N°. 10304. (Eleze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 13 Mei. Feuilleton. TWEE NICHTJES. Dinsdag 14 Mei. A°.1895, LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post 1-40- Aüonderlyke Nommers B 0.05. PRIJS DER AD VERTEN TJÜN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grooter» letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Ollioleel© Kennisgeviiigen, Inenting. Bargemeeater en W'-thoudera dor gemeente Leiden brengen ter algemeene kennis, dat het Park Vacci- nogène in het Elizabethabof aan de Onde Yeat Ho. 25 tot nadere aankondiging ia ge floten. Burgemeester en Wethouders Tan Leiden, Leiden, F. WA8, Burgemeeeter. Mei 1895. E. KI8T, Secretaris. SCHUTTERIJ. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kenDis, dat, ter voldoening aan de Wet van den llden April 1827 (Staatsblad No. 17), een aanvang zal worden gemaakt met de inschrijving ▼oor den Schutterlijken dienst, van degenen, die daartoe dit jaar in de verplichting vallen. Dat deze inechrijving zal geschieden in tien af zonderlijke registers, met dien verstande, dat de personen, geboren in 1861 tot 1869 ingesloten, welke zich hier ter stede, sedert de vorige inschrijving, uit andere plaatsen motterwoon hebben nedergezet, waaronder ook zijn begrepen do militairen, die sedert de laatste inschrijving hun paspoort verkregen en zich alhier hebben gevestigd, alsmede de zich in dit Rjjk en Linnen deze gemeente sinds de laatste inschrijving gevestigd hebbende vreemdelingen, zullen worden ingeschreven achter-in de registers, waartoe *g volgens hunnen ouderdom behooren; terwgl de geborenen in het jaar 1870 zullen worden geplaatst in een nieuw register, te weten het eersto van den jare 1895 en het tiende, of dat dor geborenen in I860, van het vorige Jaar, zal komen te vervallen. Dat do registers van inschrijving, ingevolge art. 5 van het Koninklijk besluit van den 2 leten Maart 1828 (Staatsblad No. 6), zullen worden geopend op Woensdag den 15den Mei aanstaande, en op Zaterdag den laten Juni daaraanvolgende zullen worden ge floten. Dat, ton c-indo deze inschrijving geregeld afloope, oen ieder, daartoe ia de termen vallende, bg deze wordt opgeroepen, om zioh te vervoegen in een der Vertrekken van het RaadhuiB, en wel: Op Woensdag den 15den Mei 1895, de bewoners ▼an wijk I, II on III; Op Donderdag den 16den Mei 1895, de bewoners tan wgk IV en V; Op Vrijdag den I7den Mei 1895, de bewoners Tan wgk VI, benevens de bewoners van do buitenwijk Op Zaterdag den 18den Mei 1895, do bewoners van wijk VII en VIII; Telken dage van des voormiddage lo tot des namiddags 2 uren; zullende wgdc-ra het tijdstip, dat de registers lor inzage znllen liggen, en de dagen der lotiDg, welko volge s de Wet, vóór 1 «uli a. e. geheel zal moeten zge afgeloopen, nader worden bekend gemaakt. Door de Commissie van de Bewaarschool aan de Garenmarkt is, bfi vroeger vermeld adres, aan den gemeenteraad medegedeeld dat sty heeft besloten de school met 1 Juli a. s. op te heffen en de school met speelplaats aan öe gemeente te koop aangeboden voor de som van ƒ6500, omtrent welk aanbod het advies van de Commissie der Bewaarscholen alhier floor B. en "Ws. is ingewonnen. Het gunstig advies dier Commissie is in de Leeskamer nedorgelegd met eene nota van den voorzitter dier Commissie, waaruit blijkt dat dese zich met het gunstig advies der Oommissie niet kan vereenigen, maar de over neming van de school ontraadt, omdat volgens bekomen inlichtingen door particuliere krach ten in dit gedeelte der gemeente in de be hoefte aan bewaarschool-onderwtfs zal kunnen worden voorzien. Tevens wordt overgelegd het door het be stuur van het Nutsdepartement ingediend