N°. 10324. Zaterdag 8 Juni, AM895. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit noinmer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 7 Juni. F'eullletoii. IDA DE MAIRE. IDSCH Voor Leidon per 3 Franco per post Jzonderiyke Nommers PRIJS DEZER COURANT: maanden. i f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Yan 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Eerste Blad. OUlciëcle Kenuiseevtngen. XMrccte Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeene kennie, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen eilD tér band gosteld twee kohieren dor Pereoneele Belasting, Nos. 16 en 17, beide van den dioDBt 1894/95. en executoir verklaard den 4den Juni jl., en herinnert voorts den belanghebbenden aan hunne ferplicbting, om den aanalag op den by de Wet be- i. De Burgemeester voornoemd, F. WAS. paalden voet te voldoen. Leiden, 6 Jum 1895. Burgemeester en Wethouders van Oegstgoost Brengen ter algemeene kennis dat de inkwartieringelrjst Boor het jaar 1895 ter Seoretarie ter inzage is teder gelogd. Burgemeester en Wetl ouders van Oegetgeeet Bierinneren den ingezetenen aan de bepalingen van. hot Koninklijk besluit van 27 Juli 1887 (Stebl. 141), [regelende de verplichting der ingezetenen tot het doou van aangifte voor de bevolkingsregisters bij vestiging in of vertrek uit de gemeonte. Krachtens de bestaand© voorschriften, liggen op de Gemeente-Secretarieën van 815 Juni a. s. ter inzage do alphabetieche lijsten van de in Mei 1896 ingeschrevenen voor de Rustende zoowel als voor do Dienstdoende Schutterijen, klasse 1895, volgens wolke lgstea de loiing in de betrokken gemeenten cal plaats hebben. In het lokaal Ephraïm alhier werd eene fergadering gehouden door de bestuurderen fan de werklieden-vereenigingen, welke inder tijd het adres aan den gemeenteraad hadden pnderteekend tot ondersteuning van het voor- ttel van B. en Ws. tot opneming in de be stekken voor gemeente werken van bepaliDgen omtrent minimum loon en maximum arbeids tijd, welk voorstel echter door den Raad werd verworpen. J Vertegenwoordigd waren 13 vereenigingen. ft De vergadering was bijeengeroepen ter be handeling van de vraag: „Hoe behoort onze houding te zijn en wat moet gedaan worden na de afstemming van het voorstel?" In den loop van de vrij uitvoerige bespre kingen werden drie middelen aan de hand gedaan om ontevredenheid over 's Raads besluit te kennen te geven: lo. het houden van een protest-optocht door do werklieden-vereenigingen op den dag der a. s. maskerade; 2o. het houden van een protest meeting, on daartoe als spreker uit te noodigen e.en ▼olksman, zooals bijv. de heeren Gerritsen of Gerhard; 3o. het stellen van protest candidaten by do a. s, verkiezingen van den gemeenteraad. I Het eerste middel werd byna eenparig ver oordeeld. Toen het tweede in stemming kwam, bleek dat het meerendeel der aanwezigen geen mandaat had om dienaangaande een besluit te nemen. Het derde kwam niet in behandeling. Verder bleek dat de afdeelingen van den „R -K. Volksbond" (per missive) en van „Patri monium" (omdat dezo niet op de vergadering tegenwoordig was) zich van de verdere bewe ging in deze zaak hadden teruggetrokken. Besloten werd over veertien dagen weder samen te komen, ten einde alsdan de bestuur deren inmiddels in de gelegenheid te stellen nader met de leden hunner vereenigingen in overleg te treden omtrent de te verstrekken volmacht. Het Bestuur der „Leidsche Fabrieks