N°. 10733.
A0. 1895.
<£leze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweedc Blad.
PERSOVERZICHT.
Maandag: IS Februari.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COTTRANT:
Voor Leidon per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers B 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
üit F r 1 e e 1 a n d wordt aan de Nieuwe
Jtotterrtamschc Courant geschreven:
Afgezien *an alle hardrijderijen,
hetzy op lange of korte baan, is or geen
tweede volk, dat zoo op het Ijs vertrouwd,
zoo met het ys eigen ia als het Fnesche
Tolk. Men zou zelfs de vraag kuünen opwerpen,
of de natuur geen groveü flater beeft begaan
door dit volk In Friesland, en niet in Lapland
of Spitsbergen te plaatsen. Komt eenmaal de
fjsperiode, waarmede de heeren goologeu ons
den schrik op het lyf zoeken te jagen, dan
zal dit voor de overgroote meerderheid der
aardbewoners zeker een zeer oncomfortabele
historie zjjn, doch Friezen en Ijsberen zullen
zich dan eerst recht lekker gevoelen en meenen
dat nu toch eindelijk het duizendjarige rfjk
is aangebroken.
De Fries op het (Js is een geheel ander
wezen dan de Fries op het land, en wie hem
van syn gunstigste zijde wil leeren kennen,
moet hem op zijn element aantreffen. 110 is
stug en niet toescbietelyk, heet het over het
algemeen. Nu, als ieder zegt dat men een
varken is, moet men het hok in. Daar valt
niet aan te doen, en daar willen we dan ook
maar Diet verder over praten. Toegegeven
dus: hy is stug en niet toeschietelijk. Maar
dan toch slechts alleen op het land. Want
■«eeft by de schaatsen aan en voelt by het
1s onder zich, dan is van stugheid of gebrek
san toescbietelykheid geen sprake meer; dan
wordt hy een meegaand, gezellig, conversabel
wezen, dan houdt hy van een kwinkslag,
van gulle scherts en vrootyken kout. De Fries
ie, nu, laat ons maar zeggen, erg zuinig, zoo
althans wordt beweerd. We gevon het toe,
hij gooit in den regel zyn geld niet over
den balk!
.Maar op schaatsen? Dan schynt het harde
Ijs niet alleen zyn koel droog, maar ook zyn
bart week te maken, en tenters, baanvegers
en brugwippors verdienen oen flink dagloon.
De Fries Doch waartoe meer? De Fries
op het ijs is eenvoudig de Fries op zyn
Zondagech, de Fries, die de goede, degelyke
kern van zyn volkskarakter vertoont, ontdaan
van den wel eens ietwat ruwen bolster.
Ook de samenleving wordt een andere,
zoodra vorst Thialf den schepter zwaait.
Wat kunnen we anders klagen en steunen
over de sociale toestanden! Doch ligt
bet ijs maar in onze vaarten, dan verstommen
de klachten, dan dartelen we voort als onna
denkende kinderen en laten violen zorgen.
Wat kunnen we mopperen over onze ge
meente-lasten! Maar staan we op schaat
sen, dan scbynen ze ons veel minder to druk
ken, en wy glyden de belastingkantoren
voorby mot een glimlach, alsof we ze nimmer
meer behoefden te betreden.
Wat kunnen we kakelen onder olkander
over do wyze, waarop land, gewest en
gemeente behooren te wordor. bestuurd,—
want dat is juist een zaak, waarvan wy,
Friezen, allen zonder uitzondering, ontzagiyk
veel verstand hebben. Maar op het ys zwygt
elke twist, daar draaien en dwarrelen radicalen,
liberalen, anti-revolutionnairen, socialen broe
der! yk door elkaar, on we knikken elkander
toe, alsof we zeggen wilden„Zoo Is het
tocli eigenlijk beter!" Of misscluen ook betee-
kent die hoofdknik: „Straks halen we onze
schade wel weer in." Nu, dat doen we dan ook I
Uit de verslagen der examen-commissiên
hec-lt de Arnhemsche Courant de conclusie
geput, dat geringschatting of althans
achterstelling van do moedertaal
en hare letterkunde by hetonderwys
ln Nederland ie waar te nemen.