adres, waarbfi wordt verzocht afw^iend te beschikken op het verzoek der Commissie voor de Bewaarschool aan de Garenmarkt en wel in het belang van de Bewaarschool van het Nutsdepartement. Na r(jpe overweging kan ook het college van B. en "Ws. geen vrijheid vinden tot aan koop van het gebouw en tot overneming van de school te adviseeren. De Commissie voor de Bewaarscholen acht de oprichting van eene vierde bewaarschool en wel in het hierbedoeld gedeelte der gemeente wenschelijk op grond dat meermalen wegens gebrek aan beschikbare ruimte een grooter of kleiner aantal kinderen moet worden afgewezen en is van oordeel dat, nu de gemeente onver plicht gedurende meer dan veertig jaren de opvoeding van jonge kinderen tot een voorwerp van gemeentezorg heeft gemaakt, niet kan worden aangenomen dat die zorg niet tot alle deelen der gemeente zoude worden uitgestrekt. Wij ontkennen niet, dat de oprichting van eene vierde bewaarschool van gemeentewege in zeer ernstige overweging zou moeten ge nomen worden, zoodra het vaststond dat een beduidend aantal kinderen op de openbare en bijzondere bewaarscholen door gebrek aan plaatsruimte geen plaatsing konde vinden. De gemeente, die, hoewel geheel onverplicht, gedurende meer dan 40 jaren, hare zorg ook tot het bewaarschoolonder wijs uitstrekte, zal zonder twijfel niet halverwege op dezen weg blijven stilstaan, ala eenmaal dringende be hoefte aan uitbreiding van het gemeentelijk bewaarschoolonderwijs bleek. Doch vooral hier, waar het geldt een tak van onderwjjs, waarvan de zorg niet door de wet aan de gemeente wordt opgelegd, mag tot uitbreiding eerst dün worden overgegaan, wanneer onomstootel\jk vastststaat, dat niet op andere wijze in die behoefte wordt voorzien. Dit nu is tot dusver niet gebleken. In tegendeel; zooals de voorzitter van de Com missie dor Bewaarscholen in zijne nota mede deelt, is het volgens bekomen inlichtingen gebleken, dat particuliere krachten hot be waarschoolonderwijs voor on- en minvermo genden zullen ter hand nemen of aan reeds bestaande particuliere inrichtingen uitbreiding zullen geven. Die pogingen moeten worden afgewacht, voordat de gemeente tot oprichting van eene vierde bewaarschool besluit. Geheel onverplicht heeft de gemeente thans reeds drie uitnemend ingerichte bewaarscholen, waardoor in het bewaarschoolonderwijs van een 1000-tal kinderen kan worden voorzien en waarvan de jaarlijksche uitgaven ongeveer 16,000 bedragen, behalve de kapitaal-waarde der daarvoor bestemde gebouwen. Met het oog op de financiën der gemeente is het dringend noodzakelijk, slechts in den uitersten nood tot vermeerdering van die onverplichte uitgaven te besluiten. B. en Ws. juichen het daarom zeer toe, dat particuliere krachten zich aan dezelfde taak wijden, en houden zich overtuigd, dat de Commissie van de Bowaarschool aan de Garen markt die poging van particulieren zeer zou kunnen bevorderen, wanneer zfi, na afwijzing van het onderhavige verzoek, hare vrijvallende lokaliteit voor dat doel wilde beschikbaar stellen ten bate van eene particuliere ver- eeniging. Mocht onverhoopt de Commissie oir de Bewaarschool der Garenmarkt aan de op te heffen school eene andere bestemming geven, dan nog zouden B. en Ws. meenon, dat het niet op den weg ligt van het Gemeentebestuur onmiddellijk tot uitbreiding van het gemeente lijk bewaarschoolonderwijs over te gaan. Immers, al zoude daardoor de oprichting van eene particuliere bewaarschool worden ver traagd door gebrek aan een geschikt terrein, de pogingen van particulieren om eene localiteit te vindon zouden zonder twijfel niet worden opgegeven en het finantiëel belang der ge meente vordert dringend den uitslag dier pogingen