N°. 10733. A0. 1895. <£leze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweedc Blad. PERSOVERZICHT. Maandag: IS Februari. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COTTRANT: Voor Leidon per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers B 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. üit F r 1 e e 1 a n d wordt aan de Nieuwe Jtotterrtamschc Courant geschreven: Afgezien *an alle hardrijderijen, hetzy op lange of korte baan, is or geen tweede volk, dat zoo op het Ijs vertrouwd, zoo met het ys eigen ia als het Fnesche Tolk. Men zou zelfs de vraag kuünen opwerpen, of de natuur geen groveü flater beeft begaan door dit volk In Friesland, en niet in Lapland of Spitsbergen te plaatsen. Komt eenmaal de fjsperiode, waarmede de heeren goologeu ons den schrik op het lyf zoeken te jagen, dan zal dit voor de overgroote meerderheid der aardbewoners zeker een zeer oncomfortabele historie zjjn, doch Friezen en Ijsberen zullen zich dan eerst recht lekker gevoelen en meenen dat nu toch eindelijk het duizendjarige rfjk is aangebroken. De Fries op het (Js is een geheel ander wezen dan de Fries op het land, en wie hem van syn gunstigste zijde wil leeren kennen, moet hem op zijn element aantreffen. 110 is stug en niet toescbietelyk, heet het over het algemeen. Nu, als ieder zegt dat men een varken is, moet men het hok in. Daar valt niet aan te doen, en daar willen we dan ook maar Diet verder over praten. Toegegeven dus: hy is stug en niet toeschietelijk. Maar dan toch slechts alleen op het land. Want ■«eeft by de schaatsen aan en voelt by het 1s onder zich, dan is van stugheid of gebrek san toescbietelykheid geen sprake meer; dan wordt hy een meegaand, gezellig, conversabel wezen, dan houdt hy van een kwinkslag, van gulle scherts en vrootyken kout. De Fries ie, nu, laat ons maar zeggen, erg zuinig, zoo althans wordt beweerd. We gevon het toe, hij gooit in den regel zyn geld niet over den balk! .Maar op schaatsen? Dan schynt het harde Ijs niet alleen zyn koel droog, maar ook zyn bart week te maken, en tenters, baanvegers en brugwippors verdienen oen flink dagloon. De Fries Doch waartoe meer? De Fries op het ijs is eenvoudig de Fries op zyn Zondagech, de Fries, die de goede, degelyke kern van zyn volkskarakter vertoont, ontdaan van den wel eens ietwat ruwen bolster. Ook de samenleving wordt een andere, zoodra vorst Thialf den schepter zwaait. Wat kunnen we anders klagen en steunen over de sociale toestanden! Doch ligt bet ijs maar in onze vaarten, dan verstommen de klachten, dan dartelen we voort als onna denkende kinderen en laten violen zorgen. Wat kunnen we mopperen over onze ge meente-lasten! Maar staan we op schaat sen, dan scbynen ze ons veel minder to druk ken, en wy glyden de belastingkantoren voorby mot een glimlach, alsof we ze nimmer meer behoefden te betreden. Wat kunnen we kakelen onder olkander over do wyze, waarop land, gewest en gemeente behooren te wordor. bestuurd,— want dat is juist een zaak, waarvan wy, Friezen, allen zonder uitzondering, ontzagiyk veel verstand hebben. Maar op het ys zwygt elke twist, daar draaien en dwarrelen radicalen, liberalen, anti-revolutionnairen, socialen broe der! yk door elkaar, on we knikken elkander toe, alsof we zeggen wilden„Zoo Is het tocli eigenlijk beter!" Of misscluen ook betee- kent die hoofdknik: „Straks halen we onze schade wel weer in." Nu, dat doen we dan ook I Uit de verslagen der examen-commissiên hec-lt de Arnhemsche Courant de conclusie geput, dat geringschatting of althans achterstelling van do moedertaal en hare letterkunde by hetonderwys ln Nederland