zeer overdreven achtte. Zoo acbtte hfi een
verhooging der broodprijzen volstrekt onbe
wezen. Hfi bestrijdt het betoog van den heer
De Boer, die niet aanwees den weg om eigen-
geërfden te doen ontstaan. Bescherming is
gebaseerd op de taak der overheid om het
goede te steunen en het kwade te straffen.
Dat i6 de grondslag der belastingen. (Zie
Romeinen XIII). Meermalen werd in den loop
van het debat als argument aangevoerd, dat
men een deel der bevolking niet mag bescher
men ten laste van het andere deel. Maar
wanneer nu ten gevolge van het te-loor-gaan
van den landbouw een zooveel grooter deel
van de bevolking bedeeld moet worden, zal
dan de schade niet even groot of misschien
nog grooter zijn?
Door den heer De Lange werd eergisteren
gezegd: wilt ge dan een muur trekken om
uwe binnenlandsche industrie, waarbinnen
weldra de koopkracht zal ontbreken? Neen,
wij willen geen muur trekken, maar het bui
tenland trekt een muur om ons heen.
Verder besprak spr. den laatsten wonsch,
welken men in de motie kan lezen, nl. de
fiscale rechten.
Wanneer mon wil komen tot afschaffing van
tollen, tot afschaffing van d6n vleeschaccfins
en tct afschaffing van de schandelijke inkom
sten der Staatsloterij, dan is er geld voor
noodig
De heer HeldtMaar dat moet niet verkre
gen worden ten koste van de arbeiders.
De heer Heemskerk: Die zullen daarvoor
vergoeding vinden in verbetering van de eco
nomische toestandon. Ten slotte vestigt spre
ker er de aandacht op, dat eene motie geen
wet is, maar eenvoudig een uitgesproken
wonsch.
De heer Tijdens bestreed de heeren De
Boer en Heldt; bfi acht bescherming zeer
noodig en meent dat de zuivelbereiders ook
wel spoedig bescherming zullen behoeven,
met het oog op den invoer der Nieuw Zee-
landsche boter in Engeland. Hfi ziet in be
scherming alleen heil.
De heer Van Kamebeek bestreed het betoog
van den heer Heemskerk en do motie, daar
hfi kunstmatige prfisverhooging afkeurt.
De belastingen zouden, zeide de heer Heems
kerk, moeten strekken tot verbetering van de
mindere klasse. Doch al9 het op de verhoo
ging van de kapitaalwaarde van den grond
lankomt, dan hebben de arbeidendo klassen
aan die verbetering weinig. Do consumenten
kunnen zeker niet gebaat worden door het
drijven naar het maken van hoogere prijzen,
hoe kan men daardoor de koopkracht ver
meerderen? Do hoor De Lange hoeft dit us
toegelicht.
Ten slotte betoogde ook spr. dat de invoe
ring van graanrecht iot vorhooging van de
broodprijzen tuversifidelfik zal moeten leiden.
De, heer Truyen repliceerende houdt vol,
-• dat de landbouw dringend bescherming noo
dig heeft en dat het platteland ontvolkt wordt
ten bate van de etoden. Zoolang de cijfers uit
de statistieken niet onbetrouwbaar zijn geble
ken, meent hfi zich daarop te kunnon beroepen.
Kan men dat niet doen, wat beteekenen zfi
dan? De verschillende bezwaren, door de be
strijders der motie aangovoord, hebben hem
nog niet overtuigd van de onbillijkheid om
graanrechten to heffen, waardoor voor het
oogenblik alleen de landbouw gebaat is, al
zijn de andere aangegeven middelen voor de
toekomst zeer zeker niet zonder waarde.
Ten slotte vestigt sprekor de aandacht op
do bedenkolfiko govolgon om graanboeren tot
veenboeren te doen overgaan.
Hoden is 't woord aan den heer Dobbelmann.
Wyzlgfng der Schoolwet.
De heer Do Savornin Lohman heeft aan
do Tweede Kamer zjjn Memorie van Antwoord
ingezonden over zijn wetsvoorstel tot wijziging
van art. 54bis dor wet op het lager onderwijs.
De voorsteller plaatste zich op het standpunt
dat hot onderwijzend personeel voldoende zou
zijn ora te voldoen aan de bepalingen der
wet zoowel als op het standpunt, dat zulks
niot het geval is. Ook in het eerste geval
kan zonder eenige schuld van het school
bestuur een vacature onvervuld moeten blijven
tot groot finantiëel nadeel van do school.
