N°. 10822.
Donderdag O Juni.
A". 1895.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. ƒ1.10.
Franco per post.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTÉN:
Van 1-6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17£. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor liet incasseoren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Dit nomnier bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
OlUciöolo vinden.
I
Vergadering Tan den Gemeenteraad Tan Leiden,
op Donderdag 6 Juni, dee namiddags ta twee uren.
Punten ter behandeling:
1°. Verzoek van Dr. P. L. Rijke, om ontslag als
Curator van bet Gymnasium. (145)
2°. BeDoeming van een Curator van het Gymna
sium. (145)
8°. Idem van eene tweede onderwijzeres aan de
Meiojesechool 2de klasse. (129)
4®. Verzoek van de Koninkl. Ned. Grofsmederij, ter
bekomiDg m eigendom van grond aan den
Zuidsingel. (125)
5°. Voorstel tot wijziging van de htffiDg van markt-
geld wat d« veemarkten betreft. (126)
6*. Verzoek van de Wed H. J. HulshofTSiddrè,
om ontslag als lid van het college van Vrouwen-
Kraammoeders. (128)
7®. Staat van af ei overschrijving op do begrooting
dienst 1895, ad 210. Herstellingen huis Aal
markt. (131)
8°. Verzoek van H. W. Hoogeboom, om terugbetaling
van hondenbelasting. (132)
9°. Idem van O. Hemmee, om terugbetaling van
schoolgeld, lager onderwijs. (133)
10°. Idem als voren van de Wed. C. W, Zeverijn. (134)
11°. Idem van E. J. Do Bruyo, tor bekoming in
eigendom van water en grond aan den Rijn bij
do Borstolbrug. (136)
12°. Voorstel tot regeling van de Jaarwedde der
brugwachters. (136)
13'. Idem tot het verleenen van coae toelage aan
den Secretaris van het Collego van Zetters. (137)
14°. Verzoek van het Bestuur der Zondagsschool
„Jesaia", om het gebruik van het schoollokaal
in de Gortestraat. (138)
15°. Idem van C. M. JurgOLS, om een stoep to leggon
voor perceel Rijnstraat N°. 7. (139)
16°. Staat van af- en overschrijving op de bogrooting
dienst 1894, van doStedelijko Werkinrichting. (140)
17°. Verzoek van A. Thora, om vrijstelling van
schoolgeld, EI. Burgerschool voor Jongens. (141)
18*. Idem van W. Th. L. Schmidt, om terugbetaling
van schoolgeld, Kwoekachool voor ondorwyzers
en vrijstelling van schoolgeld Hoogere Burger
school voor Jongens. (142)
19°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting,
diocst 1894, ad 9479. (113)
20°. Rekeniog van de Bank-van-Leouing, over
189 4. (144)
21°. Staat Model A op de bogrooting dienst 1894,
ad 422.19°. Tekort op do rakon ng der Bank-
van Leeniug. (130)
22®. CoDcept-VerordeniDg op hot bouwen en
eloopen. (127)
lloogcre Burgerschool voor Meisjes.
Burgemeester en Wethouders der gemoonte Leiden
brengen ter algomeene kennis cLt de gelegenheid
tot inschrijving van loerlingen voor de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes wordt open
gesteld gedurende de maand Juni op eiken Maan
dag en V r ij d a g ran 2 tot 4 uren in den namid
dag, in het schoolgebouw aan de Garenmarkt, be
halve in de week van 17 tot 22 Juni.
Burgemeester en Wothoudere voornoemd,
Leidon, F. WAS, Bnrgomeestor.
81 Mei 1895. E. KIST, Secretaris.
j Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 23 der Verordening van den 14don
Ociober 1880 (Gemo-.-nteblad No 10);
Brengen ter algemeeDe kennis dat tot hot inechryvon
van leerlingen voor do Kweekschool voor Onderwijzers
eu Onderwijzeressen alhier, gelegenheid zal wordon
gegeven van don 4den tot en met den 15don Jnni
e. k, dagelijks (den Zondag uitgezonderd) dos voor
middags van halfuegon lot negen nron en op Maan
dag, Dinsdag, Donderdag on Vrijdag bovendien van
halftwee tot tweo uren des namiddags in het school
gebouw van do Kweekschool aan de Oude Vest.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
81 Mei 1895. E. KIST, Secretaris.
Leiden, 5 Juni.
