Alles werkt dan ook ten deze mede om ons biyde te stemmen; allereerst de stralende den zon, dan het gezang van die duizen den bontgevederde vogels, de intense geur, die van de velden opstijgt, naast de schit terende kleuren dier uitgestrekte bloem bedden. O, gü, rijken der aarde, wilt toch een deel van uw geld bestedon voor de vacantie kolonies, voor de weeskinderen, ook voor de ouden van dagen; bezorgt velen hunner genieting van een heerlyken lentedag, en gij, kweekersvooral, die de afgesneden bloemen binnen enkele weken „achteloos" als „waardeloos" zult wegwerpen, wilt toch bedenken, dat er tal rijke ziekenhuizen zijn, gevuld met sponden, rij aan rij, waar by de ïyders alléén de ge- dachte aan de weelde uwer uitgestrekte bloemenvelden kan doordringen, maar waar een „ruiker" zelf zoo'n goed kan doen, zoo erg zal worden gewaardoerd, als een enkele zonnestraal op een langen gryzen winterdag. EERSTE KAMER. Aan de orde is: het ontwerp tot heffing van invoerrechten raar de waarde der goederen. De minister van financiën zegt, dat do maatregelen, hier bedoeld, moeilykheden zullen opleveren, met het oog op de velerlei ont duiking, maar toch moet men het beprooven. De bestaando regeling is onvoldoende. En do wet zal zeer zeker hare macht doen blyken. Specifieke rechten zyn verdedigd. Hoe dit zy, zoolang wy invoerrechten naar de waarde hebben, moeten wy er voor waken, dat zy ontvangen worden. De samenstelling van een Raad van Beroep acht de minister zeer wel mogeiyk, ofschoon het natuurlyk ondenkbaar is, dat alle leden van dien Raad universeeldeskundig zouden wezen. De kennis der ambtenaren zal hier eene aanvulling dieDen te worden. By eene eventueele algemeene herziening zullen ook waarschyniyk enkele artikelen naar het gewicht kunnen worden belast. De wyzigingen, door de Tweede Kamer aangebracht, zullen slechts ten gevolge hebben dat de regeling, zooals zy door de Regeering is ontworpen, een nog stronger karakter zal bekomen dan oorspronkeiyk het geval was. Om de eedsaflegging voor de leden der Com missie van Beoordeeling en van den Raad van Beroep prys te geven, zou do minister ten zeerste afkeuren. Het ontwerp is aangenomen, evenals het ontwerp tot regeling van het baken wezen op openbare wateren, aanvulling en verhooging van Hoofdstuk IX, Staatsbugrooting 1894 (verbetering van den Dommel) en dat tot be krachtiging der overeenkomst betreffende den spoorweg AlkmaarHeerhugowaardHoorn. Aan den heor Schimmelpenninck v. d. Oyo word verlof verleond om in de eerstvolgendo byeenkomst tot den minister van oorlog eenige vragen to richten betrekkelyk het ter lezing liggen van dag- en woekbladon in de militaire cantines. De Kamer is daarna gescheiden tot Vrydag 26 April, des namiddags te twee uren. Brieven uit de Hofstad. IV. 's-Oravenhage, 19 April '95. Bohovoninpens hcratol. Onzo ambachla- Hohool zooala zjj is. Valeeh ftlurm. Eou roenlicdtie. Qooa gondoltocht. Er zyn zoo van die zaken en feiten in onze dageiyksche omgoviug, wolko als het ware kalender-diensten verrichten en ons govoegiyk by de naderende wisseling der seizoenen als gids kunnen dionen. Daar zyn byv. de bene fieten, die er ons op wijzen dat opera en komodie dezen winter weder den langsten tyd bespeeld werden en zoo zoetjes aan het oogonblik komt, waarop het meerendeol onzer vermaken en genietingen in de vrye natuur kunnen worden gezocht. Eindeiyk komt ook het voorjaarsweder ons wat te hulp en het zoülende voorjaarsweder wordt thans een drang te meer om oens een tochtje naar buiten te maken en eens poolshoogte te gaan nemen hoe het thans mot Scheveningen wel geschapen staat. Zy, die het toonoel na de ramp aan schouwden, zoudon thans wol een zekere teleur stelling moeten ondervinden. De afgebroken straatweg is nog op dit oogenblik de ligplaats dor zwaar gehavende bommen on schuiten en al moge do gemeenteraad