Werd dit voorstel wet, dan zou tevens voor
zien worden in het geval, dat de machteloosheid
van het schoolbestuur haar oorzaak vindt in
het gebrek aan onderwijzend personeel in
het algemeen. Tooh zou het daarom nog geens
zins overgangsbepalingen overbodig maken,
terwfil evenmin door overgangsbepalingen,"koe
voortreffelijk ook, dit voorstel overbodig zou
worden.
Naar des voorstellers meoning loopen de
waarborgen, die de wet voor do deugdelijkheid
van het bijzonder onderwijs heeft gesteld,
door dit voorstel geenerlei gevaar. Maar het
schoolbestuur zal de zekerheid hebben dat
het de bijdrage niet behoeft te verbeuren
wanneer het tijdig in 6taat gesteld wordt ót
eene vacature aan te vullen öf de bewijzen
van zijn goeden wil en zijne onmacht te
kunnen overleggen.
Met den minister is de heer Lohman van
meoning, dat door het ontstaan van eene
nieuwo onderwfizorsplaats eene vacature ge
boren wordt, zoodat eene afzonderlijke regeling
voor dat geval niet noodig schijnt
Er kunnen zeer zeker practische bezwaren
ontstaan uit het verleenen van dispensatie,
paar men moet die niet ovordrijven. Men moet
hot recht, dat dit wetsvoorstel beoogt aan de
Rogeering to geven, eenigszins vergelijken met
het recht van gratie. Een schoolbestuur zal
niet verzuimen voortdurend alle krachten in
te spannen, om aan de bfi de wet gestelde
eischon to voldoen.
De Rogeering moet eenige vrijheid van han
delen in deze houden. Zfi zal de noodige in
lichtiDgen steeds kunnen inwinnen.
Ten overvloede heeft de voorsteller in het
ontwerp nog deze bepaling ingelascht, dat het
schoolbestuur, hetwelk voornemens is zich op
de wet te beroepen, vóór of op het oogenblik,
waarop de vacature uiterlijk had moeten zijn
aangevuld, het schooltoezicht in konnis moet
stellen van den onvoldoenden toestand der
school. Yan bevoorrechting der bijzondere
school kan hier goen sprake zijn.
Ten opzichte van R. K. scholen van Con
gregaties zegt de heer Lohman, dat de maat
regel ook cp deze wel zal kunnen toegepast
worden. Zoo de besturen van Congregaties
soms niot over een voldoend personeel zouden
te beschikken hebben, zullen zü niet aarzelen
om voor vacatures, welker aanvulling niet
kan worden uitgesteld, buiten hunne Congre
gatie geschikte personen te zoeken, zoodat
alsdan ook zal kunnen blijken, dat mon door
„het aanbieden van eene behoorlijke jaar
wedde" zfin best heeft gedaan om het per
soneel aan te vullen.
De heer Lohman heeft overigens zijn wets
voorstel nader aldus gewijzigd, dat het bestuur
na afloop van het schooljaar eerst aan de
Regoering ontheffing zal moeten vragen van
de verplichting omtrent het minimum aantal
onderwijzers. Is deze toegestaan, dan zendt
het alsnog op de gewone wijze zijne aan
vrage in aan Gedeputeerden, die dan daarop
beslissen. Voor indiening van de aanvrage
om de bijdrage moet dan een nieuwe termijn
worden gesteld.
Gemeenteraad van lSlllegom.
Tegenwoordig alle leden.
Voorzitter de heer M. W. De Kat, burge
meester.
De Voorzitter deelde mede dat hfi in overleg
met de wethouders had besloten, deze ver
gadering in hoofdzaak te beleggen tot het
vaststellen ven den hoofd, omslag en het be
noemen van een onderwijzer, en de volgende
week weder eene vergadering uit te schrijven
om de overige zaken te behandelen.
De heer P. Scheen, te Leiden, in de vorige
vergadering bencorad tot onderwijzer aan de
openbaro lagere school to Hillegom, heeft be
dankt, wegens benoeming als zoodanig te
's-Gravenhage.
Den Raad werd alsnu dezelfde voordracht
aangeboden van de vorige maal, echter met
dit ondettf^ii, aat nummer drie nu nummer
óór. .jtond.