Door den heer E. J. De Bruyn, wonende
Kort-Rapenburg No. 4, is, in verband met
de voorgenomen verbouwing van het door
hem aangekocht perceel Kort-Rapenburg No. 2,
de eigendom aangevraagd van een gedeelte
water van den R(Jn langs laatstbedoeld perceel,
groot 26 centiaren, en van een strook grond
achter perceel No. 4, groot 10 centiaren,
thans by hem in gebruik en waarvoor een
jaarlyksche recognitie van 2 wordt betaald.
Na onderzoek door de Commissie van
Fabricage is gebleken dat togen de inwilliging
van het verzoek geenerlei bezwaar bestaat
en dat eene verandering van den bestaanden
toestand in het belang van den welstand te
dezer plaatse zeer gewenscht kan worden
geacht.
Door het Hoogheemraadschap Rynland is
bereids vergunning verleend voor het innemen
van een gedeelte van den Ryn by de Bor-
stelbrug.
Er bestaat geen bezwaar tegen de in
williging van het verzoek van de wed. H. J.
HulshofF, geb. Siddré, om ont.lag uit de be
trekking van lid van het college van Vrouwen-
Kraammoeders.
Op de ranglyst der jongelieden, die in
verband met het laatst gehouden examen
voor machinist leerling voor eene plaatsing
b(j de opleiding (Hellevoetsluis) in aanmerking
komen, komt met No. 3 voor: Jan Smit,
leerling der openbare jongensschool 2de klasse,
alhier.
's Rijks Ethnographisch Museum heeft
van den heer De Jong, directeur van de Bank-
van-Leening te Leidon, de twee onderstaande
voorwerpen ten geschenke ontvangen. Geïn
ventariseerd als serie 995 nos. 1 en 2. 1
sirihmandje en een vruchtenmandje, beide uit
Nederlandsclilndiö. Aan den schenker is de
dank dor Regoering betuigd. SisCl.)
Aan den Raad dor gemeente Waddings
veen zyn vier adressen aangeboden, ten einde
de kermis, die aldaar in Juli wordt gehouden,
af te schaffen. Yrydag a. s. zal de gemeenteraad
vermoedelyk dienaangaande een beslissing
nemen.
Eene wyziging is voorgesteld in het
reglement voor de Bank-van-Loening te 's Hage,
hierop neerkomende, dat in het vervolg ook
voorschotten van minder dan 1 zullen kun
nen worden verleend en dat met 't oog op
de groote waardevermindering der beleenbaro
panden.
In verband hiermede zou de periodieke
herziening der tarieven voortaan om de 5 jaren
plaats hebben.
De pastoor dor Heilige Laurentius-kerk
der Roomsch-Katholieke parochie in den Hout
tuin to Rotterdam herdacht Maandag aldaar
zyn 25 jarige loopbaan. De pastoor aldaar, de
zeereerw. heer J. N. Taverne, ontving op dien
dag harteiyko blyken van sympathie. Van
verschillende woonhuizen van de leden zijner
parochie wapperde ter zyner eere de driekleur.
Do jubilaris deed aan de armen zyner parochie
eene extra uitdeeling.
In de plaats van den heer Frans Coenen
is benoemd tot directeur van het Conservato
rium en de Muziekschool te Amsterdam de heer
Daniël De Lange.
De minister van binn. zaken brengt ter
algemeene kennis, dat de koninklyke biblio
theek te 's-Gravonhage van 10 tot en met 22
dezer voor het publiek zal gesloten zyn.
De heeren dr. P. Schuringa, directeur
der gemeentelyke H. B.-S. met vyfjarigen
cursus te Veendam, dr. R. Sinia, directeur
van dergelyko inrichting met driejarigen cursus
te Brielle, en R. K. Kuipers, leeraar aan de
gemeentelyke H. B.-S. met vyfjarigen cursus
en aan 't Gymnasium te Gorkum, als gemach
tigden van „de Vereeniging van leeraren aan
inrichtingen van middelbaar onderwys", zoo
mede dr. H. A. J. Valkema Blouw en dr. C.
