Nc. 10756.
Zaterdag Xö Maart.
A°. 1895.
(Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feualleton.
DE TOOVERRINC.
IEIDSCH
DAGBLAD.
PEIJS DEZEE COUEANT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommors
f 1.10.
110.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEËN:
Yan 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt 0.05 berekend.
Offlelëele Eennisgeyinge».
Directe Belastingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeene
kennis, dat oo heden aan den Ontvanger dor Dirccto
Belastingen alhier zyn ter hand gesteld 3 suppletoiro
kohieren, Nos. 13, 11 on 15, van de Personeel© be
tasting, alle v-n den dienst 1894/95, on executoir
verklaard eerstbedoeld kohier den 12den Maart jl.
en do beide laatstbedoelde kohieren ood 13don Maart
11., en herinnert voorts do belanghebbenden aan
lunno verplichting, om hunnen aanslag op den bg do
Wet bepaalden voet te voldoen.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
15 Maart 1895. F. WAS.
Leiden, 15 Maart.
Een half eeuwfeest is gewoonlijk wel der
moeite waard om herdacht te worden. Yoor
©en tijdschrift is dat vaak in nog hoogere
mate het geval, omdat er zoovele medewerkers
aan z\jn verbonden geweest, waarvan er stel
lig reeds enkelen niet meer tot do levenden
behooren. 't Is hier de plaats niet, om dat in
den breede na te gaan. Alleen willen we er
met een enkel woord op wijzen dat het de
„Kunstkroniek" is, welke dat halve eeuwfeest
viert, en dat zij in haar vijftigsten jaargang
al bijzonder gunstig voor den dag komt. De
verschonen 6 afleveringen bevatten novellen
van Maurile Smit, Johan De Meester, P. Van
Assche, Truida Kok, Cornóüe Noordwal,
Louise Croizet v. d. Kop, Vosmeer de Spie,
Louise Ahn-De Jongh, namen, welke verdere
aanbeveling overbodig maken en waarbij men
met genoegen zal bemerken dat ook de jon
gere richting niet is buitengesloten. En de
tot nu toe verschenen platen zijn zoo voor
treffelijk, dat wij gerust durven verzekeren ze
hooit beter te hebben gezien. Die naar Apol,
Biommers, Frans Van Leemputten, Van do
Sande Bakhuyzen, Van der Weele, Izeren,
Verhas, enz. zijn juweeltjes, die, in lijstjes
aan den wand gehangen, een dagelijks weder
keerend genot verschaffen.
Voor ae loterij, welke aan de „Kunstkro
niek" is verbonden, is als hoofdprijs aange
kocht een prachtig winterlandschap van Louis
Apol, dat menigeen in twijfel zal brengen
waaraan hy de voorkeur moet geven: aan
'fc schilderij of aan de ƒ1500, waarvoor de
uitgever aanbiedt het terug te koopen. Als
men nu nagaat dat dit alles den inteekenaars
op de onvergelijkelijk mooie geïllustreerde
uitgaaf van William Shakespeare's werken
door Dr. L. A. J. Burgersdyk, als gratis
premie wordt aangeboden, dan is het waarlijk
niet te verwonderen dat aan deze combinatie
©en groot succes is beschoren. Zulk een fraai
uitgevoerde Shakespeare-editie komt slechts
eenmaal in een menschenleeftyd voor.
Het is best te begrijpen dat velen zich
feullen haasten om zich te rangschikken onder
do talrijke abonnés, want, zooals we uit goede
bron vernemen, is het te voorzien dat het
werk uitverkocht zal zijn nog vóór het com
pleet verschenen is.
Een kijkje by de heeren Blankenberg Co.,
op de Mare alhier, waar eenige hoofdprijzen
teijn geëxposeerd, zal menigeen overhalen tot
ondersteuning van deze kostbare onderneming.
Bi) de faculteiten van het Leidsch Studen
tencorps zijn benoemd tot praesides: van do
juridische faculteit, de heer A. Moons; van de
medische faculteit, de heer E. H. Sikkes Jr.;
van de theologische faculteit, de heer G.
Visser; van de literarische faculteit, de heer
J. Wolfson; van de philosophische faculteit,
de heer D. P. Hoyer; en tot vice praesides
van de juridische faculteit, de heer J. Van
Gelein Vitringa; van do medische faculteit,
de heer N. Rutgers van der Loeff; van de
theologische faculteit, de heer W. D. Van
Leeuwen Boomkamp; van de literarische
faculteit, de heer J. D. Rutgers van der Loeff;
van de philosophische faculteit, de heer G.
