N°. 10725.
Vrijdag 8 JF'etoruai'i.
A0. 1895.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 7 Februari.
F"euilleton.
Het geheimzinnige doosje.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Oflieiëelo Kennisgevingen.
Jacht cn VIssctiery.
De Commieeari® der Eomngin in do provincio Zuid-
bolland,
Gezien bet besluit van de Gedeputeerde Staten
Van den 29eten Janunri 1895, No. CO;
Gelet op art. 11 der wet van den 13den Juni 1857
(Staatsblad No. 87);
BreDgt ter kennis van belanghebbenden, dat bij
voornoemd beeluit door de Gedeputotrdo Staten ie
bepaald;
lo. dat de uitoefening der jachten op waterwild,
opgenoemd in art. 16, lilt. d. f e i h, der wet van
den 13don Juni 1857 (Staatsblad No. 87) wordt ge
sloten op Zaterdag den lSden April aanstaande;
2o. dat deuitotf niug van het weiaptl van kwartelen
me: steekgaren of /liegnot (art. 15, litt. t derboven-
genoe.i de wet) is toegelaten van den 25aten April
aanstaaude tot en met den 4den Juli daaraaDvolgoudo,
doch dat bet vliegnet in geen geval tot bet tiraeecoren
van kwartelen mag worden gebruikt;
3o. dat de vissohenj in de binnenwateren, waar
onder ook worden verstaan rivieren, door sluizen
afgesloten, zal zijn gedoten van den 15den Maart
aanstaande tot en met den Slaton Met daaraanvol
gende, met uitzondering:
a. van de vieschirij door middel van faiken, aal
soharen, aalkorveu, dobbers en door pouren naar aal
en paling;
bv&n de visscberb met de gebbe om kleine vischjes
te scheppen tot aas voor dobbers;
4o. dat bet neeohen met kuilnetten, waaronder ook
behooren ankerkuilen en etaalboomen, van den laten
▲.pril aanstaande tot den 15den Juni daaraauvolgende
is verboden;
5o. dat de kooiliedon bunue kooieenden in ditjaur
tnoeteu opaloiton of opbokken van den 2den Juli tot
de opening der j oht op waterwild.
En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden
afgekondigd on aangoplukt, waar zulks te doen ge
bruikelijk is, alsmede in het Provinciaal Blad en in
de Nederlandscbo Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhago, den lsteu Februari 1895.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
FOOK.
Morgen, Vrijdag 8 Februari, des namiddags
te twee uren, zal de rector-magnificus mr
P. A. Van der Lith, ter plechtige viering
van den 320sten verjaardag der stichting van
de Leidscbe Hoogeschool, eene redevoering
houden in bec groot auditorium van het
academiegebouw, waartoe alle belangstellenden
worden uitgenoodigd.
De tentoonstelling van werken, door
wijlen onzen stadgenoot den kunstschilder
J. B. Tom vervaardigd, is heden in de Laken
hal in gereedheid gebracht en wordt morgen
geopend. Tot en met Zondag a. s. blijven
daar ook nog de beide portretten van "Willem I
en Willem II (door Kruseman) geëxposeerd.
Voor de tentoonstelling Tom hebben onze
atadgenooten de heeren P. J. De Wilde, F. G.
De Wilde, R. De Wilde Rz., P. Zillesen en
C. Goekoop Az. schiideriJen en studies afge
staan Ook de heeren Hendriks en Couvéo
(Koninklijke Bazaar) in Den Haag werden
bereid gevonden hunne medewerking te ver-
leenen.
Vermoedelijk dat, na afloop van deze expo
sitie, er eene komt van schilderijen, teeke-
ningen en studies van den Franschen artist
H. G. Ibels, te Parijs.
De heer C. J. Leendertz heeft op z|jn
populair geschrift over Lombok een ander
over „Bali en de Balineezen" laten volgen.
