N». 10797.
Maandag O Mei.
A°. 1895.
feze (goarant wordt dagelijks, met uitzondering
van §on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Leiden, 4 Mei.
F* euilleton.
KATHI.
IDSCÏÏ
DA&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post s 1.40.
Afzonderlyko Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTTËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt 0.05 berekend.
Derde Blad.
Officieel© Kennisgevingen.
Voor do inschrijving voor de Rastende Schutterij
van de mannelgko ingezetenen te Woobruggo, ge
boren in 1870, zoomede der geboreuoo in lbCl1869,
die de aangifte ter inechrijviug verzuimden of zich
het laatste jaar in de gemeente vestigden, zal ten
Raadhuize meer bepaaldelijk worden gevaceerd op
Maandag 20 Mei a. e., 'e voormiddag* van 9 12 nren.
In verband met de eventueels oprichting
van een Krankzinnigengesticht op het Raam-
land, onder Zoeterwoude, b\j Leiden, is de
huur van de verschillende perceelen van ge
noemd land vóór 1 December jl. tegen 1 Maart
van dit jaar opgezegd, ten einde de gemeente
de bevoegdheid zou hebben over het land te
beschikken, wanneer met den bouw van het
gesticht een aanvang zou moeten worden
gemaakt.
Met het oog op de onzekerheid wanneer
met den bouw zal moeten worden begonnen,
is het, volgens B. en "Ws., wenscheiyk dat de
huur onder de bestaande voorwaarden wordt
voortgezet, met dien verstande, dat, zoo noodig,
de opz°gging binnen korteren ttfd geschiedt
en dat in geval van opzegging vrijstelling
wordt verleend van de betaling van een kwar
taal der huursora.
Met de belanghebbenden is in voorloopig
overleg getreden over de voortzetting van de
huur en daaruit is gebleken dat Pieter Van
Ulden, huurder van de perceelen 2, 3, 4 en 5,
C. P. Van Teylingen, zoon van wijlen Cornelis
Van Teylingen, aan wien perceel 1 was ver-
huurJ, H. J. Blomraestein, huurder van per
ceel 6, en Arie Van Leeuwen, zoon van wijlen
Gerrit Van Leeuwen, aan wien perceel 7 was
verhuurd, bereid zijn de huur onder de be
staande voorwaarden te continueeren.
B. en Ws. geven den gemeenteraad op
grond van een en ander in overweging de
verschillende perceeleD van het weiland, het
zoogenaamd Raamland aan den Hoogon Rijn
dijk onder de gemeente Zoeterwoude, bij het
kadaster bekend onder Sectie A No. 2169,
groot ongeveer 7 hectaren, 27 aren en 94
centiaren, te verhuren als volgt, als:
perceel 1 aan C. P. Van Teylingen te Leiden
voor 115 per jaar; perceel 2 aan P. Van
Ulden, wonende onder Zoeterwoude, voor 120
per jaar; perceel 3 aan denzelfde voor 115
per jaar; perceel 4 aan denzelfde voor ƒ120
per jaar; perceel aan denzelfde voor ƒ110
per jaar; perceel 6 aan H. J. Blommostein
voor 130 per jaar, en perceel 7 aan A. Van
Leeuwen, wonende onder Zoeterwoude, bij de
Doesbrug, voor ƒ150 per jaar, en zulks voor
den tijd van een jaar en tien maanden, ge
rekend te zijn ingegaan met 1 Maart 1895
en eindigende den laatsten December 1896,
onder de voorwaarden van openbare verhuring,
vastgesteld den 25sten November 1886, met
dien verstande, dat de verhuurders bevoegd
zijn de huur tusschentijds te doen ophouden,
mits daarvan aan de huurders drie weken
van te voren schriftelijk kennis gevende en
dat in geval de huur tusschentijds wordt
opgezegd, de huurders vrijstelling zullen be
komen van de betaling Y.m de over een tijdvak
van drie maanden verschuldigde huursom.
Er bestaat geen bezwaar tegen de inwilli
ging van het verzoek van mej. S. H. E. Prins,
om ontslag uit de betrekking van 2de onder
wijzeres aan do Meisjesschool 2de kl., wegens
a. s. huwelijk. B. en Ws. geven derhalve in
overweging het gevraagd ontslag eervol te
vorleenen, ingevolge haar verzoek, met ingang
van 15 Augustus a. s.
