Alles werkt dan ook ten deze mede om
ons biyde te stemmen; allereerst de stralende
den zon, dan het gezang van die duizen
den bontgevederde vogels, de intense geur,
die van de velden opstijgt, naast de schit
terende kleuren dier uitgestrekte bloem
bedden.
O, gü, rijken der aarde, wilt toch een deel
van uw geld bestedon voor de vacantie kolonies,
voor de weeskinderen, ook voor de ouden van
dagen; bezorgt velen hunner genieting van
een heerlyken lentedag, en gij, kweekersvooral,
die de afgesneden bloemen binnen enkele
weken „achteloos" als „waardeloos" zult
wegwerpen, wilt toch bedenken, dat er tal
rijke ziekenhuizen zijn, gevuld met sponden,
rij aan rij, waar by de ïyders alléén de ge-
dachte aan de weelde uwer uitgestrekte
bloemenvelden kan doordringen, maar waar
een „ruiker" zelf zoo'n goed kan doen, zoo
erg zal worden gewaardoerd, als een enkele
zonnestraal op een langen gryzen winterdag.
EERSTE KAMER.
Aan de orde is: het ontwerp tot heffing
van invoerrechten raar de waarde der goederen.
De minister van financiën zegt, dat do
maatregelen, hier bedoeld, moeilykheden zullen
opleveren, met het oog op de velerlei ont
duiking, maar toch moet men het beprooven.
De bestaando regeling is onvoldoende. En do
wet zal zeer zeker hare macht doen blyken.
Specifieke rechten zyn verdedigd. Hoe dit
zy, zoolang wy invoerrechten naar de waarde
hebben, moeten wy er voor waken, dat zy
ontvangen worden.
De samenstelling van een Raad van Beroep
acht de minister zeer wel mogeiyk, ofschoon het
natuurlyk ondenkbaar is, dat alle leden van
dien Raad universeeldeskundig zouden
wezen. De kennis der ambtenaren zal hier
eene aanvulling dieDen te worden.
By eene eventueele algemeene herziening
zullen ook waarschyniyk enkele artikelen naar
het gewicht kunnen worden belast.
De wyzigingen, door de Tweede Kamer
aangebracht, zullen slechts ten gevolge hebben
dat de regeling, zooals zy door de Regeering
is ontworpen, een nog stronger karakter zal
bekomen dan oorspronkeiyk het geval was.
Om de eedsaflegging voor de leden der Com
missie van Beoordeeling en van den Raad
van Beroep prys te geven, zou do minister
ten zeerste afkeuren.
Het ontwerp is aangenomen, evenals het
ontwerp tot regeling van het baken wezen op
openbare wateren, aanvulling en verhooging
van Hoofdstuk IX, Staatsbugrooting 1894
(verbetering van den Dommel) en dat tot be
krachtiging der overeenkomst betreffende den
spoorweg AlkmaarHeerhugowaardHoorn.
Aan den heor Schimmelpenninck v. d. Oyo
word verlof verleond om in de eerstvolgendo
byeenkomst tot den minister van oorlog eenige
vragen to richten betrekkelyk het ter lezing
liggen van dag- en woekbladon in de militaire
cantines.
De Kamer is daarna gescheiden tot Vrydag
26 April, des namiddags te twee uren.
Brieven uit de Hofstad.
IV.
's-Oravenhage, 19 April '95.
Bohovoninpens hcratol. Onzo ambachla-
Hohool zooala zjj is. Valeeh ftlurm.
Eou roenlicdtie. Qooa gondoltocht.
