zeer overdreven achtte. Zoo acbtte hfi een verhooging der broodprijzen volstrekt onbe wezen. Hfi bestrijdt het betoog van den heer De Boer, die niet aanwees den weg om eigen- geërfden te doen ontstaan. Bescherming is gebaseerd op de taak der overheid om het goede te steunen en het kwade te straffen. Dat i6 de grondslag der belastingen. (Zie Romeinen XIII). Meermalen werd in den loop van het debat als argument aangevoerd, dat men een deel der bevolking niet mag bescher men ten laste van het andere deel. Maar wanneer nu ten gevolge van het te-loor-gaan van den landbouw een zooveel grooter deel van de bevolking bedeeld moet worden, zal dan de schade niet even groot of misschien nog grooter zijn? Door den heer De Lange werd eergisteren gezegd: wilt ge dan een muur trekken om uwe binnenlandsche industrie, waarbinnen weldra de koopkracht zal ontbreken? Neen, wij willen geen muur trekken, maar het bui tenland trekt een muur om ons heen. Verder besprak spr. den laatsten wonsch, welken men in de motie kan lezen, nl. de fiscale rechten. Wanneer mon wil komen tot afschaffing van tollen, tot afschaffing van d6n vleeschaccfins en tct afschaffing van de schandelijke inkom sten der Staatsloterij, dan is er geld voor noodig De heer HeldtMaar dat moet niet verkre gen worden ten koste van de arbeiders. De heer Heemskerk: Die zullen daarvoor vergoeding vinden in verbetering van de eco nomische toestandon. Ten slotte vestigt spre ker er de aandacht op, dat eene motie geen wet is, maar eenvoudig een uitgesproken wonsch. De heer Tijdens bestreed de heeren De Boer en Heldt; bfi acht bescherming zeer noodig en meent dat de zuivelbereiders ook wel spoedig bescherming zullen behoeven, met het oog op den invoer der Nieuw Zee- landsche boter in Engeland. Hfi ziet in be scherming alleen heil. De heer Van Kamebeek bestreed het betoog van den heer Heemskerk en do motie, daar hfi kunstmatige prfisverhooging afkeurt. De belastingen zouden, zeide de heer Heems kerk, moeten strekken tot verbetering van de mindere klasse. Doch al9 het op de verhoo ging van de kapitaalwaarde van den grond lankomt, dan hebben de arbeidendo klassen aan die verbetering weinig. Do consumenten kunnen zeker niet gebaat worden door het drijven naar het maken van hoogere prijzen, hoe kan men daardoor de koopkracht ver meerderen? Do hoor De Lange hoeft dit us toegelicht. Ten slotte betoogde ook spr. dat de invoe ring van graanrecht iot vorhooging van de broodprijzen tuversifidelfik zal moeten leiden. De, heer Truyen repliceerende houdt vol, -• dat de landbouw dringend bescherming noo dig heeft en dat het platteland ontvolkt wordt ten bate van de etoden. Zoolang de cijfers uit de statistieken niet onbetrouwbaar zijn geble ken, meent hfi zich daarop te kunnon beroepen. Kan men dat niet doen, wat beteekenen zfi dan? De verschillende bezwaren, door de be strijders der motie aangovoord, hebben hem nog niet overtuigd van de onbillijkheid om graanrechten to heffen, waardoor voor het oogenblik alleen de landbouw gebaat is, al zijn de andere aangegeven middelen voor de toekomst zeer zeker niet zonder waarde. Ten slotte vestigt sprekor de aandacht op do bedenkolfiko govolgon om graanboeren tot veenboeren te doen overgaan. Hoden is 't woord aan den heer Dobbelmann. Wyzlgfng der Schoolwet. De heer Do Savornin Lohman heeft aan do Tweede Kamer zjjn Memorie van Antwoord ingezonden over zijn wetsvoorstel tot wijziging van art. 54bis dor wet op het lager onderwijs. De voorsteller plaatste zich op het standpunt dat hot onderwijzend personeel voldoende zou zijn ora te voldoen aan de bepalingen der wet zoowel als op het