N°. 10827. Woensdag 13 Juni. A*. 1895. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 11 Juni. Feuilleton. IDA DE MAIRE. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers 1 f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1 6 regels f 1.05. Iodere regel meer f 0.17J. Grootere lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Officieel© Kennisgevingen. De Burgemeester dor gemetnte Leiden, Gezien art-, 62 der Algemeene Politieverordening ▼an den 6den November 1879, Bepaalt: I*. dat op Dinsdag den 18den Juni a.0., ter gelegenheid van den GEKOST UMEERDEN OPTOCHT, door Heeren Studenten der Leidecbo Universiteit te houden, lange den weg, dien de Optocht neemt, op dien t-jjd geene rjjtuigen of paarden zullen mogen etilataan, alsmede dat rijtuigen of paarden, den Optooht ontmoetende, niet in tegenovergestelde richting zullen mogen doorreden, maar srioh naar elders moeten verwijderen; 2°. dat in den avond van dien dag, van 7 uren af tot na afloop der feestviering, niet mag worden gereden laogs de beide zijaeu van het Bapenburg, de Breestraat, het Steenecbuur Westzijde, het Noordeindo tuseohen do Breestraat en de Varken markt, het Kort-Rapenbnrg, de Paardenetoeg, de Turfmarkt, de Haarlemmerstraat, do Hooigracht, don Nieuwen Rijn tusachen de Hooigracht, en de Hoog straat, de Botermarkt, de Vischmarkt, de Aalmarkt en de Boommarkt, terwijl sleohts in éóne nchting mag worden gereden op hot Steenschuur O.Z., van de Hoogewoerd tot de Qarenmarkt. De toegangen tot gemelde wegen worden met slnitboomcn afgesloten, zoodat het vor keer met voertuigen in liet binncngedeclte der stad niet kan plaat9 vinden. 8°. dat van 7 nren des avonds tot na afloop van den optocht, in de straten, waar het verkeer met rijtuigen is toegelaten, alleen stapvoets mag worden gereden. Wijders noodigt hg het publiek driDgend uit, den optooht niet te volgen on by het voorbijtrekken van den stoot op de eenmaal ingenomen standplaatsen te blijven, en verder alle aan den optocht bmdor- lijke belemmeringen uit den weg te ruimen en alzoo tot den geregolden en ongestoorden afloop daarvaD, ieder mar zijn vermogeD, mede te werken. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 10 Juni 1895. F. WAS. De Burgemeester der gemeente Leiden, Gezien art. 52 der Algemeene Politieverordening, dd. 6 November 1879, Bepaalt: dat bij gelegenheid der verschillende feesten, to geven in hot gebouw op het Park, Maandag den 17den Juni e. k. en volgende dagen, het aanbrengen per rijtuig van bezoekers aan do Garenmarkt niet andors mag geschieden dan uit du richting van het Steoneohuur, laDgs de zijde van do Loge, terwijl die rijtuigen zich moeten verwijderen in de richting naar do RaamstegeD, cn dat bij het afhalen van bezoekers aan de Raamsteeg moet worden gereden uit do richting der Doezastraat Daar de Garenmarkt; dat gedurende de fec-stweek iedcron avond, van 7 uren tot ca afloop der feesten in bedoeld gebouw, het rijden langs het Steenschuur tusschen de Nieuw- ateog en do Breestraat is verboden. Leidon, Do Burgemeester voornoemd, 10 Juni 1896. F. WAS. Burg. eu Weths. van Lisse maken bokend dat de collecte voor hot fonds tot aanmoediging en onder steuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden zal gehouden worden op Dinsdag den 18den Juni a. s. on volgende dagen. Burgemeester en Wethouders van Zegwaard maken belaDghebbeDdeD bekend, dat do lotiDg voor de Sohuttorij zal plaats hebben onder toezicht "eener commissie uit het bestuur, ten