N°. 10784. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. DE TQOVERRitUC. Zaterdag 20 April. A°. 1895. LEIBSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post i 1.10. Afzonderlijke Hommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 19 April. Op Vrijdag 26 April a. s. komen de Yer- eenigde Artisten der Nederlandsche Opera Vereeniging onze Sleutelstad weder bezoeken met eene opvoering van „De arme Student." Was den vorigen keer bfi de opvoering van „Paljas" en „Cavaleria Busticana" de schouw burg bijna uitverkocht, wij vertrouwen dat ook dezen keer hun eene even hartelijke ontvangst zal ten deel vallen. In Den Haag mochten zij de hooge eer genieten, dat H. M. de Koningin Regentes hunne voorstelling bijwoonde, en betuigde H. M. aan den heer Schmier hare hooge inge nomenheid met de uitvoering. De Fransche mail, met berichten uit Ned. Indië, wordt hedenavond alhier verwacht. Heden herdenkt de rijks veldwachter, brigadier titulair J. NiJeboer, te Noordwjjker- hout, den dag, dat hfi vóór 25 jaren als jacht opziener by de rykspolitie werd geplaatst. Achtereenvolgens werden hem als standplaats aangewezen de gemeenten Lopik, Rgswyk en Noordwykerhout, op welke laatste plaats hy sedert 7 Maart 1885 is gevestigd. Dat de jubilaris met de meeste trouw en y ver werkzaam is, biykt hieruit, dat hem 18 Dec. 1885 de rang van brigadier-titulair werd ver leend. Gedurende f\Jn diensttijd verwierf hy zich de achting, zoowel van meerderen in rang als van zyne kameraden in de brigade. Als stoffelijk blyk van belangstelling bood zyn brigade commandant, de heer C. L. J. Bruggemans, te Katwyk aan den Ryn, ook namens zyne kameraden, hem dezer dagen een prachtigen fauteuil aan. Voor de vaceerende betrekking van onder wijzeres aan de openbare school te Katwyk aan den Ryn, jaarwedde f 550, hebben zich drie sollicitanten aangemeld. De heer A. C. Zyderveld, te Valkenburg, is benoemd tot onderwijzer aan de Hervormde school te Katwyk aan Zee, op eene jaarwedde van f 500. In de gisteren gehouden vergadering van den gemeenteraad van Boskoop werd de heer E. G. C. De Groot van Embden, tot burge meester benoemd, als zoodanig door den oud sten wethouder, den heer A. Koster Mzn., geïnstalleerd. Daarna aanvaardde de heer De Groot zyne betrekking met eene toespraak en werd tot ambtenaar van den burgerlyken stand benoemd. Bedankt is voor het beroep naar Monster door ds. J. W. H. Kalkman, te Alfen a. d. Ryn. Bedankt is voor het beroep naar de Ned.-Herv. gemeente te Vinkeveen door ds. W. Van der Waal, te Moerkapelle. De gemeenteraad van Gouda heeft zich tot commissie geconstitueerd voor de oprichting van een monument voor den overleden bur gemeester Van Bergen IJzendoorn, aldaar. De Delftsche Woningmaatschappy keert 6 pet. dividend uit. Als advocaat en procureur by den Hoogen Raad is heden beëedigd mr. G. Schimmelpenninck, te 's Gravenhage. Vele loden van het 5de Nederl. Natuur en Geneeskundig Congres, dat heden en Zater dag te Amsterdam wordt gehouden, kwamen gisteravond in de serre van het gebouw „Krasnapolsky" byeen. De byeonkomst droeg een huiseiyk karakter; men was daar om kennis te maken of oude vriendschapsbanden te hernieuwen. De voorzitter van het congres, prof. J. H. Van 't HofF, riep den leden met een kort woord het welkom toe. Hy, de scheikundige, meende dat men hier als 't ware te doen had met twee „elementen" lichaam en geest. Gisteravond was het element „lichaam" aan de beurt, om „onderzocht" te