STOOMTRAM Th. A. A. Simonis, Den Haag, H. KITS VAN HEIJNINGEN Co., W. J. C.VAN DER EERDEN. Royal BandBell-Riogers, UITVOERING, N°. 10724. Doiiderday; 7 Februari. A0. 1895. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. PERSOVERZICHT. FABRIKANT VAN LEIDEN -VOORSCHOTEN -VEUR (Leidschendam)- VOORBURG-DEN HAAG. 8055 40 II Bestelgoed .per 100 K.G. 30 Cts. Vrachtgoed voor de eerste 100 K.G. 15 Cts. Voor elke volgende 100 K.G. 12 Cts. Wijnhandelaren. CAMBLANCS ad ƒ32.— per anker van 45 fl. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco por post1-40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Hoeveel vrouwen bleven onge huwd? Op deze vraag g«elt het Sociaal Weekblad twee antwoordi-n. Het eerste ia van den heer C. A. Verren Stuart. HU toetst, aan statistische gegevens de bewering, dat ruim 65 pet-, dus de meeate meisjes, ongehuwd zouden blyven, en meent daar by als vraag te moeten stellen niet „hoeveel vrouwen zyn er op zekeren leeftyd ongehuwd", maar „hoeveel vrouwen blyven ongehuwd?" Hoeveel vrouwen blyven ongehuwd? Immers, met de betrekkelijke grootte van de kans om op een bepaalden leeftUd g e huwd te zyn, m-tar op het feit, dat zoovele Trouwen nimmer huwen, is indertijd de aandacht gevestigd. Scbryver gaat dan aldus voort „De vraag nu „hoevoei vrouwen blyven ongehuwd"? zou, naar het my voorkomt, op de volgende wyze een correct statistisch antwoord kuunen vinden. Men zou moeten beginnen met, op aan de sterftetafels ana loge wijze, een tafel van huwelykskansen te berekenen; en onze bevolkmgs-statistiek stelt in staat deze te bewerken op bijna even nauwkeurige wüze als met do steifte- tafols thans geschiedt. Vervolgens zou men aldus moeten redeneeren: een meisje van 16 jaren hoeft volgens de sterftetafel in doorsnee nog 49 j.»ar te leven; in die jaren heeft zij achtereenvolgens huwelykskansen, groot, stel 740 -+- Vl6 enz. Deze by elkander getold, wfjzen de kans aan, welke een vrouw, by de intrede van den leeftijd, waarop zy voor de wet ten onzent huwbaar wordt, heeft om te trouwen. Is die kans stel */4, dan volgt daaruit, dat 20 pet. der 16 jarige vrouwon ongehuwd moeten bleven. Een dergelyke percentage zou zich voor ledoren leeftyd laten berekenen. Kent men nu den gemiddelden ouderdom, dtor alle ongehuwde Nederlandache vrouwen op zeker Ipdatip bereikt (en ook deze laat zich berekenen), dan kan men op grond van de sterfte- en huwelykskansen, welke by dezen leeftijd passen, voor dat tydstip een percentage berekenen van huwbare vrouwen, die onge huwd blijven. De vraag blijft echter of de niet geringo arbeid, aan deze berekening verbonden, wel de moeite loonen zou. Intu6schen, ook zonder een zoodanige moeitevolle berekening to maken, kan men zich toch uit enkele gegevens onzer bevol kingsstatistiek eenigszins een beeld vormen van den omvang van het verscbüneel, dat liet hier geldt. En dan blykt duidelyk, dat hot cijfer 65 pet. niet juist kan zijn. De volkstelling leert hot aantal kennen der vrouwen in de verschillende leeftijdsklassen, die ongehuwd zün (waarvan dus nog oen belangrijk aantal is af te trekken voor de vrouwen, die na de volkstelling nog gehuwd zyn of nog zullen huwen). En dan blijkt, dat by de laatste volkstelling op 31 Dec. 1889 in ons land werden geteld 1 467,138 vrouw n van 16 jareu of ouder, (de Dog niet huwbare kinderen moeten in dit verband natuurlijk buiten rekening blijven) waarvan ongehuwd 539,195 vrouwen, du9 ruim 37 pet. En do statistiek van don loop der bevol king geeft ons het cijfer der op verschillen den leeftyd gestorven vrouwen, die tot haar dood ongehuwd bleven. In de jaren 1888 1892 was dit in doorsnede met 20.4 pet. der op meer dan 15 j trigen leeftijd overleden vrou wen het geval. Laatstgenoemde percentage, ofschoon op de vraag „hoeveel vrouwen bljj ven ongehuwd geen volkomen juist antwoord gevende, werpt op de