ie waar te nemen. „In plaats van de kennis en do studie van de moodertasl te eeren en te beschouwen als het allereerste vak van wetenschap, gelijk aan een klein voik mot groot verleden en eene ryke letterkunde betaamt, wordt dit vak op den achtergrond geschoven en wointg ge acht; wanneer de candidaat ondervryzsr of de oi Jorwezene maar met de cijfers goed over- weg kan, dan mag hy gerust een brekebeen zyn in de letteren." Deze onbevredigende toestand is de schuld van de geheelo natie, meent de Amh. Ct. De grove verwaarloozlng van de moedertaal in woord en geschrift is oen volkszonde, hier te lande meer uitgebreid en dieper ingewor teld dan in esnig ander land, en wei onder hen, die z ch beschaafd en ontwikkeld noemen. Hat blad legt er dec n '.druk op, dat onze landgsnooten, de studie onzer taal en letter kunde voor andere vakken van kennis en wetenschap verwa„rloozonde, ontrouw zyn i aan onze voorvaderen, did ons bo^on de herinnering aan een groote volkskracht, ook eene rijke literatuur hebben achtergelaten, wier producten slechts bij weinig buitenland- sche lettervruchten achterstaan. De Tijd acht het voorloopig ontwerp van schoolwetswijziging van ds „Unie"- com missie, waarmede onze lozers door 018 blad zyn bekond geworden, in stoutheid van opvatting en in strengo doorvoering van het beginsel van rechtsgelykbeid een plan, dat moeilyk zyn woargads zal aantreffen. Do aan neming en invoering van hot ontwikkelde stelsel zoudon, gelooft hot blad, in zyn ge volgen met eene maatschappelyke hervorming gelyk staan. Voel is er In, dat De Tijd begeerlijk voor- komt. Maar de Red. meent er op te moeten wyzen, dat het plan - zoo het ooit tot uit voering kwam - finantiéel groote gevolgen zou hebben. Het getal kinderen, dlo de lagere school bezoeken, bedraagt in Nederland ongeveer 700,000. Rekent mon, dat, na aftrok van schoolgelden, per hoofd; iets meor dan f 20 ten laste van het Ryk zou komen, - wat eerder to weinig dan to veel mag worden genoemd, - dan zou dit voor hot Ryk een uitgave van minstens vyftien mi 11 loon en na aftrek van do uitgaven voor het lager onderwys, welke thans ten koste van het Ryk komen, van minstens tien miUioen ten gevolge hebben. En al neemt De Tijd aan, dat het nog geruimen tyd kan duren vóór da denkboeldbn van het rapport in een wetsontwerp belichaamd worden - toch zou hot zeer wel kunnen zyn dat reeds van nu af dezo zolfde denkbeelden' invloed gingen oefenon op onze algemeens politiek. „Wy leefden do laatste jaren, zogt hot blad ten slotte, ten aanzien van het oude wysvraa»- etuk in een tydvak van wapenstilstand „Uitgestreden is ds kamp nog volstrekt met. De vraag is allooi, maar wanneer en op wolk terrein by zal hervat worden." Hot Handelsblad geeft onder het opschrift „de geheels hand" eene analyse van list rapport dor „Ume"commi8sie voor do school- wetswyziging. Dit blad zogt er van: Dit stelsel komt dus ten slotte neder od een bevordering van zooveel mogoliik gesplitste party- en sektescholen 0ni^8Ol^OOltJOa' ro0a'8 r66d3 veert'fJ jaren geleden de hoor Van Roenen wildo Invoeren Niet alleen een uiterst duur stolsel, daar de Staat voor ie dar, die een eigen school of schooltje wil tot stand brengen, den sleutel der schatkist beschikbaar stolt, maar ook eon uiterst bedenkelyk stolsel, omdat hot ds kmderen der burgery van olkandor vervreemdt De minister Van Houten hsoft dan ook op 14 December terecht gezegd, dat men hier te doen hooft „met een oude bekande, de Staatsgezindte-school, alleen met dit ondorachoid, dat vroeger die school zou berusten op de indeeliug in geziudten door den Staat, terwyi hier ds Staat mot zyn beurs alle vanat.