UK 10740. A0.1895. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Bind. Feuilleton. Dinsdag 26 Februari. DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 3 maanden. f 1.10. Franco per postl.iO. Afzonderlijke Nommcrs0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het mcasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Nationaal fonds. De Staatscourant van 24/25 dezer bevat de bij koninklyk besluit van 30 Jan. jl. goed gekeurde statuten der vcreeniging: „Nationaal fonds Ao' ondersteuning van de nagelaten be trekkingen der in Noderlandsch-Inmu geval len militairen". Zy is gevestigd te 's-Gravenhage en heeft ten dool bet ondersteunen van nagelaten of na te laten betrekkingen van militairen, be hoord hebbende tot leger of vloot, die in of door den stryd tegen den vyand in Indiö, of door ziekte en vermoeienis, als gevolg van den dienst in de tropen, gevallen zyn. Wanneer de toestand van het fonds het toelaat, wordt ook ondersteuning verleend aan die militairen, die, na een eervollen dienst bij land- of zee macht, door ziekte of -verwondingen onbe kwaam zyn te biyven dienen en niet in staat zyn in het onderhoud van hun gezin te voor Eien. De wyze, waarop onderstand verleend wordt, Wordt geregeld by een door het bestuur te ontwerpen en door de leden vast te stellen reglement, dat door hen naar gelang der tydsomstandigheden kan worden gewyzigd. Tot dien onderstand mogen alleen do renten van liet fonds worden gebezigd, evenzeer als de jaarlyksohe bydragen. Alleen in buitenge wone omstandigheden en krachtens besluit van de vergadering van leden, kan ook het kapitaal daartoe worden aangesproken, doch zullen in dat geval oogenblikkeiyk maatrege len moeten worden genomen, om het kapitaal weder op het oorspronkoiyke cyfer te brengen. Niemand kan ooit oenig recht op onderstand -tegen de vereeniging doen gelden. Het kapitaal der vereeniging bestaat: lo. uit de giften, door hbt Cenrtaal- Comité te 's-Gravenhage en de comités, die zich daarby hebben aangesloten, bijeengebracht; 2o. uit •rfstéllingen, legaten en giften. Do vereeniging Is bovoegd met besturen van andere bestaande fondsen, in golyken geest werkzaam, zoodanige finantiöele rege lingen te treffen, als in verband met hot doel der vereeniging wenschoiyk zullen worden bevonden. Loden der vereeniging zgn: lo. allen, die zich tot eene jaarlyksche contributie van ten minste f 2.50 hebben verbonden2o. allen, die cene som van ten minste f 50 inééns hebben gestort. Donateurs der vereenigiDg zyn: lo. allen die zich tot een jaarlyksche contributie van ten minste f 25 hebben ver bonden 2o. allen, die eene som van ten minste f 250 inééns hebbea gestort. Begunstigers zgn zy, die jaarlyks minder dan f 2.50 betalen. De vereeniging wordt beheerd door een bestuur vau ten minste 10 en ten hoogste 20 leden, uit de leden te kiezen. Eenmaal per jaar en wel vóór 1 Mei (te beginnen met 1896) wordt te 's-Gravonhage een vergadering van leden gehouden. Bestuurderen mogen nimmer eenige gelde lyke belooning genieten voor de door hen bewezen diensten. Alleen do noo zakeiyke kosten van personeel en materieel mogen in rekening worden gebracht. De vereeniging vangt aan op den dag der oprichting, zyride 9 Nov. 1894, en eindigt 31 Dec. 1923. Zy is als rechtsp rsoon erkend volgens de wet van 22 April 1855 (Stsbl. 