AK10736.
A9. 1895.
feze £onrant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Donderdag 21 Fel>ruari.
IBSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommors n 0.05.
PRIJS DER AD v jükTEN TJLËN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regol meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeron bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Dit liommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eersle Blad.
Leiden, 20 Februari.
Willem Van Zuylen zal Maandag-avond a. s.
in onzen Schouwburg optreden.
Veertig jaren zal het dan geleden zijn, dat
hij voor het eerst de planken betrad. Er ligt
dus niets bijzonders in, dat eenige vereerders
dien avond tot een feestavond willen
maken. Dat spreekt vanzelf, dat mag niet
anders zijnl
Den man, die ons zoo menigmaal de aardsche
zorgen deed vergeten, die, ternauwernood op
het tooneel verschenen, ons reeds in eene goede
luim bracht, hem moeten wy daarvoor onze
hulde brengen.
Welnu dan, gij allen, die zoo vlug naar
den schouwburg zijt heengetrokken, wanneer
ge wist dat Van Zuylep meespeelde, zendt een
kleine bijdrage 1
Maar spoedig, de tijd is kort.
Laat dan Maandag-avond voor Willem Van
Zuylen een feestavond worden, zooals Leiden
v reeds meermalen aan jubilarissen heeft weten
te bereiden!
Voor het examen in de nuttige hand
werken is geslaagd mej. A. M. L. Bolleman
van der Veen, van Leiden.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft dr. J. J. Salverda de Grave, belast met
het geven van onderwijs aan H. M. de Koningin,
tot wederopzegging toegelaten als privaat
docent in de faculteit der letteren en wijs
begeerte aan de Rijksuniversiteit te Leiden,
om onderwijs te geven in oud Fransche taal
en letterkunde. (Ste.-CiJ.)
Het getal kindoren in de gemeente
Ter-Aar boven de zes en beneden de twaalf
jaren bedraagt 169 j. en 187 m. Van dit
getal bezoeken geen school 16 j. en 23 m
totaal 39; door kinderen, die in het jaar 1894
den leeftijd hebben bereikt van 6 jaren 10 j.
en 10 in., van 7 jaren 2 j. en 1 m., van 9
jaren 1 j. en 1 m., van 10 jaren 2j. en 3 m.,
van 11 jaren 1 j. en 8 in.
Het getal schoolgaande kinderen bedroeg
op 1 Januari jl. 153 j. en 164 m., totaal 317,
waarvan door 18 j. en 18 m. onderwijs in de
naburige gemeenten werd genoten.
De aflevering van de opgeroepen lotelin-
gen der nationale militie, lichting 1895, zal,
wat de gemeente Tor-Aar betreft, plaats
hebben op Vrijdag den l6len Maart a. s.
Ds. Kuilman, predikant te Bunnik, hoeft
toezegging van beroep ontvangen naar de
Ned.-Hervormde gemeente to Ter Aar.
Onder vele biykec van belangstelling,
waarvan ook getuigden de vele bloemen en
kransen op de lijkbaar, werd gisteren te
's-Gravenhage ter aarde besteld het stoffelijk
overschot van den heer E. A. Haitink, gep.
overste, chef van het technisch bureau van
het dep. van koloniën. Velo deputaties, tal
van autoriteiten en onderscheidene vrienden
van den overledene bewezen hem do laatste
eer. Bij de groeve werd gosproken door den
minister van koloniën, den heer Bergsma, en
voor de Exploitatie-Maatschappij door prof.
Quack, die iu zeer gevoelvolle bewoordingen
het leven van den heer Haitink schetste,
diens onvermoeiden arbeid en onverzwakten
ijver in de volvoering van zflne taak, en de
veelzijdige diensten ten nutte des vaderlands
en van de Expl. Maatschappij.
Mon schrift aan de „Haagsche Courant":
Onder de officieren van het corps mari
niers heerscht ontstemming over eene minder
aangename verrassing, welke hun aan het
departement van Marine wordt bereid. De
minister moot nl. voornemens zyn, tor overste
een kapitein te bevorderen, die no. 7 op de
ranglijst staat, een feit, dat nog nooit bfi dat
corps heeft plaats gevonden en dat nu te
meer verwondering zou baren, omdat onder
de zes oudere in rang officieren zijn, even
goed geschikt voor den rang van hoofdofficier.
