H". 10825. Maandag ÏO Juni. A0. 1895. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DELE Bladen. Leiden, 8 Juni. F" euilleton. IDA DE SVSAëRE. IEIBSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. 1.40. 0.05. Franco per post Afzonderlijke Hommers PRIJS DER ADVERTENTUSN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Grootere letters naar plaatsruimte.- Yoor het incasseeren bulten de stad wordt 0.05 berekend. Eerste Blad. Oiaoiöol© Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen bjj deze ter algemeens kennis, dat de gelegenheid tot het doen inschrijven van leerlingen voor de Hoogere Burgerschool voor Jongens sal worden opengesteld op Dinsdag 11, W oensdag 12 on Dinsdag 25 Juni a. s., deB voormiddage van 10 tot 12 uren, en dat het admissie-oiamen zal plaats hebben op Dinsdag, Donderdag, Yrydag en Zaterdag 9, 11, 12 en 13 Juli a. 8., beide in het aohoolgebouw aan de Pieterekerkgracht. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 7 Juni 1895. E. KIST, Secretaris. Oproeping van de Verlofgangers der Rationale Militie, tot het by wonen der Inspectie. Burgemeester on Wethouders van Leiden, Gezion de besluiten van den Heer CommUaaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, van den ÖOeton April en den 7den Mei 1895, A No. 1292 en 1379 (2de Afd.), Provinciale bladen Nos. 25 en 29, houdende regeling van het onderzoek der verlof gangers van de Militie to land; Roepon dientengevolge op al do biDnen deze gemeente gevestigde verlofgangers der Militie te land. van de lichtingen 1889, 1890, 1891, 1892, 1893 en 1894, die vóór den leten April LI. in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, met uit zondering alicón van hen, die in de maand Juni e. k. in werkelyken dienst moeten komen, om to verschguen in het Invalidenhuis (ingaDg door de Kopponhinksteeg aan de zijde van de Hooglandscho Korkgraoht), ten einde door den Heer Militie-Com missaris te worden geïnspecteerd, en wel: do verlofgangers, behoorende tot do lichtingen 1889 en 1890, op Maandag don 17den Juni 1895, des morgens te negen uren, en die, behoorende tot do lichtingen 1891, 1892, 1893 en 1894, op denzelfden dag, des morgens te halfelf; in uniform gekleed en voorzien van de kleediDg- en uitrustingstukken, hun by het vertrek met verlof medegegeven, alsmede van hunne zakboekjes en van hunne vorlofpassen. Burgemeester en Wethouders vermanen de bo- trokkea verlofgangers, aan deze oproeping nauw keurig te beantwoorden, te zorgen dat hunne kleeding en uitrusting In goeden staat wordon voorgesteld alsook om zich, bij het gaan naar do plaats, voor het onderzoek bestemd, gedurende hot onderzoek on by bet naar huis keeren, ordelijk te gedragen en alzoo zich to vrijwaren voor do toepassing der straf bepalingen, vermeld bij do artt. 130, 141145 der Wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72). daar ongeregeldheden als anderszins, zoolang do man- sohappen in uniform zijn gekleed, worden gestrafc volgens hot Criojiüeel Wetboek en het Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Loiden, F. WAS, Burgemeester. 