H. Kindermann, beiden leeraren, eerstge
noemde aan 't Gymnasium te Haarlem, laatst
genoemde aan dat te Gorkum, als vertegen
woordigers van „het Genootschap van
leeraren aan Noderlandsche Gymnasia", heb
ben zich tot den minister van binnenlandsche
zaken gewend met een adres, waarin zy ver-
zooken maatregelen te willen beramen, opdat
aan de rectoren en leeraren aan do onver
plichte gymnasia en aan de directeuren en
leeraren aan de gemeentelyke hoogere burger
scholen, benevens aan hunne na te laten
betrekkingen, en, zoo mogelijk, ook aan de
directrices en leeraressen aan de gemeentelyke
hoogere burgerscholen voor meisjes, vooruit
zicht op pensioen vanwege den Staat verze-
zekerd worde, hetzy door een herziening van
art. 32 der wet van 2 Mei 1863 en van art.
20 der wet van 28 April 1876, hetzy door
aanvulling in de wet van 9 Mei 1890.
De minister van marine brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat de commissie,
welke in dit jaar is belast met het afnemen
van het vergelijkend examen tot toelating van
jongelingen als adspirant-administrateur by do
zeemacht, is samengesteld als volgt: voor
zitter de hoofdinspecteur van administratie
by de zeemacht W. H. F. Vogel, gedetacheerd
by het departement van marine; leden: de
heeren F. Duiker, J. M. Keen, K. E. Van
Rysinge, J. Schmal, C. Van Swieten en P. J.
Teobaal, allen hoofden van gemeentescholen
te 's Gravonhage.
Op hare reis van Aken naar Innsbruck
hebben, zooals reeds werd bericht, HH. MM.
de Koninginnen van Zaterdagavond 25 Mei
tot Maandag voormiddag d. a. v. te Würzburg
vertoefd. De „Würzb. Anzeiger" bericht dat
HH. MM. in den loop van den Zondag met
belangstelling de bezienswaardigheden van de
stad in oogonschouw genomen hebben. Inzon
derheid brachten zy een lang bezoek aan het
prachtige residentieslot met zyne architecto
nische kunstschatten. Dit slot, een van de
grootste en schoonste van Europa, boeide zeer
hare aandacht, en den 6choonen hoftuin en
het uitgestrekte glacis kozen zy mot voorliefde
tot wandelplaats.
Generaal Vetter gaf Maandagmiddag te
's-Gravenhage een receptie, waarop versche
nen verscheidene Indische families en officie
ren van het Ind. Leger, aldaar woonachtig.
Generaal Vetter had gisteren aan het depar
IDA DE RMIRE.
in
„Nu, kind, ik zou deze vermoedens maar
niet vorder vertellen. Ge weet, men zegt zoo
P spoedig iets; een ander werkt het verder uit
en eindelyk wordt er van een molshoop een
berg gemaakt."
„Nu, mevrouw," zeide Constance, terwyl
I zy opstond, „als u my niot gelooven wilt,
I my wèlmaar nu moet ik u verlaten." En
nadat zy met een hartelyken handdruk af
scheid genomen had, verliet zij het huis.
Mevrouw De Brie bleef peinzend voor zich
uit staren. Zy had altyd veel van Ida ge
houden, en zelfs had zy wel eens er aan
Igedacht hoe gelukkig het zou zyn, als Willem
«haar, na zyn terugkomst, Ida als haar schoon
dochter te gemoet zou voeren, en nu
ach, men denkt wel geen geloof te zullen
slaan aan de praatjes, ten nadeele van deze
of gene uitgestrooid, doch een zaadje van
U achterdocht ontkiemt ook in niet vruchtbaren
bodem zoo spoedig tot een welige plant.
K Zoo ging het ook met mevrouw De Brie.
Zy besloot, na lang nadenken, in de brieven
aan haar zoon wat minder over Ida te schry ven.
VI.
O, Menecbenberz, was iet dein Glück
Ein ratbselhaft geboruor
ünd kaam gegraaat verlorner
Unwiederholter Augenblick.
LENAU.
De zaal ten huize van de familie Van Lee
was helder verlicht. Op de tafel in het midden
van de kamer stond een blinkend theeservies.
Eenige fraai gewerkte en andere fantasie-
stoelen stonden om de tafel gerangschikt;
het water raasde gezellig in den nieuwzilveren
bouilloir, in één woord: aan alios kon men
zien dat er bezoek verwacht werd.
Constance was voor het theeblad gezeten.
Haar gezichtje glom van genoegen by de
gedachte hare vriendinnen by zich te ont
vangen.
Daar klonk de bel; Constance wierp nog
even een blik in den spiegel en ging ver
volgens naar de deur om de aangekomene
te begroeten. Het was Mary Poole en kort
daarop trad Aline Spil binnen.