quaestie, dunkt rnjj, toch voldoende licht om te doen zien, dat men, in het algemeen bewerende dat ruim 55 pet. der meisjes ongehuwd biyft, zich op zijn zachtst wel aan eenige overdrijving schul dig maakt. De tweede beantwoording is van „B." Zy luidt als volgt: Op de bedoelde vraag kan door de onder staande cijfers een antwoord gegeven wor den. Zy zyn berekend naar de verschillende volkstellingen eo ontleend aan een der byia- gen achter het werk van prof. Evers, „Bydrage tot de bevolkingsleer van Nederland", uitge geven in 1882: Alle vrouweiyko Dus op elke Jaren. personen van Hiervan 1000 15(16) 49 jaren, gehuwd, gehuwd. 1830 631,602 301,465 477 1840 703,135 330,921 482 1849 789,392 338,134 428 1859 862,973 380,690 441 1869 903,339 426,740 472 1879 964,234 479,081 497 Voor de tellingen van 1830 en 1840 is begonnen met den leeftyd van 16 jaar, voor de latere tijdstippen met 15 jaar. Aangezien het aantal ongehuwden op dezen jeugdigen leeftyd uit den aard in verhouding tot latere jareu veol geringer is, moot aan dit verschil in telling de groote daling van het aantal in verhouding gehuwden tusschen de jaren 1840 on 1849 worden toegeschreven. In het algemeen bevestigen deze cyfers dus de waarheid der mededeehng, vroeger in het Soc. Wbl. opgenomen, dat ruim de helft van alle vrouwon in ons land ongehuwd biyft, doch tevens wyzen zy duidelyk op eenigon vooruitgang in de laatste kwart-eeuw ton gunste van den ge huwden staat. Hterby teekent do radactie van het Soc. Wbl. aan, dat, door de vrouwen boven 50 jaren buiten aanmerking te laten, de percentage van gehuwden kleiner is dan zy anders zou zijn. Aan de Haagsche Courant wordt geschreven Zoodra er wat sneeuw gevallen is, ziet men langs alle wegen en paden leegloopers en jongens slenteren, voorzien van takken, be smeerd met vogellijm, die ze overal waar wat aarde zichtbaar is, in don grond steken, liefst in 8lootkantjes, die naar het zuiden staan, waar de zon allereerst de sneeuw zal doen smelten, en waar vinken, meezen, ïyaters, roodborsijes, enz. eenig voedsel gaan zoeken. Aan die takken kleven dan de beestjes vast. Of ook met hengels trachten zy ze te „lymen," hoog in de takken van het hakhout. Indien een wet (een hoogst nuttige) dit verbiedt, waarom wordt dit dan oogluikend toegestaan? Soms ziet men agei.ten van politie kalm staan kyken naar het plaatsen van die verradorlyko takjes 1 Moest hierop niet scher per toezient zyn en ernstig belet worden, dat op deze wyze tal van nuttige zaog- en andere vogels vernietigd worden? Het is niet 9en dierenboschermend gevoel, dat my döze regelen doet schrijven, om de aandacht der autoriteiten in de ge meenten en dorpen op deze feiten te vestigen; maar wie weet niet, dat wanneer er een strenge winter was, in den zomer boomen en planten oneindig minder jlast hebben van rupsen, enz.? Waarom? Omdat, als er sneeuw ligt, do vogeltjes minder gemakkeiyk voedsel vinden en dan met nog grooteren ijver dan gewooniyk raillioenon eieren van vlinders vóór de geboorte dooden. Is dit niet een be- langryk werk, dat ijverig zou by gestaan moeten worden, door die nuttige vogels zoo veel mogeiyit te beschermen? Dat men dan scherp toezie en hen straffe, die een zeer nuttige eu goed begrepen wet overtreden l Een inzonder in Het Nieuws van den Dag vraagt: Zou het, met het oog op de Wereldtentoon stelling te Amsterdam, niet in het belang der Regeering zyn, zoo het Ryk ook Tentoon stel 1 i n g-P ostzegels uitgat in navolging van Amerika en België? 