N". 10764. Dinsdag 26 Maart. A#. 1895. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 25 Maart. Feuilleton. DE TOOVERRINC. LEIDSCH BA&BLAB PRIJS DEZER COURANT: Voor Loiden per 3 maanden1.10. Franco por post 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTTËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedoro regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten do stad wordt 0.05 berekend. Oföciëele Kenniagevingei. B. en Wb. van Voorschoten brengen ter algemeens hennis, dat ter gemeento-eeoretarie kosteloos ver krijgbaar zijn blmco-verzoeksehrifton ter bekoming vad j&oht on viecbakten en vau kostelooza vergun ningen tot uitoefbniig der vieechery mot óón vieebtuig Voor bet aanstaande seizoen van 1895. B. en Ws. van Woubrugge berinneren de inge zetenen aan de voorschriften der wet van 1815 be trekkelijk het vieren van Zon- en feestdagen. Verder brengen zij ter algemeene keonis dat voor 1 elangbobbende ingezetenen kosteloos worden ver krijgbaar gesteld de formulieren tot aanvrage van akten voor do Jacht of visecberij, kosteloozo ver gunning tot uitoefening der vissebtrij met cén vischtuig, en van baitongewone machtiging tot het verdrijven van schadelijk gevogelte door middel van pistoolschoten, voor het a. e. eeizoen 1895/6. De Commissie van Financiën heeft geen bezwaar tegen het voorstel van Burg. en Weths. van den 7den dezer in zake den af stand van een gedeelte grond en water van de Binnenvestgracht aan de Leldsche Katoen- maatschappy. Zij geeft derhalve in overweging dienover eenkomstig to besluiten, onder de voorwaarden, nader in het rapport van Burg. en Weths. omschreven. Evenmin heeft z\j bedenkingen togen het voorstel van Burg. en Weths. tot het doen maken van eene wachtkamer in het bureel van politie, voor de controleurs, in verband met de reorganisatie van do politie. Zij geeft derhalve in overweging den overgelegden staat van af- en overschrijving op de be grooting voor 1895 ad f 300, het bedrag, waarop de kosten van het bouwen der wacht kamer zgn geraamd, vast te stellen. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van de wed. dr. G. C. SteynisNoord- ziek deelen B. en Ws. den gemeenteraad mede dat de zoon van adressante, Jan Steynis, den 19den September 1894, wegens den staat zijner gezondheid, verlof heeft gekregen om naar eigen keus en goedvinden, in overleg met zijn geneesheer, de lessen te volgen en om dezelfde reden sedert den lsten December 1894 de lessen in het geheel niet meer bijge woond heeft, zoodat zjj in overweging geven aan adressante vrijstelling of terugbetaling te verleonon vau schoolgeld voor haar zoon, vroeger leerling van het Gymnasium, over de laatste drie kwartalen van den cursus 1894/95. Naar aanleiding van een dergelijk verzoek van mevrouw de wed. mr. G. T. N. Gori, deelen B. en Ws. mede dat de zoon van adres- eante, W. F. F. Gori, den llden Maart jl. des voormiddags voor de laatste maal de lessen aan het Gymnasium heeft bijgewoond, op grond waarvan het schoolgeld over het derde kwar taal 1894/95 biyft verschuldigd, zoodat zy in overweging geven aan adressante alleen vrij stelling of terugbetaling van schoolgeld, Gym nasium, te verleenen over het laatste kwartaal van den cursus 1894/95. In verband met verzoeken van mevrouw Schoorel en de wed. dr. P. Romeyn berichten B. en Ws. dat de leerling C. W. Schoorel om wettige redenon de Hoogero Burgerschool voor Jongens en de gemeente op 12 November jl. heeft verlaten en dat de leerling P. H. Romeyn op 1 Maart jl. de