AK10736. A9. 1895. feze £onrant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Donderdag 21 Fel>ruari. IBSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommors n 0.05. PRIJS DER AD v jükTEN TJLËN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regol meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeron bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit liommer bestaat uit TWEE Bladen. Eersle Blad. Leiden, 20 Februari. Willem Van Zuylen zal Maandag-avond a. s. in onzen Schouwburg optreden. Veertig jaren zal het dan geleden zijn, dat hij voor het eerst de planken betrad. Er ligt dus niets bijzonders in, dat eenige vereerders dien avond tot een feestavond willen maken. Dat spreekt vanzelf, dat mag niet anders zijnl Den man, die ons zoo menigmaal de aardsche zorgen deed vergeten, die, ternauwernood op het tooneel verschenen, ons reeds in eene goede luim bracht, hem moeten wy daarvoor onze hulde brengen. Welnu dan, gij allen, die zoo vlug naar den schouwburg zijt heengetrokken, wanneer ge wist dat Van Zuylep meespeelde, zendt een kleine bijdrage 1 Maar spoedig, de tijd is kort. Laat dan Maandag-avond voor Willem Van Zuylen een feestavond worden, zooals Leiden v reeds meermalen aan jubilarissen heeft weten te bereiden! Voor het examen in de nuttige hand werken is geslaagd mej. A. M. L. Bolleman van der Veen, van Leiden. De minister van binnenlandsche zaken heeft dr. J. J. Salverda de Grave, belast met het geven van onderwijs aan H. M. de Koningin, tot wederopzegging toegelaten als privaat docent in de faculteit der letteren en wijs begeerte aan de Rijksuniversiteit te Leiden, om onderwijs te geven in oud Fransche taal en letterkunde. (Ste.-CiJ.) Het getal kindoren in de gemeente Ter-Aar boven de zes en beneden de twaalf jaren bedraagt 169 j. en 187 m. Van dit getal bezoeken geen school 16 j. en 23 m totaal 39; door kinderen, die in het jaar 1894 den leeftijd hebben bereikt van 6 jaren 10 j. en 10 in., van 7 jaren 2 j. en 1 m., van 9 jaren 1 j. en 1 m., van 10 jaren 2j. en 3 m., van 11 jaren 1 j. en 8 in. Het getal schoolgaande kinderen bedroeg op 1 Januari jl. 153 j. en 164 m., totaal 317, waarvan door 18 j. en 18 m. onderwijs in de naburige gemeenten werd genoten. De aflevering van de opgeroepen lotelin- gen der nationale militie, lichting 1895, zal, wat de gemeente Tor-Aar betreft, plaats hebben op Vrijdag den l6len Maart a. s. Ds. Kuilman, predikant te Bunnik, hoeft toezegging van beroep ontvangen naar de Ned.-Hervormde gemeente to Ter Aar. Onder vele biykec van belangstelling, waarvan ook getuigden de vele bloemen en kransen op de lijkbaar, werd gisteren te 's-Gravenhage ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den heer E. A. Haitink, gep. overste, chef van het technisch bureau van het dep. van koloniën. Velo deputaties, tal van autoriteiten en onderscheidene vrienden van den overledene bewezen hem do laatste eer. Bij de groeve werd gosproken door den minister van koloniën, den heer Bergsma, en voor de Exploitatie-Maatschappij door prof. Quack, die iu zeer gevoelvolle bewoordingen het leven van den heer Haitink schetste, diens onvermoeiden arbeid en onverzwakten ijver in de volvoering van zflne taak, en de veelzijdige diensten ten nutte des vaderlands en van de Expl. Maatschappij. Mon schrift aan de „Haagsche Courant": Onder de officieren van het corps mari niers heerscht ontstemming over eene minder aangename verrassing, welke hun aan het departement van Marine wordt bereid. De minister moot nl. voornemens zyn, tor overste een kapitein