Raadbuize dier ge meente, op Donderdag den 20ston Juni 1896, des namiddags te 6 uren precies. Heden is by den heer Sala, aan de Breestraat, geëxposeerd een portret van onzen overleden burgemeester den heer L. M. De Laat de Kanter, geschilderd door onzen stad genoot den heer Maan. De gelijkenis is o. i. zeer goed. Ongetwijfeld belooft do heer Maan veel voor de toakomst. Jammer dat de heer Sala geene kleine een voudige draporie aan het schilderij heeft toe gevoegd; het zou anders nog beter uitkomen. De by het 4de regiment infanterie be noemde kapitein A. L. Klerk de Reus, thans werkzaam onder de bevelen van den chef van den generalen staf, is bestemd voor het 2de bataljon te Leiden. D8. Schoenmakers, van Oost- en West- Souburg, heeft het beroep naar de Gerefor meerde kerk te Waddingsveen niet aangenomen. De Raad der gemeente Waddingsveen heeft besloten, dat de kermis in Juli niet zooals gewooniyk een week, doch niet langer dan drie dagen mag duren. Den te Alkemade gestationneerden Rijks veldwachter jachtopziener F. W. Schuld is, ingaande met heden, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend. Als leden van den gemeenteraad te Haarlemmermeer treden dit jaar af de heeren Evelein, Timmermans, Knaap, Bultman, Biesheuvel en Faas. De verkiezing zal plaats hebben op den 16den Juli a. s. Gisteravond is te 6 u. 15 m. met den Franschen trein te 's Gravenhage uit Oost Indiö teruggekeerd de luit.-generaal Gey van Pit- tius, adj. i. b. d. van H. M. de Koningin, laatsteiyk commandant van het Indisch leger en chef van het departement van oorlog. De vice admiraal jhr. Röell begeleidde den opper- officier van de grenzen. Aan het station van de Holl. Spoorwegmaatscbappy te 's Gra venhage werd de generaal hartelyk verwei komd door de generaals jhr. Verspyek, Yan Zyll de Jong, Yetter, vergezeld van zyne echtgenoote, en Yan de Poll, allen van het Indisch leger, en voorts door de oud-kolonels Seelig en Hinlopenden kapitein Blanken on den lsten luit. Seelig, van het reg. gren. en jagers; den oud-majoor Yervloet; den heer Kleyn, referendaris by het departement van oorlog, en vele familieloden. De afgetreden legerchef was vooral biyk- baar verrast den generaal Yetter, met wien hy in het afgeloopeu jaar zoo vaak in ambt- ttlyke betrekking stond, ter zyner ontvangst aan het station te zien en gaf daarover iD vriendschappeiyke bewoordingen zyn genoegen te kennen. Een groot aantal vrienden en vereerders van wylen dr. I. Hooykaas, in leven Remon- strantsch predikant te Rotterdam, heeft het door den schilder Naehtwoh vervaardigde portret van den overledene aan de Remon- strantscbe Broederschap aldaar ten geschenke gegeven. Uit Haarlem wordt aan „De Tyd" ge meld dat de bouw van de kathedraal is opgedragen aan den heer G. Hulsebos, aldaar, voor f 397,000. Van 1 tot en met 30 Juni a. s. is de tydelyke waarneming van het betaalmeesters- kantoor te Rotterdam opgedragen aan den heer O. G. Lotsy Jr., surnumerair by den dienst van 's Ryks schatkist. Een 60 tal organisten uit Amerika zullen in Juli een reis door Europa maken, om de voornaamste orgels te zien en de organisten van naam te hooren: in Engeland den be roemden Best, te Liverpool. In ons land is tot den heer M. H. Van 't Kruys de vleiende uitnoodiging gericht een orgelbespeling voor de Amerikaansche Bconfrères" te geven te Rotterdam, waar zy een halven dag zulllen doorbrengen. Na een kykje op het orgel te Haarlem en dat der Oude Kerk te Amster dam, zullen zy naar