4 Juni 1895. E. KIST, 8ocrotarie. B. en Ws. van Voorschoten maken bekond dat de alphabetieche lijst der in dit Jaar voor de Schutterij ingeschrevenen van 713 Juni a. e. ter aecretario ttr inzago is nedergelegd en dat do loting en naloting zal worden gehouden op Zaterdag 15 Juni a. 8-, 'a voormiddags te 10 ureD. Het zal zeker menigeen genoegen hebben gedaan toen hij deze week vernam dat de oenmaal zoo beroemde zomerconcerten van „Zomerzorg" niet tot de geschiedenis zullen behooren. Dit bl(jkt uit de inteekening voor de wederom dezen zomer te geven reeks, waardoor het doorgaan er van is mogelijk gemaakt. Do uitvoeringen zullen nu gegeven worden door het stafmuziekcorps van het vierde regi ment infanterie alhier, onder directie van den heer W. Yan Erp, die getoond heeft een ver dienstelijk opvolger te zijn van den heer Mann, die het corps tot zulk een hoogte heeft op gevoerd, dat het overal in den lande, waar het zich heeft doen hooren, bijzonder gunstig staat aangeschreven. Wy wenschen daarom nogmaals de aan dacht op onze eigen „Zomerzorg"-concerten te vestigen en hen, die nog niet geteekend hebben, op te wekken dit alsnog te doen. De voorwaarden zyn daarenboven dit jaar al heel geringniemand, die van goede muziek houdt, ten gehoore gebracht in eene heerlyke omgeving als de tuin van den heer Couvóe is, kunnen ze thans een beletsel zyn. Het met zorg gekozen programma voor a. s. Dinsdag-avond belooft reeds zeer veel muzikaal genot. Aan de vier veld-bataljons van het 4de regiment infanterie zullen elk verstrekt wor den 2 zestienmansteqten met toebehooren, welko tenten gebruikt zullen worden tot oefening der manschappen in het spoedig op slaan en afbreken der tenten. Voor wat het 2de en 4de bataljon van het regiment betreft, alhier in garnizoen, zullen deze oefeningen plaats hebben in de duinen te Katwyk met de vier bovengenoemde tenten. Heden vierde het Leidsche Studenten gezelschap „Beré-ïChith", gewyd aan de be oefening van de Hebreeuwsc-he taal en het Oude Verbond, zijn 75 jarig bestaan. Tal van eere leden waren overgekomt-n om de feest vreugde te deelen. De Leidsche oud hoogleeraar Prins schreef in het studenten-weekblad „Minerva" een kort stukje, „Myne herinne ringen aan Beréschith", waarin de klinkende namen genoemd staan van Rutgers, Weyers, W. Moll, P. J. Veth, Valeton, Kuenen. In het gemeenteraadsverslag van Zoeter- woude, in ons vorig nummer, is een fout in geslopen. Ter plaatse, waar de oudste wet houder voor de tweede maal aan het woord komt, had het eerste woord „niet" in „De oudste wethouder gelooft niet dat men gegoedheid niet enz." achterwege moeten blyven. Nu laat het verslag den oudsten wethouder het tegenovergestelde zeggen van hetgeen hy als zyn meening te kennen gaf. Bedankt is voor het beroep der Ned.- Herv. gemeente Kaag door den heer W. C. Mense, candidaat te Bennekom. Op het telephoonkantoor te Sassenheim werden gedurende de maand Mei 1895 be handeld 80 telegrammen, waarvan verzonden 31 en ontvangen 49. Door Z. D. H. den bisschop van Haarlem werd Woensdag de door de architecten Margry en Snickers gebouwde kapel van het pen sionaat „Bydorp" te Voorschoten geconsa creerd. Na de inwijding droeg Mgr. een pon tificale H. Mis op, geassisteerd door den Hoogeerw. Provinciaal dor Dominicanen, als presbyter asstetens; door de Zeereerw. heeren Bernsen, pastoor van Voorschoten, enLange- W6D, dominicaan te Schiedam als troon-dia- kens; den Zeereerw. heer Vos, pastoor te Leidschendam, als diaken, en den Zeereerw. heer Strythout, oud-rector van het gesticht, thans pastoor te Scheveningen, als sub diaken. By do plechtigheid waren o. a. ook tegen woordig Z. Exc. Mgr. Lorenzelli en tal van professoren uit het klein Seminarie Voorhout. Na afloop van de H- Mis werd door Z. D. H. een korte toespraak tot de aanwezigen gericht, waarna Mgr. tot besluit den zegen gaf. Benoemd is tot pastoor te Wassenaar, de zeereerw. heer J. J. Bruystens en tot pastoor te Nieuwveen, de zeereerw. heer H. J. A. Coppens, secretaiis van het bisdom. Van de vrye inschryving op de leening ad ƒ1,100,000 3 