32). Gemengd Nieuws. Omtrent den moord te Amers foort meldt men nader het Volgende: Vrydagavond is op don Arnhomschen weg voor het Aldegondegastkuis te Amersfoort omstroeks balfacht een moord gepleegd. Een zeven-en-vijftigjarig man, v. d. E bygenaamd het duiveltje, leefde sinds geruimen tyd in onmin met zyn negentieDjarigen buurman B. Na een woordenwisseling, die een uur te voren was voorafgegaan, geraakten de beide mannen, toen zy elkaar weer ontmoetten, in twist en heeft laatstgenoemde zyn tegenstander met drie messteken op den rug zulke zware wonden toegebracht, dat verbloeding onmid dellijk den dood ten gevolge had. De jeugdige moordenaar is in verzekerde bewaring geno men en heeft reeds aan den commissaris van politie bekend. Spoedig arriveerden de officier van justitie en de rechtercommissaris uit Utrecht, om oen onderzoek ter plaatse in te stellen. De verdachte B. is Zaterdagavond te acht uren gevankeiyk naar Utrecht geleid. Het mes, waarmede de moord bedreven is, blyft zoek. De justitie te Maastricht, ver gezeld van twee geneesheeren heeft zich naar Nuth begeven, waar Woensdag avond zekere Jan Limpens, oud 35 jaren, arboidor, by eene vechtpartij zoodanig word verwond, dat hy aan de gevolgen is overleden. De uitslag der lykschouwing is nog onbekend. Als verrnoe- deiyke dader is aangehouden W. G\, oud 18 Jaren, arbeider te VaesradevNutU- Tegen Rozenstraten, beschuldigd van, als penningmeester van hot comité, gelden, bestemd voor de werkstakendo arbeiders der .waskaarsenfabriek te Arasterdam, zich woder- rechteiyk toegeëigend te hebben, eischte hot Openbaar Ministerie by de rechtbank aldaar 6 maanden gevangenisstraf. Uitspraak 1 Maart. Do optocht der Brodasche carna valclub, die heden zou uittrekken, beloofde zeer fraai te zyn. Begeleid door 3 muziek corpsen, zou hy o. m. bevatten: de stieren vechters; het verbond der edelen; de vooruit gang van Broda; de triomfwagen van Sequah. De vereeniging „Bonus Eventus" zou even eens een optocht houden, die, behalve de noodige muziekcorpsen, zal bestaan uit ver schillende groepen clowns te voet en te paard en de navolgende fraaie wagens, voorstellende: le. de maagdenmarkt te Richmond2e. een spoorwagen 4e kLs-e; 3e. „Bonus Eventus"; 4o. een groote?; 5e. een vliegende oliekoeken- kraam. Bovendien zal in den stoet een vet varken worden meegevoerd, dat na afloop verloot zal worden; de loten zullen tegen 10 ets. per lot verkrygbaar zyn. De politie te Brussel heeft op een bende van vyf groote dieven en op een van oen aantal kleine de hand gelegd. De eerste hebben een aantal diefstallen gepleegd, en een groote boeveelheid dor gestolen voorwerpen is in hun woningen teruggevonden; andere hoopt de justitie to Antwerpen terug te vinden De Jeugdige boosdoeners pleegden hun dleveryen by uitstallingen in winkels Zy waren deswege reeds gedagvaard, toon opnieuw klachten by de-politie inkwamen. Het bleek, dat de daders dezelfde jongens waren, die eerstdaags terecht zullen staan. Zy zyn nu achter slot. Te Marseille heeft een jonkman van losbandige levenswys, zoon van een der wethouders, zyn 83 jarige grootmoeder ver moord om haar te berooven. Te Boriyn heerscht de influenza, gelukkig eebter niet van een èrnstigen aard, weder onder 'alle klassen der bevolking. Een groot aantal officieren zyn door de ziekte aangetast en de militairo gezondheidsdienst is by na niet in staat alle zieken te helpen. De banken van den Ryksdag, zyn lediger dan gewoonlyk ön het aantal ambtenaren, die aan influenza ïyder., is legio. Yan een der telegraaf kantoren z(|n niet minder dan negentig be ambten ziek. Bovendien heerschen onder de jongere leden der bevolking mazelen en roodvonk. Volgens