MENGELWERK. BV?X Een Zonnestraal. UU het Fransch van CHARLES FOLEY. I. Het was Driekoningendag en de Verdurons gaven een diner ter eere der Chamusots. De heer en mevrouw Verduron koesterden in stilte de hoop hun neef en erfgenaam George (28 jaren, doet aan schilderen, talent vol jongmensch, beelomaal geen fortuin) uit te huwelijken aan mejuffrouw Henriett9 Cha- musot (eenige dochter, 22 jaren, speelt lief piano, absoluut geen talenten, krijgt een aar- digen duit me9.) Behalve de hoofdpersonen had mevrouw VerduroD, volgens baar geliefkoosde uitdruk king, eenig „garneersel" geïnviteerd, acht respectabele getrouwde paren, om door hun opwekkend voorbeeld de jongelui aan te moe digen tot den beslissenden stap. Het menu bestond uit: vermicelhsoep, kreeftenpastei met een sierlijk verhevonheidje op den top (mevrouw Chamusot was verzot op kreeft), schapenbout (in haar verbeelding zag zy den heer Chamusot al witjes lachen), spinazie, voorgcdiend met stukjes geroosterd brood (het leek wel een groote grasvlakte met hier en daar een druïdensteen), vervol gens sla met bieten (zoo'n kleurtje staat nog eens vroolijk) en tot besluit geen ijs, wat denkt| ge wei? neen, een omelette soufflóe. een licht verteerbaar, echt maagdelijk gerecht En aan het dessert verscheen natuurlijk do traditioneele Driekoningenkoek, met een hou- sche boon er in vorborgen en niet zoo'n indecent klein poppetje, de schrik van men 8chen met een slecht gebit. ir. Tegen zeven uren, terwijl zij de hoezen van de stoelen in het salon afnam, bedacht mevrouw Verduron zich in eens dat zij juf frouw Lucienne, de naaister, wel mocht zog- gon dat zij dien avond maar met de kouken- meid moest oten. Z(j ging daarom naar een aangrenzend kabinetje, waar het geduldige naaistertje, bij het schijnsel van een lamp van zeer bescheiden afmeting, aan eenig ver stelwerk bezig was. Het was een tenger, klein persoontje van dertig jaren, met kalme gelaatstrekken, alsof ar een spoDs over was gehaald die alle aan- dooningen van vroeger had weggevaagd; haar bleeke kleur verried een verblijf in bedompte, vochtige kamertjes, uitziende op binnen plaatsen. Alle loven, alle kleur was uit baar oogen geweken door het dagelijksch herhaald turen op wit linnongoed; haar groote blauwe oogappels waren langzamerhand gaan gelijkon op dode opalen. Zy sprak weinig en dan nog zonder klank in de stom; toonloos kwamen do woorden over de fijne, witte lippen. Zy had veel naaihuizen; men wist dat zij \an fatsoenlijke afkomst was, zy werkte goed, was eoriyk, altyd discreet en wat do hoofdzaak was, zy was met een gering loon tevrodon: veertig sous per dag en'amorgons geen koffie. „Juffrouw Lucienne," begon mevrouw Ver duron, „ik kryg vanavond menschen on als hot u hetzellde is „Ik zal heel graag in de kouken eten, mevrouw", vulde het naaistertje don zin aan. Do deur werd mot een ruk geopend en hijgend, rood van bet harde loopen, vertoonde zich mevrouws echtvriend. „Dat ia me nu ook wat! Robinard komt me daar op het bureel zeggen dat zijn vrouw niot komen kan, omdat zy weer zoo met zin kings geplaagd is. Nu zyn we met ons der tienen aan tafel! Zal ik juffrouw Brieoo nog gaan vragen?" „Waar deuk je aan, in ieder geval geen ander jong moisjel Dat mocht George eens te veel afloiden." „Inviteer dan do oud6te Bourichon?" „Dank je, die eet voor vier." „Dan weet ik er niets anders op dan het loopj on geutje van myn kantoor maar te vra gen,' zuchtte de heor Verduron met een poging tot schertson. „Je bont gek, gewoon gek; vraag dan nog liovor jufTiouw Lucienne Wel jwaarom kunt u mot aan tafel komen," ging de waar dige matrone voort„u ziet er