De voordracht was dus: M. Bosma, te West-
Grafdijk, en G. Cramer, to Eemnes.
Tot stemming overgaande, werd de heer
Bosma met 9 stommen benoemd.
De openbare zitting werd alsnu opgoheven,
waarna werd overgegaan tot eene met ge-
sloton deuren tor vaststelling van den hoofde
lijken omslag en die der hondenbelasting.
INGEZONDKN.
Mijnheer de RedaclcurI
Naar aanluiding van het ingezonden stuk
van den heer „Furo" van 19 Maart, voorkomende
in uw geacht dagblad van heden, is hot
wellicht noodig UEd. te berichten dat in Leiden
geen filiaal van ons gevestigd is.
Mogelijk zijn wfi later in de gelegenheid
eenige belangstellenden te kunnen uitnoodigon
om voorwerpen van kunstnijverheid in zilver
aan onze fabriek te komen bezichtigen.
Met dankbetuiging voor de opname verblij
ven wij
Hoogachtend,
J. M. Van Kempen Zonen.
Voorschoten, 20 Maart 1895.
Mijnheer de Redacteur l
Ondergetoekende, en zeker velen met hem,
zullen met ingonomenheid in Uw nommer
van Maandag II. gelezen hebben, dat blijkens
advertentie mej. M. M. Scholten, uit Amster
dam, in eone openbare vergadering van de
afdeeling Leiden van de Vereeniging tot Af
schaffing van Sterken Drank, op Vrijdag 22
Maart a. s., des avonds te 8 uren, in het
Nutsgobouw zal sproken, «vaartoe een ieder
vrfien toegang heeft.
Aangezien mej. Scholtcn zeer boeiend spreekt
en voor voio ingezetenen alhier geen onbe
kende dame meer is, zoo is het te verwachten,
dat menigeou zich wederom naai' het Nut zal
begeven.
Mogen alsdan velen niet teleurgesteld naar
huis gaan, gelijk dit de vorige twee keeron
gebeurd is, doordat de kleine Nutszaal hen
niet meer kon bevatten, doch worde dit door
het geachte bestuur van bovengenoemde Ver
eeniging voorkomen, door do grooto zaal van
dat gebouw voor deze gelegODheid te gebruiken.
Het is zoo vorbazend hinderlijk niet alleen
voor de hoorders} maar zeker voor de be
gaafde en ach ten sw aard i go spreekster ook,
wanneer telkens deze of gene door de achter
in de zaal als haringen opeengepakte men-
schen tracht heen te dringen en dan, na een
poosje gestaan te hebben, het niet langer
kunnende uithouden, weder mismoedigd heen
gaat, verheugd zijnde, wanneer mon goed en
wel buiten is en vrfi ademhaalt
U, Mijnheor de Redacteur, dankzeggende
voor Uwe verleende plaatsruimte,
Leiden, Hoogachtend,
21 Maart 1S95. Een belangstellende
Gremengd Nieuws.
Iemand wierp zich gisteravond
in een vlaag van het een of ander in het
Utrechtsche Veer. Toen hfi echter in aan
raking kwam met het kille nat, zette hfi het
met alle macht op een schreeuwen, waarna
enkele personen den drenkeling weer op het
droge brachten.
Gisteravond is een der kettingen
van de ophaalbrug aan den Ouden Rfin, nabfi
de Bakkersteeg, alhier, gebroken. Persoonlijke
ongelukken zfin er Diet bfi voorgevallen. In
den laten avond was er nog een tiental
mannen aan het werk om er een andoren
ketting voor in de plaats te stellen. De
passage over bedoelde brug was door dit
ongeval gisteravond afgesloten.
Hedenmorgen kon men de brug, ofschoon
het werk toen nog niet voleind was, weer over.
De arrondissementsrechtbank te
's-Gravenhago deed heden uitspraak in de
zaak der tuimelraam-diefstallen aldaar en ver
oordeelde: M. J. Knaapen tot 4 jaren, R.
Flierman tot 2 jaren, J. A. Prinsen tot 3
jaren en H. F. Strüben tot 2 jaren gevange
nisstraf.
A. Dubois werd vrijgesproken met last tot
onmiddellijke invrijheidstelling.
Rutgerink, die de gestolen voorwerpen
heelde, werd tot 3 jaren gevangenisstraf ver
oordeeld.