de „Etoile beige" heoft de graaf Van Wezel, lid vah den Belgischen Senaat, een dreig orief ontvangen van een anarchist, dio van hem een som van 50,000 fr. verlangt, Men tracht den schrjjver op te sporen. Voor den politierechter in Woiship-slreet te Londen verscheen Vrydag een jonge vrouw, Annie Nightinghale geheeten, die het advies wilde inwinnen van den rechter Bushby betreffende de middelen, welke zy moest aanwenden om haar bagage, die zy te Amsterdam had verloren, terug te krygen. De jonge dame verklaarde dat zy door een impresario in dienst was genomen, ten einde te Amsterdam op te treden als zangeres in een café chantant.. Zy was nog niet lang als zangeres werkzaam, zoodat zy te dezen opzichte nog weinig ondervinding had. Der halve gaf zy gehoor aan de uitnoodiging van den agent en vertrok met eene andere Lon- denscho zangeres, miss Stewart, naar Am sterdam. De agent verschafte haar het geld, dat zy voor de reis noodig hadden. Donderdag 7 Febr. kwamen beide zange ressen te Amsterdam aan. De eigenaar van het café-chantant aan het Damrak haalde haar af aan het- station en geleidde haar naar zyn lokaal, „eene groote zaal," gelyk miss Nightinghale verklaarde, „vol tafels en stoelen en voorzien van een 60ort tooneel, waarop een piano stond." „Ik moest", zeido zy, „nadat ik my ge kleed had, op dit platform plaats nemen, daar den geheelen avond biyven en op myn beurt zingen. Behalve wy, waren daar vyf Nederlandsche en drie Fraoscho meisjes, be nevens een Engelsche, Norton geheeten, die voor drie weken uit Londen was aangekomen." „Nadat miss Stewart en ik" ging zy voort „daar drie dagen waren geweest, deelde de vrouw van den eigenaar ons medo, dat wy, evenals de andere dames, ons onder het publiek moesten begeven on de heeren, die aan de tafeltjes zaten, moesten overhalen champagne te bestollen. Indien ons iets werd gevraagd, moesten wy steeds „yes" ant woorden, welke 'voorstellen on6 ook werden, gedaan". Miss Nightinghale weigerde echter dit te. doen, op grond dat zy uitsluitend was ge- engageord om te zingen. Zy schreef, naar haar verwanten te Londen en verzocht hun haar hot geld to zenden, dat zy noodig had om naar Engeland terug te keerer. Zoodra zy dit geld had ontvangen, verliet zy het café chantant, maar do eigenaar weigerde haar bagage terug te geven. De beide zan geressen begaven zich toen naar den Engel- schen consul, den" lieer Robinson, die haar naar de politie verwees. Zy brachten toen beiden den nacht door in een der politie- biiroelen en vertrókken den volgenden ochtend naar London, evenwél zoudër hun goed, dat de eigenaar van het café chantant behield. Te Londen aaDgekotnon, vorvoegden beide dames zich terstond by den agent, dio haar in dienst had genomen, maar deze verklaarde dat hy niets voor haar kón doen. Toon zy echter dreigden, dat zy een beroep zouden doen op don rechter, poogde de agent de zaak te sussen en beloofde hy te zullen be proeven do achtergehouden bagage terug te krygen. Zy hoorden evenwol niets meor van da zaak en vorvoegden zich toon by den rechter. Noch miss NightiDghalo, noch miss Stewart hadden een contract geteekend. De derde Engelsche, miss Norton, had zich echter voor drie maanden verbonden en moest daarom te Amsterdam blyvon. Rechter Bushby vorklaardo dat hy in deze niets kon doen en verwees do zangeressen naar don Nederlandscheo consul te Londen. Waarschyriiyk zal, hoewel langs dezen om weg, toch wel een middel gevonden kunnen worden om de beide zangeressen weer in