Ook bestaat er geenerlei bedenking tegen
de inwilliging van het verzoek van mej. W.
D. Boursse Wils, om ontslag uit hare be
trekking van Regentes van het Heilige Geest-
of Arme Wees en Kinderhuis.
Zich vereenigende met het betrekkelijk
advies van het Bestuur van genoemd gesticht,
geven B. en Ws. derhalve in overweging haar
dat ontslag op de meest eervolle wijze te
verleenon, onder dankbetuiging voor de vele
diensten, door adressante in hare genoemde
betrekking aan de gemeente bewezen.
De commissie van financiën bericht dat
het onderzoek van den staat van af- en over
schrijving, dienst 1894, van do Stadsbank van
Leening en van de rekening over 1894 van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken, tot
geene bedenkingen heeft geleid.
Den gemeenteraad is eene voordracht
aangeboden ter benoeming van eene 4de
onderwijzeres in de handwerken aan de school
der 3de klasse No. 2 ter vervulling der
vacature, welko ontstaan is ten gevolge van
de bevordering van mej. Boekwjjt geb. Van
der Upwich tot 3de onderwijzeres.
De voordracht is als volgt samengesteld:
lo. mej. J. Schophuyzen, 2o. mej. J. M. M.
Plantfeber en 3o. mej. M. A. A. C. Biersteker,
allen als volontair bij dat onderwijs aan de
betrokken school werkzaam.
Bij gelegenheid van de Persoonlijke
Kerkvisitatie in de Ned.-Hervormde gemeente
alhier, op Vrijdag 3 Mei, heeft de voorzitter
des kerkeraads ds. F. Oberman, naar aanleiding
van een klacht der ouderlingen over de recht
zinnigheid van den oudsten predikant, dr. H.
G. Hagen, ten opzichte van „de leer der
Voldoening," een bezwaar ingediend tegen
diens belijdenis als in strijd met die der Ned.-
Herv. Kerk.
De heer Hagen verklaarde daarop dat hij,
ofschoon de ouderlingen hem byna 15 jaren
lang hadden tegengewerkt in de aanneming
van zjjne leerlingen en mitsdien verzuim had
den gepleegd in de uitoefening van kerkelijke
betrekkingen, hij nooit van plan was deswe
gen een overigens rechtmatig bezwaar in te
dienen. Voor het overige zou hij rustig af
wachten wat het Classikaal Bestuur van Lei
den te zijnen opzichte zou meenen te moe
ten doen.
Gelijk men weet, is dr. Hagen ongeveer
reeds 35 jaren predikant bjj de Ned.-Herv.
gemeente alhier en was h\j van plan in den
loop van het volgend jaar emeritaat aan te
vragen.
In ons vorig nommer gaven wij een
vluchtig overzicht van de geschiedenis der
Kweekschool voor Zeevaart alhier, ontleend
aan het boekje van den directeur der school,
den kapitein ter zee C. H. De Goeje, die
daarin de geschiedenis der zoo nuttige inrich
ting, welke dit jaar haar veertig jarig bestaan
viert, uitvoerig heeft beschreven.
Wy kunnen de lezing van genoemde ge
schiedenis niet genoeg aanbevelen, to moer,
daar aan de opbrengst er van een zoo schoone
bestemming zal worden gegeven, nl. voor
oude en gebrekkige zeelui.
Voldoende aan art. 5 der statuten, deelt
het bestuur der Vereeniging „de Practische
Ambachtsschool te Leiden" den gemeenteraad
mede, dat in do algemeene ledenvergadering
op 14 Februari 1895, tor vervanging van den
heer jhr. J. C. Rappard, het volgende dubbeltal
is opgemaakt: de heeren No. 1 J. Korevaar
en No. 2 Felix Driessen. De Raad wordt beleefd
uitgenoodigd uit dit dubbeltal eene keuze
te doen.
De „Schipbreuk"-avond is voorby. Door
velen met nieuwsgierigheid verbeid, ging de
avond en misschien nog meer de uitvoering
van de „Sctiipbreuk" zelve, te spoedig voorby 1
Maar toch mogen wy tevreden zyn; wan
neer een inwoner onzer gemeente niet het
initiatief had genomen tot dezen avond,
wy hadden wellicht nooit het genoegen ge
smaakt de uitvoering van deze heerlyke cantate
te hooren. Zyne grootste voldoening zou natuur-
ïyk wezen, wanneer een tweede uitvoering
noodig mocht blyken, maar of dit uitvoerbaar
zal zyn, durven wy met beoordeelen.