pet. ten behoeve van het Hoogheemraadschap Delfland wordt 90 pet. toegewezen. De Haagsche afdeeling van „Patrimonium" heeft in eene druk bezochte vergadering bo- sloten zich van dien bond af te scheiden. In de gisteren vereenigde vergadering van het hoogheemraadschap Delfland werd de rekening van het jaar 1894, sluitende met een batig saldo van ƒ61,963.52, goedgekeurd. Daarop komt voor aan gewone werken een bedrag van tyna 70,000, aan buitengewone werken 47,000; de eigendommen brachten op 11,000, het 8luisgeld 133,842, terwyi het saldo van 1893 bedroeg ƒ79,349.82. Volgens een te Haarlem ontvangen telegraphisch bericht komt de kapitein A. De Leur, van de infanterie O. I. 1., met tweejarig verlof naar ons land, wegens ziekte. Naar het „Hbl." verneemt, wordt door het bestuur van het Concertgebouw te Am sterdam onderhandeld over het directeurschap van het orkest, ter vervanging van den hoer W. Kes, met den heer J. L. Nicodé, te Dresden. By beschikking van den minister van binnenlandsche zaken van 7 dezer zijn by do in 1895 te houden eindexamens der Ryks- normaalschool voor teeken onderwy^ers, als mede by de theoretische en eindexamens der Ryksschool voor kunstnij verheid, aangewezen als deskundigen jhr. B. W. F. Van Riemsdijk, onder directeur van het Nederlandsch museum, en tot plaatsvervangend deskundige de heer N. Van dtr Waay, hoogleeraar aan de Ryks- Academie van Beeldende Kunsten te Am sterdam. De eind-examens zullen in het openbaar plaats hebben in het Ryks Museumgebouw op 28 Juni e. k. en volgende dagen. De „N. R. C." bevatte, geiyk men weet, het volgende bericht: „In welingelichte kriDgen te Amsterdam doet het gerucht de ronde, dat burgemeester Vening Meinesz in den loop van 1896 stellig zyn ambt zal nederleggen." Den Burgemeester zelf, zegt nu bet „N. v. d. D." is hiervan echter niets bekend. „Ik heb daarop geen plan," zeide mr. Vening Meinesz, „op het oogenblik althans niet. Of er zich in de toekomst omstandigheden zullen voordoen, welke daartoe konden leiden, kan niemand zeggen. Op dit oogenblik denk ik er niet aan." De gemeenteraad van Utrecht heeft be sloten tot aankoop van een terrein aan den Catharynesingel naast het Ziekenhuis, met be- stomming om dat uit te breiden met chirur gische, psychiatrische en neurologische klinie ken, zoomede tot uitbouw van het Zieken huis en tot vergrooting van het aantal barakken voor besmettelijke ziekten. Men hoopt door dien. aankoop de reeds lang hangende onder handelingen met de Regeering te bespoedigen. De koopprys bedraagt ƒ80,000. De percentage der plaatselyke inkomsten belasting werd, evenals in 1894, op 2.66 pet. bepaald, hoewel, naar de berekening van B. en Ws., de opbrengst dan een kleinigheid meer zal zyn dan het op de begrooting uit getrokken bedrag. Aan den gemeente secretaris, mr. W. H. baron De Watteville, is een verlof van 6 weken toegestaan. Tot tydelyke wethouders in de vacantie- weken werden benoemd de heeren Koek en Van Lier. De afgevaardigden der internationale spoorweg conferentie te Amsterdam hebben gisteren een rytoer gemaakt in de omstreken van Arnh°m en daarna deelgenomen aan een collation, hun in het Grand Hdtel „Belle Vue" te Arnhem aangeboden. Met het stoomschip „Ardjoeno", dat Dinsdag 11 Juni te Rotterdam kan verwacht worcU-n, repatriëren 25 militairen van het O.