H". 10825.
Maandag ÏO Juni.
A0. 1895.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DELE
Bladen.
Leiden, 8 Juni.
F" euilleton.
IDA DE SVSAëRE.
IEIBSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
1.40.
0.05.
Franco per post
Afzonderlijke Hommers
PRIJS DER ADVERTENTUSN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 j. Grootere
letters naar plaatsruimte.- Yoor het incasseeren bulten de stad
wordt 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Oiaoiöol© Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
bjj deze ter algemeens kennis, dat de gelegenheid
tot het doen inschrijven van leerlingen voor
de Hoogere Burgerschool voor Jongens
sal worden opengesteld op Dinsdag 11, W oensdag
12 on Dinsdag 25 Juni a. s., deB voormiddage van
10 tot 12 uren, en dat het admissie-oiamen zal
plaats hebben op Dinsdag, Donderdag, Yrydag
en Zaterdag 9, 11, 12 en 13 Juli a. 8., beide in
het aohoolgebouw aan de Pieterekerkgracht.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
7 Juni 1895. E. KIST, Secretaris.
Oproeping van de Verlofgangers
der Rationale Militie, tot het
by wonen der Inspectie.
Burgemeester on Wethouders van Leiden,
Gezion de besluiten van den Heer CommUaaris der
Koningin in de provincie Zuid-Holland, van den
ÖOeton April en den 7den Mei 1895, A No. 1292 en
1379 (2de Afd.), Provinciale bladen Nos. 25 en 29,
houdende regeling van het onderzoek der verlof
gangers van de Militie to land;
Roepon dientengevolge op al do biDnen deze
gemeente gevestigde verlofgangers der Militie te
land. van de lichtingen 1889, 1890, 1891, 1892,
1893 en 1894, die vóór den leten April LI. in het
genot van onbepaald verlof zijn gesteld, met uit
zondering alicón van hen, die in de maand Juni
e. k. in werkelyken dienst moeten komen, om to
verschguen in het Invalidenhuis (ingaDg door de
Kopponhinksteeg aan de zijde van de Hooglandscho
Korkgraoht), ten einde door den Heer Militie-Com
missaris te worden geïnspecteerd, en wel:
do verlofgangers, behoorende tot do lichtingen 1889
en 1890, op Maandag don 17den Juni 1895,
des morgens te negen uren,
en die, behoorende tot do lichtingen 1891, 1892,
1893 en 1894,
op denzelfden dag, des morgens te halfelf;
in uniform gekleed en voorzien van de kleediDg- en
uitrustingstukken, hun by het vertrek met verlof
medegegeven, alsmede van hunne zakboekjes en van
hunne vorlofpassen.
Burgemeester en Wethouders vermanen de bo-
trokkea verlofgangers, aan deze oproeping nauw
keurig te beantwoorden, te zorgen dat hunne kleeding
en uitrusting In goeden staat wordon voorgesteld
alsook om zich, bij het gaan naar do plaats, voor
het onderzoek bestemd, gedurende hot onderzoek on
by bet naar huis keeren, ordelijk te gedragen en
alzoo zich to vrijwaren voor do toepassing der straf
bepalingen, vermeld bij do artt. 130, 141145 der
Wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72).
daar ongeregeldheden als anderszins, zoolang do man-
sohappen in uniform zijn gekleed, worden gestrafc
volgens hot Criojiüeel Wetboek en het Reglement
van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Loiden, F. WAS, Burgemeester.
4 Juni 1895. E. KIST, 8ocrotarie.
B. en Ws. van Voorschoten maken bekond dat de
alphabetieche lijst der in dit Jaar voor de Schutterij
ingeschrevenen van 713 Juni a. e. ter aecretario
ttr inzago is nedergelegd en dat do loting en naloting
zal worden gehouden op Zaterdag 15 Juni a. 8-,
'a voormiddags te 10 ureD.
Het zal zeker menigeen genoegen hebben
gedaan toen hij deze week vernam dat de
oenmaal zoo beroemde zomerconcerten van
„Zomerzorg" niet tot de geschiedenis zullen
behooren.
Dit bl(jkt uit de inteekening voor de wederom
dezen zomer te geven reeks, waardoor het
doorgaan er van is mogelijk gemaakt.