Met recht mag de heer Leendertz veronder
stellen, gelijk hjj in zijn voorbericht doet, dat
de belangstelling in het stamland der Lom-
boksche Balineezen toegenomen is. Echter
niet om de reden, die hij opgeeft. „Ten ge
volge der jongste gebeurtenissen op Lombok
is, met de verbanning van den vorst en de
geheele vorstelijke familie, Karang-Asem op
Bali een vazalstaat geworden van onze Regee
ring. De belangstellingis daardoor van
zelf zeer toegenomen Van eene ver
banning van den vorst van Lombok en van
de geheele vorstelijke familie is ons niets
bekend, en Karang Asem is op dit oogenblik,
na „de jongste gebeurtenissen," nog op dezelfde
wtyEe vazalstaat van Nederland als het dat
vóór die gebeurtenissen was, echter niet van
onze Regeering. Maar na den oorlog stellen
wij belang in de Balineezen, dat is zeker, en
wie nu geen tijd of lust heeft om weten
schappelijke werken over Bali na te slaan
„Bali angka," de schoot der helden, heet het
in de oude gedichten, en voorwaar, het is
een land van b a 1 i's, van helden geworden
die vindt in de 65 bladzijden van dit geschrift
bet „een en ander over land en volk." Daar
staan merkwaardige dingen in te lezen, en de
heer Leendertz verstaat de kunst van vertellen.
Het is verschenen by de firma C. Kooyker
(J. C. Huysman Jr.), te Leiden. (N. R. G.)
—.Het getal ingeschrevenen voor de nationale
militie, lichting 1896, der gemeente Voorscho
ten bedraagt 16, die allen kunnen lezen en
schrijven. Van de lotelingen der lichting van
dit jaar heeft zich niemand voor de zeemilitie
aangegeven.
De verschillende inrichtingen voor L. O.
en M. U. L. O. in de gemeente Voorschoten
telden op 1 Jan. 1895 het volgende getal
leerlingen
Openb. school in het dorp 147 j. en 122 m.
Id. a/d. Rijndijk 45 41
Bjjz. Chr. school 44 39
R.-K. pensionaat „Bijdorp". 39
Kostschool „Berenstein" 20
12 jongens en 13 meisjes genoten geen
lager onderwijs. Hiervan bezochten 6 j. en
6 m. de bewaarschool en 1 j. eene inrichting
voor Hooger Onderwijs.
Gedurende het jaar 1894 zijn uit de
gemeente Zegwaard vertrokken 178 personen,
aldaar overleden ?4, tezamen 212; ingekomen
140, geboren 51, te zamen 191 personen.
Alzoo is de gemeente Zegwaard verminderd
met 17 personen. Het aantal gesloten huwe
lijken bedraagt 9.
Voor de lichting van de Nationale Militie
voor 1896 hebben zich in die gemeente 22
lotelingen aangegeven.
Benoemd is tot gemeente-bode te Zoeter-
woude do heer C. Slootweg.
Op den lsten Januari laatstleden waren
in do gemeente Benthuizen aanwezig 97
kinderen tusschen de 6 en 12 jaren. Daarvan
volgden er 86 de lessen op de openbare lagere
school. Van de overige 11 bezoeken er 6 een
school buiten de gemeente, terwijl 6 kinderen
in het geheel geen onderwijs genieten.
Het aantal ingeschrevenen voor de natio
nale militie in de gemeente Benthuizen voor
de lichting 1896 bedraagt 10.
Het bal, Dinsdag avond door baron Van
Hardenbroek, opperkamerheer van H. M. de
Koningin, en zyne gade, baronesse Van Har
denbroek, grootmeesteres van H. M. de
Koningin Regentes, ten hunnen huize te 's-Gra-
venbage gegeven, werd door H. M. de Koningin-
Regentes voor een gedeelte bijgewoond.
Hare Majesteit verscheen omstreeks kwart
over tienen. Zij werd aan den ingang van
de marquise door den gastheer zeiven ont
vangen, terwijl in de vestibule ter weerszijden
livreiknechten met brandende kaarsen in
zilveren candelabers geschaard stonden. Hare
Majesteit, die vergezeld was van twee dames
en arie heeren van Haar gevolg, was gekleed
in donker toilet met laDgen sloep.
Bijna een uur bleef Hare Majesteit op deze
avondpartij, waarna Haar even over elf uren
op dezelfde wijze, als waarop zy ontvangen
was uitgeleide werd gedaan.
Het bal werd door ongeveer honderd vyftig
genoodigden bezocht, onder wie bijna alle
hoofden van vreemde mission, o. a. de gezanten
van Frankrijk, Oostenrijk, Italic, Spanje,
België, de internuntius; voorts vele ministers
en verdere burgerlijke en militaire autoriteiten,
o. a. de burgemeester der residentie, mr. Roest;
de meesten met hunne dames, die in prachtige
balkleeding waren.