standpunt, dat zulks niot het geval is. Ook in het eerste geval kan zonder eenige schuld van het school bestuur een vacature onvervuld moeten blijven tot groot finantiëel nadeel van do school. Werd dit voorstel wet, dan zou tevens voor zien worden in het geval, dat de machteloosheid van het schoolbestuur haar oorzaak vindt in het gebrek aan onderwijzend personeel in het algemeen. Tooh zou het daarom nog geens zins overgangsbepalingen overbodig maken, terwfil evenmin door overgangsbepalingen,"koe voortreffelijk ook, dit voorstel overbodig zou worden. Naar des voorstellers meoning loopen de waarborgen, die de wet voor do deugdelijkheid van het bijzonder onderwijs heeft gesteld, door dit voorstel geenerlei gevaar. Maar het schoolbestuur zal de zekerheid hebben dat het de bijdrage niet behoeft te verbeuren wanneer het tijdig in 6taat gesteld wordt ót eene vacature aan te vullen öf de bewijzen van zijn goeden wil en zijne onmacht te kunnen overleggen. Met den minister is de heer Lohman van meoning, dat door het ontstaan van eene nieuwo onderwfizorsplaats eene vacature ge boren wordt, zoodat eene afzonderlijke regeling voor dat geval niet noodig schijnt Er kunnen zeer zeker practische bezwaren ontstaan uit het verleenen van dispensatie, paar men moet die niet ovordrijven. Men moet hot recht, dat dit wetsvoorstel beoogt aan de Rogeering to geven, eenigszins vergelijken met het recht van gratie. Een schoolbestuur zal niet verzuimen voortdurend alle krachten in te spannen, om aan de bfi de wet gestelde eischon to voldoen. De Rogeering moet eenige vrijheid van han delen in deze houden. Zfi zal de noodige in lichtiDgen steeds kunnen inwinnen. Ten overvloede heeft de voorsteller in het ontwerp nog deze bepaling ingelascht, dat het schoolbestuur, hetwelk voornemens is zich op de wet te beroepen, vóór of op het oogenblik, waarop de vacature uiterlijk had moeten zijn aangevuld, het schooltoezicht in konnis moet stellen van den onvoldoenden toestand der school. Yan bevoorrechting der bijzondere school kan hier goen sprake zijn. Ten opzichte van R. K. scholen van Con gregaties zegt de heer Lohman, dat de maat regel ook cp deze wel zal kunnen toegepast worden. Zoo de besturen van Congregaties soms niot over een voldoend personeel zouden te beschikken hebben, zullen zü niet aarzelen om voor vacatures, welker aanvulling niet kan worden uitgesteld, buiten hunne Congre gatie geschikte personen te zoeken, zoodat alsdan ook zal kunnen blijken, dat mon door „het aanbieden van eene behoorlijke jaar wedde" zfin best heeft gedaan om het per soneel aan te vullen. De heer Lohman heeft overigens zijn wets voorstel nader aldus gewijzigd, dat het bestuur na afloop van het schooljaar eerst aan de Regoering ontheffing zal moeten vragen van de verplichting omtrent het minimum aantal onderwijzers. Is deze toegestaan, dan zendt het alsnog op de gewone wijze zijne aan vrage in aan Gedeputeerden, die dan daarop beslissen. Voor indiening van de aanvrage om de bijdrage moet dan een nieuwe termijn worden gesteld. Gemeenteraad van lSlllegom. Tegenwoordig alle leden. Voorzitter de heer M. W. De Kat, burge meester. De Voorzitter deelde mede dat hfi in overleg met de wethouders had besloten, deze ver gadering in hoofdzaak te beleggen tot het vaststellen ven den hoofd, omslag en het be noemen van een onderwijzer, en de volgende week weder eene vergadering uit te schrijven om de overige zaken te behandelen. De heer P. Scheen, te Leiden, in de vorige vergadering bencorad tot onderwijzer aan de openbaro lagere school to Hillegom, heeft be dankt, wegens benoeming als zoodanig te 's-Gravenhage. Den