Deze bevordering wekt nog te meer ver
bazing, omdat het corps nu reeds Ifidt
aan gebrek aan luitenants, zoodat het niet
mogelijk zal zijn, de plaatsen van kapitein,
die door het passeeren zullen openvallen,
aan te vullen zonder de behoorlijke ver
houding van het getal kapiteins tegenover
dat der luitenante te verbreken. Het merk
waardige geval doet zich toch by de mari
niers voor, dat in vier jaren tyds geene
aanvulling van luitenants te wachten is,
daar eerst in dit jaar nieuwe adelborsten
ter studie komen, doch geer. enkele op het
Instituut opleiding geniet.
Wat de plannen van den minister met
de mariniers zijn, is voor velen duister, daar
geen eükble poging wordt aangewend om
het tekort in de organieke sterkte aan te
vullen, hoewel nu reeds 200 man ontbreken.
Het reorganisatieplan van den minister Jansen
werd door de Tweede Kamer afgestemd,
zoodat men van dezen minister niet verwachten
mag, dat hi) dit nu zijdelings, door het laten
verloopen van het officierscorps, zal trachten
tot stand te brengen.
Naar de „Tel." verneemt, hebben de
heeren jhr. G. G. De Villoneuve en mr. P.
H. Scholten, te 's-Gravenhage, aan den ministor
van waterstaat, handel en nijverheid vergun
ning gevraagd tot aanleg en exploitatie van
een lokaalspoorweg mot normale spoorbreedte
langs onze zeekust achter, doch tevens zoo
naby mogeiyk de duinen van den Hoek van
Holland tot Den Helder.
Met het oog op de uitgebreidheid van het
werk wenschen zy den aanleg te splitsen in
drie sectiën of stadiën, nl.
lo. van den Hoek van Holland, aansluitende
aan het station van den Hollandschen Spoor
weg en aan een eventueel aan te leggen
vis8chershaven aldaar tot aan het station van
den Holl. Spoorweg te Scheveningen.
2o. van Scheveningen tot IJmuiden;
3o. van IJmuiden tot Den Helder.
Van hoe groot gewicht het tot stand komen
vooral van de eerste 6ectie van dezen locaal-
spoorweg voor Scheveningen zou zyn, springt
in het oog, dewyl daardoor de vibschery met
al de daaraan verbondon inrichtingen niet
alleen voor het zeedorp zoudo behouden biy ven,
maar ook tot verdere ontwikkeling zou kunnen
worden gebracht.
De vereenigdo vergadering van het Hoog
heemraadschap Delfland heeft besloten, tot
behoud dor zeewering te Scheveningen, te
doen maken eene steenglooiing op het buiten
beloop tegenover do Keizerstraat te Schevenin
gen van eene lengte van ongeveer 140 M. en
de zeewering tegenover het strandvak tusschen
standpaal 111 117 terug te brengen tot do
normale breedte van ongeveer 25 M. op de
kruin en eene kleibckleeding op höt buiten
beloop aldaar aan te brengen.
De dag, waarop 40 jaren geleden koning
Willem III machtiging verleende tot oprichting
der Normaal Schietschool te 's Gravenhage,
werd gisteren aan deze inrichting feestelyk
herdacht. De daarby gedetacheerde officieren,
onderofficieren en minderen hadden vry van
dienst.
De korporaals en manschappen ontvingen
boven do gewone soldy eon uitkeering in geld,
do onderofficieren voreenigen zich heden aan
een kameraadschappoiyk maal in het gebouw
der schietschool en het personeel van officieren
viert het feest aan een feestuisch in de Witte
Sociëteit.