ön en evolutiün, alle groepoeiingon splitsingen on hereomgmgen zou mostan vol gen van alle richtingen in de maatschappy. De Slaat zal er altyd mot geopende beurs by moeten staan." J Geen wonder, dat de minister daartegen nogal bozwaren had uit hot oogpunt van de Staatsfinanciën. Hy wees er op, dat in katho lieke streken roods nu de openbare school, enkel door Katholieken bezocht, min of meer heeft van oen gezindteschool. „Maar hoe men het zou moeten doen bij twee andere groote afdeel,ngen der bevolking by dogenen, die zich aan de Herv.Kork heb ben onttrokken, en by hen die bohooren tot do richting, die zich de aociaal-democratische noemt, hoe men do oiiophoudelyko verande ringen in die richtingen telkens met hst schoolwezen zou volgen, schynt my niet alleen flnantissl, maar ook practisch een tamelijk onoplosbaar probleem." Zoo zullen wel nog een tyd lang ds msesten L. irJT 6n daar°m ^loeven wy niet dat de toeisg om nu één vinger is vorkrogec, de geheole hand te grypon, in 't eerst vee! kaüs van slagen hoeft. Het byzonder onderwys heeft in 1889 ge- Staae,s"uTpar0mP|thet aan8praak mocht staatshulp, mits T00r d oemgingsecholen - ,oed in f! 0r althans f ln de toekomst althans! - d,e zichzelf niet kunnen be druipen. Maar gehandhaafd ia het openbaar Grondwet T ZTOlan« art. mZ fis rel, t fm°et di0 °pMbara «hooi o f b,Ü?en' De '^cnjeerio 'alt t WÜ3 d'6n8'baar maakt aan „alle Cbneteiyke en maatechapp-lyko dnutfclHn", zal nog zeor lang een onmisbare behoefte blijven voor het Nederlandsche volk. OngetwUfeld, zegt Hel Centrumheeft het Handelsblad gelijk met hetgeen de „Unie"- commissie wenscht te betitelen als „de ge heelo hand". Dat „de meesten" er echter langer tyd over zollon blijven denken dan het Handelsblad en de heer Van Houten ge- looven wy met. Het Is ztlfs zeer de vraag, of de meeste Nederlanders er op ditoogen blik met juist zoo over donken als de „Unie". Indien straks eens het geheele volk zyn politieken invloed heeft verkregen, zal men kunnen beproeven, of zjj, die niet opzien tegon hot geven van „de geheele hand", indien daardoor do meest strikte rechtvaardigheid wordt betracht, gobn gelyk kuonon krygen en of het stelsel der „Unie" inderdaad prac tisch en flnantiëel zoo onoplosbaar is al8 men thans voorwendt. Wy bobben diezelfde „argu menten" eon halve gouw hooren bezigen tegen „het geven van den vinger". Maar nu ook hebben dergelyke boemannen veel van hun angstwekkondheid verloren. Snel r e c h t. De laat3te jaren is van alle kanten aangedrongen op een snellere rechtspleging, vooral op een zeer kort recht by kleinere strafzaken. De Minister van Justitie btloufde een onderzoek in te stellen naar do mogelijkheid van een bespoediging der berechting van strafzaken door den kanton rechter, waarvoor wetsvoorstellen gereed zyn en dus spoedig verwacht mogen worden. De Nieuwe Rotter da,mxhc Courant juicht die belofte toe, want daardoor zullen vele klachten weggenomen worden en de eerbied voor het gezag zal vermeerderen. Vooral zal de ver betering merkbaar zyn in de berechting van kleino mishandelingen, beleedigingen en woder- spannigheden, die nu voor de rechtbanken behandeld worden, on doimenigte overtredingen, waarover de kantonrochter vonnis velt. Dat do Minister reeds met een uitgewerkt ontwerp aankomt, geeft aanleiding tot de onderstelling, dat zijn ambtsvoorganger het ontwerp byna voltooid heoft. Spoedige indie ning is nu alles, wat verlangd mag wordeD. Wijzende op het voorbeeld van Engoland, spreekt do N. R. Ct. er haar ingenomenheid over uit, dat de heer Van der Kaay zyn ont werp omschryft als oen, „strekkende