Raad werd alsnu dezelfde voordracht aangeboden van de vorige maal, echter met dit ondettf^ii, aat nummer drie nu nummer óór. .jtond. De voordracht was dus: M. Bosma, te West- Grafdijk, en G. Cramer, to Eemnes. Tot stemming overgaande, werd de heer Bosma met 9 stommen benoemd. De openbare zitting werd alsnu opgoheven, waarna werd overgegaan tot eene met ge- sloton deuren tor vaststelling van den hoofde lijken omslag en die der hondenbelasting. INGEZONDKN. Mijnheer de RedaclcurI Naar aanluiding van het ingezonden stuk van den heer „Furo" van 19 Maart, voorkomende in uw geacht dagblad van heden, is hot wellicht noodig UEd. te berichten dat in Leiden geen filiaal van ons gevestigd is. Mogelijk zijn wfi later in de gelegenheid eenige belangstellenden te kunnen uitnoodigon om voorwerpen van kunstnijverheid in zilver aan onze fabriek te komen bezichtigen. Met dankbetuiging voor de opname verblij ven wij Hoogachtend, J. M. Van Kempen Zonen. Voorschoten, 20 Maart 1895. Mijnheer de Redacteur l Ondergetoekende, en zeker velen met hem, zullen met ingonomenheid in Uw nommer van Maandag II. gelezen hebben, dat blijkens advertentie mej. M. M. Scholten, uit Amster dam, in eone openbare vergadering van de afdeeling Leiden van de Vereeniging tot Af schaffing van Sterken Drank, op Vrijdag 22 Maart a. s., des avonds te 8 uren, in het Nutsgobouw zal sproken, «vaartoe een ieder vrfien toegang heeft. Aangezien mej. Scholtcn zeer boeiend spreekt en voor voio ingezetenen alhier geen onbe kende dame meer is, zoo is het te verwachten, dat menigeou zich wederom naai' het Nut zal begeven. Mogen alsdan velen niet teleurgesteld naar huis gaan, gelijk dit de vorige twee keeron gebeurd is, doordat de kleine Nutszaal hen niet meer kon bevatten, doch worde dit door het geachte bestuur van bovengenoemde Ver eeniging voorkomen, door do grooto zaal van dat gebouw voor deze gelegODheid te gebruiken. Het is zoo vorbazend hinderlijk niet alleen voor de hoorders} maar zeker voor de be gaafde en ach ten sw aard i go spreekster ook, wanneer telkens deze of gene door de achter in de zaal als haringen opeengepakte men- schen tracht heen te dringen en dan, na een poosje gestaan te hebben, het niet langer kunnende uithouden, weder mismoedigd heen gaat, verheugd zijnde, wanneer mon goed en wel buiten is en vrfi ademhaalt U, Mijnheor de Redacteur, dankzeggende voor Uwe verleende plaatsruimte, Leiden, Hoogachtend, 21 Maart 1S95. Een belangstellende Gremengd Nieuws. Iemand wierp zich gisteravond in een vlaag van het een of ander in het Utrechtsche Veer. Toen hfi echter in aan raking kwam met het kille nat, zette hfi het met alle macht op een schreeuwen, waarna enkele personen den drenkeling weer op het droge brachten. Gisteravond is een der kettingen van de ophaalbrug aan den Ouden Rfin, nabfi de Bakkersteeg, alhier, gebroken. Persoonlijke ongelukken zfin er Diet bfi voorgevallen. In den laten avond was er nog een tiental mannen aan het werk om er een andoren ketting voor in de plaats te stellen. De passage over bedoelde brug was door dit ongeval gisteravond afgesloten. Hedenmorgen kon men de brug, ofschoon het werk toen nog niet voleind was, weer over. De arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhago deed heden uitspraak in de zaak der tuimelraam-diefstallen aldaar en ver oordeelde: M. J. Knaapen tot 4 jaren, R. Flierman tot 2 jaren, J. A. Prinsen tot 3 jaren en H. F. Strüben tot 2 jaren gevange nisstraf. A. Dubois werd vrijgesproken met last tot onmiddellijke invrijheidstelling. Rutgerink, die de gestolen voorwerpen heelde, werd tot 3 jaren gevangenisstraf ver oordeeld. Eene