Doïiderdag XI April.
A0. 1895.
(Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zpn- en feestdagen, uitgegeven.
F* eullleton.
DE TOOVERRINC.
N°. 10778.
IEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden, 1.10.
1.40.
0.05.
Franco per post
Afzondorlyke Nommers
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1-6 regels f 1.05.
lettors naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekend.
Iedere regel meer f 0.17J. Grootera
Voor het incasseeren buiten de stad
Dit nommer bestaat nit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Wegens den Goeden Vrijdag xal
deze courant dien dag niet worden
uitgegeven*
Leiden, 10 April.
Uit het jaarverslag over het Ethnogra-
phisch Museum te Leiden blfikt het volgende
De gebouwen ztfn en bltfven ten eenenmale
ongeschikt voor het doel, waarvoor zy be-
Btemd zyn De maatregelen, voor de veiligheid
der verzameling gevorderd, blijven achterwege,
denktiyk omdat het niet raadzaam wordt ge
acht in oude gebouwen verbeteringen aan te
brengen.
De staat van conserveoring der verzameling
wordt met ieder jaar moeiiyker na te gaan.
In de doorgangen tusschen de kasten zyn
stellingen opgeslagen, alwaar de voorwerpen
liggen opgestapeld. By dezen staat van zaken
kan van geregeld nazien en onderhouden der
verzameling reeds geen sprake meer zyn en
het zou den directeur niet verwonderen, als
enkele collecties door insecten bleken ver
Woest of beschadigd te zyn. De directeur kan
althans de verantwoordelykheid voor een goede
bewaring niet zonder voorbehoud dragen en
zal het gebouw aan de Hoogewoerd voor het
publiek moeten sluiten, omdat hy by de
menigte in 't vrye liggende voorwerpen niet
langer behooriyk tegen vervreemding kan
waken.
Een zoo compleet mogelyke collectie van
Indische poppen,ter voorstelling van de kleeder
drachten, eigen aan de verschillende bevol
kingen, rangen en standen van den Oost-
ïndischen archipel, werd door dames van
Nederlandsch Indië voor H. M. de Koningin
byeengebracht. Eerst werd zjj te Batavia ten
toongesteld, daarop aan de Koningin ten
geschenke aangeboden, in de Gothische zaal
te 's-Gravenhage tentoongesteld en toen
volgens besluit van H. M. de Koningin-Regentes
ingelyfd by 's Ryks Ethnographisch Museum,
„met het oog op de diensten, die zulk een
verzameling voor de kennis der zeden en ge
woonten van Insulinde aan de Nederlandsche
hatie zou kunnen bewyzen".
Deze schitterende collectie, eenig in haar
soort, ligt thans in kisten opgestapeld in de
doorgangen tusschen de kasten in het Museum l
"Wie zal zeggen aan welke vernielende wer
kingen zy binnen een niet lang verschiet zal
worden blootgesteld!
Yan den catalogus dezer poppen in de
Gotbische zaal bleken twee oplagen noodig
te zyn. Eerst tegen het einde werd een zeer
uitvoerige catalogus met belangryke noten
uit de mededeelingen der plaatselyke comités,
samengesteld door den heer R. C. Bakhuizen
van den Brink, uit Batavia ontvangen. Het
getal bezoeken bedroeg ongeveer tienduizend,
de opbrengst der tentoonstelling, die ten bate
der wetenschappelyke expeditie van Borneo
strekte, beliep 2642.
De 2de luit.-kwartm. P. Rienks, van het
4de reg. inf. te Leiden, wqrdt 1 Mei a. s.
overgeplaatst by het 3de reg. inf. te Bergen-
op-Zoom.
Aan de memorie van toelichting op de
concessie-aanvrage voor den aanleg en de exploi
tatie van een Locaal Spoorweg van Schevenin-
gen naar den Hoek-van-Holland, ingediend
door N. "W. Yan Es c. s., te 's-Gravenhage,
wordt het volgende ontleend:
Aanvrager erkent dat de aanleg van een
visschershaven naby de kom van Schevenin-
gen, hetzy binnen-, hetzy buitenduins, voor
belanghebbenden het meest gewenscht zou zyn.
