N°. 10781.
TVoensdag 17 April.
A0. 1895.
t§eze €ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit iiommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 16 April.
F ©uilleton.
DE TOOVERR1NC.
LEIDSCH
DAdBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers -
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad
OfBolëel* KenBi»geTliiB«.
B. en We. der gemeente Voorschoten maken be
kend, dat het door hen aan den Raad gedaan vera'ag
yan den toestand der gemeente over het vorige jaar,
tegen betaling der koeten, ter gemeente-secretarie
verkrijgbaar ie gesteld.
De tentoonstellingen in de Kunstzaal van
het Stedelijk Museum alhier (teekeningen naar
Dordrecbts oude gebouwen, Japansche tapijten
en kakémono's, alsmede photograpbieën),
werden gedurende de beide Paaschdagen druk
bezocht. Het aantal bezoekers steeg tot boven
de zevenhonderd.
Hieruit kan blaken dat deze tijdelijke expo
sities door bet publiek op boogen prijs worden
gesteld.
Den heer Serrurier komt stellig een woord
van welgemeenden dank toe voor zijn betoonde
medewerking bij het inrichten der Japansche
uitstalling, en óók voor het tijdelijk afstaan
zijner rijke collectie photo's, waarvan nu de
kleinste helft te zien word gegeven. Heden
wordt eene nieuwe serie geëtaleerd.
Bi) den heer J. C. Huysman Jr. (firma
C. Kooyker) alhier, is verschenen de vroeger
aangekondigde „Maskerade marsch" van den
heer W. Van Erp, kapelmeester bij het vierde
regiment infanterie.
Behalve dat deze compositie door het fraaie
uiterlijke kleed, waarin zij is gestoken, de
opmerkzaamheid trekt, verdient zij ook de
aandacht als toonzetting zelve.
Het oude lied „Berg op Zoom" en het „Iö
vivat" zjjn op eigenaardige wijze in het werk
gevlochten.
Zeer zeker zal deze marsch, tevens met
het oog op de a. s. feesten, veel worden ge
speeld en dus ook door velen, die aan piano
spelen doen, worden aangeschaft.
H(j valt in het bereik van alle beoefenaars
van het klavier-spel.
De Nederlandsche mail, met berichten
uit Batavia tot 19 Maart, kan hier morgen
worden verwacht.
Er bestaat gelegenheid tot verzending
der correspondentie naar Nieuw-York, door
middel van het atoomschip „Maasdam", van
Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al
hier moeten de brieven, enz. uiterlijk heden
avond om 10.40 bezorgd z(jn.
De wijze van verzending behoort duidelijk
op het adres vermeld te worden.
Te Haarlemmermeer is eene afdeeling der
vereeniging van patroons „Boaz" opgericht.
De afdeeling telt reeds ruim 120 leden.
De gepensionneerde vice-admiraal jhr. F.
De Casembroot, adjudant in buitengewonen
dienst van H. M. de Koningin, de held van
Simonoseki, die, naar men weet, reeds gerui-
men tijd ernstig ziek was, is Zondag-ochtend
te 's Gravenhage overleden.
Met jhr. De Casembroot is een der dapper
ste, tevens een dor meest beroemde Neder
landsche marine-officieren uit deze eeuw
heengegaan, een man, door allon, die hem
kenden, geéerd om zijn onversaagdhi id tn
koelbloedigheid, om zijn eerlijk en rondborstig
karakter; door z\jn minderen geacht wegens
zijn vriendelijkheid, maar tegelijk onkreukbare,
strenge eerlijkheid.
Bekend is zijn moedig gedrag ter gelegen
heid 7an de verwikkelingen in Japan, hoe hij,
destijds kapitein-luitenant ter zee, als com
mandant der „Medusa", op schitterende wijze
de eer der Nederlandsche vlag handhaafde,
toen dit stoomkorvet de nauwe straat van
Simonoseki of den westelijken ingang der
Japansche binnenzee forceerde op 11 Juli 1863.
Aan zijn onversaagde houding op dezen ge
denk waardigen dag heeft De Casembroot den
naam „held van Simonoseki" te danken.
