N". 10721. Maandags 4 Februari. V. 1895. fezs (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §on- en feestdagen, uitgegeven. PERSOVERZICHT. Leiden, 2 Februari. IDSCH BAG-BLAB. PRIJS DEZER COURANT: Voor Loiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post Afzonderlijke Nommers 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.171. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Tweede Blad, Ik Standaard wfist er aan het slot van een artikel over Kolonisatie op, dat men blikbaar in de West, in Suriname, het hooge belang begint in te uien van vestiging van Hollandsche boeren aldaar, ook om den wille der kwijnende kolonie zelf, die bijna viermaal grooter is dan ons land. By de Koloniale Staten is nl. een ontwerp aan hangig tot regeling van de voorwaarden, waarop personen of gezinnen zich daar als landbouwers kunnen vestigen. „A-ls du maar de hand aan den ploeg ge slagen wordt", zegt het blad, „en het niet bliJve by goede voornemens, die nooit ver wezeniykt worden l De behoefte aan land bouwers allereerst brengt dit goede met zich, dat men niet hoeft te beginnen met paupers uit de steden af te zenden, wien het allicht, ontzenuwd als ze zijn, aan de noodige energit en gehardheid ontbreekt om door te zetten en by aanvankeiyk gering resultaat den moed er nog in te houden. „Misschien brengt onze West mettertyd nog wat men van Amerika niet verwachten kon, omdat daar alle nationaliteiten samensmelten wat Transvaal beloofde, maar niet vervulde; en wat men van de Oost oogenschyniyk te vergeefs hoopt." De (anti-rev.; Nederlander bespreekt de vaak gehoorde klacht, dat de middenstand verdwynt. Het is nog de vraag, zoo zegt hy, of het waar Is, dat de middenstand, zooals wy dien kennen, die stand van de tusschenhai d en van de kleine ondernemers, aan 't verdwynen is door de epperheerschappy van het groot bedryf. Omvang van handel en industrie is in de laatste 100 jaren zoozeer toegenomen, dat het aandeel van het groot-bedryf zeer kan zyn aangewassen, zonder dat het klein-bedryf is ingekrompen. De beslissing staat aan statistische gegevens, die De Ned. niet binnen zyn bereik heeft. Maar ook al wart dit het geval, dan heeft men het als noodzakeiyk te aanvaarden en daartegenover te stellen, dat zich een nieuwe middenstand vormt. Het groot-bedryf wordt het klein-bedryf op industrieel gebied in de concurrentie de baas, als noodzakeiyk gevolg van den geheolen om keer in de voortbrenging der goederen. Dt artikelen worden goedkooper. Tyd-, geld- en krachtsverspilling zou het zyn kunstmatig de duurdere methode in stand te houden. Het onvermydeiyke lyden in den tyd van over gang meet zooveel mogeiyk gelenigd worden. Maar men sluite het oog niet voor het feit, dat de verbruikers van levensbehoeften wor den verlicht. Coöperatie en concentratie zijn nu eenmaal de voorwaarden yoor industrieel® en commerciëele welvaart. Er is echter by velen vrees, dat die alge- meene welvaart verkregen zal worden ton koste van de ontwrichting van het maatschap- pelyk organisme. De Ncd. vreest daarvoor niet. Ook in de moderne industrie blyft een middenstand. „Zelfs indien het kapitaal (der fabriek) uit één hand komt, wat toch niet de regel is, dan vindt men aan die fabriek direc teuren, ingenieurs, administrateurs, boekhou den, bazen, meesterknechts, dio ieder voor zich oen positie hebben, die sociaal niet lager staat dan die vroeger werd bekleod door de kleinere ondernemers, die verdrongen werden." De jongens van onzen middenstand moeten een plaats zoeken