N». 10719.
Vrijdag X Februari.
1895.
(§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post. 1.40.
Afzonderlijke Nommcrs 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
"wordt 0.05 berekend.
Leiden, 31 Januari.
Het bestuur der afdeeling Leiden van
de „Zuid-Hollandsche IJsvereeniging" ver
zoekt ons mede te deelen dat, na ingesteld
oüderzoek, de toestand van net (js op het
Galgewater van dien aard bleek te zfin, dat
er nog met geene mogelijkheid een baan
aangelegd kan worden.
Blijft de vorst aanhouden, dan zal de af
deeling zoo spoedig mogelijk het gedeelte,
gelogen tusschen de beide spoorbruggen, in
beheer nemen.
Uit Leiderdorp schrijft men onsHet moge
tot ernstige waarschuwing strekken dat het
ijs in den Rijn onbetrouwbaar is, ja dat zelfs
die rivier langs do- trekvaart- van af Leiden
tot aan - het-Petröleum^magtizijri-bijna geheel
open ligt,-zoociat-het zich laat begrijpen dat
de IJsclub-tot op heden niets'kan uitrichten
om aan velen werk te kunnen verschaffen.
ZU zal gewis zoo 6poedig dit toelaat met het
gereedmaken der banen wel aanvangen, en
dit door het uithangen der driekleur aanduiden.
Het wordt wenschelijk geacht dat ook andere
dagbladen hunne lezers, schaatsenrijders, op
dit groote gevaar opmerkzaam maken.
Door de ysclub „Voorwaarts," te Katwijk
aan den Rijn, is gisteren een begin ge
maakt met het in orde brengen van banen;
houdt de vorst aan, dan wordt heden een
baan van af Valkenburg door en achter
Katwijk aan den Rijn tot do grens van Katwijk
aan Zee aangelegd.
- Mej. Ph. Bohró, te^ Katwijk,**is benoemd
tot onderwijzeres te Naaldwijk.
- Te "Woubrugge is tot lid van den ge
meenteraad gekozen do heer J. Van Griet
huizen, met 59 stemmen. Slechts even een
derde der kiezers maakte van het stemrecht
gebruik.
Met het oog op de a. s. herziening der
kiezorslijsten noodigt de Voorzitter van den
gemeenteraad van Sassenheim de mannelijke
inwoners uit, om, zoo z(j in een andore ge
meente in de personeele belasting over het
dienstjaar 1893/94 of wel in de grondbelasting
over 1894 zijn aangeslagen, daarvan, vóór
den löden Februari a. s., door overlegging
van hunne voor voldaan geteekonde aanslag
biljetten ter gemeente secretarie te doen blijken.
Tot gelijke aangifte worden uitgenoodigd
zij, dis als lodger op de kiezerslijsten wenschen
te worden geplaatst.
Het aantal ingeschrevenen voor de natio
nale militie, lichting 1896, bedraagt in de
gemeento Sassenheim elf.
- Bij de te Wassenaar plaats gehad heb
bende verkiezing voor eëtflitl varrden gemeen
teraad verkregen de meeste stemmen de heeren
H. Den Hollander Pz. en L. C. Kolff, tusschen
wie herstemming moot plaats hebben.
Door den heer H. J. Tydeman, oud-resident
van Tegal, is aan de Kon. Ned. fabriek van
de heeren J. M. Van Kempen en Zonen, te
Voorschoten, namens don heer K. Hovers
Greve, hoofd eener Indische handelsfirma te
Tegal, een zeer kostbaar stuk bosteld, dat
dezer dagen naar Indië werd verzonden.
Het bestaat uit een kunstig bewerkten
gouden koffer op plateau, bestemd voor den
Regent van Tegal, door zijne Tegalsehe vrien
den. Het deksel is versierd door een keurig
gedreven Nederlandschen Leeuw met wapen
schild. De zijden van den koffer, die door
leeuwenklauwen gedragen wordt, is met prach
tige gravures versierd, terwijl in een omlau-
werd schild de volgende inscriptie in fraaie
letteren is aangebracht:
„Souvenir aan Raden Mas Adipatti Ario
„Rekso Nogoro ter eere van zijn 25 jarig jubi
„leum als Regent van Tegal aangeboden door
„zijn Tegalsehe vrienden. - 10 September 1894."
Dit buitengewoon rijke kunstwerk zal zeker
voor den Regent van Tegal tot een aangenaam
blijk van warme sympathie zijner vrienden
verstrekken.
By den Raad van State-is gisteren-inge
komen het koninkiyk besluit, waarby verklaard
is dat de aangevoerde bezwaren geen voldoen
den grond opleveren om niet toe te laten de
voorgenomen oprichting van een buskruit- en
projectiolenmagazyn onder Haarlemmorliode en
Spaarnwoude.
Hot winter congres van de Nederlandsclie
Maatschappy voor Tuinbouw en Plantkundo
zal den 20sten Februari te Utrecht plaats hebben.