„Wel, meisjes," zeide Constance, nadat alle
drie zich nedergezet hadden: „het is my een
waar genoegen, jelui hedenavond hier te zien.
De afstanden hier in de stad zyn zóó groot,
dat men elkander soms maanden achtereen
misloopt."
„Ja," zeide Mary Poole, „ik geloof heuscb,
dat ik je niet gezien heb sinds de buitenparty
van mevrouw Pato."
„Nu, dat is nog niet zoo laDg in verge-
lyking met my," zeide Aline Spil; „toen had
ik niet eens gelegenheid je te spreken; ik
sprak je het laatst op de party by de Udons.
Heb je je daar goed geamuseerd?"
„Myn hemel, kind!" riep Constance: „dat
is al een eeuw geleden; ik weet niet eens
meer wie myn soupour was op dat bal."
„Nu, dan ben je kort van memorie," zeide
Mary Poole; „wie was jouw soupeiir, Aline?"
„Ik had er geen," antwoordde het meisje,
„maar ik heb my toch best geamuseerd. Ik
had het overzicht van de geheele zaal en
kon dus alles bedaard opnemen."
„Zat je ook in de buurt van Ida De Maire
en den jongen Udon?" vroeg Constance.
„Ja, waarom vraagt ge dit?"
„Wel, omdat ge dan zeker wel hebt opge
merkt, dat Ida zoo bespotteiyk met Udon
coquetteerde. Ik geloof waariyk, dat zy hand
aan hand zaten."
„Ik heb alleen gezien, dat Ida er allerliefst
uitzag," antwoordde Aline eenvoudig, „en
dat Eduard Udon haar het hof maakte."
„Och ja, Aline, als gy iets niet zien wilt,
dan knypt ge de oogen maar dicht, hè?" zeide
Constance scherp.
Aline trok de schouders op. De deur werd
geopend om Bertha Udon binnen te laten.
„Wel, dames, ik bemork dat ik wat laat
kom; doch ik zie, dat ik nog niet de laatste
ben," zeide Bertha, terwijl zy allen de hand
toestak. „Er staan nog twee stoelen onbezet."
„Ida De Maire moet nog komen," antwoord
de Constance, „maar ga zitten en trek je
handschoenen uit."
„Dat vind ik prettig; ik wilde gaarne myn
kennismaking met juffrouw De Maire voort
zetten. Het is zulk een lief meisje."
„Ja, Ida heeft byzonder slag om zich aan
genaam voor te doen," zeide Constance een
weinig spytig.
„Ten minste, Eduard was zeer van haar
gecharmeerd; maar ik mag niet uit de school
klappen," voegde zy er by.
„Jammer, dat zy zoo coquet is," zeide Con.
tement van koloniën een langdurig onderhoud
mot den minister, by wien de generaal zyn
opwachting maakte.
Blykens by het departement van marine
ontvangen berichten, is Hr. Ms. fregat
„Joban Willom Friso", onder bevel van den
kapitein ter zee H. Quispel, den 2ien deztr
van Kaapstad vertrokken, en Hr. Ms. fregat
„Van Speyk", onder bevel van den kapitein
ter zee L. Backer Overboek, aldaar den
volgenden dag aangekomen. Aan boord van
beide bodems was alles wel. Ingevolge per
telegraaf verstrekte order zal eerstgenoemd
fregat de rois voortzetten met bestemming
naar Cadix (Spanje).
De minister van marine heeft: lo. den
luit. ter zee 2de kl. K. Lofvers, uit Oost-Indiö
in Nederland teruggekeerd, op non activiteit
gesteld; 2o. den adjunct-adm. A. A. Peereboom
Voller, dienende aan boord van Hr. Ms. wacht
schip to Willemsoord, met 15 dezer op non
activiteit gesteld.