school heeft verlaten, ten einde voor zijne aanstaande betrekking in de maatschappy te worden opgevoed. Zij geven mitsdien in overweging vrijstelling of terugbetaling te verleenen van schoolgeld Hoogero Burgerschool voor Jongens aan mevr. Schoorel over de laatste drie kwartalen en aan mevr. Romeyn over de laatste twee kwartalen van den cursus 1894/95. Ter vervulling der vacature, die aan de school der 3de klasse No. 4 is ontstaan ten gevolge van de benoeming van den heer J. W. Wuyster tot tweeden onderwijzer aan de Jongensschool 2de klasse, is de volgende voordracht opgemaakt, ter benoeming van een tweeden onderwijzer aan de eerstgenoemde school, op een aanvangsjaarwedde van f 900, als: lo. F. A. Scbilthuizen, derde onderwijzer aan dezelfde school; 2o. P. C. Schreuder en 3o. P. H. Yan der Lelie, boiden derde onder wijzer aan de school 3de klasse No. 3. Vrijdag-avond a. s. zullen de vereenigde artisten der Nederlandsche 0perav6reeniging uit Amsterdam in den Schouwburg alhier opvoeren: „De Trouweloozen" en „Paljas". De rolverdeeling blyft dezelfde als vóór ds catastrophe; alleen wordt de rol van Canio door den heer Leysen en die van Tonio door den heer Dons vervuld. De heer Peers, die het orkest leidt, heeft, volgens het „Hbl.", blijken gegeven z\jn taak uitstekend te vervullen en de heer Dons heeft met den proloog reeds succes gehad. Bij zooveel krachtsinspanning is het te hopen, dat de vereenigde artisten van de zijde van het publiek de medewerking vinden, welke ze verdienen. Door het college van notabelen der Ned.- Herv. gemeente te Zoeterwoude is benoemd tot secretaris-kerkvoogd de heer P. J. Coffrie, aldaar. Door den heer M. W. De Kat is tegen 15 April a. 8. aan H. M. de Koningin-Regentes eervol ontslag aangevraagd als burgemeester der gemeente Hillegom. De bevolking der gemeente Lisse bestond op 1 Jan. 1895, naar de onderscheidene gods dienstige gezindten, uit: Ned.-Herv. 811, Waalsch Herv. 1, Ev.-Luth. 14, Herst. Ev.- Luth. 1, Doopsgezinden 5, Gereformeerden 364, Roomsch-Katholieken 2068, Ned. Israëlieten 6 en tot geene gezindte behoorende 7, totaal 3277 zielen. De toestand van den vice admiraal jhri De CasembrAjt bleef gisteren zorgwekkend. De patiënt, die uiterst zwak is, braebt een onrustigen nacht door. De heer E. Yan Schalkwijk, onderwijzer te Utrecht, is in gelijke betrekking benoemd aan de Christelijke school te Uithoorn, en heeft deze benoeming aangenomen. Door de gezamenlijke reeders van Scheve- ningen is aan den Haagschen gemeenteraad het volgende adres gericht: „Geven met vorschuldigden eerbied te ken nen de ondergeteekenden, allen reeders van visschersschepen en als zoodanig uitmakende de reedery van Scheveningen dat zjj de zekerheid nu hebben, dat Delfland uitvoeriüg zal geven aan zyn plan en beginnen zal met drie hoofden in zee te brengen; dat daardoor een gedeelte van het strand onher- roepeiyk verloren gaat; dat nu echter de ervaring heeft bewezen, dat, ho9 gebrekkig het strand ook moge zyn, de schepen, die thans de schrobnetvisschery uitoefenen, geregeld daarvan gebruik maken; dat dit alleen zyn grond vindt in do om standigheid, dat de schepen hier tehuis be- hooren en het binnenloopen in andere havens te kostbaar en te tydroovend is; dat zy daarom den Raad dringend verzoeken om op hun belangen nauwgezet acht te geven en daarom te willen zorgen, dat het gedeelte strand, dat door Delfland wordt overgelaten, zonder belommering biyve voor hun bedryf gedurende de schrobnetvisschery, zoolang er geen