Maar ook indien deze niet mocht plaats
hebben, heeft hy velen aan zich verplicht en
met het minst den directeur en de solisten
zeiven, die hunne krachten in de „Schipbreuk"
tot dusverre steeds voor liefdadige doeleinden
hadden beschikbaar gesteld.
Geslaagd is voor het examen Lager
Onderwys mtj. L. J. Van der Valk, te Leiden,
die ook voor het examen in de vrye- en orde-
oefemngen der gymnastiek werd toegelaten.
Ter te Woubrugge gehouden vergadering
van stemgerechtigde ingelanden van den
Vier-Ambachtspolder onder Woubrugge, Rynsa-
terwoude, Ter-Aar en Oudshoorn, waarby van
de 54 ingelanden, die te zamen 1673 stem
men kunnen uitbrengen, tegenwoordig waren
21 ingelanden, uitbrengende 862 stemmen,
werden achtereenvolgens voorgedragen en
vastgesteld:
De rekening over 1894: aan ontvangsten
op ƒ19,208.44, aan uitgaven op ƒ16,413.11,
batig saldo 2795.33.
De begrooting voor 1895: in ontvang op
18,402.60, in uitgaaf op 18,401,50, batig
slot ƒ1.10.
In welke begrooting de polderlasten zyn
begrepen tot een bedrag van ƒ12,389 12,
zynde evenals het vorige jaar over 1612.11.6C
hectaren 7.30 per hectare en over 94.76.09
hectaren ƒ6.55 per hectare.
Ten slotte werd de heer C. Kammeraat,
wonende in de Ridderbunrt, te Oudshoorn,
met 832 van de 906 uitgebrachte stemmen
gekozen tot heemraad, in de plaats van zyn
in 1894 overleden broeder, den heer W. Kam
meraat.
De lyst van hoogstaangeslagenen in de
Ryks directe belastingen bevat voor Noord-
Brabant 339 namen, by eene bevolking van
509,628 zielen. Het laagste gezamenlyke
bedrag, dat tot plaatsing op de lyst heeft
geleid, is 408.07.
Men schryft ons uit Ter-Aar:
Ter vergadering van stemgerechtigde inge
landen van den Noordeind- en Geer-Polder
werden vastgesteld:
a. De rekening 1894 der bestuurskosten,
aan inkomsten op ƒ259.875, uitgaven ƒ288.295,
nadeelig slot ƒ28.42.
De begrooting voor 1895, aan inkomsten en
uitgaven op 344.705, omslag per hectare 0.80.
b. De rekening 1894, afdeeling Noordeind,
aan inkomsten op 2453.15, uitgaven ƒ905.805,
batig saldo 1547.28s.
De begrooting voor 1895 aan inkomsten en
uitgaven op 7724 42. Omslag per hectare 5.
c. De rekening 1S94, afdeeling Geer, aan
inkomsten op ƒ868.285, uitgaven 755.59s,
batig saldo ƒ112 69.
De begrootiog voor 1895 aan inkomsten en
uitgaven 1543.81, omslag per hectare ƒ5.
d. De rekening 1894, afgedamde gedeelten,
aan inkomsten op ƒ496, uitgaven ƒ520.77*,
nadeelig slot 24.77s. j
De begrooting voor 1895, aan inkomsten en
uitgaven op 491.74s, omslag per hectare 5.
Yan de 378 in den polder geldende stemmen
waren door 27 ingelanden 215 vertegenwoor
digd, 163 van Noordeind en 52 van de afd.
Geer en de afdamming.
Herkozen werden voorts tot poldermeester,
lid van het bestuur:
lo. de heer C. J. Kempenaar, met 116
stemmen; de heeren C. De Boer, A. J. Bocxo,
W. Uyttewaal en H. Van Smoorenburg bekwa
men respectievelijk 43, 38, 14 en 4 stemmen;
2o. de heer H Van Smoorenburg, met 116
stemmen; de heeren C. De Boer, A. J. Bocxe
en 0. Van der Hoorn bekwamen er achter
eenvolgens 52, 43 en 4. De volstrekte meer
derheid was 108.