't Zou lo. een groot voordeel voor het Ryk zyn, dat zien wy aan do Amenkaansche Tentoonstelling-zegels, daar do rneesto verzamelaars van zegeis hun col lectie hiermee wiilen completeeren2o. is het eorr goed middel om do tentoonstelling een naam in 't buitenland te doen verkrygon, en waarom zou Nederland dan achterbiyven en onderdoen voor andere landen? Een „asterisk" van De Standaard Ook do Eerste Kamer heeft de zoo beden- kelyke wetsontwerpen over Opsterland en Weststellingwerf aangenomen. Men mag dus aannemon, dat eerlang de Kroon ze tot wet zal verhellen. Dit spyt ons èn op zichzelf, èn overmits ook do heeren Melvill van Lynden en Schim- melpenninck van der Oye er hun stom aan gaven. Ook wel do heer Godin de Beaufort; maar deze, evenals de hoer Mackay, althans met uitgesproken weerzin. Alleen de heer Engelberts sprak eu stemde tégen. Toch school het gevaar voor onze beginselen ditmaal nog ernstiger in het oordeel, dat de heer Melvill van Lynden over het thans zittend Kabinet volde. Hy ontstak er niets dan wierook voor. Lof na lof werd aan dit ministerie toego- zongen. Eon panegyrie, die we verstaan, een lied des lofs, waarin we zelfs een einiweegs had den kunnen meezingen, mits,... en juist dat mits ontbrak,... mits duidelyk door hem ware uitgesproken, dat hy als auti-revo- lutionair jynreebt tegen dit Kabinet, als rus- «eride op den grondslag dor Revolutie-begm- 8elon, overstond. Doch hiervan geen woord. Alleen liet hy doorschemeren, dat hij in gewone tyden liever Van Houten niet op het Torentje had gezien. Een exceptie, die het Kabinet a 1 8 Kabinet veeleer verniste. Juist nu de verkiezingen voor de Staten komende zyn, waarlyk geen zeer sterke prikkel voor ons Calvinistisch volk, om voor de pro vinciale stembus hard te loopen. Ia een zyuer brieven in De Bazuin maakt ds. Gispen do volgende opmerkingen over de taak en de positio van den volksver tegenwoordiger: Ik behoor niet tob degenen, die van de politiek spreken als van „een vuilen boel." Myns inziens is de politiek niet vuiler dan het dobbelen in geld of in handelsartikelen, het z. g. beursspel en de negotie in het algemeen. Indien wy gelooven aan een wezenlykon, oerlijkeu handel, waarom zouden wy dan niet gelooven aan wezenlyke, byna had ik gezegd gewyde, politiek? Want in do politiek gaat het ten slotte om de hoogste goederen van een volk, om de belijdenis of om de verloochening van do eeuwige beginselen van waarheid en recht, om de zodeiyko grondslagen der menscheiyke samenleving, om datgene, waarmede ons volk staat of valt. Daarom kost de politiek, overdrachteiyk gesproken, zooveel menschoolovens. Wie or zich aan wijdt, doet het geheel, mot heel zyn hart en met alle krachten. Eri nu kan wel een zeer enkele reuzengeest ook op ander gebied veel arbeiden, maar ten slotte blykt bet toch, dat aan do menscheiyko kracht grenzen ge steld zyn. Wat moeilyker is: minister of volksver tegenwoordiger te zyn, weet ik niet en kan ik ook niet beoordeelen. Maar het komt my voor dat oen volksvertegenwoordiger al eon zeer zware en ernstige taak heeft. Indien in hem niet leeft de gedachte, die leeft in het volk, dat hem tot zyn vertogen- woordiger koos, kan hy onmogolyk zyn taak naar behooren vorvullen. Hy komt dan tegen over het volk te staan, vertegenwoordigt het niet, maar grieft het. Hy deükt anders, voelt anders, streeft naar iets anders dan hot volk, dat hem tot zyn vortegonwoordiger koo9, en verliest ten slotte het vertrouwen, dat zoo on misbaar ia, om waarlyk goed te doen. Waron de toestanden zuiver en niet zoo in gewikkeld, do taak van don volksvertegen woordiger zou ook eenvoudiger wezen. Maar de rovolutionnairen hobben in de Grond wet de onwezenlykheid geschreven, dat elk volksvertegenwoordiger het gohoele volk ver tegenwoordigt. Alsof dr. Schaepraan dr. Brons veld kan vertegenwoordigen, en mr. De Beau fort de belangen van mr. Troelstra kon be hartigen l De ware volksvertegenwoordiger moet ra. i. iemand zyn met wetenschap en talent, die, met een goed gevulden pylkoker, zyn tegen- party in de poorte durft ontmoeten en kan weerstaan. Elke party, maar met name de Calvinis tische, ziet zich gaarne vertegenwoordigd door in alle opzichten uitgelezen mannen. Het hindert haar niet, als die