M. Rutten.
Tot leden der redactie van de Leidsche
Studenten Almanak zijn benoemd do hoeren
J. D. De Stoppelaar, C. O. Ph. Creuth, C.
Zaayer, J. C. A. Everwyn en P. A. Van
de Stadt.
Tot eere-lid van het studenten-gym-
nastiek- en schermgezelschap „Arena" is be
noemd de heer P. Van Andel.
Men schryft ons uit Leiderdorp, dd. 14
dezer: Gisteravond hield d9 afdeeling „Leider
dorp en omliggende gemeenten" der Nat.
Christ. Geh. Ontbouders-vereeniging alhier
wederom eene openbare vergadering, welke
druk bezocht was.
Een drietal studenten uit Leiden trad als
sprekers op en behandelde het onderwerp:
„De geheel-onthouding, een werk der christe
lijke liefde."
De eerste spreker, die, na het zingen van
Ps. 25: 2, de vergadering mot gebed opende,
las uit Lukas 102537 de bekonde gelijkenis
van den barmhartigen Samaritaan voor en
nam deze welgekozen woorden als uitgangs
punt van zijne rede.
Besprak de eerste spr. alzoo de geheel
onthouding meer van christoiyk standpunt,
de tweede bepaalde zijn gehoor by de prac-
tische zijde, terwijl de derde met een woord
van opwekking sloot.
De heeren spraken boeiend en met gloed
der overtuiging en werden dan ook van het
begin tot het einde met de meest mogeiyke
aandacht aangehoord.
Aan het debat, dat, na herhaalde uitnoo
diging, eindeiyk volgde, namen verscheidene
personen van allerlei rang en stand doel, die
van de sprekers op uitnemende wyzo wederom
een antwoord ontvingen.
Na het debat, waardoor het laat was ge
worden en dat zeer opgewekt en op het laatst
wel wat te opgewekt begon te worden, werd
de vergadering met dankgebed gesloten.
Ter gelegenheid, dat dr. W. P. Van
Rbyn te Leiderdorp heden den dag herdenkt,
waarop hij 50 jaren geleden promoveerde
tot doctor in de genees heel-en verloskunde,
is voor het huis van den geachten jubilaris
een prachtige eerepoort met de noodige ver
siering langs de woning geplaatst, welke
hedenavond met een schitterende verlichting
zal pryken.
Door het bestuur van de bewaarschool
aan don Morsch, te Oegstgeest, is in de plaats
van den heer H. D. Terwee, die bedankt
heeft, tot bestuurslid gekozen de heer A.
Blankesiyn, gemeente-secretaris aldaar.
Door Burg. en Weths. van Oegstgeest
zyn tot tegen schatters der personeele belas
ting voor het dienstjaar 1895/96 benoemd de
heeren J. Schoneveld en J. Kortokaas, aldaar,
en tot brandmeester by de brandkranen aan
den Marendyk is in de plaats van den heer
N. Van der Spek benoemd de heer Th. W.
Manschot.
Op 74 jarigen leeftijd is te 's Gravenhage
overleden de gepons. O.-I. hoofdambtenaar
F. Scbenck, laatsteiyk resident van Ternate.
Geruimen tyd, van 1845—1864, was de
overledene in 's lands dien3t werkzaam ter
Sumatra's Westkust, eerst als ambtenaar ten
bureele van den gouverneur van dat gewest,
later als controleur by hot Binnenlandsch
Bestuur en als assistent-resident. In 1870
werd de heer Schenck benoemd tot resident
van Ternate, uit welke betrekking hem in
1876 eervol ontslag werd verleend.
Tydens hy ter Westkust van Sumatra was
geplaatst, nam hy tevens gedurende eenige
jaren de functie waar van secretaris van de
Wees- en Boedelkamer te Padang.
In het begin van de maand September
a. s. zullen in de omstreken van het fort
by Aalsmeer en den Haarlemmermeerpolder
oefeningen op groote schaal in den vesting
oorlog worden gehouden. Aan'deze oefeningen
zal o. m. worden deelgenomen door een groot
detachement van het corps pontonniers en
3 veldbatteryen.
