N°. 10807.
Vrijdag IT Mei.
AM895.
geze (Courant wordt dagelijks, 'met uitzondering
van gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 16 Heb
Feuilleton.
TWEE WICHTJES.
LEIBSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Yan 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootero
letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad
"wordt 0.05 berekend.
Officieel© üeaiiiisgevinfir©»'
SCHUTTERIJ.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
Ier algemeene kennis, dat, ter voldoening aan de
"Wet van den llden April 1827 (Staatsblad No. 17),
een aanvang zal worden gemaakt met de inschrijving
Toor den Schutterlijken dienst, van degenen, die
da-rtoe dit jaar in de verplichting vallen.
Dat deze ineohrijving zal gc-echieden ia tien af
zonderlijke registers, met dien voretando, dat de
pereonen, geboren in 1861 tot 1869 ingesloten, welke
zich hier ter stede, sedert de vorige ineohrijving, uit
andere plaatsen metterwoon hebben nedergezet,
waaronder ook zijn begrepen de militairen, die sedert
de laatste inschrijving bun paspoort verkregen en
nich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in
dit Rijk en binnen deze gemeente sinds de laatste
inschrijving gevestigd hebbende vreemdelingen, zullen
worden ingeschreven aohtor-in de registers, waartoe
zg volgens hunnen ouderdom bekooren; terwijl de
geborenen in het jaar 1870 zullen worden geplaatst
in een nieuw repister, te wetenhet eerste van den
jare 1896 en het tiende, of dat der geborenen in
1860, van het vorige jaar, zal komen te vervallen.
Dat de registers van inschrijving, ingevolge art. 5
van het Koninklijk bosluit. van doD 2 laten Maart 1828
(Staatsblad No. 6), zullen worden geopend op
"Woensdag don I5den Mei aanstaande, en op Zacerdag
den lsten Jnni daaraanvolgende zullen worden ge
sloten.
Dat, ten einde deze inschrijving geregeld afloope,
een ieder, daartoe in de termen vallende, bij deze
wordt opgeroepen, om zich te vervoegen in een der
Vertrekken van het Raadhuis, en wel:
Op Woensdag den 15deu Mei 1896, de bewoners
•?a-i wijk I, II on III;
Op Donderdag den lCden Mei 1896, de bewoners
Van wgk IV en V
Op Vrijdag den 17den Mei 1895, de bewoners
Van wijk VI, benevens do bewoners van do buitenwijk;
Op Zaterdag den 18den Mei 1895, de bewoners
Van wijk VII en VIII;
Telken dage van des voormiddags lo tot des
namiddags 2 uren; znllonde wijders het tijdstip,
dat de registers ter inzage zullen liggen, en de dagen
der loting, welke volgens do Wet, vóór 1 Juli a. s.
geheel zal moeten zijn afgeloopon, nader worden
bekend gemaakt.
Burgemeester en Wethouders dor gemeente Zog-
waard breDgen ter kennis van alle zich in die ge
meente bevindende verlofgangers der Militie te hnd,
die vóór den lsten April dezes jaars in genot zijn
gesteld van onbepaald verlof, om het even tot wc-lko
lichting zij behooren, dat het onderzoek over hen
zal plaats hebben te Btorapwijk, aan depLeidschendam,
op Donderdag don 18don Jörii aanstaande, des voor-
sïiddags to 10 uren.
Burgemeester en Wethouders van Zoetermcer en
Zegwaard brengen ter kennis dor ingezetenon dat
voor den herijk ia die gemeenten zitling zal gobouden
worden ten huizo van E. Ooms, te Zegwaard, op
Donderdag, Vrijdag en Zaterdag, 30 en 31 Mei en
den lsten Jnni 1895, van des voormiddag» 9 tot
dee namiddags te 2 uren.
De leden van het bestuur van do afdeeling
Leiden en Omstreken van de Maatschappij
tot bevordering der Bouwkunst hebben in
aansluiting met do gewone leden van de af
deeling 's Gravenhage tot candidaten voor
het Hoofdbestuur der Maatschappij gesteld
de heeren L. C. Herenmans, architect te
's-Hertogenboscb, on J. A. Frederiks, architect
te Middelburg.
Hedenmorgen werd aan de Kweekschool
voor Zeevaart alhier de bronzen medaille voor
12 jarigen eeiiyken en trouwen dienst uitge
reikt aan den matroos 1ste kl. T. Terpstra,
gedetacheerd aan gemelde Kweekschool.