De enorme kosten, aan de uitvoering van
dit werk verbonden, enorm ook in ver
houding tot het belang, dat daarmede zou
worden gebaat, en de bezwaren, ontleend aan
de eischen der kustdefensie, zullen echter
de tot-stand-koming eener haven, naar zyne
meening, practisch onuitvoerbaar doen blijken.
Buitendien zou dit een werk van zeer langen
duur zyn, terwyl de visschery spoedig dient
te worden geholpen.
Daarom heeft hy gemeend, dat, wyi de
havens van Ylaardingen en Maassluis te ver
rivieropwaarts zyn gelegen, en te weinig los-
en bergruimte aanbieden, in den aanleg van
een vluchthaven aan den Hoek-van-Holland
met eene spoorwegverbinding naar de kom
van het dorp Scheveningen, de beste op
lossing van het vraagstuk gelegen is.
Adressant herinnert aan den wensch van
Z. E. den Minister van Waterstaat, Handel
en Nyverheid, dat aan den Hoek-van-Holland
een terrein van 18.3750 H.A. eventueel ook
in verband met een visschershaven gereser
veerd werd en dat wel nog vóór de storm
van 22 December 1894 de Scheveningsche
vloot zóó deeriyk heeft getroffen.
Tevens wordt uit een finantiêel en strate
gisch oogpunt de kustdefensie aanzieniyk ver
beterd. Vereiscnt deze thans, ter voorkoming
van landing van vyandelyke troepen, een uit
gebreide posteniyn, de aanleg van een spoor
weg onderlangs en geheel gedekt door de
duinen en aanvang nemende op korten af
stand van de kazernen te 's-Gravenhage en
het fort aan den Hoek-van-Holland, zal deze
vereenvoudigen.
Aanleg eener vluchthaven aan den Hoek-
van-Holland met spoorwegverbinding wordt
mede in het belang van Delfland betoogd.
Ook tegen de wyze, waarop hy de hem te
verleenen concessie wenscht uit te voeren, kun
nen, naar zyne meening, geen bezwaren worden
ingebracht.
De spoorweg zal geheel op aan te kooien
terreinen worden aangelegd, zoodat een wet
tot verklaring, dat de uitvoering in het alge
meen belang is, zal noodig zyn.
Wat de kosten betreft, deze zullen van den
aanleg en van het rollend materiëel zonder
los- en laad-inrichtiDgen ongeveer ƒ800,000
bedragen; daar de opbrengst dezer lyn niet
genoeg zal zyn tot dekking der kosten en
der rentebetaling, meent adressant aan het
Ryk, de Provincie Zuid Holland en de ge
meente 's-Gravenhage ieder een subsidie van
100,000 te moeten vragen.
Het transport van materialen, de voort
durende snelle gemeenschap van het fort aan
den Hoek van Holland met de verblijfplaats
van de troepen te 's Gravenhage, maken dat
in oorlogstyd op slechts één enkel punt, byv.
te Ter Heide, een goedo uitkijkpost noodig
zou zyn, die, door den spoorweg achter zich
gesteund, geen verdere troepen langs dat
gedeelte van de kust ter directe bewaking
vereischt.
De aanleg van telephoonlynen langs de baan
versterkt mede de kracht der defensie.
Op de geprojecteerde zyiynen langs het
Yerverschingskanaal, alsmede aan de Duin
straat, kunnen wagens ten behoeve der troepen
in oorlogstyd gereed staan.
Alhoewel ook voor Delfland deze spoorweg
verbinding van groot nut is te achten, komt
het adressant, met het oog op de groote uit
gaven, waaronder dit waterschap vooral ten
gevolge der laatste stormen reeds gebukt
gaat, niet raadzaam voor aan dat lichaam
subsidie te vragen.
Worden de subsidies verleend, dan meent
adressant de verdere levensvatbaarheid der
lijn te kunnen aantoonen.
De opbrengst van personen- en goederen
vervoer wordt te zamen geschat op 40,500.
De uitgaven zullen ongeveer 6500 boven
de ontvangsten stygen.
Tot dekking dezer 6500 wordt op eenig
vervoer tusschen de badplaats en Scheveningen
en Loosduinen en op de reizigers van Engeland
naar Scheveningen gerekend.
