toegelaten, alleen stapvoets mag
worden gereden.
Wijders noodigt hg het publiek driDgend uit, den
optooht niet te volgen on by het voorbijtrekken van
den stoot op de eenmaal ingenomen standplaatsen
te blijven, en verder alle aan den optocht bmdor-
lijke belemmeringen uit den weg te ruimen en alzoo
tot den geregolden en ongestoorden afloop daarvaD,
ieder mar zijn vermogeD, mede te werken.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
10 Juni 1895. F. WAS.
De Burgemeester der gemeente Leiden,
Gezien art. 52 der Algemeene Politieverordening,
dd. 6 November 1879,
Bepaalt:
dat bij gelegenheid der verschillende feesten, to
geven in hot gebouw op het Park, Maandag den
17den Juni e. k. en volgende dagen, het aanbrengen
per rijtuig van bezoekers aan do Garenmarkt niet
andors mag geschieden dan uit du richting van het
Steoneohuur, laDgs de zijde van do Loge, terwijl die
rijtuigen zich moeten verwijderen in de richting
naar do RaamstegeD, cn dat bij het afhalen van
bezoekers aan de Raamsteeg moet worden gereden
uit do richting der Doezastraat Daar de Garenmarkt;
dat gedurende de fec-stweek iedcron avond, van 7
uren tot ca afloop der feesten in bedoeld gebouw,
het rijden langs het Steenschuur tusschen de Nieuw-
ateog en do Breestraat is verboden.
Leidon, Do Burgemeester voornoemd,
10 Juni 1896. F. WAS.
Burg. eu Weths. van Lisse maken bokend dat de
collecte voor hot fonds tot aanmoediging en onder
steuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden
zal gehouden worden op Dinsdag den 18den Juni
a. s. on volgende dagen.
Burgemeester en Wethouders van Zegwaard maken
belaDghebbeDdeD bekend, dat do lotiDg voor de
Sohuttorij zal plaats hebben onder toezicht "eener
commissie uit het bestuur, ten Raadbuize dier ge
meente, op Donderdag den 20ston Juni 1896, des
namiddags te 6 uren precies.
Heden is by den heer Sala, aan de
Breestraat, geëxposeerd een portret van onzen
overleden burgemeester den heer L. M. De
Laat de Kanter, geschilderd door onzen stad
genoot den heer Maan. De gelijkenis is o. i.
zeer goed. Ongetwijfeld belooft do heer Maan
veel voor de toakomst.
Jammer dat de heer Sala geene kleine een
voudige draporie aan het schilderij heeft toe
gevoegd; het zou anders nog beter uitkomen.
De by het 4de regiment infanterie be
noemde kapitein A. L. Klerk de Reus, thans
werkzaam onder de bevelen van den chef van
den generalen staf, is bestemd voor het 2de
bataljon te Leiden.
D8. Schoenmakers, van Oost- en West-
Souburg, heeft het beroep naar de Gerefor
meerde kerk te Waddingsveen niet aangenomen.
De Raad der gemeente Waddingsveen
heeft besloten, dat de kermis in Juli niet
zooals gewooniyk een week, doch niet langer
dan drie dagen mag duren.
Den te Alkemade gestationneerden Rijks
veldwachter jachtopziener F. W. Schuld is,
ingaande met heden, op zyn verzoek, eervol
ontslag verleend.
Als leden van den gemeenteraad te
Haarlemmermeer treden dit jaar af de heeren
Evelein, Timmermans, Knaap, Bultman,
Biesheuvel en Faas.
De verkiezing zal plaats hebben op den
16den Juli a. s.