De minister van binnerrlandsche zaken
heeft voor het tijdvak van 16 Mei tot en
met 31 Dec. 1895 benoemd tot onbezoldigd
assistent voor de botanie aan de Rijks
universiteit te Leiden, de heeren L. E. Steen
huizen en W. A. Borger en mej. A. E. S.
Michelsen.
Beroepen is bij de Ned.-Herv. gemeente
te Lemmer ds. R. Bennink Bolt, te Zwammer-
dam, en te Renswoude de heer W. M. Van
der Schans, candidaat te Leiden.
Yan de 275 kiezers in de gemeente Voor
schoten namen 136 aan de verkiezing voor
de Provinciale Staten deel, waarvan 105 met
een wit en een blauw briefje stemden. De overi
gen stemden alleen met een wit briefje.
Door den Kerkeraad der Nederd.-Herv.
gemeente te Nijmegen werd den 13den Mei
jl. het volgende schrijven aan H. M. de Koningin-
Regentes gericht:
„De Kerkeraad der Nederd.-Herv. gemeente
alhier heeft uit het schrijven van den Particulier
Secretaris van Uwe Majesteit 23 April 11.
Uwer Majesteits besluit vernomen van het
bijwonen der godsdienstoefening alhier op 19
Mei geheel af te zien.
Zoo vereerd en verheugd als de Kerkeraad
was op het vernemen van de blijmare, dat
Uwe Majesteit en Hare Majesteit de Koningin
de godsdienstoefening zouden bijwonen, zoo
ontsteld en bedroefd was hy op de mededeeling
.van Uwer Majesteits besluit.
Het zij den Kerkeraad vergund Uwer
Majesteit zyn oprecht leedwezen te betuigen,
dat in antwoord op des Heeren De Ranitz'
schrijven namens Uwe Majesteit 30 Maart,
inhoudende Uwer Majesteits verlangen, dat
de oudste der dienstdoende predikanten de
godsdienstoefening van 19 Mei leiden zou,
indien daartegen bij den Kerkeraad geen be
zwaar bestaat, door den Kerkeraad verkeerd
aangevat is en hij niet volstaan heeft met
op eenvoudige en passende wijze Uwe Majesteit
te doen weten, dat het niet aan hèm stond,
aan Uwer Majesteits verlangen te voldoen.
Aangezien ook de minderheid in den Kerke
raad en de predikant, wiens predikbeurt op
19 Mei a. s. volgens den bepaalden rooster
was vastgesteld, de wijze betreurt, waarop
Uwer Majesteits schrjjven werd opgevat en
beantwoord, onderwindt zich de Kerkeraad
met algemeene stemmen Uwe Majesteit eer
biedig te verzoeken zyne verontschuldigingen
te willen aannemen, alsnog de godsdienst
oefening op 19 Mei te willen bijwonen, en
den Kerkeraad te willen doen kenbaar maken,
onder wiens gehoor Uwe Majesteiten alsdan
wenschen op to gaan. De dienstdoende predi
kant verklaart zich alsdan gaarne bereid,
zijne predikbeurt met de meeste bereidwillig
heid af te staan aan den predikant, dien het
Uwer Majesteit zal behagen aan te wijzen.
Hetwelk doende,
Uwer Majesteits gehoorzame onderdanen.
De Kerkeraad der Nederd. Hervormde
Gemeente te Nijmegen."
Op voorgaand schrijven heeft H. M. de
Koningin-Regentes den Kerkeraad te Nijmegen
telegraphisch doen weten, dat Hoogstdezelve
op zijn verzoek gunstig heeft beschikt en
den Hofprediker, ds. G. J. Van der Flier,
heeft doen uitnoodigen den 19den Mei a. s.
de godsdienstoefening te Nijmegen te leiden.
De heeren Armand Sassen, directeur dor
Rijks-postspaarbank, en D. E. C. Knuttel,
Rijks-bouwmeester in het tweede district,
zullen eene dienstreis gaan doen naar Londen,
Brussel en Parijs, om een onderzoek in te
stellen naar de inrichting der gebouwen der
Rijks-postspaarbanken in die steden.
De inspecteur van den geneeskundigen
dienst der landmacht, gen.-majoor Yan der
Burcht van Lichtenbergh, begaf zich gisteren,
vergezeld van zyn adjudant, naar Gouda.
De opperkamerheer van H. M. de Koningin,
baron Van Hardeubroek van Bergambacht,
begaf zich gisteren naar Dresden.