Mochten eventueel de los- en laadinricbtingen
niet van Rykswege by de toekomstige vlucht
haven worden aangelegd, dan is adressant
bereionder nader te bepalen voorwaarden,
de uitvoering en exploitatie daarvan aan de
te verleenen concessie te verbinden.
Tot tegenschatters der personeele be
lasting in de gemeente Zegwaard zyn benoemd
de heeren G. Groeneweg cn D. Leeuwenburgh
aldaar.
Gedurende Haar verblyf te Amsterdam
zullen de Koninginnen Dinsdag 23 April, des
namiddags te twee uren, een voorstelling bfi-
wonen in den circus Carré.
Dinsdag-avond zal de Koningin-Regentes
raoüt geven ten paleize te Amsterdam en
Woensdag-avond 24 April zullen Hare Majes
teiten eene voorstelling by wonen in den Stads
schouwburg.
Dames, die gedurende het aanstaand verblyf
van Hare Majesteiten te Amsterdam hare
opwachting wenschten te maken aan H. M.
de Koningin-Regentes, zullen zich daartoe
vóór den 18den April schriftelyk moeten
wenden tot mevrouw do douairière Insinger,
geb. Van Loon, dame du palais van Hare
Majesteit, te Amsterdam.
Maandag hield de Ned. bond „Maatschap-
peiyk Belang" eene buitengewone alg. ver
gadering te Utrecht, met het doel om tot
reglementswijziging te komen, wat het hoofd
bestuur wenscheiyk en noodzakeiyk achtte
om toetreding van meer afdeelingen te ver
krijgen.
Het gewyzigd reglement werd met 58 tegen
I 6 stemmen goedgekeurd.
Op 9 dezer heeft aan het departement
van buitenlandsche zaken de onderteekening
plaats gehad van een tractaat van hanóel en
vriendschap tusschen Nederland en den Oranje-
Vry staat. (Sts.-Ct.)
Yoor het directeurschap der hoogere
burgerschool en burgeravondschool te Zutfen
is door de commissie van toezicht op het
middelbaar onderwys, in overleg met den
inspecteur van het M. O., geplaatst op eene
aanbeveling dr. B. C. Goudsmit, leeraar in
pbysica aan die inrichtingen.
De vereeniging Hotelwezen-tentoonstel
ling bericht ons, dat de inschry vingen op de
premieleening der wereld-tentoonstelling ten
volle worden toegewezen.
De premie obligatiën zullen derhalve 20
dezer aan de kantoren van inschry ving ver-
krygbaar zyn.
Onder de versieringen, welke ter eere van
het bezoek van de Koninginnen te Maastricht
worden aangebracht, zullen vooral uitmunten
lo. de eerepoort aan het begin der Station
straat, ontworpen door den heer F. Van der
Laar. Deze poort zal in Gothischen styl
worden opgetrokken en een getrouwe afbeel
ding geven van de voormalige oude Wyker-
poort; 2o. de vroegere wachttoren met zyn
aardig klokkenhuis, op dezelfde plaats, nl.
voor de Maasbrug, waar deze vroeger prykte.
De afbeelding van dozen toren berust in het
Ryksarchief, terwyl het toezicht op de uit
voering is opgedragen aan den heer Flament,
Ryksarchivaris, mr. Franquinet en baron Van
Geusau3o. een eerepoort aan de Statenstraat,
uitgevoerd door den heer H. Goovaerts. De
breede postementen van die poort zullen be
schilderd woraen met voorstellingen van ver
schillende ambachten, in terra-cotta kleur, op
gouden grond, en 4o. een driedubbelen eere-
boog, naar het ontwerp van den heer A.
Oiterdissen Deze boog is de grootste in om
vang, zal in Italiaanschen renaissancestyl
worden opgetrokken en belooft elegant en
kleurryk te zullen worden.
De „Ind. beige" meldt dat op de aan
staande internationale postconferentie door
Zwitserland het voorstel zal worden gedaan
de maximumgrens van het gewicht der brieven,
die tegen het enkelvoudig port in alle landen,
tot de post unie behoorende, worden bezorgd,
van 15 gram te brengen op 20 gram.