school" acht zich gelukkig aan de heeren en dames, die zoo vriendelijk zyn hunnen finan- tiëelen steun te verloenen, eenige gunstige mededeelingen over de uitkomsten van het onderwys dezer school te kunnen doen. De school neemt gestadig in bloei toe en is op weg om eene van do nuttigste inrichtingen onzer gemeente te worden. Zy valt in den smaak van onze jeugdige fabrieksarbeiders en arbeidsters en wel in die mate, dat niet aan alle aanvragen om plaatsing kan worden voldaan. Zeventig meisjes en vyftig jongens ont vangen wekelyks op drie avonden iedere groep afzonderiyk - onderwys: de eerste groep in vrouwelyke handwerken, voor zooverre die in een gezin, waar „help uzelven" het wacht woord is, onontbeerlyk zyn; de tweede groep in het vervaardigen van voorworpen van hout, het teekenen en beschryven van modellen en werktuigen en het daarmede in verband staande lezen, scbryven en rekenen. Het doel der school is zin voor orde, werk zaamheid en huiselijkheid aan te kweeken, het middel bekwaamheid om den tyd in huis aan aantrekkelyken en nuttigen arbeid te besteden. Het gedrag, de vlyt en de vorderingen der bezoekers geven alle reden tot tevredenheid; tusschen de onderwijzers en do leerlingen bestaat eene aangename verhouding, waardoor de opvoedende kracht der school verhoogd wordt. By voortduring geniet de school van een belangstellende, die ongenoemd wil biyven, kosteloos lokaliteit, vuur, licht en bediening. Het Bestuur hoopt dat door bovenstaande mededeelingen sommige ingezetenen, in wier steun het tot heden zich nog niet mag ver heugen, mogen worden opgewekt tot den voortdurenden bloei der school mede te werken. Het onderwys is betrekkelyk duur, omdat het zoogenaamd Slöjd slechts aan weinig leer lingen gelyktydig kan worden gegeven. De ontvangen jaariyksche contributiën der 41 contribuanten in 1894/95 bedragen 200, ƒ100, 50, 25, 20, ƒ10, ƒ5 en 2.50, te zamen 858. Uitgegeven werd: aan salarissen van onder- wyzers ƒ615, aan salaris van onderwyzeres 200, aan onkosten van hout, enz. (Slöjd) 47.10, aan katoen, enz. (handwerken) 116, aan diversen ƒ12.20, te zamen ƒ990.30. Er was dus een tekort van 137.30, dat echter door de saldo's der vorige jaren is aangezuiverd. Het Bestuur bestaat uit de heeren: dr. D. De Loos, voorzitter; mr. H. L. Drucker, A. E. Van Kempen, A. L. De Sturler, Karei Van Wensen, penningmeester, en J. A. Van Dyk, secretaris. - Te Oegstgeest zal de collecte ten behoeve van het Fonds tot aanmoediging en onder steuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden, in verband met den Leidschen Maskeradedag, dit jaar gehouden worden niet op 18 Juni, den Waterloo dag, maar op Maandag 17 Juni a. s. Uit het verslag van den toestand der gemeente Oegstgeest over het jaar 1894 wordt ons het volgende medegedeeld: De bevolking der gemeente bestond op 31 December 1894, met inbegrip der bevolking der Rykswerkinrichting voor vrouwen, uit 4330 zielen. In het personeel van den Raad kwamen de volgende veranderingen, dat in de plaats V3n de heeren A. D. D. Schretlen en J. J. Van Hoeken, die in het jaar 1894 hun ontslag hadden genomen, werden gekozen de heeren N. Van der Spek in 1894 en P. Kromhout in het begin van 1895. De voornaamste in den gemeenteraad be handelde onderwerpen waren: Besluit bestrating Marendyk, Aloèlaan, Morschsingel en Schoolsteeg. Aanleg brand- kraan Terweepark. Besluit rioleering School steeg. Besluit overplaatsing schoolkinderen. Besluit tot plaatsing