Aan de „Zutf. Ct." echryft men uit
Den Haag het volgende: Het is wel een
eenigszins zondorlingo vraag, die een uwer
getrouwe lezeressen tot uwen Haagschen
briefschryver licht. Niets moer of minder
wentcht zy te weten dan „hoo het toegaat
aan de diners, die in het Koninklyk paleis
worden gegeven." Eerst was ik dan ook van
plan aangaande dit punt maar terstond tot
de orde van den dag over te gaan, maar ik
kwam tot hot besluit, dat dit toch niet be
leefd zou zyn tegenover een lid der schoone
sekse, nog wel trouwe lezeres van do „Zutphen-
sche Ct." Intusschen bracht my de vraag
wel een weinig in verlegenheid, want een
eenvoudig dagbladcorrespondent is natuuriyk
niet „hoffühlg." Maar wy, journalisten, be-
hooren overal onze relaties te hebben, en zóó
vertelde my dan iemand, die het weten kan,
de volgende bijzonderheden. De Koninginnen
geven groote, olflciëele diners, waar meestal
do muziek van de grenadiers dienst doet, en
bovendien elke week soms zelfs tweemaal
in de week kleine, moer intieme diners,
waar alleen uitverkorenen golnviteerd worden.
Op de groote, officiëele diners, waar 30 tot
70 personen aanzitten, worden geheele cor
poraties geïnviteerd. Zoo zyn byv. enkele
jaren geleden alle leden van do Eerste en
Tweedo Kamer natuuriyk in groepen ver
deeld aan den koninklyken disch gocoodigd,
maar dat is by éénmaal gebleven. Elk jaar
worden echter genoodigd de ministers, de
gezaDten, de voorzitters van de hooge colloges
van staat, do generaals, de adjudanten in
buitengewonen dienst, enz. Zoo is er byv.
voor enkele dagen nog een groot diner ge
geven, waar uitsluitend militairen van hoogen
rang aanzaten. By zulk een foestdisch zit in
den regel de kleine Koningin niet aan tafel.
Wel daarentegen is Koningin Wilhelmina
mede van de party bij de kleine, meer intieme
diners. Do invitaties gaan dan ook uit van
hare beide Majesteiten. Tot voor eenigen tyd
werden de invitaties eerst verzonden op den
dag zelf, maar dezen winter is dat veranderd,
zoodat nu de invitatiekaarten verzonden wor
den des daags vóór het diner. Wat toch nog
vry laat is, om, als men verhinderd is, de
noodige schikkingen te maken, want van be
danken schynt nooit sprake te zyn.
In den regel wordt elk jaar weder aan
dezelfde uitverkorenen de eer aangedaan om
aan den kon. di3ch te mogen aanzitten. Wtlke
regel daarby gevolgd wordt, is niet na to
gaan. BtJna altyd echter zyn de gasten óf
hooge staatsambtenaren al of niet in actie-
ven dienst Of personen, die de een of andere
betrekking by hot hof bokloeden. Nu eens
worden alleen heeren genoodigd, dan weer de
heeren met hunne dames. Des daags na ieder
diner kan men in de Haagsche bladen lezen,
wie de gaBten van HH. Majesteiten geweest
zyn, maar in die berichten wordt aan de
achoone sekse weinig eer aangedaan, want
slechts zelden wordt er by vermeld, welke
dames mede aan den disch hebben aangezeten.
Zoo werd byv. de vorige week wel vermeld,
dat de heeren Gleichman, Cremers en Roest ton
paleize hadden gegeten, maar niet, dat de
respectieve echtgenooten van die hooge autori
teiten tevens aanwezig waren.
De kleine diners vangon aan te kwart over
zes of wat juister is, de gasten moeten
present zyn om 6'/2 uur, maar het diner
begint ongeveer halfzoven. Eerst moeten de
gasten eenige oogenblikkeu anlichambroeren.
Voordat HH. Majesteiten do receptiezaal
binnenkomen, om hare gasten te begroeten,
scharen dezen zich in volgorde van rang,
overeenkomstig de wenschen van den kamer
heer of adjudant van dienst, in een kring.
Een oogenblik later wordt het binnentreden
der Koninginnen door den ceremoniemeester
aangekondigd. Na een korte begroeting gaat
men terstond aan tafel, waaraan dan, behal.vo
de Koninginnen en de gasten in den regel
niet meer dan 6 a 8, ook* eenige leden der
hofhouding, die dienst hebben, plaats nemen.
De eereplaatsen zyn natuuriyk dio naast
de beide Koninginnen. Do hoogste plaats aan
tafel wordt geacht te zyn rechl6 van de kleine
Koningin. De tafel is versierd met prachtige
bloemstukken; het menu is in den regel
klein wat trouwens ook wel noodig is,
want de etiquette brengt mee, dat het diner
binnen een uur is afgeloopen. Achter elk van
de Koninginnen staat een lakei, en deze
lakeien bedienen uitsluitend do Koninginnen.