het bezit te stellen van haar goed. In olk geval verdient deze zaak zeker wel een nader onderzoek. Te Londen is een telegram ont vangen uit Astrabad, Noord-Perzië, waarin wordt gemeld dat de stad Koutchat, in do nabijheid van Astrabad gelegen, door eono aardbeving geheel is vernield. Volgens dit bericht zyn meer dan 1000 der inwoners door deze ramp omgekomen. Zelfs in het verre Japan maakt men aanslalton om den 80steu verjaardag van Von Bismarck feestelyk te vieren. Hot merkwaardige daarby is, dat niet alleen de in Japan wonende Duitsch^rs er mede bezig zyn, maar dat ook de bevolking zelvo or aali deel neemt. In het laatst van het vorige jaar zyn door een aantal Japanners, die in Duitsehland hunne opleiding hebben genoten, circulaires gezonden aan alle landslieden, die in hetzelfde geval verkéeren, om gemeenschappelijk toe bereidselen te treffen. Dezelfde uitnoodiging is gericht aan do-studenten der universiteit te Tokio. In do hoofdstad, en te Yokohama zullen officiöele foesteiykbodon plaats hebben, en overal, waar Duitscliers en Duilschspro- kendè Japanners aangetroffen worden, zal hot feest vaa den grooten kanselier worden hor dacht. De „Stokholms Dagblad" deolt nadere byzonderheden mede omtrent het reis plan van den luchtreiziger Andrós, dio in oen luchtballon een reis naar do Noordpool wil maken. Hot plan heeft eenige overeenkomst met dat van den poolvaarder Nansen, die zich met rhet ys van 'Siberië wilde laten mede dry ven en- zoo óver de Pool heen weder in Groenland terechtkomen. De hoer Aodrêo wit van Spitsbergen met zyn ballon vertrekken en, o.a de Pool gepassoerd te zyn, door do zuidelyke windon teruggevoerd worden naar de oosteiyke punt van Siberiö. De ballon zou van gewone constructie zyn, doch do hoor Andréo schynt haar zóódanig te willen be sturen, dat zy op eon hoogte van 250 moter blyft dry ven. De reis van Spitsbergen naar de Pool zou iri 3 a 4-dagen kunnen gedaan worden, doch do Poolreiziger meent een maand lang to kunnen biyven -boven de Noord poel- streken, om waarnemingen te doen. Dikte der sneeuwlaag. Door het Meteorologisch Inslituut te Beriyn worden thans wekeiyks opgaven gedaan van de dikte der sneeuwlagen in het stroomgobied der verschillende rivieren, wat van belang kan zyn b(j do vaststelling, welke hoogwater stand vermoedeiyk In de rivieren te wachten is. Uit de laatsto opgave biykt, dat in hot Oder en Wesergebied meer dan een metor sneeuw ligt, in het Woichselgebied 45 cMtJ in het gebied van do Elbe van 46 mM. tot 27 mM In de stroomgebieden van de zy rivieren van den Byn ligt nogal wat sneeuw. Zoo iu het Roergebied 89, in het Maingebiod 76 on in liet Moezelgebied 60 cM. liet geheimzinnige doosje. sic t Allen sprongen op. Wat voor uitwerking de tyding op de anderen had, weet ik niet, maar ik vloog naar de plaats, die ray door de angstige en bevende bedienden, die de trap bezetten, werd aangewezen. Het viel my niet moeilyk, do plaats te Ylndcn. Op de tweede vordioping werden myn ke 1 en neusgaten door den scherpen, dikken rook als door een vergiftigen klauw omvat. Ik trachtte er binnen te dringen, maar de geringste ademhaling bewees my dutdeiyk, dat het doodelyk zou zyn. Gelukkig had ik nog den tyd om achteruit te gaan, voordat de rook my te pakken kreeg. En toch was ik reeds duizelig en gloeiden mijn oogen als vuur; het bloed was tot aan myri keel geklommen en ik had oen gevoel alsof het uit myn oogen, neus en mond zou loopen. Jk sprong terug op het portaal on stond daar hulpeloos. Eenige