andere veilige lig- of landingsplaats alhier is aangelegd, daar alle belemmeringen zeer zeker aanleiding zullen geven tot finan- tiöele en materiëele of andere schade, ter- wyi ongetwyfeld zeker ook menschenlevens op de waagschaal worden gelegd; dat zy de gemeente verantwoordeiyk stellen voor elk evenement, dat daardoor zou worden veroorzaakt; dat zy vertrouwen op de waakzaamheid van den Raad, doch niet genoegzaam er op kunnen wyzen om voortdurend bedacht te zyn op de groote belangen, die op het spel 6taan Redenen waarom zy den Raad dringend, doch ernstig verzoeken wel te willen toezien, dat door niemand eenige inbreuk gemaakt worde op hun goed recht, onmisbaar tot uit oefening van hun bedryf, en der Reedery, de voornaamste bron van welvaart, niet onher roepeiyk de genadeslag worde toegebracht." De eerewacht, welke de Koninginnen by haar bezoek van Maastricht aldaar zal ge leiden, zal bestaan uit de heeren: A. Bon- homme, commandant; P Regout, zoon, 1ste onder-commandant; J. Hustinx Robertle, 2de onder-commandant; jbr. Ruys van Beeren- broek, zoon, vaandeldrager; G. Becker, G. Bonhomme, A. Dufrasne, E. Dumonceau, Ed. Franquinet, L. Hoebrechts, E. Hustinx, K. Houba, P. C. Huengens, Th. Janssen, E. Jelinger, C. Marres, Ern. Regout, P. Regout, L. Regout, A. Regout, mr. A. Savelberg en mr. Vos de "Wael. Te Yenloo bestaat het plan, om op den avond van don dag, waarop aan die gemeente de eer van een bezoek der Koninginnen te beurt valt, niet alleen het stadhuis, maar de geheele stad te illumineeren. Ook is men voornemens te dezer gelegen heid op do Markt een grooten en prachtigen eereboog op te richten. Het verhaal, dat dezer dagen de ronde deed, omtrent het schenken van een gift, groot f 100,000, voor den bouw eener nieuwe Prinsenkerk te Rotterdam, is geheel uit de lucht gegrepen. De gemeenteraad van Assen heeft aan het bestuur van het Noordelyk Evangelisch Zendingsfeest toegestaan, voor de vieriDg van het 25sto eeuwfeest op 14 Juli a. s. gebruik te maken van het Stadsbosch. By de Hervormdo gemeente te Yinkeveen is beroepen ds. v. d. Waal, uit Moerkapelle. De gemeenteraad van Tilburg heeft onbe perkt crediet verleend voor het a. 8. bezoek van de Koninginnen. Men meldt dat de heer Scholten, be kend fabrikant te Groningen, benoemd is tot ridder in do orde van den Nederlandschen Leeuw. Uit Tiel meldt men dat de oud-minister J. J. Hasselman, wiens gezondheid sedert geruimen tyd te wenschen liet, thans zoo ernstig ongesteld is, dat men het ergste vreest. De minister van binnenl. zaken heeft met ingang van 1 Mei a. s. Teteringen (by Breda) aangewezen als standplaats van den districtsveearts A. J. Montens, thans te Broda. De minister van marine heeft: lo. den kapitein ter zee G. H. Van Steyn, by kon. besluit van 19 dezer eervol ontheven van de betrekkingen van chef der afdeeh'ng Personeel by het departement van marine en lid der commissie tot het examineeren van zeeoffi cieren en adelborsten, met 1 April a. s. op non-activiteit gesteld; 2o. den luit. ter zee lste kl. H. O. W. Planten, met 2 April a. s. gedetacheerd by de sterrenwacht te Utrecht. Men meldt uit Parys dat er sprake is van het aanstaand vertrek van den Franschen gezant te 's-Gravenhage, den heer Legrand. Volgens een der Parysche bladen zal de heer Legrand benoemd worden tot directeur der staatsdrukkery. Te Utrecht is op 85-jarigon leeftyd overleden de heer D. Van Frankenhuysen, stichter en oud directeur van het voormalige „Prot. Landbouwkundig Opvoedingsgesticht" te