tot be- spoodiging van oen berechting van strafzaken en tot bevordering van de betaling van geldboeten", daar deze onderwerpen by olkaar bohooren. Het enten van hot stelsel der Engelsche police-courts op onze wetgeving zal zyn eigenaardige moeilykheden hebben, zooals de N. R. Ct. met een voorbeeld aantoont, maar wy zyn toch nader gekomen tot de zoo lang gewenschto oplossing van een voor het open baar gezag en voor de indlvidueele rechten der burgers belaDgryk vraagstuk. „Dr. Justus" zegt in oen ingezonden stuk in het Handelsblad met verbazing de missive te hebben gelezen, door don Minister van Blnnenlandsche Zaken aan Ged. Staten der provinciën gericht, n. a. van een bericht van de inspecteurs van het Staatstoezicht op krank zinnigen, in welk bericht gezegd wordt, dat nog altyd in verschillende krank zinnigengestichten, dikwyis zelfs eigenmachtig door de verplegers, patiënten aan handen en voeten gobonden en som wijlen bovendien aan de kribben worden vastgesnoerd. Alleen dr. Van der Chys, lste geneesheer aan het gesticht to Zutfon, kwam op tegen deze aantyging, waarvoor natuuriyk niet de Minister aansprakeiyk is, maar de inspecteurs, die den Minister bericht hebben. Wat staat thans te doen? lo. Alle hoofden van krankzinnigengestichten moeten het voorbeeld van dr. Van der Chys volgen en zich zuiveren van de op hen ge worpen blaam. 2o. Blyfc er nog twijfel of er inrichtingen zyn, die verdacht worden vau inhumane zi9konbehandeling, dan is nieuw onderzoek noodzakelijk. 3o. Komen werkoiyk mishandelingen aan het licht, dan behooran die gestraft langs wettigen weg. 4o. Blykt het rapport te berusten op onvol ledig en verkeerd geappreciëerde gegevens, dat dan ook de naam der Nederlandsche krankzinnigengestichten worde gerehabili teerd door den Minister, die door een ambte naar op oen dwaalspoor werd gebracht. Zóó worde het geschokte vertrouwen van hen, die er betrekkingen in hebben, hersteld I Onder het opschrift Onze Veeboeren lazen wy in de Nieuwe Delftsche Courant het volgende, d<it we, ai maakt het van ons Overzicht ditmaal een byzonder uitgeb-eide ruhriek, toch meenden onder de aandacht 01 zer lezers te moeten brengen. Velen hunner zullen het 0. i. mot belangatolling lezen! Daar is een aardig sprookje, door pator Van Meurs berymd Een reuzendochter ging eens uit. wandelen Zy bewoonde de hoogo bergen. Van daar naar beneden was slechts één schrede. Aan den voet des bergs gekomen, ziet zy een boer, die met twee ossen aan het ploegen is. Heel leuk pakt zy dat „boeltje" in haar schort en loopt er mee naar huis. Wat was het kind bly! Vroolyk riep ze tegen papa Reus: „Zie oens, wat heeriyk speelgoed ik gevonden heb!" Maar deze gromde geweldig: „Toe, Jet, zet voor den drommel alles weer op zyn plaats. Wnnt denk wol, meid, als dat volkje niet ploegt en zaait en egt, dan vallen wy, reuzen, spoedig van de graat." Er ware naar aanleiding van dit sprookje nogal het oen en ander te zoggen voor be schermende rechten by den invoer van granen al zou een „Liberalo Unie" er zich aan erge ren, we zouden gaarne daar nog een tweede lans voor breken. Voor ditmaal willen wy ons bepalen tot een beschouwing van den achter uitgang onzer veeboeren. Of dan onze zuivel- boeren workeiyk reden tot klagen hebben? Naar onze bescheiden meaningja. De vrucht bare j tren zyn al eenigen tyd achter den rug, on of zy in de naaste toekomst nog wel zullen terugkoeren, is een vraag, die wy wel gaarne bevestigend zouden willen beantwoorden. Laten wy eons tot de oorzaken opklimmen! Door sommigen wordt als eersto en voor naamste oorzaak genoemd: bovenmatige weelde in onzon