N». 10797. Maandag O Mei. A°. 1895. feze (goarant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Leiden, 4 Mei. F* euilleton. KATHI. IDSCÏÏ DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post s 1.40. Afzonderlyko Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTTËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt 0.05 berekend. Derde Blad. Officieel© Kennisgevingen. Voor do inschrijving voor de Rastende Schutterij van de mannelgko ingezetenen te Woobruggo, ge boren in 1870, zoomede der geboreuoo in lbCl1869, die de aangifte ter inechrijviug verzuimden of zich het laatste jaar in de gemeente vestigden, zal ten Raadhuize meer bepaaldelijk worden gevaceerd op Maandag 20 Mei a. e., 'e voormiddag* van 9 12 nren. In verband met de eventueels oprichting van een Krankzinnigengesticht op het Raam- land, onder Zoeterwoude, b\j Leiden, is de huur van de verschillende perceelen van ge noemd land vóór 1 December jl. tegen 1 Maart van dit jaar opgezegd, ten einde de gemeente de bevoegdheid zou hebben over het land te beschikken, wanneer met den bouw van het gesticht een aanvang zou moeten worden gemaakt. Met het oog op de onzekerheid wanneer met den bouw zal moeten worden begonnen, is het, volgens B. en "Ws., wenscheiyk dat de huur onder de bestaande voorwaarden wordt voortgezet, met dien verstande, dat, zoo noodig, de opz°gging binnen korteren ttfd geschiedt en dat in geval van opzegging vrijstelling wordt verleend van de betaling van een kwar taal der huursora. Met de belanghebbenden is in voorloopig overleg getreden over de voortzetting van de huur en daaruit is gebleken dat Pieter Van Ulden, huurder van de perceelen 2, 3, 4 en 5, C. P. Van Teylingen, zoon van wijlen Cornelis Van Teylingen, aan wien perceel 1 was ver- huurJ, H. J. Blomraestein, huurder van per ceel 6, en Arie Van Leeuwen, zoon van wijlen Gerrit Van Leeuwen, aan wien perceel 7 was verhuurd, bereid zijn de huur onder de be staande voorwaarden te continueeren. B. en Ws. geven den gemeenteraad op grond van een en ander in overweging de verschillende perceeleD van het weiland, het zoogenaamd Raamland aan den Hoogon Rijn dijk onder de gemeente Zoeterwoude, bij het kadaster bekend onder Sectie A No. 2169, groot ongeveer 7 hectaren, 27 aren en 94 centiaren, te verhuren als volgt, als: perceel 1 aan C. P. Van Teylingen te Leiden voor 115 per jaar; perceel 2 aan P. Van Ulden, wonende onder Zoeterwoude, voor 120 per jaar; perceel 3 aan denzelfde voor 115 per jaar; perceel 4 aan denzelfde voor ƒ120 per jaar; perceel aan denzelfde voor ƒ110 per jaar; perceel 6 aan H. J. Blommostein voor 130 per jaar, en perceel 7 aan A. Van Leeuwen, wonende onder Zoeterwoude, bij de Doesbrug, voor ƒ150 per jaar, en zulks voor den tijd van een jaar en tien maanden, ge rekend te zijn ingegaan met 1 Maart 1895 en eindigende den laatsten December 1896, onder de voorwaarden van openbare verhuring, vastgesteld den 25sten November 1886, met dien verstande, dat de verhuurders bevoegd zijn de huur tusschentijds te doen ophouden, mits daarvan aan de huurders drie weken van te voren schriftelijk kennis gevende en dat in geval de huur tusschentijds wordt opgezegd, de huurders vrijstelling zullen be komen van de betaling Y.m de over een tijdvak van drie maanden verschuldigde huursom. Er bestaat geen bezwaar tegen de inwilli ging van het verzoek van mej. S. H. E. Prins, om ontslag uit de betrekking van 2de onder wijzeres aan do Meisjesschool 2de kl., wegens a. s. huwelijk. B. en Ws. geven derhalve in overweging