Willem Van Zuylen heeft zyn jubiló
ook in zijn geboortestad, Den Haag, gevierd.
Behalve tal van bloemstukken, ontving hy
na eon toespraak van den heer Faassen
twee met zilver versierde wyukaraffen, een
wintergezicht van Louis Apol met lauwer
krans en een zeegezicht op Scheveningen van
Elchanon Verveer.
Naar het „Vad." vernoemt, zyn de ont
werpen betreffendo het kiesrecht en de per
soneele belasting nog niot bij den Raad van
Stato ingekomen. Eon ontwerp tot wijziging
van do zegelbelasting op effecten is echter
reeds den Raad van State gepasseerd en zal
binnenkort do Tweede Kamer bereiken.
HH. MM. de Koningin en de Koningin-
Regentes hebben giften respectioveiyk van
ƒ150 en van ƒ100 geschonken als biyken
van hare belangstelling in de kost- en dag
school voor dochters van hoofden en aan-
zieniyken in de Minahassa te Tomahon.
Reeis geruimen tyd geleden heeft de
gewezen gemeente-ontvanger te Schiedam, B.,
thans gedetineerd, zyn eervol ontslag aange
vraagd als 1ste luit.-kwartierm. by de dd.
schuttery te Schiedam. Tot op heden is op
dit verzoek niet beschikt, omdat er tusschen
de autoriteiten verschil moet bestaan over
de vraag, of het ontslag al dan niot eervol
moet worden verleend.
Aan den heer J. Lagerwyk, te Amsterdam,
is by onderhandsche aanbesteding gegund het
leggen van buizen en bykomende werken van
de Wilkelminabron in den Haarlemmermeer-
polder naar hot brongebouw in het Frederiks-
park te Haarlem.
De „Haagsche Kunstkring" is officiéél
uitgenoodigd deel te nemen aan de 1 Mei te
openen kunsttentoonstelling te Beriyn. Een
eigen jury uit den „Haagschen Kunstkring"
zal de in te zenden schilderyen, desverlangd
als éón groep geëxposeerd, beoordeelden.
De gemeenteraadsleden te 's-Hertogen-
bosch kwamen gisteravond met burgemeester,
wethouders en secretaris te zamen, ten einde
eene bespreking te houden omtrent zaken, in
verband staande met de komst van HH. MM.
aldaar.
Uit Maastricht wordt gemeld dat ook daar
jhr. De Ranitz, particulier secretaris van
H. M. de Koningin-Regentes, is aangekomen,
ten einde met de autoriteiten in overleg te
treden omtrent de regeling van het konink
ïyk bezoek.
In de gemeente Schoterland verspreidt
zich al meer en meer het gerucht, dat in de
administratie der compagnie van de Dekama-,
Cuiks- en Foeitsvenen onnauwkeurigheden
ontdekt zyn, naar men wil tot een belangryk
bedrag.
Door heeren commissarissen is dadeiyk een
uitgebreid en nauwkeurig onderzoek ingesteld.
Dit zou ten gevolge hebben, dat de nagelaten
betrekkingen van den vroegeren administrateur
zouden worden aangesproken tot dekking van
het tekort.
Uit Maastricht schryft men aan het „Hbl.":
Men is hier met bekwamen spoed aan het
werk getogen om alles voor de ontvangst
der Koninginnen in gereedheid te brengen.
Vooral in het gouvernementsgebouw en het
stadhuis is men druk bezig de noodige her
stellingen, verbeteringen en verfraaiingen aan
te brengen.
In het eerste worden van de audiëntie- en
aangrenzende zalen pleisterwerk, behang en
draperieën vernieuwd en het houtwerk opnieuw
geverfd In het stadhuis wordt het verwulfsel
van het zoogenaamde „plein" met zyne fresco
schilderingen afgewasschen en bygewerkt.Deze
schilderingen, het werk van Theodorus Van
der Schuer, hofschilder van koningin Christina
van Zweden (1667), hebben in den loop der
tyden veel door vocht güledea. Voorts wordt de
voormalige bibliotheekzaal op de eerste verdie
ping van het stadhuis, waar het door 't stedeiyk
bestuur aan HH. MM. de Koninginnen aan
te bieden gala-diner zal worden gehouden,
gerestaureerd en smaakvol ingericht." De
muziektent op het Vrythof wordt afgebroken
en door eene nieuwe vervangen.