heel netjes en heol stemmigjd3 u t," (lit vergezeld van een langen critischen blik) „on u kunt nog eens een handje helpen mot schalon aangeven on brood presenteeren. Maak uw haar maar op en wa8ch uw bandon eens flink en wees vooral niet vtrl gon; weiktlyk, niemand zal notitie van u nemen." in. Toen iedoreen gezeten was, sloop Lucienne ongomerkt naar binnen en zetto zich bo- gcheiden op haar plaatsj i aan het benedeneind dor tafel, tusschon Hennötto Chamusot 011 oen kolossale dikke dame. Zy trachtte zoo weinig plaats in te nemen als maar eenigs- z iis mogelyk was en hield haar ellebogen aan het lyf gesloten om haar buurvrouwen toch vooral met to hinden n. Zy zovgdo or voo", daf het hun aan niets ontbrak en hield zich gereed om op het eersio signaal van do vrouw des huizes, hoen te gaan. Mevrouw Verduron had in het begin nogal eens angstig naar hot naaistertje gekeken, maar toen zy zig hoo bescheiden zy zich gedroeg en hoe zy telkens bedankte, dan voor Bordeaux en dan voor taart, voffde zy zich geheel gerust gesteld. Nu, de schapenbout drong do gast vrouw haar ook niot op, maar met do spinazie beuevens den druïdensteen was zy bjUonuer vrijgevig. Het stond ook al te gek, een gerecht, waarvan niemand at. Dat geeft zoo den in druk alsof er iets aan mankeert; daarom noodigde zy Lucienne dan ook uit toch vooral toe te tasten. Zoo'n heerlyke 6chotel! „Wees toch niet zoo timide, zoo'n groot meisje en nog zoo verlegen," schertste me vrouw met een stentorstem over d9 tafel, zoodat ieders blik het toonbeeld van zoo groote verlegenheid zocht. Lucienne word vuurrood, het arme kind. Voor het eerst merkte George het tengere figuurtje op, tusschen de omvangryke ge stalte van haar corpulente buurvrouw en het schaapachtig profiel van zyn bruid. De smar- telyke trek om den mond, haar bevreesd glimlachje waar toch een zweem van bitterheid in lag, trof hem tot in het hart. Wat was er iets vermoeids in de lynen van haar ge zicht; aandachtig bleef hy naar haar kyken en dit maakte haar zoo zenuwachtig, dat zy niet meer durfde eten of drinken en nog veel minder praten. Hy peinsde er over, hoe eentonig haar leven moost zyn: iederen dag doorbrengond gebogen over haar eindeloos naaiwerk, iederen dag gciyk aan den voorgaande, met hetzelfde gevoel van een gevangen vogel, steeds opge sloten in een kooi. En waarlyk, het kooitje was yiet verguld: een tochtig kamertje 's win ters, een brandend heet vertrek in den zomer, altyd het uitzicht op een sombere vochtige binnenplaats. En zoo ging haar leven voorbfj, onder voortdurend toezicht van strenge meeste ressen, die zich reeds bestolen waanden, wan neer zy maar eens even poosde, even opkeek. De tyd is immers kostbaar, vooial van onder geschikten, aio voor weinig geld veel afdoen. Voor haar geen wisseling der jaargetijden, geen verkwikkend lenteweder, noch zomerzon of schoono herfsttinten; voor haar was do atmosfeer altijd oven kil en eentonig. En hoe meer hij zich in haar bestaan ver diepte, des to meer interesseerde zy hem. Het zachte lamplicht gaf een gulden weer schijn aan haar kastanjebruin haar en de aangename warmte in het vertrek gaf haar een welbehaaglyk gevoel, merkbaar in een zwakke schittering van haar oogen en een blosje op haar wang. „Zou zy niet alleen mooi, maar ook goed zyn?" dacht hy, toen hij gestoord werd door een ongeduldige stem, die zyner moeder. „Maar, George, droom je nu? Al een heelo poos houd ik je dit stuk taart voor!" „Wie heeft do boon?" vroeg mevrouw Chamusot. George vond die op hetzolfdo oogenbiik in zfjn taart. „Love de koning, hy mag een koningin kiezen!" riep men van allo kanten. De jonge