Do uitvoeringen zullen nu gegeven worden
door het stafmuziekcorps van het vierde regi
ment infanterie alhier, onder directie van den
heer W. Yan Erp, die getoond heeft een ver
dienstelijk opvolger te zijn van den heer Mann,
die het corps tot zulk een hoogte heeft op
gevoerd, dat het overal in den lande, waar
het zich heeft doen hooren, bijzonder gunstig
staat aangeschreven.
Wy wenschen daarom nogmaals de aan
dacht op onze eigen „Zomerzorg"-concerten
te vestigen en hen, die nog niet geteekend
hebben, op te wekken dit alsnog te doen.
De voorwaarden zyn daarenboven dit jaar
al heel geringniemand, die van goede muziek
houdt, ten gehoore gebracht in eene heerlyke
omgeving als de tuin van den heer Couvóe is,
kunnen ze thans een beletsel zyn.
Het met zorg gekozen programma voor
a. s. Dinsdag-avond belooft reeds zeer veel
muzikaal genot.
Aan de vier veld-bataljons van het 4de
regiment infanterie zullen elk verstrekt wor
den 2 zestienmansteqten met toebehooren,
welko tenten gebruikt zullen worden tot
oefening der manschappen in het spoedig op
slaan en afbreken der tenten.
Voor wat het 2de en 4de bataljon van het
regiment betreft, alhier in garnizoen, zullen
deze oefeningen plaats hebben in de duinen
te Katwyk met de vier bovengenoemde tenten.
Heden vierde het Leidsche Studenten
gezelschap „Beré-ïChith", gewyd aan de be
oefening van de Hebreeuwsc-he taal en het Oude
Verbond, zijn 75 jarig bestaan. Tal van eere
leden waren overgekomt-n om de feest
vreugde te deelen. De Leidsche oud hoogleeraar
Prins schreef in het studenten-weekblad
„Minerva" een kort stukje, „Myne herinne
ringen aan Beréschith", waarin de klinkende
namen genoemd staan van Rutgers, Weyers,
W. Moll, P. J. Veth, Valeton, Kuenen.
In het gemeenteraadsverslag van Zoeter-
woude, in ons vorig nummer, is een fout in
geslopen. Ter plaatse, waar de oudste wet
houder voor de tweede maal aan het woord
komt, had het eerste woord „niet" in
„De oudste wethouder gelooft niet dat men
gegoedheid niet enz." achterwege moeten
blyven. Nu laat het verslag den oudsten
wethouder het tegenovergestelde zeggen van
hetgeen hy als zyn meening te kennen gaf.
Bedankt is voor het beroep der Ned.-
Herv. gemeente Kaag door den heer W. C.
Mense, candidaat te Bennekom.
Op het telephoonkantoor te Sassenheim
werden gedurende de maand Mei 1895 be
handeld 80 telegrammen, waarvan verzonden
31 en ontvangen 49.
Door Z. D. H. den bisschop van Haarlem
werd Woensdag de door de architecten Margry
en Snickers gebouwde kapel van het pen
sionaat „Bydorp" te Voorschoten geconsa
creerd. Na de inwijding droeg Mgr. een pon
tificale H. Mis op, geassisteerd door den
Hoogeerw. Provinciaal dor Dominicanen, als
presbyter asstetens; door de Zeereerw. heeren
Bernsen, pastoor van Voorschoten, enLange-
W6D, dominicaan te Schiedam als troon-dia-
kens; den Zeereerw. heer Vos, pastoor te
Leidschendam, als diaken, en den Zeereerw.
heer Strythout, oud-rector van het gesticht,
thans pastoor te Scheveningen, als sub diaken.
By do plechtigheid waren o. a. ook tegen
woordig Z. Exc. Mgr. Lorenzelli en tal van
professoren uit het klein Seminarie Voorhout.
Na afloop van de H- Mis werd door Z. D. H.
een korte toespraak tot de aanwezigen gericht,
waarna Mgr. tot besluit den zegen gaf.
Benoemd is tot pastoor te Wassenaar,
de zeereerw. heer J. J. Bruystens en tot
pastoor te Nieuwveen, de zeereerw. heer H.
J. A. Coppens, secretaiis van het bisdom.
Van de vrye inschryving op de leening
ad ƒ1,100,000 3 pet. ten behoeve van het
Hoogheemraadschap Delfland wordt 90 pet.
toegewezen.
De Haagsche afdeeling van „Patrimonium"
heeft in eene druk bezochte vergadering bo-
sloten zich van dien bond af te scheiden.