Zoodra de tafel is afgeloopen, begeven allen
zich naar een naastbyzynd receptiesalon.
Daar scharen zich de gasten weder naar volg
orde van rang en daar onderhouden zich HH.
Majesteiten nog een half uur of langer met
hare gasten. Tegen acht uron is in den regel
alles afgeloopen en staan de rytuigen gereed
om de dischgenooten Daar huis te brengen.
By koninklyk besluit van 18 dezer is aan
eene commissie opgedragen, advies uit te
brengen betreffende de navolgende vragen
lo. Welke wyzigingen zyn, met inacht
neming van de eisehen van 's lands dienst,
gewen8cht in de inrichting der marinebegroo-
ting en in de by de wetsontwerpen dier bo-
grooting behoorende bylagen, tot bevordering
eener goede oontrölo van de volksvertegen
woordiging op het beheer van het departe
ment van marine?
2o. Welke wyzigingen zyn, In verband
daarmede, noodig in de administratie van
'sRyks werven?
3o. Zou van invoering dier wyzigingen
uitbreiding van administratief personeel tot
oenig buteekenend bedrag het noodwendig
gevolg moeten zyn?
en zyn in die commissie benoemd: tot lid
en voorzitter mr. G. J. Goekoop, lid van de
Tweede Kamer en lid van Ged. Staten van
Zuid Holland; tot leden de heeren: H. D.
Guyot, lid van de Tweede Kamer, gepeos.
schout-by nacht titulair; C. M. Vau Vliet, lid
van de Algeraeene Rekenkamer; L. A. Dittlof
Tjassens, secretaris generaal by het departe
ment van marine; C. L. Loder, directeur van
scheepsbouwJ. W. Calten, hoofd iDgeniour
der marine; C. H. Strumphler, directeur van
de Nederlandsche fabriek van werktuigen en
spoorwegmateriéel to Amsterdam, en J. Van
de Ven, griffier by de directie der marine te
Amsterdam; en tot lid en secretaris de heer
W. N. M. Huart, hoofd-commies by hefc
departement van marine.
Do minister van marine heeft den officier
van gez 1ste kl. by de zeemacht dr. A. W
M. Van Deventer, uit Oost-Indio in Nedorland
teruggekeerd, op non-activiteit gesteld.
Te Arnhem is overleden de gepension-
neerde kapitein-plaats, adj. J. Van Maanon.
Te Dautichem is overleden de heer K.
L. Van der Heyden, oud-kolonel der artillerie.
Het dagblad „Het Centrum" ontving
gisteren uit Jeruzalem het telographisch be
richt, meldende dat de Nederlandsche pelgrims
aldaar waren aangekomen. Zy hadden een
heerlyken overtocht.
Ta Amsterdam is overleden de zeereerw
heer C. Wenker, rector van het gesticht „D
Voorzienigheid" in de Elandstraat. De over.'
lodene werd geboren in 1847, priester gewfld
in 1872, was kapelaan o, a. in de parochie
van de kerk „De Liefde" te Amsterdam ei
sedert 1885 rector in genoemde stichting.
De minister van koloniën brengt tor
kennis van belanghebbenden, dat by het cor
genietroepen te Utrecht de gelegenheid bestaat
voor twaalf jongelieden, die op 1 April a. 8.
den vollen ouderdom van zostien jaren hebben
bereikt, doch op 15 Mei daaraanvolgende het
negentiende levensjaar niet zullen ingetreden
zyn, om te worden opgeleid tot korporaal en
sergeant by de Indische genietroepen, on wel
onder de volgende voorwaardende jongeling
behoort zich te verbinden voor den tyd van
tien jaren, waarvan drie in dienst by het corps
genietroepen in Nederland te volbrengen. By
het aangaan van de verbintenis geniot hy eece
gratificatie van f 50. Als hy na drie jaren
naar Indiü vertrekt, ontvangt hy eono gratifi
catie van f 300. Naar gelang hy in cien tyd
tot korporaal of sergeant wordt bevorderd,
wordt de in Indiö te volbrengen diensttyd van
zeven jaar verminderd tot op zes of vyf jaren.