Gisteravond is te 6 u. 15 m. met den
Franschen trein te 's Gravenhage uit Oost Indiö
teruggekeerd de luit.-generaal Gey van Pit-
tius, adj. i. b. d. van H. M. de Koningin,
laatsteiyk commandant van het Indisch leger
en chef van het departement van oorlog. De
vice admiraal jhr. Röell begeleidde den opper-
officier van de grenzen. Aan het station van
de Holl. Spoorwegmaatscbappy te 's Gra
venhage werd de generaal hartelyk verwei
komd door de generaals jhr. Verspyek, Yan
Zyll de Jong, Yetter, vergezeld van zyne
echtgenoote, en Yan de Poll, allen van het
Indisch leger, en voorts door de oud-kolonels
Seelig en Hinlopenden kapitein Blanken on
den lsten luit. Seelig, van het reg. gren. en
jagers; den oud-majoor Yervloet; den heer
Kleyn, referendaris by het departement van
oorlog, en vele familieloden.
De afgetreden legerchef was vooral biyk-
baar verrast den generaal Yetter, met wien
hy in het afgeloopeu jaar zoo vaak in ambt-
ttlyke betrekking stond, ter zyner ontvangst
aan het station te zien en gaf daarover iD
vriendschappeiyke bewoordingen zyn genoegen
te kennen.
Een groot aantal vrienden en vereerders
van wylen dr. I. Hooykaas, in leven Remon-
strantsch predikant te Rotterdam, heeft het
door den schilder Naehtwoh vervaardigde
portret van den overledene aan de Remon-
strantscbe Broederschap aldaar ten geschenke
gegeven.
Uit Haarlem wordt aan „De Tyd" ge
meld dat de bouw van de kathedraal is
opgedragen aan den heer G. Hulsebos, aldaar,
voor f 397,000.
Van 1 tot en met 30 Juni a. s. is de
tydelyke waarneming van het betaalmeesters-
kantoor te Rotterdam opgedragen aan den
heer O. G. Lotsy Jr., surnumerair by den
dienst van 's Ryks schatkist.
Een 60 tal organisten uit Amerika zullen
in Juli een reis door Europa maken, om de
voornaamste orgels te zien en de organisten
van naam te hooren: in Engeland den be
roemden Best, te Liverpool. In ons land is tot
den heer M. H. Van 't Kruys de vleiende
uitnoodiging gericht een orgelbespeling voor
de Amerikaansche Bconfrères" te geven te
Rotterdam, waar zy een halven dag zulllen
doorbrengen. Na een kykje op het orgel te
Haarlem en dat der Oude Kerk te Amster
dam, zullen zy naar Parys vertrekken, waar
Guilmant zich voor hen zal doen hooren.
Naar men aan de „N R. C." mededeelt,
zou het wetsontwerp tot wyziging van het
successierecht reeds van den Raad van State
terug zyn ontvangen.
Heden herdenkt jbr. mr. J. M. Van
Beyma, te Leeuwarden, oud officier van justitie
by de rechtbank aldaar, den dag, waarop hy
zestig jaren geleden te Leiden tot doctor in
de rechten promoveerde.
De heer J. Duyvis, sedert 1879 lid van
den gemeenteraad te Utrecht, wenseht by
zyne aanstaande aftreding niet voor eene
herkiezing in aanmerking te komen.
In de gisternamiddag gehouden ver
gadering van den gemeenteraad te Zwolle,
werd aan B. en Ws. een krediet verleend, groot
ƒ15,000, voor de ontvangst van HH.MM.de
Koninginnen.
Een voorstel van den heer Joröens, om
het rooken in de raadsvergaderingen af te
schaffen, werd met 9 tegen 8 stemmen ver
worpen.
De feesten ter viering van het 25-jarig
bestaan der Ryks Hoogere Burgerschool te
Winterswyk zyn nu definitief vastgesteld op
12 en 13 Augustus.
De predikant A. B. Meyer, te Winters
wyk, vierde Zondag de herdenking zyner
25-jarige evangeliebediening. Vanwege de
leden der Ned.-Herv. gemeente werden hem
by deze gelegenheid keurige geschenken
vereerd.