worden. De vijfde „jongen" werd ten doop gehouden en men mocht hopen dat hy zou toonen een flinke jongen te zyn, van wien men pleizier zou hebben. Dat hoopten de aanwezigen met hun voor zitter, want zy juichten de woorden van den voorzitter harteiyk toe en bleven het „doop feest" nog eenigen tyd hoogst gezellig voort zetten. (Hbl.) Te Amsterdam werden gistermiddag door den gemeenteraad de beraadslagingen voort gezet over de voordracht van B. en Ws. om een gemeentelijk telephoonnet aan te leggen en den aankleve van dien. Op voorstel van de heeren Pynappel, Kuinders, Heineken, Polak, Backer en Van Hall werd over het tweede gedeelte dertole- phoonvoordracht, nl. het benoemen van den heer J. S. Theunissen, acjunct ingenieur aan het bureau voor gas- en waterleidingen, tot directeur van den gemeentelijken telephoon- dienst op eene wedde van f 4000, een gesloten zitting gehouden. Na een half uur werd de openbare zitting hervat en de beraadslagingen voortgezet. Door den heer Wormser was een motie ingediend betreffende de voordracht, strekkende om haar weder te stellen in handen van B. en Ws., hen beleefd uitnoodigende, om binnen den kotrst mogelijken termyn het eerste punt dezer voordracht (het verleenen van een crediet van f 500,000 voor den aan leg van een gemeentelyk telephoonnet), hetzy zooals het daar ligt, hetzy gewijzigd, maar in elk geval geheel voorbereid en van alle noodige gegevens voorzien, weder in te dienen, in dier voege, dat by eventueele aanneming de gemeente verzekerd zy, dat het verlies, zonder storing van den dienst, tot het minimum beperkt worde. De motie was door den heer Wormser ingediend, wyl buiten toedoen van den Raad door het dagelyksch bestuur, met name door de afdeeling Publieke Werken, de quaestie zoo laat en op zulk een wyze in be handeling was genomen, dat de gemeente daardoor zeer aanzienlyke schade leed. Nadat de heer Wormser zyn motie had toegelicht, daarby wijzende op zyn wantrouwen in Publieke Werken, bestreed de wethouder Serrurier de motie. Hy weersprak, dat het plan niet genoeg zou zyn uitgewerkt en deelde mede, dat het afkomstig was van een ingenieur der firma Siemens en Halske. Voorts, dat de opgaven van een ingenieur van den Belgischen Telephoon- dienst niet verschilden van do door B. en Ws. voorgedragen raming der exploitatiekosten. De wethouder Treub verdedigde mede het beleid van het dagelyksch bestuur tegen de minder aangename uitingen, tegen dat college ingebracht. De heer Hovy vroeg wat er gebeuren zal als de Bell-Telephoon-My. na afloop der con cessie niet voor een schikking te vinden is, of er dan geen andere voordracht moet worden ingediend. De heer Kouveld zou voor de voordracht stemmen, mits geen cent meer dan 200,000 moet worden gegeven. 1 ton is meer dan genoeg voor het oud yzer der Bell-Telephoon. Hy geeft er nu nog 1 ton by, om uit een allermoeilijkste impasse te komen. De heer Treub zeide dat onder de kosten van de exploitatie der Bell-Telephoon My. be grepen zyn de afschry vingen. Dat de telephoon in Parys duur is, kan waar zyn, maar zy verkeert daar ook nog in embrionischen toe stand; overigens garandeert de Minister, dat by overneming van het telephoonnet door de gemeente de intercommunale verbinding geen bezwaar zal opleveren. Spreker somde nu op de dividenden, door de Bell-Telephoon uitge keerd, o. a. in 1890 8 pCt., toen de gemeente f 37,000 retributie ontving, en toonde hier mede aan, dat zelfs by hooge exploitatie