Naar de „Tel." van wélingelichte zyde
verneemt, zou de Regeering reeds thans be
sloten zyn, tot de benoemïDg eener Staats
commissie over te gaan, tot het uitbrengen
van advies omtrent regeling en grondslagen
eener pensioenverzekericg voor oude werk
lieden. Reeds binnen een betrekkeiyk kort
tydstip zou de benoeming dezer commissie
kufanen worden tegemoet gezien.
In de Dinsdag te Leeuwarden gehouden
Raadsvergadering is naar aanleiding van het
verzoek van J. Dykstra e. a. tot het op
nemen van bepalingen van minimum-loon en
maximum werktyd in bestekken besloten,
aan de adressanten te berichten, dat met de
tot dusver genomen proeven ten aanzien van
het opnemen van bepalingen omtrent mini
mum-loon in bestekken en voorwaarden van
aanbesteding van gemeentewerken zal worden
voortgegaan, voor zooverre de aard dier wer
ken daartoe geschikt zal worden geoordeeld,
en dat, wanneer voor misbruik van de werk
krachten der werklieden gevreesd wordt, ook
met het bepalen van maximum-werktyd proe
ven zhllen worden genomen.
By koninklyk besluit is benoemd mr. N.
A. Tonckens tot burgemeester van Staphorst.
De luit.-kol. "W. J. Arriëns, van het 8ste
reg. inf., op zyne aanvrage, op pensioen gesteld
en het bedrag van het pensioen bepaald op
ƒ1800 'sjaars.
In hun rang overgeplaatst: lo. by het
wapen der inf. en wei by het 8ste reg. van
het wapen, de luit.-kol. A. R. Krayenhoff van
de Leur, van den genoralen staf, en 2o. by
den generalen staf, de majoor H. P. Staal,
van het 6de regiment infanterie.
Aan den tweeden luit. W. J. Prins, thans
op non-activiteit, met ingang van 10 dezer op
zyn verzoek eervol ontslag verleend uit den
militairen dienst.
Pensioen verleend aan: G. Ekkels 235; P.
L. Putters, 1555; R. De Boer, 527 'sjaars.
Koninklijke onderscheidingen aan
Lombok's helden.
Een buitengewoon nummer van de Neder
landsche Staatscourant van heden bevat de
volgende koninklyke besluiten:
ülllitalre Willemsorde.
Ter zake van de krijgsverrichtingen tegen
Lombok in 1894 is by Kon. besluit van 9 April
1895 bevorderd tot ridder 3de klasse der
Militaire Willemsorde de kapt. ter zee H.
Quispel.
Benoemd: tot ridder 4de klassede luits,
ter zee 1ste klasse J. C. Van Wessem (sedert
bevorderd tot kapt.-luit. ter zee) en J. C. Cramer.
Bevorderd: tot commandeur:
de generaal-majoor der infanterie M. Segov;
tot ridder 3de kl.
de kolonel der infanterie (sedert benoemd
tot generaal-majoor) L. Swart;
de luit.-kolonel der infanterie A. H. W.
Scheuer, en
de kapiteins der infant. W. G. A. C. Christan
en J. C. Lindgroen;
Benoemd: tot ridder 4de kl.:
de kolonel van den generalen staf (sedert
benoemd tot generaal majoor) J. J. K. De
Moulin;
de luit.-kol. der art. W. Bootje;
de majoor van den gen. staf G. J. Van Kooten
de kapt. van den gen. staf H. P. Willemstyn;
de kapt. der inf. (seaert bevorderd tot
majoor) J. F. H. Janssen;
de kapts. der inf. P. G. Smidhamer, W.
J. C. Creutz-Lechleitner, C. F. Van den Endo,
P. Wiersma, W. C. Schreyner, A. Jonker, K
J. D. Scott, F. W. H. Tuinenburg, J. Koch
en J. H. Hartmann;
de officieren van gezondheid 1ste kl. dr. J.