In de gisteren vereenigde vergadering van
het hoogheemraadschap Delfland werd de
rekening van het jaar 1894, sluitende met
een batig saldo van ƒ61,963.52, goedgekeurd.
Daarop komt voor aan gewone werken een
bedrag van tyna 70,000, aan buitengewone
werken 47,000; de eigendommen brachten
op 11,000, het 8luisgeld 133,842, terwyi
het saldo van 1893 bedroeg ƒ79,349.82.
Volgens een te Haarlem ontvangen
telegraphisch bericht komt de kapitein A. De
Leur, van de infanterie O. I. 1., met tweejarig
verlof naar ons land, wegens ziekte.
Naar het „Hbl." verneemt, wordt door
het bestuur van het Concertgebouw te Am
sterdam onderhandeld over het directeurschap
van het orkest, ter vervanging van den hoer
W. Kes, met den heer J. L. Nicodé, te Dresden.
By beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken van 7 dezer zijn by do
in 1895 te houden eindexamens der Ryks-
normaalschool voor teeken onderwy^ers, als
mede by de theoretische en eindexamens der
Ryksschool voor kunstnij verheid, aangewezen
als deskundigen jhr. B. W. F. Van Riemsdijk,
onder directeur van het Nederlandsch museum,
en tot plaatsvervangend deskundige de heer
N. Van dtr Waay, hoogleeraar aan de Ryks-
Academie van Beeldende Kunsten te Am
sterdam.
De eind-examens zullen in het openbaar
plaats hebben in het Ryks Museumgebouw op
28 Juni e. k. en volgende dagen.
De „N. R. C." bevatte, geiyk men weet,
het volgende bericht:
„In welingelichte kriDgen te Amsterdam
doet het gerucht de ronde, dat burgemeester
Vening Meinesz in den loop van 1896 stellig
zyn ambt zal nederleggen."
Den Burgemeester zelf, zegt nu bet „N. v. d.
D." is hiervan echter niets bekend. „Ik heb
daarop geen plan," zeide mr. Vening Meinesz,
„op het oogenblik althans niet. Of er zich in
de toekomst omstandigheden zullen voordoen,
welke daartoe konden leiden, kan niemand
zeggen. Op dit oogenblik denk ik er niet aan."
De gemeenteraad van Utrecht heeft be
sloten tot aankoop van een terrein aan den
Catharynesingel naast het Ziekenhuis, met be-
stomming om dat uit te breiden met chirur
gische, psychiatrische en neurologische klinie
ken, zoomede tot uitbouw van het Zieken
huis en tot vergrooting van het aantal barakken
voor besmettelijke ziekten. Men hoopt door
dien. aankoop de reeds lang hangende onder
handelingen met de Regeering te bespoedigen.
De koopprys bedraagt ƒ80,000.
De percentage der plaatselyke inkomsten
belasting werd, evenals in 1894, op 2.66 pet.
bepaald, hoewel, naar de berekening van B.
en Ws., de opbrengst dan een kleinigheid
meer zal zyn dan het op de begrooting uit
getrokken bedrag.
Aan den gemeente secretaris, mr. W. H.
baron De Watteville, is een verlof van 6
weken toegestaan.
Tot tydelyke wethouders in de vacantie-
weken werden benoemd de heeren Koek en
Van Lier.
De afgevaardigden der internationale
spoorweg conferentie te Amsterdam hebben
gisteren een rytoer gemaakt in de omstreken
van Arnh°m en daarna deelgenomen aan een
collation, hun in het Grand Hdtel „Belle Vue"
te Arnhem aangeboden.
Met het stoomschip „Ardjoeno", dat
Dinsdag 11 Juni te Rotterdam kan verwacht
worcU-n, repatriëren 25 militairen van het
O.-I. leger; 14 van hen hebben deelgenomen
aan de krygsverrichtingen op Lombok; 5 zyn
gewond geweest, te wetenkorporaal C. A.
"Wennink en fuseliers W. Weber, J. J. Van
der Stroom, S. Yden en J. Uiterwyk.
Eerstgenoemde verlaat het leger met een
gagement van 475 'sjaars en Weber en
Van der Stroom met ƒ320 'sjaars, terwyi
do fuselier Yden tydeiyk wordt gegageerd
en Uiterwyk overgaat by dereconvalescenten-
compagnie der koloniale reserve te Zutfen.