kosten de Bell Telephoon zeer winstgevend is. Men staat voor de keuze om aan de My. f 200,000 te geven en zoo niet, dan f 500,000 voor een nieuw net. Neemt de My. de 2 ton niet aan, dan vangt men onmiddellyk met den aanleg van een nieuw net aan. In dezer voege wyzigde spreker zyn voordracht. De heer Hooglandt trok zyn gestelde motie in. De heer Wormser zyn motie eveneens, na de laatste mededeelingen van den wet houder van financiön. De voordracht werd daarna aangenomen met 23 tegen 10 stemmen. De commissie, onlangs in eene verga dering van burgers van Nymegen gevormd, in verband met de komst der Koninginnen, is met enkele leden versterkt en bestaat thans uit de heeren: mr. P. C. Byleveld, bur gemeester, eere voorzitter; mr. A. M. OuJe- mans, voorzitter; mr. C. G. J. Byieveld, secr. H. Reniers, penningm.G. F. A. Borkens, P. Joosten, F. C. W. Noorduyn, W. F. Payens, O. A. Vieweg en J. J. Weve. De commissie vernam van bevoegde zyde dat het de wensch der Koninginnen is, daar rust te genieten, waarom elk plan tot het houden van feestelykheden is opgegeven en men zich zal bepalen tot versiering van den weg tusschen het station en het hotel „Keizer Karei," waar de hooge bezoeksters zullen ver- biyven. Uit Groningen meldt men het overlyden van dr. J. Baart de la Faille. De overledene was de nestor der geneesheeren aldaar, sinds tal van jaren lid van den Raad, eere-voorzitter van het Natuurkundig Genootschap en plaats vervangend lid van den geneeskundigen raad van Friesland en Groningen. Yoor rekening van het „Snouck-van- Loosen-fonds", te Enkhuizen, is een onder- handsche aanbesteding gehouden van het bouwen van 48 arbeiderswoningen, waartoe eenige aannemers waren uitgenoodigd. De inschrijvingssommen overtroffen echter der mate de begrooting, dat het werk niet is ge gund. Binnenkort zal nu een publieke aanbe steding plaats hebben. In de te Apeldoorn gehouden 9de jaar- lyksche algemeene vergadering van den Bodó van Chr. Zangvereenigingen in Nederland, welke door ongeveer 50 personen werd byge- woond, werden de drie aftredende bestuurs leden, de heeren mr. H. graaf Yan Hogendorp, E. L. Van Ruytenberg en J. Smelik Jr., herkozen. Het jaarverslag meldde, dat de Bond thans bestaat uit 136 vereenigingen, tellende 5500 leden. De financiën verkeeren in bloeienden toestand. Als plaats voor de 10de jaarvergadering in 1896 werd 's-Gravenhage aangewezen. Vermits aan den invoer in Frankrijk van ver6ch vleesch overwegende bezwaren verbonden zyn, behooren, voor 't vervolg, pakketten (per post) met zooaanigen inhoud niet ter verzending naar dat land te worden aangenomen. Naar men aan het „N. v. d. D." mede deelt, hebben eenige heeren te Utrecht eene maatschappij opgericht tot stichting van een hoofddepot voor bereiding van serum tegen diphtheritis. Beroepen is by de Evang.-Luthersche gemeente te Woerden, ds. Th. B. Granpré Molière, pred. by de Ned.-Herv. gemeente te Franeker. Het ontwerp Kieswet is gisteren door H. M. de Koningin-Regentes aan den Minister van Binnenlandsche Zaken toegezonden met machtiging om het by den Raad van State aanhangig te maken. (D.) De Staatscourant van 19 dezer bevat een reglement voor de Kon. Militaire Academie, vastgesteld by koninklijk besluit van 6 dezer. Dit besluit is genomen op de voordracht van de ministers van oorlog en van koloniën, en berust op de overweging, dat, ingevolge art. 48 der wet van 21 Juli 1890(Stsbl. 