Montfoort. Naar het „Haagsche Dagblad" meldt, is do minister van marine, jhr. H. M. Van der Wyck, ïydende aan influenza. Te 's-Gravenhage is overleden de heer J. A. Bock, in leven gepensionneerd hoofdamb tenaar by het departement van marine. B. en Ws. van Haarlem stellen don Raad voor, het verzoek der „Maatschappy tot ex ploitatie van Staalbronnen" te Haarlem, om ontheffing van de verplichting tot het bou wen van eene badinrichting op het aange wezen terrein in het Frederikspark, thans in te willigen, nu de Maatschappy heeft kennis gegeven, dat zy geschikt terrein van den heer J. Reynvaan te Amsterdam heeft aan gekocht. Volgens telegraphisch bericht aan „De Tyd" zyn de (Hollandsche pelgrims op hun terugweg van hety Heilige Land thans in goeden wel stand te ^Smyrna aangekomen. By Iconinkiyk besluit van 22 dezer is bepaald, da\ de by art. 31 van het reglement voor het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord bedoelde commissie voor het eind-examen vak de adelborsten der 2de klasse in dit jaar zal bestaan uit: den gepens. vice-admiraal titulair W. L. A. Gericke, voorzitter der commissie tot het examineeren van zee officieren en adelborsten, als voorzitter; de kapiteins ter zee C. H. Cor- nelissen, H. R. J. J. Thorbecke en W. J. P. Van Waning en den gepens. kapitein-luit. ter zee titulair J. J. Kraakman, permanent lid van vorengemelde examen-commissie als leden; de kapiteins ter zee Z. J Cambier en P. Hev- ning als plaatsvervangende leden en aan be doelde commissie als adviseerend lid toege voegd de kapitein ter zee A. P. Tadema. Het stoomschip „Merapi", van Rotterdam naar Java, passeerde 22 Maart Carvoeiro; de „Prinses Sophie" arriveerde 24 Maart van Batavia te Amsterdam; de „Cyclops", van Java naar Amsterdam, passeerde 24 Maart Gibraltar; de „Zulu", van Amsterdam en Londen naar Kaapstad, vertrok 23 Maart naar Dartmouth. - By koninkiyk besluit is met ingang van 6 April a. 8.: lo. de kapt.-luit. ter zee J. Van Scheers eervol ontheven van het bevel over Hr. Ms. monitor „Matador" eD doze hoofd officier op pensioen gesteld, onder toekenning van een pensioen van ƒ1800 en eene ver hooging ingevolge art. 1, c, der wet van 1 April 1875, van f 975 'sjaars; 2o. bevorderd tot kapt.-luit. ter zee, de luit. ter zee lste kl. J. Cardinaal; tot luit. ter zee lste kl. de luit. ter zee 2de kl. L. J. Van Heioma, en tot luit ter zee 2de kl., de adelborst lste kl. E. H. Friderichs; 3o. het bevel over Hr. Ms. monitor „Matador" opgedragen aan den benoemden kapt. luit. ter zee J. Cardinaal. In hun rang overgeplaatst, by het regiment grenadiers en jagers, de kapiteins W. R. H. Wakker, van het 2de, en P. A. H. F. Tergau, van het 3do rog. inf., zoomede de lste luits. P. Glerum, van het 5de, W. L. Pompe en A. Van Sliedregt, beiden van het 4de reg. inf.; laatstgenoemde gedetacheerd by het departe ment van oorlog, en H. W. L. Hofdyk, adjudant by het 2de reg. inf., alsook C. M. H. KroeseD, van den staf der inf., werkzaam by de Konink lijke Militaire Academie; laatstgenoemde mot ingang van 1 Sept. a. 6. Benoemd Th. Rutgers van der LoefF, te Zuidlaren, met ingang van 1 April a< s., tot schoolopziener in het arrondissement Borger. Goedgekeurd, dat aan jhr. M. W. De Jonge, toenmaals burgemeester van Schermerhorn, op zyn verzoek eervol ontslag is verleend als secretaris dier gemeente. Gemengd Nieuws. Het hooft gisteren, vooral in den middag, geweldig gestormd, waardoor echter, naar wy vernemen, gelukkig geen persoonlyke ongevallen hebben plaats gehad