Uit het leven var. De Casembroot z(j nog
het volgende aangeteekend
Hij werd geboren in 1807 en in 1832 adel
borst op het Kod. Instituut voor de Marine
te Medemblik.
Met 1 October 1836 word hij benoemd tot
adelborst 1ste kl. en vervolgens 28 November
1840 bevorderd tot luit. ter zee 2de kl.; den
lsten Januari 1852 tot luit. ter zee 1ste kl.;
den 19den Febr. 1860 tot kapt.-luit. ter zee,
en den lsten Januari 1868 tot kapitein ter zee.
Bjj kon. besl. van 14 Nov. 1872 werd hy op
pensioen gesteld, onder toekenning van den
titulairen rang van schout-by-nacht onder
dankbetuiging voor de vele gewichtige aan
den lande bewezen diensten;
By Kon. besluit van 3 Mei 1879 werd hem
toegekend de titulaire rang van vice-admiraal.
De onderscheidingen, die De Casembroot
ten deel vielen, knoopen zich vast aan de
volgende data:
Kon. besl. 12 Maart 1853 benoemd tot
adjudant des konings in gewonen dienst.
Kon. besl. 29 Sept. 1863 benoemd tot ridder
4de kl. M. W.-O. ter zake van ztfn moedig
gedrag als commandant van de „Medusa".
In 1864 ter zake van zyn dapper, beleidvol
gedrag als commandant van de „Medusa", by
het forceeren der straat van Simonoseki be
vorderd tot ridder 3de kl. der M. W. O.
30 Jan. 1865 eervol ontslagen als adjudant
van Z. M. in gewonen dienst en benoemd
tot adjudant van Z. M. in buitengewonen
dienst.
26 Juni 1865 tydeiyk bevelhebber over het
stoomschip „Cycloop" voor eene reis van
H. M. de Koningin naar Engeland.
Kon. besl. 25 Juni 1891 eervol ontheven
als adjudant in buitengewonen dienst van
wyion Z. M. den Koning en benoemd tot
adjudant in buitengewonen dienst van H. M.
de Koningin.
Kon. besl. 13 Feb. 1894 benoemd tot Kan
selier der Nederlandsche Orden.
De Casembroot was, behalve ridder 3de kl.
der Militaire Willemsorde, ook Grootkruis van
den Nederlandschen Leeuw, Eervol vermeld,
officier van het Legioen van Eer, ridder 1ste
kl. der orde van den Heiligen Stanislas van
Rusland, Rechtsridder der Heilige Johanniter-
orde van Pruisen, officier der orde van de
Eikekroon, commandeur der Adolfsorde van
Nassau, ridder der Leopoldsorde van Oostenryk,
commandeur der orde van Philippus den Groot
moedige van Hessen-Darmstadt, ridder 1ste kl.
van den Rooden Adelaar van Pruisen, ridder
lste kl. der Ryzende Zon van Japan, ridder
4de kl. der orde van St.-George van Rusland,
officier der. orde van den Toren en het Zwaard
van Portugal, commandeur der orde van den
Zihringer Leeuw van Baden en begiftigd met
het officierskruis voor 35 jarigen dienst.
Het stoffelijk overschot van jhr. De Casem
broot zal Vrydag a. s. op de begraafplaats
„Eik-en Duinen" worden ter-aarde-besteld.
De stoet verlaat te elf uren het sterfhuis.
Op uitdrukkelyk verlangen van den over
ledene zal de begrafenis in allen eenvoud
plaats hebben.
Ter begraafplaats Nieuw Eik en-Duinen,
te 's-Gravenhage, werd gistervoormiddag ter-
aarde-besteld het stoffelyk overschot van den
gepensionneerden kapitein ter zee J. D. J.
Van der Hegge Spies, ridder der Militaire
Willemsorde.