Do gemeenteraad van Delft besloot
gistermiddag tot aanleg van een plantsoen op
het gedempte gedeelte der Oostsingelgracht
en tot aanleg van een ryweg van de Haag
poort naar de Koepoort, waarvan de kosten
geraamd zyn op 9600.
Tot gemoente-geneesheeren werden opnieuw
voor 5 jaren benoemd de heeren dr. E. J.
A. Kaiser, dr. J. Thomee en J. H. Waszink.
Ter oplossing van het bekende geschil
tusschen den minister van binnenlandsche
zaken en de gemeente omtrent de heffing van
havengeld hebben B. en Ws. thans een nieuwe
verordening aangeboden op het haven- en
liggeld en de doorvaart van schepen.
Men meldt uit Genua aan „Het Vad.":
Generaal Vetter kwam 26 April alhier aan.
Het schip kwam aan den wal vroeg in den
morgen. De generaal vertrok reeds denzelfden
morgen om 8 uren met den trein naar Milaan.
De Hollanders in Genua waren op zoo'n vlugge
afreis niet bedacht en velen hebben het ge
noegen moeten missen hem persooniyk te zien,
terwyi een prachtige mand met bloemen, die
namens de Maatscbappy „Nederland" door den
heer Tiedeman zou worden aangeboden, zyn
doel miste. De generaal zag er goed uit, maar
was toch niet volkomen gezond. Van Milaan
is hy aanstonds naar Lugano vertrokken en
gaat van daar naar Montreux.
Gedurende de maand Maart 1895 is by
de Rijkspostspaarbank ingelegd 1,690,224.92
en terugbetaald ƒ1,469,787.86. Meer ingelegd
dan terugbetaald ƒ220,437.06. Aan het einde
der maand Februari 1895 was ten name
van de verschillende inleggors ingeschreven
38,845,088 055, aan rente over 1894 is alsnog
bygeschreven 5506.75, zoodat het tegoed op
ultimo Ma rt 1895 bedroeg 39,071,031.86s.
In den loop der maand zyn 5810 nieuwe
spaarbankboekjes afgegeven, 2132 geheel af
betaald, zoodat aan het einde der maand nog
463,958 boekjes in omloop waren.
Door een aantal geabonneerden op de
telephoon te 's-Gravenhage is een adres aan
den minister van waterstaat, handel en ny ver
heid geteekend, houdende verzoek tot ver
meerdering van het getal intercommunale lynen
tusschen Amsterdam en Den Haag, waaraan
de behoefte al meer en meer blykt wegens
het lange wachten op het verkrygen van
telephonische aansluiting, bepaaldelijk gedu
rende beurstyd, wanneer spoedige verbinding
van het meeste belang is.
De erfprins en de erfprinses van Anhalt-
Dessau zullen in het aanstaande zomerseizoen
van half Juli tot het laatst van Augustus
wederom te Scheveningen verbiyf houden in
het „Hotel Garni", alwaar voor deze vorste
lijke personen reeds kamers zyn besproken.
Nader verneemt men, dat, afwyk.ende van
de gewone; straatversieringen, te Tilburg ter
gelegenheid van de ontvangst der Vorstinnen
in het midden der Willem Il-straat zal opge
richt worden een monumentale eerepoort, ter
hoogte van 16'/j Meter, in welker midden
Z. M. Willem II te paard zal worden voorge
steld. Onder dit beeld wordt een medaillon
aangebracht, waarin een levensgroote buste
van H. M. de Koningin. Het geheel wordt
door bloemen en vlaggen versierd.
Naar de „Tel." uit goede bron verneemt,
doch onder „reserve" mededeelt, zou de minis
ter Van Houten principiëel niet tegen kies-
dwang gekant wezen. Hoewel in dezen geest
in het kiesrechtontwerp geen bepaling is opge
nomen, zou de mogelykheid niet uitgesloten
wezen, dat daartoe alsnog werd overgegaan.
Mocht in dien zin een wyziging of voorstel
van de Tweede Kamer uitgaan, dan zou de
minister zich daar niet tegen verklaren.
Vau Lombok terug.