Het wetsvoorstel tot herziening der per
soneele belasting is bjj de Tweede Kamer
ingekomen.
Verscheidene Kamerleden, vertegenwoor
digers uit Noord-Brabantsche kiesdistricten,
begaven zich gisteren van Den Haag naar
's-Hertogenbosch, om deel te Demen aan de
feestelijkheden.
In de gistermiddag gehouden gemeente
raadszitting te Delft werd het voorstel van
B. en Ws. tot wijziging der verordening op
het havengeld en tot invoering van een
doorvaartrecht van doorvarende schepen met
algemeene stemmen goedgekeurd.
De minister van Staat, baron Gericke
van Herwijnen, is Dinsdag en Woensdag uit
sluitend te 's-Gravenhage geweest, om een
afscheidsbezoek af te leggen by den minister
van buitenlandsche zaken en eenige ambtge
nooten, hoofdambtenaren en vrienden per
soonlijk de hand te drukken voor de hem
betoonde belangstelling en medewerking, ge
durende zyn veeljarigen diplomatieken werk
kring.
De 1ste luit. B. J. Land, van het 4de
reg. inf., werkzaam ten bureele van den
inspecteur der inf., wordt 1 October voor
een jaar werkzaam gesteld onder de bevelen
van den chef van den generalen staf.
Aan een particulier schrijven uit Atjeh
wordt ontleend dat in het begin van April
een rechterflankdekking van de aflossing van
een blokhuis by Anagaloeng, dat door een
detachement van het 15de bataljon is bezet,
werd aangevallen, waarbij twee inlandsche
fuseliers sneuvelden en 1 Europeesche kor
poraal, 2 Europeesche fuseliers en 1 inlandsche
fuselier zwaar werden gewond.
Men verneemt dat prinses Von Wied,
prinses Marie der Nederlanden, die met hare
kinderen den lsten Augustus a. 8. te Dom
burg aankomt, tegen half September d. a. v.
te Scheveningen verwacht wordt, om aldaar
eenige dagen te verblijven.
Den 23sten dezer zullen te Amsterdam
zeven Zusters van liefde der Congregatie te
Tilburg zich inschepen naar Paramaribo, om
zich aldaar te wijden aan de verpleging van
melaatschen.
Bevorderd zijn tot commiezen 4de kl.
b\j de posterijen de surnumerairs A. Sandberg,
W. F. Yan der Leeuw, J. Willinck, T. H.
Bellonje, J. P. Baerents, F. K. baron Yan
Dedem, H. M. Seijn, P. J. Kraft, J. H. L.
Meuffels, J. H. T. PfafT, A. Grutterink, D.
Yerhaaf en H. Winters.
Bevorderd tot commiezen 3de kl. de com
miezen 4de kl. D. Van Jole, F. H. De Groot,
P. C. I8ing, J. J. Goedhart, A. I. J. Schmal-
bausen, H. Smit, C. Willinck en W. Bruijni
Bevorderd tot commiezen 2de kl. de com
miezen 3de kl. A. Van der Baan, C. M.
Engelenburg, A. W. Kymmell en J. J. C.
De la Sablonière van Eelde.
Bevorderd tot commiezen 1ste kl. de com
miezen 2de kl. W. J. Borgerhoff Mulder, F.
Van Huben en F. Sinnighe.
By de Tweede Kamer is ingekomen een
wetsontwerp tot verhooging der Indische
begrooting voor 1895 ten behoeve van aanleg
van den spoorweg Fort-de KoekPajakombo.
Deze lijn werd vroeger nog niet voorgesteld,
omdat de Regeering de ervaring met spoor
wegexploitatie op Sumatra's westkust wilde
uitspraak laten doen over de wenschelykheid
van deze verlenging van den spoorweg. De
ervaring nu heeft geleerd, dat de voorstellingen
van het te verwachten verkeer niet overdre
ven zyn geweest en dat het ontbreken dezer
spoorwegverbinding met Pajakombo op de
productiviteit van den bestaanden spoorweg
van zeer naaeeligen invloed is. De bedoeling
is in den loop van het jaar met den aanleg
een aanvang te maken. De geheele lengte
van den spoorweg bedraagt 33,220 M., waar
van 7003,5 M. tandradbaan. De bouwtyd
is gesteld op 21 maanden; de aanlegkosten
worden geraamd op 2 millioen (waarvan
ƒ880,000 in Nederland en ƒ1,120,000 in
Indië) of op 60,600 per KM. De opbrengst
wordt geschat aanvankelijk op 3 pet. van
het aanlegkapitaal, doch men mag met grond
verwachten dat het bedrag der ontvangsten
weldra zal stijgen, terwyl buitendien ten ge
volge van dezen aanleg het veevervoer op de
hoofdlijn zeer zal toenemen.