het gevraagd ontslag eervol te vorleenen, ingevolge haar verzoek, met ingang van 15 Augustus a. s. Ook bestaat er geenerlei bedenking tegen de inwilliging van het verzoek van mej. W. D. Boursse Wils, om ontslag uit hare be trekking van Regentes van het Heilige Geest- of Arme Wees en Kinderhuis. Zich vereenigende met het betrekkelijk advies van het Bestuur van genoemd gesticht, geven B. en Ws. derhalve in overweging haar dat ontslag op de meest eervolle wijze te verleenon, onder dankbetuiging voor de vele diensten, door adressante in hare genoemde betrekking aan de gemeente bewezen. De commissie van financiën bericht dat het onderzoek van den staat van af- en over schrijving, dienst 1894, van do Stadsbank van Leening en van de rekening over 1894 van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, tot geene bedenkingen heeft geleid. Den gemeenteraad is eene voordracht aangeboden ter benoeming van eene 4de onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3de klasse No. 2 ter vervulling der vacature, welko ontstaan is ten gevolge van de bevordering van mej. Boekwjjt geb. Van der Upwich tot 3de onderwijzeres. De voordracht is als volgt samengesteld: lo. mej. J. Schophuyzen, 2o. mej. J. M. M. Plantfeber en 3o. mej. M. A. A. C. Biersteker, allen als volontair bij dat onderwijs aan de betrokken school werkzaam. Bij gelegenheid van de Persoonlijke Kerkvisitatie in de Ned.-Hervormde gemeente alhier, op Vrijdag 3 Mei, heeft de voorzitter des kerkeraads ds. F. Oberman, naar aanleiding van een klacht der ouderlingen over de recht zinnigheid van den oudsten predikant, dr. H. G. Hagen, ten opzichte van „de leer der Voldoening," een bezwaar ingediend tegen diens belijdenis als in strijd met die der Ned.- Herv. Kerk. De heer Hagen verklaarde daarop dat hij, ofschoon de ouderlingen hem byna 15 jaren lang hadden tegengewerkt in de aanneming van zjjne leerlingen en mitsdien verzuim had den gepleegd in de uitoefening van kerkelijke betrekkingen, hij nooit van plan was deswe gen een overigens rechtmatig bezwaar in te dienen. Voor het overige zou hij rustig af wachten wat het Classikaal Bestuur van Lei den te zijnen opzichte zou meenen te moe ten doen. Gelijk men weet, is dr. Hagen ongeveer reeds 35 jaren predikant bjj de Ned.-Herv. gemeente alhier en was h\j van plan in den loop van het volgend jaar emeritaat aan te vragen. In ons vorig nommer gaven wij een vluchtig overzicht van de geschiedenis der Kweekschool voor Zeevaart alhier, ontleend aan het boekje van den directeur der school, den kapitein ter zee C. H. De Goeje, die daarin de geschiedenis der zoo nuttige inrich ting, welke dit jaar haar veertig jarig bestaan viert, uitvoerig heeft beschreven. Wy kunnen de lezing van genoemde ge schiedenis niet genoeg aanbevelen, to moer, daar aan de opbrengst er van een zoo schoone bestemming zal worden gegeven, nl. voor oude en gebrekkige zeelui. Voldoende aan art. 5 der statuten, deelt het bestuur der Vereeniging „de Practische Ambachtsschool te Leiden" den gemeenteraad mede, dat in do algemeene ledenvergadering op 14 Februari 1895, tor vervanging van den heer jhr. J. C. Rappard, het volgende dubbeltal is opgemaakt: de heeren No. 1 J. Korevaar en No. 2 Felix Driessen. De Raad wordt beleefd uitgenoodigd uit dit dubbeltal eene keuze te doen. De „Schipbreuk"-avond is voorby. Door velen met nieuwsgierigheid verbeid, ging de avond en misschien nog meer de uitvoering van de „Sctiipbreuk" zelve, te spoedig voorby 1 Maar toch mogen wy tevreden zyn; wan neer een inwoner