„In plaats van de kennis en do studie van
de moodertasl te eeren en te beschouwen als
het allereerste vak van wetenschap, gelijk
aan een klein voik mot groot verleden en
eene ryke letterkunde betaamt, wordt dit vak
op den achtergrond geschoven en wointg ge
acht; wanneer de candidaat ondervryzsr of de
oi Jorwezene maar met de cijfers goed over-
weg kan, dan mag hy gerust een brekebeen
zyn in de letteren."
Deze onbevredigende toestand is de schuld
van de geheelo natie, meent de Amh. Ct.
De grove verwaarloozlng van de moedertaal
in woord en geschrift is oen volkszonde, hier
te lande meer uitgebreid en dieper ingewor
teld dan in esnig ander land, en wei onder
hen, die z ch beschaafd en ontwikkeld noemen.
Hat blad legt er dec n '.druk op, dat onze
landgsnooten, de studie onzer taal en letter
kunde voor andere vakken van kennis en
wetenschap verwa„rloozonde, ontrouw zyn i
aan onze voorvaderen, did ons bo^on de
herinnering aan een groote volkskracht, ook
eene rijke literatuur hebben achtergelaten,
wier producten slechts bij weinig buitenland-
sche lettervruchten achterstaan.
De Tijd acht het voorloopig ontwerp van
schoolwetswijziging van ds „Unie"-
com missie, waarmede onze lozers door 018
blad zyn bekond geworden, in stoutheid van
opvatting en in strengo doorvoering van het
beginsel van rechtsgelykbeid een plan, dat
moeilyk zyn woargads zal aantreffen. Do aan
neming en invoering van hot ontwikkelde
stelsel zoudon, gelooft hot blad, in zyn ge
volgen met eene maatschappelyke hervorming
gelyk staan.
Voel is er In, dat De Tijd begeerlijk voor-
komt. Maar de Red. meent er op te moeten
wyzen, dat het plan - zoo het ooit tot uit
voering kwam - finantiéel groote gevolgen
zou hebben.
Het getal kinderen, dlo de lagere school
bezoeken, bedraagt in Nederland ongeveer
700,000. Rekent mon, dat, na aftrok van
schoolgelden, per hoofd; iets meor dan f 20
ten laste van het Ryk zou komen, - wat
eerder to weinig dan to veel mag worden
genoemd, - dan zou dit voor hot Ryk een
uitgave van minstens vyftien mi 11 loon
en na aftrek van do uitgaven voor het lager
onderwys, welke thans ten koste van het
Ryk komen, van minstens tien miUioen
ten gevolge hebben.
En al neemt De Tijd aan, dat het nog
geruimen tyd kan duren vóór da denkboeldbn
van het rapport in een wetsontwerp belichaamd
worden - toch zou hot zeer wel kunnen zyn
dat reeds van nu af dezo zolfde denkbeelden'
invloed gingen oefenon op onze algemeens
politiek.
„Wy leefden do laatste jaren, zogt hot blad
ten slotte, ten aanzien van het oude wysvraa»-
etuk in een tydvak van wapenstilstand
„Uitgestreden is ds kamp nog volstrekt
met. De vraag is allooi, maar wanneer en
op wolk terrein by zal hervat worden."
Hot Handelsblad geeft onder het opschrift
„de geheels hand" eene analyse van list
rapport dor „Ume"commi8sie voor do school-
wetswyziging. Dit blad zogt er van:
Dit stelsel komt dus ten slotte neder od
een bevordering van zooveel mogoliik
gesplitste party- en sektescholen
0ni^8Ol^OOltJOa' ro0a'8 r66d3 veert'fJ jaren
geleden de hoor Van Roenen wildo Invoeren
Niet alleen een uiterst duur stolsel, daar de
Staat voor ie dar, die een eigen school of
schooltje wil tot stand brengen, den sleutel
der schatkist beschikbaar stolt, maar ook
eon uiterst bedenkelyk stolsel, omdat hot ds
kmderen der burgery van olkandor vervreemdt
De minister Van Houten hsoft dan ook
op 14 December terecht gezegd, dat men
hier te doen hooft „met een oude bekande,
de Staatsgezindte-school, alleen met
dit ondorachoid, dat vroeger die school zou
berusten op de indeeliug in geziudten door
den Staat, terwyi hier ds Staat mot zyn beurs
alle vanat.ön en evolutiün, alle groepoeiingon
splitsingen on hereomgmgen zou mostan vol
gen van alle richtingen in de maatschappy.