Omstreeks óón uur des nachts nam het
feest een einde.
Dinsdag 12 Februari a. s. zal, by genoeg
zame deelneming, in den „Haagschen Kunst
kring" (Buitenhof, hoek Passage) het „Theatre
de l'Oeuvre" onder directie van Lugné Poe
eene voorstelling geven. Opgevoerd zullen dan
worden „La Gardienne" van De Regnier,
„l'Araignée de Cristal" van Rachilde en „La
peur des coups" van Courteline.
Het is nu ongeveer zeven jaren ge
leden, dat de „royal hand bell-ringers" of
klokkenspelers voor het laatst ons land be
zochten en toen in verschillende plaatsen
met veel genoegen werden gehoord. Thans
hebben zy het plan opgevat, weder gedurende
eenigen tijd in ons land hunne muziek te
doen hooren en de voornaamste plaatsen te
bezoeken. Hoewel deze klokkenspelers geene
vreemdelingen voor vele Nederlanders zijn,
komt het toch niet ondienstig voor, eeüige
mededeelingen omtrent hen én hunne muziek
te doen, nu wij a. s. Zatordag weder de ge
legenheid hebben hen te hooren. (Don 2den
Februari zijn zij uit Engeland overgekomen,
en traden reeds dien dag te Middelburg op).
Oorspronkelijk, in 1866, waren de drie
heeren, die van het begin aan deel hebben uit
gemaakt van het tegenwoordig vijftal, jonge
menschen, in Londen op verschillende kantoren
werkzaam, begaafd met muzikalen aanleg en
lid eener christelijke vereeniging van jonge
mannen. De tegenwoordige directeur, de heer
Duncan S. Miller, hield ontzaglijk van klokken,
zóó zelfs, dat hij in zfin geboorteplaats
Norwich reeds als jongen on later als jonge
man het carillon van deD kerktoren bespeelde.
Hij kreeg toen eenige kleine klokken thuis
en was gewoon daarmede muziek te maken.
Later in Londen gekomen zijnde, kwam hij
daar in de christelijke vereeniging voor jonge
mannen, ontmoette vrienden, en met hun
drieën of vieren jongelui gingen zij voor
amusement met verschillende klokken spelen,
en leerden allengs 2 of 3 kleine stukjes. Dit
nam toe en weldra werd het gezelschap uit
genoodigd om op verschillende plaatsen in de
nabuurschap van Londen te komen helpen
tot aanvulling van feestprogramma's in zuster
verenigingen. Het aantal klokken nam voort
durend toe, maar eveneens vermeerderden de
uilDoodigingen zoodanig, dat ze hinderlijk
werden voor de overige werkzaamheden. Ze
moesten nu kiezen tusschen hun beroep en
deze liefhebberij, en besloten toen deze laatste
tot bun beroep te maken. Het aantal klokken
nam nog steeds toe en de studie werd toen
ernstiger.
In 1868 bezochten de klokkenspelers voor
het eerst ons land, uitgenoodigd door ds.
Adama van Scheltema, en kwamen daarna
nog driemaal. Zy reisden eveneens zesmaal
door Amerika, viermaal door Zweden en Noor
wegen, door Frankrijk en België, en zijn thans
uitgenoodigd om in de maand Augustus van
dit jaar to Grindelwald (Zwitserland) op te
treden, ter gelegenheid van hot aldaar te hou
den congres van christel. kerkgenootschappen.
Steeds werd op hunne tochten door de
klokkenspelers het systeem gevolgd, om eene
bate op te leveren voor eenig philanthropiscb,
sociaal of godsdienstig werk, in het land, dat
zij bezochten.
Aan hun beginsel getrouw, zol ditmaal een
gedeelte van de opbrengst hunner rondreis
komen ten voordeele van den arbeid ónder
jonge menschen, welke te 's-Gravenhage door
de christelijke vereeniging van jonge mannen
wordt ondernomen, terwyl voor Rotterdam
eeue uitzondering is gemaakt en bet beschik
baar gestelde gedeelte komt aan de plaatse
lijke christel. jongeliDgs vereeniging „Obadja".
Merkwaardig is het zeker, dat de bedoelde
heeren er in den aanvang nooit van gedroomd
hebben, dat de spelende bezigheid hunner
jeugd zich zou ontwikkelen tot die volmaakte
kunst, waarvan zij thans door oefening en
toewijding meester zijn gewordon.