De minister van marine heeft ingevolge
koninklijk besluit van 11 dezer Hr. Ms.
pantserschip „Stier" met 15 dezer uit dienst
gesteld en den kapitein ter zee Z. J. Cambier
eervol ontheven van het bevel over genoemden
bodem. Met dienzelfden datum is Hr. Ms.
pantserschip „Schorpioen" in dienst gesteld
en het bevel daarover opgedragen aan den
kapitein ter zee voornoemd. Yoorts worden
aan boord van dien bodem geplaatst de luit.
ter zee 1ste kl. G. Fabius, als 1ste officier;
die der 2de klasse A. A. Visser, L. T. Van
Heusden en A. W. Tirion; de adelborst 1ste
kl. by de Kon. Ned. Marine-reserve F. W.
Hiddinga; de off. van gez. lste kl. J. D.
Kayser en de off. van adm. 2de kl. L. J. Mouton.
Het stoomschip „Amsterdam" vertrok
15 Mei van Rotterdam naar Nieuw-York; de
„Koningin-Regentes", van Batavia naar Am
sterdam, passeerde 15 Mei Perim; de „Tan
talus", van Japan naar Amsterdam, passeerde
15 Mei Suez; de „Voorwaarts", van Batavia
naar Amsterdam, vertrok 15 Mei van Port-
Said; de „Gedé", van Rotterdam naar Java,
vertrok 15 Mei van Suez; de „Bromo", van
Batavia naar Rotterdam, vertrok 16 Mei van
Port-Said; de „Conrad", van Batavia naar Am
sterdam, arriv. 15 Mei te Genua; de „Kaiser",
van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika,
vertrok 14 Mei van Suez; de „Maasdam"
arriveerde 15 Mei van Nieuw-York te Rotter
dam; de „Prinses Marie", van Amsterdam
naar Batavia, arriveerde 15 Mei te Genuade
„Prins Alexander" vertrok 15 Mei van Batav a
naar Amsterdam; de „Prinses Amalia", van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde 16 Mei
te Padang; de „Stella", van de Middellandsche
Zee naar Amsterdam, passeerde 15 MeiDun-
geness; de „Zaandam" vertrok 15 Mei van
Nieuw York naar Amsterdam.
By koninklyk besluit ia toegekend aan
den tydeiyk gepens. officier van adm. 2de kl.
A. P. Yan de Ven, opnieuw voor den tijd
van 5 jaren het hem by kon. besluit van 25
April 1885 verleend pensioen en verhoogd
pensioen ten gezamenlyken bedrage van 625
's jaars.
De lste luit. der mariniers C. Van den Ban,
met ingang van 1 Juni a. s. op pensioen ge
steld, onder toekenning van een pensioen van
ƒ1000 en eene verhooging ingevolge art.
1, c, der wet van 1 April 1875 van ƒ225
's jaars.
Met ingang van 1 Juni a. s. benoemd tot
adjunct-rykscommissaris by de Maatschappij
tot exploitatie van Staatsspoorwegen en by
de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij,
jhr. mr. W. Th. C. Van Doorn, advocaat en
procureur te 's-Gravenhage.
Benoemd tot ontvanger der directe be
lastingen te Sliedrecht, de heer C. Banier,
thans te Steenbergen.
Gemeenteraad te Hazerswoude.
Zitting van Woensdag avond.
Na lezing en goedkeuring der notulen kwa
men de ingekomen stukken ter tafel, waar
onder het koninklyk besluit, bevattende de
herbenoeming van den heer C. Korteweg tot
burgemeester der gemeente, en het proces
verbaal van kasopneming, dato 16 April, toon
2521 285 in kas was. Deze stukken werden
voor kennisgeving aangenoraon, ovenals het
gemeenteverslag over 1894, dat voorts ondbr
de Raadsleden zal circuleeren ter inzage. Vast
gesteld werd de verordening betreffende do
betaling van schoolgelden door kinderen uit
Zoeterwoude, die de school aan den Ryndyk
onder Hazerswoude bezoeken, terwyl besloten
werd tot het toevoegen van een nieuwen post
onvoorziene uitgaveQ aan do begrooting, wat
noodzakeiyk is geworden door het tydelyk
opnemen van een som van ƒ1500 ter voor
ziening in de behoefte aan kasgeld.