De Slaat zal er altyd mot geopende beurs by
moeten staan." J
Geen wonder, dat de minister daartegen
nogal bozwaren had uit hot oogpunt van de
Staatsfinanciën. Hy wees er op, dat in katho
lieke streken roods nu de openbare school,
enkel door Katholieken bezocht, min of meer
heeft van oen gezindteschool.
„Maar hoe men het zou moeten doen bij
twee andere groote afdeel,ngen der bevolking
by dogenen, die zich aan de Herv.Kork heb
ben onttrokken, en by hen die bohooren tot
do richting, die zich de aociaal-democratische
noemt, hoe men do oiiophoudelyko verande
ringen in die richtingen telkens met hst
schoolwezen zou volgen, schynt my niet alleen
flnantissl, maar ook practisch een tamelijk
onoplosbaar probleem."
Zoo zullen wel nog een tyd lang ds msesten
L. irJT 6n daar°m ^loeven wy niet
dat de toeisg om nu één vinger is vorkrogec,
de geheole hand te grypon, in 't eerst vee!
kaüs van slagen hoeft.
Het byzonder onderwys heeft in 1889 ge-
Staae,s"uTpar0mP|thet aan8praak mocht
staatshulp, mits T00r d
oemgingsecholen - ,oed in f! 0r
althans f ln de toekomst
althans! - d,e zichzelf niet kunnen be
druipen. Maar gehandhaafd ia het openbaar
Grondwet T ZTOlan« art. mZ
fis rel, t fm°et di0 °pMbara «hooi
o f b,Ü?en' De '^cnjeerio
'alt t WÜ3 d'6n8'baar maakt
aan „alle Cbneteiyke en maatechapp-lyko
dnutfclHn", zal nog zeor lang een onmisbare
behoefte blijven voor het Nederlandsche volk.
OngetwUfeld, zegt Hel Centrumheeft het
Handelsblad gelijk met hetgeen de „Unie"-
commissie wenscht te betitelen als „de ge
heelo hand". Dat „de meesten" er echter
langer tyd over zollon blijven denken dan
het Handelsblad en de heer Van Houten ge-
looven wy met. Het Is ztlfs zeer de vraag,
of de meeste Nederlanders er op ditoogen
blik met juist zoo over donken als de „Unie".
Indien straks eens het geheele volk zyn
politieken invloed heeft verkregen, zal men
kunnen beproeven, of zjj, die niet opzien tegon
hot geven van „de geheele hand", indien
daardoor do meest strikte rechtvaardigheid
wordt betracht, gobn gelyk kuonon krygen
en of het stelsel der „Unie" inderdaad prac
tisch en flnantiëel zoo onoplosbaar is al8 men
thans voorwendt. Wy bobben diezelfde „argu
menten" eon halve gouw hooren bezigen tegen
„het geven van den vinger". Maar nu ook
hebben dergelyke boemannen veel van hun
angstwekkondheid verloren.
Snel r e c h t. De laat3te jaren is van
alle kanten aangedrongen op een snellere
rechtspleging, vooral op een zeer kort
recht by kleinere strafzaken. De Minister van
Justitie btloufde een onderzoek in te stellen
naar do mogelijkheid van een bespoediging
der berechting van strafzaken door den kanton
rechter, waarvoor wetsvoorstellen gereed zyn
en dus spoedig verwacht mogen worden.
De Nieuwe Rotter da,mxhc Courant juicht die
belofte toe, want daardoor zullen vele klachten
weggenomen worden en de eerbied voor het
gezag zal vermeerderen. Vooral zal de ver
betering merkbaar zyn in de berechting van
kleino mishandelingen, beleedigingen en woder-
spannigheden, die nu voor de rechtbanken
behandeld worden, on doimenigte overtredingen,
waarover de kantonrochter vonnis velt.
Dat do Minister reeds met een uitgewerkt
ontwerp aankomt, geeft aanleiding tot de
onderstelling, dat zijn ambtsvoorganger het
ontwerp byna voltooid heoft. Spoedige indie
ning is nu alles, wat verlangd mag wordeD.
Wijzende op het voorbeeld van Engoland,
spreekt do N. R. Ct. er haar ingenomenheid
over uit, dat de heer Van der Kaay zyn ont
werp omschryft als oen, „strekkende tot be-
spoodiging van oen berechting van strafzaken
en tot bevordering van de betaling
van geldboeten", daar deze onderwerpen
by olkaar bohooren.