Onder de talryke belangstellenden, die den
overleden hoofdofficier de laatste eer bewezen,
bevonden zich o. a. de minister van marine
jhr. Van der Wyck; de oud-ministers van
marine Dyserinck en Gericke; de gep. vice-
admiraals jhr. Röell, Ten Bosch, Van Rees
en Cramer; de gepensionneerde hoofdinspecteur
van administratie der zeemacht, kolonel Van
Wely; de gep. hoofdmg. der marine de heer
A. J. H. Boeloo; de gepens. schouten-by-
nacht Guyot, Klis, Stakman Bosse, Van de
Velde en tal van oud-kapiteins ter zee, onder
meer de hoeren Visser, baron Collot a'Edcury,
Weys, Snoek en De Bruyn Kops.
De baar was bedekt met een schat van
kransen en bloomstukken, een in den vorm
van een anker.
H. M. de Koningin woonde eersten
Paaschdag de. voormiddag-godsdienstoefening
by in do Willemskerk te's Gravenhage, onder
gehoor van ds. Van der Flier, en H. M. de
Regentes die in de Kloosterkerk, onder gehoor
van ds. Knottnerus.
De familie Von Wied zal dezen zomer
gedurende de maand Augustus weer eenigen
tyd te Domburg doorbrengen en wel waar-
scbyniyk ditmaal in een der hotels. Reeds is
iemand te Domburg geweest, om het een en
ander in gereedheid te brengen.
Onder toevloed van vele vrienden en
vereorders werd het lyk van ds. P. Huet te
Goes Zaterdag middag ter aarde besteld. De
ïykbaar werd gedragen door leden van den
korkeraad. Twee prachtige kransen dekten de
kist. Vele gemeenteleden en ambtsbroeders
volgden de lijkkoets. Van en namens deze
laatsten voerden achtereenvolgens het woord
ds. Van Koetsveld, namens den kerkeraad,
ds. Hage, namens het classicaal bestuur, ds.
Laan, als oud-collega, ds. Kapteyn, namens
de Geref. Kerk voor Goes, ds. Siebenhar,
namens de vrye evangelische gemeente aldaar,
en ds. J. G. Smitt, uit Amsterdam. Onder de
aanwezigen merkte men o. a. op prof. dr.
J. H. Gunning, uit Leiden.
De zoon van den overledene dankte de
sprekers.
De heer N. W. Van Es, bankier te
's-Gravenbage, vraagt voor den locaalspoorweg
Scheveningen—Hoek van Holland en een te
maken vluchthaven aan de gemeente 's-Gra-
venhage een subsidie van f 100,000. Een
zelfde subsidie zal de heer Van Es van het
Ryk en de Provincie vragen.
Het hooldbestuur der onlangs opgerichte
Vereeniging tot bevordering van den Neder
landschen Export is tegen Donderdag 25
April te 's-Gravenbage byeengeroepen en zal
in die vergadering met de behandeling van
belangrijke vraagstukken worden aangevangen.
Reeds zyn door het dagelyksch bestuur
plannen ontworpen tot vermeerdering van den
export van Westlandsche vruchten naar Enge
land, waaromtrent met belangstellenden en
belanghebbenden zoowel dd&r als hier te lande
onderhandelingen worden gevoerd, en zal ook
de uitvoer van djatti hout uit onze koloniën
een punt van overweging uitmaken. Dit laatste
onderwerp heeft vooral in de laatste jaren
de aandacht van velen tot zich getrokken en
heeft nog in belangrykkeid gewonnen, sinds
bier te lande talryke Nederlandsche kapitalen
by de oprichting van Indische hout-aankap
maatschappijen zyn betrokken.
Aan de nieuwe vereeniging valt talryke
steun van Nederlandsche industriëelen op
allerlei gebied te beurt en ook van uit het
buitenland zyn haar reeds vele bewyzen van
sympathie geworden, die het vermoeden wet
tigen dat voor haar in de naaste toekomst
een hoogst belangrijke en nuttige werkkring
is weggelegd.
Men schrijft uit Tiel, dato 13 April:
Gisteravond met den trein van 6.17 arri
veerde de sergeant F. W. C. Klören, wegens
krygsbedryven op Lombok met de Mil. Wil
lemsorde lste klasse begiftigd, in zyne ge
boorteplaats Tiel. Eene ontzaglijke menigte
verdrong zich aan het station, waar tegen
woordig waren: officieren en oud-officieren
der d.d. schutterij, het kader, de gepension
neerde kapitein van 't N.-I. leger Yerhoeff,
de gepens. adjudant-onderofficier Van Weenen,
beiden ridder M. W.-O., en de militairen met
verlot in Tiel.