te bevorderen, die no. 7 op de ranglijst staat, een feit, dat nog nooit bfi dat corps heeft plaats gevonden en dat nu te meer verwondering zou baren, omdat onder de zes oudere in rang officieren zijn, even goed geschikt voor den rang van hoofdofficier. Deze bevordering wekt nog te meer ver bazing, omdat het corps nu reeds Ifidt aan gebrek aan luitenants, zoodat het niet mogelijk zal zijn, de plaatsen van kapitein, die door het passeeren zullen openvallen, aan te vullen zonder de behoorlijke ver houding van het getal kapiteins tegenover dat der luitenante te verbreken. Het merk waardige geval doet zich toch by de mari niers voor, dat in vier jaren tyds geene aanvulling van luitenants te wachten is, daar eerst in dit jaar nieuwe adelborsten ter studie komen, doch geer. enkele op het Instituut opleiding geniet. Wat de plannen van den minister met de mariniers zijn, is voor velen duister, daar geen eükble poging wordt aangewend om het tekort in de organieke sterkte aan te vullen, hoewel nu reeds 200 man ontbreken. Het reorganisatieplan van den minister Jansen werd door de Tweede Kamer afgestemd, zoodat men van dezen minister niet verwachten mag, dat hi) dit nu zijdelings, door het laten verloopen van het officierscorps, zal trachten tot stand te brengen. Naar de „Tel." verneemt, hebben de heeren jhr. G. G. De Villoneuve en mr. P. H. Scholten, te 's-Gravenhage, aan den ministor van waterstaat, handel en nijverheid vergun ning gevraagd tot aanleg en exploitatie van een lokaalspoorweg mot normale spoorbreedte langs onze zeekust achter, doch tevens zoo naby mogeiyk de duinen van den Hoek van Holland tot Den Helder. Met het oog op de uitgebreidheid van het werk wenschen zy den aanleg te splitsen in drie sectiën of stadiën, nl. lo. van den Hoek van Holland, aansluitende aan het station van den Hollandschen Spoor weg en aan een eventueel aan te leggen vis8chershaven aldaar tot aan het station van den Holl. Spoorweg te Scheveningen. 2o. van Scheveningen tot IJmuiden; 3o. van IJmuiden tot Den Helder. Van hoe groot gewicht het tot stand komen vooral van de eerste 6ectie van dezen locaal- spoorweg voor Scheveningen zou zyn, springt in het oog, dewyl daardoor de vibschery met al de daaraan verbondon inrichtingen niet alleen voor het zeedorp zoudo behouden biy ven, maar ook tot verdere ontwikkeling zou kunnen worden gebracht. De vereenigdo vergadering van het Hoog heemraadschap Delfland heeft besloten, tot behoud dor zeewering te Scheveningen, te doen maken eene steenglooiing op het buiten beloop tegenover do Keizerstraat te Schevenin gen van eene lengte van ongeveer 140 M. en de zeewering tegenover het strandvak tusschen standpaal 111 117 terug te brengen tot do normale breedte van ongeveer 25 M. op de kruin en eene kleibckleeding op höt buiten beloop aldaar aan te brengen. De dag, waarop 40 jaren geleden koning Willem III machtiging verleende tot oprichting der Normaal Schietschool te 's Gravenhage, werd gisteren aan deze inrichting feestelyk herdacht. De daarby gedetacheerde officieren, onderofficieren en minderen hadden vry van dienst. De korporaals en manschappen ontvingen boven do gewone soldy eon uitkeering in geld, do onderofficieren voreenigen zich heden aan een kameraadschappoiyk maal in het gebouw der schietschool en het personeel van officieren viert het feest aan een feestuisch in de Witte Sociëteit. Aan de „Zutf. Ct." echryft men uit Den Haag het volgende: Het is wel een eenigszins zondorlingo vraag, die een uwer getrouwe lezeressen tot uwen Haagschen briefschryver licht. Niets