Op zyn verzoek werd aan den beer R. De
Groot, onderwyzer aan de school Ryndyk, in
gelyke betrekking benoemd te Groede, met
ingang van 15 Juni a. s. eervol ontslag ver
leend. Door B. en Ws. is bereids een oproe
ping gedaan en wel tegen een salaris van
550, dit laatste behoudens machtiging van
den Raad, die ze verleent.
Bejammert de Raad het vertrek van den
heer De Groot, nog meer dat van den heer
H. Sasburg, hoofd der school aan den Ryndyk.
Hem werd, wegens zyn benoeming tot hoofd
der school aan de Hoefkade te 's-Hage, met
ingang van 16 Juli a. s. eervol ontslag ver
leend.
6)
Ik heb hem beloofd dat ik hem vyf
mark per dag meer zal geven, zeide tante
Sarah; we mogen den armen man geen ge
brek laten ïyden, den stakkerd I
IV.
Hy ia hier niet, fluisterde Betsy haar
nichtje in, toen zy den volgenden morgen by
de vry modderige en niet byzonder aanlok-
keiyke plaats kwamen, waar de twee bronnen
zyn. Misschien staat hy aan den kant. Hier
is uw glas, tante!
En zy reikte hare tante een glas water
aan, dat een joDgen telkens uit de bron
schepte. Tal van menschen stonden daar,
ieder met een glas in de hand, hunne beurt
af te wachten.
Ik geloof niet dat dit myne bron is,
zeide tante Sarah. Jongetje
Och kom, u kunt het er best mede doen,
antwoordde Betsy. Drink het nu maar gauw
uit; dan zyn we klaar. Tasschen het water
van twee bronnen, die zoo vlak naast elkaar
liggen, kan niet zooveel verschil bestaan. Het
heeft allemaal dezelfde uitwerking, dat weet
ik zeker. Hier, ik zal het wel voor u vast
houden; trek uw® handschoenen er maar niet
voor uit.
Hare tante verslikte zich byna, maar Betsy
sloeg daar geen acht op en trok haar met
zich mede naar de muziektent, waar alle
badgasten omheen wandelden. Zooals dit in
Duitsche badplaatsen het geval is, begonnen
de muzikanten met een Koraal. Het was een
prachtige morgen. Iedereen liep den weg op
en neer, terwyl de baddokter, die aan het
einde er van stond, zyne patiënten zoo ver
mogeiyk met zyne blikken volgde; by klampte
zyne slachtoffers allen achtereenvolgens aan
en liet hen niet los, voordat zy hem alles
haarfijn medegedeeld hadden.
Hebt ge goed geslapen? Wandelt ge veel
en ver? Hoe is het met uw eetlust? Bekomt
het bad u goed? Ach, so. Daes ist gut, jal
Iedereen was daar tegenwoordig; van den
jongen landeigenaar, die zyne jeugdige, mooie
vrouw kwam laten kyken, af, tot Kreuzner
toe, die juist zyn veertiende glas gedronkeD
had en nu naar zyne dames kwam en haar
ieder een fraaien rozeknop aanbood, welken
hy zoo juist gekocht had.
- Hy is toch altyd vol oplettendheden,
prevelde tante Sarah, voortwandelende. Er
gaat geen dag voorby of hy koopt iets voor
ons. 't Is toch zonderling, dat de rozen in
Duitschland zoo schreeuwend duur zyn.
Betsy stak de bloemen zeer voldaan tus-
schen haar ceintuur. Dat was het eenige ge
weest, wat aan haar bevallig en smaakvol
toilet ontbroken had.
Maar, helaas, hy, die er door bekoord moest
worden, was op dien warmen Augustus
morgen nergens te zien. Ze keek rechts en
links naar hem uit, by ieder paadje stond ze
stil, maar de bevallige, slanke gestalte ver
toonde zich niet.
Hy moest toch spoedig komen. Het was
reed3 negen uren. Zouden zy gaan ontbyten
zonder hem gezien te hebben? Nooitl Dat
zou hemeltergend zyn!
Nood leeit bidden.
Tante Sarah, zeide Betsytoe, laten we
vanmorgen voor de aardigheid eens op het
terras ontbyten. Iedereen doet het. Het zou
zonde wezen, om met dit prachtige weer naar
binnen te gaan.