man nam do boon en stak de hand u t; iedereen volgde zijn beweging. Mevrouw Verduron gaf hem tersluiks con knipoogje, een kleinen wenk om de boon aan Hemriette Chamusot to gevon. Maar op betzTfde oogen- blik, dat hy hot glas van do ryko erfgename aanraakte, viel zyn blik op het fyne, goani- meordo gezichtje van Lucienne. In haar oogen lag zoo'n algeheel vergeten van zichzelve, zoo'n ongekunstcldo nieuwsgierigheid, dat oen onbe dwingbaar vorlangen by hem opkwam, dit bescheiden, vergelen meisje eens een vriende lijkheid te bewyzen: hy strekte zyn hand nog wat vorder uit on do boon viel mot een klein, dof geluid in het wynglas van Lucienne. Algomeene stilte, teweeggebracht door een zeer gemotiveerd afgryzen. Mot open mond zat tante Verduron voor zich uit te staren, oom raakte zfin spraakvermogen kwyt en de drie Chamusots vergingen van nijd. George betaalde zyn waagstuk met een vrooseiyke kleur en van het gezichtje verdween plotseling allo uitdrukking. Zy word wedor ovon bleek als altyd. In twee seconden was dit alles gebeurd en oer iemand nog van den schrik bad kunnen bekom m, riep het naaistertje mot meesterlyk geveinsde verbazing uit: „Myn glas staat zoo dicht naast dat van juffrouw Chamusot, dat mynheer George zich vergist heeft. Gelukkig heb ik nog niot gedronken." En vlug wierp zy de boon in 't glas van Henrietto. Hot ging haar zoo gewoon af, dat men workelyk kon veinzen te gelooven dat de zaak zich zoo had toegedragen. De jonge man zelf was er door getroffen, maar hy misto den moed om do Chamusots voor de tweede maal te beleedigen door de boon weer in het glas van Lucienne te loggen. Hot diner was afgeloopcn; de gasten gin gen naar het salon. George bood Henrietto den arm en om hen door te laten, ging Lucienne vlak naast het buffet staan, waarna zy zich ongezien uit de voeten maakte. IV. Een paar uur later slenterde George lang zaam naar zyri kamers. Een vrouw trad hem in den weg, het hoofd bedekt met een zwarten wollen dock en by den schyn van etn lantaarn herkende by j fïïouw Lucionno. Verlegoi', bevond van zenuwachtigheid, bleef zy voor hom staan. „O, ik woot het wel, dat het heel gek en heol brutaal van my is, mynheer George, om u hier op de publieke straat, in het donker, te durven opwachten, maar ik wilde zoo graag weten of do boon by toeval in myn glas gevallen is of dat u die daar met opzet hebt ingedaan?" Het was aandoeniyk te hooren mot welk een bevende stem zy die laatste woorden uit sprak. „Ik heb die boon expres in uw glas laten vallen." Zy keek hem aan, al de kleine rimpeltjes en plooitjes, zooveel litteekens van doorgestane smart, werden weggevaagd in een gelukkigen glimlach en met een geheel veranderde stem hernam zjj: „Dan dank ik u harteiyk, mynheer, want nog ben ik door iemand tot koningin gekozen. U zult my kinderachtig vinden of misschien wel lichtzinnig, maar u weet niet, welk een genoegen u my hebt gedaan." „Georges glimlach gaf haar moed nog meer te zeggen: „Weet u, mynheer George, al is een vrouw nog zoo nederig en arm en al weet zy ook best, dat zy leolyk en oud en onbeteekenend is, zy blyft toch altyd vrouw, en als zy dan iemand als u de boosheid van zyn familie trotseeren en misschien het uitzicht op een ryk huwelijk ziet verspelen, alleen om een arm meisje het genoegen te doen haar tot koningin te verheffen, dan is dat vcor haar zoo iets buitengewoons, zoo iets ongehoords Met een gebaar van pynlyke verrassing legde do jonge man haar het zwijgen op;zy begreep hem en kalm ging zy verder met haar stil lachje van onuitgesproken bitterheid: „Denk vooral dat ik my illusies maak; u behoeft geen spyt van uw