Er zyn zoo van die zaken en feiten in onze
dageiyksche omgoviug, wolko als het ware
kalender-diensten verrichten en ons govoegiyk
by de naderende wisseling der seizoenen als
gids kunnen dionen. Daar zyn byv. de bene
fieten, die er ons op wijzen dat opera en
komodie dezen winter weder den langsten
tyd bespeeld werden en zoo zoetjes aan het
oogonblik komt, waarop het meerendeol onzer
vermaken en genietingen in de vrye natuur
kunnen worden gezocht. Eindeiyk komt ook
het voorjaarsweder ons wat te hulp en het
zoülende voorjaarsweder wordt thans een
drang te meer om oens een tochtje naar buiten
te maken en eens poolshoogte te gaan nemen
hoe het thans mot Scheveningen wel geschapen
staat. Zy, die het toonoel na de ramp aan
schouwden, zoudon thans wol een zekere teleur
stelling moeten ondervinden. De afgebroken
straatweg is nog op dit oogenblik de ligplaats
dor zwaar gehavende bommen on schuiten
en al moge do gemeenteraad zich mot een
ruim krediet voor oen spoedig herstel van
den straatweg tooschietoiyk hebben betoond,
al mogen de klinkers roods aanwezig zyn
een aanvang der werkzaamheden iaat nog
op zich wachten. Deze toestandgeen
agenda of zy is er in betrokken. Zoo ook
weder in do jongste zitting. Wat was toch
het geval? Nadat do Raad gelden voor de
uitvoering der werkzaamheden had toegestaan,
was thans Delfland met voorwaarden uit
den hoek gekomen, welke door het grootste
deel van liet Dagelyksch Bestuur oppervl .kkig
o zoo gering werden geacht, maar later, toen
de mantel der diplomatie was afgeworpen en
diezelfde voorwaarden in het volle licht waren
gesteld, toch heel anders dienden te worden
beschouwd.
Hoe B. on Ws. zich ook kronkelden en won-
telden, de Raad bleek toch overtuigd te zyn,
dat men zich niet mocht binden aan oen werk,
dat de vlsschery ton gronde zou richten. De
gomeente zou uit haar eigeu middelen maat
regelen moeten nomen, welke de zandstortiog
op don duur zoudon voorkomen. Het voorstel
werd verworpen. Waar zich aan do oene styde
mannen schaarden voor wie do badplaats
hoofddoel was, daar volgde de meerderheid
hen, die de meening onderschreven dat Sche
veningen als visschersplaats duurzamer be
langen te bepleiten heeft. Hierby dient toch
in aanmerking te worden genomen, dat het
grootste deel van de jaariyksche opbrengst
der Scheveningsche visschery ten voordeele
komt der residentie, terwyi toch het vertrek
der visschery ook het vertrek van hen ten
gevolge zou hebben die door hun kapitaal
mot het visschersbedryf in direct verband
staan. Onze Burgemeester, die zich toch al
niet in een te groote populariteit mag ver
heugen, zal deze by „zyn visschera" zeker
niet zien stygen; met dat hardnekkig vol
houden aan badplaatsbelangen, zou men zoo
een weinig gaan denken dat de heer Roest
hier de rol van peetoom moet vervullen. Neen,
de zaak moge door hot pas gevallen besluit
nog weder geen stap verder zyn gekomen,
het is in ieder geval beter dan zoo op stel
en sprong het doodvonnis aan het visschers
bedryf met zyn geheelen aanhang te voltrek
ken daarvoor zyn te veel belangen in het spel.
Deze week heb ik een prys uitdeeling aan
onze ambachtsschool bygewoond; zoo een prys-
uitdeeling is toch een eigenaardig iets, vooral
by jongens. Dat rumoer, die luidruchtigheid
voor die spanning met ingehouden adem onder
en dan die vroolijke gezichten van den een en
die teleurgestelde na de uitreiking der be
haalde lauweren. Maar het is niet dat ik u
op deze prys uitdeeling op zichzelf wilde
wyzon, maar meer op iets, dat de ambachts
school in het byzonder betreft. De ontwikke
ling dezer zeer zeker nuttige instelling ken
merkte zich hier ter stede door groote moeilyk
heden. Behalve de finantiëele bezwaren ont
moette men ook tegenwerking van de zijde
van het publiek, een tegenwerking, waar
van ik door persoonlijke ondervinding zou
kunnen getuigen dat zy nog niet geheel
geweken is. Er bestaan van die vooroordeelen
als dat de toekomstige werklieden, daar ge
kweekt, to veel „mynheer" zouden wezen,
niet genoeg practisch ontwikkeld en te veel
bevreesd om de handen te gebruiken. Dat
zulke vooroordeelen geheel ongewettigd zyn
gebleken, heeft de tyd bewezen, terwyl do
statistiek der school tevens leerlingen aan-
wyst, dio thans, over do geheele wereld ver
spreid, een eervolle positie in de ry der am
bachten innemen.