moer of minder wentcht zy te weten dan „hoo het toegaat aan de diners, die in het Koninklyk paleis worden gegeven." Eerst was ik dan ook van plan aangaande dit punt maar terstond tot de orde van den dag over te gaan, maar ik kwam tot hot besluit, dat dit toch niet be leefd zou zyn tegenover een lid der schoone sekse, nog wel trouwe lezeres van do „Zutphen- sche Ct." Intusschen bracht my de vraag wel een weinig in verlegenheid, want een eenvoudig dagbladcorrespondent is natuuriyk niet „hoffühlg." Maar wy, journalisten, be- hooren overal onze relaties te hebben, en zóó vertelde my dan iemand, die het weten kan, de volgende bijzonderheden. De Koninginnen geven groote, olflciëele diners, waar meestal do muziek van de grenadiers dienst doet, en bovendien elke week soms zelfs tweemaal in de week kleine, moer intieme diners, waar alleen uitverkorenen golnviteerd worden. Op de groote, officiëele diners, waar 30 tot 70 personen aanzitten, worden geheele cor poraties geïnviteerd. Zoo zyn byv. enkele jaren geleden alle leden van do Eerste en Tweedo Kamer natuuriyk in groepen ver deeld aan den koninklyken disch gocoodigd, maar dat is by éénmaal gebleven. Elk jaar worden echter genoodigd de ministers, de gezaDten, de voorzitters van de hooge colloges van staat, do generaals, de adjudanten in buitengewonen dienst, enz. Zoo is er byv. voor enkele dagen nog een groot diner ge geven, waar uitsluitend militairen van hoogen rang aanzaten. By zulk een foestdisch zit in den regel de kleine Koningin niet aan tafel. Wel daarentegen is Koningin Wilhelmina mede van de party bij de kleine, meer intieme diners. Do invitaties gaan dan ook uit van hare beide Majesteiten. Tot voor eenigen tyd werden de invitaties eerst verzonden op den dag zelf, maar dezen winter is dat veranderd, zoodat nu de invitatiekaarten verzonden wor den des daags vóór het diner. Wat toch nog vry laat is, om, als men verhinderd is, de noodige schikkingen te maken, want van be danken schynt nooit sprake te zyn. In den regel wordt elk jaar weder aan dezelfde uitverkorenen de eer aangedaan om aan den kon. di3ch te mogen aanzitten. Wtlke regel daarby gevolgd wordt, is niet na to gaan. BtJna altyd echter zyn de gasten óf hooge staatsambtenaren al of niet in actie- ven dienst Of personen, die de een of andere betrekking by hot hof bokloeden. Nu eens worden alleen heeren genoodigd, dan weer de heeren met hunne dames. Des daags na ieder diner kan men in de Haagsche bladen lezen, wie de gaBten van HH. Majesteiten geweest zyn, maar in die berichten wordt aan de achoone sekse weinig eer aangedaan, want slechts zelden wordt er by vermeld, welke dames mede aan den disch hebben aangezeten. Zoo werd byv. de vorige week wel vermeld, dat de heeren Gleichman, Cremers en Roest ton paleize hadden gegeten, maar niet, dat de respectieve echtgenooten van die hooge autori teiten tevens aanwezig waren. De kleine diners vangon aan te kwart over zes of wat juister is, de gasten moeten present zyn om 6'/2 uur, maar het diner begint ongeveer halfzoven. Eerst moeten de gasten eenige oogenblikkeu anlichambroeren. Voordat HH. Majesteiten do receptiezaal binnenkomen, om hare gasten te begroeten, scharen dezen zich in volgorde van rang, overeenkomstig de wenschen van den kamer heer of adjudant van dienst, in een kring. Een oogenblik later wordt het binnentreden der Koninginnen door den ceremoniemeester aangekondigd. Na een korte begroeting gaat men terstond aan tafel, waaraan dan, behal.vo de Koninginnen en de gasten in den regel niet meer dan 6 a 