Alleen jongelingen, dia behoorlyk lezen en
Het geheimzinnige doosje.
32)
Aan weerskanten Tan het dakvenster liepen
twee zware balkeD, rechts en links van den
muur naar het dak; zelfs wannoer de kram
begaf, kon ik toch nog het dak bereiken.
Ik stak weder een lucifer aan en keek
Jasper Byrne in het gelaat. Ik had nog nooit
zulk een afgrijselijk bleek gelaat gezien. Zijne
lippen waren blauw en hy beefde over zyn
geheele lichaam, alsof hy de koorts had. Hy
keek my nieuwsgierig aan.
Zyt gy de man, die naast my eene kamer
had by juffrouw Rooney? zoide hy op schor
ren toon.
Ja, antwoordde ik. Ik heb ontdekt, dat
gu gevaar loopt van vermoord te worden, on
ik wil je nog van nacht by juffrouw Rooney
terugbrengen; maar om 'sHemels wil, woes
doodstil. Gy zyt zeker niet sterk genoeg om
op te staan?
Hij ging pyniyk opzitten, en ik zag dat
hü zyn broek en een gebloemd katoenen
hemd aan had.
Zyn je laarzen hier?
Hy schudde zyD hoofd.
Geen jas?
Weder schudde hy zyn hoofd.
Dan zullen wy het maar zonder zien
te doen, zeid9 ik. Doe nu precies wat ik
zeg. Gy moet my stil laten begaan, opdat ik
is veliik een kind op myn rug kan nemen.
Terwyi ik dit zeide, lichtte ik hem op en
zette ik hem met zyn rug tegen den muur in
bed. Daarna knielde ik, met myn rug naar
hem toe, voor hem neer.
Nu, zeide ik, sla je armen om myn
hals en tracht my met je beenen vast te
houden.
Hy deed een zwakke poging en slaagde er
ten slotte in. Intusschen hield ik tien of
twaalf el touw tusschen myn tanden. Ik
wierp een opgerold eind touw achter myn
rug, terwyl ik hem onder de armen vatte.
Daarna maakte ik het voor myn horst vast;
na veel inspanning kreeg ik de einden tus
schen myn beenen door en kroeg zyn beenen
vast. Hierdoor werd natuuriyk elke beweging
belemmerd, maar als de krachten van den
armen man te kort schoten, zouden wy ten
minste onzen bals niet breken.
Nu, zeide ik, houd je nu zoo stevig
mogelyk aan myn hals vastl Myn leven en
het uwe hangen er vau af.
Ik voeide dat zyn beenige vingers zich, als
in wanhoop, over myn borst sloten.
Toen ik opstond, bemerkte ik dat hy niet
zwaar was. Ik duwde het bed tegen den
muur, waar ik den balk vast kon grypen,
en klom Daar boven. Daarna pakte ik den
kabel, die losjes aan den haak hing, en hoewel
het yzer kraakte en het touw alle kans van
breken had, slaagde ik er in, het dakvenster
te bereiken en er my door te wringen, terwyl
Byrne zich wanhopig aan myn rug vastklemde.
Toen ik eenmaal buiten was, maakte ik
het touw los en wond het herhaaldeiyk om
Byrne's lichaam en cm het myne, om het
stevig vasthouden te bevorderen. Ik kroop
op banden en voeten langs de smalle kap
van het dak. Maar het ergste kwam nog,
toon ik myn raam wilde bereiken. Ik stapte
hier byna mis, en hot scheelde geen haar,
of ik was voorover op de geplaveide binnen
plaats te land gekomen. Ik dacht nooit, dat
ik den last op myn rug door het raam zou
krijgen. Maar eindeiyk gelukte het my, eu
Byme en ik waren veilig in myne kamer
aangekomou.
Gelukkig voor ons, had het opgehouden
met regenen. Ik was even doornat als te voren,
maar Byrne was droog, behalve daar, waar
by met myn kleeren in aanraking was ge
komen. Er viel geen tUd te verliezen. Ik deed
Byrne een ja3 en een paar oude schoeuen
van my aan. Een oude vilten hoed voltooide
zyn uitrusting.