boerenstand, ten minste by velen. Is dit zoo? Hst is waar, do tydon zyn voorbfl, dat in deze strokon bijv. do mestkar bastompold werd mot den naam van kork- wagen. Men rood toch, oon veertig of vyfijg jaar terug, met dit voertuig ter kerke; en wat nu een beetje is, rijdt mot den kapwagon. Hot is waar, de tijden zyn voorbij, dat alios op zjjn zuinigst tosging en voor den ouden dag een aardige „aap" in de traditioneele oude kousen geborgen zat. Maar bet is toch niet te verwachten dat do boer geheel onbesmet tal blijven, waar de geheele wereld ln avo- rechtsche spaarzaamheid on in weeldezucht een schrede voorwaarts godaan heeft? Daar ware over de weeldezucht en de jacht naar genot wel iota te zeggen, maar voorloopig valt enkel het feit te constatoorende ouderwetsc'uo zuinigheid en spaarzaamheid, loffeiyker gedach tenis, zijn by velen gevloden. En als weelde zucht en jaebt naar genot op den stedeling regenen, druppelen zy op den boer. Een tweede oorzaak vinden wy in de sterke daling dor botorpryzon. Twintig, dertig jaren geledon maakto de boer byna tweemaal zoo veel voor z(jn boter als thans. Echte natuur boter, oerste qualiteit Delfteche graeboter, die in dezo etreken veelvuldig „gebouwd" wordt, er is goen vraag byna moor naar Zeer tot schade van den boer, zooals te be gapen is. Een darde oorzaak moet genoemd worden de zwaarte van het juk, hun door den fiscus op do schouders gelogd. Do hoor Waldeck van Loosduinon, hooft eenige woken geleden,' naar aanleiding van den hevigen storm, dié op Zaterdag 22 Dec. jl. hot water byna tot. aan de kruin van don Maasdyk joeg, betoogd dat hot een onbiUykheid is, alleen den boer en den tuinman te laten betalen voor hot onderhoud van dykon en verdere waterkee- ringen. En dat terwyi allen belang hebben by den goeden etaat er van. „Wion water deert, dlo water keert", zegt het oude spreek woord. Maar dan ook niet alle lasten op de schouders van onze landbouwers, veeboeren en tuinlieden gelegd! Dat is toch niet com m e il fa ut. Alsof de overigo laslen voor den boerenstand nog niet drukkend genoeg waren I Mon staat werkelyk verbaasd, als de bouwman eens zyn belastingbiljetten toont: personoele boiasting- gemeentelastenvermogensbelasting, indien hy ten minste nog 13,000 guldon onverzwaard zyn eigendom kan noemenpolderlastensluis- geld, onz. „Maar, Jet", bromt vader Reus, „zet dat boelije oens gauw op zyn plaats, want wy reuzen vallen van de graat, als het volkje met ploegt en zwoegt en egt." Het is inderdaad waar: ais het den boor goed gaat, heeft de burger geen krimp. Of hot hem goed gaat? In veel gevallen niet, want daar 13 oen vierde oorzaak: Wie koopt er tegenwoordig nog Portugeozen et tutti quanti? Niemand zal zoo mal moer züii. Een derde van den interest te ontvangen waarop men reebt heeft, wie bedankt er niet' vriondelyk voor? Maar man moet zyn geld toch plaatsent Daar is een erfeni-je losg-komen van zoo'n zestig, zeventig duizend gulden. Wat zal de erfgemam er mee doen? Wat Amerikaansche of Russische epoorlj-s koopen? Hy is w(Jzer. Hy kuupt een boerenwoning met de bybe- hoerende bunders land. H.t land mag eens onderloopen, zeggen de buitenmenschen, bet komt toch wel weer boven. En dan komt de concurrent») by den koop 011 by de verhuring. Men wil men moet koopen; men wil, men moet huren. Is het wonder, dat er jaren 8 ,niet op z,cbzelf «imnde, maar periodiek terugkeeronde, dat er vyf a zeshonderd gulden „ingebrokkeld" wordt? Is het wonder, dat velen op circa vyftigjarigen leeftijd de boerderij er aan geven en sul gaan leven? Waren zy voortgegaan met de „bouwery," over tien jaren hadden zy wellicht