126) tot regeling van het militair onderwijs by de landmacht, voor zoover daarby de opleiding voor den officiersrang en de hoogere vorming van den officier zyn betrokken, de reglementaire bepalingen, bedoeld by de artt. 7, 9, 10, 25, 31 en 32 der wet, voor zooveel die Academie betreft, by algemeenen maatregel van bestuur moeten worden vastgesteld. Het reglement treedt in werking op 10 Mei a. s. voor zooveel het toelatingsexamen betreft, op 16 Sept. a. 8. voor zooveel de overige bepalingen aangaat. Men seint van gisteren uit Beriyn: De kapitein ter zee Usodom heeft zich, in opdracht van keizer Wilhelm, naar Nederland begeven, om de begrafenis van den vice- admiraal jhr. De Casembroot by te wonen en een krans over te brengen. By koninklyk besluit is mr. R baron Yan Zuylen van Nyevelt, hoofdcommies by het kabinet der Koningin, benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Yergund aan den heer J. C. I. H. De Kuyper, consul generaal der Nederlanden te Antwerpen, het aannemen der versierselen van ridder der Belgische Leopoldsorde. Benoemd tot rechter ia de arr.-rechtbank te Heeren veen mr. N. Yan Hasselt, thai 8 substituut-griffier by de arrondissements-recbt: bank te Tiel. Benoemd tot adjunct-commies by den raad van toezicht op de spoorwegdiensten mr. L. H. M. Van Kruyne, advocaat en procureur by den Hoogen Raad der Nederlanden te 's-Gra venhage. De by het Ned. leger gedetacheerde kapitein der infanterie van het Ned.-Indisch leger P. L. A. Collard, ter zake van lichaamsgebreken, met ingang van 1 Mei 1895, eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Lombok-Kruis. De Staatscourant van 18 dezer bevat het kon. besluit van 13 April (Stsbl. 42), waarby een afzonderiyk kruis wordt ingesteld, ter uitreiking aan allen zonder onderscheid van rang of graad, die deel hebben uitgemaakt van de expeditie tegen Lombok Wy maakten van dat besluit reeds melding in ons nummer van 14 dezer Het volgende diene tot aanvulling: Het kruis is vierarmig, de armen aan de beiden hoeken gepareld, samengevoegd door een medaillon. Het draagtaan de voorzyde op het medaillon de beeltenis van de Koningin, en op de armen de woorden „Lombok" „Mataram" „Tjakra Negara" „1894"; aan de keerzyde: op het medaillon: het rykswapon, omgeven door een lauwerkrans, en op de armen de woorden „Hulde aan" „Leger" „en" „Vloot". Het wordt op de linkerborst gedragen aan een lint ter breedte van 3.8 centimeters, bestaande uit vyf oranje, afgewisseld door vier Nassausch-blauwe verticale strepen, allen van gelyke breedte. Het lint wordt niet zonder het kruis go dragen. Het kruis wordt slechts eenmaal uitgereikt. De toekenning geschiedt by brevet, volgens aan het besluit gehecht model. Op het verbeuren van het kruis is van toepassing de regeling, vastgesteld by konink lyk besluit van 22 Augustus 1877, no. 9 (Stsbl. 172). De kosten, uit dit besluit voortvloeiende komen ten laste van: o. de begrooting van uitgaven voor Nederlandsch-Indië voor zoovee betreft hen, die van de expeditie deel hebber» uitgemaakt en niet tot de zeemacht behocren*" b. hoofdstuk VI der Nederlandsche Staatsbo grooting (Departement van Marine) voor zoo veel de zeemacht betreft. De ministers van koloniën en van marine zyn belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het „Staatsblad" hier te lande en in Ned. Indië, en behalve in de „Staats courant" ook in de „Javasche Courant" wordt geplaatst en waarvan afschrift wordt gezonden aan den kanselier der Nederlandsche Orden, aan de ministers van oorlog, van binnen- en van buitenlandsche zaken, van justitie en van financiën, aan den Raad van State, aan den chef van het Militair Huis der Koningin, aan het Hoog Militair Gerechtshof en aan de Algemeene Rekenkamer. 