W. Portengen en S. Ujlaki;
de 1ste luits. der infanterie W. H. B. Van
der Zwaan, J. Hildering, R. B. M. De Wys,
I. T. Ter Bruggen Hugenholtz, J. H. C. Van
Dompseler en E. C. Van der Heyden;
54)
Wilt ge het bepaald weten?
Hilda haalde de schouders op.
Ik ben natuuriyk nieuwsgierig.
Op mijn ring staat: ,het lot zal u ge-
lelden," zei de majoor, den zynen van zyn
vinger nemende en hem haar toereikende.
Maar het zou my verwonderen, als op dien
van Wilfred hetzelfde stond.
Nu, wy zullen zien, zei Hilda, en niet
vermoedende wat zy feitelijk deed, schoof zy
den ring langzaam van Wilfreds vinger. Hy
sliep zoo vast, dat hy er niets van bemerkte;
do riDg was trouwens eenigszins te wyd voor
zpn vinger en daarom kostte het niet veel
moeite, hem er af te nemen.
Measurby beefde onwillekeurig, toen hy
den echten ring in Hilda's handen zag. Tot
zoover was alles gelukt; maar alle gevaar
was nog niet geweken vóbr hy hem ver
wisseld had met den zynen en dezen aan
Wilfreds vinger stak.
Zy zyn werkeiyk op het oog volkomen
gelyk, zei Hilda, die ze naast elkaar hield.
Zy hebben beide een blauwen steen, in goud
gevat, met Sanskrietsche inscripties.
Jawel; maar beteekenen die hetzelfde?
vroeg de majoor, terwyl hy zich over haar
schouder heenboog. Excuseer, zei hy, ter
wyl hy den riDg uit haar hand nam. Neen,
op den mynen staat: „het lot zal u geleiden,"
en op dien: Brahma wil het."
Measurby had, om te onthouden wat do
valsche ring was, een teeken op den zyoen
gemaakt; het viel hem dus niet moeilyk, den
echten uit te kiezen by het teruggeven.
Ik kan er geen verschil in zien, zei
Hilda.
Ja, er is ook geen verder verschil in
dan in de woorden. Deze, zei hy, terwyl hy
haar den nagebootsten ring gaf, is van Wil
fred, en deze is van my.
Hy stak den ring van Brahma aan zyn
vinger en loosde eon zucht van verlichting. Nu
kwam het er nog slechts op aaD, den anderen
ongemerkt aan Wilfreds vinger te krygen.
Het is een vreemde ring, zei Hilda, die
niets bemerkt had van den bandigen ruil.
Ik zal hem maar weer gauw aan zpn vinger
steken; want hy schynt er byzonder op gesteld
te zyn.
Zy boog zich over Wilfred heen en voegde
de daad by het woord. De majoor kon nau-
welyks een kreet van vreugde onderdrukken.
De echte ring was in zyn bezit, en vóór Wil
fred het kon bespeuren, hoopte hy reeds over
de grenzen te zyn.
Ik moet het toch eens aan hem ver
tellen, zei Hilda; hy zal vreemd opkyken,
als hy hoort, dat ge juist zoo'n ring hebt.
Maak hem maar even wakker zei Measurby.
Neen, hy is te moe! Ik zal het morgen
doen, want van avond heeft hy het te druk
om aan iets anders dan aan de samenzwering
te denken.
Gy ziet er zelf ook vermoeid uit, mevrouw,
zei de majoor, met geveinsde teederheid. - Ge
hebt rust noodig.
Ja; ik zal maar een paar minuten rust
nemen. En wat gaat gy doen, majoor?
O, ik ga even naar den stal, om te zien
of de paarden gereed zya, ingeval wy er ge
bruik van moeten maken.
Daar ben ik niet bang voor, antwoordde
Hilda, terwyl zy hom goeden dag zeide.
Men kan nooit woten 1 zei Measurby met
een valschen glimlach.
Hy verliet de zaal met zyn buit.
Wat het lot, dat Wilfred en den zynen
wachtte, betrof, daar dacht hy geen oogenblik
aan. Hy ging den Indiër opzoeken.
Jan3hah, zei hy op bevelenden toon,
terwyl hy de hand uitstrekte, gehoorzaam
den ring.