Het thans te Dordrecht vergaderde Land
bouwkundig Congres heeft zich tegen be
schermende rechten verklaard.
Omtrent de quaestie van arbeiderswoningen
is geen conclusie genomen, daar de zaak in
dit jaar ook in eon andere vergadering en dan
op broederen grondslag zal behandeld worden.
Dr. E. Van der Ven heeft eervol ontslag
gevraagd tegen 1 September a. s. als directeur
der Burgeravondschool te Haarlem.
Ook "Wageningen had het geluk aan
een tweetal Lombok-stryders zy heeten
Vermeer en Van Aggelen hulde te mogen
brengen.
In een rytuig, met 4 paarden bespannen,
voorafgegaan door een fanfarecorps, werden
ze afgehaald en met hunne familieleden en
gevolg door eene commissie door de stad
geleid.
In den tuin van Janushoff werd de eerewyn
aangeboden, terwyl hun door den beer S. G.
Van Weideren baron Rengers het „welkom"
werd toegeroepen, onder mededeeling dat de
burgery van Wageningen besloten had hun
een zilveren gedenkpenning aan te bieden.
Een talryke menigte was op de been en
uit tal van woningen wapperde de vader-
landscbe driekleur.
De Commissaris der Koningin in Limburg
hoeft aan den gemeenteraad van Roermond
op het bekende adres (naar aanleiding van
het niet bezoeken door de beide Koninginnen
20)
„Een hutje aan het einde der aarde, ver
heerlijkt door de liefde en trouw," spotte Hugo.
„Is meer waard dan alle schatten der
wereld met krakeel!"
„Nu, je bont een brave kerel!" schertste
Biunt: „ik wensch je alles goeds toe; maar zeg
eensis je zuster des nachts ook by de Poole's
„Wolneen, ik ga haar iederen avond halen."
„Nu, dat zult ge wel aardig vinden, dan
ziet ge uw uitverkorene iederen dag."
„Ta, behalve Dinsdagavond, want dan ga
ik altjjd naar „Rhetorica," en dat verzuim
ik niet graag."
„En brengt de heer Wils je zuster dan
thuis?" vroeg Hugo, die reeds jaloersch werd
op dien gemoedeiyken dikken ouden heer.
„Weineen, die biyft altyd tot tien uren
op het kantoor, komt dan binnen een glaasje
wyn drinken, rookt eene pijp en gaat daarna
spoedig te bed. Ida gaat dan altyd met de
meid naar huis."
„Aha!" mompelde Blunt; „maar kom, ik
verpraat myn tyd," en na Henri de hand
gereikt te hebben, vervolgde hy zyn weg.
Dinsdagavond kwam Henri zyne zuster
niet halen; maar, wat lag nu meer voor de
and dan dat hy dien avond zou kunnen
gaan theedrinken ten huizo van den heer
Vils? Hy was de familie Pooie toch een
bezoek schuldig. Dan wilde hy zoolang blyven,
totdat het voor Ida tyd was om naar huis te
gaan. Hy zou haar zyn goleide aanbieden en
het gewenschte „lêto a tête" zou plaats hebben.
IX.
Tbia life ia all obequer'd
with pleaaureB and wooa
That chase one another
like waves of the deep
Each brightly or darkly,
as onward it flows
Reflecting our eyes,
as they sparkle or weep.
Thomas Moore.
Ida ging den volgenden morgen bytyds
naar Mary om haar af te halen, en de meisjes
spoorden met den trein van 10.15 naar Rot
terdam. Het regende dien dag en daar de
modder van genoemde stad om hare kleverig
heid bekend is, achtte Ida het beter een
rytuig te nemen om de Wynhaven te be
reiken. Men hield stil voor een prachtig huis,
doch waarvan, zooals het veel in Rotterdam
voorkomt, het ondergedeelte tot bergplaats
van koopmansgoederen diende.
Op de vraag of de vrouw des huizes te
spreken was, werd bevestigend geantwoord,
en de meisjes stegen de prachtig gebeeld
houwde trap op, om daarna een fraai gemeu
beld vertrek binnen te treden. Er was niemand
in de kamer aanwezig en het antichambreeren
duurde tameiyk lang voordat er iémand
binnenkwam. Alleen hoorde men somtyds
geritsel achter de portières, die dan even op
gelicht werden, om er 08n brutaal en nieuws
gierig kindergezicht door te laten gluren.