Het had den ganschen nacht geregend en
het terras was kletsnat, maar Betsy wist
alle bezwaren uit den weg te ruimenzelfs
de anders zoo onverbiddeiyke Kreuzner moest
ten laatste toegeven, hoewel hy zeide, zich
niet te kunnen begrypen, dat de dames plezier
hadden buiten te zitten eten.
De broodjes en de koffie worden buiten
gebracht en het aardigste plaatsje uitgezocht,
van waar men het gezicht had op alle uit
gangen en deuren.
Is het nu hier niet meer dan heeriyk?
zeide Betsy, met meesteriyk voorgewende
verrukking. Waarom zouden we ons zoo op
een afstand en zoo deftig houden en niet
doen zooals alle andere menschen? Louise,
pas eene op, daar wandelt een mier recht
op de boter af. Gooi hem van de tafel l Netjes
gedaan, hoorl Vindt u het hier niet prettig,
tante Sarah?
Tante Sarah wist eigeniyk niet of ze het
wel zoo aangenaam vond, om midden op
straat te zitten ontbyten; bovendien was ze
volstrekt niet gesteld op mieren en ander
ongedierte, die over de tafel kwamen wan
delen, en nu en dan viel er een droppel van
de boomen juist in haren hals. Zy rilde;
't was juist een gevoel alsof er een kever
in viel. Maar toch schikte zy zich in haar
lot, want zy had Amerika verlaten in de
vaste overtuiging, dat reizen beteekende:
anders doen dan men gewoon is thuis te doen.
En indien het nu het gebruik was in een
land om het zichzelf zoo ongemakkeiyk
mogelijk te maken, dan gevoelde zy zich ver
plicht, zonder morren daaraan mee te doen;
anders kon ze evengoed thuis gebleven zyn.
Ofschoon ze het in Troy nooit in haar hoofd
gehaald had om in haron tuin to gaan zitten
ontbyten, wanneer het den geheelen nacht
geregend had, en zy dus alle kans liep eene
doodelyke koude te vatten of eene hevige
kiespyn op te doen, zeide ze nu toch, dat
ze het wezeniyk heel aardig vond, en zy glim
lachte flauwtjes, op dezelfde manier als ze
geglimlacht zou hebben, wanneer de tand
meester, na haar eene kies getrokken te
hebben, gevraagd had, of hy haar pyn had
gedaan.
Ze waren met haar ontbyt klaar en nog
was de jonge vreemdeling niet verschenen.
Plotseling kon Betsy haar ongeduld niet langer
bedwingen.
- Nooit van myn leven ontbyt ik weer
buiten 1 riep ze uit en sprong op. Hoe is 't
mogelyk, dat iemand dat nu aangenaam kan
vinden! Ik weet zeker, dat ze ons hier al
het oudbakken brood voorzetten. Ik heb er
genoeg van ik ga naar binnen.
Maar tegen elf uren, toen het tyd werd
een tweede glas water aan de bron te gaan
gebruiken, zette zy den hoed op, die haar
bet beste stond, zonder er ditmaal tegen te
morren, dat zy, die toch geene kuur deed,
toch wandelen moest. Het zou onverantwoor
delijk zyn, indien zy eene gelegenheid voorby
liet gaan. De onbekende ridder kon immers
aan de bron wezen?
Hy bevond zich daar, den Hemel zy dank,
en hy zag er ridderlyker en aristocratischer
uit dan ooit. Maar op dit uur waren er slechts
weinig menschen en hy merkte haar dus
dadeiyk op. Zy zag hem aan met de onbe
scheidenheid, welke aan vreemdelingen ge-
woonlyk niet zoo kwaiyk genomen wordt.
Louise bloosde even. Betsy zag er uit als
eene door de zon beschenen bloem.
Waarom staat hy nu niet aan dezen
kant? zeide ze tot Louise. Ik zal hem een
handje moeten helpen I Houd tante Sarah een
beetje aan den praat, dan ga ik naar hem toe.
Maar, Betsyriep Louise, verbaasd over
zooveel vermetelheid.
Stil, laat tante het niet bemerken.
Toen sprak ze luid en op kalmen toon:
Ik geloof, dat de Josephsbron eigeniyk
de myne is. En ze wandelde met vasten tred
naar de andere zyde en zóó strak hield zy
haren blik op den jongen gevestigd, om hem
zoodra hy opkeek te wenken, dat ze een glas
water wenschte, dat ze volstrekt niet opmerkte,
dat ze byna tegen iemand aanliep.
(Wordt vervolgd.)