N°. 10807. Vrijdag IT Mei. AM895. geze (Courant wordt dagelijks, 'met uitzondering van gpn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 16 Heb Feuilleton. TWEE WICHTJES. LEIBSCH PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIËN Yan 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootero letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad "wordt 0.05 berekend. Officieel© üeaiiiisgevinfir©»' SCHUTTERIJ. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen Ier algemeene kennis, dat, ter voldoening aan de "Wet van den llden April 1827 (Staatsblad No. 17), een aanvang zal worden gemaakt met de inschrijving Toor den Schutterlijken dienst, van degenen, die da-rtoe dit jaar in de verplichting vallen. Dat deze ineohrijving zal gc-echieden ia tien af zonderlijke registers, met dien voretando, dat de pereonen, geboren in 1861 tot 1869 ingesloten, welke zich hier ter stede, sedert de vorige ineohrijving, uit andere plaatsen metterwoon hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen de militairen, die sedert de laatste inschrijving bun paspoort verkregen en nich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rijk en binnen deze gemeente sinds de laatste inschrijving gevestigd hebbende vreemdelingen, zullen worden ingeschreven aohtor-in de registers, waartoe zg volgens hunnen ouderdom bekooren; terwijl de geborenen in het jaar 1870 zullen worden geplaatst in een nieuw repister, te wetenhet eerste van den jare 1896 en het tiende, of dat der geborenen in 1860, van het vorige jaar, zal komen te vervallen. Dat de registers van inschrijving, ingevolge art. 5 van het Koninklijk bosluit. van doD 2 laten Maart 1828 (Staatsblad No. 6), zullen worden geopend op "Woensdag don I5den Mei aanstaande, en op Zacerdag den lsten Jnni daaraanvolgende zullen worden ge sloten. Dat, ten einde deze inschrijving geregeld afloope, een ieder, daartoe in de termen vallende, bij deze wordt opgeroepen, om zich te vervoegen in een der Vertrekken van het Raadhuis, en wel: Op Woensdag den 15deu Mei 1896, de bewoners •?a-i wijk I, II on III; Op Donderdag den lCden Mei 1896, de bewoners Van wgk IV en V Op Vrijdag den 17den Mei 1895, de bewoners Van wijk VI, benevens do bewoners van do buitenwijk; Op Zaterdag den 18den Mei 1895, de bewoners Van wijk VII en VIII; Telken dage van des voormiddags lo tot des namiddags 2 uren; znllonde wijders het tijdstip, dat de registers ter inzage zullen liggen, en de dagen der loting, welke volgens do Wet, vóór 1 Juli a. s. geheel zal moeten zijn afgeloopon, nader worden bekend gemaakt. Burgemeester en Wethouders dor gemeente Zog- waard breDgen ter kennis van alle zich in die ge meente bevindende verlofgangers der Militie te hnd, die vóór den lsten April dezes jaars in genot zijn gesteld van onbepaald verlof, om het even tot wc-lko lichting zij behooren, dat het onderzoek over hen zal plaats hebben te Btorapwijk, aan depLeidschendam, op Donderdag don 18don Jörii aanstaande, des voor- sïiddags to 10 uren. Burgemeester en Wethouders van Zoetermcer en Zegwaard brengen ter kennis dor ingezetenon dat voor den herijk ia die gemeenten zitling zal gobouden worden ten huizo van E. Ooms, te Zegwaard, op Donderdag, Vrijdag en Zaterdag, 30 en 31 Mei en den lsten Jnni 1895, van des voormiddag» 9 tot dee namiddags te 2 uren. De leden van het bestuur van do afdeeling Leiden en Omstreken van de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst hebben in aansluiting met do gewone leden van de af deeling 's Gravenhage tot candidaten voor het Hoofdbestuur der Maatschappij gesteld de heeren L. C. Herenmans, architect te 's-Hertogenboscb, on J. A. Frederiks, architect te Middelburg. Hedenmorgen werd aan de Kweekschool voor Zeevaart alhier de bronzen medaille voor 12 jarigen eeiiyken en trouwen dienst uitge reikt aan den matroos 1ste kl. T. Terpstra, gedetacheerd aan gemelde Kweekschool. De minister van binnerrlandsche zaken heeft voor het tijdvak van 16 Mei tot en met 31 Dec. 1895 benoemd tot onbezoldigd assistent voor de botanie aan de Rijks universiteit te Leiden, de heeren L. E. Steen huizen en W. A. Borger en mej. A. E. S. Michelsen. Beroepen is bij de Ned.