zich mot een ruim krediet voor oen spoedig herstel van den straatweg tooschietoiyk hebben betoond, al mogen de klinkers roods aanwezig zyn een aanvang der werkzaamheden iaat nog op zich wachten. Deze toestandgeen agenda of zy is er in betrokken. Zoo ook weder in do jongste zitting. Wat was toch het geval? Nadat do Raad gelden voor de uitvoering der werkzaamheden had toegestaan, was thans Delfland met voorwaarden uit den hoek gekomen, welke door het grootste deel van liet Dagelyksch Bestuur oppervl .kkig o zoo gering werden geacht, maar later, toen de mantel der diplomatie was afgeworpen en diezelfde voorwaarden in het volle licht waren gesteld, toch heel anders dienden te worden beschouwd. Hoe B. on Ws. zich ook kronkelden en won- telden, de Raad bleek toch overtuigd te zyn, dat men zich niet mocht binden aan oen werk, dat de vlsschery ton gronde zou richten. De gomeente zou uit haar eigeu middelen maat regelen moeten nomen, welke de zandstortiog op don duur zoudon voorkomen. Het voorstel werd verworpen. Waar zich aan do oene styde mannen schaarden voor wie do badplaats hoofddoel was, daar volgde de meerderheid hen, die de meening onderschreven dat Sche veningen als visschersplaats duurzamer be langen te bepleiten heeft. Hierby dient toch in aanmerking te worden genomen, dat het grootste deel van de jaariyksche opbrengst der Scheveningsche visschery ten voordeele komt der residentie, terwyi toch het vertrek der visschery ook het vertrek van hen ten gevolge zou hebben die door hun kapitaal mot het visschersbedryf in direct verband staan. Onze Burgemeester, die zich toch al niet in een te groote populariteit mag ver heugen, zal deze by „zyn visschera" zeker niet zien stygen; met dat hardnekkig vol houden aan badplaatsbelangen, zou men zoo een weinig gaan denken dat de heer Roest hier de rol van peetoom moet vervullen. Neen, de zaak moge door hot pas gevallen besluit nog weder geen stap verder zyn gekomen, het is in ieder geval beter dan zoo op stel en sprong het doodvonnis aan het visschers bedryf met zyn geheelen aanhang te voltrek ken daarvoor zyn te veel belangen in het spel. Deze week heb ik een prys uitdeeling aan onze ambachtsschool bygewoond; zoo een prys- uitdeeling is toch een eigenaardig iets, vooral by jongens. Dat rumoer, die luidruchtigheid voor die spanning met ingehouden adem onder en dan die vroolijke gezichten van den een en die teleurgestelde na de uitreiking der be haalde lauweren. Maar het is niet dat ik u op deze prys uitdeeling op zichzelf wilde wyzon, maar meer op iets, dat de ambachts school in het byzonder betreft. De ontwikke ling dezer zeer zeker nuttige instelling ken merkte zich hier ter stede door groote moeilyk heden. Behalve de finantiëele bezwaren ont moette men ook tegenwerking van de zijde van het publiek, een tegenwerking, waar van ik door persoonlijke ondervinding zou kunnen getuigen dat zy nog niet geheel geweken is. Er bestaan van die vooroordeelen als dat de toekomstige werklieden, daar ge kweekt, to veel „mynheer" zouden wezen, niet genoeg practisch ontwikkeld en te veel bevreesd om de handen te gebruiken. Dat zulke vooroordeelen geheel ongewettigd zyn gebleken, heeft de tyd bewezen, terwyl do statistiek der school tevens leerlingen aan- wyst, dio thans, over do geheele wereld ver spreid, een eervolle positie in de ry der am bachten innemen. Toch is do school nog niet zooals zy behoort te wezen finantiëele bezwaren staan daarvoor in don weg. Maar waarom hot bestaande niet op betere leest geschoeid, naar de eischen des tyds ingericht, jalvorens tot een uit breiding der leervakken over te gaan, zooals nog betrekkelyk kortelings geschiedde? My toch is van goede bron bekend dat een daar toe benoemde commissie van advies, over leer gang en leermiddelen van sommige vakken een uiterst ongunstig rapport uitbracht. Had