-I. leger; 14 van hen hebben deelgenomen aan de krygsverrichtingen op Lombok; 5 zyn gewond geweest, te wetenkorporaal C. A. "Wennink en fuseliers W. Weber, J. J. Van der Stroom, S. Yden en J. Uiterwyk. Eerstgenoemde verlaat het leger met een gagement van 475 'sjaars en Weber en Van der Stroom met ƒ320 'sjaars, terwyi do fuselier Yden tydeiyk wordt gegageerd en Uiterwyk overgaat by dereconvalescenten- compagnie der koloniale reserve te Zutfen. Het thans te Dordrecht vergaderde Land bouwkundig Congres heeft zich tegen be schermende rechten verklaard. Omtrent de quaestie van arbeiderswoningen is geen conclusie genomen, daar de zaak in dit jaar ook in eon andere vergadering en dan op broederen grondslag zal behandeld worden. Dr. E. Van der Ven heeft eervol ontslag gevraagd tegen 1 September a. s. als directeur der Burgeravondschool te Haarlem. Ook "Wageningen had het geluk aan een tweetal Lombok-stryders zy heeten Vermeer en Van Aggelen hulde te mogen brengen. In een rytuig, met 4 paarden bespannen, voorafgegaan door een fanfarecorps, werden ze afgehaald en met hunne familieleden en gevolg door eene commissie door de stad geleid. In den tuin van Janushoff werd de eerewyn aangeboden, terwyl hun door den beer S. G. Van Weideren baron Rengers het „welkom" werd toegeroepen, onder mededeeling dat de burgery van Wageningen besloten had hun een zilveren gedenkpenning aan te bieden. Een talryke menigte was op de been en uit tal van woningen wapperde de vader- landscbe driekleur. De Commissaris der Koningin in Limburg hoeft aan den gemeenteraad van Roermond op het bekende adres (naar aanleiding van het niet bezoeken door de beide Koninginnen 20) „Een hutje aan het einde der aarde, ver heerlijkt door de liefde en trouw," spotte Hugo. „Is meer waard dan alle schatten der wereld met krakeel!" „Nu, je bont een brave kerel!" schertste Biunt: „ik wensch je alles goeds toe; maar zeg eensis je zuster des nachts ook by de Poole's „Wolneen, ik ga haar iederen avond halen." „Nu, dat zult ge wel aardig vinden, dan ziet ge uw uitverkorene iederen dag." „Ta, behalve Dinsdagavond, want dan ga ik altjjd naar „Rhetorica," en dat verzuim ik niet graag." „En brengt de heer Wils je zuster dan thuis?" vroeg Hugo, die reeds jaloersch werd op dien gemoedeiyken dikken ouden heer. „Weineen, die biyft altyd tot tien uren op het kantoor, komt dan binnen een glaasje wyn drinken, rookt eene pijp en gaat daarna spoedig te bed. Ida gaat dan altyd met de meid naar huis." „Aha!" mompelde Blunt; „maar kom, ik verpraat myn tyd," en na Henri de hand gereikt te hebben, vervolgde hy zyn weg. Dinsdagavond kwam Henri zyne zuster niet halen; maar, wat lag nu meer voor de and dan dat hy dien avond zou kunnen gaan theedrinken ten huizo van den heer Vils? Hy was de familie Pooie toch een bezoek schuldig. Dan wilde hy zoolang blyven, totdat het voor Ida tyd was om naar huis te gaan. Hy zou haar zyn goleide aanbieden en het gewenschte „lêto a tête" zou plaats hebben. IX. Tbia life ia all obequer'd with pleaaureB and wooa That chase one another like waves of the deep Each brightly or darkly, as onward it flows Reflecting our eyes, as they sparkle or weep. Thomas Moore. Ida ging den volgenden morgen bytyds naar Mary om haar af te halen, en de meisjes spoorden met den trein van 10.15 naar Rot terdam. Het regende dien dag en daar de modder van genoemde stad om hare kleverig heid bekend is, achtte Ida het beter een rytuig te nemen om de Wynhaven te be reiken. Men hield stil voor een prachtig huis, doch waarvan, zooals het veel in Rotterdam voorkomt, het ondergedeelte tot bergplaats van koopmansgoederen diende. Op de vraag of de vrouw des huizes te spreken was, werd bevestigend geantwoord, en de meisjes stegen de prachtig gebeeld houwde trap op, om daarna een fraai gemeu beld vertrek binnen te treden. Er was niemand in de