-Herv. gemeente te Lemmer ds. R. Bennink Bolt, te Zwammer- dam, en te Renswoude de heer W. M. Van der Schans, candidaat te Leiden. Yan de 275 kiezers in de gemeente Voor schoten namen 136 aan de verkiezing voor de Provinciale Staten deel, waarvan 105 met een wit en een blauw briefje stemden. De overi gen stemden alleen met een wit briefje. Door den Kerkeraad der Nederd.-Herv. gemeente te Nijmegen werd den 13den Mei jl. het volgende schrijven aan H. M. de Koningin- Regentes gericht: „De Kerkeraad der Nederd.-Herv. gemeente alhier heeft uit het schrijven van den Particulier Secretaris van Uwe Majesteit 23 April 11. Uwer Majesteits besluit vernomen van het bijwonen der godsdienstoefening alhier op 19 Mei geheel af te zien. Zoo vereerd en verheugd als de Kerkeraad was op het vernemen van de blijmare, dat Uwe Majesteit en Hare Majesteit de Koningin de godsdienstoefening zouden bijwonen, zoo ontsteld en bedroefd was hy op de mededeeling .van Uwer Majesteits besluit. Het zij den Kerkeraad vergund Uwer Majesteit zyn oprecht leedwezen te betuigen, dat in antwoord op des Heeren De Ranitz' schrijven namens Uwe Majesteit 30 Maart, inhoudende Uwer Majesteits verlangen, dat de oudste der dienstdoende predikanten de godsdienstoefening van 19 Mei leiden zou, indien daartegen bij den Kerkeraad geen be zwaar bestaat, door den Kerkeraad verkeerd aangevat is en hij niet volstaan heeft met op eenvoudige en passende wijze Uwe Majesteit te doen weten, dat het niet aan hèm stond, aan Uwer Majesteits verlangen te voldoen. Aangezien ook de minderheid in den Kerke raad en de predikant, wiens predikbeurt op 19 Mei a. s. volgens den bepaalden rooster was vastgesteld, de wijze betreurt, waarop Uwer Majesteits schrjjven werd opgevat en beantwoord, onderwindt zich de Kerkeraad met algemeene stemmen Uwe Majesteit eer biedig te verzoeken zyne verontschuldigingen te willen aannemen, alsnog de godsdienst oefening op 19 Mei te willen bijwonen, en den Kerkeraad te willen doen kenbaar maken, onder wiens gehoor Uwe Majesteiten alsdan wenschen op to gaan. De dienstdoende predi kant verklaart zich alsdan gaarne bereid, zijne predikbeurt met de meeste bereidwillig heid af te staan aan den predikant, dien het Uwer Majesteit zal behagen aan te wijzen. Hetwelk doende, Uwer Majesteits gehoorzame onderdanen. De Kerkeraad der Nederd. Hervormde Gemeente te Nijmegen." Op voorgaand schrijven heeft H. M. de Koningin-Regentes den Kerkeraad te Nijmegen telegraphisch doen weten, dat Hoogstdezelve op zijn verzoek gunstig heeft beschikt en den Hofprediker, ds. G. J. Van der Flier, heeft doen uitnoodigen den 19den Mei a. s. de godsdienstoefening te Nijmegen te leiden. De heeren Armand Sassen, directeur dor Rijks-postspaarbank, en D. E. C. Knuttel, Rijks-bouwmeester in het tweede district, zullen eene dienstreis gaan doen naar Londen, Brussel en Parijs, om een onderzoek in te stellen naar de inrichting der gebouwen der Rijks-postspaarbanken in die steden. De inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht, gen.