in die nieuwe gelederen. In de Edosche Courant verklaarde jhr. mr. A. F. Do Savornin Lohman, desgevraagd, dat hy vroeger voor uitbreiding van kiesrecht was, nl. tydens den schoolstrijd, opdat aan het „volk achter de kiezers", dat wist wat het wilde, voldoende invleed zou worden verschaft tegenover het „denkend deel" der natie. De uitbreiding echter, die hy toen wenschte, was er eene, waardoor gelyk dr. Kuyper het terecht uitdrukte in „Ons Program" xou worden geweerd „het gevaar voor ever- heersching van de hoogore standen der niaatschappy"; het yevaar, - ïognaaals met de woorden van „Ons Program" „dat de talryksto klasse de meerontwikkelde klasse der maatschappy zou overstemmen; een kwaad, dat ook door ons niet wordt begeerd. Thans is die echoolquaestie voorby. Andere quae8tles, die do Kamer weigerachtig is te aanvaarden, zijn er nist. Mr. L. kan dus niet inzien dat de omstandigheden uitbreiding noodig maken. Daar komt by, dat het middel, dat men thans wil, feiteiyk neerkomt op algemeen stemrecht, hetwelk door hem wordt veroordeeld. Neen, men voere eerst Kamers van Arbeid in l En daartoe is de Volksvertegen woordiging met onwillig. Immers van bdar niet van het volk kwam, ongeveer in 1885, de eerste aandrang tot het oprichten van K. v. A., en dat gevoelen won in do Volks vertegenwoordiging steeds veld. Welnu, men geve aan de gezamenlijke Kamers van Arbeid, als zy er eens zyn, het recht om een bepaald aantal afgevaardigden Daar de Tweede Kamer te zenden l Zou daardoor het doel niet beter bereikt worden, dan door het bezigen eener dommekracht, die wellicht door andoren zal worden gehanteerd dan door hon, wier be langen men op het oog had? Het wetsontwerp op bevordering, ont slag en pen8ionneering van officie ren der landmacht besprekend, dringt het Utrechtsch Dagblad aan „op herziening van de statuten der weduwen- en woozenkas voor de officieren der landmacht, dat ergeriyk toonbeeld van militaire willekeur." Het blad zegt daaromtrent: „Is het reeds verkeerd, de weduwen der officieren in te deelen naar den rang, het laatst door den overleden echtgenoot bekleed alsof het gezin, door den majoor nagelaten, andere levensbehoeften hoeft dan dat van oen overste of kapitein nog pfinlijkor is het, als door zoogenaamd „ongelukkig dienen", ja door willekeur soms, later nog de weduwe getroffen wordt." In deze opmerking schuilt zonder twyfel zeer veel waars, doch, vragen wy, zegt De Residentiebodewaar zou hot heen moeten, als men zich by de vaststelling van het pensioen naar de individueele levensbehoeften van de gepensionneerde wilde gaan regelen? In dat geval by voorbeeld zou een ziekeiyke of zeer weinig ontwikkelde weduwe veel hooger aan spraken kunnen doen gelden dan een gezonde en handige vrouw, die zonder al te grooto inspanning toch kan rondkomen. De rang en de dienstjaren van den over ledene moeten, naar het ons voorkomt, mèt het aantal on verzorgden, dat achterblyft, wel degeiyk de basis blyven van het pensioen. Dit uit hot oog to verliezen, zou wezen een zeer gevaarlyken weg bewandelen, die ver leiden kan. Over den laatst gehouden gerechte- ïyken verkoop schryft de Arnhemsche Courant „De stad, het land, de pers, de hooge en lage machten hadden de aandacht gevestigd op den executorialen verkoop van den inboe del van Reens. „"Wel wat te veel eer voor een zaak van betrekkeiyk geringe betoekenis, maar het gold een beginsel. Zoo die verkoop verydeld werd, was de grond gelegd voor hot machte loos maken van den by de wet voorgeschre ven