weduwe en hare dochter traden te Dordrecht op als depothoudsters van iemand, die in verschillende plaatsen des lands winkels heeft, en gaven als zekerheid eene som van ƒ500 in pand, welke zfi na afloop van het tusschen hen en den patroon gesloten contract zouden terugbekoraen, indien aan de uit dat contract voortvloeiende ver bintenissen zou zfin voldaan. Toen evenwel de zaak niet bfizonder vlotte en de depot houdsters uit den dienst van den winkel eigenaar traden, maakte deze bezwaar de fbOO terug te geven, omdat er een tekort in hot beheer ontdekt zou zfin. De depothoud sters ontkenden evenwel dat er een tekort was en de moeder stelde eene vordering in tot betaling der 500, welke echter door de rechtbank niot-ontvankelfik verklaard werd op grond dat slechts do moeder en de dochter te samen die vordering konden instellen. Dit word gisteren in appèl voor het gerechtshof te 's-Graven bage bestreden door mr. Nolst Trénitó, uit Rotterdam, die meende dat terecht de vordering was ingesteld door de moeder alleenomdat deze ook alleen het geld ver strekt had, dat tot zekerheid voor hen beiden diende. Mr. J. Addink, uit Don Haag, verdedigde het vonnis der rechtbank. De uitspraak volgt later. Te Steenwfik is door de baldda- digheid van eenige jongens een oud man om het leven gekomen. De 60-jarige Hendrik Jonker, te Nfiensleek, die reeds den geheolen dag bezig geweest was met vervoer van riet, keerde Dinsdag middag met de laatste vrach ten, geladen op 2 wagens on bespannen met 2 paarden, naar Nfiensleek terug. Even voorbfi den overweg van don Staatsspoorweg sebfinen de paarden te zfin geschrikt, doordat eenige jongens de dieren met zand gooiden. Bfi de pogingen om deze tot bedaren te brengen, viel Jonker, met het gevolg dat hfi den nek brak. Een in allerfil ontboden geneesheer kon slechts den dood constateeren. Serum. Twee genoesheeren, die aan de afdeeling voor diphtheritis in een der Parfische gasthuizen zfin geplaatst, hebben verslag uitgebracht over de uitkomsten van behandeling met het serum. Van 150 behan delde kinderen zfin 135 hersteld, dus 90 pCt., en als men do kinderen buiten rekening laat, die binnen 24 uren na de opneming zfin be zweken, komt men tot 93.4 pCt. Dit gunstig gevolg wordt ook daaraan toegeschreven, dat men de zeer ernstig aangetasten van de ande ren verwfiderd heeft gehouden. Volgens beide artsen is de hoeveelheid, die moet worden ingespoten, afhankelfik van den leeftfid, do hevigheid der ziekte, de tempe ratuur, enz. en mag in het geheel 10 tot 50 kub. centimeter bedragen, te beginnen met kleine hoeveelheden. rElbo" en „Crathie". Voor de Rotterdamscbe rechtbank vroeg gisteren mr. C. P. Zaafier, optredende voor mr. E. E. Van Raalte, advocaat van den „Nordd. Lloyd," ge heele vergooding van de schade, door de aan varing der „Elbe" veroorzaakt, met de daarop vallende wettelfike handelsrente van 6 pet. 's jaars, voorts continuatio van het beslag op de „Crathietot na afloop van het proces, met recht van verkoop bijaldien de eventueel op te leggen boete met de rente niet mocht worden betaald. Mr. Reepmaker vroeg daartegenover een cautiestelling van f 24,000 van de zfide der „Elbe" ten behoeve van de kosten van het geding. Hierop is door den eischer 8 dagen uitstel gevraagd. Ter gelegenheid d e r feestelfike opening van hot Noord-Oostzeo kanaal door den keizer van Duitschland in de maand Juni a. s. zal, bfi genoegzame deelneming, door een der vierma8t-stoomschepen van deNederlandsch- Amerikaanscho Stoomvaart-Maatschappfi een excursietocht naar Kiel worden ondernomen, welke ruim een week zal duren. Het voor nemen bestaat van Rotterdam