-majoor Yan der Burcht van Lichtenbergh, begaf zich gisteren, vergezeld van zyn adjudant, naar Gouda. De opperkamerheer van H. M. de Koningin, baron Van Hardeubroek van Bergambacht, begaf zich gisteren naar Dresden. Het wetsvoorstel tot herziening der per soneele belasting is bjj de Tweede Kamer ingekomen. Verscheidene Kamerleden, vertegenwoor digers uit Noord-Brabantsche kiesdistricten, begaven zich gisteren van Den Haag naar 's-Hertogenbosch, om deel te Demen aan de feestelijkheden. In de gistermiddag gehouden gemeente raadszitting te Delft werd het voorstel van B. en Ws. tot wijziging der verordening op het havengeld en tot invoering van een doorvaartrecht van doorvarende schepen met algemeene stemmen goedgekeurd. De minister van Staat, baron Gericke van Herwijnen, is Dinsdag en Woensdag uit sluitend te 's-Gravenhage geweest, om een afscheidsbezoek af te leggen by den minister van buitenlandsche zaken en eenige ambtge nooten, hoofdambtenaren en vrienden per soonlijk de hand te drukken voor de hem betoonde belangstelling en medewerking, ge durende zyn veeljarigen diplomatieken werk kring. De 1ste luit. B. J. Land, van het 4de reg. inf., werkzaam ten bureele van den inspecteur der inf., wordt 1 October voor een jaar werkzaam gesteld onder de bevelen van den chef van den generalen staf. Aan een particulier schrijven uit Atjeh wordt ontleend dat in het begin van April een rechterflankdekking van de aflossing van een blokhuis by Anagaloeng, dat door een detachement van het 15de bataljon is bezet, werd aangevallen, waarbij twee inlandsche fuseliers sneuvelden en 1 Europeesche kor poraal, 2 Europeesche fuseliers en 1 inlandsche fuselier zwaar werden gewond. Men verneemt dat prinses Von Wied, prinses Marie der Nederlanden, die met hare kinderen den lsten Augustus a. 8. te Dom burg aankomt, tegen half September d. a. v. te Scheveningen verwacht wordt, om aldaar eenige dagen te verblijven. Den 23sten dezer zullen te Amsterdam zeven Zusters van liefde der Congregatie te Tilburg zich inschepen naar Paramaribo, om zich aldaar te wijden aan de verpleging van melaatschen. Bevorderd zijn tot commiezen 4de kl. b\j de posterijen de surnumerairs A. Sandberg, W. F. Yan der Leeuw, J. Willinck, T. H. Bellonje, J. P. Baerents, F. K. baron Yan Dedem, H. M. Seijn, P. J. Kraft, J. H. L. Meuffels, J. H. T. PfafT, A. Grutterink, D. Yerhaaf en H. Winters. Bevorderd tot commiezen 3de kl. de com miezen 4de kl. D. Van Jole, F. H. De Groot, P. C. I8ing, J. J. Goedhart, A. I. J. Schmal- bausen, H. Smit, C. Willinck en W. Bruijni Bevorderd tot commiezen 2de kl. de com miezen 3de kl. A. Van der Baan, C. M. Engelenburg, A. W. Kymmell en J. J. C. De la Sablonière van Eelde. Bevorderd tot commiezen 1ste kl. de com miezen 2de kl. W. J. Borgerhoff Mulder, F. Van Huben en F. Sinnighe. By de Tweede Kamer is ingekomen een wetsontwerp tot verhooging der Indische begrooting voor 1895 ten behoeve van aanleg van den spoorweg Fort-de KoekPajakombo. Deze lijn werd vroeger nog niet voorgesteld, omdat de Regeering de ervaring met spoor wegexploitatie op Sumatra's westkust wilde uitspraak laten doen over de wenschelykheid van deze verlenging van den spoorweg. De ervaring nu heeft geleerd, dat de voorstellingen van het te verwachten verkeer niet overdre ven zyn geweest en dat het ontbreken dezer spoorwegverbinding met Pajakombo op de productiviteit van den bestaanden spoorweg van zeer naaeeligen invloed is. De bedoeling is in den loop van het jaar met den aanleg een aanvang te maken. De geheele lengte van den spoorweg bedraagt 33,220 M., waar van 7003,5 M. tandradbaan. De bouwtyd is gesteld op 21 maanden; de aanlegkosten worden geraamd op 2 millioen (waarvan ƒ880,000 in Nederland en