8, ook* eenige leden der hofhouding, die dienst hebben, plaats nemen. De eereplaatsen zyn natuuriyk dio naast de beide Koninginnen. Do hoogste plaats aan tafel wordt geacht te zyn rechl6 van de kleine Koningin. De tafel is versierd met prachtige bloemstukken; het menu is in den regel klein wat trouwens ook wel noodig is, want de etiquette brengt mee, dat het diner binnen een uur is afgeloopen. Achter elk van de Koninginnen staat een lakei, en deze lakeien bedienen uitsluitend do Koninginnen. Zoodra de tafel is afgeloopen, begeven allen zich naar een naastbyzynd receptiesalon. Daar scharen zich de gasten weder naar volg orde van rang en daar onderhouden zich HH. Majesteiten nog een half uur of langer met hare gasten. Tegen acht uron is in den regel alles afgeloopen en staan de rytuigen gereed om de dischgenooten Daar huis te brengen. By koninklyk besluit van 18 dezer is aan eene commissie opgedragen, advies uit te brengen betreffende de navolgende vragen lo. Welke wyzigingen zyn, met inacht neming van de eisehen van 's lands dienst, gewen8cht in de inrichting der marinebegroo- ting en in de by de wetsontwerpen dier bo- grooting behoorende bylagen, tot bevordering eener goede oontrölo van de volksvertegen woordiging op het beheer van het departe ment van marine? 2o. Welke wyzigingen zyn, In verband daarmede, noodig in de administratie van 'sRyks werven? 3o. Zou van invoering dier wyzigingen uitbreiding van administratief personeel tot oenig buteekenend bedrag het noodwendig gevolg moeten zyn? en zyn in die commissie benoemd: tot lid en voorzitter mr. G. J. Goekoop, lid van de Tweede Kamer en lid van Ged. Staten van Zuid Holland; tot leden de heeren: H. D. Guyot, lid van de Tweede Kamer, gepeos. schout-by nacht titulair; C. M. Vau Vliet, lid van de Algeraeene Rekenkamer; L. A. Dittlof Tjassens, secretaris generaal by het departe ment van marine; C. L. Loder, directeur van scheepsbouwJ. W. Calten, hoofd iDgeniour der marine; C. H. Strumphler, directeur van de Nederlandsche fabriek van werktuigen en spoorwegmateriéel to Amsterdam, en J. Van de Ven, griffier by de directie der marine te Amsterdam; en tot lid en secretaris de heer W. N. M. Huart, hoofd-commies by hefc departement van marine. Do minister van marine heeft den officier van gez 1ste kl. by de zeemacht dr. A. W M. Van Deventer, uit Oost-Indio in Nedorland teruggekeerd, op non-activiteit gesteld. Te Arnhem is overleden de gepension- neerde kapitein-plaats, adj. J. Van Maanon. Te Dautichem is overleden de heer K. L. Van der Heyden, oud-kolonel der artillerie. Het dagblad „Het Centrum" ontving gisteren uit Jeruzalem het telographisch be richt, meldende dat de Nederlandsche pelgrims aldaar waren aangekomen. Zy hadden een heerlyken overtocht. Ta Amsterdam is overleden de zeereerw heer C. Wenker, rector van het gesticht „D Voorzienigheid" in de Elandstraat. De over.' lodene werd geboren in 1847, priester gewfld in 1872, was kapelaan o, a. in de parochie van de kerk „De Liefde" te Amsterdam ei sedert 1885 rector in genoemde stichting. De minister van koloniën brengt tor kennis van belanghebbenden, dat by het cor genietroepen te Utrecht de gelegenheid bestaat voor twaalf jongelieden, die op 1 April a. 8. den vollen ouderdom van zostien jaren hebben bereikt, doch op 15 Mei daaraanvolgende het negentiende levensjaar niet zullen ingetreden zyn, om te worden opgeleid tot korporaal en sergeant by de Indische genietroepen, on wel onder de volgende voorwaardende jongeling behoort zich te verbinden voor den tyd van tien jaren, waarvan drie in dienst by het corps genietroepen in Nederland te volbrengen. By het aangaan van de verbintenis geniot hy eece gratificatie van f 50. Als hy na drie jaren naar Indiü vertrekt, ontvangt hy eono gratifi catie van f 300. Naar gelang hy in cien tyd tot korporaal of sergeant wordt bevorderd, wordt de in Indiö te volbrengen diensttyd van zeven jaar verminderd tot op zes of vyf jaren. Alleen jongelingen, dia behoorlyk lezen en Het geheimzinnige doosje. 