kamer aanwezig en het antichambreeren duurde tameiyk lang voordat er iémand binnenkwam. Alleen hoorde men somtyds geritsel achter de portières, die dan even op gelicht werden, om er 08n brutaal en nieuws gierig kindergezicht door te laten gluren. Mary wa3 erg zenuwachtig. Het was haar zulk een vreemd gevoel, eene afhankelijke positie te zullen moeten beklooden. Eindeiyk werden de portières op zyde ge schoven, om eon klein, bleek, nerveus uitziend vrouwtje binnen te laten. Zy wuifde met de hand tot teeken dat de meisjes plaats zouden nemen, doch was blyk- baar te zeer buiten adem om iets te zeggen. „Dames," werd er eindoiyk stotterend uit- gestooten, „ik kan het heusch niet helpen, dat ik u zoo lang liet wachten, maar de dienstboden en de kinderen; och, u weetniet hoe druk ik het heb." Terwyi zy sprak, waren hare blikken steeds op de portières gericht, alsof zy van daar hulp verwachtte voor de gejaagdheid, die haar beheer8chte. Daar werden de draperieën weder opgeheven en eene statige jonge dame in onberispeiyk toilet deed hare intrede. Met eene sieriyke buiging liet zy zich op de canapé nedervallen en met een voornaam air monsterde zy met behulp van een lorgnet de jonge dames. Daarop richtte zy het woord tot Ida: „Ik denk dat uwe komst met de door ons geplaatste advertentie in verband staat?" Dit werd op zeer geaffecteerden toon gezegd. Nadat de meisjes toestemmend geantwoord hadden, zeide zy weder tot Ida: „Is u moer in betrekking geweest?" „Pardon, juffrouw, het i3 niet voor my, doch voor myne vriendin, juffrouw Poole, dat wy hier zyn." „Ahl" hernam het nufje: „nu, dan richt ik tot u dezelfde vraag, juffrouw Poolo." Mary antwoordde bedeesd dat zy nog nooit in betrokking geweest was. „Amalia," bracht mevrouw zenuwachtig in het middeD, „lieve, vindt ge niet dat juffrouw Poolo er zwak uitziet?" „Hoe böte!" riep Amalia uit: „mama, hoe kunt u zoo iets in iemands presentie Z9ggen?" Zy wendde zich daarop weder tot Mary met de woorden: „En wat kent ge alzoo? Als ge by ons komt, zult ge veel te doen hebben, want ik ga spoedig trouwen, en dan komt alles wat ik in de huishouding te doen heb, en dat is vry wat, voor u op. Ik heb byna geen tyd om my te kleeden." Ida kon niet nalaten een blik vol beteekenis op het keurige toilet van het nufje te werpen. Deze vervolgde: „Daarenboven is mama van plan onze derde meid weg te zenden, en deze haalt de kin deren altyd van de school en brengt hen er ook heen, dus „Maar, lieve Amalia, dat laatste is nog niet zeker," zeide mevrouw zenuwachtig. „En papa heeft zelf gezegd dat er vry wat in de huishouding bezuinigd moest worden, en dan ligt het wegzenden van de derde meid voor de hand, zou ik denken." Ida kon hare verontwaardiging niet meer bedwingen en Mary stond het weenen nader dan het lachen. „En, mevrouw," zeide Ida, „zou ik u uit naam van myne vriendin wel eens mogen vragen, welk salaris u voor haar bestemd heeft?" „Tachtig gulden," riep Amalia, voordat hare van Roermond) geantwoord, dat hy geen ver antwoording schuldig is aan derden over de inlichtingen, verstrekt of nog te verstrekken aan HH. MM. Te Eliekom houdt thans op den huize „Avegoor" verblyf lord Reay (baron Mackay van Ophemert), oud gouverneur van Bombay. De Staatscourant van 8 dezer bevat een verslag, uitgebracht aan den minister van binnenlandsche zaken door de rykscommissie voor graadmoting en waterpassing, aangaande hare werkzaamheden gedurende het jaar 1894. Die werkzaamheden hadden betrekking op de primaire en de secundaire driehoeksmeting, de slingerproeven, de getywaarnemingen, do lengte-, breedte- en