Eene weduwe en hare dochter
traden te Dordrecht op als depothoudsters
van iemand, die in verschillende plaatsen des
lands winkels heeft, en gaven als zekerheid
eene som van ƒ500 in pand, welke zfi na
afloop van het tusschen hen en den patroon
gesloten contract zouden terugbekoraen, indien
aan de uit dat contract voortvloeiende ver
bintenissen zou zfin voldaan. Toen evenwel
de zaak niet bfizonder vlotte en de depot
houdsters uit den dienst van den winkel
eigenaar traden, maakte deze bezwaar de
fbOO terug te geven, omdat er een tekort in
hot beheer ontdekt zou zfin. De depothoud
sters ontkenden evenwel dat er een tekort
was en de moeder stelde eene vordering in
tot betaling der 500, welke echter door de
rechtbank niot-ontvankelfik verklaard werd
op grond dat slechts do moeder en de dochter
te samen die vordering konden instellen. Dit
word gisteren in appèl voor het gerechtshof
te 's-Graven bage bestreden door mr. Nolst
Trénitó, uit Rotterdam, die meende dat terecht
de vordering was ingesteld door de moeder
alleenomdat deze ook alleen het geld ver
strekt had, dat tot zekerheid voor hen beiden
diende.
Mr. J. Addink, uit Don Haag, verdedigde
het vonnis der rechtbank.
De uitspraak volgt later.
Te Steenwfik is door de baldda-
digheid van eenige jongens een oud man om
het leven gekomen. De 60-jarige Hendrik
Jonker, te Nfiensleek, die reeds den geheolen
dag bezig geweest was met vervoer van riet,
keerde Dinsdag middag met de laatste vrach
ten, geladen op 2 wagens on bespannen met
2 paarden, naar Nfiensleek terug. Even voorbfi
den overweg van don Staatsspoorweg sebfinen
de paarden te zfin geschrikt, doordat eenige
jongens de dieren met zand gooiden. Bfi de
pogingen om deze tot bedaren te brengen,
viel Jonker, met het gevolg dat hfi den nek
brak. Een in allerfil ontboden geneesheer kon
slechts den dood constateeren.
Serum. Twee genoesheeren,
die aan de afdeeling voor diphtheritis in een
der Parfische gasthuizen zfin geplaatst, hebben
verslag uitgebracht over de uitkomsten van
behandeling met het serum. Van 150 behan
delde kinderen zfin 135 hersteld, dus 90 pCt.,
en als men do kinderen buiten rekening laat,
die binnen 24 uren na de opneming zfin be
zweken, komt men tot 93.4 pCt. Dit gunstig
gevolg wordt ook daaraan toegeschreven, dat
men de zeer ernstig aangetasten van de ande
ren verwfiderd heeft gehouden.
Volgens beide artsen is de hoeveelheid, die
moet worden ingespoten, afhankelfik van den
leeftfid, do hevigheid der ziekte, de tempe
ratuur, enz. en mag in het geheel 10 tot 50
kub. centimeter bedragen, te beginnen met
kleine hoeveelheden.
rElbo" en „Crathie". Voor de
Rotterdamscbe rechtbank vroeg gisteren mr.
C. P. Zaafier, optredende voor mr. E. E. Van
Raalte, advocaat van den „Nordd. Lloyd," ge
heele vergooding van de schade, door de aan
varing der „Elbe" veroorzaakt, met de daarop
vallende wettelfike handelsrente van 6 pet.
's jaars, voorts continuatio van het beslag
op de „Crathietot na afloop van het proces,
met recht van verkoop bijaldien de eventueel
op te leggen boete met de rente niet mocht
worden betaald.
Mr. Reepmaker vroeg daartegenover een
cautiestelling van f 24,000 van de zfide der
„Elbe" ten behoeve van de kosten van het
geding. Hierop is door den eischer 8 dagen
uitstel gevraagd.
Ter gelegenheid d e r feestelfike
opening van hot Noord-Oostzeo kanaal door
den keizer van Duitschland in de maand Juni
a. s. zal, bfi genoegzame deelneming, door een
der vierma8t-stoomschepen van deNederlandsch-
Amerikaanscho Stoomvaart-Maatschappfi een
excursietocht naar Kiel worden ondernomen,
welke ruim een week zal duren. Het voor
nemen bestaat van Rotterdam uit te gaan,
en behalve Kiel, ook Kopenhagen en Helgo
land to bezoeken. Een uitvoerig prospectus,
bfi de Maatschappfi verkrfigbaar, geeft alle
inlichtingen.