Het enten van hot stelsel der Engelsche
police-courts op onze wetgeving zal zyn
eigenaardige moeilykheden hebben, zooals de
N. R. Ct. met een voorbeeld aantoont, maar
wy zyn toch nader gekomen tot de zoo lang
gewenschto oplossing van een voor het open
baar gezag en voor de indlvidueele rechten der
burgers belaDgryk vraagstuk.
„Dr. Justus" zegt in oen ingezonden stuk
in het Handelsblad met verbazing de missive
te hebben gelezen, door don Minister van
Blnnenlandsche Zaken aan Ged. Staten der
provinciën gericht, n. a. van een bericht van
de inspecteurs van het Staatstoezicht op krank
zinnigen, in welk bericht gezegd wordt, dat
nog altyd in verschillende krank
zinnigengestichten, dikwyis zelfs
eigenmachtig door de verplegers, patiënten
aan handen en voeten gobonden en som
wijlen bovendien aan de kribben worden
vastgesnoerd.
Alleen dr. Van der Chys, lste geneesheer
aan het gesticht to Zutfon, kwam op tegen
deze aantyging, waarvoor natuuriyk niet de
Minister aansprakeiyk is, maar de inspecteurs,
die den Minister bericht hebben.
Wat staat thans te doen?
lo. Alle hoofden van krankzinnigengestichten
moeten het voorbeeld van dr. Van der Chys
volgen en zich zuiveren van de op hen ge
worpen blaam.
2o. Blyfc er nog twijfel of er inrichtingen
zyn, die verdacht worden vau inhumane
zi9konbehandeling, dan is nieuw onderzoek
noodzakelijk.
3o. Komen werkoiyk mishandelingen aan
het licht, dan behooran die gestraft langs
wettigen weg.
4o. Blykt het rapport te berusten op onvol
ledig en verkeerd geappreciëerde gegevens,
dat dan ook de naam der Nederlandsche
krankzinnigengestichten worde gerehabili
teerd door den Minister, die door een ambte
naar op oen dwaalspoor werd gebracht. Zóó
worde het geschokte vertrouwen van hen,
die er betrekkingen in hebben, hersteld I
Onder het opschrift Onze Veeboeren
lazen wy in de Nieuwe Delftsche Courant het
volgende, d<it we, ai maakt het van ons
Overzicht ditmaal een byzonder uitgeb-eide
ruhriek, toch meenden onder de aandacht
01 zer lezers te moeten brengen. Velen hunner
zullen het 0. i. mot belangatolling lezen!
Daar is een aardig sprookje, door pator Van
Meurs berymd Een reuzendochter ging eens
uit. wandelen Zy bewoonde de hoogo bergen.
Van daar naar beneden was slechts één schrede.
Aan den voet des bergs gekomen, ziet zy een
boer, die met twee ossen aan het ploegen is.
Heel leuk pakt zy dat „boeltje" in haar schort
en loopt er mee naar huis. Wat was het kind
bly! Vroolyk riep ze tegen papa Reus: „Zie
oens, wat heeriyk speelgoed ik gevonden heb!"
Maar deze gromde geweldig: „Toe, Jet, zet
voor den drommel alles weer op zyn plaats.
Wnnt denk wol, meid, als dat volkje niet
ploegt en zaait en egt, dan vallen wy, reuzen,
spoedig van de graat."
Er ware naar aanleiding van dit sprookje
nogal het oen en ander te zoggen voor be
schermende rechten by den invoer van granen
al zou een „Liberalo Unie" er zich aan erge
ren, we zouden gaarne daar nog een tweede
lans voor breken. Voor ditmaal willen wy ons
bepalen tot een beschouwing van den achter
uitgang onzer veeboeren. Of dan onze zuivel-
boeren workeiyk reden tot klagen hebben?
Naar onze bescheiden meaningja. De vrucht
bare j tren zyn al eenigen tyd achter den rug,
on of zy in de naaste toekomst nog wel zullen
terugkoeren, is een vraag, die wy wel gaarne
bevestigend zouden willen beantwoorden.
Laten wy eons tot de oorzaken opklimmen!
Door sommigen wordt als eersto en voor
naamste oorzaak genoemd: bovenmatige
weelde in onzon boerenstand, ten minste by
velen.