Toen de held van don avond uit den trein
stapte, werd hy begroet door bet muziekcorps
der harmonie „Crescendo" uit Kuilenburg (het
Tielsclie is ontbonden). Do sergeant Lureman
overhandigde hem, namens de Tielscho schut-
tery, een lauwerkrans; mej. Schadée over
reikte hem, namens hare broeders, officieren
van het N.-I. leger, met eenige toepasseiyke
woorden een fraaien bouquet. In een zevental
rijtuigen nam de stoet plaats, Klören mot
zyn ridderbroeders in één rytuig, bespannen
naet vier paarden, en trok in optocht naar
het beursgebouw, waar de gemeenteraad den
nieuwen ridder ontving.
De burgemeester verklaarde dat Tiel trotsch
was op haren zoon, die in verre gewesten de
eer van de Hollandsche vlag zoo kranig had
opgehouden. De oudste zoon van generaal
Swart bood namens zyne moeder den dapperen
medestryder zyns vaders een lauwerkrans
aan en nadat de eerewyn was gepresenteerd,
overhandigde de heer Van Weenen, die dezen
avond had georganiseerd, met eene toepasse
lijke rede Klören een krans namens de
Tielsche burgery.
Hiermede was de openbare feesteiykheid
geëindigd.
l)r. E. Wintgens, inspecteur van het
geneeskundig staatstoezicht in Limburg en
Noord-Brabant, is door koning Leopold van
België toegekend het kruis lste kl. der
burgeriyke decoratie, in 1867 ingesteld. Deze
onderscheiding is den heer Wintgens gewor
den ter belooning van diensten, tydens do
cholera-epidemie van 1894 bewezen.
Uit Tilburg wordt gemeld dat voor de
ontvangst der Koninginnen aldaar de raad
zaal, waar het déjeuner zal plaats hebben,
wordt vergroot, terwyi de aangrenzende ver
trekken tot salon en boudoir worden inge
richt. Tegenover het station zal eene monu
mentale eerepoort in Romaanschen styl
verrijzen, welke, ongerekend de vlaggentro-
poeön, eene hoogte van 12 en eene breedte
van 1180 M. zal hebben; aan weerszijden
worden eerebogen geplaatst. Ook hebben
zich reeds in enkele straten commissies voor
versiering gevormd.
De inwendige restauratie van dé St.-Joris-
kerk te Amersfoort is opgedragen aan den
heer L. Couvée, architect te Delft, die met
zyn ontwerp den eersten pry's verwierf by
het daarvoor gehouden concours.
Volgens de „Middelb. Ct." zal de luit.-
kolonel D. J. H. Van Aken, provinciaal adju
dant in Zeeland, te Middelburg, eerlang voor
pensionneering in aanmerking worden gebracht.
Naar de „Tel." verneemt, is tusscheD de
departementen van Financiën en Oorlog en
de Algemeene Rekenkamer nog thans eone
ernstige correspondentie aanhangig naar aan
leiding van het tekort, ontstaan door de
vanwege het departement van oorlog buiten
do Staatsbegrooting gedane uitgaven, bene
vens over de maatregelen, om zulks in den
vervolge te voorkomen.
Naar men meldt, is de minister van
justitie voornemens, een commissie te benoe
men, met opdracht te onderzoeken, in hoeverre
door den arbeid in de gevangenissen afbreuk
gedaan wordt aan de nationale ny verheid en,
zoo ja, welke beperkende maatregelen daar
tegen kunnen genomen worden.
De minister van binnenl. zaken heeft:
lo. met ingang van 1 Mei a. s., op zyn ver
zoek, eervol ontslag verleend aan den heer
J. A. F. Th. Herckenrath, als assistent by
de tandheelkunde aan de Ryks universiteit te-
Utrecht; 2o. voor het tijdvak van 1 Mei 1895
tot en met 31 Dec. 1895 benoemd tot assisten'
by de tandheelkunde aan die Ryks-universiteit
den heer P. J. J. Coebergh.