edele opwelling te hebben. Ik begryp wel, dat het van u slechts een onberedeneerd toegeven aan hot gevoel van oogenbhkkelyk medeiyden was, niets meer; voor my zal hot, zelfs als ik oud ge worden ben, een lieve herinnering zyn! U zult er niet meer aan denken, maar ik zal voortaan myn kleinen roman hebben, evenals iedere vrouw dien heeft, wel is waar slechts een roman van enkele secondon, mot de moeite waard, volgens sommigen, maar ocb, ik heb geleerd mij met zoo weinig te vergenoegen. Meer geluk zou mij angstig maken, ik bon er te weinig aan gewend." Zy wachtte even, toen sprak zy verder met haar vermoeid stemgeluid, toonloos nu weer, evenals vroeger: „Dit wilde ik u alleen maar even zeggen en ik dank u nog eens hartelyk, mynheer George; vaarwel!" Haastig verwyderde zij zich iri de stille, mistige straat; bot scheen George toe dat haar tred veerkrachtiger, haar houding meer opgericht was dan vroeger. Feir.zend ke-k hij de tengere gestalte na, tot de mist haar ge heel aan zfjn oog onttrok. (■lemcctiterAad van ClanrlcniGiciincei'. Voorzitter: 'do Burgemeester. Tegenwoordig 16 leden; afwezig de heer Timmermans. De notulen der vorige vergadering worden goedgekeurd. lo. Aan de vergadering wordt medegedeeld do goedkeuring dor besluiten tot hot aangaan eoner tydtlyko geldfeening, af- en ovorschry ving in do begrooting 1894, vaststelling dei jaarwedde van den aan school 5 te benoemen onderwijzer met -hoofdakte, en tot helfi ig van hoogero opc nten op do personeele beldSting. 2o Wordt meüegedoeld het bedanken van de heoren C. Den Ouden on J Commandeur al-s lid van het Burgerlijk Armbestuur. 3o. Het gemeente verslag over 1894 wordt aangeboien on voor de leden ter lezing gelegd. 4o. Omtrent het bouwen tener nieuwe school te Halfweg wordt do door den heer Bultman voorgestelde motie, luidendoDe gemeenteraad draagt a n burgemeester en wethouders op, om in ovorleg met de Commissie voor de Gomoontewerken plannen van herbouw ot stichting van school No. 9 aan den Raad over te leggen met by voeging van rekening en kosten, goedgekeurd. 5d. Het bestek voor een te bouwen brand spuithui8 wordt na eene kleine wijziging goedgekeurd. Op het in orde houden der brandspuiten, hot smeren der slangen, enz. wordt doereen der leden aangedrongen. 6o. Wordt goedgekeurd eene suppletoire begrooting dienst 1895 ter zake der gedane tijdeiyke goldleemng. 7o. Als voren oen besluit tot af- on over- scbryving in de begrooting dienst 1895. 8o Een verzoekschrift van het hoofd der school No. 11, tot het maken eener afscheiding in een der lokalen van zyn school, wordt gesteld in handen der bouwcommissie en van burgemeester en wethouders om advies. 9o. Wordt gunstig beschikt op een verzoek schrift van J. Baten, te Hoofddorp, om een stukje gem9ontegroiid in koop te mogen hebben, lüo. Tot voorzitter en leden der stembureelen voor de in 1895 te houden verkiezingen worden benoemd de navolgende heeron: lsto onder- kiesdistrict C. Bos, voorzitter, A. Piuissen en G. J- Van Vuuron; 2de onderkiesdistrict G. B. 't Hooft en J. Y. Run3de onder kiesdistrict P. Verkuyl, voorzi! ter, P. Da Breuk en C. Dyt; 44e onderkiesdistrict A. Suid- geest, voorzitter, T. C. Los on N. Van Reeuwyk. 1 lo. De heoren P. Knaap en A. Pruissen worden benoemd tot leden der commissie voor de Schutterij. 12o. Wordt benoemd tot onderwijzeres aan school No. 12 mej. J. De Boer, to Muntendam, tegen 1 Mtï 1895. 