Voor eenigen tyd stierf in de Friesche
gemeente Smallingerland de secretaris de heer
Ens v. d. Meer. Het secretariaat, waaraan een
traktement van f 1200 is verbonden, wordt
sedert zyn dood (nu reeds 3 maanden) tijdelyk
waargenomen door den burgemeester, terwyi
de Raad, zooals reeds werd medegedeeld,
besloot om het traktement van ƒ1200 tot
900 te verminderen.
In de Raadsvergadering van gisteren werd
nu eene resolutie gelezen van heeren Gedepu
teerde Staten van Friesland, houdende niet
alleen niet goedkeuring van de traktements-
verlagiog, maar ook bericht, dat Gedeputeerden
zwarigheid maakten tegen de verdere tydelyke
waarneming van bet secretariaat door den
burgemeester. De resolutie werd voor kennis
geving aangenomen. De Raad besloot verder
om geen medewerking te verleenen tot het
aanhangige kanalisatieplan in de gemeenten
Schoterland, Opsterland en Smallingerland,
daar de gemeente Smallingerland daar'oy
weinig belang beeft.
De voorzitter verraste de vergadering met
de mededeeling, dat de minister van binnen-
landsche zaken toezegging had gedaan, dat
alle kosten, begroot op byna 15,000, ver
bonden aan de stichting van nieuwe scholen
te Oudoga en Noorder-Drachten, door het Ryk
zullen worden vergoed.
Het getal kiezers voor de Tweede Kamer
te 's-Gravenhage zal op de voorloopige kie-
zerslysten voor 1895 bodragen 8830. Vol-
gens de in 1894 vastgestelde lysten was het
getal kiezers 8494.
Het stoomschip „Anchises", van Am
sterdam en Liverpool naar Java, arriveerde
12 Maart te Colombo; do „Ardjoeno", van
Rotterdam naar Java, vertrok 14 Maart van
Marseille; de „Borneo" vertrok 14 Maart van
Batavia naar Rotterdam; de Conrad," van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde 13 Maact
te Padang; de „Gedé," van Batavia naar Rot
terdam, vertrok 13 Maart van Aden; de
„Kaiser," van Oost-Afrika naar Vhssingen en
Hamburg, arriveerde 13 Maart te Gibraltar;
de „Maasdam", van Rotterdam naar Nieuw-
York, passeerde 14 Maart Prawlepoint.
By koninkiyk besluit is mr. F. H Ger-
ritzen, laatsteiyk advocaat en procureur te
Batavia, op zyn verzoek, eervol ontheven van
het lidmaatschap der Staatscommissie tot her
ziening van de wetgeving van Ned.-Indië op
privaatrechtelyk gebied.
Met ingang van 1 April a. 8.lo. op pensioen
gestelda. op zyn verz., de luit. kol. by het corps
mariniers J. L. Cadet, krachtens art. 33, sub
1, letter o, der wet van 28 Aug. 1851b.
do kapiteins by gemeld corps H. B. SteDfort
en C. H. Pilaar, krachtens art. 33, sub 2,
letter a, der gemelde wet, en hun toegekend,
aan eerstgenoemde een pensioen van 1800
en aan beide laatstgenoemden een pensioen
van 1400 'sjaars, en eene verhooging inge
volge art. 1, c der wet van 1 April 1875,
voor den luit.-kol. J. L. Cadet en den kapitein
C. H. Pilaar van f 450 en voor den kapitein
H. B. Stonfert van 525 'sjaars; 2o. bevor
derd tot luit.-kol. by meergemeld corps, de
kapitein J. B. Verhey.
Met ingang van 1 April a. 8., op zyn vor-
zoek, eervol ontslag verleend aan den com
mies der telegraphie 1ste kl. W. Bos, en, met
ingang van denzelfden -datum, benoemd tot
commies der telegraphie 4de kl. G. W. Röhner,
thans klerk der telegraphie 1ste kl.
Met ingang van 1 April a. 8. bevorderd tot
opzichter der telegraphie 1ste kl. P. J. H. De
Jager en H. J. Nierstrasz, beiden thans op
zichter der telegraphie 2do klasse.