stembureau ge houwtje Stationsweg. Besluit tot het aan leggen eener ttlephonische verbinding met het Raadhuis. Helfing van 5 opcenten meer op de hoofdsom der personeele belastirg. Besluit opheffing commissie van financiën. Besluit tot bet doen gebruiken van het oude ziekenhuis voor vergaderlokaal. De toestand der wegen en voetpaden is vry gunstig. In 1894 zyn enkele grindwegen in klinkerwegen herschapen. Over den toe stand der volksgezondheid valt op te merken dat er zich hebben voorgedaan: 2 gevallen van mazelen, 2 van diphthcritis, 3 van febris typhoïdea en 1 van variolois. Op de byzondere begraafplaats der Herv. gemeente werden begraven 27 ïyken, waarvan 19 ïyken uit Oegstgoest, 3 uit Zoeterwouie, 3 uit Leidon, 1 uit Valkenburg en 1 uit Haarlem. Op de byzondere begraafplaats dor R.-K. gemeente 20 Ïyken. Op de begraafplaats der Christelyk-Geref. gemeente 32 Ïyken. Het aantal verrichte koepokinentingen bo- droeg 56 in 1893, 48 in 1892 en in 1891 ook 56. Over de politie maatregelen valt op te merken, dat de volgende processen-verbaal werden opgemaakt: wegens diefstal 2, over treding met hondenkarren 4, dronkenschap 6, politie-overtreding en andere overtredingen of misdryven 44. Het aandeel der gemeente in de lichting der Nationale Militie bedroeg 14. Het aantal ingeschrevenen in de gemeente, waarnaar het aandeel is berekend, bedroeg 53. De sterkte der schuttery bedroeg 77, waar van 47 actief en 30 reserve. De kosten van het onderwys hebben bedragen 5085 21. De toestand van het armwezen kan evenals het vorige jaar gunstig worden ge noemd, ondanks de toename der bevolking en het heen en weer trekken der personen om werk te zoeken. Over den landbouw en de veeteelt valt op te merken, dat de gewassen, ook ten gevolge van den hagelslag in Augustus, ongunstiger waren dan in 1893. De tuinbouw gaat te Oegst geest vooruit, vooral ook aan den kant van Leiden. De bloemistery, voornamelyk bestaande in bloembollenteelt, was minder gunstig. De toestand van den veestapel was vry gunstig; de gezondheidstoestand van het vee was ook vry goed, ofschoon het mond- en klauwzeer daarby ongunstig werkte. De toestand van de riviervisschery is minder gunstig dan eenige jaren geleden, omdat door de stoombooten veel kuit wordt vernietigd. Door het bestuur van de „Vereeniging van gemeente-veldwachters in de provincie Zuid-Holland" wordt ons medegedeeld, dat de statuten by koninkiyk besluit van 24 Mei jl. zyn goedgekeurd. Deze Vereeniging stelt zich ten doel om de belangen van de gemeente-veldwachters zooveel mogeiyk te bevorderen, wolke belangen bestaan in het verbeteren van de traktementen, het pensionneeren van hunne weduwen en weezen by eventueele ongelukken, en het verbeteren van hun pensioen na volbrachten diensttyd. Van deze Vereeniging kunnen alle in dienst zynde en oud gemeente-veldwachters uit de provincie Zuid-IIolland lid worden tegen eene contributie van vyftig cents per jaar. Het bestuur dezer Vereeniging is aldus samengesteld: P. Van der Stel, te Zoeter- woude, voorzitter; G. J. Heisterborg, te Oegst geest, secretaris, en D. Moolhuysen, te Oegst geest, penningmeester. By de Ned.