Is dit zoo? Hst is waar, do tydon zyn
voorbfl, dat in deze strokon bijv. do mestkar
bastompold werd mot den naam van kork-
wagen. Men rood toch, oon veertig of vyfijg
jaar terug, met dit voertuig ter kerke; en
wat nu een beetje is, rijdt mot den kapwagon.
Hot is waar, de tijden zyn voorbij, dat alios
op zjjn zuinigst tosging en voor den ouden
dag een aardige „aap" in de traditioneele
oude kousen geborgen zat. Maar bet is toch
niet te verwachten dat do boer geheel onbesmet
tal blijven, waar de geheele wereld ln avo-
rechtsche spaarzaamheid on in weeldezucht een
schrede voorwaarts godaan heeft? Daar ware
over de weeldezucht en de jacht naar genot
wel iota te zeggen, maar voorloopig valt enkel
het feit te constatoorende ouderwetsc'uo
zuinigheid en spaarzaamheid, loffeiyker gedach
tenis, zijn by velen gevloden. En als weelde
zucht en jaebt naar genot op den stedeling
regenen, druppelen zy op den boer.
Een tweede oorzaak vinden wy in de sterke
daling dor botorpryzon. Twintig, dertig jaren
geledon maakto de boer byna tweemaal zoo
veel voor z(jn boter als thans. Echte natuur
boter, oerste qualiteit Delfteche graeboter,
die in dezo etreken veelvuldig „gebouwd"
wordt, er is goen vraag byna moor naar
Zeer tot schade van den boer, zooals te be
gapen is.
Een darde oorzaak moet genoemd worden
de zwaarte van het juk, hun door den fiscus
op do schouders gelogd. Do hoor Waldeck
van Loosduinon, hooft eenige woken geleden,'
naar aanleiding van den hevigen storm, dié
op Zaterdag 22 Dec. jl. hot water byna tot.
aan de kruin van don Maasdyk joeg, betoogd
dat hot een onbiUykheid is, alleen den boer
en den tuinman te laten betalen voor hot
onderhoud van dykon en verdere waterkee-
ringen. En dat terwyi allen belang hebben
by den goeden etaat er van. „Wion water
deert, dlo water keert", zegt het oude spreek
woord. Maar dan ook niet alle lasten op de
schouders van onze landbouwers, veeboeren
en tuinlieden gelegd! Dat is toch niet com m e
il fa ut.
Alsof de overigo laslen voor den boerenstand
nog niet drukkend genoeg waren I Mon staat
werkelyk verbaasd, als de bouwman eens zyn
belastingbiljetten toont: personoele boiasting-
gemeentelastenvermogensbelasting, indien hy
ten minste nog 13,000 guldon onverzwaard
zyn eigendom kan noemenpolderlastensluis-
geld, onz.
„Maar, Jet", bromt vader Reus, „zet dat
boelije oens gauw op zyn plaats, want wy
reuzen vallen van de graat, als het volkje
met ploegt en zwoegt en egt."
Het is inderdaad waar: ais het den boor
goed gaat, heeft de burger geen krimp. Of
hot hem goed gaat? In veel gevallen niet,
want daar 13 oen vierde oorzaak: Wie koopt
er tegenwoordig nog Portugeozen et tutti
quanti? Niemand zal zoo mal moer züii.
Een derde van den interest te ontvangen
waarop men reebt heeft, wie bedankt er niet'
vriondelyk voor? Maar man moet zyn geld
toch plaatsent
Daar is een erfeni-je losg-komen van zoo'n
zestig, zeventig duizend gulden. Wat zal de
erfgemam er mee doen? Wat Amerikaansche
of Russische epoorlj-s koopen? Hy is w(Jzer.
Hy kuupt een boerenwoning met de bybe-
hoerende bunders land. H.t land mag eens
onderloopen, zeggen de buitenmenschen, bet
komt toch wel weer boven. En dan komt de
concurrent») by den koop 011 by de verhuring.
Men wil men moet koopen; men wil, men
moet huren. Is het wonder, dat er jaren
8 ,niet op z,cbzelf «imnde, maar periodiek
terugkeeronde, dat er vyf a zeshonderd gulden
„ingebrokkeld" wordt? Is het wonder, dat
velen op circa vyftigjarigen leeftijd de boerderij
er aan geven en sul gaan leven? Waren zy
voortgegaan met de „bouwery," over tien
jaren hadden zy wellicht als arbeiders moeten
gaan werkon.