De Indiër ontstelde, toen hy den talisman
aan 's majoors hand zag, en trad vooruit, om
hem nauwkeurig te kunnen onderzoeken. Aan
een geheim teeken, dat alleen aan hem be
kend was, zag hy dat de majoor voortaan
zyn heer en meester wa3. Hy maakte een
eerbiedige buiging en verklaarde zich bereid,
hem in alles te gehoorzamen. Wilfred was
hem nu geheel vreemd; hy vroeg niet eens,
hoe de majoor den ring had weten te krygen.
De ring gebood hem, den hitteraten vyaad
van zyn voormaligen heer getrouw te dienen.
Ge betaalt dat geld niet aan Upravado,
zei Measurby, op gedempten toon. Als meneer
Dacre er u last toe geeft, zeg hem dan, dat
ik den ring heb. Laat dan onverwyid al de
overige bewoners der villa aan hun lot over
en kom by my aan de grens van Bulgarye,
op den straatweg. Breng het gold mee.
Het zal geschieden, zei Janshab, eerbiedig.
Ik ga er nu heen I Denk er aanvertel
er niets van vóór u last gegeven wordt, het
geld te betalen; dan kunt ge alles zeggen.
Janshab groette hem eerbiedig en de majoor
trad op den stal toe. Geen tien minuten later
was hy op weg naar de grens.
En Wilfred?
Hy ontwaakte en wierp als naar gewoonte
een blik op den ring. Deze stak aan zyn
vinger; hy wydde er dus geen oogenblik
verder zyn aandacht aan, maar begaf zich
terstond naar zyn kamer, om zich voor het
bal te kleeden.
Had hy slechts geweten, dat zyn macht
uit was, en alle hoop voor de prinses onher-
roepeiyk verloren I
XXII.
Dc storm barst los.
Des avonds waB de villa een zee van licht.
De aristocratie van Busk was er in ruime
mate vertegenwoordigd en de danszaal leverde
een schitterend schouwspel op.
De geheele aanhang der koningin was er,
behalve Gregory, die het beter oordeelde,
zich aan geen onmiddeliyk gevaar bloot te
stellen, ten einde de prinses en den haren,
wanneer bet plan in duigen mocht vallen,
een veilige schuilplaats in zyn paleis te kun
nen aanbieden. Dat ook majoor Measurby
zich niet onder de gasten bevond, was aan
Wilfred ontgaan. Hy had het zoo druk in
zijn hoedanigheid als gastheer en door de
voorzorgen, die hy moest treffen om niets
van de samenzwering tegenover Methodios
en de zynen te laten uitlekken, dat hy niets
van Measurby'8 afwezigheid opmerkte. Jan
shab had hem tot nu toe nog niet op het
verlies van zyn ring opmerkzaam gemaakt,
en Measurby bevond zich in veiligheid.
Methodios en zyn staf waren er reeds tegen
woordig. Upravado was kort na den president
binnengetreden. Hy had zyn soldaten om de
villa opgesteld en het wachtwoord aan zyn
officieren gegeven. By een zeker signaal moest
Julia De Lusignan de zaal binnentreden en
Methodios gearresteerd worden; dan zou de
republiek zich zonder noemenswaardigen tegen
stand overgeven.
Alles was nu gereed voor de proclamatie;
alleen het geld moest nog aan Upravado
worden uitbetaald.
Het was negen uren en aangezien om tion
uren reeds de koningin zou worden uitge
roepen, was er geen tyd meer te verliezen.
Wilfred mengde zich onder de dansende paren,
om Upravado te zoeken en hem even apart
te nemen in een ander vertrek.
Terwyl hy den generaal zocht, zag hy Hild:
aan den arm van haar neef de zaal doorgaan
Wilfred, vroeg Richbo uugb, op hen
toetredend, weet ge niet, waar majoor
Measurby is?
Ik denk op zyc kamer.
Neen, daar is hy niet. Ik heb overal naar
bem gezocht.
Hebt gy hem gezien, Hilda? vroeg Wilfred.
Neen, sedert vyf uren niet meer. Toen
gy op den divan laagt te slapen, spraken wy
nog eenige minuten met elkaar, en daarna is
hy naar den stal gegaan.
(Wordt vervolgd.)