Met ingang van 1 April a. 8. benoemd tot
directeur van het post- en telegraafkantoor te
Alblasserdam G. Baert, thans in gelyke be
trekking te Drachten; en met ingang van 1
Mei a. s. tot directeur van het telegraafkan
toor te Haarlem, C. Prent van Dalen, thans
onderdirecteur der telegraphie.
17)
Menigeen zal trachten, u er van te be
irooven door list of geweld; wees op uw
hoede, want zoolang ge hem in uw bezit
hebt, zyt ge meester van de wereld.
Niemand zal hem my ontnemen, dat
zweer ik ul
Laat my nu alleen, zei Lasc9lle, geheel
uitgeput door de opwinding, waarin by had
verkeerd, terwyl hy terugzonk iti zyn kussens.
Wy zullen elkaar nimmer weer ontmoeten.
Ik storf in armoode en gy treedt oo wereld
in met de schatten van een vorst. Vaarwel,
meneer Dacre; maak een goed gebruik van
den ring!
Vaarwel, meneer Lascelle, zei Wilfred,
terwyl hy zyn gastheer de hand drukte;
welke macht de ring ook mag bezitten, ik zal
trachten, hem my niet onwaardig te bstoonen.
Liscelle antwoordde niet, maar wenkte
Wilfred, dat hy alleen wenschte to zyn.
Janshah klapte in de handen; er kwamen
twee vrouwen binnen, om bij den stervende
te waken; daarna ging hy Wilfred met groote
waardigheid voor naar de deur.
Waar wenscht mynheer heen te gaan?
vroeg Janshah in de antichambre.
Naar myn kamer, antwoordde Wilfred,
verwonderd over de slaafsche houding van
den man.
Janshah maakte een buiging, en nadat hy
een lamp uit een haak gelicht had, ging hy
Wilfred voor, de trap af. Tot zijn verbazing
zag deze, dat er een rytuig voor de deur stond.
Aan wien behoort dit rytuig? vroeg hy.
Aan den eigenaar van den ring.
Wilfred voelde den ring aan zyn vinger
en begreep dat het rytuig voor hem gereed
stond. Hy stapte er in, Janshah sloot het
portier en Wilfred reed de Karpstreet uit.
Nu, zei Wilfred tot zichzolven, ik weet
niet wat dit alles beteekent; maar te oor-
deolen naar dit rytuig, moet ik per slot van
rekening toch de lamp van Aladdin bezitten.
VI.
Janshah.
Aan Wilfred was tot nog toe de eigenlyke
waarde van den ring onbekend. De omstan
digheden, waardoor hy er eigenaar van werd,
waren zeer zonderling, maar de machten, die
er, volgons Lascelle, by behoorden, waren
nog ongewoner.
De geloovigheid van den mensch, zelfs van
den meest lichtgeloovige, heeft hare grenzen,
en hoezeer Wilfred geneigd mocht zyn, het
onmogelijke aan te nemen, hy kon niot ge-
looven, dat de ring wonderen kon doen. Er
zyn verhalen van tooverringên, zooals dat
van den ring van Gyges, die zyn eigenaar
onzichtbaar kon maken, den zegelring van
Salomo, die macht had over de geestenwereld,
den Nibelungenring, die aan zyn drager de
schatten der wereld schonk, en vele andere.
Al deze verhalen echter zyn zuivere verdich
ting, en Wilfred dacht er niot aan, zyn
avontuur in deze categorie te rangschikken.
Voor zoover hfi zien kon, was het een ge
woon juweel, dat nog niet eens uitmuntte
door fraaie bewerking.
Het bestond uit een breeden ring van mat
goud, waarin een lapis lazuli ter grootte van
een erwt was gevat, on deze steeD, die vol
komen vlak was, was zóó diep in het goud
verzonken, dat hy goiyk met do oppervlakte
lag. In dien blauwen steen waren eenige let-
terteekens, blykbaar Oostersche, gegraveerd;
maar wat ze beteekenden, was voor Wilfred
een geheim, hoewel hy veronderstelde, dat
zy betrekking hadden op de toovermacht, die
deze zoogenaamde talisman moest bezitten.
Men kon zich goen eenvoudiger sieraad denken,
en toch bood de majoor er een vermogen voor.
Dit aanbod, meer nog dan allo andero om
standigheden, bewees voor Wiifred, dat de
ring een groote waarde had; en hoewel hy
geen geloof hechtte aan de fantastische fabel
van Lascelle, was hy er toch van overtuigd,
dat de ring de een of andere eigenschap
bezat, die hem van zoo'n wonder ïyk belang
maakte in de oogen van zulk een practisch
man als Moasurby was.