het nu niet wenschtlyker geweest indien op den voet van dit rapport was voortgebouwd on men zich de advi- zen, door uitnemende vakmannen uitgebracht, eerst eens voor het bestaande ten nutte had gemaakt, om later eens aan uitbreiding van het leerplan te gaan denken? Veel werd thans reeds verbeterd, maar ook veel staat nog te verbeteren. Niet temin vind ik het toch oen treurig feit, dat onze gemeente als residentie-stad in haren steun, in den vorm van subsidie, verre nog ten achteren moet staan by anuere plaatsen, waaronder ook Leiden en Haarlem. Tot de aanwezige autoriteiten werd zoo oen kleine vingorwyzing gericht, moge het wat uit werken. Zooals bekend, heeft de reorganisatie der stedelyko brandweer van voor eenige jaren ook die nieuwigheid medegebracht, dat op verschillende plaatsen in do stad brandschellen zyn aangebracht. Een nieuwigheid was het, die reeds menigmaal uitstekende diensten bewees, maar ook tovons menigmaal het mik punt is geweest en nog is van de balddadig heid der straatjeugd, daarin nog somtyds bovendien gesteund door ouderen. Wat voor byzonders er in gelegen is om dat ruitje in te slaan, de bel over te halen en de brand weer nocdeloos te laten uitrukken, ik kan hot nog niet inzien; toch noemen de „bengels" het oen. aardigheid. Zoo verklaard© ook nog dezer dagen een bengel voor zyn rechters, die tevens nog den waariyk grandiozen i.ival had, zoo geheel uit zichzelven (zooals het ventje beweerde) om op een onjuistheid in het exp'oit te werken. De eisch was een maand en menigeen zal by zichzelf met vol doening deze strengo straf voor zulk een kwajongensstreek hebben beoordeeld. Of men don indruk van den eisch reeds voldoende hoeft geacht, of welko beweegrede nén er anders toe hebben gevoerd, is my niet bekend, maar de deugniet kwam er af mot een veroordoeling van.drie dagen. Jammer is het, dat men nu de zaak niet eens flink heeft aaügepakt en met eene ver oordeeling volgons den eisch het ventje als voorbeeld voor andero deugnieten heeft gtsteld. Nu toch ovor .alarm" sprekende, moet ik do gelegenheid te baat nemen om op e- n ge deelte in myn vorig schryvon terug te komen, waaromtrent in do locaio pers hier tor stede ook „alarm" werd gemaakt, en toch (ik moet het bekennen) geen „valsch" alarm was. De voorstelling by een bezoek van eenigo jaren gelodon stond my niet helder meer voor den geest, zeer zeker zou ik in dat geval niet blootweg op particuliere mededeeling z\jn losgegaan en myn oordeel omtrent plaatsing en omgeving van het Wilhelmina zeebad in de pen hebben gehouden. Ter rectificatie diono daarom dat het badhuis wol aan zee ge legen is, terwyl aan de „boschvyke omgeving" niet to groote beteekenis moet worden gehecht. Van den gekostumoerden historischen gon- deltocht zal dan toch Diets komen? B. en Ws. hebben gemeend afwyzend op het verzoek van de veroeniging „die Haghe" te moeten beschikken. Wel jammer, maar zou de niet- gelukkige keuze van den Hofvyver daartoe niet overwegend hebben by gedragen? Was daartoe geen betere gelegenheid, b. v. de Boschvyver, te vinden? Indien de bezwaren op „de plaats" waren gericht, zou men het allicht kunnen wagen. Dinges. Waar is Uc derde? KOLONIËN. BATAVIA, 20—22 Maart Eene commissie, bestaande uit de heeren A. H. W. Scheuer, G. Fcuiletau de Bruyn en L. C. Van Vleumon, heeft eeno circulaire verzonden, waarin zy voorstellen aan pastoor R. C. Verbraak een waardig en passend ge schenk aan te bieden, bij gelegenheid van zyne twintigjarige werkzaamheid op Atjeh. Alleen actief dienende of gep. officieren, alleen nog in dienst ztyndo of gegageerde onder officieren, korporaals en minderen kunnen daartoe bydragen, opdat het geschenk inder daad zy eene uiting van dankbaarheid van liet geheele Ned. leger. De Sultan van Pontianak, Sjarief Joe- soef, ridder in de orde van den Nederland- schen Leeuw, is blykens