verkoop van inboedels dergenen, die weigeren hun belasting te betalen. „De uitslag is bekend: de boedel werd verkocht met de hulp van oen krachtige politiemacht, tot wier assistentie eer. deta chement militairen in reserve was gehouden, terwijl het terrein was afgezet en er ver scheidene ongebruikelyke bepalingen waren gemaakt „Force resta a la loi. Maar terecht vraagt meD, of by een volgenden executorialen verkoop hetzelfde zal mooten geschieden By de behandeling der begrooting deed de Regeering het vooruitzicht doorstralen, dat tegen deze praktyken van de anti-belasting- vereenigiog een middel zou worden aange wend. Is dit het middel, dan kan men het niet gelukkig gekozen achten De halve politiemacht van een gemeente in dienst te stellen voor de uitvoering eener Rijkswet, is toch geen welgekozen middel en op den duur niet vol te houden, terwyl op die wyze de agitatie, die toch al groot genoeg is, door zulko TorkoopiDgen nog wordt verhoogd. „De minister» van financiën en justitie moeten iets beters verzinnen. Zoo gaat hot niet; voor esn honderd gulden mag mon een halve stad niet by herhaling in rep en roer brengen." wetsontwerpen betreffende Opst.erlanden Wost- stellingwerf gezegd, dat men, om vast te stellen of or „grove verwaarloozing" heeft plaats gehad, wetenschappeiyk te werk moest gaan en had te letten op de etymologische, de historische en de economische interpretatie dier woorden. Het blad van den heer Lobman wee3 in zyn Kameroverzicht op deze woorden, en rangschikte ze onder de rubriek parlementaire aardigheden, waarop De Standaard weer vroeg of het aldu8 is, dat het blad het optreden van een tegenstander, maar toch ook ten deele, geestverwant aan de kaak stelt. Dat de Christelyke consciëntie oordeele. Een dag later was er een nieuwe aanleiding voor polemiek. Dr. Kuyper had in de Tweede Kamer gezegd, dat als de heer Lobman zich op De Nederlander beriep, hy naar zichzelf verwees, waarop de heer Lohman zeide: is dat niet evenzoo het geval, al3 dr. Kuyper naar De Boodschapper en De Zeeuw verwyst? Dr. Kuyper zag hierin het verwijt, dat hy bedoelde bladen had voorgeschreven, hoe over de Friesche quaestie te echry ven. Hy ontkende dit en kwam op voor de eer der pers. De Nederlander vraagt daarop hoe de eer dor pers kan zyn aangerand, waar de af hanke- lykhoid der kleine pers vau De Standaard juist als stelsel verdedigd was, en wyst er op dat dr. Kuyper zoo maar, zonder eenige weeklacht, den volke verkondigt, „dat by oud-gedienden als A3. Mackay, Lohman e. a. do anti-revolutionnaire zenuw is doorgesneden." De laatst® dagen is tusschen de beide anti-revolutionnaire hoofdorganen, het blad van dr. Kuyper, en dat van jhr. Lohman, een penneatnjd ontstaan, welke niet zonder beteeken ia is. Niet emiat, zegt de Atmterdamsche Courant, het geschil, dat de heeren verdeelt, van zooveel belang is, maar wel, omdat de polemiek leert, hoe scherp de heeren tegenover elkander staan. Dr. Kuyper had by do behandeling van do Ia De Graafschappernaar De Residentie bode opmerkt, plaatselijk adjudant van De Standaard in Gelderland, richtte de heer J. W. Yan Straaten tot den heer De Savornia Lohman de vraag, eens duidelijk uiteen te zetten, waarom er toch verschil van inzicht tusschen do beide anti-revolutionnaire groepen bestaat, „wat eigenlyk'bot cardinale ver schilpunt uitmaakt tusschen mr. Lohman on dr. Kuyper, tusschen Nederlander en Standaard Op dezo vragen geeft De Nederlander (De Savornin Lohman) het volgende ten antwoord: „Wat zullen wy tot