Het stoomschip „Amsterdam" vertrok
31 Mei van Nieuw-York naar Rotterdamde
„Buluwayo", van Amsterdam en Londen naar
Kaapstad, vertrok 1 Juni van Dartmouth; de
„Admiral", van Hamburg en Amsterdam naar
O.-Afrika, vertrok 31 Mei van Lissabonde
„Bundesrath", van O. Afrika naar Rotterdam
en Hamburg, vertrok 31 Mei van Mozambique;
de „Prinses Wilhelmina", van Amsterdam naar
Batavia, passeerde 1 Juni Kaap del Armijde
„Prins Alexander", van Batavia naar Amster
dam, vertrok 1 Juni vau Aden; de „Conrad",
van Batavia naar Amsterdam, passeerde 1
Juni kaap Roca; de „Gedó" arriveerde 2 Juni
van Rotterdam te Batavia; 24 dagen rei8 van
Marseille; de „Java" vertrok 3 Juni van Batavia
naar Amsterdam; de „Koningin-Regentes"
arriveerde 3 Juni van Batavia te Amsterdam
de „Maasdam" arriveerde 31 Mei van Rotter
dam te Nieuw-York; de „Prins Hendrik", van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde 2 Juni
te Southampton; de „Soembing", van Rotter
dam naar Java, vertrok 3 Juni van Perim;
de „Sumatra", van Amsterdam naar Batavia,
arriveerde 3 Juni te Padang; de „Veendam",
van Nieuw-York naar Amsterdam, passeerde
3 Juni Lizard; de „Ardioeno", van Batavia
naar Rotterdam, vertrok 3 Juni van Marseille;
de „Prins Maurits" vertrok 1 Juni van Nieuw-
York naar West-Indië.
By koninkiyk besluit is de heerServaas
De Bruin, letterkundige te 's-Gravenhage, bo
noemd tot broedor in de orde van den Neder-
landschen Leeuw.
Met ingang van 1 Sept. a. s. aan H. M.
Leopold, op zyn verzoek, eervol ontslag ver
leend als leeraar aan de Rijks hoogere burger
school te Groningen.
Met ingang van 1 Juli a. s. bij den Raad
van Toezicht op de Spoorwegdiensten benoemd
tot opzichter IJ. P. Loots, te Nymegen.
Narklgcldcn op de veemarkten.
- By de behandeling van de vraag of en,
zoo ja, welko wijzigingen in de inrichting
van de veemarkt zouden moeten worden
aangebracht, waarby onderschei iene deskun
digen en belanghebbenden by de veemarkt
door B. en Ws. zyn gehoord, is het hun
gebleken dat aan het plaatsgebrek kan wor
den tegemoet gekomen door eene betere
verdeeling van de veesoorten op de ver
schillende plaatsen, voor de veemarkten aan
gewezen.
Ten gevolge van deze overwegingen is eene
wyziging ontworpen van de bestaande be
palingen, houdende aanwyzing van de plaatsen,
dagen en uren van de verschillende markten
en is eene gewyzigde Verordening in de
Raadsvergadering van 9 Mei jl. vastgesteld.
In de tweede plaats zyn B. en Ws. by de
behandeling van deze aangelegenheid meer
en meer tot de overtuiging gekomen, dat de
belasting voor plaatsen op de veemarkten
alhier inderdaad zeer gering is en dat de
opbrengst niet in verhouding staat tot de
uitgaven, welke ten laste van de gemeente
komen en benoodigd zyn in het belang van
eene behoorlyke inrichting der markt, welke
uitgaven in den regel eer vermeerderen dan
verminderen.
Het marktgeld bedraagt thans: a. voor 69Q
paard of runderbeest ƒ0.10; b. voor een
kalf, gemest varken, veulen of ezel ƒ0.05;
c. voor een schaap, lam, bok, geit, bigge,
ongemest varken of hond ƒ0.026; terwyl
in andere gemeenten deze belasting belangryk
hooger is.
Zoo bedraagt o. a. do belasting voor een
rund te Rotterdam 0.30, te Leeuwarden f 0.20
en to Zwolle 0.15.
By de verschillende conferentiën, door het
college van B. en Ws. met onderscheidene
belanghebbenden by de veemarkt en markt-
bezoekers gehouden, hebben dezen dan ook
eenparig verzekerd dat tegen verhooging van
het marktgeld geenerlei bezwaar zoude bestaan
en dat eene verhooging van het marktgeld
in geenen deele vermindering van den aanvoer
van vee op onzo markten ten gevolge zal
hebben.
Van eene verhooging zullen evenwel in
allen gevalle moeten worden uitgesloten de
schapen en lammeren en wel op grond, dat
krachtens het contract van verpachting van
het reinhouden der gemeente, de pachters
voor de hokken der schapen 0.40 en voor
die der lammeron 0.30 voor elk hok
rekening mogen brengen.