66) De prinses wachtte in een vertrek, dat aan het inwendige der kerk grensde, op het teeken, om zich aan de menigte te vertoonen. Zy was gekleed als vorstin van Busk en droeg de kroon op het hoofd. Richborough en Measurby bevonden zich in betzelfde ver trek, naar allen schyn volkomen kalm, maar in werkelijkheid erg opgewonden, vanwege de crisis, die niet lang meer kon uitblijven. Op het plein werden de kanonnen zoodanig opgesteld, dat zij het geheele plein bestreken, om, indien dit noodig mocht blijken, den burgers te beletten, den president ter hulp te snellen. In de kerk zelve bevond zich slechts een klein aantal republikeinen, die voor 't mee- rendeel om den president geschaard stonden. De feestrede eindigde en het orgel speelde nog een zegemarsch tot besluit, toen plot seling de metropolitaan oprees en er een volslagen stilte heerschte. Nu klonk trompetgeschal door de kerk, en terzelfder tyd verliet Upravado haastig den president en ijlde hjj naar Gregorius. De pre sident was zoozeer ontsteld door deae plot selinge stoornis en Upravado's zonderling ge drag, dat h(j als vastgenageld op z{)n troon bleef zitten, van waar h(j een vrouwelijke gestalte, in het koninklyk gewaad gehuld en met de kroon van Busk op het hoofd, de estrade van het koor zag bestijger. Z(j wendde zich om, en allen herkenden in haar Julia De Lusignan. Yddr Methodios van den schrik was be komen, riep Gregorius met luider stemme: Volk van Busk, zie hier de rechtmatige vorstin van uw land. Leve koningin Julia! Leve de koningin! klonk het met don derend geweld. Slechts enkele stemmen gin gen op voor de republiek. Methodios sprong op en trok zijn zwaard. Verraad 1 Verraad tegen de republiek 1 UpravadoI Leve koningin Julia! riep do generaal uit. De president snelde naar de estrade. Zjjne officieren trachtten hem te volgen, maar wer den hierin door de menigte teruggehouden. Een groote opschudding volgde. Methodios wilde zich, waanzinnig van woede, op de koningin storten. Zjj wachtte hem met de grootste kalmte af, want zij dacht, dat men hem, vóór hjj haar kon bereiken, wel neer geveld zou hebben. Alles ging evenwel zóó snel in zijn werk, dat niemand er op dit oogenblik aan dacht, hem te grijpen. Hy was nog slechts enkele stappen van haar af, en bief zyn zwaard reed3 op, om haar te dooden, toen Bichborougb, die zich in de nabyheid bevond, zich voor hem stelde. Hy ving den slag met zyn schouder op, maar bekwam geen letsel. Methodios greep een dolk en stortte zich op den hertog. De twee mannen worstelden een oogenblik op de bovenste treden en vielen toen naar beneden. Richborough slaakte een kreet, want de dolk van Methodios was in zyn borat gedrongen. De president rukte zich los en snelde weder naar boven; maar vóór hy op 't midden der trap was, kloofde Upravado hem den schedel. Zonder een kreet te slaken viel hy dood neder. Het orgel begon een marsch; van buiten hoorde men reeds een zwakken kreet voor de koningin opstygen en deze begaf zich, be geleid door Gregorius en Upravado, op weg naar de deur, zonder een oogenblik aan den man te denken, die haar 't leven gered had. Toen zy hem echter passeerde, scheen zy een oogenblik het heroïsche van zyn daad in te zienmaar Gregorius zei, toen hy