onzer gemeente niet het initiatief had genomen tot dezen avond, wy hadden wellicht nooit het genoegen ge smaakt de uitvoering van deze heerlyke cantate te hooren. Zyne grootste voldoening zou natuur- ïyk wezen, wanneer een tweede uitvoering noodig mocht blyken, maar of dit uitvoerbaar zal zyn, durven wy met beoordeelen. Maar ook indien deze niet mocht plaats hebben, heeft hy velen aan zich verplicht en met het minst den directeur en de solisten zeiven, die hunne krachten in de „Schipbreuk" tot dusverre steeds voor liefdadige doeleinden hadden beschikbaar gesteld. Geslaagd is voor het examen Lager Onderwys mtj. L. J. Van der Valk, te Leiden, die ook voor het examen in de vrye- en orde- oefemngen der gymnastiek werd toegelaten. Ter te Woubrugge gehouden vergadering van stemgerechtigde ingelanden van den Vier-Ambachtspolder onder Woubrugge, Rynsa- terwoude, Ter-Aar en Oudshoorn, waarby van de 54 ingelanden, die te zamen 1673 stem men kunnen uitbrengen, tegenwoordig waren 21 ingelanden, uitbrengende 862 stemmen, werden achtereenvolgens voorgedragen en vastgesteld: De rekening over 1894: aan ontvangsten op ƒ19,208.44, aan uitgaven op ƒ16,413.11, batig saldo 2795.33. De begrooting voor 1895: in ontvang op 18,402.60, in uitgaaf op 18,401,50, batig slot ƒ1.10. In welke begrooting de polderlasten zyn begrepen tot een bedrag van ƒ12,389 12, zynde evenals het vorige jaar over 1612.11.6C hectaren 7.30 per hectare en over 94.76.09 hectaren ƒ6.55 per hectare. Ten slotte werd de heer C. Kammeraat, wonende in de Ridderbunrt, te Oudshoorn, met 832 van de 906 uitgebrachte stemmen gekozen tot heemraad, in de plaats van zyn in 1894 overleden broeder, den heer W. Kam meraat. De lyst van hoogstaangeslagenen in de Ryks directe belastingen bevat voor Noord- Brabant 339 namen, by eene bevolking van 509,628 zielen. Het laagste gezamenlyke bedrag, dat tot plaatsing op de lyst heeft geleid, is 408.07. Men schryft ons uit Ter-Aar: Ter vergadering van stemgerechtigde inge landen van den Noordeind- en Geer-Polder werden vastgesteld: a. De rekening 1894 der bestuurskosten, aan inkomsten op ƒ259.875, uitgaven ƒ288.295, nadeelig slot ƒ28.42. De begrooting voor 1895, aan inkomsten en uitgaven op 344.705, omslag per hectare 0.80. b. De rekening 1894, afdeeling Noordeind, aan inkomsten op 2453.15, uitgaven ƒ905.805, batig saldo 1547.28s. De begrooting voor 1895 aan inkomsten en uitgaven op 7724 42. Omslag per hectare 5. c. De rekening 1S94, afdeeling Geer, aan inkomsten op ƒ868.285, uitgaven 755.59s, batig saldo ƒ112 69. De begrootiog voor 1895 aan inkomsten en uitgaven 1543.81, omslag per hectare ƒ5. d. De rekening 1894, afgedamde gedeelten, aan inkomsten op ƒ496, uitgaven ƒ520.77*, nadeelig slot 24.77s. j De begrooting voor 1895, aan inkomsten en uitgaven op 491.74s, omslag per hectare 5. Yan de 378 in den polder geldende stemmen waren door 27 ingelanden 215 vertegenwoor digd, 163 van Noordeind en 52 van de afd. Geer en de afdamming. Herkozen werden voorts tot poldermeester, lid van het bestuur: lo. de heer C. J. Kempenaar, met 116 stemmen; de heeren C. De Boer, A. J. Bocxo, W. Uyttewaal en H. Van Smoorenburg bekwa men respectievelijk 43, 38, 14 en 4 stemmen; 2o. de heer H Van Smoorenburg, met 116 stemmen; de heeren C. De Boer, A. J. Bocxe en 0. Van der Hoorn bekwamen er achter eenvolgens 52, 43 en 4. De volstrekte meer derheid was 108. Do gemeenteraad van Delft besloot gistermiddag tot aanleg van een plantsoen op het gedempte gedeelte der Oostsingelgracht en tot aanleg van een