De minister van marine heeft den luit.
ter zee lste kl. F. M. Van Gelsdorp met 26
April a. s. tydeiyk toegevoegd aan het hoofd
van het vak van uitrusting by 's Ryks werf
te Willemsoord en belast met den dienst van
het torpedo-materiëel, tevens chef van hot
torpedoatelier.
De gewone audiëntiën van de ministers
van financiën en van oorlog op 18 dezer zullen
niet worden gehouden.
62)
De majoor was niet weinig ingenomen met
zyn eigen verstand en menschenkennis, maar
in dit opzicht was hy slechts een kind, in
vergelijking met de prinses. Zy was een soort
van vrouwelijke Machiavelli, die het zelf3
een Caesar Borgia lastig had kunnen maken.
Zy deinsde voor geen moeilijkheid terug. De
majoor was voor haar een tegenstander, dien
z(j feiteiyk reeds in haar macht had vóór
de onderhandelingen geopend werden. Zy be
greep zeer goed, dat zy hem met een weinig
handigheid gemakkeiyk de kastanjes uit het
vuur zou kunnen laten halen, en beschouwde
haar zaak dan ook ale reede gewonnen.
Measurby liep blindelings in de val.
Ge moet den hertog die woorden niet
kwaljjk nemen, majoor, zei de prinses; hy
heeft geen begrip van zulko dingen. Ik be-
gryp u volkomen en kan niet meer doen dan
u te bedanken voor de moeite, die ge u voor
my getroost hebt. Maar, a propos, hebt ge
niet twee paarden uit den stal genomen?
Jawel, mevrouw; ik wilde hier zoo gauw
mogeiyk zyn.
Daar hadt ge toch maar één paard voor
noodig.
Janehah had er ook een noodig.
Juiat, zei de prinses peinzend; nu be-
gryp ik, waar ze alle acht gebleven zyn.
Hoezoo, mevrouw?
Wol, mevrouw Dacre ia met een be
diende naar Gregorius gevlucht.
Dan is zy in veiligheid, viel de majoor
snel in. - Daar ben ik biy om.
Wy hebben er twee gonomen, gy twee,
mevrouw Dacre ook een paar, en de twee
laatste zyn door Upravado en een zyner
officieren gebruikt.
Is de generaal u gevolgd? riep de majoor
verbaasd uit.
By na tot hier, antwoordde zy snel.
Upravado en zyn officier haalden ons in, maar
de hertog joeg het paard van den generaal
een kogel door den kop, en ik heb den officier
gedood.
Gedood? vroeg hy, ontsteld door den
kalmen toon, waarop zy dit zeide.
Ik heb hem de hersenpan verbryzeld,
antwoordde zy kalmpjes. Het was minder
aangenaam, maar ik moest wel. Upravado is
teruggekeerd en wy zyn doorgereden. Het
apyt my, dat wy hem niet eveneens gedood
hebben.
Niettegenstaande al zyn laagheid, hoorde
de majoor een vrouw niet gaarne op deze
wyze spreken. Hy begreep echter, dat hy er
niets mee zou winnen, haar dit onder 't oog
to brengen, en knikte dus zwygend met het
hoofd. Na een kort stilzwygen zei hy:
Het i3 beter, dat ge het niet gedaan hebt.
Waarom?
Wy hebben hem noodig.
Als ge hem het geld niet geeft, hebben
wy niets van hem te wachten. Het kan ook
zyn, dat hy 't niet meer aanneemt.
Wees daar niet bezorgd voor, zei de
majoor. Ik zal hem eena zooveel geven,
als hy u op don troon helpt.
Hebt ge zooveel geld?
Jawel, zelfs nog meer.
Dat zei meneer Dacre ook, zei de prinses
minachtend; maar ik geloof het niet vóór
ik het in goud voor my zie.
Zoodra Janshah komt, zal ik u hot geld
toonen. Hy heeft nu tweehonderd duizend
francs en kan de rest te Varzo krygen.
Als ge er nameiyk terug kunt komen.