13o. Een ontwerpbesluit tot bepaling der jaarweddou van de onderwijzeressen aan de scholen Nos. 8 en 10, op f 550, wordt goed gekeurd. Enkele bezwaarschriften tegen aanslagen in den hoofdelyken omslag, dienst 1894, worden in besloten vergadering behandeld. JL>. UullHOillHttU. De president van den Ryksdag heeft niet toegelaten het drukken en ronddeelen dir motie van do sociaal-democraten, waarin testn het bekende telegram van den keizer aan Ven Bismarck geprotesteerd wordt, van het stand punt der gron Iweltigo rechten van den Ryks dag en van zijn waardigheid. De sociaal democraten zullen zich er heden toe moeten bepalen mede te deolen, dat zy deze motie wilden voorstellen, doch dat zy werd afgewezen. Beraadslagingen hierover zullen niet worden toegestaan. Er is een voorstel gedaan om in de zaal, waar het Pruisische Heerenhuis zetelt, een marmeren buste van Von Bismarck te plaatsen. In den Duitschen Ryksdag werd giste ren door den minister Von Bütticher onder de afgevaardigden eene afbeelding verspreid, opgenomon in de „Daily Graphic" van 12 Maart, voorstellende den aanval der Japanners tegen de Chineesche oorlogshaven Wei-Hai-Wei. Op deze kaart ziet men, behoudens de Japansche vloot, een aantal groote Engelsche oorlogsschepen afgebeeld, benevens een klein Duitsch zeilschip. Keizer Wilhelm maakte daarby deze kanttcekening: „Welk een schande voor Duitsehland!" Op last van den keizer werden deze afbeel dingen aan de leden van den Ryksdag uit gedeeld. De commissie uit den Ryksdag, belast mot het onderzoek van het wetsontwerp bo- tr-.-ffende eene verhooging der tabaksbelasting, heeft ook paragraaf 1 van artikel 2 verworpen, betreffende het invoerrecht op bewerkte tabak. Daarmede heeft zy zich tegen het geheele ontwerp verklaard. De tweede lezing in den Ryksdag is tot na Pasehen uitgesteld. BelgIS. De houding der socialisten in België wordt zoo dreigend, dat, gelyk men weet, de regee ring het nooiig acht 7000 verlofgangers onder de wapenen te roepen. Twee merkwaardige verschijnselen doen zich voor. Vooreerst blijkt, dat de socialistische leiiers slechts invloed uitoefenen, wanneer zy hunne volgelingen aanhitsen, maar geen ge hoor vinden, wanneer- zy tot gematigdheid of geduld aanmanen. De werkstaking te Luik is begonnen tegen den zin dier leiders; zij wilden door de bedreiging met eene algemeens werkstaking pressie uitoefenen op de regiering. Vervolgens is de houding der christelijke democratie opmerkelijk. Tot nog toe hadden alleen de socialisten eene anti-monarchale, republikeinsclie gezindheid aan den dag gelegd en in hunne vergaderingen den koning be schimpt; de Congo-quaestie gaf hun daartoe een welkome aanleiding. Thans betreden de christelijke democraten, felle tegenstanders der annexatie, aanzeilden weg. Dezen verlangen, dat het gold van België niet aan „het Afri- kaansche avontuur" zal worden verspild, maar veeleer zal worden besteed om sociale her vormingen in te voeren en den toestand der werklieden en der plattelandsbevolking te verbeteren. Een paar dagen geleden hielden 7,ij eene openbare vergadering, om tegen do .-■nnexatie van den Congo-staat to protesteeren. Vele socialisten waren aanwezig. „Wannec-r de Koning," zeide een christelyk democraat, „wil afdanken, dan mag by naar den duivel loopen." Daverende toejuiching der socialisten, wier aanvoerder riep: „Wij zyn het eeus!" Advocaat Simons, een bekend leider der christelyke democraten, antwoordde: „In dit geval gaan wy hand aan hand om dezelfde zaak te doen zegevieren!" Turkye, De correspondent van de „Daily News" schryft in dato 5 Maart uit Gheu Tomissoor, op de Russische grens: Door eon toeval ben ik in staat het vreeselyke verhaal aan te vullen, dat ik verleden week uit den mond van een Turkschen onderofficier over de slachtingen van Shatakh en Talori vernam; ditmaal vernam ik myno byzonderheden