Parys vertrekken, waar Guilmant zich voor hen zal doen hooren. Naar men aan de „N R. C." mededeelt, zou het wetsontwerp tot wyziging van het successierecht reeds van den Raad van State terug zyn ontvangen. Heden herdenkt jbr. mr. J. M. Van Beyma, te Leeuwarden, oud officier van justitie by de rechtbank aldaar, den dag, waarop hy zestig jaren geleden te Leiden tot doctor in de rechten promoveerde. De heer J. Duyvis, sedert 1879 lid van den gemeenteraad te Utrecht, wenseht by zyne aanstaande aftreding niet voor eene herkiezing in aanmerking te komen. In de gisternamiddag gehouden ver gadering van den gemeenteraad te Zwolle, werd aan B. en Ws. een krediet verleend, groot ƒ15,000, voor de ontvangst van HH.MM.de Koninginnen. Een voorstel van den heer Joröens, om het rooken in de raadsvergaderingen af te schaffen, werd met 9 tegen 8 stemmen ver worpen. De feesten ter viering van het 25-jarig bestaan der Ryks Hoogere Burgerschool te Winterswyk zyn nu definitief vastgesteld op 12 en 13 Augustus. De predikant A. B. Meyer, te Winters wyk, vierde Zondag de herdenking zyner 25-jarige evangeliebediening. Vanwege de leden der Ned.-Herv. gemeente werden hem by deze gelegenheid keurige geschenken vereerd. Ter vervanging van den heer dr. D. G. Cramer, wien ingaande 1 Sept. eervol ontslag is verleend, is benoemd tot leeraar in de wiskunde aan de gemeentelijke Hoogere burgerschool met 5-jarigen cursus en aan de Burger avondschool te Zutfen, de beer J. J. Stoel, leeraar aan de Ryks Hoogere Burger school met 3 jarigen cursus te Zalt-Bommel. Op ongeveer 40 jarigen leeftyd is giste ren te Bussum overleden de heer C. Croll. Na als commies redacteur aan het ministerie van binnenlandsche zaken zijn ontslag geno men te hebben, was de heer Croll eerst redac teur van „Recht voor Allen", daarna mede werker aan „De Amsterdammer", ten slotte redacteur aan „Het Dagblad". {Hb.) De minister van marine heeft den off. van goz. 1ste kl. J. C. H. H. Mackay, be- hoorende tot de rol van Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord en tydelyk gedetacheerd aan boord van Hr. Ms. logementschip „Neptunus", met 14 dezer op non activiteit gesteld. Uit een rapport van den commandant van Hr. Ms. schosner „Dolfijn", belast met het politie toezicht op de visschery in c'e Noordzee, van 8 April tot 18 Mei jl., blykt dat geen klachten zyn vernomen en geen overtredingen zyn opgemerkt. De gewone audiëntie van den minister van financiën op 13 en die van den minieter van marine op 14 dezer zullen niet gehouden worden. By koninklijk besluit is, met ingang van 1 Juli a. s., aan jhr. mr. B. Ph. De Beaufort, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Eemnes. Met ingang van 1 September a. s. aan J. J. Bertelman, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de Ryks hoogere burgerschool te Gouda. In de Lakenhal. De wit-en-zwart-tentoonstelling. I. Hot onrustige, gejaagde van onzen tyd heeft eerst aan enkele, dan aan meerdere artisten een onbestemd verlangen ingeboezemd naar een kal mor bestaan, naar een leven, waarin het persoonlijke minder in botsing zou komen met het algemeene, naar een soort van kloosterleven uit den gouden tyd van gedroomde middeleeuwen. En daar de kunst uiting is van het denken en voelen der kunste- n-iars, kan het korte, maar, ook voor ons land, zoo scboone, belangrijke tijdperk van het impressionisme als byna gesloten worden beschouwd. Elke tentoonstelling getuigt van het zoeken der jongeren naar een nieuwen