af te wachten. B. en Ws. geven dus in overweging aan de Commissie voor de Bewaarschool aan de Garenmarkt te kennen te geven, dat haar aanbod tot overneming van de school door de gemeente niet wordt aangenomen. Aan den gemeenteraad deelen B. en Ws. mede dat er na oen ingesteld onderzoek geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van de wed. P. W. Maandag, om twee stoeptreden te doen makon voor den ingang in de Bolwerkstraat van het perceel Hooge- woerd 139, zoodat zfi in overweging geven de gevraagde vergunning te verleenen onder voorwaarde, dat de treden niet meer dan 50 centimeters vooruitspringen, en tegen betaling van de verschuldigde recognitie. Naar aanleiding van een desbetreffend ver zoek van mej. C. J. Yan 't Hooft deolen B. en Ws. mede dat de pupil van adressante, Henri Casper Harmsen, den 28sten Februari jl. voor het laatst de lessen aan het Gymnasium heeft bijgewoond en sedert deze inrichting voorgoed heeft verlaten. Vermits er alzoo termen bestaan om gunstig op het verzoek te beschikken, geven z(j in overweging aan adressanto v ^stelling of terug betaling te verleenen van schoolgeld voor haar pupil H. C. Harmsen, vroeger leerling van het Gymnasium, over de laatste twee kwartalen van den cursus 1894/95. B. en Ws. deelen mede dat in het open baar ter verhuring zfin aangeboden de twee perceelen tuin- of teelland, gelegen aan het Raamland aan den Singel, onder de gemeente Leiderdorp, ieder afzonderlijk als: a. groot 11 aren, 10 centiaren, by het kadaster bekend onder Sectie A. No. 2621, b. groot 17 aren, 40 centiaren, by het kadaster bekend onder Sectie A. No. 2760, tot dusverre verhuurd voor 40 'sjaars elk perceel, te zamen ƒ80. De eerste verhuring heeft plaats gehad op 31 December 1894, waarby werd geboden voor het 1ste perceel 24, en voor het 2de perceel 29. By de openbare herverhuring op 7 Januari jl. werd het 1ste perceel afgemijnd op 25 en het 2de perceel op 26. Vermits de geboden sommen B. en Ws. niet voldoende voorkwamen, hebben zy be sloten de huur niet te gunnen, maar nadere aanbiedingen ter zake af te wachten. Thans is een aanbod ingekomen van W. J. Zwetsloot, landbouwer onder Leiderdorp, om de beide perceelen te huren te zamen voor 52 per jaar, welk aanbod, ongeveer ƒ190 per hectare, B. en Ws., na bekomen inlichting van hoogst bevoegde zyde, voor den tegen- woordigen tyd voldoende voorkomt. Zy geven mitsdien in overweging de beide perceelen tuin- of teelland bovenbedoeld te verhuren aan W. J. Zwetsloot voornoemd voor een buurprys van 52 per jaar voor den tyd van vyf jaren, gerekend te zyn inge gaan met 1 Januari 1895, en mitsdien zul lende tindigen uit. December 1898, onder de bestaande voorwaarden. De volgende voordracht is opgemaakt ter benoeming van een tweeden onderwyzer aan de Jongensschool 1ste klasse, als: lo. C. Huge, thans derde onderwyzer aan dezelfde school; 2o. A. L. Van den Berge, en J. P. Bouma, beiden onderwyzer aan de Jongens school der 2de klasse alhier. Heden ontvingen wy het verslag van de vereeniging Armenzorg" te Leiden, over het jaar 1 April 1894 tot 31 Maart 1895. Yyf jaren bestaat nu deze vereeniging. In April 1894 begon zij met een saldo van 546.95s. Aan jaarlyksche bydragen mocht zy ontvangen 775.50 en aan giften 415.25. In April werd het bestuur met algemeene stemmen herkozen en was bereid die opdracht opnieuw te aanvaarden. Hot was samengesteld als volgt: mevrouw Yan de Sande Bakhuyzen, presidente; mejuffrouw C. Van Manen, secreta resse, en mejuffrouw C. Bosman, penning- moesteresse. In de Mei-vergadering werd op verzoek van mevrouw Van de Sande Bakhuyzen eene vice- presidente benoemd. Mevrouw Yreede werd met algemeene stemmen tot doze