uit te gaan, en behalve Kiel, ook Kopenhagen en Helgo land to bezoeken. Een uitvoerig prospectus, bfi de Maatschappfi verkrfigbaar, geeft alle inlichtingen. Van de werf van den-reinigings- dienst te Marseillle zfin 5 K.G. buskruit en 100 détonateurs gestolen. Keizer Wilhelm heeft een schil- derfi in waterverf, voorstellende de manoeuvres op zee, ingezonden op een tentoonstelling, welke voor een liefdadig doel wordt gehouden in de Academie van schoons kunsten te Berlfin. Het stuk is ongeveer drie voet lang en twee voet hoog en is geteekend„Wilhelm R., 1895." De bevestiging van het bericht, dat de Spaansche kruiser „Reina Regente" is vergaan, heeft te Madrid diepen indruk ge maakt. Niet alleen zfin door deze ramp honderden menschenlevens verloren gegaan, maar daarbfi verliest de Spaansche zeemacht door den ondergang der „Reina Regente" een harer beste schepen. Het vaartuig is vergaan in de nabfiheid van Kaap Roche, tusschen Cadix en Kaap Trafalger. Het was bekend als een der sterkste schepen van de Spaansche marine. In 1887 ten koste van 25 millioen te Glasgow gebouwd, had het eene lengte van 91, eene breedte van 15l/2 en eene hoogte van 9 meter; de inhoud bedroeg 4770 ton. Het schip beschikte over 13 booten, waar onder drie stoombarkassen. Machtige machines gaven het schip eene snelheid van 18 zeemfilen bfi normaal kolenverbruik. Het onderscheidde zich echter vooral door zfin buitengewoon sterk geschut: 4 Hontoriakanonnen van 24 cM., welke elk 21 tor. wegen; 6 van 12 cM. 6 Nordenfeldtkanonnen van 57 mM.; 4 Hotch- kisskanonnen2 revolverkanonnen; verder 5 kleinere, voor landingen bestemd; 5 torpedo werpers; talrfike vuurwapenen, 20 geladen torpedo's, 275 Maus6rgoweren, enz. bevonden zich eveneens aan boord. Het schip had één gebrek, namelfik dat. het voorgedeelte te veel wipte, wat men in marine kringen aan te sterke geschutslading toeschreef. Daar eene zware zee in die om standigheid licht gevaarlfik kon worden, was men reeds in 1892 voornemens de 24 cM. kanonnen te vervangen door lichtere; onge lukkig werd dat voornemen niet uitgevoerd. De tegenwoordige bevelhebber was de kapitein ter zee Francisco Sany de Andino y Marti, een oud, ervaren zeeman. De be manning bestond uit ruim 400 koppen. Daar van de opvarenden niets is vernomen, vermoedt men dat allen het loven hebben verloren. Uit Lemberg wordt gemeld dat in het station Rawaruska een vreeselfik gevecht heeft plaats gehad. De trein vervoerde eene diergaarde en toen hfi stilhield, hoorde men een woedend gebrul. Men ging zien naar de waggons, die de wilde dieren bevatten, en men vond dat de houten schutsels, die drie leeuwinnen van drie beren scheidden en deze weer van drie hyena's, vorbrfizeld waren en al deze dieren nu een verwoed gevecht leverden. Één beer was verdwenen. De leeuwen hadden hem opgegoten, met huid en haar. Van een anderen beer hadden zfi een poot afgebeten en eene hyena lag dood op den vloer. Twee leeuwen, die in een naburig rfituig zaten, bleven kalm. Niemand durfde tusschen komen in het gevecht der wilde dieren, totdat de eigenaar in eene slede aankwam en de vechtenden scheidde, niet zonder zelf door een beer gebeten te zfin. Hfi eischt schadevergoeding van de Spoor- wegmaatschappfi, omdat de schutsels niet sterk genoeg wraren. In Duitschland is dezer dagen weder een geval van onschuldige veroordeeling voorgekomen. Drie personen waren in het vorig jaar vervolgd wegens straatroof en twee van hen werden tot lange tuchthuisstraf ver oordeeld. Eén van dezen wist spoedig daarna voldoende gronden aan te voeren tot hervatting van het geding (hooger beroep is niet toegelaten) en