32) Aan weerskanten Tan het dakvenster liepen twee zware balkeD, rechts en links van den muur naar het dak; zelfs wannoer de kram begaf, kon ik toch nog het dak bereiken. Ik stak weder een lucifer aan en keek Jasper Byrne in het gelaat. Ik had nog nooit zulk een afgrijselijk bleek gelaat gezien. Zijne lippen waren blauw en hy beefde over zyn geheele lichaam, alsof hy de koorts had. Hy keek my nieuwsgierig aan. Zyt gy de man, die naast my eene kamer had by juffrouw Rooney? zoide hy op schor ren toon. Ja, antwoordde ik. Ik heb ontdekt, dat gu gevaar loopt van vermoord te worden, on ik wil je nog van nacht by juffrouw Rooney terugbrengen; maar om 'sHemels wil, woes doodstil. Gy zyt zeker niet sterk genoeg om op te staan? Hij ging pyniyk opzitten, en ik zag dat hü zyn broek en een gebloemd katoenen hemd aan had. Zyn je laarzen hier? Hy schudde zyD hoofd. Geen jas? Weder schudde hy zyn hoofd. Dan zullen wy het maar zonder zien te doen, zeid9 ik. Doe nu precies wat ik zeg. Gy moet my stil laten begaan, opdat ik is veliik een kind op myn rug kan nemen. Terwyi ik dit zeide, lichtte ik hem op en zette ik hem met zyn rug tegen den muur in bed. Daarna knielde ik, met myn rug naar hem toe, voor hem neer. Nu, zeide ik, sla je armen om myn hals en tracht my met je beenen vast te houden. Hy deed een zwakke poging en slaagde er ten slotte in. Intusschen hield ik tien of twaalf el touw tusschen myn tanden. Ik wierp een opgerold eind touw achter myn rug, terwyl ik hem onder de armen vatte. Daarna maakte ik het voor myn horst vast; na veel inspanning kreeg ik de einden tus schen myn beenen door en kroeg zyn beenen vast. Hierdoor werd natuuriyk elke beweging belemmerd, maar als de krachten van den armen man te kort schoten, zouden wy ten minste onzen bals niet breken. Nu, zeide ik, houd je nu zoo stevig mogelyk aan myn hals vastl Myn leven en het uwe hangen er vau af. Ik voeide dat zyn beenige vingers zich, als in wanhoop, over myn borst sloten. Toen ik opstond, bemerkte ik dat hy niet zwaar was. Ik duwde het bed tegen den muur, waar ik den balk vast kon grypen, en klom Daar boven. Daarna pakte ik den kabel, die losjes aan den haak hing, en hoewel het yzer kraakte en het touw alle kans van breken had, slaagde ik er in, het dakvenster te bereiken en er my door te wringen, terwyl Byrne zich wanhopig aan myn rug vastklemde. Toen ik eenmaal buiten was, maakte ik het touw los en wond het herhaaldeiyk om Byrne's lichaam en cm het myne, om het stevig vasthouden te bevorderen. Ik kroop op banden en voeten langs de smalle kap van het dak. Maar het ergste kwam nog, toon ik myn raam wilde bereiken. Ik stapte hier byna mis, en hot scheelde geen haar, of ik was voorover op de geplaveide binnen plaats te land gekomen. Ik dacht nooit, dat ik den last op myn rug door het raam zou krijgen. Maar eindeiyk gelukte het my, eu Byme en ik waren veilig in myne kamer aangekomou. Gelukkig voor ons, had het opgehouden met regenen. Ik was even doornat als te voren, maar Byrne was droog, behalve daar, waar by met myn kleeren in aanraking was ge komen. Er viel geen tUd te