LEIDEN, Februari 1895. Onze nieuwe Prijscourant voor 1895 van Bor deaux-, Bourgogne-, Hongaarsche-, Algiersche-, W itte Bordeaux-, Champagne-, Ahr-, Rijn-,Moezel-, Franken-, Mousseerende Rijn-, Spaansche-, Portu- geesche-, Italiaansche-, Grieksche- en Kaapsche Wijnen, alsmede van diverse Cognacsoorten en Binnen- en Buitenlandscli Gedistilleerd en Likeu ren, is dezer dagen verspreid. Zij, die deze Prijscourant niet mochten ont vangen liehben, worden beleefd uitgenoodigd deze te doen lialen aan ons Depot: Vischmarkf 19. Wij maken van deze gelegenheid gebruik om onze geachte Cliënteele hij hernieuwing de verzekering te geven dat alle orders met de meeste zorgvuldigheid en den grootsten spoed zullen worden uitgevoerd. Bij contante betaling wordt tien procent kor ting op de gewone prijzen toegestaan. ,335.50 E1ERÜAN F. A. DAMEN ZOON. G L. Fratelli Cora. P. B. Burgoyne Co., Uofleveranciers, IE Finest Pm fall ffbislies. EDWARDS Co., Burgsteeg Sa en 2b. WÜuhandelaren- LEIDEN. SPÉCIALITÉ DE VIN VERMOUTH. <ft RÖBTJARVEY Co. Australian Wines. J. W. MEUSCHEL Senior, W oingotsbesi tzer Weingrosshandlcr Feinste und sehr alte Cabinetweine. HUGO FABRY, A. JOULIN Co.. COGNAC. JAS. HENNËSSY&C0., Cognac, Aanbevelend, Feuilleton. s VAN Maison fondée en 1835. TURIN. GLASGOW. Distillers of ESTABLISHED 1770. LONDON. Mount Ophir Vineyards. —Victoria Melbourne Adelaide. Uttnlgl. Bayer. H oflleferaot, in Buchbrunn beiWtlrzburgi/Franken geirUndct 1929; und in Rüdesheim i/Rheingau, icgrilndel 1963. 8<haumweine. WclngalsbeaKxer ABirnuhr. Alir llolhwein eigenes Gewachs. Grande Distillerie Vinicole dt Alisscrghin, l*rovincc d'Oran (Algérie), fSarqae „CHATEAU COGNAC." Kingston (Jamaica). Rbnm „Negrito." Het geheimzinnige doosje. 53) Ik wonsch lady Senfrey niet te bedrooven, zeido ik, en wanneer zty soms te veel zou worden aangedaan door hetgeen ik heb te vertellen, had ik liever dat mevrouw niet hier bleef. Lady Bent» gelaat wn? doodsbleek gewor den en ik kon zien, dat z\1 haar uiterste best deed om kalm to blijven. Wezenlijk, Agatha, g\i moet hooren wat moneor Orey one to vertellen heeft, zeide lord Senfrey. -- Het mag je nu onaangenaam aandoen, maar het moot het is onze plicht Geeft u mü do vrijheid om te spreken? zrndo Ik, en de graaf knikte nauw merkbaar uiet het hoofd. Vertel, George! zeide hü Ik trad oenigo schreden op lady Georgina toe en sprak haar aan. Lady Ooorgina, zeide ik, gtJ hebt m|j in hot bijzonder opgedragen, om te bewezen, dat lord Senfrey in geen enkele betrekking stond met dat meisje Orano. Hedenmorgen is bewezen, dat do nagedachtenis van lord Sonfrey vr\j is van elke smet. Ik zag dat mevrouw Bont eon zucht, van verlichting slaakte. Haar stiefdochter stond op en trad op m|J toe. Vertel, meneer Grey, zeide 2|J. De beminde van dat meisje ie nog geen half uur geleden door haron broeder godood. Hü had den snoodaard ontdekt, die zijoo zuster in het ongeluk had gesleept. Het arme meisje wist niet, of z|J mt) al of niet zou bedanken; ztJ glimlachte flauwtjes, en even langzaam torugkeerend als z|j gekomen was, viel zü achterover in haar stoel neer. Goddank! zeide zij. Alfreds nagedach tenis is smetteloos. Er heerschte oven een diepe stilte; daarna vroog lord Bont: En hoe heet de man, die vermoord is? Graaf Brodie, antwoordde ik. Lady Bent stond op met opengesporde oogen en hare armen naar boven strekkend. Haar mond was open alsof zL1 stikte: zü snakte naar lucht; toen sloten zich hare oogen en zü zou op den grond z|jn gevallen, als ik niet naar voren was gesneld, haar opgevangen en haar zachtjes op de sofa gelegd had. Lady Senfrey en lady Georgina waren op gestaan. Lord Senfrey was naar lady Bent gesneld, maar de eenige persoon, die dood kalm bleef b\J de tijding, was meneer Oscar Hu me. H\1 stond eindelijk op en zeide: Zal ik de kamenier van mevrouw roepen, mylord Bel maar, zei lord Bent, die naar zijn vrouw was gegaan en haar lucht toewaaide met zün zakdoek. Door het vreeselijko en onverwachte nieuws is z\j zeker geschrikt. Hot is dan ook afschuwelijk 1 De kamenier kwam direct en lady Bent ging gelukkig met haar mede. Het duurde eenigen tijd, voordat