azimut bepaling. Blykens een bericht uit Igls hebben HH. MM. de Koninginnen dezer dagen een uit stapje gedaan naar de Achensee. HH. MM. reden van Igls naar Jenbach en spoorden van daar naar genoemd meer, waar een feeste- lyk versierde stoomboot gereed lag voor een tocht op het meer, welke door heerlyk weder begunstigd werd. Twee bestuurders van den Achensee spoorweg waren te Jenbach aan wezig om den Koninklyken trein te bege leiden. (H. D.) De particuliere secretaris van H. M. de KoDingin-Regentes, jhr. S. M. S. De Ranitz, zal zich in den loop der volgende week naar Assen begeven, in verband met het aanstaand bezoek van HH. MM. aan die gemeente. Het stoomschip „Admiral", van Ham burg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 6 Juni van Napels; de „Ardjoeno", van Batavia naar Rotterdam, passeerde 6 Juni Sagrès; de „Gelderland", van Rotterdam naar Batavia, passeerde 5 Juni Malta; de „Prins Alexander", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 7 Juni Suez; de „Bundesrath" vertrok 6 Juni van Zanzibar r.aar Rotterdam; de „Prins van Oranje," van Amsterdam naar Batavia, passeerde 7 Juni Ouessant. By koninklyk besluit zyn, met ingang van 5 Juli a. s., benoemda. tot vice-president van den Raad van Ned.-Indië, de heer W. O. Gallois, thans lid in dien Raad; b. tot lid in den Raad van Ned. Indië, de heer G. A. Scherer, thans directeur van binnenlandsch bestuur. Eervol ontslagen, op hun verzoek, E. M. Dusser de Barenne als commissaris van Ryks- politie op het Scheur en over den nieuwen Waterweg door don Hoek van Holland van het Scheur tot in zee, en F. G. C. J. Fundter, als commissaris van Rykspolitie. Aan J. C. De Joncheere, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Angerloo. Pensioen verleend aan: L. M. De Jongh, wed. mr. E. L. J. Vitringa, rechter in de arrondissemont8-rechtbank te Arnhem, ƒ400; A. L. W. Bertram, wed. J. Van Druten, school opziener, ƒ600; M. C. Swiebel, wed. C. H. of K. H. Rouvekamp of Reuvenkamp, assistent der posteryen, 275; H. Ter Horst, wed. R. H. Vasbinder, commies by 's Ryks bel., ƒ186; E. De Neuve, wed. F. A. Do Bont, verificateur by 'sRy'ks bel., ƒ540; A. Weste rink, wed. K. Vet, brieven-en telegrambesteller, 113; C. Borduïn, wed. J. W. Wolf, klerk moeder iets zeggen kon; „en dan een ryks- daalder met kermis en nieuwjaar." Mevrouw zeide niets om dit schittorond aanbod te wederleggen, en Ida kon niet nalaten den blik over al de fraaie ornamenten te laten gaan en dan op minachtenden toon te zeggen „Tachtig gulden? Kom, Mary, ik geloof dat wy bier niets meer te bespreken hebben," en opstaande maakten de meisjes eene lichte buiging en verlieten, zonder verder iets te zeggen, de kamer. Zy hoorden Amalia zeggen„Een kale boel, en dat komt nog met eene vigilante!" Toen zy weder in het rytuig gezeten waren, barstto Mary in snikken uit. „O, Ida, als ik er aan denk, dat ik te midden van zulk eene omgeving myn brood zal moeten verdienen!" „Houd maar moed, lieveling," troostte Ida: „wy zullen wel zorgen dat gij ergens, waar ge het beter hebben zult, geplaatst wordt." De meisjes kwamen onder een plasregen aan het stationalles zag er even droefgeestig uit. Het water droop van de petten der con ducteurs, en de raampjes van de coupé, waarin zy plaats namen, waren beslagen. Ida deed haar best Mary moed in te Bpreken, doch de toekomst scheen het arme meisje zoo somber en treurig. Hoe was alles ver anderd, en wat zou het leven haar verder brengen? Den volgenden morgen ging Ida ale naar gewoonte naar Mary, Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1