bemerkte, dat zy met den jongen man wilde spreken, haastig: Nu nietl Nu niet! Toon u dadelyk aan de soldaten; anders is alles verloren 1 De stoet stelde zich weder in beweging en Richborough riep haar, terwyl hy zich trachtte op te richten, met zwakke stem toe: Julia I Ik sterf 1 Zy sloeg geen acht op deze woorden. De muziek ging door, de trompetten schalden en het volk hief een vreugdekreet aan; dit alles was voor haar schooner muziek dan de kreet van een stervende, zelfs al had deze haar het leven gered door voor haar te vallen. ZU was nu een koningin en vergat al het andere. De hertog wist, dat hy den dood naby was. Methodios had hem gedurende de worste ling toegefluisterd, dat de dolk vergiftigd was. Niets kon hem redden, maar hier bekommerde hy zich niet om. Dat hy echter zoo geheel verlaten moest sterven, te midden van de toejuichingen, die er voor de vrouw, die hem zoo harteloos achterliet, opstegen, was hem een bittere gedachte, en hy zuchtte smarteiyk, toen hem zyn gansche toestand voor oogen stond. Toen hy daar bezwymend in zyn eigen bloed nederlag, voelde by plotseling hoe een zachte arm hem omhelsde en er een zakdoek op zyn wond gedrukt werd, en opziende zag hy een welbekend gelaat boven het zyne. Hilda 1 Hilda 1 Ik sterf I Ik heb alles gezien, Gerald. Die harte- looze vrouw I Ge hebt haar het leven gered, en toch kon zy u zoo verlaten, uit vrees voor haar kroon! Ik kan haar niet langer van dienst zyn, en daarom laat ze my aan myn lot over. Ik ben verloren, Hilda 1 Neen, Gerald: de wond is niet diep. Ik kan het bloed gemakkelyk stelpen. Het is te laat. De dolk was vergiftigd Vergiftigd I Ik zal dadelyk een dokter zoeken; maar waar kan ik er een vinden? Er is niets aan te doen, Hilda, mom pelde hy op zwakken toon. Gy moet dit land verlaten. Zeg aan Julia, dat, als zy my, al is 't in nog zoo geringe mate, dankbaar is, zy Wilfred op vrye voeten moet stellen. Arme Gerald 1 O, dat ge zóó moet ster ven 1 Die hartelooze vrouw 1 Zy kan niet anders, Hilda. O, ik voel ik sterf Hilda! Groet Wilfred, ik heb altyd van hem gehouden. Zeg aan Julia, - ah! - Zy drukte een kus op zyn lippen, maar hy ademde niet meer. De kerk was geheel verlaten. Allen warm I de koningin gevolgd. Hilda zat geheel alleen by het lyk van haren neef. Zy weende niet. Deze slag was haar te zwaar. Zy nam den zakdoek op, die rood was van zyn bloed, en nadat zy hem nogmaals gekust had, verliet zy langzaam het gebouw. Haar gelaat was oven onbeweeg- ïyk en kleurloos als dat van den doode, toen zy zich op weg begaf om de koningin op te zoeken. Buiten gekomen, zagzy do juichende menigte in den heideraten zonnescbyn, voor de kerk Op het terras bevonden zich do koningin, met een uitdrukking van geluk op het gelaat, Upravado, Gregorius en een klein gevolg. Hilda drong tot haar door, wierp den met bloed bevlekten zakdoek voor haar op den grond en verdween, na baar een verwytenden blik toegeworpen te hebben, in de menigte. Julia verbleekte, maar herstelde zich spoedig. Het volk juichte haar toe als koningin, en by deze juichtonen vergat zy, dat hare ver heffing het leven had gekost van een man, die haar liefhad. XXIX. De dankbaarheid der koningin. De monarchie was hersteld. Het leger en de provinciën hadden zich voor de koningin verklaard, en het viel haar dus niet moeilyk, de burgers van Varzo te dwingen, haar als vorstin van Busk te erkennen. (Wordt vervolgd.) jfife DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1