Toch is do school nog niet zooals zy behoort
te wezen finantiëele bezwaren staan daarvoor
in don weg. Maar waarom hot bestaande niet
op betere leest geschoeid, naar de eischen
des tyds ingericht, jalvorens tot een uit
breiding der leervakken over te gaan, zooals
nog betrekkelyk kortelings geschiedde? My
toch is van goede bron bekend dat een daar
toe benoemde commissie van advies, over leer
gang en leermiddelen van sommige vakken
een uiterst ongunstig rapport uitbracht. Had
het nu niet wenschtlyker geweest indien op
den voet van dit rapport was voortgebouwd
on men zich de advi- zen, door uitnemende
vakmannen uitgebracht, eerst eens voor het
bestaande ten nutte had gemaakt, om later
eens aan uitbreiding van het leerplan te gaan
denken? Veel werd thans reeds verbeterd,
maar ook veel staat nog te verbeteren. Niet
temin vind ik het toch oen treurig feit, dat
onze gemeente als residentie-stad in haren
steun, in den vorm van subsidie, verre nog
ten achteren moet staan by anuere plaatsen,
waaronder ook Leiden en Haarlem. Tot de
aanwezige autoriteiten werd zoo oen kleine
vingorwyzing gericht, moge het wat uit
werken.
Zooals bekend, heeft de reorganisatie der
stedelyko brandweer van voor eenige jaren
ook die nieuwigheid medegebracht, dat op
verschillende plaatsen in do stad brandschellen
zyn aangebracht. Een nieuwigheid was het,
die reeds menigmaal uitstekende diensten
bewees, maar ook tovons menigmaal het mik
punt is geweest en nog is van de balddadig
heid der straatjeugd, daarin nog somtyds
bovendien gesteund door ouderen. Wat voor
byzonders er in gelegen is om dat ruitje in
te slaan, de bel over te halen en de brand
weer nocdeloos te laten uitrukken, ik kan hot
nog niet inzien; toch noemen de „bengels"
het oen. aardigheid. Zoo verklaard© ook
nog dezer dagen een bengel voor zyn rechters,
die tevens nog den waariyk grandiozen i.ival
had, zoo geheel uit zichzelven (zooals het
ventje beweerde) om op een onjuistheid in
het exp'oit te werken. De eisch was een
maand en menigeen zal by zichzelf met vol
doening deze strengo straf voor zulk een
kwajongensstreek hebben beoordeeld.
Of men don indruk van den eisch reeds
voldoende hoeft geacht, of welko beweegrede
nén er anders toe hebben gevoerd, is my niet
bekend, maar de deugniet kwam er af mot
een veroordoeling van.drie dagen.
Jammer is het, dat men nu de zaak niet
eens flink heeft aaügepakt en met eene ver
oordeeling volgons den eisch het ventje als
voorbeeld voor andero deugnieten heeft gtsteld.
Nu toch ovor .alarm" sprekende, moet ik
do gelegenheid te baat nemen om op e- n ge
deelte in myn vorig schryvon terug te komen,
waaromtrent in do locaio pers hier tor stede
ook „alarm" werd gemaakt, en toch (ik moet
het bekennen) geen „valsch" alarm was. De
voorstelling by een bezoek van eenigo jaren
gelodon stond my niet helder meer voor den
geest, zeer zeker zou ik in dat geval niet
blootweg op particuliere mededeeling z\jn
losgegaan en myn oordeel omtrent plaatsing
en omgeving van het Wilhelmina zeebad in
de pen hebben gehouden. Ter rectificatie diono
daarom dat het badhuis wol aan zee ge
legen is, terwyl aan de „boschvyke omgeving"
niet to groote beteekenis moet worden gehecht.