een by de regeering van don resident der Westerafdeeling van Borneo ontvangen telegram, overleden. Aan het verslag omtrent de voornaamste gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en onderhoorigheden, loopende van 26 Februari tot en met 11 dezer, wordt in de „Jav. Ct." het volgende ontleend: Groot Atjeh. Op onze tydeiyke posten Kroeng, Gloempang, Anagaloeng, Biloel en Lamko.njit en de tyoelyko wachthuizen Mata Ajer en Toewi Selimbing, zoomede op twee p.trouilles, respectievelyk op 26 Februari en 4 dezer en de aflossing dier wachthuizen op den 3uon t. v., vi-.len eenige schoten, welke ons echter geen verlies berokkenden. Alleen werd op 24 Februari één marechaussee licht gewond. Op het eiland Weh viel niets bijzonders voor. Oncerhoorigheden. Oostkust. In den nacht van 1 op 2 dezer drong een 3-tal kwaadwil ligen binnen het etablissement van den con troleur te Edi, waar zy drie dor wachthebbende mata-mata van den vorst verwondden en 2 aehterlaadgoweren met bybohoorende gevulde patroontasschen en één kapmes roofden, waarna zy zich uit de voeten wisten te maken. Den 6den en 8sten dezer werden wederom eenige kwaadwilligen naby bedoeld etablisse ment gezien, die echter bytyds opgemerkt met en paar geweerschoten werden verjaagd. Noordkust. Zoowel te Telok-Somawé als te Segli werd do rust niet. verstoord. Westkust. Ook hier Hoef het allerwege rustig. De weersgesteldheid was droog en warm, nu en dan afgewisseld door flauwe Oostelyke winden. De gezondheidstoestand was op de zeepos ten minder gunstig. In Groot-Atjoh was hy over het algemeen stationnair. Hot gemiddelde ziektecyfer bedroeg 24 tegen 24 en dat van de berri-berri 10 tegen ^ge durende den vorigen verslagtyd. Hot sterftecijfer was lager. De hoofdonderwyzer H. G. P. Obdeyn, van de Ode school alhier, gaat in Mei a. s. met een jaar verlof wegens langdurigen dienst. De onderwyzer der 1ste klasse C. Woge- naar te Semarang gaat wegens langdurigen dienst met een jaar buitenlandsch verlof. De suikerfabriek Wanngin-Agoong in do afdeeling Toeban, die aan eene te Am sterdam gevestigde naamlooze vennootschap behoort, wordt gesloten en op de suikerfabriek Seloredjo, die den 15den Maart in openbare veiling goweest is, is geen onkel bod gedaan. De „Telefoon" bericht dat de geneeskun dige comm. te Semarang den majoor Yan Blom- mestein wegens de wonde, op Lombok aan zyn voet bekomen, voor den militairen dienst heeft afgekeurd. Volgens de „Soer. Ct." mogen de sol daten op Lombok geen bier meer drinken wegens de vele gevallen van buikziekte. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indiö zijn de volgende beschikkingen genomen: vie Oopariomon'. Verleend: Twee jaar verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den onderwijzer late kl. C. w. Mulder. O n t sj a g e nEervol uit 's lands dienst, de ge wezen opziener der wegen in het gouvernement Sumatra's Westkust P. K. J. Ryke. Belast: Met do waarneming der betrekking van assistent-resident op het eiland Lombok, do contr. 1ste kl. bij het B. B op de bezittingen buiten Java eu Madoera K. II. F. Koos. Bepaald: Dat do contr. lsto kl. bij het B. B. op de bezittingen buiten .lava en Madoera J. R. Stuurman, tijdelijk gesteld ter beschikking van den gouverneur van Sumatra's Westkust, wordt terug gevoerd bij zijn kader. In de residentie Benkoelen. Ontheven: Van het bestuur over de afd. Kauer. de contr. 2de kl. W. Frijling. Geplaatst: In de afd. Kauer, de waarnemende contr 2de kl. H B. Van dor Kolk. V erleend: Een jaar verlof naar Europa, wegena langdurigen dienst, met ingang van 3 April 1895, aan de onderwijzeres 1ste kl. M. Nauta. Benoemd: tot notaris, tevens vendumeester, te Serang (Bantam), de candidaat notaris S. P. De Bruin, gepensionneerd contr. 