Als bewijs van de algemeene belangstelling,
die zij ondervinden, mag wel het feit genoemd
worden, dat zy meermalen voor hunne eigen
Koningin mochten optreden; voor den koning
van Denemarken, van Zweden en Noorwegen,
van België en voor den pas overleden czaar
van Rusland.
Musici van den eersten rang hebben ten
zeerste hun spel geroemd.
Met de 131 klokken brengen zjj zeer har
monieuze muziek voort, terwijl de hanteering
van die instrumenten van allerlei grootte en
zwaarte van dengene, die de kleinere klokken
bespeelt, eene bijzondere vlugheid en behen
digheid vordert, en van hem, die de grootste
in beweging brengt, bijzondere kracht en ge
oefendheid in de armen en polsen.
Het ging gisteren in den Haarlemscben
Gemeenteraad rumoeriger toe dan gewoonlijk.
Aan de orde was het rapport der commissie
van enquête naar het gebeurde met den bouw
van het Brongebouw in het Frederikspark,
en de conclusie daarvan luidde, dat hoewel
niet alles is opgehelderd en meer licht wen-
schelijk zou zijn geweest, is gebleken dat
van het voor de rooiing aangegeven punt is
afgeweken, doch dat de bewering, dat dit
zou zijn geschied in overleg met de gemeente
ambtenaren en met den heer Zocher, niet
nader is gestaafd.
Door de raadsleden Sneltjes en Stolp was
nu twee dagen vóór de zitting de volgende
motie ingediend
De Raad, gezien en overwegende enz.,
besluit;
lo. het rapport der commissie ad hoe voor
kennisgeving aan te nemen en den leden dank
te zeggen voor de groote moeite, die zij zich
voor aeze zaak hebben gegeven;
2o. te verklaren dat alle in deze zaak be
trokken personen door de openbare behandeling
reeds voldoende zijn gestraft;
3o. iri te trekkeu dat gedeelte van het
besluit van 24 October 1894 No. 5, waarbij
een boete van 1000 was opgelegd;
4o. aan de Maatschappij tot exploitatie van
Staalwaterbronnen „Wiihelminabron" alhier,
de reeds gestorte ƒ1000 terug te geven.
De eerste alinea werd eenparig aangenomen,
maar over de tweede werd lang gediscussieerd.
Sommigen zagen in het woord „alle" toch
meer een verwijt voor de gemeente ambtena
ren, en de heer Lodewyks stelde voor, dat
woord te vervangen door de namen der archi
tecten Van der Steur en Van den Arend.
Hierop kwam de heer Stolp met de ver
klaring, dat zijne intieme overtuiging was dat
de hoofdopzichter de heer Michielse wel dege
lijk van de afwijking geweten en gezwegen
had, toen (spreken plicht was. De heeren
't Hooft en Macaró en ten slotte ook de voorz.
kwamen hiertegen op; laatstgenoemde voegdo
den spreker toe, dat men met zulke beschul
digingen niet komt, of men moet ze bewyzon.
Punt 2 volgens den heer Lodewtjks en
later volgens de voorstellers werd met groote
meerderheid verworpen. Daarna met 17 tegen
11 stemmen punt 3, waardoor punt 4 verviel.
Iedereen is te Haarlem blij, dat deze onaan
gename historie nu eindelijk van de baan is,
hoewel velen een ander einde hadden ge-
wenscht.
Besloten werd het woonhuis van den direc
teur der Koogere Burgerschool met 5-j. c. bij
het schoolgebouw te trekken cn daarvoor in
te richten. De directeur krijgt 600 voor
huishuur en ƒ500 ineens voor verhuiskosten.
De leeraar in de Duitsche taal aan die school
A. H. Günther kreeg in het belang van 't onder
wijs, buiten de organieke regeling der jaar
wedden om, een verhooging van traktement
van ƒ2000 tot 2400.
Te Nijmegen is overleden jhr. J. H. Hora
Siccama, oud-assistent-resident op Java.
Naar wfi vernemen i6 door de directie
der Stoomvaartmaatschappij „Zeeland" aan
Nederlandsche schilders samenwerking ver
zocht voor versiering van de salons van do
in aanbouw zijnde drie nieuwo stoomschepen
met hunne schilderijen. De Hollandsche kunst
zal dus zonder twijfel in die salons ruim ver
tegenwoordigd zijn, (Hbl.)