Naar het B. en Ws. voorkomt, zoude hu
tarief als volgt moeten wordon gewyzigd:
voor eon paard of runderbeest 0.20.
voor een gemest of vet varken f 0.15.
voor een vet kalf, veulen of ezel 0.10.
voor een nuchter kalf of ongemest var
ken ƒ0.05.
en voor een schaap, lam, bok, geit, bigge
of hond 0.025.
By vaststelling van zoodanig tarief kan op
eeno verhooging van de opbrengst met ge
middeld 3000 per jaar worden gerekend.
In de laatste verloopen tien jaren was de
opbrengst van de veemarkt als volgt: 1885
ƒ5796.95, 1886 ƒ6388.95, 1887 6329.50,
1888 ƒ6371.05, 1889 ƒ5775, 1890 5817.15,
1891 6150.90, 1892 ƒ5743.70, 1893 6364.65,
1894 ƒ5888.45, te zamen 60626.30; gemid
deld per jaar 6062.63.
stance. „Ge hadt haar op de buitenparty bij
de familie Pato moeten zien!"
De deur werd weder geopend en Ida Do
Maire trad binnen.
Constance ging dadelyk naar haar toe en
begroette de nieuwaangekomene recht vrien-
deiyk.
„Wel, lieve, ik dacht dat ge niet komen
zoudt, maar: „les grands seigneurs se font
attendre;" ga maar spoedig zitten, dan zal ik
je eens een lekker kopje thee inschenken."
„Ik moot myne excuses maken," zeide Ida,
„dat ik zoo laat kom, doch het is geheel bui
ten myn schuld. Juist toen ik hierheen wilde
gaan, kwam een arm meisje, wier moeder ik
dikwyis bezoek, my halen. De arme vrouw
was van de trappen gevallen. Ik ging natuur-
ïyk mede en aanschouwde een jammerlyk
tooneel. Er was gelukkig al een dokter by
do gekwetste, doch er was vry wat te do9n.
De arme vrouw moest op bed gebracht wor
den en met behulp van een paar buurvrou
wen ging het redeiyk goed. Ik heb haar echter
beloofd, hedenavond nog eens aaa te komen.
Henri zal my dus wat vroeger komen halen."
Aline Spil had Constance veelbeteeker.end
aangezien, en deze sloeg hare oogen blozend
neder.
„Nu, Ida," zeide Aline, „ik moet zeggen
dat ik je werkeiyk bewonder. Menigeen zou
er tegen opzien, om de hutjes der armen te
bezoeken."
„Och, ik ben het als kind reeds gowoon
geweest. Mama heeft my altyd medegenomen
als zy armen bezocht, en wy waren reeds zeer
jong op Sint-Nicolaas en Oudejaarsavond ge
wond, onze gaven zelf te brengen. Ge weet
niet welk een genot het is tranen te drogen;
alleen het medeiyden, dat men hun betoont,
doet reeds goed."
„Als ik de philanthropie beoefenen wil,"
zeide Constance, „dan loopt het altyd zoo
ongelukkig af. Verleden jaar, toen het zoo
streng koud was, wilde ik ook gaarne een
steentje bydragen tot leniging der armoede.
Op een morgen kwamen er twee haveloos
gekleedo kinderen aan de deur. Ik deed toe
vallig zelve open en had diep medelyden met
de arme sturaperds, die stonden te rillen en
te beven van de koude. Mama gaf my een
kwartje en ik voegde er een ryksdaaldor by.
Ik vroeg de kinderen naar hun naam en
woonplaats. Zy vertelden my dat hun vader
altyd ziek was en dat zy nog vier kleine
zusjes haddon. De moeder liep met koopwaar
by do straat en hun goed stond in do bank
van leening.
„Hot weonen stond my nader dan het
lachen. Nu was de weg my aangewezen om
op philanthropisch terrein werkzaam te zyn.
Ik verhaalde aan papa wat ik gedaan had;
doch in plaats dat hy my prees, zeide by:
„Maar, kind, hoe kunt ge nu aan die
vreemde monschen zooveel geld geven? Als
go nu eerst eens onderzocht hadt wat zy
met het kwartje gedaan hadden, dan hadt
ge later meer kunnen geven."
„Ik was zeer teleurgesteld en zeide dat
ik zeker wist, dat zy hun goed zouden in
lossen, en pa sprak er niet verder over.
Wordt vervolgd.)