er weer wat kalmte in den kleinen kring was terug. gekeerd, en toen verzocht lord Bent mij, te gaan zitten. Hoewel dit alles nu wel heel treurig is, zeide de oude man, is hot een heerlijke troost vojt mijn kind. Ik geloof zeker, dat lord Senfrey vermoord is, omdat bi) valschelijk verdacht werd. Zjjt gij hieromtrent iets meer te weten gekomen? Dit is het tweede punt, waarom ik ge komen ben, zeide ik, en waarin de naam van Brodie ook betrokken is. Mag ik u vragen, lord Bent, of u u soms nog herinnert, of Brodie voor een dag of veertien op Farlowe Towers b|j u gelogeerd heeft? Ja, dat herinner ik mij best! En zoudt u mü nu ook soms kunnen zeggen, wie de persoon is, die, gedurende uw verbltlf daar, belast was met het ont vangen der pakjes en brieven? Hume, die weder druk had zitten schrijven, hield bi) deze vraag op en keek mjj aan. Meneor Hume zal je dat beter kunnen zeggen dan ik, zeide do graaf. Wilt g|j het meneer Grey als het u belieft vertellen, meneer Hume? Het sphinxachtige gezicht was nog strenger dan anders. Do koude, grijze oogen zagen eerst mij aan en dwaalden daarna naar lady Georgina. Alle pakjes en brieven, zeide hi) voor mylord of mevrouw en lady Georgina worden direct door de bedienden naar hunne kamers gebracht. De pakjes en brieven voor de gasten worden mij gebracht en ik laat zo brengen of breng ze zelf naar de kamers. Herinnert ge u ook, vroeg ik, of u soms op den llden of 12den Mei op Farlowe Towers een pakje hebt ontvangen, dat ge adresseerd was aan graaf Brodie? Het ondoorgrondelijk gelaat verbleekte oven. De lippen klemden zich op elkander. Er heerschte even eene stilte, alsof hü nadacht. Tk geloof, dat ik mü een pakje herinner, zeide Hume eindelük. Kunt gy mü ook soms zeggen, of dat pakje in graaf Brodie's handen kwam? ver volgde ik. Wat een vraag! viel do graaf mi) in de rede. Natuurlük kreeg hü hot. Ik moet myn vraag herhalen, zeide ik standvastig, omdat de graaf beweerd heeft, dat hü dat pakje nooit gekregen heeft, en daarom wilde ik dat meneer Hume zün ge heugen nog eens scherpte, of bü zich ook soms herinnert op den llden of 12den Mei een pakje aan Brodie's adres te hebben ont vangen, dat ongeveer zes duim lang en drie duim breed en hoog was. Do secretaris stond langzaam op. Weder zag ik dien vluchtigen, hartstochtelijkon blik naar lady Georgina, die weder door dezelfde ondoorgrondelüke koelheid gevolgd werd. Ik zal naar boven dienen te gaan, zeide hü kalm, want ik heb daar een boekje, dat misschien de gewonschte inlichtingen kan geven. Daama verliet h|) langzaam de kamer, zonder om te zien. De bedienden waren intusschen beneden ge komen en verteldeü, dat lady Bent weder by was gekomen en spoedig zou komen. Ik had een ongelukkige plaats in de kamer; want hoe of ik ook stond, steeds draaide ik één der aanwezigen deD rug toe. Daarom ging ik naar de schrüftafel én nam plaats in Hume's stoel. Toen ik daar zat, viel mijn blik toevallig op het geschrevene, dat voor mü lag. Het was een brief, die in het Franscb met een gelijkmatige ronde hand geschreven wasallo letters waren keurig-netjes gevormd, maar alle hoofdletters waren nagebootste Romeinsche drukletters. Het schrift trok mün aandacht en in het bijzonder het woord „Résumé". Het kwam my voor, alspf ik die letters moer gezien oad, en in hetzolfde oogenblik herkende ik het. Ik huiverde baast, zóó schrikte ik er van. In mijn zak zat het stukje, dat afgescheurd was van het papier, waarin de vergiftigde doos ge zeten had. Ik tastte in mijn overjas, haalde het er uit en wierp er een blik op. Het was dezelfde flR Het was op dezelfde wüze, de pen buitenwaart3gehouden, geschreven, en toen ik het papier nog eens nauwkeurig bekeek, zag ik, dat het hetzelfde papier waspapior uit oen pakje de la Rue, van achttien pence. Nauwelijks had ik den t\jd om müne ontdekking geheel te kunnen omvatten, toen er boven kroten gehoord werden en een der bedienden naar beneden kwam hollen. Er gebeurt een ongelukeen vreeselijko rook komt uit de kamer van meneer Hume, en niemand kan er door den rook bij komen. (SZo! ommczijiU.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 6