De luit.-kolonel W. J. Arriëns, van het
88te reg. infanterie, heeft zijn eervol ontslag uit
den dienst met pensioen verzocht. AmliCrt
16)
Na het vóór en tegen overlegd te hebben,
besloot ik ten minste eenige dagen mijn
intrek te nemen in Jamesstreet, Bedford Row
no. 132. Ik keerde terug naar Cravenatreet
an pakte in mfin oud3te valies eenige zaken,
die ik dagelijks noodig had. Sprat zag my
treurig aan, terwyi ik in de kamer heen en
weer ging; eindelyk sprong hy op tafel en
zag my ouderzoekend aan. Hy zeide zoo dui
delijk hy kon: „Laat my als je blieft niet
weer alleen." Ik streelde hem en hy was
vriendeiyk, alsof hy ray jarenlang gekend
had. Ik lichtte Wheat9rby aangaande alles in,
nam Sprat onder myn arm, sprong in een
huurrytuig, gaf myn valies aan den koetsier
en reed naar Holborn.
Ik geloof dat ik zeer in de achting van
juffrouw Rooney steeg, toen zy my in een
rytuig zag komen. Myn valies was niet zwaar,
maar daar ik Sprat onder myn arm bad,
deed ik, al3of 't dragen er van my moeilijk
viel. Ik had iets medegebracht, waardoor ik
wist dat ik 't hart van de dames van de
soort, waartos ook uLouw Rooney behoorde,
kon winnen. Ik had oven stilgehouden by
een herberg en had een flesch van de beste
jenever medegebracht.
- Kom even binnen, meneerhoe heet
u ook weer? zeide juffrouw Rooney, terwijl
xy haar kamerdeur opende, toen zy bemerkte
boe moeilijk het my viel om 50 pond op te
lichten. Rust u hier even wat uit, dan zal
ik uw valies boven brengen. Wat heeft u een
aardig hondje l
Dat was juist wat ik verlangde I Ik trad
de zitkamer binnen en ging in een gebrek-
kigen armstoel zitten; Sprat sprong terstond
op de tafel en zat, terwyi hy zijn kop een
weinig schuin hield, juffrouw Rooney stil aan
te zien. De vrouw wilde hem streelen, maar
Sprat onttrok zich aan de lief koozingjuffrouw
Rooney'a adem riekte sterk naar uien, en
Sprat stond dit zeker tegen.
Ik heet Grant en gy kunt dit zeker wel
onthouden; er kunnen een3 brieven voor my
komen, zeide ik.
Zeker, meneer Grant, antwoordde de
vrouw, grinnikend en buigend. Ik denk dat
wy het best samen kunnen vinden.
Ik wenschte by myzelf dat dat ge
noegen maar kort mocht zyn, maar ik
zeide: Ik hoop het ook, juffrouw; ik zal
u weinig moeite geven, want zelfs wanneer
ik thuis aan 't werk ben, zult gy my zelden
hooren.
En wat voor zaken heeft u, meneer?
vroeg zy met een honigzoet lachje. Byna
al de heeren, die hier wonen, hebben zaken
in de City. Heeft u ze ook in do City?
Neen, zeide ik droogjes, ik verdien den
kost met papier te bekladden.
Wat bedoelt u daarmede vroeg de vrouw.
Ik ben een 8ch9tsteekenaar, en verschei
dene van myn schetsen hebben de eer ge
noten, om in bladen van ernstigen en vroo-
lyken aard uitgegeven te zyn.
Ik had twee of drie schetsjes in een boekje
en liet baar die zien.
O, dat is heel mooil Heeft u ze zelf
getoekend? En betalen ze u nu daarvoor?
De critiek, die juffrouw Rooney over myne
artistieke pogingon uitsprak, was niet zeer
vloiend, maar oprecht gemeend.
Ja, zeide ik. Het klinkt misschien vreemd,
maar men betaalt my hiervoor.
Het is erg warm, vervolgde ik, en ik heb
dorst. Ik zag de kamer eens rond. Gy hebt
niet een druppeltje? vroeg ik.