-Herv. gemeente te Hillegom is beroepen ds. Kruiff, predikant te Maassluis. In het „Hotel Koning" te Hillegom is door den architect den heer Jac. Van der Heyden, van Leiden, aanbesteed het bouwen van een woning op een terrein, gelegen over de remise. Ingeleverd waren 16 biljetten, waarvan het laagste was dat van den heer J. C. Van Vendeloo, te Velzen, voor 9130, aan wien het werk is gegund. De Commissie van Rapporteurs der Eerste Kamer voor het samenstellen van een leiddraad tot onderzoek van het wetsvoorstel Hartogb, zal Woensdag 12 dezer te 's-Hage byeen- komon. Volgens hier te lande ontvangen be richten zyn benoemd in de orde van het Borstbeeld van den Bevryder van Venezuela tot grootofficier jhr. mr. J. Röell, minister van binnenlandsche zaken, en mr. J. H. Bergsma, minister van koloniën; tot com mandeur mr. G. J. J. E. Zilcken, secretaris generaal by het ministerie van buitenlandsche zaken. Do Maatscbappy „Zeebad Scheveningen" zal over bet dienstjaar 1894 een dividend van 6'/2 percent uitkeeren. In de te 's Gravenhage gehouden alge meene vergadering van de Naamlooze Ven nootschap „Hotel Paulez" aldaar werden de balans en winst- en verliesrekening goedge keurd en het dividend vastgesteld op 5 pet., betaalbaar 1 Juli a. s. %1G) „Mag ik dan Zondagavond komen thee drinken?" „Ik zal het thuis zeggen en als er geen verhindering is, zult ge wolkom zyn." „Dan zendt ge my wel een briefje of ik verwacht kan worden, nietwaar? En nu, adieu, tot ziens," en de beide heeren gingen ieder huns weegs. Hugo Blunt was zeer in zJyn schik. Hy had niet alleen Constance tegen Ida ingenomen, en natuurlijk zou die er tegen Bertha Udon over spreken, doch hy had tevens Henri De Maire tegon Udon in het harnas gejaagd. Ida zou het aan Henri medegedeelde zeker wel i van haar broeder vernemen, en wat zou de 1 uitkomst zyn De baan werd dan vry voor hem. r Hy was al meer en meer met hetschoone meisje ingenomen, en juist do onverschillig heid, waarmede zy hem behandelde, was oorzaak dat zyn hartstocht steeds heviger 1 geprikkeld werd. Constance was inmiddels by mevrouw De f Brie toegelaten. Toen zy gezellig op een laag stoeltje bij het haardvuur gezeten was, kwam zy al spoedig met het treurige nieuws voor den dag. Natuurlyk vernam mevrouw met veel leedwezen de ramp, die de familie Poole getroffen had, en zy wilde zich dadelyk gereed maken om naar het huis der smarte te gaan, doch Constance hield haar van dat plan terug. Zy vertelde met veel ophef van de beschul diging, die den heer Poole naar het hoofd geslingerd werd, en van de wanhoop der ge- heele familie. „Ida De Maire is er heengegaan, maar ik geloof niet dat er anders iemand toegelaten zal worden." „Ja, Ida was er altyd zeer intiem aan huis, en, als ik my niet bedrieg, dan nam Henri De Maire altyd nogal notitie van Mary," zeide mevrouw De Brie. „Och, dat zal nu misschien wel veranderen. Hy is thans zyn betrekking kwyt, ten minste als de heer Poole failliet verklaard wordt, en dan, wie weet welk een massa schulden er zyn „Maar, Constance, denkt ge dan, dat, als by van dat meisje houdt, hy ha&r daarom zou opgeven? Het karakter van De Maire zou my tegenvallen, als hy zoo iets deed." Constance beet zich op de lippen, terwyl mevrouw De Brie, hare verlegenheid opmer kende, zeide: „Maar, kind, ik heb je niet gevraagd of je gisteren pleizier gehad hebt op je feestje?" „Ja, wy hebben ons best geamuseerd," ant woordde Constance, „maarZy sprak niet verder. „Nu, wat moet er op dat „maar" volgen?" „Och, mevrouw, ik bedacht my daar, dat ik het liever niet zeide, maar och, waarom ook niet?.... Ik wilde u dan vertellen van gisteravond. Ik houd heel veel van myne vriendinnen en ook van Ida, maar ik kan het niet goed velen, dat haar haantje altyd koning