kunstvorm. Tot heden echter ontbreekt een al gemeen bezielende invloed, die dit ontkiemend verschillend streven tot hoogere eenheid kan brengen. Twee teekeningen op deze tentoonstelling zyn eeno sterke u.tdrukking van dit nieuwe. Zy zyn, dit mag een voorrecht genoemd worden, van stadgenooten, de heeren Fl. Verster en H. Bremmer. Eenigen tyd geleden werd in de Lakenhal werk geëxposeerd van den heer Melchers; een soort van tekstboekje vertelde wat men vooral in dat werk te zoeken had. Welnu, de teekening van den heer Bremmer is eene eenvoudige potloodteekening; ook zy spreekt van het leven der eenvoudigen; maar kon dit b6ter zyn uitgedrukt; is er uitleg noodig by dit droomerig, stil stuk buitenleven, soezend in zon geluk in strakke eentonigheid vanlynen; door den artist zuiver gevoeld; geteekend met liefdevolle nauwgezetheid. En Floris Verster staat hier voor ons als een nieuw man; wat hem kenmerkt als colorist, wat hy behouden heeft van het impressionisme, verhoogt de waarde van deze teekening. Wat in zyn vroeger werk „Endegeest" nog onzeker bleef, is hier in evenwicht en tot rypheid gekomen. Dit avondlandschap is oen stemmingsbeeld maar niet een, dat bekoort door kleuren-har- monie, door kracht van landschap tegen het licht van een gloeienden avondhemel. Er is integendeel in vormen en coloriet iets, dat pyn doet, iets onbevredigds. Is het toeval, dat deze teekening my herinnerde aan Ver- laines: „II pleure dans mon coeur", aan dit: C' est bien la pire peine De ne savoir pourquoi, Sans amour et sans haine, Mon coeur a tant de peine. Is het toeval, of is de bekoring, die van dit werk uitgaat, gedeeltelijk aan zulk eeno stemming te danken? A. v. D. TWEEDE KAMER. Veiligheidswet. De heeren Kerdyk en Hartogh hebben op art. 1 van de veiligheidswet een amende ment voorgesteld, dat de strekking heeft om als kenmerk voor eene fabriek of werkplaats o. a. aan te nemen het verbiyf van 10 per sonen in plaats van 20, zooals in het gewyzigd ontwerp van wet is voorgesteld. Gemengd Nieuws. Aan het telephoonnet alhier is aangesloten onder No. 246 de heer D. Nierop, „Buitenzorg," Witte Singel. Te Hillegom heeft men een hond moeten doodschieten, die sinds acht dagen op hot graf van zyn meester verbleef; het trouwe dier was van die plaats niet te ver- wyderen en liet het toegediende voedsel on aangeroerd 1 Ter aanvulling van het bericht betreffende de dronkenschap en het verwijde ren van drie landsverdedigers uit de herberg aan de haven te Roelofarendsveen, strekke, dat de gemeente-politie ze niet en ook niemand uit een herberg moest ver wyde ren; dat van het bewuste drietal er slechts eón, J. v. d. W., in beschonken toestand ver keerde, die deswege ook geverbaliseerd werd. Tjjdens het korte, doch hevige on weder, dat gisteren, Maandag, boven de gemeente Waddingsveen woedde, werd aldaar op het Jaagpad een koe van den landbouwer De Boer doodgeslagen, terwyi ook eenige materiëele schade door het inslaan van den bliksem werd toegebracht aan het gebouw der School met den Bybel. Het onweder ging gepaard met een zeer hevigen stortregen. Te Hilversum is gisternamiddag door het onweder van het dienstgebouw op de alge meene begraafplaats do ruit eener deur ver- bryzeld. Overigens waren van inslaan geen sporen te vinden. De bewoners kwamen met den schrik vry. Minder goed liep het af met een lijkkoets, waarvan het paard schrikte en op hol ging, zoodat de ïykwagen en bet hek der begraafplaats beschadigd werden. De firma H. C. Jansen, te