Ter vervanging van den heer dr. D. G.
Cramer, wien ingaande 1 Sept. eervol ontslag
is verleend, is benoemd tot leeraar in de
wiskunde aan de gemeentelijke Hoogere
burgerschool met 5-jarigen cursus en aan de
Burger avondschool te Zutfen, de beer J. J.
Stoel, leeraar aan de Ryks Hoogere Burger
school met 3 jarigen cursus te Zalt-Bommel.
Op ongeveer 40 jarigen leeftyd is giste
ren te Bussum overleden de heer C. Croll.
Na als commies redacteur aan het ministerie
van binnenlandsche zaken zijn ontslag geno
men te hebben, was de heer Croll eerst redac
teur van „Recht voor Allen", daarna mede
werker aan „De Amsterdammer", ten slotte
redacteur aan „Het Dagblad". {Hb.)
De minister van marine heeft den off.
van goz. 1ste kl. J. C. H. H. Mackay, be-
hoorende tot de rol van Hr. Ms. wachtschip
te Willemsoord en tydelyk gedetacheerd aan
boord van Hr. Ms. logementschip „Neptunus",
met 14 dezer op non activiteit gesteld.
Uit een rapport van den commandant
van Hr. Ms. schosner „Dolfijn", belast met
het politie toezicht op de visschery in c'e
Noordzee, van 8 April tot 18 Mei jl., blykt
dat geen klachten zyn vernomen en geen
overtredingen zyn opgemerkt.
De gewone audiëntie van den minister
van financiën op 13 en die van den minieter
van marine op 14 dezer zullen niet gehouden
worden.
By koninklijk besluit is, met ingang van
1 Juli a. s., aan jhr. mr. B. Ph. De Beaufort,
op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als
burgemeester van Eemnes.
Met ingang van 1 September a. s. aan J. J.
Bertelman, op zyn verzoek, eervol ontslag
verleend als leeraar aan de Ryks hoogere
burgerschool te Gouda.
In de Lakenhal.
De wit-en-zwart-tentoonstelling.
I.
Hot onrustige, gejaagde van onzen tyd
heeft eerst aan enkele, dan aan meerdere
artisten een onbestemd verlangen ingeboezemd
naar een kal mor bestaan, naar een leven,
waarin het persoonlijke minder in botsing zou
komen met het algemeene, naar een soort
van kloosterleven uit den gouden tyd van
gedroomde middeleeuwen. En daar de kunst
uiting is van het denken en voelen der kunste-
n-iars, kan het korte, maar, ook voor ons
land, zoo scboone, belangrijke tijdperk van
het impressionisme als byna gesloten worden
beschouwd. Elke tentoonstelling getuigt van
het zoeken der jongeren naar een nieuwen
kunstvorm. Tot heden echter ontbreekt een al
gemeen bezielende invloed, die dit ontkiemend
verschillend streven tot hoogere eenheid kan
brengen.
Twee teekeningen op deze tentoonstelling
zyn eeno sterke u.tdrukking van dit nieuwe.
Zy zyn, dit mag een voorrecht genoemd
worden, van stadgenooten, de heeren Fl.
Verster en H. Bremmer.
Eenigen tyd geleden werd in de Lakenhal
werk geëxposeerd van den heer Melchers; een
soort van tekstboekje vertelde wat men vooral in
dat werk te zoeken had. Welnu, de teekening
van den heer Bremmer is eene eenvoudige
potloodteekening; ook zy spreekt van het
leven der eenvoudigen; maar kon dit b6ter
zyn uitgedrukt; is er uitleg noodig by dit
droomerig, stil stuk buitenleven, soezend in
zon geluk in strakke eentonigheid vanlynen;
door den artist zuiver gevoeld; geteekend
met liefdevolle nauwgezetheid.