Van den gekostumoerden historischen gon-
deltocht zal dan toch Diets komen? B. en Ws.
hebben gemeend afwyzend op het verzoek
van de veroeniging „die Haghe" te moeten
beschikken. Wel jammer, maar zou de niet-
gelukkige keuze van den Hofvyver daartoe
niet overwegend hebben by gedragen? Was
daartoe geen betere gelegenheid, b. v. de
Boschvyver, te vinden? Indien de bezwaren
op „de plaats" waren gericht, zou men het
allicht kunnen wagen. Dinges.
Waar is Uc derde?
KOLONIËN.
BATAVIA, 20—22 Maart
Eene commissie, bestaande uit de heeren
A. H. W. Scheuer, G. Fcuiletau de Bruyn
en L. C. Van Vleumon, heeft eeno circulaire
verzonden, waarin zy voorstellen aan pastoor
R. C. Verbraak een waardig en passend ge
schenk aan te bieden, bij gelegenheid van
zyne twintigjarige werkzaamheid op Atjeh.
Alleen actief dienende of gep. officieren, alleen
nog in dienst ztyndo of gegageerde onder
officieren, korporaals en minderen kunnen
daartoe bydragen, opdat het geschenk inder
daad zy eene uiting van dankbaarheid van
liet geheele Ned. leger.
De Sultan van Pontianak, Sjarief Joe-
soef, ridder in de orde van den Nederland-
schen Leeuw, is blykens een by de regeering
van don resident der Westerafdeeling van
Borneo ontvangen telegram, overleden.
Aan het verslag omtrent de voornaamste
gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en
onderhoorigheden, loopende van 26 Februari
tot en met 11 dezer, wordt in de „Jav. Ct."
het volgende ontleend:
Groot Atjeh. Op onze tydeiyke posten
Kroeng, Gloempang, Anagaloeng, Biloel en
Lamko.njit en de tyoelyko wachthuizen Mata
Ajer en Toewi Selimbing, zoomede op twee
p.trouilles, respectievelyk op 26 Februari en
4 dezer en de aflossing dier wachthuizen op
den 3uon t. v., vi-.len eenige schoten, welke
ons echter geen verlies berokkenden. Alleen
werd op 24 Februari één marechaussee licht
gewond.
Op het eiland Weh viel niets bijzonders voor.
Oncerhoorigheden. Oostkust. In den nacht
van 1 op 2 dezer drong een 3-tal kwaadwil
ligen binnen het etablissement van den con
troleur te Edi, waar zy drie dor wachthebbende
mata-mata van den vorst verwondden en 2
aehterlaadgoweren met bybohoorende gevulde
patroontasschen en één kapmes roofden,
waarna zy zich uit de voeten wisten te maken.
Den 6den en 8sten dezer werden wederom
eenige kwaadwilligen naby bedoeld etablisse
ment gezien, die echter bytyds opgemerkt
met en paar geweerschoten werden verjaagd.
Noordkust. Zoowel te Telok-Somawé als te
Segli werd do rust niet. verstoord.
Westkust. Ook hier Hoef het allerwege rustig.
De weersgesteldheid was droog en warm,
nu en dan afgewisseld door flauwe Oostelyke
winden.
De gezondheidstoestand was op de zeepos
ten minder gunstig.
In Groot-Atjoh was hy over het algemeen
stationnair.
Hot gemiddelde ziektecyfer bedroeg 24 tegen
24 en dat van de berri-berri 10 tegen ^ge
durende den vorigen verslagtyd.
Hot sterftecijfer was lager.
De hoofdonderwyzer H. G. P. Obdeyn,
van de Ode school alhier, gaat in Mei a. s. met
een jaar verlof wegens langdurigen dienst.
De onderwyzer der 1ste klasse C. Woge-
naar te Semarang gaat wegens langdurigen
dienst met een jaar buitenlandsch verlof.
De suikerfabriek Wanngin-Agoong in
do afdeeling Toeban, die aan eene te Am
sterdam gevestigde naamlooze vennootschap
behoort, wordt gesloten en op de suikerfabriek
Seloredjo, die den 15den Maart in openbare
veiling goweest is, is geen onkel bod gedaan.