bedienden zagen elkan der met angstige verbazing aan, tervvyi de vrouwen handenwringend beneden stonden. Toen ik om my heen keek, zag ik dat lord Bent naast my stond. De oude edelman zig doodsbleek. - Vreeeeiyk, zeide hy vreeselijkl De hand, d lord Senfiey doodde, is ook hier aan net werk. - Daarna wendde hy zich kalm tot zyn bedienden. - Zït elk raam op deze verdieping open! Gy, Robinson, gaat met twee der bedienden langs de achtertrap naar de vierde verdieping. Plaats het brandreddinestoe3tel in de kamer over die van ireneer Hume en laat je door bet raam p het balkon voor de kamer zak ken. Bind een zakdoek voor je mond en neus. Neem een byl mede en tracht de deur van meneer Hume's kamer te openen, en als je dat niet gelukt, breek dan het raam open. Maar wat gy ook doet, houd de brandred- dingsboei om je heen, on op het oogenblik, dat gy het raam of de deur geopend hebt, laat je dan terstond door de anderen optrekken. Wy wachtten ongeveer tien minuten. Daarna bracht een bediende de tyding, dat de man, die het werk moest doen, het raam van de kamer geopend had en terstond daarop half bewusteloos door zyne kamoraads was opge trokken. Weder verliep er een vreeselyk kwartier, voordat de versche lucht, die van alle kanten toestroomde, het mogeiyk maakte, de vol gende verdieping te bereiken. Toen kropen wy één voor één naar boven. Ik had een nat sponsje gevraagd, dat ik in myn mond deed, en ik bond oen zakdoek over myn mond en neusgaten; en toch waggelde ik nog al3 een dronken man, toen ik do deur bereikte. - Breok ze open! zeide lord Bent kalm van beneden; als ze ten minste op slot 13. Één van de mannen had oen byi raedego bracht en met een slag vielen de paneelen in splinters. Weder moesten wy terugdeinzen voor do vergiftige dampen, die ons tegemoet kwamen. Nog eenige slagen tegen het houtwerk en ae deur lag in stukken. Nog even wachtten wy, voordat wy de kamer durfden binnen gaan. Hume zat aan zijn tafel. Zyn armen had hy voor zich uitgestrekt en zyn hoofd was er op gevallen. Vlak voor hem stond een klein tinnon doosje. Het was één van die duivel8che machines. Ik lichtte zyn hoofd op; het was zwaar als lood. Ik vatto een der I bandon; zy waren yskoud. Hy was dood. Toen ik rondzag, zag ik een velletje po=st- 1 p.ipier op tafel, en er stond het volgende op: „Lady Georginal „Ik bemin u met wanhopige liefde. Van kind af aan beschouwde ik u als eene onbe reikbare, heilige godin. Dat een wezen als ik zou bezitten datgene, dat ik aanbad, scheen my heiligschennis toe. Hot noodlot gaf my oen wapen in de hand en ik doodde hem, die zich u als zyn eigendom wilde toeëigenen. Als hot natuurlyke gevolg van eene offerande, offer ik myn leven op. Myn laatsto ademtocht is doortrokken van eene liefdesbede. Vergeef een man, di9 niet verstandig, maar te veel beminde. Ik heb den moed niet om te zeggen „vergeot." Oscar Hume." Een week na de zooevon vermelde vree- seiyke gebeurtenis was ik weder in de studeer kamer van lord Bent. Zyn vrouw en dochter waren by hem. Ik geloof, dat ik deze enveloppe nu niet langer meer behoef te bewaren I zeide lord Bent. Open ze, als het u belieft, zei ik. Een oogenblik later hield hy hot strookje papier en de banknoot van tien pond in zyn handen. „Gelooft hy, dat hy op zulk eene wyze zyn doel kan bereiken?" las hy. I Wat beteekent dit? vroeg de graaf. Dit is het bewys, dat lord Senfrey's nagedachtenis vry is van elke smet, hernam ik. Ik liob gewoond in do kamer, waarin dat Italiaansche meisje zich vermoord heeft; I op een nacht werd ik door myn kleinen hond wakker gemaakt, het hondje van wylen lord Senfrey. Sprat bromde en huilde tegen iets, en ik .