als arbeiders moeten gaan werkon. Dit alles wyst op ongezonde toestandon, die met mogen, niet kunnen blyven bestaan. Naar onze meening moet er feta gedaan worden, om do opbeuring van den boeren stand (we hebben, zooala we reeds zeiden heden meer byzonder onze veeboeren op bet oog) to bevorderen. Vermindering van lasten speciaal polderlasten en eluisgelden, zou al een groote schrede in do goede richting zyn. Wy lazen dezer dagen in een goed go- schreven artikel van den heer Z. M. De Boer to Britawerd, 0. m. het volgende: „Hoe nu (is) verbetering (in den toestand dor boeren) aan te brengen?... In do eorsto plaats zou ik tusscbenpersonen, zaakgelas tigden, staande tusscbon den boer en zyn landbeor, aan kant willen hobbon. Dat leidt zoo licht tot opdryving van do pacht. Hot spreekt Immers vanzelf, waar de zaakge lastigde do inkomsten van den landheer woet te verhoogen, daar stygt hy by dezen in vertrouwen en guost, en zal naar evenredig, heid daarvan ook betor worden betaald Wordt by porcentsgewyza beloond voor vin bemoeiingen, dan ligt hot ook voor de hand dat hy er belang by hoeft, dat de landóryen zoo hoog mogelyk worden vorhuurd. Dalen deze daardoor op den duur in werkolyke waarde, dat gaat niot hem, maar alleen den landheer aan. „Met die tusschenperaonon mogen dan ook de veel te dure huurcontracton vordwynen. Het verschuldigde zegelrecht voor hot vor- huren van een plaats voor den tyd van vyf jaren, jaarlykscbe huursom byv. ƒ3000 bedraagt, naar ik meen, de aom van 25 00 en de huurder - want dit wordt hom in hot pachtcontract opgelegd - moet meormalon voor zyn huurcontract ovor de 100 betalen. „In do tweedo plaats zou ik willen in elke soort gelyk s omgeving: oen bepaalde commissie vau solide, deskundige personen, door do verschillende Gemeentebesturen beooemd en van Rykawege bezoldigd, dus beèedigde ryks- ambtenaren, bepaald voor dit doel aangesteld, mot do opdracht de verschillende landerijen' die ter verhuring worden aangeboden, naar haar waardo to taxoeron. Die commissie maakt vervolgens, in overlog met den grondbezitter, het huurcontract op, waarin dan ook bepalin gen, die in hot werkelyk belang van don grond bezitter, don boer en den veldarboidor strekken on daarmede ook tot hoil van don Staat' moeten worden opgenomen." Onfeilbaarl - Iemand schryft aan de „N. R. O.": Do barometer hoeft my in den laatston tyd herhaaldeiyk parten gespeeld. Hy voorspelde verariderlyk weer en zelden hadden we zoo lang standvastig weer; by woes storm aan, torwyl oen volkomen windstilto intrad Mijn vertrouwen in het kwik heb ik dan ook go- hoe! verloron. Na lang zoeken heb ik eimle- lük oen onfeiibaron weeraanwyzor gevonden. Hy bestaat eenvoudig uit een strik van touw dien Ik in myn tuin aan een boom heb opge hangen. Hy wyst als volgt aan Schoon weer - als hy droog is en stil hangt. Rogsn - wanneer de strik nat is. Veranderlyk - wanneer hy nu oens nat, dan weur droog ia. Wind - wanneer hy heen en weor bongelt. Vorst wannoer hy bovroren is. Er is gemeld dat een bakker te Antwerpen in zyn kelder eene vondst had gedaan van byna een half millioen aan oude goudstukken. De bakker maakt nu bekend, dat do gevonden som ton hoogste 1200 fr! kan bedragen, waarvan hy do helft aan jii metselaar heeft gegevon. Do politie v. kt dien werkman. De bakker zal waarscliyulyk nog met het gerecht af te rekenen hebben, omdat hy niet, zooals do wet bet voreischt, de zaak aan de politie bekend maakte, dia wil dat in zuiko gevallen een derde aan den eigenaar, een derde aan don vinder cu oen derde aan den Staat tookomt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 5