Schie dam, heeft te Noordwykorhout zandgrond in bezit, dien zy volgens systeem-Bertels doet ontginnen. Yoor eenige weken werden op de boerderij een dertigtal planken ontvreemd, bestemd voor het maken van varkenshokken. Aan de yverïge nasporingen der gemeente veldwachters Yan Noort en Franken is het gisternacht mogen gelukken al het ontvreemde, deels reeds vertimmerd, deels in den grond verborgen, op te sporen en in beslag te nemen 23) „Ik geloof," zeide Aline Spil met zachte stem: „dat er, ja, misschien miDder naar de kerk wordt gegaan, doch het ie niet tegen te spreken, dat men vroeger dikwijls uit sleur naar het bedehuis ging, en dan daar, getuige de klokjes aan de collectezakjes, dikwijls in dommelde. Eu niemand zal ontkennen dat er op philanthropisch terrein nooit zooveel ge daan werd, als juist heden ten dage. Wie dacht er vroeger aan armenverzorging 1 Daar waren de diakenen voor, en reken nu eens al die groote instellingen, waarvan de leden alie3 in het werk stellen om den nood der armen te lenigen 1" „Kind, je spreekt naar mi)n hart," zeide mevrouw Do Brie, terwijl zij Aline vriendelijk toeknikte. De dames Hobein keken verlegen voor zich. Zij haastten zich het gesprek op een ander terrein te brengen en informeerden met be langstelling naar berichten van de afwezige zoons van hare gastvrouw. „Och, dames," antwoordde deze, „Willem verlangt erg naar den tijd, dat by terug kan komen." „Dat zal een feest zjjn," zeide juffrouw Mientjs Hobein met een blik op de jonge meLjes. Dan wordt zeker het gemeste kalf geslacht; ik denk dat het hem zal gaan als Paris; hij zal niet weten aan wie van de hier aanwezige jonge dames den appel te geven." „O, hi) krijgt twee jaar verlof en heeft dus den tijd een keuze te doen, ten minste als de uitverkorene hem hebben wil," lachte mevrouw De Brie schalks. „O," riep Ida, „ik deDk dat hij wel inlich tingen bp u zal inwinnen vóór hy terugkomt." „Zou je dat denken?" schertste mevrouw De Brie. „Het zal voor ons geen prettige oudejaars avond zyn," zeide mevrouw De Maire. „Waarom niet?" riepen al de dames als uit één mond. „Ach, ge weet allen dat Henri by den heer Poole op het kantoor was. Deze had beloofd hem spoedig tot procuratiehouder te zullen promoveeren en hy was vol hoop op de toekomst. En nu komt die ongelukkige catastrophe en de jongen is zyn betrekking kwyt. Hy kon nu wel op een ander kantoor geplaatst worden, doch op de meeBte zyn zóó weinig vooruitzichten, dat hy liever in Indiê zyn geluk beproeven gaat. Ik hoop dat hy spoedig iets vinden zal." „Ik waardeer het altyd in een jongmensch als hy de wyde wereld ingaat om zyn geluk dddr te zoeken, waar het hem in zyn eigen land onthouden wordt," zeide mevrouw De Brie. „Was hy niet dikwyis by de familie Poole?" zeide Mientje Hobein; „ik heb wel eens ge dacht of er niets tusschen hem en Mary bestaat?" „Mevrouw De Maire was ontstemd en ant woordde niets, en mevrouw De Brie vroeg aan Ida: „Zeg eens, hoe gaat het Mary in hare be trekking?" „O, mevrouw," antwoordde Ida, „het ia haar natumlyk nog vreemd; maar zy zal zich wel schikken." „Het zal dat verwende popje moeilyk zyn," zeide Constance. „Misschien minder moeilyk dan gy zoudt denken," was het antwoord van Ida. „Nu, maar zy heeft het best getroffen eigeniyk is het by zulk een ryke adellyke familie een gemakkeiyk leventje," mompelde Constance. „Maar, Constance," zeide Aline Spil, „ik geloof zeker dat Mary een werkzaam leven verre verkiezen zal boven zulk een weelderig