bfi het nieuwe onderzoek bleek do beroofde persoon zoo weinig geloofwaardig te zfin, dat vrfispraak door de gezworenen volgde. Om die reden werd nu vanwege het Openbare Ministerie ook de zaak van den anderen ver oordeelde nog eens onderzocht en ook hfi werd vrfi ge sproken'. Hfi had intusschen reeds 2 maanden van do opgelegde straf ondergaan en elf maanden in voorloopige hechtenis door gebracht. Dc dynamlet-onlplofflng. Men seint nader uit Lobith aan de „Tel.": De plaats, waar de ontploffing plaats vond, is zeer geteisterd. Hier en daar worden over- blfifselen van menschen, ledematen en been deren, gevonden. Van de gewonden, die te Kleof verpleegd worden, is één overleden, namelfik 6chipper Van Meekeren. Van de dertien lfiken zfin zeven gevonden; zes worden nog vermist. Omtrent de oorzaak van ae ramp loopen verschillende geruchten; met zeker heid is dienaangaande evenwel nog niets te zeggen. Andere berichten melden nog hot volgende De ontploffing moet niet op Hollandsch grondgebied hebben plaats gehad, omdat, naar uit goede bron gemeld wordt, de Nederlandsche autoriteiten ten stelligste geweigerd hebben deze gevaarlfike lading ons land te doen bin nentreden. Het schip lag in het zoogenaamde Vossengat, een kleine vluchthaven, ressor- teerende onder de gemeente Keilen, dus in Duitschland, tusschen Kleef en Griethuizen, in de richting van Lobith. Ook te Emmerik, op ruim U/a uur afstands, zfin door de geheele stad ruiten gesprongen, en zelfs in het vóór Emmerik gelegen grens stadje Elten, werd de kerk zeer beschadigd en sprongen hier en daar de ruiten. Tot in het Noorden des lands moet het geluid der ontploffing gehoord zfin. Uit Tietjerk (Friesland) wordt althans het volgende gemeld: „De ontploffing, veroorzaakt door het in de lucht vliegeu van een schip bfi Lobith, werd hier duidelfik waargenomen. De dreuning was zelfs zoo sterk, dat van sommige huizen in den omtrek de deuren werden geopend en dat bfi meest alle de glazen rinkelden". Ook uit andere plaatsen in Friesland ont vangt do „N. R. C." bericht, dat daar een „dreuning" werd waargenomen omstreeks don tfid van de ontploffing. O. a. te Bergum, Hardegarfip, Suawoude enz. rinkelden de ramen der woningen en hier en daar werden zelfs deuren open geworpen. Het verschfinsel duurde slechts eene enkele seconde. In verschillende plaatsen in Drente word te halfzes ongeveer in de lucht een geluid als van donder waargenomen. Uit Millingen schrfift men hoe daar de ontploffing is waargenomen. Men zag in de verte een vuurstraal omhoog schieten en hoorde daarna een knetterenden slag, als bfi een hevig onweer. Een groote, zware rook wolk verhief zich, woelende en werkende, en bleef geruimen tfid op dezelfde plaats in de lucht hangen, tot zfi zich eindelfik langzaam oploste. Aan de Tolkamer bfi Lobith zfin ten gevolge van de dynamietontploffing enkele huizen ingestort en verscheidene daken weggeslagen. Slechts een paar huizen zfin daar geheel onbeschadigd gebleven. De zes schepen, die op de plaats des on- heils lagen, waren: „Elizabeth," schipper EL Reymer (in de lucht gesprongen); „De Hoop," schipper H. Gerritsen (verbrand); „Maria Odelia," schipper J. Van Meekeren; „De Duif," schipper Th. Dreners; „Gesina," schipper W. Leeriders. Bfi de ramp zfiD omgekomen schipper P. Vermaas met zfin zoon en dochter (het schip „De Vier Gebroeders"), de vrouw van schipper J. Van Meekeren en de knecht van do „Maria Odelia," schipper H. Reymers en zfin knecht van het schip „Elizabeth", een broeder van schipper H. Gerritsen van het schip „De Hoop," benevens 5 werklieden van de fabriek uit Parz, bfi Koulen, van waar het dynamiet