ryweg van de Haag poort naar de Koepoort, waarvan de kosten geraamd zyn op 9600. Tot gemoente-geneesheeren werden opnieuw voor 5 jaren benoemd de heeren dr. E. J. A. Kaiser, dr. J. Thomee en J. H. Waszink. Ter oplossing van het bekende geschil tusschen den minister van binnenlandsche zaken en de gemeente omtrent de heffing van havengeld hebben B. en Ws. thans een nieuwe verordening aangeboden op het haven- en liggeld en de doorvaart van schepen. Men meldt uit Genua aan „Het Vad.": Generaal Vetter kwam 26 April alhier aan. Het schip kwam aan den wal vroeg in den morgen. De generaal vertrok reeds denzelfden morgen om 8 uren met den trein naar Milaan. De Hollanders in Genua waren op zoo'n vlugge afreis niet bedacht en velen hebben het ge noegen moeten missen hem persooniyk te zien, terwyi een prachtige mand met bloemen, die namens de Maatscbappy „Nederland" door den heer Tiedeman zou worden aangeboden, zyn doel miste. De generaal zag er goed uit, maar was toch niet volkomen gezond. Van Milaan is hy aanstonds naar Lugano vertrokken en gaat van daar naar Montreux. Gedurende de maand Maart 1895 is by de Rijkspostspaarbank ingelegd 1,690,224.92 en terugbetaald ƒ1,469,787.86. Meer ingelegd dan terugbetaald ƒ220,437.06. Aan het einde der maand Februari 1895 was ten name van de verschillende inleggors ingeschreven 38,845,088 055, aan rente over 1894 is alsnog bygeschreven 5506.75, zoodat het tegoed op ultimo Ma rt 1895 bedroeg 39,071,031.86s. In den loop der maand zyn 5810 nieuwe spaarbankboekjes afgegeven, 2132 geheel af betaald, zoodat aan het einde der maand nog 463,958 boekjes in omloop waren. Door een aantal geabonneerden op de telephoon te 's-Gravenhage is een adres aan den minister van waterstaat, handel en ny ver heid geteekend, houdende verzoek tot ver meerdering van het getal intercommunale lynen tusschen Amsterdam en Den Haag, waaraan de behoefte al meer en meer blykt wegens het lange wachten op het verkrygen van telephonische aansluiting, bepaaldelijk gedu rende beurstyd, wanneer spoedige verbinding van het meeste belang is. De erfprins en de erfprinses van Anhalt- Dessau zullen in het aanstaande zomerseizoen van half Juli tot het laatst van Augustus wederom te Scheveningen verbiyf houden in het „Hotel Garni", alwaar voor deze vorste lijke personen reeds kamers zyn besproken. Nader verneemt men, dat, afwyk.ende van de gewone; straatversieringen, te Tilburg ter gelegenheid van de ontvangst der Vorstinnen in het midden der Willem Il-straat zal opge richt worden een monumentale eerepoort, ter hoogte van 16'/j Meter, in welker midden Z. M. Willem II te paard zal worden voorge steld. Onder dit beeld wordt een medaillon aangebracht, waarin een levensgroote buste van H. M. de Koningin. Het geheel wordt door bloemen en vlaggen versierd. Naar de „Tel." uit goede bron verneemt, doch onder „reserve" mededeelt, zou de minis ter Van Houten principiëel niet tegen kies- dwang gekant wezen. Hoewel in dezen geest in het kiesrechtontwerp geen bepaling is opge nomen, zou de mogelykheid niet uitgesloten wezen, dat daartoe alsnog werd overgegaan. Mocht in dien zin een wyziging of voorstel van de Tweede Kamer uitgaan, dan zou de minister zich daar niet tegen verklaren. Vau Lombok terug. De „Prins Hendrik", waarmede een aantal gepasporteerde en zieke militairen, waaronder tal van gewonden uit den Lombokschen kryg, naar het vaderland terugkeerden, was gistermid dag te IJmuiden gekomen en werd tegen acht uren aan de Handelskade te Amsterdam ver wacht. Evenwel, door eenig