niets doen. „Er is ook een jongeheer Van Schoon- huyzon, nietwaar Ida? Heeft Mary je daar nooit over geschreven?" vroeg Constance. „Neen, ten minste niets byzonders; alleen dat het een beleefd jongmensch is." „Nu, dat kan gevaariyk worden voor haar gemoedsrust," zeide juffrouw Fietje; „ge weet wat vader Cats zegt: „Vuur en atroo, dient niet alzoo." Ida, die het gesprek gaarne eene andere wending wilde geven, dacht juist over een gepast onderwerp na, toen juffrouw Mientje Hobein het woord tot Bertha Udon richtte. „Heeft u niet een broer, die dezen zomer voor eenigen tyd hier i3 geweest? Het was zulk een knap jongmenech. Waar ishynu?" Ida bloosde hevig, toen zy bemerkte dat Constance haar aanstaarde. Bertha antwoordde „Ja, juffrouw, Eduard is nu te Frankfort, maar hy komt met Mei of misschien reeds serder terug." Mevrouw De Brie, die Ida's blos opgemerkt had, leidde met takt het gesprek op een ander terrein. Zy verheugde zich, in hare brieven aan Willem minder over Ida geschreven te hebben. Het bewys was nu immers geleverd, dat het meisje haar hart reeds weggeschonken hadwaarom zou zy dus een hoop opwekken, welke toch nimmer in vervulling komen zou I De jonge meisjes amuseerden zich verder goed en de avond zou voor allen prettig ge ëindigd zyn, ware het niet dat juffrouw Mienlje Hobein Ida op voorgewend fluisterenden toon gevraagd had, wanneer haar engagement met den rechter uit Z. publiek zou worden. Ida bemerkte zeer goed dat niet alleen Constance, maar ook Bertha haar uitvor- schend aanzagen. Zy was te verlegen om te antwoorden, maar mevrouw De Maire zeide op eenigszins scherpen toon: „My is niets van een zoodanig engagement bekend en ik verzoek u allen vriendeiyk, het gerucht er van tegen te spreken. Het is zeer onaangenaam als de naam van een meisje in verband met zoo iets genoemd wordt." Ida was blyde toen het tyd werd om naar huis te gaan. Wat acu Bertha Udon van haar denken? Wanneer die dit verhaal geloofde en er over aan Eduard schreef, wat zou de toe komst voor haar dan misschien anders zyn als zy zich die droomde I De dames epraken niet verder over dit onderwerp door. Men nam spoedig afscheid en even daarna waren de lichten uitgedoofd, de overtrekken op de stoelen gelegd en do straks zoo gezellige zaal was nu verlaten en donker. Mevrouw De Brio nam, alvorens ter rusto te gaan, een brief in de hand om dien nog maals te doorlezen. Het was er een van Willem, en zy wilde nog eene nazien wat hy over Ida schreef. „Ik las met verbazing wat ge my over Ida mededeeldet. Ik heb nooit opgemerkt dat zy coquet was of dat zy zich op de eene of andera manier zou kunnen compromitteoren Wat men ook moge zeggen, ik biyf by mqne meening, dat Ida het liefste meisje is, dat it ken. Als ik in Holland was, zouden die praatjes spoedig uit den weg geruimd zyn. „Och, moee, als een meisje mooi en geestig is, dan wordt zy zoo spoedig onrechtvaardig beoordeeld. De jaloezie hoeft altyd eene groote rol gespeeld, by alle mogelyke wereldgebeur tenissen, en in ons klein kringetje zal het wel niet andera zyn. Wilt u Ida myne harte- iyke groeten overbrengen? Vele kussen van Uwen u innig liefhebbenden Zoon." „Mgn beste jongen!" zeide mevrouw De Brie, „ik lees duideiyk tusschen de regels door, dat hy haar liefheeft. En er kan nog zooveel gebeuren voordat hy terugkomt. Ik zag dat Ida bloosde, torn de naam van den jongen Udon genoemd werd," en zuchtend vouwde zy den brief dicht. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1