ƒ1,120,000 in Indië) of op 60,600 per KM. De opbrengst wordt geschat aanvankelijk op 3 pet. van het aanlegkapitaal, doch men mag met grond verwachten dat het bedrag der ontvangsten weldra zal stijgen, terwyl buitendien ten ge volge van dezen aanleg het veevervoer op de hoofdlijn zeer zal toenemen. De minister van marine heeft ingevolge koninklijk besluit van 11 dezer Hr. Ms. pantserschip „Stier" met 15 dezer uit dienst gesteld en den kapitein ter zee Z. J. Cambier eervol ontheven van het bevel over genoemden bodem. Met dienzelfden datum is Hr. Ms. pantserschip „Schorpioen" in dienst gesteld en het bevel daarover opgedragen aan den kapitein ter zee voornoemd. Yoorts worden aan boord van dien bodem geplaatst de luit. ter zee 1ste kl. G. Fabius, als 1ste officier; die der 2de klasse A. A. Visser, L. T. Van Heusden en A. W. Tirion; de adelborst 1ste kl. by de Kon. Ned. Marine-reserve F. W. Hiddinga; de off. van gez. lste kl. J. D. Kayser en de off. van adm. 2de kl. L. J. Mouton. Het stoomschip „Amsterdam" vertrok 15 Mei van Rotterdam naar Nieuw-York; de „Koningin-Regentes", van Batavia naar Am sterdam, passeerde 15 Mei Perim; de „Tan talus", van Japan naar Amsterdam, passeerde 15 Mei Suez; de „Voorwaarts", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 15 Mei van Port- Said; de „Gedé", van Rotterdam naar Java, vertrok 15 Mei van Suez; de „Bromo", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 16 Mei van Port-Said; de „Conrad", van Batavia naar Am sterdam, arriv. 15 Mei te Genua; de „Kaiser", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 14 Mei van Suez; de „Maasdam" arriveerde 15 Mei van Nieuw-York te Rotter dam; de „Prinses Marie", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 15 Mei te Genuade „Prins Alexander" vertrok 15 Mei van Batav a naar Amsterdam; de „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 16 Mei te Padang; de „Stella", van de Middellandsche Zee naar Amsterdam, passeerde 15 MeiDun- geness; de „Zaandam" vertrok 15 Mei van Nieuw York naar Amsterdam. By koninklyk besluit ia toegekend aan den tydeiyk gepens. officier van adm. 2de kl. A. P. Yan de Ven, opnieuw voor den tijd van 5 jaren het hem by kon. besluit van 25 April 1885 verleend pensioen en verhoogd pensioen ten gezamenlyken bedrage van 625 's jaars. De lste luit. der mariniers C. Van den Ban, met ingang van 1 Juni a. s. op pensioen ge steld, onder toekenning van een pensioen van ƒ1000 en eene verhooging ingevolge art. 1, c, der wet van 1 April 1875 van ƒ225 's jaars. Met ingang van 1 Juni a. s. benoemd tot adjunct-rykscommissaris by de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen en by de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij, jhr. mr. W. Th. C. Van Doorn, advocaat en procureur te 's-Gravenhage. Benoemd tot ontvanger der directe be lastingen te Sliedrecht, de heer C. Banier, thans te Steenbergen. Gemeenteraad te Hazerswoude. Zitting van Woensdag avond. Na lezing en goedkeuring der notulen kwa men de ingekomen stukken ter tafel, waar onder het koninklyk besluit, bevattende de herbenoeming van den heer C. Korteweg tot burgemeester der gemeente, en het proces verbaal van kasopneming, dato 16 April, toon 2521 285 in kas was. Deze stukken werden voor kennisgeving aangenoraon, ovenals het gemeenteverslag over 1894, dat voorts ondbr de Raadsleden zal circuleeren ter inzage. Vast gesteld werd de verordening betreffende do betaling van schoolgelden door kinderen uit Zoeterwoude, die de school aan den Ryndyk onder Hazerswoude bezoeken, terwyl besloten werd tot het toevoegen van een nieuwen post onvoorziene uitgaveQ aan do begrooting, wat