kraait. Als zy nu nog handelde naar hare woorden, maar ik beb u verleden al verteld, op welke wyze zy zich op de buitenparty by de Pato's gedragen heeft. Iedereen sprak er schande van. Nu, gisteravond liep het gesprek over armenverzorging; zy had, naar zy meende, alleen eene goede manier om wèl te doen. Zy vond myne wyze van te geven in één woord bespotteiyk en zy had verder op alles wat te zeggen." „Maar, Constance, was dat waarlyk zoo erg?" „O, mevrouw, het is heusch waar, en dat is nog niet alles; niet alleen dat Ida in ge zelschap altyd den boventoon wil voeren, maar zy kan het ook niet velen dat de heeren meer notitie van eene andere nemen. Daar hebt ge nu den heer Blunt; die schynt haar op het bal by Udon genegligeerd te hebben. Zy bad een extra-dans met hem, doch toen die aan de beurt was, was haar danseur verdwenen. Dit was wel lomp; maar nu neemt Ida revanche door by alle gelegenheden te trachten zyne attentie te trekken, om hem vervolgens af te snauwen." „Eene vreemde wraakneming 1" zeide me vrouw De Brie lachend. „Och, juist iets voor haarl" antwoordde Constance. „Hoor eens, kind, ik geloof dat ge iets tegen Ida hebt. My dunkt, ik zou nu hare betere zijde eens opzoeken en niet altyd op de vlekjes wyzen. Ik heb altyd veel van Ida gehouden en het zou my zeer verwonderen als zy nu opeens zoo veranderd was. Zy zal toch zeker ook wel deugden hebben?" Uit het verslag bleek o. a. dat de ver bouwingen tot volkomen genoegen der com missarissen zyn uitgevoerd, dat de lift en het electrisch licht uitstekend voldoen en dat de toestand der Maatschappy zeer bevredi gend \s. Uit Indië komt het bericht van het overlyden van don heer Hendrik Ernst Eyssell, oud-officier der Kon. Ned. Marine en laatstelyk hoofdredacteur van de „Soerabaia Courant." Mr. Tak van Poortvliet is wegens onge steldheid verhinderd de zittingen der Tweede Kamer by te wonen. Tot leden van den Raad van beroep, bedoeld by de wet, houdende nadere bepalingen omtrent de heffing van invoerrecht naar de waarde der goederen, zyn benoemd de heeren S. P. Van Eeghen, koopman te Amsterdam; J. Hudig, cargadoor te Rotterdam; G. Mes dag Jacz., agent der Nederlandsche Bank te Groningen; A. Muller, directeur der Oost- Afrikaansche compagnie te Rotterdammr. J. P. Portielje, eerste directeur der Hollandsche Sociëteit van levensverzekering te Amsterdam, en J. H. Schuylenburg, oud inspecteur, chef van administratie der in- en uitvoerrechten en accynzen in Ned.-Indië, te 's Gravenhage. In den gemeenteraad van Tilburg werd gisteren voorgelezen een schryven van Gedop. Staten, met uitnoodiging namens den minister van binnenlandsche zakon om art. 26a der Tolitie verordening (betreffende het venten en veikoopen van persproducten) in te trekken, ten einde een voordracht tot vernietiging wegens stryd met de wet te voorkomen. B. en Ws. hebben gemeend, zich hiermede niet te kunnen vereenigen, en een antwoord op gemaakt, dat door den Raad werd goedgekeurd. Op het diner in hot Kurhaus te Scheve ningen van gedelegeerden ter spoorweg-con ferentie heeft gisteren de heer Cluysenaer, directeur-generaal der Maatschappy tot Exploi tatie van Staatsspoorwegen, een dronk uit gebracht op de vorsten der verschillende lan den, ter conferentie vertegenwoordigd, en daarbij tevens eene zeer toegejuichte beschou wing gehouden over verkeerswegen. Hierop werd geantwoord door den heer Schneider, afgevaardigde van de Pruisische regeering, die een too3t wydde op