betrekking verkozen. Onder de dames werkende leden kwam dit jaar weer veel verandering. De dames Faber en Van der Vlugt konden wegens buiseiyke omstandigheden niet langer de zorg voor de haar toevertrouwde gezinnen op zich nemen. Ook mevrouw Van Kouten zag zich genood zaakt om voor eenigen tyd haar ontslag te nemen. Bestuurderessen hopen dat dit echter niet van langen duur zal zynnoode missen ze deze dames. Gelukkig werden weldra hare plaatsen weder vervuld, daar zes dames in haren kring traden als werkende leden, in October mevrouw Oppenheim en mejuffrouw Meyer, in November mejuffrouw E. Pleyte, in Decem ber mevrouw Holleman en mejuffrouw Schoe- maker en in Februari 11. mejuffrouw R. Driessen. De werkcommissie was dit jaar samenge steld als volgt: Mevrouw Greven en mejuffrouw Van Beek, daarin bygestaan door mevrouw Nykamp, zorgden voor het uitgeven van hot naai- of breiwerk, het uitbetalen der loonen en het beheer van het depot by mejuffrouw Bree- baart, Pieterskerkplein No. 2. De dames A. Kaiser en C. Van Manen zorg den voor den aankoop van het te verwerken goed, het knippen der kleedingstukken, enz. Zy werden daarin bygestaan door eenige dames der vereeniging, die zich daartoe wekelyks bevonden in het lokaal Lokhorststraat N°. 16. Het aantal vrouwen, die om werk verzochten, was dit jaar weer zeer toegenomen, zoodat de voorraad der vervaardigde kleedingstukken ook een groote uitbreiding kreeg. Bestuurderessen besloten dus de jaarlyksche verkooping op grooter schaal te houden en daar het lokaal in de Lokhorststraat reeds een vorigen keer te klein was gebleken, huurden zy do kleine Nutszaal en hielden na bekomen toestemming van het Stadsbestuur den verkoop op 21 en 22 Nov., zoowel des middags als des avonds. Een 40 tal jongedames waren zoo vriende- ïyk zich met den verkoop te belasten, de zorg voor de theetafel op zich te nemen en de loten voor de tombola te verkoopen. Men mocht zich ditmaal verheugen in een druk bezoek en in een niet minder groot debiet, daar ver scheidene artikelen geheel werden uitverkocht en er zelfs nog vele bestellingen werden gedaan. Het depot was echter spoedig weder ge vuld door het werk der vrouwen van de ge zinnen, die zich by de vereeniging om werk hadden aangemeld, doch de kas der werk commissie was daardoor uitgeput en bestuur deressen zouden het uitgeven van werk hebben moeten staken, indien niet eenigen onzer stad* genooten, door een advertentie"in het „Leidsch Dagblad" op dezön toestand opmerkzaam ge maakt, haar in staat hadden gesteld met het werkgeven voort te gaan. Gelukkig kunnen bestuurderessen constateeren dat, niettegen staande de welgeslaagde verkooping, toch hot debiet in hun depot elke maand vrij bevre digend was. Het aantal der gezinnen, die bestuurderessen geregeld bezoeken, is nu geklommen tot 80. De financiën in aanmerking nemende, kunnen ze voorloopig niet verder gaan. Dikwyis krygon wy van stadgenooten, zeggen bestuurderessen verder, het verzoek om een of ander gezin, by hen bekend, onder de onzen op te nemenwe hebben daarvoor een candldateniyst, waaruit we dadelyk elke ledige plaats aanvullen. Het steunen van armen, die, hetzy uit zich zelf of op voorspraak van anderen by ons om onderstand komen vragen, hebben we moeten staken. Onze middelen en ook de aard van onze werkzaamheden lieten dat niet toe. Onze vereeniging heeft niet het karakter van eene gewone bedeelingscommissie, maar van arm bezoek. Zy, die door ons, hetzy met raad, hetzy met directe hulp of door onze voorspraak door anderen gesteund worden, zyn by ons bekend en worden door een onzer dames bezocht; zooveel mogeiyk trachten wy ook de armen op te wekken door eigen kracht staande te