Toen dit klaar was, besloot ik geen minuut
te verliezen, en hem in myne armen nemend,
droeg ik hem naar beneden. De voordeur was
toe en gegrendeld, en toen ik leven maakte
by het ontgrendelen, kwam er iemand op
het portaal en een vrouwenstem riep schel:
Wie is er beneden? Wat doet gy?
Ik ben het I riep ik. Ik ga naar myn werk.
Gaat gy reeds om drie uren in den
ochtend aan het werk? riep de stem.
Ja, om drie uren 's morgens I riep ik.
Intusschen had ik de grendels losgekregen
en giDg ik er uit, de deur hard achter my
toe slaande. Het kon my niets schelen, wat
myn hospita er van dacht. Op straat was
alles stil. Ik liep langs Belvedère-Road, terwyl
ik Jasper Byrne droeg. Hy was niet zwaar
en moer dood dan levend. Op den hoek van
Westminster-Road hoordo ik den stevigen,
vasten tred van een politie agent achter my
aankomen, en na een oogenblikje zag ik hem.
Hy zeide met schitterende oogen tegen my:
Wat gaat gy met dien man doen?
Het is een arme vriend van my, die
stervende is, hsrnam ik, en ik wil probeeren,
of ik hem ook in een hospitaal kan krygen.
Het volle licht viel voor eenige seconden
op Jasper Byrne's gezicht.
Hy ziet er akelig uit, zeide de politie
agent op zacbten toon. Hy ziet er uit, alsof
eon hospitaal hem niet veel meer helpen zal.
Maar ze zullen hem op dit uur van den nacht
niet opnemen.
Ik denk van wel, hernam ik. In „Free
Hospital" in Grey Inn's Road zullen ze hem
wel opnemen; als ik nu maar een huur-
rytuig vond.
De agent zag my mot zyne doordringende
oogen onderzoekend aan.
Ga dan door, zeide hy, en ik hoop
dat gy slagen zult; maar wacht oven, voegde
hy er by, ik wil je naam wel eens weten.
George Grant, hernam ik Belvedère
Roai 212.
De politie agent liet zyn lantaarntje weer
over my heendwalen en teekende mijn naam
en woonplaats, in zyn zakboekje aan.
Loop hard, zeide hy. Hoe eerder oen
dokter je vriend ziet, des te beter voor hem.
Op Wostminster-bridge kreeg ik een ellendig
buurrytuig, en de drie shilling, die ik be
loofde, waren voldoende om verzekerd te zyn
van eene goede behandeling.
Ik zal niet gauw het gericht van juffrouw
Rooney vergeten, toon zy, nadat ik gebeld
en op de deur gebonsd had, alsof liet hui
in brand stond, my de deur opende. De good
vrouw schreeuwde het haast uit.
Is het meneer Byrne, zeide zy, of is hot
zyn geest? Lieve Hemel I hy is toch niet dood?
Neen, hy ia niet dood, zeide ik, man
als wy hem niet spoedig zien by te brengen
kon het wel eens gobeuren.
Arme meneer Byrne 1 jammerde juffrouw
Rooney, toen ik hem boven en te bed ge
bracht bad.
Wat hebben die schurken met hem go
daan En wat hebt gff gedaan, meneer Grant
Gy ziet er uit, alsof u de straat hadt aan
geveegd.
Haal zoo gauw als je kunt een sterken
kop koffie, zeide ik tot juffrouw Rooney.
Zy keek my een oogenblik verbaasd aan.
Vlug, zoide ik, alsof je leven er van
afhing.
Ik stak een kaars aan Byrne lag als eon
blok in bed. Maar eene flauwe ademhaling
bewees, dat hy nog leefdo. Zyn gezicht was
doodsbleek, zyne lippen blauw en zyne oogen
waren gesloten. Dat hij aan vergiftiging door
nicotine leed, was buiten twyiel, maai ik
voor mij meende, dat hy daar niet alleen aan
leed. De zwakte van zyn pols, de afwezigheid
van alle uitwaseming en het c-ffect van het
fliuwe licht van myne kaars op de oogappels
deden mu vermoeden, dat bior een ander
vergif, waarscbynlyk oen metaalhoudend ver
gif, de hoofdoorzaak was.
Wordtvervolgd.)