De „Telefoon" bericht dat de geneeskun
dige comm. te Semarang den majoor Yan Blom-
mestein wegens de wonde, op Lombok aan
zyn voet bekomen, voor den militairen dienst
heeft afgekeurd.
Volgens de „Soer. Ct." mogen de sol
daten op Lombok geen bier meer drinken
wegens de vele gevallen van buikziekte.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indiö
zijn de volgende beschikkingen genomen:
vie Oopariomon'. Verleend: Twee jaar verlof
naar Europa, wegens ziekte, aan den onderwijzer
late kl. C. w. Mulder.
O n t sj a g e nEervol uit 's lands dienst, de ge
wezen opziener der wegen in het gouvernement
Sumatra's Westkust P. K. J. Ryke.
Belast: Met do waarneming der betrekking
van assistent-resident op het eiland Lombok, do
contr. 1ste kl. bij het B. B op de bezittingen
buiten Java eu Madoera K. II. F. Koos.
Bepaald: Dat do contr. lsto kl. bij het B. B.
op de bezittingen buiten .lava en Madoera J. R.
Stuurman, tijdelijk gesteld ter beschikking van den
gouverneur van Sumatra's Westkust, wordt terug
gevoerd bij zijn kader.
In de residentie Benkoelen.
Ontheven: Van het bestuur over de afd.
Kauer. de contr. 2de kl. W. Frijling.
Geplaatst: In de afd. Kauer, de waarnemende
contr 2de kl. H B. Van dor Kolk.
V erleend: Een jaar verlof naar Europa, wegena
langdurigen dienst, met ingang van 3 April 1895,
aan de onderwijzeres 1ste kl. M. Nauta.
Benoemd: tot notaris, tevens vendumeester,
te Serang (Bantam), de candidaat notaris S. P. De
Bruin, gepensionneerd contr. 1ste kl. bij hetBinnenl.
Bestuur op Java en Madoera.
Gestold: Voor den tijd van zes maanden of
zooveel korter als zal blijken voldoende te zijn ter
beschikking van den voorzitter van den landraad
te Malang (Pasoeroean) om te worden belast niet
griffierswerkzaamheden bij die rechtbank, de ambte
naar ter beschikking van den voorzitter der land
raden te Serang, l'andeglang, Tjilegon, Menes
Rangkas Belong (Bantarn) W. A. J. Van der Meulen.
Verleend: Een jaar verlof naar Europa,
wegens langdurigen dienst, met ingang van G April
1895, aan den voorzitter van de landraden te
Salatiga en Ambarawa (Semarang) mr.E.Kruseman.
Ontslagen: Uit zijn betrekking in afwach
ting van wat nader omtrent hem zal worden
beslist de lste commies bij do exploitatie der
Staatsspoorwegen F. J. Halewijn, met bepaling dat
dit ontslag wordt gerekend to zijn ingegaan op
22 Februari 1895.
Benoemd: Tot voorzitter van de landraden
te Salatiga en Ambarawa (Semarang) met ingang
van 6 April 1895, de voorzitter van de landraden
te Poorwokerto en Poerbolinggo (Banjoemas) mr.
H J. Mattbes.
Verlengd: Voor onbepaalden tijd de termijn,
gedurende weikon de adspirant controleur bij bet
Binncnl. Bestuur op Java eu Madoera W. C. Thieme
is toegevoegd aan den wctenschappelijken advi
seur voor do gouvernements-köflio-cultuur dr.
W. Burck.
Verleend: Twee jaar verlof naar Europa
met ingaDg van 3 April 1895 aan den voorzittor
der landraden van Pamekasan en Sampang (Madura)
mr. W. A. De Laat de Kanter; een jaar verlof
naar Europa wegens langdurigen dienst met ingang
van 8 April 1895 aan den grifher van den landraad
te Kedin B. J. J. A. Deschaux.