uit den mond van twee slachtoffers, die, bedelende en ieder zijns weegs gaande, tot hier gesuk keld zyn en wier verhaal zoo openhartig werd afgelegd, dat er geen roden bestaat om de echtheid er van in twyfel te trekken. Hunne wyzo van vertollen was eenvoudig als hunne woorden, maar juist in dien eenvoud ligt de afgryselykste beschryving dezer ODmensche- lyke gruwelen. Boghos Hazarapethian is circa 20 jaar oud en woonde te Shenik; zyne familie, 23 per sonen sterk, verbleef onder hetzelfde dak; van die 23 zyn er, naar hy weet, nog 9 in leven. Van 5 broedors schieten er 2 over. Zyne drie getrouwde zusters, waarvan een9 de vrouw was van Kirkor, „mouchtar" of hoofdman van het dorp, werden gedood of ontvoerd Boglio3 weet het niet juist. Zyne moeder en zyn vader werden gedood. In het begin van den herfst was een deta choment troepen een kamp komen opslaan, op een uur afstands van Senikh er waren zoowat 50 a 60 tenten en de bevolking van hot dorp wist niet, wat die troepen daar kwamen doen. Op zekeren dag hoorde men in Shenik, dat eene bende Kurden een aantal sclmpen had gestolen in het dorp Semal en daarby een man hadden gedood en eene vrouw gewond; 15 schaapherders zetten de Kurden achterna, namen de gestolen schapen af en straften de Kurden door eenige hunner eigen schapen te ontnemen. Drie dagen later omsin gelden de Kulden, bygestaan door de Turk- sche tro pen, het dorp Shenik en eischten, dat Mourad hun zou overgeleverd worden. Mou rad was niemand anders dan do gtnsesheer, dr. Boyadgian, een ijverig werker van het nationaal gezelschap „Himtzak" (destormklok), e n vurig patriot, die gestudeerd hooft te Kon- stanlinopel, Athene en G.nève. De dokter werd op het einde van verleden jaar door de rechtbank van Billis ter dood veroordeel i, maar het gouvernement heeft tot biertoe de straf niet durven uitvoereu, en I hij zit nog steeds in de gevangenis. I Toen nu het dorp omsingeld was, greep de schrik de bevolking aan en velen, vooral jonge mannen, die wapens bezaten, namen de vlucht. Ondertusschen begonnen de Turken en Kurden het dorp aan te vallen. Zy doodden al de zieken en ouden en verwoestten het dorp te vuur en te zwaard. De vluchtelingen snelden naar Autok Dagh, op 4 uren van Sgouik, doch zy besteedden vier dagen om dien weg af te leggen, daar zy eerst naar Ghelié Guzan gingen. Daar werden zy opnieuw door de troepen aangevallen on vluchtten in hot ge bergte. Ook de bevolking van Ghelié Guzan en van Semal, uit hunne dorpen gevlucht, sloot zich by hen aan. Zij werden door de troepen en Kurden achtervolgd en velen hunner werden als wilde dieren opgejaagd en gedood. Toen zy in 't gebergte waren, zagen z(j uit al de dorpen in den omtrek rookkolommen opstygen. Meer dan 30 dorpen werden verwoest. De vluchtelingen hadden in 't gebergte niets te eten dan rauw vleesch, en geen middelen om vuur te maken. Twintig dagen hielden zy het tegen de troepen uit, doch moesten ten slotte met hen over de overgave onder handelen. Men beval hun eerst beneden naar hun dorp te komen. Een j afvaardiging kwam, aangevoerd door Der Scannes, priester te Semal; nauwelijks waren de ongelukkigen beneden, of zy werden door de troepen om ringd. Het was toen, dat Der Shaones werd ver moord op de afgryselyke wijze, in het vorig artikel verhaald: men stak hein de oogtn uit, deed hem zoo dansen, trok hem de armen uit het lichaam en maakte hem met bajonet- steken af. Boghos werd zwaar gewond, doch kon uit den beruchten kuil in het woud kruipen en hield zich daar 10 dagen ver scholen, van waar hy iederen nacht de slaehtiug zyner landgenooten zag gebeuren; hy zag dat de vrouwen