het welzyn van onze Koninginnen. Naar men verneemt, hebben zich te Zwolle eenige dames tot een comité vtreenigd, ton einde gelden in te zamelen, om den Ko ing- innen by hare komst in September oen buide blyk aan te bieden. By beschikking van den minister van marine is de kapitein ter zee P. Zegers Veec- kens, adjudant van H. M. de Koningin, uit Oost Indië in Nederland teruggekeerd, wedei ter beschikking gesteld van den chef van he' Militaire Huis der Koningin. De minister van binnenlandsche zaken heeft met ingang van 1 Juli a. s. aan W. J. Gordon, op zyn verzoek, eervol ontslag vor- leend als amanuensis by de bibliotheek der Ryksuniversiteit te Groningen. De gewone audiëntie van den minister van w,, h. en n. zal op 8 dezer niet gebouder worden. „Zeker, mevrouw, ik zal de laatste zyD, om dat te ontkennen." „Dat dacht ik wel; en nu zullen wy maar eens een ander chapiter behandelen," en de dames koutten nog een poosje voort, waarna Constance afscheid nam en vertrok. „Ida en Constance hebben zeker gekibbeld," zeide mevrouw De Brie by zichzelve; „maar 't is waar ook, de mail vertrekt morgen en ik heb den brief voor Willem nog niet af." Zy nam haar schryfportefeuille en zette zich neder. „Lieve jongen," schreef zij, „voor ik dezen verzend, moet ik je nog iets vreeselyks mede- deelen. Ge weet wel dat de familie Poole nogal op grooten voet leefde. Ernst beeft by zyn trouwen een duur huis gehuurd en was keurig geïnstalleerd. Helaas, die glorie is van korten duur geweest; de oude heer Poole schynt zwaar gespeculeerd te hebben en het eind van alles is treurig. Men zegt dat hy gisteren zyn huis in brand gestoken heeft. Ge bögrypt welk een sensatie dit hier teweeg brengt. Welk een verschrikkeiyk lot voor die arme Poole's, en die oude heer, al moge hy voor een oogenblik vergeten hebben dat er hierboven een rechtvaardig Rechter troont, hy zal het zich spoedig herinneren. Ida De Maire is by hare vriendin; zooals ge weet, kwam zy er veel en Henri was altyd zeer met Mary ingenomen. Het is te hopen dat hy nu karakter toonen zal. Hy was op het kantoor by den heer Poole, doch een jong- mensch als hy komt wel weder terecht. Het schynt dat Constance Van Lee en Ida het tegenwoordig niet best te zamen kunnen vinden. Ida zie ik heel weinigzy heeft zeker andere konnissen, die baar meer aantrokken. Enfio, dat moet zyz Ive weten! Misschien heeft zy het my kwniyk genomen, dat ik haar naar het voorgevallene op die buiten party gevraagd heb. Zij bloosde en zeidf ietwat kortaf: „O, hoeft u daar ook van gehoord; nu, ik moet zeggen, men is wel vriend. 1 k om v zoo goed op de hoogte te houden van alle» wat er gebeurt." Zy deed ge n moeite on* my van haar onschuld te overtuigen en sprak spoedig over iets anders door. Ik vind he« erg jammor, want de reputatie van een meisj is zoo iets teerö, en één onvoorzichtig woord kan veel kwaad doen. Maar, beste jongen, de brief moet naar dp post: ik neem dus voor heden afscheid var je. Vele kussen zyn hierby ingesloten van je je innig liefhebbende Moeder." Mevrouw De Brie maakte den brief dicht en gaf hem aan de meid, om hem op het postkantoor te bezorgen. Even daarna werd de deur der tuinkamer geopend en Aline Spil trad binnen. „Wel, mevrouw, ik had al zoo lang eens naar u toe willen komen, maar u weet: het is by ons zulk eene drukke huishouding en wy hebben zoo weinig hulp, dat ik niet dikwyls kan uitgaan." {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1