En Floris Verster staat hier voor ons als
een nieuw man; wat hem kenmerkt als
colorist, wat hy behouden heeft van het
impressionisme, verhoogt de waarde van
deze teekening. Wat in zyn vroeger werk
„Endegeest" nog onzeker bleef, is hier in
evenwicht en tot rypheid gekomen.
Dit avondlandschap is oen stemmingsbeeld
maar niet een, dat bekoort door kleuren-har-
monie, door kracht van landschap tegen het
licht van een gloeienden avondhemel. Er is
integendeel in vormen en coloriet iets, dat
pyn doet, iets onbevredigds. Is het toeval,
dat deze teekening my herinnerde aan Ver-
laines: „II pleure dans mon coeur", aan dit:
C' est bien la pire peine
De ne savoir pourquoi,
Sans amour et sans haine,
Mon coeur a tant de peine.
Is het toeval, of is de bekoring, die van
dit werk uitgaat, gedeeltelijk aan zulk eeno
stemming te danken? A. v. D.
TWEEDE KAMER.
Veiligheidswet.
De heeren Kerdyk en Hartogh hebben
op art. 1 van de veiligheidswet een amende
ment voorgesteld, dat de strekking heeft om
als kenmerk voor eene fabriek of werkplaats
o. a. aan te nemen het verbiyf van 10 per
sonen in plaats van 20, zooals in het gewyzigd
ontwerp van wet is voorgesteld.
Gemengd Nieuws.
Aan het telephoonnet alhier is
aangesloten onder No. 246 de heer D. Nierop,
„Buitenzorg," Witte Singel.
Te Hillegom heeft men een hond
moeten doodschieten, die sinds acht dagen
op hot graf van zyn meester verbleef; het
trouwe dier was van die plaats niet te ver-
wyderen en liet het toegediende voedsel on
aangeroerd 1
Ter aanvulling van het bericht
betreffende de dronkenschap en het verwijde
ren van drie landsverdedigers uit de herberg
aan de haven te Roelofarendsveen, strekke,
dat de gemeente-politie ze niet en ook
niemand uit een herberg moest ver wyde
ren; dat van het bewuste drietal er slechts
eón, J. v. d. W., in beschonken toestand ver
keerde, die deswege ook geverbaliseerd werd.
Tjjdens het korte, doch hevige
on weder, dat gisteren, Maandag, boven de
gemeente Waddingsveen woedde, werd aldaar
op het Jaagpad een koe van den landbouwer
De Boer doodgeslagen, terwyi ook eenige
materiëele schade door het inslaan van den
bliksem werd toegebracht aan het gebouw der
School met den Bybel. Het onweder ging
gepaard met een zeer hevigen stortregen.
Te Hilversum is gisternamiddag door het
onweder van het dienstgebouw op de alge
meene begraafplaats do ruit eener deur ver-
bryzeld. Overigens waren van inslaan geen
sporen te vinden. De bewoners kwamen met
den schrik vry. Minder goed liep het af met
een lijkkoets, waarvan het paard schrikte en
op hol ging, zoodat de ïykwagen en bet hek
der begraafplaats beschadigd werden.
De firma H. C. Jansen, te Schie
dam, heeft te Noordwykorhout zandgrond in
bezit, dien zy volgens systeem-Bertels doet
ontginnen. Yoor eenige weken werden op de
boerderij een dertigtal planken ontvreemd,
bestemd voor het maken van varkenshokken.
Aan de yverïge nasporingen der gemeente
veldwachters Yan Noort en Franken is het
gisternacht mogen gelukken al het ontvreemde,
deels reeds vertimmerd, deels in den grond
verborgen, op te sporen en in beslag te nemen
23)
„Ik geloof," zeide Aline Spil met zachte
stem: „dat er, ja, misschien miDder naar de
kerk wordt gegaan, doch het ie niet tegen te
spreken, dat men vroeger dikwijls uit sleur
naar het bedehuis ging, en dan daar, getuige
de klokjes aan de collectezakjes, dikwijls in
dommelde. Eu niemand zal ontkennen dat er
op philanthropisch terrein nooit zooveel ge
daan werd, als juist heden ten dage. Wie dacht
er vroeger aan armenverzorging 1 Daar waren
de diakenen voor, en reken nu eens al die
groote instellingen, waarvan de leden alie3
in het werk stellen om den nood der armen
te lenigen 1"
„Kind, je spreekt naar mi)n hart," zeide
mevrouw Do Brie, terwijl zij Aline vriendelijk
toeknikte.