Mary wa3 erg zenuwachtig. Het was haar
zulk een vreemd gevoel, eene afhankelijke
positie te zullen moeten beklooden.
Eindeiyk werden de portières op zyde ge
schoven, om eon klein, bleek, nerveus uitziend
vrouwtje binnen te laten.
Zy wuifde met de hand tot teeken dat de
meisjes plaats zouden nemen, doch was blyk-
baar te zeer buiten adem om iets te zeggen.
„Dames," werd er eindoiyk stotterend uit-
gestooten, „ik kan het heusch niet helpen,
dat ik u zoo lang liet wachten, maar de
dienstboden en de kinderen; och, u weetniet
hoe druk ik het heb."
Terwyi zy sprak, waren hare blikken steeds
op de portières gericht, alsof zy van daar
hulp verwachtte voor de gejaagdheid, die haar
beheer8chte.
Daar werden de draperieën weder opgeheven
en eene statige jonge dame in onberispeiyk
toilet deed hare intrede.
Met eene sieriyke buiging liet zy zich op
de canapé nedervallen en met een voornaam
air monsterde zy met behulp van een lorgnet
de jonge dames. Daarop richtte zy het woord
tot Ida:
„Ik denk dat uwe komst met de door ons
geplaatste advertentie in verband staat?"
Dit werd op zeer geaffecteerden toon gezegd.
Nadat de meisjes toestemmend geantwoord
hadden, zeide zy weder tot Ida:
„Is u moer in betrekking geweest?"
„Pardon, juffrouw, het i3 niet voor my, doch
voor myne vriendin, juffrouw Poole, dat wy
hier zyn."
„Ahl" hernam het nufje: „nu, dan richt ik
tot u dezelfde vraag, juffrouw Poolo."
Mary antwoordde bedeesd dat zy nog nooit
in betrokking geweest was.
„Amalia," bracht mevrouw zenuwachtig in
het middeD, „lieve, vindt ge niet dat juffrouw
Poolo er zwak uitziet?"
„Hoe böte!" riep Amalia uit: „mama, hoe
kunt u zoo iets in iemands presentie Z9ggen?"
Zy wendde zich daarop weder tot Mary met
de woorden:
„En wat kent ge alzoo? Als ge by ons
komt, zult ge veel te doen hebben, want ik
ga spoedig trouwen, en dan komt alles wat
ik in de huishouding te doen heb, en dat is
vry wat, voor u op. Ik heb byna geen tyd
om my te kleeden."
Ida kon niet nalaten een blik vol beteekenis
op het keurige toilet van het nufje te werpen.
Deze vervolgde:
„Daarenboven is mama van plan onze derde
meid weg te zenden, en deze haalt de kin
deren altyd van de school en brengt hen er
ook heen, dus
„Maar, lieve Amalia, dat laatste is nog
niet zeker," zeide mevrouw zenuwachtig.
„En papa heeft zelf gezegd dat er vry wat
in de huishouding bezuinigd moest worden,
en dan ligt het wegzenden van de derde meid
voor de hand, zou ik denken."
Ida kon hare verontwaardiging niet meer
bedwingen en Mary stond het weenen nader
dan het lachen.
„En, mevrouw," zeide Ida, „zou ik u uit
naam van myne vriendin wel eens mogen
vragen, welk salaris u voor haar bestemd
heeft?"
„Tachtig gulden," riep Amalia, voordat hare
van Roermond) geantwoord, dat hy geen ver
antwoording schuldig is aan derden over de
inlichtingen, verstrekt of nog te verstrekken
aan HH. MM.
Te Eliekom houdt thans op den huize
„Avegoor" verblyf lord Reay (baron Mackay
van Ophemert), oud gouverneur van Bombay.
De Staatscourant van 8 dezer bevat een
verslag, uitgebracht aan den minister van
binnenlandsche zaken door de rykscommissie
voor graadmoting en waterpassing, aangaande
hare werkzaamheden gedurende het jaar 1894.
Die werkzaamheden hadden betrekking op de
primaire en de secundaire driehoeksmeting,
de slingerproeven, de getywaarnemingen, do
lengte-, breedte- en azimut bepaling.