T ij d e 1 ij k Belast met de waarneming der be
trekking van hoofdinspecteur der spoorwegdiensten
en van het stoomwezen, tevens chef dor afdeeling
van spoor- en tramwegen en bet stoom wezen van
hot departement van Burg. Openbare Werken,
gedurende do afwezigheid van den titularis J. W.
Tb. Van Schaik, ten gevolge van bet dien hoofd
ambtenaar met ingang van 10 April verleeud
eenjarig verlof naar Europa, de hoofdingenieur
dor spoorwegen D. R. J. baron Van Lijnden.
Departement van Uonog. O v ergeplaatst: Bij
bet 2de depot-bataljon de kapitein der inf. van het
subsistentc-nkadcr te Semarang W. De Beijer;
als plaatselijk 'cavalerie-cominandant te Salatiga
de majoor der cavalerie W. F. Stoltenkofl.
Geplaatst: Bij aankomst bij het 6de bat.
infanterie de 2de luit. der inf. uit Nederland ver
wacht wordende als .zijnde gedetacheerd bij bet
leger h. t. 1., D. Dijserinckbij aankomst bij
bet garnizoensbataljon der 2de militaire afdeeling
op Java do 2de luit. der inf. uit Nederland ver
wacht wordende, als zijnde bestemd voor den
dieust b. t. 1-, C. B. H. Von Hombracht.
Benoemd: Tot directeur van het Remonte-
depot te Socrabaia de ritmeester der cavalerie
L. J. Jbr. De Villoneuve.
Hersteld Bij liet wapen der infanterie boven
de formatie in activiteit, de kapitein op non-acti
viteit P. A. Zweedijk.
Overgeplaatst: Naar Pontianak als com
mandant der artillerie de lste luit. te Batavia A.
C. W. Jansen; naar de 17de compagnie artil.
te Kotta-Radja, de kapitein der 3de afd. van bet
Dep. van Oorlog, te Batavia G. G. Suermondt.
Ingetrokken: De overplaatsing naar Sema
rang van den kapitein van den generaien staf
N. Ten Broek te Batavia.
Verlengd Met een maand het resp. naar
Soekaboemi en Djokja verleeud verlof aan den
lsten luit. der int. M. A. Van Heokeren en aan
don offi. van gez. 2de kl. F. Eerustinan.
Verleend: Twee jaar verlof naar Europa
wegens ziekte aan den majoor der gome E. Alar-
cella on aan den kapt dei art D. J. Alberti;
een jaar verlof naar Europa wegens laDgdurigen
dienst aan den kapt. der inf. J. A. L. De Jeer.
Bevorderd: Bij het wapen der inf. tot kol.
de luit.-kol. J. F. l). Bruinsiua (gedetacheerd in
Nederland); tot lsten luit. de 2de luit. D. Van
Geuns; bij bet wapen der genie, tot kol. do luit.-
kolonel W. P. U. Van Oorschot, tot lsten luit.
de 2de luits. M. Engers on P. J. J A. Geosink.
Overgeplaatst: Naar Lombok, de kapt. dor
genie to Paleinbang F. O. A. Venier; naar
Pnlembaug de kapt. der genie te Batavia E. 'l'io-
lenius KruytholF.
V e r 1 e n g dMot een maand het tot herstel
van gezondheid verleend verlof naar Salatiga aan
den 2den luit. dor inf. E. O. Verwey Mejan.
V erleend: Een maand verlof naar Soekaboemi
wegens particuliere belangen aan den kapt. der inf.
D. VV. F. Van Langen.
Departement van marine. Ovorgeplaatst: Van
Hr. Ms. pantserschip Koning der Nederlanden"
naar llr. Ms. fregat .Koningin Emma der Neder
landen" als lste ollicier, de kapitein-luitenant ter
zee 11. J. Bal; uit de rolle vau Hr. Ms. fregat
.Koningin Emma" in die van llr. Ms. .Sumatra"
de kapitein-luiteuant ter zee D. Stolp, onder eer
volle ontheffing van de betrekking van eersten
otticier aan boord van eerstgenoemde!) bodem en
om te worden belast met bet bevel over laalst-
gemelden bodem.