Wat Lascelle betreft, 't was te duideiyk,
dat deze niet toerekenbaar was op dit punt;
hy schreef zyn geheele fortuin aan dien ring
toe, schreef er hersenschimmige eigenschap
pen aan toe, die hy onmogeiyk kon hebben.
Ten spyt van zijne romantische opvattingen,
was Wilfred volkomen wel by 't hoofd, en
kon hy dan ook niet nalaten, hartelyk te
lachen om het feit, dat iemand zoo dwaas
kon zyn, aan zulken onzin te gelooven.
Het was omstreeks negen uren in den
morgen, en Dacre lag nog peinzend te bed,
terwyl by den ring om zyn vinger liet draaien.
Hy had de zaak van alle kanten bekeken,
en kon maar geen plausibele reden vinden,
waarom Lascelle en Measurby zulk een waarde
hechtten aan dien ring.
In leder geval, dacht hy, hen ik nu de
eigenaar, en zal ik hem noch aan Measurby
noch aan iemand anders geven. Als hij me
geluk kan aanbrengen, zal dat spoedig moeten
blyken. Het zou kunnen, dat ik in het bezit
ben gekomen van een talisman, die op de
allernatuurlyk8te wyze wonderen kan wroch
ten. Zooveel te beter. Dan ben ik een moderne
Aladdin en kan ik mot Hilda trouwen. Ach,
wat een onzin praat ik I De ring is eon ring,
en daarmee basta I Ik zal hem bewaren als
een aandenken aan een curieus avontuur.
Hy peinsde hierover eenige oogenblikken
en daarna nam de loop van zyne gedachten
een andere richting aan.
Er kan best een geschiedenis aan dezen
ring verbonden zyn, die hem een groote
waarde doet bezitten. Measurby weet van die
geschiedenis af; ik zal dus vroeg of laat alles
van hem te weten komen. En dan heb ik
Janshah nog, dien Lascelle „den slaaf van den
ring" noemde. Hy zou bier komen, maar is
nog niet boven water. Ik vrees, dat de dienaren
van den ring niet byzonder op hun tyd passen.
Op dat oogonblik kwam zyn oppasser bin
nen en overhandigde hem een kaartje, waarop
hy „Janshah" las.
Dat begint waariyk interessant te wor
den 1 riep Wilfred uit, terwijl hy uit bed sprong.
Verzoek den man om te wachten; ik
kom direct. Het blykt me, mompelde hy
sarcastisch, dat de geesten met hun tyd mee
gegaan zyn; ze gebruiken visitekaartjes.
De oppasser verliet de kamer en Wilfred
kleedde zich haastig aan. Hy was benieuwd
te weten, of de ring werkelijk een zekere
macht bezat, en niemand kon hem hier
over beter inlichten dan de Indiër. Wilfred
veronderstelde dat Janshah een Indiër was,
hoewel hy slechts weinig notitie van hem
genomen had, ten gevolge van de opgewon
denheid, waarin hy had verkeerd.
Hot is waarsckyolyk een leepe schavuit,
mompelde hy, terwyl hy de laatste hand
legde aan zyn toilet, die den ouden Las
celle wat by den neus heeft gehad en zich
voor de welluidendheid „den slaaf van don
ring" noemt. Nu, my zal hy zoo gemakkelyk
niet beetnemen; hy zal zyn fabeltje maar
bij een ander moeten zien te plaatsen,
by majoor Measurby by voorbeeld.
Toen hy zyn zitkamer binnentrad vond
by daar Janshah, dio met echt Oc3tersch
geduld op hem wachtte. Den vorigen avond
was hy gebuid in het golvende gewaad van
zyn volk, maar nu stak hy in een deftig zwart
pak, dat hem allesbehalve goed stond. Toon
Wilfred binnenkwam, stond hy op en maakte
een diepe buiging, niet zoo'n slaafsche als
den avond te voren, maar een eerbiedigen
groet, zooals men dien van oen goed afge-
richten kellner zou verwachten. Tegelyk met
zyn Oostersche klooderdracht had hy ook
zyne Oostersche manieren afgelegd en ver
spilde nu maar weinig van een Europeosch
ledi-.nde. (Wordt vervolgd.)