Blykens een bericht uit Igls hebben
HH. MM. de Koninginnen dezer dagen een uit
stapje gedaan naar de Achensee. HH. MM.
reden van Igls naar Jenbach en spoorden
van daar naar genoemd meer, waar een feeste-
lyk versierde stoomboot gereed lag voor een
tocht op het meer, welke door heerlyk weder
begunstigd werd. Twee bestuurders van den
Achensee spoorweg waren te Jenbach aan
wezig om den Koninklyken trein te bege
leiden. (H. D.)
De particuliere secretaris van H. M. de
KoDingin-Regentes, jhr. S. M. S. De Ranitz,
zal zich in den loop der volgende week naar
Assen begeven, in verband met het aanstaand
bezoek van HH. MM. aan die gemeente.
Het stoomschip „Admiral", van Ham
burg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok
6 Juni van Napels; de „Ardjoeno", van
Batavia naar Rotterdam, passeerde 6 Juni
Sagrès; de „Gelderland", van Rotterdam naar
Batavia, passeerde 5 Juni Malta; de „Prins
Alexander", van Batavia naar Amsterdam,
arriveerde 7 Juni Suez; de „Bundesrath"
vertrok 6 Juni van Zanzibar r.aar Rotterdam;
de „Prins van Oranje," van Amsterdam naar
Batavia, passeerde 7 Juni Ouessant.
By koninklyk besluit zyn, met ingang
van 5 Juli a. s., benoemda. tot vice-president
van den Raad van Ned.-Indië, de heer W. O.
Gallois, thans lid in dien Raad; b. tot lid in
den Raad van Ned. Indië, de heer G. A. Scherer,
thans directeur van binnenlandsch bestuur.
Eervol ontslagen, op hun verzoek, E. M.
Dusser de Barenne als commissaris van Ryks-
politie op het Scheur en over den nieuwen
Waterweg door don Hoek van Holland van
het Scheur tot in zee, en F. G. C. J. Fundter,
als commissaris van Rykspolitie.
Aan J. C. De Joncheere, op zyn verzoek,
eervol ontslag verleend als burgemeester van
Angerloo.
Pensioen verleend aan: L. M. De Jongh,
wed. mr. E. L. J. Vitringa, rechter in de
arrondissemont8-rechtbank te Arnhem, ƒ400;
A. L. W. Bertram, wed. J. Van Druten, school
opziener, ƒ600; M. C. Swiebel, wed. C. H. of
K. H. Rouvekamp of Reuvenkamp, assistent
der posteryen, 275; H. Ter Horst, wed.
R. H. Vasbinder, commies by 's Ryks bel.,
ƒ186; E. De Neuve, wed. F. A. Do Bont,
verificateur by 'sRy'ks bel., ƒ540; A. Weste
rink, wed. K. Vet, brieven-en telegrambesteller,
113; C. Borduïn, wed. J. W. Wolf, klerk
moeder iets zeggen kon; „en dan een ryks-
daalder met kermis en nieuwjaar."
Mevrouw zeide niets om dit schittorond
aanbod te wederleggen, en Ida kon niet nalaten
den blik over al de fraaie ornamenten te
laten gaan en dan op minachtenden toon te
zeggen
„Tachtig gulden? Kom, Mary, ik geloof
dat wy bier niets meer te bespreken hebben,"
en opstaande maakten de meisjes eene lichte
buiging en verlieten, zonder verder iets te
zeggen, de kamer.
Zy hoorden Amalia zeggen„Een kale boel,
en dat komt nog met eene vigilante!"
Toen zy weder in het rytuig gezeten waren,
barstto Mary in snikken uit.
„O, Ida, als ik er aan denk, dat ik te
midden van zulk eene omgeving myn brood
zal moeten verdienen!"
„Houd maar moed, lieveling," troostte Ida:
„wy zullen wel zorgen dat gij ergens, waar
ge het beter hebben zult, geplaatst wordt."
De meisjes kwamen onder een plasregen
aan het stationalles zag er even droefgeestig
uit. Het water droop van de petten der con
ducteurs, en de raampjes van de coupé,
waarin zy plaats namen, waren beslagen.
Ida deed haar best Mary moed in te Bpreken,
doch de toekomst scheen het arme meisje
zoo somber en treurig. Hoe was alles ver
anderd, en wat zou het leven haar verder
brengen?
Den volgenden morgen ging Ida ale naar
gewoonte naar Mary,
Wordt vervolgd.)