Ontslagen: Eervol uit 'slands dienst, de
leerling-machinist bij de gouvornementa-marine
F. VV. Broes.
Gemengd Nieuws.
Leden van verschillende wie 1-
rydersvereenigingen alhier („Allright") en uit
Den Haag („Utile Dulci") zullen morgen ge-
zamenlyk een tocht maken naar Lisse en
Hillegom. Het kan dus op den weg van
Leiden naar Haarlem te midden der veel
kleurige bloeinbollenrelden alsdan vry druk zyn.
Heden maakte een gezelschap bui-
tenlandsche handelaren, die uitgenoodigd zyn
te Delft het 26-jarig gedenkfeest van de Gist
en Spiritusfabriek mede te vieren, in open ry-
tuigen een toer door Den Haag.
Des middags reden zy naar Delft, om den
optocht te zien van het personeel der Gist
en Spiritusfabriek van den heer Van Marken.
De politie te 's-Gravenhage heeft
gisteren, gedeeltelyk by opkoopers, in beslag
genomen een party militaire equipementsstuk-
ken, afkomstig van den diefstal in de Oranje
kazerne aldaar.
Gisteravond tusschen acht en
tien uren zoo wordt uit Den Haag gemeld
%vas het Spui in rep en roer. Werkstakcnde
sigarenmakers van de fabriek van den heer
D len, op het Spui, trokken met socialisten en
voorafgegaan door een troep jongens, die het
vryheidslied zongeD, naar genoemde fabriek,
om eenige werklieden, die niet gestaakt hadden,
naar huis te brengen.
Deze werklieden bleven echter in de fabriek
en de troep trok daarna omstreeks acht uren
zingende door de stad, maar kwam een half
uurtje later weder op het Spui terug.
Toen echter stootten de manifestanten by de
sigarenfabriek op een 14 tal politie-agenten,
onder bevel van een inspecteur. De inspecteur
sommeerde tot driemaal toe, dat men zou op
houden met zingen en dat de stoet zou uiteen
gaan; en ziende dat aan deze sommatie geen
gevolg word gegeven, werd de menigte met
den wapenstok uiteengedreven.
Hier en daar viel een slag onder de mani
festanten, die heinde en ver heen vluchtten.
Nog geruimen tyd bleven er in de omgeving
van het Spui vele nieuwsgierigen op de been,
doch de politie wist met „een doorloopen daar
vry verkeer te houden.
In het „Weekblad van het Ne-
derlandsch Tydschrift voor Geneeskunde", van
30 Maart jl., deelde dr. Rutgers te Rotterdam
het hier volgende mede:
„Maandag 13 Febr. 1893 werd ik geroepen
by J. S., oud 30 jaren, anders altyd gezond.
Patiënt lag zwaar ziek met koorts, prostratie-
verschynselen van den kant der ademhaling
en bloed-diarrhee, zoodat ik aan typhus of
pneumonie dacht; influenza was toen nergens.
Onder een symptomatische behandeling en
strenge rust herstelde patiënt binnen eenige
dagen.
De diagnose bleef duister. Ik ondervroeg
hem daarna nog eens nader naar de mogelijke
oorzaken.
Hy had zich wel wat overwerkt, zeide hy.
"Wat is uw werk dan? Smid. Ik vroeg, hoeveel
hy dan gewerkt had. Hy was den laatsten
Vrydag naar een karwei gegaan met nog een
kameraad, voor herstel van een stoommachine,
waarby haast was, zoodat de eigenaar voort
durend had laten toezien, of ze wel goed
doorwerkten: anders kon men nog wel eens
een oogenblikje rusten. Eten en drinken was
hem gebracht. Zy hadden doorgewerkt: Vry
dag, Vrydagnacht, Zaterdag, Zaterdagnacht,
Zondag en Zondagnacht; eerst Zondagnacht
om 3 a 4 uren waren ze klaar geweest. Zyn
vrouw had hem haast niet horkend, toen hy
thuiskwam. Een paar dagen was by no?
op het werk geweest, maar toen had hy niet
meer gekund.