noodzakeiyk is geworden door het tydelyk opnemen van een som van ƒ1500 ter voor ziening in de behoefte aan kasgeld. Op zyn verzoek werd aan den beer R. De Groot, onderwyzer aan de school Ryndyk, in gelyke betrekking benoemd te Groede, met ingang van 15 Juni a. s. eervol ontslag ver leend. Door B. en Ws. is bereids een oproe ping gedaan en wel tegen een salaris van 550, dit laatste behoudens machtiging van den Raad, die ze verleent. Bejammert de Raad het vertrek van den heer De Groot, nog meer dat van den heer H. Sasburg, hoofd der school aan den Ryndyk. Hem werd, wegens zyn benoeming tot hoofd der school aan de Hoefkade te 's-Hage, met ingang van 16 Juli a. s. eervol ontslag ver leend. 6) Ik heb hem beloofd dat ik hem vyf mark per dag meer zal geven, zeide tante Sarah; we mogen den armen man geen ge brek laten ïyden, den stakkerd I IV. Hy ia hier niet, fluisterde Betsy haar nichtje in, toen zy den volgenden morgen by de vry modderige en niet byzonder aanlok- keiyke plaats kwamen, waar de twee bronnen zyn. Misschien staat hy aan den kant. Hier is uw glas, tante! En zy reikte hare tante een glas water aan, dat een joDgen telkens uit de bron schepte. Tal van menschen stonden daar, ieder met een glas in de hand, hunne beurt af te wachten. Ik geloof niet dat dit myne bron is, zeide tante Sarah. Jongetje Och kom, u kunt het er best mede doen, antwoordde Betsy. Drink het nu maar gauw uit; dan zyn we klaar. Tasschen het water van twee bronnen, die zoo vlak naast elkaar liggen, kan niet zooveel verschil bestaan. Het heeft allemaal dezelfde uitwerking, dat weet ik zeker. Hier, ik zal het wel voor u vast houden; trek uw® handschoenen er maar niet voor uit. Hare tante verslikte zich byna, maar Betsy sloeg daar geen acht op en trok haar met zich mede naar de muziektent, waar alle badgasten omheen wandelden. Zooals dit in Duitsche badplaatsen het geval is, begonnen de muzikanten met een Koraal. Het was een prachtige morgen. Iedereen liep den weg op en neer, terwyl de baddokter, die aan het einde er van stond, zyne patiënten zoo ver mogeiyk met zyne blikken volgde; by klampte zyne slachtoffers allen achtereenvolgens aan en liet hen niet los, voordat zy hem alles haarfijn medegedeeld hadden. Hebt ge goed geslapen? Wandelt ge veel en ver? Hoe is het met uw eetlust? Bekomt het bad u goed? Ach, so. Daes ist gut, jal Iedereen was daar tegenwoordig; van den jongen landeigenaar, die zyne jeugdige, mooie vrouw kwam laten kyken, af, tot Kreuzner toe, die juist zyn veertiende glas gedronkeD had en nu naar zyne dames kwam en haar ieder een fraaien rozeknop aanbood, welken hy zoo juist gekocht had. - Hy is toch altyd vol oplettendheden, prevelde tante Sarah, voortwandelende. Er gaat geen dag voorby of hy koopt iets voor ons. 't Is toch zonderling, dat de rozen in Duitschland zoo schreeuwend duur zyn. Betsy stak de bloemen zeer voldaan tus- schen haar ceintuur. Dat was het eenige ge weest, wat aan haar bevallig en smaakvol toilet ontbroken had. Maar, helaas, hy, die er door bekoord moest worden, was op dien warmen Augustus morgen nergens te zien. Ze keek rechts en links naar hem uit, by ieder paadje stond ze stil, maar de bevallige, slanke gestalte ver toonde zich niet. Hy moest toch spoedig komen. Het was reed3 negen uren. Zouden zy gaan ontbyten zonder hem gezien te hebben? Nooitl Dat zou hemeltergend zyn! Nood leeit bidden. Tante Sarah, zeide Betsytoe, laten we vanmorgen voor de aardigheid eens op het terras ontbyten. Iedereen doet het. Het zou zonde wezen, om met dit prachtige weer naar binnen te gaan. Het had den ganschen nacht geregend en het terras was kletsnat, maar Betsy wist alle