Van de werf van den-reinigings-
dienst te Marseillle zfin 5 K.G. buskruit en
100 détonateurs gestolen.
Keizer Wilhelm heeft een schil-
derfi in waterverf, voorstellende de manoeuvres
op zee, ingezonden op een tentoonstelling,
welke voor een liefdadig doel wordt gehouden
in de Academie van schoons kunsten te Berlfin.
Het stuk is ongeveer drie voet lang en twee
voet hoog en is geteekend„Wilhelm R., 1895."
De bevestiging van het bericht,
dat de Spaansche kruiser „Reina Regente" is
vergaan, heeft te Madrid diepen indruk ge
maakt. Niet alleen zfin door deze ramp
honderden menschenlevens verloren gegaan,
maar daarbfi verliest de Spaansche zeemacht
door den ondergang der „Reina Regente"
een harer beste schepen. Het vaartuig is
vergaan in de nabfiheid van Kaap Roche,
tusschen Cadix en Kaap Trafalger.
Het was bekend als een der sterkste schepen
van de Spaansche marine. In 1887 ten koste
van 25 millioen te Glasgow gebouwd, had
het eene lengte van 91, eene breedte van
15l/2 en eene hoogte van 9 meter; de inhoud
bedroeg 4770 ton.
Het schip beschikte over 13 booten, waar
onder drie stoombarkassen. Machtige machines
gaven het schip eene snelheid van 18 zeemfilen
bfi normaal kolenverbruik. Het onderscheidde
zich echter vooral door zfin buitengewoon
sterk geschut: 4 Hontoriakanonnen van 24 cM.,
welke elk 21 tor. wegen; 6 van 12 cM.
6 Nordenfeldtkanonnen van 57 mM.; 4 Hotch-
kisskanonnen2 revolverkanonnen; verder 5
kleinere, voor landingen bestemd; 5 torpedo
werpers; talrfike vuurwapenen, 20 geladen
torpedo's, 275 Maus6rgoweren, enz. bevonden
zich eveneens aan boord.
Het schip had één gebrek, namelfik dat.
het voorgedeelte te veel wipte, wat men in
marine kringen aan te sterke geschutslading
toeschreef. Daar eene zware zee in die om
standigheid licht gevaarlfik kon worden, was
men reeds in 1892 voornemens de 24 cM.
kanonnen te vervangen door lichtere; onge
lukkig werd dat voornemen niet uitgevoerd.
De tegenwoordige bevelhebber was de
kapitein ter zee Francisco Sany de Andino
y Marti, een oud, ervaren zeeman. De be
manning bestond uit ruim 400 koppen.
Daar van de opvarenden niets is vernomen,
vermoedt men dat allen het loven hebben
verloren.
Uit Lemberg wordt gemeld dat
in het station Rawaruska een vreeselfik gevecht
heeft plaats gehad. De trein vervoerde eene
diergaarde en toen hfi stilhield, hoorde men
een woedend gebrul. Men ging zien naar de
waggons, die de wilde dieren bevatten, en
men vond dat de houten schutsels, die drie
leeuwinnen van drie beren scheidden en deze
weer van drie hyena's, vorbrfizeld waren en al
deze dieren nu een verwoed gevecht leverden.
Één beer was verdwenen. De leeuwen hadden
hem opgegoten, met huid en haar. Van een
anderen beer hadden zfi een poot afgebeten
en eene hyena lag dood op den vloer.
Twee leeuwen, die in een naburig rfituig
zaten, bleven kalm. Niemand durfde tusschen
komen in het gevecht der wilde dieren, totdat
de eigenaar in eene slede aankwam en de
vechtenden scheidde, niet zonder zelf door een
beer gebeten te zfin.
Hfi eischt schadevergoeding van de Spoor-
wegmaatschappfi, omdat de schutsels niet
sterk genoeg wraren.