De „Prins Hendrik", waarmede een aantal
gepasporteerde en zieke militairen, waaronder
tal van gewonden uit den Lombokschen kryg,
naar het vaderland terugkeerden, was gistermid
dag te IJmuiden gekomen en werd tegen acht
uren aan de Handelskade te Amsterdam ver
wacht. Evenwel, door eenig oponthoud, ver
oorzaakt door een zeilschip, dat te IJmuiden
vóór was, kwam de stoomer eerst tegen negon
uren te Amsterdam aan. Door dit late uur
was do ontvangt niet zoo hartelyk als men
zich had voorgesteld, want hoewel een deel
van do kapel van het 7do regiment de mannon
op den steiger met de volksliederen begroette,
veel publiek was uitteraard nietsaamgestroomd.
De mannen werden dan ook dadeiyk inge
scheept op het bootje, dat hen door de grach
ten naar het afmonsterinsglokaal op de Lau
riergracht moest brengen. Dat inschepen ging
zoo heel gemakkelijk niet, want onder de
gewonden waren er enkelen, die op krukken
gingen en byna gedragen moesten worden.
Tegen halfelf kwam men aan de Laurier
gracht aan. De gewonde mannen waren dc
sergeant A. Schar, de sergeant-schryver G.
Post, de kanonnier L. Stoker; do fuselier»
J. Mulder, P. Strybos, B. Dorenbos, J. Van
Asten, M. Molenaar en J. Fikkei. Het was
Slot.)
Zóó had Anton zyn meisje nog nooit aan
het hart gedrukt, met zooveel dankbaarheid
had hu haar nog nooit in de goede oogen
gekeken
Anton wist niet, hoe het met hem zou
afloopen; donker lag de toekomst voor hem.
Maar dit wist bü, dat hy dit oogenblik nim
mer vergeten wilde, dat zy zich aan hem
verplicht had voor het geheele leven.
Eenige weken later had de terechtzitting
plaats. By het verhoor der getuigen legde
Kathi's getuigenis het meeste gewicht in de
Behaal. Zy was wel is waar niet zoo harts-
toclitelyk meer in hare beschuldiging als op
het oogenblik der daad, maar zy moest onder
eede herhalen, dat hy gedreigd had, haren
verloofde zóó te slaan, dat hy niet meer kon
opstaan.
Een boer, die het onderhoud gehoord had,
bevestigde de waarheid van hare woorden.
Do officier van justitie qualificeerde het
geval als een poging tot moord uit jaloersch-
heid. Wel had Wastl er het leven afgebracht,
maar het moedwillig opzet bestond, hoewel
een gelukkig toeval het ergste verhinderd
had en de kogel op een rib afgestuit was.
Anton Schwertmüller had willen doodent
Toen de officier van justitie na een lange
uiteenzetting eindigde, vroeg de verdediger
het verhoor onder eede van een anderen ge
tuige, den districts arts van Garmisch, die juist
aangekomen was.
Deze verklaarde
„Gisteren kwam Sebastian Kronhammer,
die by het schyfechieten als aanwyzer ge
fungeerd heeft, by my. Hy heeft zich er eerst
krachtig tegen verzet, zich den kogel te laten
uitsnyden en zich door de vlucht aan de
operatie onttrokken. Zooals ik voorzien had,
dwong de pyn hem nu toch, terug te komen.
Met gekromden rug, met een toornig gezicht
bromde hU, dat hy nu niet meer kon werken.
Hy wilde evenwel niet kreupel zyn. Men
moest den dommen kogel dan maar ver-
wyderen. De operatie was tameiyk eenvoudig,
want de kogel was intusschen onder de huid
oppervlakte gegleden. Toen het voorby was,
wilde Wastl den kogel tot eiken prys be
houden en aan zqn horlogeketting hangen.
Ik moest hem echter voorloopig dit begeerde
bezit weigeren, daar ik my verplicht gevoelde
het gerecht den kogel uit te leveren."
De verdediger, die den kogel en ook het
geweer, dat Anton gebruikt had, in oogen-
schouw genomen had, sprong eensklaps met
een opgewonden gezicht op:
„Myne heeren rechters en gezworenen! De
kogel, dien de dokter ons zooeven bracht,
kan niet uit het geweer gekomen zyn, waar
mede Anton Schwertmüller geschoten heeft.