oponthoud, ver oorzaakt door een zeilschip, dat te IJmuiden vóór was, kwam de stoomer eerst tegen negon uren te Amsterdam aan. Door dit late uur was do ontvangt niet zoo hartelyk als men zich had voorgesteld, want hoewel een deel van do kapel van het 7do regiment de mannon op den steiger met de volksliederen begroette, veel publiek was uitteraard nietsaamgestroomd. De mannen werden dan ook dadeiyk inge scheept op het bootje, dat hen door de grach ten naar het afmonsterinsglokaal op de Lau riergracht moest brengen. Dat inschepen ging zoo heel gemakkelijk niet, want onder de gewonden waren er enkelen, die op krukken gingen en byna gedragen moesten worden. Tegen halfelf kwam men aan de Laurier gracht aan. De gewonde mannen waren dc sergeant A. Schar, de sergeant-schryver G. Post, de kanonnier L. Stoker; do fuselier» J. Mulder, P. Strybos, B. Dorenbos, J. Van Asten, M. Molenaar en J. Fikkei. Het was Slot.) Zóó had Anton zyn meisje nog nooit aan het hart gedrukt, met zooveel dankbaarheid had hu haar nog nooit in de goede oogen gekeken Anton wist niet, hoe het met hem zou afloopen; donker lag de toekomst voor hem. Maar dit wist bü, dat hy dit oogenblik nim mer vergeten wilde, dat zy zich aan hem verplicht had voor het geheele leven. Eenige weken later had de terechtzitting plaats. By het verhoor der getuigen legde Kathi's getuigenis het meeste gewicht in de Behaal. Zy was wel is waar niet zoo harts- toclitelyk meer in hare beschuldiging als op het oogenblik der daad, maar zy moest onder eede herhalen, dat hy gedreigd had, haren verloofde zóó te slaan, dat hy niet meer kon opstaan. Een boer, die het onderhoud gehoord had, bevestigde de waarheid van hare woorden. Do officier van justitie qualificeerde het geval als een poging tot moord uit jaloersch- heid. Wel had Wastl er het leven afgebracht, maar het moedwillig opzet bestond, hoewel een gelukkig toeval het ergste verhinderd had en de kogel op een rib afgestuit was. Anton Schwertmüller had willen doodent Toen de officier van justitie na een lange uiteenzetting eindigde, vroeg de verdediger het verhoor onder eede van een anderen ge tuige, den districts arts van Garmisch, die juist aangekomen was. Deze verklaarde „Gisteren kwam Sebastian Kronhammer, die by het schyfechieten als aanwyzer ge fungeerd heeft, by my. Hy heeft zich er eerst krachtig tegen verzet, zich den kogel te laten uitsnyden en zich door de vlucht aan de operatie onttrokken. Zooals ik voorzien had, dwong de pyn hem nu toch, terug te komen. Met gekromden rug, met een toornig gezicht bromde hU, dat hy nu niet meer kon werken. Hy wilde evenwel niet kreupel zyn. Men moest den dommen kogel dan maar ver- wyderen. De operatie was tameiyk eenvoudig, want de kogel was intusschen onder de huid oppervlakte gegleden. Toen het voorby was, wilde Wastl den kogel tot eiken prys be houden en aan zqn horlogeketting hangen. Ik moest hem echter voorloopig dit begeerde bezit weigeren, daar ik my verplicht gevoelde het gerecht den kogel uit te leveren." De verdediger, die den kogel en ook het geweer, dat Anton gebruikt had, in oogen- schouw genomen had, sprong eensklaps met een opgewonden gezicht op: „Myne heeren rechters en gezworenen! De kogel, dien de dokter ons zooeven bracht, kan niet uit het geweer gekomen zyn, waar mede Anton Schwertmüller geschoten heeft. Gy kunt uzelven overtuigen, myne heeren I Dat is een modern Lefaucheux-geweer voor lange kogels, en de kogel is een kort spits projectiel uit een oud jachtgeweer van groot kaliber." Er ontstond groote