Aan den Vestwal by het vroegere kruithuis is eon boom omgewaaid. Van een in herbouw zünd perceel aan den Nieuwen Ryn, tusschen de Hooigracht en Hartesteeg, woeien de pannen in massa van het dak, doordat de wind by gemis van den bovengevel daaronder vry spel had. Ter waar schuwing van de voorbygangers werden twee personen in de nabijheid geplaatst. Een telephoonpaal is by den grond afge slagen aan don Ouden Singel, naby de Zand straat, viel op het dak van het kantoor van de firma Zuurdeeg en heeft dit belangryk beschadigd. By de Haarlemmervaart heeft een haven- 30) Dio ezel, dacht de majoor, - heeft nu twintig milhoen pond, een som, waarvoor hy een koninkrijk zou kunnen krjjgen, als hy wilde. Maar hy wil niets doen met den ring, dan den schat langzamerhand verspillen, zooals hjj nu doet. Laat er van komen wat er wil, maar ik moet dien ring hebben. Ik zou er het een of ander goede werk moe kunnen doen, terwijl hij Measurby haalde de schouders op, toen hij zoo ver gevorderd was. Dacre merkte deze beweging op. Wat scheelt u, majoor? vroeg hy vadzig, terwijl b<1 zijn uitstekenden vriend aankeek. Waarom haalt ge de schouders op? Ik dacht aan den ring, antwoordde de majoor norsch. Wilfred koek eens naar den ring aan zyn vinger en glimlachte. Hoe nu, majoor, hebt ge alle gedachten aan den ring nog niet opgegeven? Natuurlijk I natuurlijk I zei de majoor enel. Ik zei immers, dat ik met twintig duizend tevreden zou zijn. Zelfs al boodt ge my den ring aan, zou ik hem niet willen hebben. Hy schynt je niet veel goed gedaan te hebben. Wel, dat weet Ik niet, antwoordde Wil fred langzaam, alsof hy op een ontwykend antwoord zat te zinnenhy heeft my het noodige comfort geschonken. Waaraan ge niets hecht. Dat behoorde ik eigeDiyk te doen. Ik bezit alles, om my te gelukkig te kunnen gevoelen. Waarde heerl viel Measurby hem onge duldig in de rede, iemand, die zoe redeneert, is nooit gelukkig. Waarom maakt ge geen gebruik van de macht, die de ring u geeft? Dat doo ik toch? Ja, als een kindl Ge hebt een mooi huis gekocht, ge geeft prachtige bals en voorziet uw vrouw ruim van juweelen. Myn waarde Dacre, dat noemt men geen gebruik maken van zoo'n ring. Welnu, wat zoudt gy er dan mee doen? Measurby haalde diep adem. 01 Ik zou er heel wat mee uitvoeren. Ik zou my, byvoorbeeld, een koninkryk koopen. Er is er geen een te koop, zei Wilfred cynisch. De grootere danken voor de eer en de kleintjes zyn voor 't moerondeel speel- holen geworden. Ge zyt zeer oppervlakkig, antwoordde de majoor boosge ziet alleen wat ge wenscht te zien. Als gs een klein koninkryk zoudt willen hebben, kunt ge er oen krygen. Men zegt dat het romantischs niet meer te vinden ie. Bahl De wereld is nog even romantisch als ooit. Welnu, op dit oogenblik zou ik u een plan kunnen voorleggen, dat de meest fantastische gebeurtenis van de middeleeuwen in de schaduw zou stellen. Welnu, laat hoorent Ik ben bepaald nieuwsgierig en zou my graag wat amuseeren. Er is hier geen sprake van amusement, maar van hard werken. Ge hebt een weinig te veel van 't eerste gehad, Dacre, en het beeft u ontevreden gemaakt; het tweede zal u weer tot een tevreden mensch maken. Ge denkt dus, dat ik nu niet tevreden ben? Kyk even in den spiegel, als ge een antwoord op die vraag verlangt, zei Measurby met minachting. Tevroden? Neenl gs lydt aan verveling, dien vloek van een leven zonder bezigheden. Ik spreek zoowel over myzelven als over u. Ik gevoel my ook verstikken in het oppervlakkige leven, dat we lyden. Had