deze dingen zoggen? „Wy doen ons best, in tal van quaestiëu zoo scherp en duidoiyk te doen uitkomen wat wil beoogon. Vanzelf blykt daaruit, in hoe ver wy hot eens zyn met De Standaard. Zyn wu op een bepaald aangewezen punt ondui- delyk geweest, dan zullen wy, daarop opmerk zaam gemaakt, gaarne nog duideiyker spreken. Maar met één woord „het cardinale geschil punt" aan te duiden, is ons onmogelyk, althans indien ook wy ons niet willen schuldig maken aan het bezigen van algemoenhoden en partybeuamingen, dio ra6er kwaad bloed zetten dan licht geven. „Maar waarom doet men ons die vraag? „Waarom niet aan De Standaard zelve? Dit blad toch beschouwt blykbaar De Nederlander als oon tegenstander, waarvan de lectuur zoo niet zede- althans volksbedervend is, en als de pest moet worden geschuwd. Indien het nu oens aan zyne lezers mededeelde, wadrom het zoo bang is voor ons, en waarin het cardinale geschilpunt bestaat, dan kon de zaak wellicht tot klaarheid komen. „Indien er gebrek is aan openhartigheid, dan toch zeker niot aan de zyde van De Nederlander F' „Werkelyk, nu kunnen de menschen niot klagen, dat naen hun do zaak niet glashelder uiteen heeft gezet," zegt De Residentiebode. „AU mr. Haffmans, ouder gewoonte, om „me or licht" vroeg, zou hy, ten minste na het ontstoken van dit magnesium vuur, grooteiyks on gelyk hebben. Zal nu De Standaard op haar beurt den volant weer naar De Ncderlamdcr terug- raketten? Het geval doet ons denken aan oen Comanchen-verhaal ef zoo iets, waarby twee „woudloopers", die het geheim van een schat deelen, elkaar, by het overateken van een ravyn op een daarover gelegden boomstam, absoluut de eer willen geven van het voorgaan. „Na u!" blyven zy maar steeds zeggen, totdat eindeiyk een bevriend „Opperhoofd" tus8chenbeide komt door zorg to dragen, dat do boomstam niet „by ongeluk" kantelt, terwijl de eerste „weudlooper" or zich op bevindt. Wie zal hier de rol van hot „Opperhoofd" gaan verrullen? Onze „woudloopers" kennen beidon den schat on hebben elkaar te veel noodig, om ieder huns weegs te kunnen gaan. Zyn ze het ravye eena over, dan zien we hen toch weer samen voortschryden, zy het dan ook met den vinger aan den trekker." Den 3laten December van het overige jaar heeft, zooals reeds bekend, mr. P. Broos- hooft zyn betrekking neergelegd als hoofd redacteur van het Indische dagblad De Loco motief, na daaraan acht jaren verbonden te zyn geweest. In een tweetal keurig gesty leerde hoofdartikelen beeft by afscheid ge nomen van zyne lezers, de taak der pers, speciaal die der Indische behandelende. Deze artikelen z(jn allen aan te bevelen, die belang stellen in de Indische journalistiek, want daarop werpen zy een eigenaardig licht, zooals men niet dikwijls hier te lande te aanschouwen krygt. Een uittreksel van deze beide opstellon te maken, zou te veel ruimte vergen; daarom slechts aan de slot-opmer- kiogen van mr. Brooshooft gastvrytieid ver leend! Dezo luiden als volgt: Myn lezers wensch ik verder heil. Ik verlaat hen, ik verlaat Indië niet zonder dankbaar heid voor hetgeen ik door hunnen steun bier aan materieel welzyn heb mogen genieten, ook niet zonder leedwezen over het verlies van velerlei geluk, dat ik hier mocht smaken. In vele opzichten is, in den tegenwoordigen tyd, de achterblyvende te benyden boven den vertrekkende. Ontwende levenswijze, ver vreemde menschen wachten ons veelal daar ginds, en voor wie met een gezin naar Europa vertrekt, is bovendien de hooge ernst der tyderi, de onvermijdelijke maatscbappeiyke