sensatie. De rechtere, de gezworenen spraken met elkaar. Ook op de publieke tribune werd het rumoerig. Hier zat een kleine, zwakke man, die ge durende de terechtzitting een groote zenuw achtigheid aan den dag had gelegd. Hy was eensklaps doodsbleek geworden. Een der ge tuigen, een dikke kastolein, die als schutter naast Anton op bet scbietterrein gestaan had en daarom gedagvaard was, fluisterde den verdediger een paar woorden in 't oor, ver- gezold van een gebaar, dat naar dien man op de publieke tribune wees. Op de vraag van den president, wat hy met betrekking tot de zaak op te merken had, vertelde hy met een half verlegen, half guitigen glimlach: „Brentner Girgl heeft tegetyk met Anton Schwertmüller geschoten. Hy is voor de eerste maal op het scbiet terrein geweest. Nu is Brentner Girgl, met verlof, een weinig zwak in het hoofd. Toen het ongeluk gebeurd was, stond het zweet hem op het voorhoofd. Hy heeft my aan de mouw van myn jas getrokken en gestotterd „Goddank, dat de ander het gedaan heeft! Ik heb zoowaar gemeend, dat ik den aan wijzer getroffen had!" - Maar men bekom mert zich niet veel om hetgeen Brentner Girgl zegt, en omdat iedereen den stadsmensch voor den schuldige hield, heb ik het heele- maal vergeten, totdat ik Girgl vandaag hier zag onder de toehoorders, met een gezicht, alsof zyn geweten het hem benauwd maakte. Boos opzet heeft hy stellig niet gebad. Maar by is een onhandige kerel, wien men geen geweer in de hand moest geven. En de oude jachtgeweren van zyn grootvader dat klopt dat klopt." Het onderzoek werd gesloten en de zaak, welke nu in een zeer onschuldig licht geplaatst werd, naar den kantonrechter verwezen. Anton was vry. Als een booze droom schenen hem nu de verschrikkeiyke weken in de gevangenis toe, toen hy weer in de stille, gezellige woonkamer naast Wally by de ouders zat, die verouderd waren in hun verdriet van den zood, wier gerimpelde gezichten hem meer aandeden dan verwyten het vermocht hadden. Hy moeBt immers bekennen, dat al die ellende te ver- mUden geweest ware, als hy een rein ge weten gehad had. Zyn twyfel aan zicbzelvon had de verdenking tegen hem versterkt en staande gehouden. Dus erkende hy ook, dat hy deze lljdens- dagen niet geheel onverdiend godragen had. Hy wiet, dat zy hem een waarschuwing in het hart gegrift hadden, die onuitwischbaar zou blyven. Hy had gezien, waartoe zUn lichtzinnigheid, zyn onzinnige hartstocht voor het wilde, roodharige wezen hem had kunnen brengen. Nu greep hem, telkens als hy aan baar dacht, een heilzame huivering aan. Ook de wakkere behanger was van mee ning, dat zyn zoon nu de dwaasheden der jeugd zou laten varen en geen nieuwe dom heden zou begaan, te meer, nu de trouwe ziel, die in deze beproeving zulk een door slaand biyk van hare liefde gegeven had, hem behoedde. Tot ieders verrassing toonde nu eensklaps ook Wally'e moeder zich bereid, de hand der verzoening aan to nemen. Zy had nu niets meer tegen het huweiyk van hare dochter. Zy was namelyk huishoudster by den heer Muggenberger geworden en koesterde van deze betrekking de stoutsta verwachtingen. Wie weet! Misschien nam de rjjke man de mooder voor lief, nu hy de dochter toch niet krygen kon? Zy was nog een flinke, goed geconserveerde vrouw. Waarom niet? Eenigen tyd later werd de bruiloft in a!go- meene vroolykheid gevierd. Men vierde feest in die dankbare, gelukkige stemming, welk zich na weken van angst en verdriet van den van zorgen bevryden mensch meester maakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 9