Gy kunt uzelven overtuigen, myne heeren I
Dat is een modern Lefaucheux-geweer voor
lange kogels, en de kogel is een kort spits
projectiel uit een oud jachtgeweer van groot
kaliber."
Er ontstond groote sensatie. De rechtere,
de gezworenen spraken met elkaar. Ook op
de publieke tribune werd het rumoerig.
Hier zat een kleine, zwakke man, die ge
durende de terechtzitting een groote zenuw
achtigheid aan den dag had gelegd. Hy was
eensklaps doodsbleek geworden. Een der ge
tuigen, een dikke kastolein, die als schutter
naast Anton op bet scbietterrein gestaan had
en daarom gedagvaard was, fluisterde den
verdediger een paar woorden in 't oor, ver-
gezold van een gebaar, dat naar dien man
op de publieke tribune wees.
Op de vraag van den president, wat hy
met betrekking tot de zaak op te merken
had, vertelde hy met een half verlegen, half
guitigen glimlach: „Brentner Girgl heeft
tegetyk met Anton Schwertmüller geschoten.
Hy is voor de eerste maal op het scbiet
terrein geweest. Nu is Brentner Girgl, met
verlof, een weinig zwak in het hoofd. Toen
het ongeluk gebeurd was, stond het zweet
hem op het voorhoofd. Hy heeft my aan de
mouw van myn jas getrokken en gestotterd
„Goddank, dat de ander het gedaan heeft!
Ik heb zoowaar gemeend, dat ik den aan
wijzer getroffen had!" - Maar men bekom
mert zich niet veel om hetgeen Brentner Girgl
zegt, en omdat iedereen den stadsmensch
voor den schuldige hield, heb ik het heele-
maal vergeten, totdat ik Girgl vandaag hier
zag onder de toehoorders, met een gezicht,
alsof zyn geweten het hem benauwd maakte.
Boos opzet heeft hy stellig niet gebad. Maar
by is een onhandige kerel, wien men geen
geweer in de hand moest geven. En de oude
jachtgeweren van zyn grootvader dat klopt
dat klopt."
Het onderzoek werd gesloten en de zaak,
welke nu in een zeer onschuldig licht geplaatst
werd, naar den kantonrechter verwezen. Anton
was vry.
Als een booze droom schenen hem nu de
verschrikkeiyke weken in de gevangenis toe,
toen hy weer in de stille, gezellige woonkamer
naast Wally by de ouders zat, die verouderd
waren in hun verdriet van den zood, wier
gerimpelde gezichten hem meer aandeden dan
verwyten het vermocht hadden. Hy moeBt
immers bekennen, dat al die ellende te ver-
mUden geweest ware, als hy een rein ge
weten gehad had. Zyn twyfel aan zicbzelvon
had de verdenking tegen hem versterkt en
staande gehouden.
Dus erkende hy ook, dat hy deze lljdens-
dagen niet geheel onverdiend godragen had.
Hy wiet, dat zy hem een waarschuwing in
het hart gegrift hadden, die onuitwischbaar
zou blyven. Hy had gezien, waartoe zUn
lichtzinnigheid, zyn onzinnige hartstocht voor
het wilde, roodharige wezen hem had kunnen
brengen. Nu greep hem, telkens als hy aan
baar dacht, een heilzame huivering aan.
Ook de wakkere behanger was van mee
ning, dat zyn zoon nu de dwaasheden der
jeugd zou laten varen en geen nieuwe dom
heden zou begaan, te meer, nu de trouwe
ziel, die in deze beproeving zulk een door
slaand biyk van hare liefde gegeven had,
hem behoedde. Tot ieders verrassing toonde
nu eensklaps ook Wally'e moeder zich bereid,
de hand der verzoening aan to nemen. Zy
had nu niets meer tegen het huweiyk van
hare dochter. Zy was namelyk huishoudster
by den heer Muggenberger geworden en
koesterde van deze betrekking de stoutsta
verwachtingen. Wie weet! Misschien nam de
rjjke man de mooder voor lief, nu hy de
dochter toch niet krygen kon? Zy was nog
een flinke, goed geconserveerde vrouw.
Waarom niet?
Eenigen tyd later werd de bruiloft in a!go-
meene vroolykheid gevierd. Men vierde feest
in die dankbare, gelukkige stemming, welk
zich na weken van angst en verdriet van den
van zorgen bevryden mensch meester maakt.