Geen droppel, wanneer u ten minste
iets van sterken drank bedoelt, zeide juffrouw
Rooney. Soms neem ik wel e9ns iets, maar
dat doe ik voor myn borst en lever; de dokter
zegt, dat ik minstens ééns per dag zoo iets
gebruiken moet. Maar ik heb 't zoo arm ge
had in den laatsten tyd, en dan is myn man
al tien jaar dood en moet ik zeven kiDderen
onderhouden, waaronder er één kreupel is.
Ik was bevreesd dat zy nog verder door
zou gaan met 't verslag van hare ellende,
en daarom haalde ik de flesch uit myn zak.
Ik heb dit maar medegebracht, juffrouw,
zeide ik, want myn dokter heeft my ook
aangeraden, dat ik eiken dag iets moet ge
bruiken, en als gy nu twee glazen en een
karaf water kunt krygen
Ik heb altyd frisch water, gefiltreerd
water, en ik zal zorgen, dat de karaf in uw
kamer altyd gevuld is. Als u een oogenblikje
wilt wachten, ben ik in een ommezien terug.
Juffrouw Rooney verdween en kwam spoe
dig weder terug met twee glazen en een
aarden kan met water. De flesch word ge
opend en ik zeide tot de vrouw, dat zy zich
zelf maar moest inschenkenzy deed het, en
drie vierde van baar gla3 vulde z(j enkel met
't geestrijk vocht en 't restje met water aan.
Ik had haar doen nauwkeurig gadegeslagen
en kon een glimlach niet onderdrukken.
Ik hoop, zeide ik, dat myn naaste buur
man een stil man is?
De vrouw smakte met hare lippen, ledigde
haar glas en keek met begeenge blikken
naar de flesch.
O, gy bedoelt meneer Byrtel 't Ia geen
kwaad mensch, antwoordde zy, en knap
is hy ook, zegt men. Hy is altyd bezig mot
iets uit te viuden. Hy zegt dat hy daardoor
rijk zal worden, maar daar gebeurt niets vau.
Als ik de kamer eens ga schoonmaken, dan
ia zy vol met allerlei dingen: met stukken
van een klok, met sloten en allerlei vreemde
zaken.
Meneer Byrne was dus een practisch uit
vinder. Dat was een mededeoling om party
van te trokken.
Vul uw glas nog eens, juffrouw, zeide
ik, terwyl ik de flesch naar haar toe schoof.
Geneer je niet; het is de beste jenever, die
er is, en 't ia goed voor borst en lever.
Juffrouw Rooney liet zich dit geen twee
maal zeggen.
Ik heb in den tyd, dat ik hier beu, van
al wat hier gebeurde gelezen, vervolgde ik,
terwyl de dame het wat benauwd kreeg door
den invloed van de „levermedicyn" en zich
met haar schort lucht toewaaide. Ik heb
do bladen opzettelijk gekocht. Dat meisjo
moet veel ellende hebben gehad. Kunt gy
eenigszin8 begrypen, waarom of zy zich ver
giftigd heeft?
Neen, in 't geheel niet, antwoordde juf
frouw Rooney op heeschen toon. Ik kan
niet begrijpen, waarom zy zich van 't loven
benam- zy was zoo jong 011 zoo mooi.
Was er niet een liefdesgeschiedenis by
in 't spel? vroeg ik. Kwam niemand haar
eens opzoeken?
Geen mensch, geen levende ziel 1
Geen heer?
Geen beer, geen dame, geen kind.
Hoe is zy by u gekomen? Dooi wie
werd u haar aanbevolen?
Zoover als ik weet door niemand; ik
denk dat het deftige aanzien vari myn huis
aanbeveling genoeg was. Zy kwam hier naai
kamers zien, juist zooals u en ieder ander
doet, en het spyt my, dat zy zich van 't leven
benam.
't Werd hoe langer hoe geheimzinniger.
Ik moet u een vreemde vraag doen,
juffrouw, maar weet u ook of zy rookte?
Rooken l gilde de juffrouw haast. Dat
arme kind rooken? Weineen, natuuriyk niet.
Waarom zou ze gerookt hebben?
Het was juist, alsof de kamer er naar
rook, zeide Ik. Maar ik kan my vergist
hebben.
U heeft u zeker vergist. Ik weet heel
zeker, dat zy nooit tabak heeft aaugeraakt.
Dan had ik het geradener was een heer
op de kamer geweest, een heer, die Turksche
tabak rookte en Buède-handschoenen droeg!
Wordt vervolgd:-