boroe ïmg, dio daar nadert, een punt van ernstige bekommering. Hier daarentegen leeft men zonder veel hoogera emotie, maar buitengewone rampen ter zydo gelaten ook in zeker kalm genot, dat do van nature onrustige mensch dikwjjla to weinig op prys stelt, doch waarnaar hy met heimwee terugverlangt, indien hy het heeft vorloren. Ook do staatkundige en maat- schappelyko verhoudingon in Indië kunnen op den huidigen dag de vergeiyking mot die ia Europa zegevierend doorstaan. Er z$n, vooral met betrokking tot de inlandsche be volking, zeker nog verkeerde toestanden, die verbetering eischen, doch waar vindt men die niet? Daarover trouwens, al leest hy or gaarne eens over in een tydschrift of dagblad, maakt zich geen enkele Europeaan hier warm. In hot materioele welzyn van blank, geel en brum, vortoonen zich ups and downs, zooals nu woer de crisis in de euikerpryzen, maar dat zyn quaesties van tyd, zich in den regel snel oplossende, met achterlating in haar spoor van enkele zwaar gewonden, die zich in den tegol wel woer weten to herstellen. De politieke veiligheid is zeer zeker on- vergeiykelyk grooter dan die in welk land van Europa ook. De prachtige veldtocht naar Lombok, aan gedurfd door een landvoogd met groote wils kracht, geleid door een veldheer die, zich onverwelkbare lauweren veroverde door zyn moed, bekwaamheid en energie, gestroden door een leger, dat do hooge achting, by vroegere gelegenheden verworven, door zyne op dezo expeditie betoonde dapperheid, volharding en weerstandsvermogen wist op te vooren tot bepaalde vereering die veldtocht heeft voor lange jaren do rust in Indië, het prestige onzer wapenen, don eerbied voor onze regeering verzekerd. Wat hier voor veiligheid van vrouw, kind of goed kan to vreezen zyn, zal zich in de eerste halve eeuw bepalen tot een of anderen fanatiokon, plaatselyken overval, welks slacht offers zeker even beklagenswaardig zouden zijn als die van een algemoenen opstand, maar die den thormometerstand der oponbare rust niet merkbaar verlaagt of verhoogt. In Europa daarentegen dreigt ja, wie trekt het scherm op? „Beati sunt possidenkes", zalig zyn de be zitters, zei onze brave Goudsmit te Leiden zoo dikwyls. Ik durf, waardo lezer, by deze gelegenheid er van maken„beati aunt remanente3", zalig de achterbiyvers. Men schryft ons uit Alfen, dd. 31 Jan.: Hedenavond werd in het Nutsgebouw alhier de gewone Januari-vergadering gehouëen van het departement Alfen-Oudshoorn der Maat schappy tot Nut van 't Algemeen. Nadat do voorzitter de vergadering had geopend en de notulen der vorige vergadering waren golezen on gearresteerd, werden lo. a tot commissarissen van de Spaarbank mot bijna algomeono stemmen herkozen de heeren J. W. O. Clant on C. C. Krom, b idem gekozen in de plaats van do heoren P. J. Oostboik en H. G. Yan Nouhuys, dio als zoodanig hadden bedankt, J. "W. C. Bloem en W. C. Van de Re», c als commissaris der Leesbibliotheek herkozen de heer P. Moen, d als idem van de Ambachts- teekenschool de heer J. W O. Clant, e ais idem vaD het Ziekenfonds de heer J. Rutgers, f als idem van dö Gymnastiokschool de hoi r S. v. Bachtim de Boor; 2o. ter voorko ming van noodelooze stemmingen eD herstem mingen ingevolgd vroeger genomen besluit, door het bestuur rechtstreeks aangewezen tot leden van de commission, belast met de opne ming van den staai der verschillende instel lingen a. van de Spaarbank de heeren H H. Kloot, B. Formyne en A. Beyerinck, b. van de Leesbibliotheek de heeren W. F. L. Van Voorlhuizen, A