verliezen. Ik deed Byrne een ja3 en een paar oude schoeuen van my aan. Een oude vilten hoed voltooide zyn uitrusting. Toen dit klaar was, besloot ik geen minuut te verliezen, en hem in myne armen nemend, droeg ik hem naar beneden. De voordeur was toe en gegrendeld, en toen ik leven maakte by het ontgrendelen, kwam er iemand op het portaal en een vrouwenstem riep schel: Wie is er beneden? Wat doet gy? Ik ben het I riep ik. Ik ga naar myn werk. Gaat gy reeds om drie uren in den ochtend aan het werk? riep de stem. Ja, om drie uren 's morgens I riep ik. Intusschen had ik de grendels losgekregen en giDg ik er uit, de deur hard achter my toe slaande. Het kon my niets schelen, wat myn hospita er van dacht. Op straat was alles stil. Ik liep langs Belvedère-Road, terwyl ik Jasper Byrne droeg. Hy was niet zwaar en moer dood dan levend. Op den hoek van Westminster-Road hoordo ik den stevigen, vasten tred van een politie agent achter my aankomen, en na een oogenblikje zag ik hem. Hy zeide met schitterende oogen tegen my: Wat gaat gy met dien man doen? Het is een arme vriend van my, die stervende is, hsrnam ik, en ik wil probeeren, of ik hem ook in een hospitaal kan krygen. Het volle licht viel voor eenige seconden op Jasper Byrne's gezicht. Hy ziet er akelig uit, zeide de politie agent op zacbten toon. Hy ziet er uit, alsof eon hospitaal hem niet veel meer helpen zal. Maar ze zullen hem op dit uur van den nacht niet opnemen. Ik denk van wel, hernam ik. In „Free Hospital" in Grey Inn's Road zullen ze hem wel opnemen; als ik nu maar een huur- rytuig vond. De agent zag my mot zyne doordringende oogen onderzoekend aan. Ga dan door, zeide hy, en ik hoop dat gy slagen zult; maar wacht oven, voegde hy er by, ik wil je naam wel eens weten. George Grant, hernam ik Belvedère Roai 212. De politie agent liet zyn lantaarntje weer over my heendwalen en teekende mijn naam en woonplaats, in zyn zakboekje aan. Loop hard, zeide hy. Hoe eerder oen dokter je vriend ziet, des te beter voor hem. Op Wostminster-bridge kreeg ik een ellendig buurrytuig, en de drie shilling, die ik be loofde, waren voldoende om verzekerd te zyn van eene goede behandeling. Ik zal niet gauw het gericht van juffrouw Rooney vergeten, toon zy, nadat ik gebeld en op de deur gebonsd had, alsof liet hui in brand stond, my de deur opende. De good vrouw schreeuwde het haast uit. Is het meneer Byrne, zeide zy, of is hot zyn geest? Lieve Hemel I hy is toch niet dood? Neen, hy ia niet dood, zeide ik, man als wy hem niet spoedig zien by te brengen kon het wel eens gobeuren. Arme meneer Byrne 1 jammerde juffrouw Rooney, toen ik hem boven en te bed ge bracht bad. Wat hebben die schurken met hem go daan En wat hebt gff gedaan, meneer Grant Gy ziet er uit, alsof u de straat hadt aan geveegd. Haal zoo gauw als je kunt een sterken kop koffie, zeide ik tot juffrouw Rooney. Zy keek my een oogenblik verbaasd aan. Vlug, zoide ik, alsof je leven er van afhing. Ik stak een kaars aan Byrne lag als eon blok in bed. Maar eene flauwe ademhaling bewees, dat hy nog leefdo. Zyn gezicht was doodsbleek, zyne lippen blauw en zyne oogen waren gesloten. Dat hij aan vergiftiging door nicotine leed, was buiten twyiel, maai ik voor mij meende, dat hy daar niet alleen aan leed. De zwakte van zyn pols, de afwezigheid van alle uitwaseming en het c-ffect van het fliuwe licht van myne kaars op de oogappels deden mu vermoeden, dat bior een ander vergif, waarscbynlyk oen metaalhoudend ver gif, de hoofdoorzaak was. Wordtvervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1