In Duitschland is dezer dagen
weder een geval van onschuldige veroordeeling
voorgekomen. Drie personen waren in het
vorig jaar vervolgd wegens straatroof en twee
van hen werden tot lange tuchthuisstraf ver
oordeeld. Eén van dezen wist spoedig daarna
voldoende gronden aan te voeren tot hervatting
van het geding (hooger beroep is niet toegelaten)
en bfi het nieuwe onderzoek bleek do beroofde
persoon zoo weinig geloofwaardig te zfin, dat
vrfispraak door de gezworenen volgde. Om
die reden werd nu vanwege het Openbare
Ministerie ook de zaak van den anderen ver
oordeelde nog eens onderzocht en ook hfi
werd vrfi ge sproken'. Hfi had intusschen reeds
2 maanden van do opgelegde straf ondergaan
en elf maanden in voorloopige hechtenis door
gebracht.
Dc dynamlet-onlplofflng.
Men seint nader uit Lobith aan de „Tel.":
De plaats, waar de ontploffing plaats vond,
is zeer geteisterd. Hier en daar worden over-
blfifselen van menschen, ledematen en been
deren, gevonden. Van de gewonden, die te
Kleof verpleegd worden, is één overleden,
namelfik 6chipper Van Meekeren. Van de
dertien lfiken zfin zeven gevonden; zes worden
nog vermist. Omtrent de oorzaak van ae ramp
loopen verschillende geruchten; met zeker
heid is dienaangaande evenwel nog niets te
zeggen.
Andere berichten melden nog hot volgende
De ontploffing moet niet op Hollandsch
grondgebied hebben plaats gehad, omdat, naar
uit goede bron gemeld wordt, de Nederlandsche
autoriteiten ten stelligste geweigerd hebben
deze gevaarlfike lading ons land te doen bin
nentreden. Het schip lag in het zoogenaamde
Vossengat, een kleine vluchthaven, ressor-
teerende onder de gemeente Keilen, dus in
Duitschland, tusschen Kleef en Griethuizen,
in de richting van Lobith.
Ook te Emmerik, op ruim U/a uur afstands,
zfin door de geheele stad ruiten gesprongen,
en zelfs in het vóór Emmerik gelegen grens
stadje Elten, werd de kerk zeer beschadigd
en sprongen hier en daar de ruiten.
Tot in het Noorden des lands moet het
geluid der ontploffing gehoord zfin. Uit Tietjerk
(Friesland) wordt althans het volgende gemeld:
„De ontploffing, veroorzaakt door het in de
lucht vliegeu van een schip bfi Lobith, werd
hier duidelfik waargenomen. De dreuning was
zelfs zoo sterk, dat van sommige huizen in
den omtrek de deuren werden geopend en
dat bfi meest alle de glazen rinkelden".
Ook uit andere plaatsen in Friesland ont
vangt do „N. R. C." bericht, dat daar een
„dreuning" werd waargenomen omstreeks don
tfid van de ontploffing. O. a. te Bergum,
Hardegarfip, Suawoude enz. rinkelden de ramen
der woningen en hier en daar werden zelfs
deuren open geworpen. Het verschfinsel duurde
slechts eene enkele seconde.
In verschillende plaatsen in Drente word
te halfzes ongeveer in de lucht een geluid
als van donder waargenomen.
Uit Millingen schrfift men hoe daar de
ontploffing is waargenomen. Men zag in de
verte een vuurstraal omhoog schieten en
hoorde daarna een knetterenden slag, als bfi
een hevig onweer. Een groote, zware rook
wolk verhief zich, woelende en werkende, en
bleef geruimen tfid op dezelfde plaats in de
lucht hangen, tot zfi zich eindelfik langzaam
oploste.
Aan de Tolkamer bfi Lobith zfin ten gevolge
van de dynamietontploffing enkele huizen
ingestort en verscheidene daken weggeslagen.
Slechts een paar huizen zfin daar geheel
onbeschadigd gebleven.
De zes schepen, die op de plaats des on-
heils lagen, waren: „Elizabeth," schipper EL
Reymer (in de lucht gesprongen); „De Hoop,"
schipper H. Gerritsen (verbrand); „Maria
Odelia," schipper J. Van Meekeren; „De Duif,"
schipper Th. Dreners; „Gesina," schipper W.
Leeriders.
Bfi de ramp zfiD omgekomen schipper P.
Vermaas met zfin zoon en dochter (het schip
„De Vier Gebroeders"), de vrouw van schipper
J. Van Meekeren en de knecht van do „Maria
Odelia," schipper H. Reymers en zfin knecht
van het schip „Elizabeth", een broeder van
schipper H. Gerritsen van het schip „De
Hoop," benevens 5 werklieden van de fabriek
uit Parz, bfi Koulen, van waar het dynamiet
afkomstig was. Zeven lfiken zfin terug
gevonden.