Kuiper en H. Kop, c. van de Ambachtsschool de hoeren F P. Bos, 'J. A. Van Gulden en C. Van "WierengoD, d. van het Ziekenfonds de heeren Helder K. Sadee, D. N De Rijke, en e. van de Gymnastiokschool de heeren W. Van Egmond, B W. Graswmckel en A. J. Groen. Aan do verschillende heeren zal van deze benoeming door den secretaris worden kennis gegeven. Hierna bracht de commissie, belast mot het nazien der rekening en verantwoording van den penningmeester, by monde van den heer J. W. O. Clant, verslag uit, waaruit blijkt dat op 1 Januari des vorigen jaars het kas saldo bedroog f 208 25s en op 31 December d. a. v ƒ312.615, zoodat alzoo een vermeer dering was to bespeuren van 104.39, en die commissie rapporteerde tot goedkeuring van de rekening en verantwoording, waartoe dan ook werd besloten. De voorzitter bedankt hierna den penning meester voor zijn richtig gehouden beheer. Ingevolge het voorstel van het bestuur werd besloten om van de bijdrage van 1000 (art. 21 van het Regl. der Spaarb.) de volgende subsidiën te verleenen, als: a. aan de Dopar- tomentskas 200, b. aan do Gymnastiekschool f 400, c. aan de Leesbibliotheek 100, d. aan de Ambachtsschool 150, e. aan het. ziekenfonds f 50, f. aan de zwem- en badinrichting 100. Nadat was benoemd tot afgevaardigde ter algemeens vergadering in 1895 de hoer S. Van Baehum de Boer, er. tot diens plaatsvervanger de heer P. M uren, werd de vergadering ge sloten. Voor do betrekking van gemeento-bode te Zoeterwonde, jaarwedde f 130, hebben zich t on sollicitanten aangemeld. De vennootschap „Do kleine Courant", die het „Nieuws van den Dag" uitgeeft, ho staal 25 jaar: den lsten Februari 1S70 word zy opgericht. In het college van commissarissen der vennootschap hebben nog twee leden zitting, die haar mede oplichtten: do heeren J. R. Wüsto en L. Aug. Bruyn. Ln 1869 verschonen hier to lande 100 dag- en weekbladen. 1880 35? 1890 „074 1894 700 Zooals men weet, word in 1869 het zegel op de couranten afgeschaft. De minister van marine hoeft den luit. ter zee 2de kl. W. M. K. B. Van Idsinga, uit Oost-Indio in Nederland teruggekeerd, op non-activiteit gesteld. Het stoomschip „Ardjoeno", van Java naar Rotterdam, passeordo 30 Jan. Gibraltar; de „Glaucus", van Amsterdam en Liverpool naar Java, passeerde 31 Jan. Gibraltar; de „Pondo", van Amsterdam on London naar Kaapstad, vertrok 30 Jan. van Dartmouthde „Kaiser" vertrok 30 Jan. van Durban naar Hamburg; de „Prins van Oranjvan Am sterdam naar Batavia, arriveerde 30 Jan. to Padang; de „Prinses "VVilhelraina", van Am sterdam naar Batavia, vertrok 31 Januari ran Suez. Bjj koninklijk besluit is dr. M. C. Mensing, penningmeester van het genootschap „Nederig en Menschlievend", te Rotterdam, benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau. Benoemd: tot rechter van de arr.-rechtbank te Zwolle mr. H. J. "Westra, thans rechter in de arr.-rechtbank te Ileerenroon; tot kan tonrechter te Deventer mr. A. J. Dyck- meestor, thans griffier bij het kantongerecht aldaar. Met ingang van 8 dezer, jhr. F. Schuur- heque Boeye benoemd tot burgemeester van Wormerveor, met gelyktydige toekenning van eervol ontslag als burgemeester van Nieuwendam. De heer T. Byloveld, arts, met ingang van 6 dezer, benoemd tot officier van gez. 2de kl. by de zeemacht. De met verlof hier te lande aanwezige lsto luit. der inf. van het leger in Ned.-Indië G. Ripping, wegens lichaamsgebreken, mot ingang van 1 Maart a. s., eervol uit «len militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 5