1ste kl. bij hetBinnenl. Bestuur op Java en Madoera. Gestold: Voor den tijd van zes maanden of zooveel korter als zal blijken voldoende te zijn ter beschikking van den voorzitter van den landraad te Malang (Pasoeroean) om te worden belast niet griffierswerkzaamheden bij die rechtbank, de ambte naar ter beschikking van den voorzitter der land raden te Serang, l'andeglang, Tjilegon, Menes Rangkas Belong (Bantarn) W. A. J. Van der Meulen. Verleend: Een jaar verlof naar Europa, wegens langdurigen dienst, met ingang van G April 1895, aan den voorzitter van de landraden te Salatiga en Ambarawa (Semarang) mr.E.Kruseman. Ontslagen: Uit zijn betrekking in afwach ting van wat nader omtrent hem zal worden beslist de lste commies bij do exploitatie der Staatsspoorwegen F. J. Halewijn, met bepaling dat dit ontslag wordt gerekend to zijn ingegaan op 22 Februari 1895. Benoemd: Tot voorzitter van de landraden te Salatiga en Ambarawa (Semarang) met ingang van 6 April 1895, de voorzitter van de landraden te Poorwokerto en Poerbolinggo (Banjoemas) mr. H J. Mattbes. Verlengd: Voor onbepaalden tijd de termijn, gedurende weikon de adspirant controleur bij bet Binncnl. Bestuur op Java eu Madoera W. C. Thieme is toegevoegd aan den wctenschappelijken advi seur voor do gouvernements-köflio-cultuur dr. W. Burck. Verleend: Twee jaar verlof naar Europa met ingaDg van 3 April 1895 aan den voorzittor der landraden van Pamekasan en Sampang (Madura) mr. W. A. De Laat de Kanter; een jaar verlof naar Europa wegens langdurigen dienst met ingang van 8 April 1895 aan den grifher van den landraad te Kedin B. J. J. A. Deschaux. T ij d e 1 ij k Belast met de waarneming der be trekking van hoofdinspecteur der spoorwegdiensten en van het stoomwezen, tevens chef dor afdeeling van spoor- en tramwegen en bet stoom wezen van hot departement van Burg. Openbare Werken, gedurende do afwezigheid van den titularis J. W. Tb. Van Schaik, ten gevolge van bet dien hoofd ambtenaar met ingang van 10 April verleeud eenjarig verlof naar Europa, de hoofdingenieur dor spoorwegen D. R. J. baron Van Lijnden. Departement van Uonog. O v ergeplaatst: Bij bet 2de depot-bataljon de kapitein der inf. van het subsistentc-nkadcr te Semarang W. De Beijer; als plaatselijk 'cavalerie-cominandant te Salatiga de majoor der cavalerie W. F. Stoltenkofl. Geplaatst: Bij aankomst bij het 6de bat. infanterie de 2de luit. der inf. uit Nederland ver wacht wordende als .zijnde gedetacheerd bij bet leger h. t. 1., D. Dijserinckbij aankomst bij bet garnizoensbataljon der 2de militaire afdeeling op Java do 2de luit. der inf. uit Nederland ver wacht wordende, als zijnde bestemd voor den dieust b. t. 1-, C. B. H. Von Hombracht. Benoemd: Tot directeur van het Remonte- depot te Socrabaia de ritmeester der cavalerie L. J. Jbr. De Villoneuve. Hersteld Bij liet wapen der infanterie boven de formatie in activiteit, de kapitein op non-acti viteit P. A. Zweedijk. Overgeplaatst: Naar Pontianak als com mandant der artillerie de lste luit. te Batavia A. C. W. Jansen; naar de 17de compagnie artil. te Kotta-Radja, de kapitein der 3de afd. van bet Dep. van Oorlog, te Batavia G. G. Suermondt. Ingetrokken: De overplaatsing naar Sema rang van den kapitein van den generaien staf N. Ten Broek te Batavia. Verlengd Met een maand het resp. naar Soekaboemi en Djokja verleeud verlof aan den lsten luit. der int. M. A. Van Heokeren en aan don offi. van gez. 2de kl. F. Eerustinan. Verleend: Twee jaar verlof naar Europa wegens ziekte aan den majoor der gome E. Alar- cella on aan den kapt dei art D. J. Alberti; een jaar verlof naar Europa wegens laDgdurigen dienst aan den kapt. der inf. J. A. L. De Jeer. Bevorderd: Bij het wapen der inf. tot kol. de luit.-kol. J. F. l). Bruinsiua (gedetacheerd in Nederland); tot lsten luit. de 2de luit. D. Van Geuns; bij bet wapen der genie, tot kol. do luit.