biyven; wy helpen ze door advertenties dik wyis aan betrekkingen, waarvoor byna alttfd eenige uitrusting van kleederen noodig is. Velen zyn op onze voorspraak op fabrieken gepleatst of hebben we in diensten of als werksters kunnen plaatsen. Voor enkele go- zinnen, die om hun handel te dry ven eenigen steun behoeven, zyn we borg gebleven by de Hulpbank hier ter stede, tot heden gelukkig met gunstig gevolg. Er waren veel zieken, die op aanvraag van hoeren doctoren van eieren en melk werden voorzien, gedurende 4 of 8 weken, al naar de L Dezen kant op, damesBluft vlak by den man, die den boel uitlegt biyft altijd vlak by de mannen I En de gezette, gryze Duitsche koerier, die zulk een verbazend rood opgeblazen gezicht had en zoo ontzettend deftig en fatsoeniyk Was, schoot op do laatste van zUne drie be schermelingen toe en sleepte baar letteriyk naar da voorste rU van een aantal vreemde lingen, die allen een ouden monnik door den Keulschen Dom volgden. Wat heb ik in vredesnaam daaraan? Ik versta geen woord van alles, wat die man opdreunt, zeide de jonge dame knorrig. Hy spreekt zulk een raar Duitsch. Kom, laten we hier vandaan gaanl Maar, myne lieve Betsy. Kreuzner zegt, dat wU het altaar nog zien moeten. Ik kan haast Diet meer op myne beenen staan, tante. Gaat u or maar heen, ik zal hier wel blyven zitten totdat u terugkomt. Kan dat, Kreuzner? Ze is zoo moe, en we zyn er reeds zoo lang in geweest, zeide tante Sarah, zich tot deD koerier wendend. Ja, ja, we gaan zoo, antwoordde de verdiensteiyke oude man haastig. De boel is hier afgekeken. Er zyn alleen nog maar wat ramen. Dat is overal hetzelfde. Dezen kant, dames, dezen kant uitl En een zilverstuk stoppend in de band van den monDik, snelde Kreuzner naar eene andere deur, betaalde weer iets aan een anderen monnik en duwde tante Sarah naar binnen. Nu, gauw een beetje, dames 1 Tien minuten voor de doodshoofden, twintig minuten voor de St.-Ursula, een half uur voor de stad en om zes uren iB het diner in het Hotel besteld. Wat. maakt hy zich vordienstelyk, welk een onwaardeerbare schat is die man voor ons! prevelde tante Sarab, terwyi ze hare mantille, die door den koerier, in zyn yver om baar vóór een ander troepje vreemdelingen te schuiven, eenigszins van hare plaats ge trokken had, terechtechikte. Wat zouden we beginnen zonder hem? Van wie zeide je ook weer, dat deze beenderen wareD, Louise? Van de drie wyze mannen, die in eene kom de zee ingingen, kwam Betsy ongeduldig tuaschenbeide. Vieze dingen. Laten we liever doorloopen. Maar, myn lieve kind, zeido de oude dame, waarom gaat ge mee op reis, als ge zoo weinig tegen vermoeienis kunt? We zyn immers bier gekomen om alles te zien Wat my betreft, ik heb evenveel lust als gy om te gaan zitten en de rest voor gezien te houden, maar Kreuzner zeide dat het iets heel, heel byzonders ie en dat geloof ik zeker ook wel. Ik bad alleen gedacht, dat de hoofden van zulke vreeseiyk wyze mannen veel grooter zouden zyn, want er moest toch voor zulk eene hoeveelheid hersens meer plaats wezen 1 Komt, damee, komt 1 klonk da waarschu wende stem van Kreuzner weer. We hebben geene minuut te verliezen. Het eten wordt anders koud. O, welk een man altyd even oplettend, altyd denkend aan alles! zuchtte de oude dame en volgde den snel voortstappenden dienaar, terwyl hare nichtjes eon groot eind achter bleven. Als ik myn zin had, dan zagen we geene enkele kerk, geene enkele schilderyen-verza meling, ja, in 't geheel niets, niets meer, zeide Betsy, in het wachtende rytuig springend. Ik smeek je, Louise, zeg dan toch, dat je er ten laatste meer dan genoeg van hebt 1 Hoe is bet mogeiyk, dat je tegen zoo iets bestand beDt, onverzadigbaar