mannen twee naman hebben. Veeleer ziet ze er oen voorrecht en een goede gave van God in, ala zulke man nen zich het kruis van Christus niet schamen en de smaadheid willen dragen dergenen, die het meest gesmaad worden. Doch meer dan aan menschen hecht de prin- cipieele Calvinist aan het beginsel, waaruit hy leeft, en dat allesboheerschend is. Omdat hij vaststaat in het vertrouwon op on in de be lijdenis van de souvereiniteit Gods, aanvaardt hy do vryheid „met al de gevaren, die er, op deze zondige wereld, aan verbondeD zyn." En daar zit het kritieksto puntje. Daar ia de aanleiding tot allerlei misverstand. Daar wordt menigmaal do vriend van den vriond en de broeder van den broeder gescheiden. Wio dat niet vat, ziet al spoedig iets roods voor zyne oogen zweven, en kan Bybelteksten en woorden van beroemde Christenen in overvloed vinden, om togon wat m zyn oog afdwaling en verbastering is te getuigen. Do Calviuistischo groep in ons volk is, wat getalsterkte betreft, zwak en daarenboven niet ryk bedeeld met mannen van stand, gezag en invloed. Haar werkeiyk te vertegenwoor digen, naar eisch van het parlementaire leven en van de parlemontairo gewoonten, en dan nog wel als voerman of leider, is eon taak, die my voorkomt, buitengewoon zwaar te zyn. Er zyn evenwel menschen, dio er tegen kunnen. En ook daarin ziot de Schrijver weder een goedo beschikking Gods. Vooral als liy aan do toekomst denkt. Want: „Hoe ook do toekomstigo kleswot uitvalle, oonige uit- broidmg van het kiesrecht zal toch wel in aantocht zyn. De mogelykheid wordt dan hoe langer hoe grooter, dat ook minder gewenschto personen tot volksvertegenwoor diger gekozen zullen worden. Dan vooral zal er behoefte zyn aan wetenschappeiyke leiding, aan mannen, m wier hart leeft wat er leeft onder hot volk, on dio toch de bekwaamheid en den moed hebben om het verkeerde on dwazo met kracht to wederstaau en te vorydelen." Ka de Ited. Werklur. z||a opieieaei DATUM. DAGEN. Volw. porn. Kinde ren. Totaal 27 Jan. Zondag 78 17 95 28 Maandag. 97 24 121 29 Dinsdag 102 28 130 30 Woenadag. 105 25 130 31 Donderdag 101 22 123 1 Febr. Vrijdag 108 25 133 2 Zaterdag. 98 22 120 ZIEKENBEDDEN en -STOELEN, van de eenvoudigste tot de fijnste be werking. DRAAGSTOELEN, ROLSTOELEN voor Huis en Tuin. WANDEL WAGENS in soorten. LOOPSTELLEN, om zich weder te oefenen in het loopen. NACHTSTOELEN met hermetische sluiting, enz. 540 30 (KLOKKENSPELERS). DUNCAN S. UIILLEB, Directeur. K. Havart, W. J. Havart, A. Ison en A. Berridge, met hun prachtig Carillon Tan 131 welluidende klokken. op ZiTERBie 9 FEBRUARI, alhier, in de STADS-GEHOORZAAL. Aanvang des avonds te 8 uren. Prijzen der plaatsen: ƒ1. ƒ0.50 en ƒ0.25 Programma's en Toegangskaarten verkrijg baar by don Boekhandelaar A. A. RENSINK en aan den ingang der zaal. 802 19 Bestelgoederen worden aangenomen Breestraat 138, bestel- en vracht goederen Wachtkamer Stoomtram, naast „de Practische Ambachtsschool." Depots «e Lelden b|| de BH. C. FR4HCHEN, Apotheker, en Firma W. K- SWKJIEB, Drogist. 6518 16 Ais bijzonder goede TAFELWIJN wordt ten zeerste aanbevolen het merk Dez© Wyn, evenals de overige Bordeaux-wynen, wordt ontvangen van het huis dl. CHAlfc^FAi: so C. BOBOAUI. 599 20 —•55^3 i ARNHEM,1868. ONTVANGEN: eene groote sorteering PENDULES in Verguld, Cuivre, Onyx, Malachiet, enz. Marmeren Pendules met coupes van af f 17.50. Staande Ho uten Hiokken met gongslag en Regulateurs met fijne werken in alle modellen. Acht dagen Regulateur van af f9.- GOUDEN HEEREN REMONTOIRSvan af 20. - DAMES „„15.- ZILVEREN HEEREN- en DAMES REMONTOIRS 8.50 Waltham Horloges, uitstekende werken en eierlyke solide kasten. Groote sorteering Kettingen en Wekkers. NB. Alle Uurwerken worden met zorg gerepasseerd en onder garantie geleverd. ATELIER VOOR SEPARATION, 644 52 co m." =3 to

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 5