- kolonel W. P. U. Van Oorschot, tot lsten luit. de 2de luits. M. Engers on P. J. J A. Geosink. Overgeplaatst: Naar Lombok, de kapt. dor genie to Paleinbang F. O. A. Venier; naar Pnlembaug de kapt. der genie te Batavia E. 'l'io- lenius KruytholF. V e r 1 e n g dMot een maand het tot herstel van gezondheid verleend verlof naar Salatiga aan den 2den luit. dor inf. E. O. Verwey Mejan. V erleend: Een maand verlof naar Soekaboemi wegens particuliere belangen aan den kapt. der inf. D. VV. F. Van Langen. Departement van marine. Ovorgeplaatst: Van Hr. Ms. pantserschip Koning der Nederlanden" naar llr. Ms. fregat .Koningin Emma der Neder landen" als lste ollicier, de kapitein-luitenant ter zee 11. J. Bal; uit de rolle vau Hr. Ms. fregat .Koningin Emma" in die van llr. Ms. .Sumatra" de kapitein-luiteuant ter zee D. Stolp, onder eer volle ontheffing van de betrekking van eersten otticier aan boord van eerstgenoemde!) bodem en om te worden belast met bet bevel over laalst- gemelden bodem. Ontslagen: Eervol uit 'slands dienst, de leerling-machinist bij de gouvornementa-marine F. VV. Broes. Gemengd Nieuws. Leden van verschillende wie 1- rydersvereenigingen alhier („Allright") en uit Den Haag („Utile Dulci") zullen morgen ge- zamenlyk een tocht maken naar Lisse en Hillegom. Het kan dus op den weg van Leiden naar Haarlem te midden der veel kleurige bloeinbollenrelden alsdan vry druk zyn. Heden maakte een gezelschap bui- tenlandsche handelaren, die uitgenoodigd zyn te Delft het 26-jarig gedenkfeest van de Gist en Spiritusfabriek mede te vieren, in open ry- tuigen een toer door Den Haag. Des middags reden zy naar Delft, om den optocht te zien van het personeel der Gist en Spiritusfabriek van den heer Van Marken. De politie te 's-Gravenhage heeft gisteren, gedeeltelyk by opkoopers, in beslag genomen een party militaire equipementsstuk- ken, afkomstig van den diefstal in de Oranje kazerne aldaar. Gisteravond tusschen acht en tien uren zoo wordt uit Den Haag gemeld %vas het Spui in rep en roer. Werkstakcnde sigarenmakers van de fabriek van den heer D len, op het Spui, trokken met socialisten en voorafgegaan door een troep jongens, die het vryheidslied zongeD, naar genoemde fabriek, om eenige werklieden, die niet gestaakt hadden, naar huis te brengen. Deze werklieden bleven echter in de fabriek en de troep trok daarna omstreeks acht uren zingende door de stad, maar kwam een half uurtje later weder op het Spui terug. Toen echter stootten de manifestanten by de sigarenfabriek op een 14 tal politie-agenten, onder bevel van een inspecteur. De inspecteur sommeerde tot driemaal toe, dat men zou op houden met zingen en dat de stoet zou uiteen gaan; en ziende dat aan deze sommatie geen gevolg word gegeven, werd de menigte met den wapenstok uiteengedreven. Hier en daar viel een slag onder de mani festanten, die heinde en ver heen vluchtten. Nog geruimen tyd bleven er in de omgeving van het Spui vele nieuwsgierigen op de been, doch de politie wist met „een doorloopen daar vry verkeer te houden. In het „Weekblad van het Ne- derlandsch Tydschrift voor Geneeskunde", van 30 Maart jl., deelde dr. Rutgers te Rotterdam het hier volgende mede: „Maandag 13 Febr. 1893 werd ik geroepen by J. S., oud 30 jaren, anders altyd gezond. Patiënt lag zwaar ziek met koorts, prostratie- verschynselen van den kant der ademhaling en bloed-diarrhee, zoodat ik aan typhus of pneumonie dacht; influenza was toen nergens. Onder een symptomatische behandeling en strenge rust herstelde patiënt binnen eenige dagen. De diagnose bleef duister. Ik ondervroeg hem daarna nog eens nader naar de mogelijke oorzaken. Hy had zich wel wat overwerkt, zeide hy. "Wat is uw werk dan? Smid. Ik vroeg, hoeveel hy dan gewerkt had. Hy was den laatsten Vrydag naar een karwei gegaan met nog een kameraad, voor herstel van een stoommachine, waarby haast was, zoodat de eigenaar voort durend had laten toezien, of ze wel goed