schepsel I Zum Teufel, brulde Kreuzner tegen een kleinen jongen met één been, die waB komen aanstrompelen, om het portier van het rytuig dicht te doen. Niemand zal m|j de eer en het genoegen ontnemen myne dames te bedienen. Die bedelaara zyn alleen zoo beleefd ter wille van de centen, die ze bopen te krygeu. Maar ik verkies niet, dat zy, die zich onder myn geleide gesteld hebben, afgezet worden. Neen, nooit. Ik heb te veel In de wereld gezien. Voor uit, damee, naar de SL-Ursula. Vorw&rtsl Met een harden slag wierp hy het portier dicht. Op tante Sarah's hoog voorhoofd kwam een diepe rimpel, toen ze zich tevergeefs trachtte te herinneren wie die St. Ursula ook weer was. Louise keek uit het raampje, om nog een laateten blik te kunnen werpen op de Kathedraal, en Betsy sloot hare mooie oogen met een bijna hoorbaren smak. Ik zou de elf duizend maagden en heel Europa op den koop toe willen geven voor een enkelen nacht met heldere maan op onze piazza thuis en een jongmensch met een goed voorkomen, om een praatje mede te houden. Kind, bedenk toch wat je zegt! riep tante Sarab doodelyk verschrikt uit. Stil maar, Betsy, zeide Louise lachende. Als we maar eens in het Zwarte Woud zyn 1 Daar zullen we Btellig wel een ridder voor je vinden. Haiti riep Kreuzner. Hy sprong van den bok, stormde een winkel binnen, kwam een paar seconden later terugrennen en wierp eene groote doos in het rytuig. Eau-de Cologne, dames, de echte, een dozyn flesschen. Ik weet wol waar de damee van houden, en ik zorg dat zy altyd het beste krygen. Vorwartsl anders wordt het diner koud. II. Welken weg? Hoe ver is het? Waar is myne parapluis? Wie heeft myn tascbje? Tante Sarah was in de hoogste mate zenuw achtig en gejaagd. Dezen kant uit, dames 1 Bemoei u maar nooit met de bagage. Ik zorg voor alles. Er gaat by my nooit iets verloren. Ik heb alle tascbjee. En de koerier, die in het geheel niets droeg, wuifde den witkiel, die gebukt ging onder zyn laBt, op deftige, gezaghebbende wyze vooruit te loopen. Ik heb alles, herhaalde hy. Waar moeten we er uit? Waar moeten we overstappen? Hoe ver gaan we nog van daag? hygde de arme dame, die achteraan kwam draven, in doodelykon angst, dat ze te laat aan den tr6in zouden komon. Laat allee maar gerust aan my over. Ik verzeker u dat u komen zult, waar u wezen moet. Ik vergis my nooit. Ik zal u komen halen, wanneer de trein ophoudt. De conducteur zal zorgen, dat u alleen blyft zitten. Niemand zal u in deze coupé komen hinderen. Kletsging het portier dicht, de kruk werd omgedraaid, de conducteur stak de fooi, waar mede by omgekocht was, in zyn zak, tikte even aan zyne pet en verdween. Juist op dat oogenblik kwamen twee heeren aan, die de hand aan het portier sloegen. Maar de con ducteur nam hen mede. Betsy sprong naar het raampje om hen na te zien. O, Louise, ie dat nu niet om helsch te worden I Wat zou het aardig zyn geweest, als die twee hierin gekomon waren. Ik wou dat die ellendige Kreuzner op het kerkhof lag. Ik heb sedert het oogenblik, dat we Amerika verlieten, nog niet zulke nette jODgelui ge zien. Kyk dan toch eens naar hem, noen, naar dien anderen, die aan den buitenkant loopt. Wat zit die jas hem keurig I De locomotief floot en voort ging de trein. Betsy trok haar lief gezichtje met een zucht naar binnen. Die Kreuzner is toch een gek. Ik vind goed, dat hy de oude damee er buiten sluit, maar hy moest begrypen dat hy de jonge heeren er in kan laten, vooral die, welke er zoo goed uitzien. Ja, ja, Louise, ik zie we) dat het hier heel mooi ie. Wanneer je me nu nog langer van alles aanwyst, dan word ik krankzinnig. Wordt vervolgd.) DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1