Verwond zfin: vrouw Vermaae, schipper
W. Leenders en zfin knecht. Zfi worden ver
pleegd in het ziekenhuis te Kleef.
Het gerecht te Kleef heeft oen onderzoek
naar de oorzaak iDgesteld.
Van zfin verslaggever, die zich gisteren
naar het tooneel van de ramp heeft begeven,
ontving het „Hbl." nog de volgende berichten:
Op 31 Januari zfin zeven zeilschepen, ge
laden met dynamiet, te Lobith aangekomen.
Het dynamiet was bestemd voor Port Elisa
beth en zou te Antwerpen overgeladen wor
den in het stoomschip „Chemnitz". Door de
strenge vorst durfden de schepen echter niet
verder en vluchtten, zooals destfids gemeld,
in het Vossegat bfi Milligen op Pruisisch
gebied, omdat men bang was voor fisgevaar.
Toen echter het fis los begon te raken, was
mon bevreesd dat de schepen beschadigd zou
den worden en op 7 Februari werd het dyna
miet overgebracht ia een loods op het open
veld bfi Salraortb. Daar is het bewaakt door
vier gendarmen en vier soldaten totdat de
rivier vrfi raakte.
Dezer dagen begon het vervoer naar de
schepen, hetgeen klaarblfikelfik mot de gewone
voorzorgsmaatregelen geschied is, zooals bij
voorbeeld stroo over den ganschen weg, opdat
het stooten vermeden zou worden, en d€
woningen in den omtrek waren ontruimd.
Dinsdags was reeds één schip vertrokken
naar Jutfaas met een lading van 1100 kilo„
bestemd voor de genietroepen.
Hoe de ramp ontstond, is natuurlfik onbe-i
kend, omdat allen, die in de nabfiheid wareDj
zfin omgekomen. Waarschfinlfik echter heeft
men een der kiston, die twintig KG. netto
Inhouden, laten vallen, want te Lobith heeft
men oerst een kleinen slag gehoord en daarop
terstond een geweldig grooten, waarbfi ruiten
rinkelden en verbrijzeld werden. Een dichte
rookmassa trok over de rivier.
De Amsterdamsche sleepboot „Poolster" was
met een gesleept schip juist vlak in de nabfi
heid. Alles is op Duitsch gebied gebeurd.
De „Clevische Volksfreund" deelt in een
extra-blad nog enkole nadere bijzonderheden
betreffende de ontploffing mede. Omtrent de
oorzaak der ramp is volgens dit blad tweeërlei
lezing in omloop. Volgens het eene zou het
ongeluk veroorzaakt zfin doordat twee hand
karren, eene ledige van het schip komende en
eene andere met drie kisten bevracht, die naar
het schip werd gereden, met elkaar in botsing
kwamenvolgens de andero had de ontploffing
op tot nog toe onverklaarbare wfize, op een
der bfina geheel met dynamiet vol geladen
schepen plaats.
Zooals wfi mededeelden, geraakte een nabfi
het met dynamiet geladen schip gelegen vaar
tuig in brand. Op dit brandende schip bevond
zich volgens de „Clev. Volksfr." de vrouw vr.n
een schippersgezin uit Millingen met haar drie
kleine kinderen en een dochter van 17 a 18
jaar, terwfil haar man mot haar 24 jarigen
zoon op het dynamietschip waren. De beide
personen op dit laatste schip werden gedood.
De vrouw en haar dochter werden opgeheven
en aan land geslingerd en zwaar gewond; het
meisje stierf aan de bekomen wonden, haar
moeder werd naar Cleef vervoerd; haar leven
is buiten gevaar. Ook de kinderen moeten
gered ztfn.
Het geluid en de luchtdruk, door de vrees6-
lfike ontploffing veroorzaakt, werden tot in
Kempen en Crefeld gehoord en gevoeld.
Te Kleef, dat anderhalf uur van Lobith ligt,
vlogen de deuren open en dicht, en ook in den
naasten omtrek heerschten op het bericht van
het ongeluk schrik en ontsteltenis. De land
raad Eich, doctoren en andere autoriteiten,
snelden deels met een extra-trein naar de
plaats des onheils, om voor de gewonden te
zorgen en andere maatregelen te treffen.