doorwerkten: anders kon men nog wel eens een oogenblikje rusten. Eten en drinken was hem gebracht. Zy hadden doorgewerkt: Vry dag, Vrydagnacht, Zaterdag, Zaterdagnacht, Zondag en Zondagnacht; eerst Zondagnacht om 3 a 4 uren waren ze klaar geweest. Zyn vrouw had hem haast niet horkend, toen hy thuiskwam. Een paar dagen was by no? op het werk geweest, maar toen had hy niet meer gekund. Zyn kameraad (van 38 jaren) was gezond gebleven". Bovenstaand bericht komt in „De Amster dammer" voor. Zulk een geval van onmen- schelyk afbeulen van een werkman, dat golukkig wel tot de hooge zeldzaamheden zal behooren, moet desniettemin naar verdienste worden gebrandmerkt. Men meldt uit Haarlemaando „N. R. C."Gisterochtend heeft te Sand poort een treurig ongeval plaats gehad. Twee knapen, Anton Smit, 10 jaar, en Jan Dingerdis, 7 jaar oud, waren in het bosch van mevrouw Crommelin gegaan om bladeren op te ruimen. Tegen een uur of elf kwam de zevenjarige jongen by Smits moeder zeggen dat deze zoo vreemd deed en in het bosch l2g. Do vrouw ging mede en vond haar zoon op den grond, ze beurde hem op, hy deed nog eenigo passen en bleef toen in de armen zyner moeder dood. Het bleek dat hy een steek had bekomen met een mestvork in den rech terslaap. Volgens Dingerdis was Smit naar zyn zeg gen moede geworden en was gaan liggen. Hy zelf was bly ven doorwerken met de mestvork en moet daarby Smit hebben getroffen. De vador van den doode was juist een over leden vriend gaan begraven en vond, thuis komende, zyn zoon Diet meer. Door den burgemeester is proces verbaal opgemaakt en de justitie alhier is van het gebeurde kennis gegeven. De drukke Laurierstraat to Am sterdam geraakte gistermiddag in rep en roer door een brand, die was uitgebroken op het derde bovenhuis van perceel 264. Het achtergedeelte van dit huis werd be woond door de weduwe Brouwenstein en drie kinderen. De vrouw was uit werken en bad haar twee jongste kinderen achtergelaten onder de hoede van het 10 jarig oudste zoontje. De knaap was op straat kleedjes gaan kloppen, terwyl de beide andere kinderen boven in bed met lucifers zaten te spelen. Toen de knaap boven kwam, hadden de kinderen al spelende het bed in brand ge stoken. Hy liep naar beneden, roepende dat er brand was. De buurman van perceel 266, S. P. Wesker, bedacht zich geen oogenbbk, liep naai' boven en had het geluk de beide kinderen ongedeerd uit het brandende bed te halen en by zich in huis in veiligheid te brengen, terwyl hy daarna nog eenige meubelen der weduwe wist te redden. Onderwyi kwam de brandweer, die het vuur wist te beperken tot de achterkamer, die geheel uitbrandde. Alles was dus, dank het flinke optreden van Wesker, zonder ongelukken afgeloopen. De werkstaking der meubel makers te Amsterdam begint een bedenkelyke zyde to krygen. Donderdagavond hadden op de Looiersgracht, toen een paar aan den arbeid gebloven werklieden de fabriek verlietent ongeregeldheden plaats, waarby een tweetal arbeiders werd gewond. Gevolg was: dat er gisteren niet gewerkt werd, maar torh was een talryke menigte bijeen, waartusschen de sociaal democraten yverig trachtten pro paganda te maken. De politie heeft door eenige charges het volk uiteengedreven, hetgeen later in de Kinkerstraat moest worden herhaald In de Frederik Hendrik-straat wordt des avonds geregeld onder geleido der politie een der aan den arbeid gebleven werklieden thuis gebracht, natuurlyk gevolgd door een troep stakers, die nogal luidruchtig daarby tewerk gaan. Gisteravond is échter ook in die buurt de politie krachtdadig moeten optreden, daar by lieden, die in het geheel niets met de quaestie te maken hebben, de ruiten werden inge worpen. {HU.) Op de harddraver!)- en renbaan van den heer A. H. Van Wickevoort Crom melin aan de „Cruquius", te Heemstede, wor^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2