afkomstig was. Zeven lfiken zfin terug gevonden. Verwond zfin: vrouw Vermaae, schipper W. Leenders en zfin knecht. Zfi worden ver pleegd in het ziekenhuis te Kleef. Het gerecht te Kleef heeft oen onderzoek naar de oorzaak iDgesteld. Van zfin verslaggever, die zich gisteren naar het tooneel van de ramp heeft begeven, ontving het „Hbl." nog de volgende berichten: Op 31 Januari zfin zeven zeilschepen, ge laden met dynamiet, te Lobith aangekomen. Het dynamiet was bestemd voor Port Elisa beth en zou te Antwerpen overgeladen wor den in het stoomschip „Chemnitz". Door de strenge vorst durfden de schepen echter niet verder en vluchtten, zooals destfids gemeld, in het Vossegat bfi Milligen op Pruisisch gebied, omdat men bang was voor fisgevaar. Toen echter het fis los begon te raken, was mon bevreesd dat de schepen beschadigd zou den worden en op 7 Februari werd het dyna miet overgebracht ia een loods op het open veld bfi Salraortb. Daar is het bewaakt door vier gendarmen en vier soldaten totdat de rivier vrfi raakte. Dezer dagen begon het vervoer naar de schepen, hetgeen klaarblfikelfik mot de gewone voorzorgsmaatregelen geschied is, zooals bij voorbeeld stroo over den ganschen weg, opdat het stooten vermeden zou worden, en d€ woningen in den omtrek waren ontruimd. Dinsdags was reeds één schip vertrokken naar Jutfaas met een lading van 1100 kilo„ bestemd voor de genietroepen. Hoe de ramp ontstond, is natuurlfik onbe-i kend, omdat allen, die in de nabfiheid wareDj zfin omgekomen. Waarschfinlfik echter heeft men een der kiston, die twintig KG. netto Inhouden, laten vallen, want te Lobith heeft men oerst een kleinen slag gehoord en daarop terstond een geweldig grooten, waarbfi ruiten rinkelden en verbrijzeld werden. Een dichte rookmassa trok over de rivier. De Amsterdamsche sleepboot „Poolster" was met een gesleept schip juist vlak in de nabfi heid. Alles is op Duitsch gebied gebeurd. De „Clevische Volksfreund" deelt in een extra-blad nog enkole nadere bijzonderheden betreffende de ontploffing mede. Omtrent de oorzaak der ramp is volgens dit blad tweeërlei lezing in omloop. Volgens het eene zou het ongeluk veroorzaakt zfin doordat twee hand karren, eene ledige van het schip komende en eene andere met drie kisten bevracht, die naar het schip werd gereden, met elkaar in botsing kwamenvolgens de andero had de ontploffing op tot nog toe onverklaarbare wfize, op een der bfina geheel met dynamiet vol geladen schepen plaats. Zooals wfi mededeelden, geraakte een nabfi het met dynamiet geladen schip gelegen vaar tuig in brand. Op dit brandende schip bevond zich volgens de „Clev. Volksfr." de vrouw vr.n een schippersgezin uit Millingen met haar drie kleine kinderen en een dochter van 17 a 18 jaar, terwfil haar man mot haar 24 jarigen zoon op het dynamietschip waren. De beide personen op dit laatste schip werden gedood. De vrouw en haar dochter werden opgeheven en aan land geslingerd en zwaar gewond; het meisje stierf aan de bekomen wonden, haar moeder werd naar Cleef vervoerd; haar leven is buiten gevaar. Ook de kinderen moeten gered ztfn. Het geluid en de luchtdruk, door de vrees6- lfike ontploffing veroorzaakt, werden tot in Kempen en Crefeld gehoord en gevoeld. Te Kleef, dat anderhalf uur van Lobith ligt, vlogen de deuren open en dicht, en ook in den naasten omtrek heerschten op het bericht van het ongeluk schrik en ontsteltenis. De land raad Eich, doctoren en andere autoriteiten, snelden deels met een extra-trein naar de plaats des onheils, om voor de gewonden te zorgen en andere maatregelen te treffen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2