ik in de middeleeuwen geleefd, dan had ik ook ieder oogenblik van myn leven geleefd; nu besta ik alleen. En toch beweert ge, dat onze eeuw niet geheel van het romantische ontbloot is, luidde Dacres commentaar op deze rede. Dat beweer ik nogmaals 1 Het roman tische is om ons heen, verborgen achter het masker van het alledaagsche. We hebben vroeger al eens over deze quaestie gesproken, en ik zei u toen, slechts de straat op te gaan om een avontuur te zoeken. Ge deedt het en vondt ar ook een. Ge vergeet, dat gy dat avontuur ge monteerd hadt. Gedeeltelyk; niet geheel 1 Maar om tot de quaestie terug te koerenhet romantische, zeg ik, omringt ons aan alle zyden, maar hetgeen wy verlangen, is niet in Engeland te vinden. Het romantische van avonturen, oorlog, op leven en dood, moet men in andere landen zoeken. Ge zult hier vastroesten, Dacre, en ik niet minder. Laten wy naar het Oosten gaan, en daar zult ge een leven vol ge varen en vreugde vinden 1 Is dat uw plan? Jal Ik ga naar de Zwarte Zee, naar Busk, om de dynastie van LuBignan weder op den troon, die haar rechtmatig toekomt, te herstellen. Ik vrees dat u dat wel een weinig moeilyk zal vallen. Als ik alleen was en zonder hulp, zou ik het niet kunnen doen; maar met uw geld De majoor zwoeg en keek hem welspre kend aan. Myn geldl herhaalde Wilfred peinzend. Ja, zooals ge zegt, ik zou daar heelwat mee kunnen doen. Toch is hot nog zeor gevaarlyk. Ongetwyfsldl Maar dat zou nog iets zyn om voor te leven 1 Natuurlyk zyt gs bang. Bangl viol Wilfred hem in de rede, terwyi een blos van toorn op zyn wangen zichtbaar werd; neen, bang ben ik niet, maar wel voorzichtig. Het gaat niet aan, zulk een quaestie zander ernstig nadenken te be slissen. Hebt ge wel eens met anderen over deze zaak gesproken? Neen, dat zou tot niets gediend hebben. Alleen iemand met uw middelen zou my kunnen helpen. Kent ge de prinses Ds Lusignan? Neen. Of markies Paradiso? Neen; ik ken geen van beiden. Maar ik weet, dat de prinses er de vrouw niet naar ie, zich zonder morren haar troon te laten ontnemen. Achttien maanden geleden is haar vader gestorven, en vóór zy gekroond kon worden, dreef de republikeinsche party haar 't land uit. Gedurende al dien tyd heeft zy alleen gedacht aan plannen om naar Busk terug te kunnen keeren. Zy heeft de hulp van Engeland ingeroepen, maar ons tegen woordig gouvernement weigert haar de be hulpzame band te bieden, uit vrees voor Busland. Frankryk, dat zelf oen republiek is, zal nimmer de koninklijke zaak steunen; Duitschland durft zich niet met de Balkan- staten bemoeien, om aan Frankryk geen voor wendsel tot oorlog te geven. De ongelukkige prinses heeft dus overal het hoofd gsstooten. Als de groote mogendheden haar hulp weigeren, zal zy haar troon nooit terugwinnen. Dat is nog niet zeker, antwoordde de majoor peinzend. Julia De Lusignan hoeft een te vermetelen geest, om zich neer te leggen by zulk een onrecht. Ik heb, geheel by toeval, ontdekt, dat zy op dit oogenblik een samen zwering smeedt tegen de republiek in Busk. Hare party is sterk; er is oneenlgbeid tus schen de leiders van de republiek, en als zy een stouten elag slaat, wie weet, of zy dan den troon nog niet vóór het einde van 'tjaar bestijgt! Er is weinig kans op! Niet minder dan Napoleon III had, toen hy te Londen woonde. Toch heeft deze den keizerlyken troon bestegen. Ik ken die vrouw niet persooniyk, Dacre, maar men zegt alge meen, dat zy een koene en edele vorstin is. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1