-stond op, om te zien wat of het was. Ik zag niets, maar Sprat sprong op de ven- j sterbank, waar twos bloempotten stonden, en door zyn zenuwachtige orale te gooide by er óón om. Toen ik de scherven opraapte, vond ik, begraven onder de aarde, dit stukje papier „Gelooft hy, dat hy op zulk eene wyze zyn doel kan bereiken?" en deze banknoot. Ileefö dat arme meisje deze woorden geschreven? vroeg lord Bent. Ongetwijfeld, hernam ik. En als u don loop dezer banknoot nagaat, zult u zion, dat zy door uwe bankiers aan u werd uitgegeven. Aan my? nep iord Bent verbaasd uit. - Aan my? Ja, hernam ik, aan u. Zy is door u, zeide ik, terwyl ik lady Bent strak aanzag aan mevrouw gegeven, en die gaf haar ter vereffening van eene rekening aan Brodie. De arme vrouw wierp my een blik vol dankbaarheid toe. Het zal, met nog moer dingen, voor Orano's verdediging worden aangewend. Lady Georgina trad op my toe en zag ray recht in de oogen. Gy zogt, meneer Grey, dat Alfreds hondje deze dragon vond? zeido zy op fluisterenden toon. Het was natuuriyk Sprat. Ik was hem geheel vergeten. Hobt gy hem nog? Ja, antwoordde ik. Ik heb hem nog. Wilt gy hem my geven? smeekte zy. Schenk hem my als het u blieft. Even deed het my pyn. Ik scheidde moeilyk van mijn kloinen vriend; maar ik wist, dat bij eene goede en meer dan geduldige meesteres in dit meisje zou vinden, en daarenboven had zy meer recht op hem dan ik. U zult hem hebben, lady Georgina, zeide ik. - Heden nog zult u hem krygen. Tot op den huldigen dag weet ik nog niet, of het goed of verkeerd van my was. De moralist zegt wellicht „noen", maar ver scheidene menschen zullen het toch mot my eens zijn, dat het wyzer en beter van mij was, om die reeds zoo zwaar beproefde fa milie voor nog meer leed te sparen. De levensgeschiedenis van lady Bent bleef voor de wereld verborgen. Ik maakte ter wille van de arme vrouw schikkingen met Byrne. Door uitbetaling van een som gelds stomdo hy er in toe, Engoland to verlaten en het geheim te bewaren. Doorgaans hecht ik weinig waarde aan de belofte van zulk een man; maar lady Bent voelde zich honderd pond lichter, toon zy wist dat hy naar Amerika vertrokken was. En dat u nu een geheim politie-agent zyt! riep juffrouw Rooney uit, toen ik weder in de kleine kamer in St.-James-street slond. Ik heb altyd gedacht, dat de politio-agenten in burgerkleeding lompe kerels waren met zware laarzen en dikke stokken, en u zietor zoo knap uit, net een mynheer. Maar de won deren zyn de wereld niet uit. Het spyt ray, dat u heengaat, want het gebeurt niet dikwyls dat eene weduwe mot zeven kinderen, waarvan er óón kreupel is van af zyne geboorte en wier man reeds tien jaar dood is. Ja, ja, viel ik haar in de rede. - Maar af en loe kom ik nog wel eens aan, maar nu moet gy eens zien, wat ik heb medegebracht. Ik wees op een kleine pak mand. Juffrouw Rooney kroop er heen, alsof hot iets levends was. Zy maakte het touw los en opende hot. Wat, riep zy uit, het is, het is toch niet jenever? En zyn al die flssschen voor my? Dit dozyn geof ik u prosent, opdat ja warm zult blyven, wanneer de nachten kouder worden. Juffrouw Rooney keek my even aan. Toon strekte zy hare armen uit. Gy zyt een engel, zeide zy, en ik moet je zoenen. Ik verdroeg de my opgelegde straf als eeno marteling en glimlachte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 5