Dit alles wyst op ongezonde toestandon,
die met mogen, niet kunnen blyven bestaan.
Naar onze meening moet er feta gedaan
worden, om do opbeuring van den boeren
stand (we hebben, zooala we reeds zeiden
heden meer byzonder onze veeboeren op bet
oog) to bevorderen. Vermindering van lasten
speciaal polderlasten en eluisgelden, zou al
een groote schrede in do goede richting zyn.
Wy lazen dezer dagen in een goed go-
schreven artikel van den heer Z. M. De Boer
to Britawerd, 0. m. het volgende:
„Hoe nu (is) verbetering (in den toestand
dor boeren) aan te brengen?... In do eorsto
plaats zou ik tusscbenpersonen, zaakgelas
tigden, staande tusscbon den boer en zyn
landbeor, aan kant willen hobbon. Dat leidt
zoo licht tot opdryving van do pacht. Hot
spreekt Immers vanzelf, waar de zaakge
lastigde do inkomsten van den landheer woet
te verhoogen, daar stygt hy by dezen in
vertrouwen en guost, en zal naar evenredig,
heid daarvan ook betor worden betaald
Wordt by porcentsgewyza beloond voor vin
bemoeiingen, dan ligt hot ook voor de hand
dat hy er belang by hoeft, dat de landóryen
zoo hoog mogelyk worden vorhuurd. Dalen
deze daardoor op den duur in werkolyke
waarde, dat gaat niot hem, maar alleen den
landheer aan.
„Met die tusschenperaonon mogen dan ook
de veel te dure huurcontracton vordwynen.
Het verschuldigde zegelrecht voor hot vor-
huren van een plaats voor den tyd van
vyf jaren, jaarlykscbe huursom byv. ƒ3000
bedraagt, naar ik meen, de aom van 25 00
en de huurder - want dit wordt hom in hot
pachtcontract opgelegd - moet meormalon
voor zyn huurcontract ovor de 100 betalen.
„In do tweedo plaats zou ik willen in elke
soort gelyk s omgeving: oen bepaalde commissie
vau solide, deskundige personen, door do
verschillende Gemeentebesturen beooemd en
van Rykawege bezoldigd, dus beèedigde ryks-
ambtenaren, bepaald voor dit doel aangesteld,
mot do opdracht de verschillende landerijen'
die ter verhuring worden aangeboden, naar
haar waardo to taxoeron. Die commissie maakt
vervolgens, in overlog met den grondbezitter,
het huurcontract op, waarin dan ook bepalin
gen, die in hot werkelyk belang van don grond
bezitter, don boer en den veldarboidor strekken
on daarmede ook tot hoil van don Staat'
moeten worden opgenomen."
Onfeilbaarl - Iemand schryft
aan de „N. R. O.":
Do barometer hoeft my in den laatston tyd
herhaaldeiyk parten gespeeld. Hy voorspelde
verariderlyk weer en zelden hadden we zoo
lang standvastig weer; by woes storm aan,
torwyl oen volkomen windstilto intrad Mijn
vertrouwen in het kwik heb ik dan ook go-
hoe! verloron. Na lang zoeken heb ik eimle-
lük oen onfeiibaron weeraanwyzor gevonden.
Hy bestaat eenvoudig uit een strik van touw
dien Ik in myn tuin aan een boom heb opge
hangen. Hy wyst als volgt aan
Schoon weer - als hy droog is en stil hangt.
Rogsn - wanneer de strik nat is.
Veranderlyk - wanneer hy nu oens nat,
dan weur droog ia.
Wind - wanneer hy heen en weor bongelt.
Vorst wannoer hy bovroren is.
Er is gemeld dat een bakker te
Antwerpen in zyn kelder eene vondst had
gedaan van byna een half millioen aan oude
goudstukken. De bakker maakt nu bekend,
dat do gevonden som ton hoogste 1200 fr!
kan bedragen, waarvan hy do helft aan jii
metselaar heeft gegevon. Do politie v. kt
dien werkman. De bakker zal waarscliyulyk
nog met het gerecht af te rekenen hebben,
omdat hy niet, zooals do wet bet voreischt,
de zaak aan de politie bekend maakte, dia
wil dat in zuiko gevallen een derde aan den
eigenaar, een derde aan don vinder cu oen
derde aan den Staat tookomt.