Zyn kameraad (van 38 jaren) was gezond
gebleven".
Bovenstaand bericht komt in „De Amster
dammer" voor. Zulk een geval van onmen-
schelyk afbeulen van een werkman, dat
golukkig wel tot de hooge zeldzaamheden zal
behooren, moet desniettemin naar verdienste
worden gebrandmerkt.
Men meldt uit Haarlemaando
„N. R. C."Gisterochtend heeft te Sand
poort een treurig ongeval plaats gehad. Twee
knapen, Anton Smit, 10 jaar, en Jan Dingerdis,
7 jaar oud, waren in het bosch van mevrouw
Crommelin gegaan om bladeren op te ruimen.
Tegen een uur of elf kwam de zevenjarige
jongen by Smits moeder zeggen dat deze
zoo vreemd deed en in het bosch l2g. Do
vrouw ging mede en vond haar zoon op den
grond, ze beurde hem op, hy deed nog eenigo
passen en bleef toen in de armen zyner
moeder dood. Het bleek dat hy een steek
had bekomen met een mestvork in den rech
terslaap.
Volgens Dingerdis was Smit naar zyn zeg
gen moede geworden en was gaan liggen. Hy
zelf was bly ven doorwerken met de mestvork
en moet daarby Smit hebben getroffen.
De vador van den doode was juist een over
leden vriend gaan begraven en vond, thuis
komende, zyn zoon Diet meer.
Door den burgemeester is proces verbaal
opgemaakt en de justitie alhier is van het
gebeurde kennis gegeven.
De drukke Laurierstraat to Am
sterdam geraakte gistermiddag in rep en roer
door een brand, die was uitgebroken op het
derde bovenhuis van perceel 264.
Het achtergedeelte van dit huis werd be
woond door de weduwe Brouwenstein en drie
kinderen. De vrouw was uit werken en bad
haar twee jongste kinderen achtergelaten
onder de hoede van het 10 jarig oudste zoontje.
De knaap was op straat kleedjes gaan kloppen,
terwyl de beide andere kinderen boven in bed
met lucifers zaten te spelen.
Toen de knaap boven kwam, hadden de
kinderen al spelende het bed in brand ge
stoken. Hy liep naar beneden, roepende dat
er brand was. De buurman van perceel 266,
S. P. Wesker, bedacht zich geen oogenbbk,
liep naai' boven en had het geluk de beide
kinderen ongedeerd uit het brandende bed te
halen en by zich in huis in veiligheid te
brengen, terwyl hy daarna nog eenige meubelen
der weduwe wist te redden. Onderwyi kwam
de brandweer, die het vuur wist te beperken
tot de achterkamer, die geheel uitbrandde.
Alles was dus, dank het flinke optreden van
Wesker, zonder ongelukken afgeloopen.
De werkstaking der meubel
makers te Amsterdam begint een bedenkelyke
zyde to krygen. Donderdagavond hadden op
de Looiersgracht, toen een paar aan den arbeid
gebloven werklieden de fabriek verlietent
ongeregeldheden plaats, waarby een tweetal
arbeiders werd gewond. Gevolg was: dat
er gisteren niet gewerkt werd, maar torh
was een talryke menigte bijeen, waartusschen
de sociaal democraten yverig trachtten pro
paganda te maken. De politie heeft door eenige
charges het volk uiteengedreven, hetgeen later
in de Kinkerstraat moest worden herhaald
In de Frederik Hendrik-straat wordt des
avonds geregeld onder geleido der politie een
der aan den arbeid gebleven werklieden thuis
gebracht, natuurlyk gevolgd door een troep
stakers, die nogal luidruchtig daarby tewerk
gaan. Gisteravond is échter ook in die buurt
de politie krachtdadig moeten optreden, daar
by lieden, die in het geheel niets met de quaestie
te maken hebben, de ruiten werden inge
worpen. {HU.)
Op de harddraver!)- en renbaan
van den heer A. H. Van Wickevoort Crom
melin aan de „Cruquius", te Heemstede, wor^