onmeedoogend werden gedood en de kinderen by de haren grypen en de keel doorsnyien. Ziehier nu het rampvolle verhaal der Talori- gruwelen: Chazar, zoon van wfilen Tatosian, woonde in het dorp Hartk (26 huizen) in het district Talori; de andere dorpen van het district zyn: Yaghart, 16 huizen; Pourkh, 18 huizen; Ssrvank, 24 huizon; Keghekrank, 18 huizen; Hythenk, 38 huizen en Abronk In de Armenische dorpen bewoont iedere ge heelo familie één huis, zoodat het getal inwo ners dez-r dorpen het eene dooi het andore op 2000 mag geschat worden. Het huis van Chazar werd door 28 zielen bewoond, waaronder zyno moeder, 4 broers en 4 zusters, zyne vrouw, 2 ooms en de kinderen. Wat er van hen allen is geworden, weet hy niet, doch hy gelooft de eenige over levende to zyn. Ook zyne 22-jarige vrouw is verdwenen; van welgesteld, dat hy was, is hy nu een bedelaar. Reeds in 1893 hadden zy in het dorp zich tegen eene bende Kurden te verdedigen en joegen die op de vlucht; om die reden werd Caspar, hoofdman van het dorp, in de boeien geklonken en zit nu nog in de gevangenis. In don herfst van 1894 kwamen de Turksche soldaten en de Kurden, na den aanval op Antock Dagh, op Talori aan en omsingelden 's nachts het dorp; het volk, door schrik be vangen, trachtte te redden wat kon meege voerd worden, en enkelen konden ontsnappen. De anderen werden gedoodChazar kon ontsnappen en zich verschuilen in eene grot, in de rotsen by het dorp; in bet gewoel werd hij van zyno bloedverwanten gescheiden. Uit zyne schuilplaats woonde hy de bloedige» tooneelen by. De slachting duurde zes dagen 600 personen, meerendeols vrouwen, waren in de kerk van Soup Mérapa gevlucht. De soldaten braken in do kerk en 50 der schoonste vrouwen werden uitgekozen en meegevoerd door de officieren en Kurcische hoofdlieJen. De overige vrouwen werden aan do troelen gegeven, die ze verscheidene dagen mishan delden en ze toen terug in de kerk joegen, waar het bloedbad begon. Het bloed vloeide by stroomen uit de kerkdeur en toon ze byna allen dood waren, werd de kerk verwoest en de lyfcon onder het puia begraven. Eindelijk kon Ghazar uit de grot vluchten en in do bergen zich verschuilen, waar hy zich voedde met braambezien, en eindelyk kon ontkomen naar Moesh. Zuid-Afrika. Te Johannesburg is het congres gehouden van afgevaardigden der verschillende N^der- landsche vereenigingen in Zui l-Afrika. Er waren ongeveer 60 afgevaardigden tegen woordig. Het verslag toonde een bloeionden staat van zaken aan. Rechter Joiissen werd eenstemmig tot president van het hoofdbestuur herkozen en de heer Van Lennep tot secretaris De heer Van Loi.nep las ein zoer belangrijk opstel over de wenscbeUjkhd J van emigratie van Nederlanders naar Zuid-Afrika. Een lange discussie volgde en eindelyk weid op voorstel van rechter Ameshoff besloten, het opstel in brochureformaat te doen drukken, onder da leden te doen ronddeelen en allen leden te verzoeken, opmerkingen en wyzigingen vcor te stellen. De goedgekeurde wyzigingen zuiieq dan in het opstel worden opgenomen, waarna het ter algemeene informatie naar Nederland gezonden zal worden. De „Times" verneemt uit Kaapstad: In eene vergadering van den Afrikaander-bond; bijgewoond door alle Hollandsche Parlements leden, is het terugroepen van sir Henry Loch veroordeeld, maar het benoemen van sir Hercules Robinson tot zyn opvolger goedge keurd. Hofmeyr zeide, dat de kolonie sir Cecil Rhodes zou laken, indien hy de bewerker van Lochs terugroeping was, maar hem toejuichen, indien men hem inderdaad de benoeming van Robinson moest danken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 10