Wel, natuuriyk, en gy ook, mevrouw,
maar vermomd.
Wati Om my nog eens in den muil
van den leeuw te wagen? Denkt ge dat ik
myne zinnen verloren heb, majoor?
By Gregorius zyt ge veilig. Daar kunt
ge met den generaal onderhandelen, en als
hy er in toestemt, waar ik volstrekt niet
aan twyfel, - zal ik hem zooveel geld geven
ais by verlangt, vóór hy de kamer verlaat.
Goed; maar als hy weigert?
Dat zal hy niet doen. Na deze samen
zwering zal Methodios hem meer dan ooit
wantrouwen.
De prinses dacht eenige oogenblikken na
en wilde juist antwoorden, toen de deur ge
opend werd door Janshah, dis, na een diepe bui
ging gemaakt te hebben, den majoor aansprak.
Het was erg moeilyk een rytuig te
krygen, mynheer, maar ik heb er nu een hier.
Hoe is de stemming van het volk in
de stad?
Men weet nog niets van hetgeen hier is
voorgevallen. Wy kunnen ongehinderd pas-
seeren.
Wanneer komt de wacht?
Binnen een uur, mynheer. Het is byua dag
De prinses en meneer Richborough gaan
mee, Janshah.
Jawel, mynheer.
Nu Janshah toch hier is, kunt ge my
het geld laton zien, majoor.
Measurby gaf den man een wenk. Hy verliet
het vertrek en kwam spoedig daarop terug met
twee bedienden, die een zwaren koffer droegen.
Waar komen die mannen vandaan? vroeg
de majoor, eenigszins verschrikt.
Ik heb ze vier dagen geleden naar de
stad gestuurd, voor het geval dat het plan in
duigen mocht vallen.
Dat was zoo kwaad niet. Je denkt ook
aan alles, Janshah. Maar hoe heb je dien
koffer hier gekregen?
Op myn paard, mynheer, antwoordde
Janshah, terwyl hy den koffer opende. De
prinses trad naderby en zag het goud, dat er
in schitterde. Zy wendde zich tot den majoor,
met een zegevierend lachje.
Upravado is te gierig om dit af te slaan.
Is dit het geld, waarmede meneor Dacre den
generaal zou omkoopen?
Juist, mevrouw.
Hoe zyt gy er dan aan gekomen en
waarom is Janshah nu in uw dionst?
Dat kan ik u niet zeggen, mevrouw.
De oogen der prinseB schoten vuur, maar
zy verborg haar woode onder een glimlach.
Welnu, het komt er niet op aanals go
hem voor my kunt winnen, zal ik my niet
met uw geheimen bemoeien. Denkt ge niet
dat hy nu meer geld zal vragen?
Kunt ge my nog zulk oen som bezorgen
Janshah?
Te Varzo kan ik u het driedubbele uit
betalen, mynheer.
Ge ziet wel, mevrouw, dat ik niets met
Dacre gemeen heb, zei do majoor. Ik kan
myn woord houden. Dezen keer zult ge slagen.
Ik hoop bet. Een derden keer zou ik my
misschien niet kunnen redden. Maar laten wy
nu voor een goede vermomming zorgen.
Dat zal Janshah doen.
En ook mot Gregorius spreken?
Zeker.
Het 8Chynt wel, of dien man alles mo
gelijk is, zei de prinses droogjes, terwyl zy
naar de deur ging.
Een oogonblik nog, mevrouw, zei de
majoor, terwyl hy Janshah een wenk gaf, dat
hy met haar alleen wenschte te zyn. Wat
zal myn belooning zyn, als ik u op den troon
herstol
Wat ge zelf wilt; noem het maar.
Ik vrees, dat hst u niet zal meevallen.
Toch niet, ik moet wol, zei de prinses,
hem doordringend aanziende.
Welnu, zei de majoor kalm, ik zal u
helpen als ge my uw hand schenkt.
Wat? riep zy uit, bleek van aandoening.
Ik wil met u trouwen, zei de majoor
zenuwachtig.
De prinses hief zich in haar volle lengte
op en keek hem met vlammende oogen aan.
Wordt vervolgd.)