De dames Hobein keken verlegen voor zich.
Zij haastten zich het gesprek op een ander
terrein te brengen en informeerden met be
langstelling naar berichten van de afwezige
zoons van hare gastvrouw.
„Och, dames," antwoordde deze, „Willem
verlangt erg naar den tijd, dat by terug kan
komen."
„Dat zal een feest zjjn," zeide juffrouw
Mientjs Hobein met een blik op de jonge
meLjes. Dan wordt zeker het gemeste kalf
geslacht; ik denk dat het hem zal gaan als
Paris; hij zal niet weten aan wie van de
hier aanwezige jonge dames den appel te
geven."
„O, hi) krijgt twee jaar verlof en heeft
dus den tijd een keuze te doen, ten minste
als de uitverkorene hem hebben wil," lachte
mevrouw De Brie schalks.
„O," riep Ida, „ik deDk dat hij wel inlich
tingen bp u zal inwinnen vóór hy terugkomt."
„Zou je dat denken?" schertste mevrouw
De Brie.
„Het zal voor ons geen prettige oudejaars
avond zyn," zeide mevrouw De Maire.
„Waarom niet?" riepen al de dames als
uit één mond.
„Ach, ge weet allen dat Henri by den
heer Poole op het kantoor was. Deze had
beloofd hem spoedig tot procuratiehouder te
zullen promoveeren en hy was vol hoop op
de toekomst. En nu komt die ongelukkige
catastrophe en de jongen is zyn betrekking
kwyt. Hy kon nu wel op een ander kantoor
geplaatst worden, doch op de meeBte zyn
zóó weinig vooruitzichten, dat hy liever in
Indiê zyn geluk beproeven gaat. Ik hoop dat
hy spoedig iets vinden zal."
„Ik waardeer het altyd in een jongmensch
als hy de wyde wereld ingaat om zyn geluk
dddr te zoeken, waar het hem in zyn eigen
land onthouden wordt," zeide mevrouw De Brie.
„Was hy niet dikwyis by de familie Poole?"
zeide Mientje Hobein; „ik heb wel eens ge
dacht of er niets tusschen hem en Mary
bestaat?"
„Mevrouw De Maire was ontstemd en ant
woordde niets, en mevrouw De Brie vroeg
aan Ida:
„Zeg eens, hoe gaat het Mary in hare be
trekking?"
„O, mevrouw," antwoordde Ida, „het ia
haar natumlyk nog vreemd; maar zy zal
zich wel schikken."
„Het zal dat verwende popje moeilyk zyn,"
zeide Constance.
„Misschien minder moeilyk dan gy zoudt
denken," was het antwoord van Ida.
„Nu, maar zy heeft het best getroffen
eigeniyk is het by zulk een ryke adellyke
familie een gemakkeiyk leventje," mompelde
Constance.
„Maar, Constance," zeide Aline Spil, „ik
geloof zeker dat Mary een werkzaam leven
verre verkiezen zal boven zulk een weelderig
niets doen.
„Er is ook een jongeheer Van Schoon-
huyzon, nietwaar Ida? Heeft Mary je daar
nooit over geschreven?" vroeg Constance.
„Neen, ten minste niets byzonders; alleen
dat het een beleefd jongmensch is."
„Nu, dat kan gevaariyk worden voor haar
gemoedsrust," zeide juffrouw Fietje; „ge weet
wat vader Cats zegt: „Vuur en atroo, dient
niet alzoo."