bezwaren uit den weg te ruimenzelfs de anders zoo onverbiddeiyke Kreuzner moest ten laatste toegeven, hoewel hy zeide, zich niet te kunnen begrypen, dat de dames plezier hadden buiten te zitten eten. De broodjes en de koffie worden buiten gebracht en het aardigste plaatsje uitgezocht, van waar men het gezicht had op alle uit gangen en deuren. Is het nu hier niet meer dan heeriyk? zeide Betsy, met meesteriyk voorgewende verrukking. Waarom zouden we ons zoo op een afstand en zoo deftig houden en niet doen zooals alle andere menschen? Louise, pas eene op, daar wandelt een mier recht op de boter af. Gooi hem van de tafel l Netjes gedaan, hoorl Vindt u het hier niet prettig, tante Sarah? Tante Sarah wist eigeniyk niet of ze het wel zoo aangenaam vond, om midden op straat te zitten ontbyten; bovendien was ze volstrekt niet gesteld op mieren en ander ongedierte, die over de tafel kwamen wan delen, en nu en dan viel er een droppel van de boomen juist in haren hals. Zy rilde; 't was juist een gevoel alsof er een kever in viel. Maar toch schikte zy zich in haar lot, want zy had Amerika verlaten in de vaste overtuiging, dat reizen beteekende: anders doen dan men gewoon is thuis te doen. En indien het nu het gebruik was in een land om het zichzelf zoo ongemakkeiyk mogelijk te maken, dan gevoelde zy zich ver plicht, zonder morren daaraan mee te doen; anders kon ze evengoed thuis gebleven zyn. Ofschoon ze het in Troy nooit in haar hoofd gehaald had om in haron tuin to gaan zitten ontbyten, wanneer het den geheelen nacht geregend had, en zy dus alle kans liep eene doodelyke koude te vatten of eene hevige kiespyn op te doen, zeide ze nu toch, dat ze het wezeniyk heel aardig vond, en zy glim lachte flauwtjes, op dezelfde manier als ze geglimlacht zou hebben, wanneer de tand meester, na haar eene kies getrokken te hebben, gevraagd had, of hy haar pyn had gedaan. Ze waren met haar ontbyt klaar en nog was de jonge vreemdeling niet verschenen. Plotseling kon Betsy haar ongeduld niet langer bedwingen. - Nooit van myn leven ontbyt ik weer buiten 1 riep ze uit en sprong op. Hoe is 't mogelyk, dat iemand dat nu aangenaam kan vinden! Ik weet zeker, dat ze ons hier al het oudbakken brood voorzetten. Ik heb er genoeg van ik ga naar binnen. Maar tegen elf uren, toen het tyd werd een tweede glas water aan de bron te gaan gebruiken, zette zy den hoed op, die haar bet beste stond, zonder er ditmaal tegen te morren, dat zy, die toch geene kuur deed, toch wandelen moest. Het zou onverantwoor delijk zyn, indien zy eene gelegenheid voorby liet gaan. De onbekende ridder kon immers aan de bron wezen? Hy bevond zich daar, den Hemel zy dank, en hy zag er ridderlyker en aristocratischer uit dan ooit. Maar op dit uur waren er slechts weinig menschen en hy merkte haar dus dadeiyk op. Zy zag hem aan met de onbe scheidenheid, welke aan vreemdelingen ge- woonlyk niet zoo kwaiyk genomen wordt. Louise bloosde even. Betsy zag er uit als eene door de zon beschenen bloem. Waarom staat hy nu niet aan dezen kant? zeide ze tot Louise. Ik zal hem een handje moeten helpen I Houd tante Sarah een beetje aan den praat, dan ga ik naar hem toe. Maar, Betsyriep Louise, verbaasd over zooveel vermetelheid. Stil, laat tante het niet bemerken. Toen sprak ze luid en op kalmen toon: Ik geloof, dat de Josephsbron eigeniyk de myne is. En ze wandelde met vasten tred naar de andere zyde en zóó strak hield zy haren blik op den jongen gevestigd, om hem zoodra hy opkeek te wenken, dat ze een glas water wenschte, dat ze volstrekt niet opmerkte, dat ze byna tegen iemand aanliep. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1