Ida, die het gesprek gaarne eene andere
wending wilde geven, dacht juist over een
gepast onderwerp na, toen juffrouw Mientje
Hobein het woord tot Bertha Udon richtte.
„Heeft u niet een broer, die dezen zomer
voor eenigen tyd hier i3 geweest? Het was
zulk een knap jongmenech. Waar ishynu?"
Ida bloosde hevig, toen zy bemerkte dat
Constance haar aanstaarde. Bertha antwoordde
„Ja, juffrouw, Eduard is nu te Frankfort,
maar hy komt met Mei of misschien reeds
serder terug."
Mevrouw De Brie, die Ida's blos opgemerkt
had, leidde met takt het gesprek op een ander
terrein. Zy verheugde zich, in hare brieven
aan Willem minder over Ida geschreven te
hebben. Het bewys was nu immers geleverd,
dat het meisje haar hart reeds weggeschonken
hadwaarom zou zy dus een hoop opwekken,
welke toch nimmer in vervulling komen zou I
De jonge meisjes amuseerden zich verder
goed en de avond zou voor allen prettig ge
ëindigd zyn, ware het niet dat juffrouw Mienlje
Hobein Ida op voorgewend fluisterenden toon
gevraagd had, wanneer haar engagement met
den rechter uit Z. publiek zou worden.
Ida bemerkte zeer goed dat niet alleen
Constance, maar ook Bertha haar uitvor-
schend aanzagen.
Zy was te verlegen om te antwoorden,
maar mevrouw De Maire zeide op eenigszins
scherpen toon:
„My is niets van een zoodanig engagement
bekend en ik verzoek u allen vriendeiyk, het
gerucht er van tegen te spreken. Het is zeer
onaangenaam als de naam van een meisje in
verband met zoo iets genoemd wordt."
Ida was blyde toen het tyd werd om naar
huis te gaan. Wat acu Bertha Udon van haar
denken? Wanneer die dit verhaal geloofde en
er over aan Eduard schreef, wat zou de toe
komst voor haar dan misschien anders zyn
als zy zich die droomde I
De dames epraken niet verder over dit
onderwerp door. Men nam spoedig afscheid
en even daarna waren de lichten uitgedoofd,
de overtrekken op de stoelen gelegd en do
straks zoo gezellige zaal was nu verlaten en
donker.
Mevrouw De Brio nam, alvorens ter rusto
te gaan, een brief in de hand om dien nog
maals te doorlezen.
Het was er een van Willem, en zy wilde
nog eene nazien wat hy over Ida schreef.
„Ik las met verbazing wat ge my over Ida
mededeeldet. Ik heb nooit opgemerkt dat zy
coquet was of dat zy zich op de eene of
andera manier zou kunnen compromitteoren
Wat men ook moge zeggen, ik biyf by mqne
meening, dat Ida het liefste meisje is, dat it
ken. Als ik in Holland was, zouden die praatjes
spoedig uit den weg geruimd zyn.
„Och, moee, als een meisje mooi en geestig
is, dan wordt zy zoo spoedig onrechtvaardig
beoordeeld. De jaloezie hoeft altyd eene groote
rol gespeeld, by alle mogelyke wereldgebeur
tenissen, en in ons klein kringetje zal het
wel niet andera zyn. Wilt u Ida myne harte-
iyke groeten overbrengen? Vele kussen van
Uwen u innig liefhebbenden Zoon."
„Mgn beste jongen!" zeide mevrouw De
Brie, „ik lees duideiyk tusschen de regels
door, dat hy haar liefheeft. En er kan nog
zooveel gebeuren voordat hy terugkomt. Ik
zag dat Ida bloosde, torn de naam van den
jongen Udon genoemd werd," en zuchtend
vouwde zy den brief dicht.
(Wordt vervolgd.)