In de Eerste Kamer werden de algemeeno
beschouwingen over do Staatsbegrooting voor
1895 voortgezet.
De heer Sassen vergeleek onzen finantiëelen
toestand met-dien van bet buitenland.
Nederland heeft de treurige eer aan het
hoofd te staan, wat het cyfer van belasting
heffing betreft. Om dit aan te toonen, haalde
spreker oenige cyfers aan, waaruit blykt
dat in Nederland betaald wordt 47.30 fr. per
hoofd; in België 27.39 fr. en in Denemarken
28.50 fr. Vervolgens wyst hij er op, hoe de
minister Pierson zich vergist heeft in het
nationaal vermogen en gaat daarna over tot
eene vergeiyking van de legerkosten. In Neder
land kost elke soldaat aan de natie 1692 fr.
in Frankrijk 1234 fr.in Duitschland 1184
fr.in België 967 fr. en in Denomarken 777
fr.; of byna de helft van een Nederlandscli
soldaat. In verband met die cyrers vraagt
spreker aan den minister van oorlog staten,
ten einde in dótails te kunnen beoordeelen,
of die hoogo kosten voor den Nederlandschen
soldaat noodig zyn.
De .heer Van Nispen tot Pannerden wenschte
voorziening in de landbouwbelangen, ook op
andere wyze dan door protectie, en zette den
nadeeligen toestand uiteen, waarin handel en
nyverheid verke'eren. Hy acht eene enquête
noodig.
De heer Van Nispen bestreed het denkbeeld
om de zeeweringen' voor ryksrekening te ver
sterken, met het oog op de aanspraken, die
de waterschappen en de rivierpolders dan
zouden kunnen maken.
De heer Schimmc'penninck van der Oijc
was niet tegen beperking van oorlogsuitgaven,
maar achtte bezuiniging alleen mogelyk by
invoering van persoonlijken dienstplicht.
De heer Bultman drong er op aan, om de
landbouwzaken over te brengen naar het
ministerie van waterstaat, ten einde ze los
te maken van de politiek, want de minister,
oie do landbouwbelangen behartigde, moet
geen politiek man zyn. Spr. acht het land-
bouw-comité volkomen geschikt om inlich
tingen te verkrijgen.
Gisteravond om halftien is de uitslag der
veikiezing voor 39 leden van den nieuwen en
grooteren Rotterdamschen gemeenteraad be
kend goworden. Het aantal geldig uitgebrachte
stemmen heeft bedragen 3502, de volstrekte
meerderheid was dus 1752.
Gekozen zyn by eerste stemming de heeren
H. J. Bonn met 1875, mr. C. H. B. Boot
met 182), jhr. F. Van Citters met 1837, W. J.
Droogleever Fortuyn mot 1791, J. Drost met
1890, F. Ebeling met 1907, mr. E. Feith met
1811, J. J. Franqois met 1759. P. Havelaar Jzn.
met 1864, mr. J. Van Kein, mr. J. Van
Heukelom met 1811, mr. C. F. A. Hooge-
weegen met 2637, E. C. "W. Hoyër met 1886,
J. Hudig met 1940, G. M. Kam met 1876,
A. Ketting met 1764, W. J. Kraemer met
3157, L. P. De Lange met 1822, P. R. Mees
met 1893, A. De Monchy met 1862, mr. S.
Muller Hz. met 1869, W. M. Pieters met
1870, P. Van Rossom met 3325, dr. E. Van
Ryckovorsol met 1829, L. Samson met 1775,
dr. H. J. Sleurs, dr. W. B. Van Staveren met
2949, J C. Smalt met 1814, 0. E. Van Stolk
met 1914, mr. A. H. Van Tienhoven met
1807, H. C. Vaandrager met 2051 en J. M.
Voorhoeve met 1753 stemmen.
Voor 6 plaatsen moet herstemming plaats
hebben tusschen do heeren M. H. Heybroek
die 1750, mr. E. E. Van Raalte die 1651,
Jac. Van Vessem die 1615, W. C. Coepyn
die 1606, P. Van der Pols die 1541, J. W.
Thompsen die 1515, A Dano Cz. die 1495,
mr. J. Mascheck die 1492, R. Milders die 1419,
Herman Kolff, die lp90, mr. J. D. M. Van
Blommenatoin die 1337, en P. Lambert die
1331 stemmen verkregen.
Do grooto feiten v'an don dag zyn dus dat
niet eens alle aftredende leden, die zich her-
kiosbaar hebben gesteld, dadelijk herkozen
zyn en dat de verbonden minderheden zóu
krachtig ayn opgeiroden dat van hun 13
candidaten 7 dadeiyk zyn gekozen, terwijl
de overigen allen ln herstemming komen mot
de candidaten van „Vooruitgang", die belang-
ryk minder stemmen hebben gekregen.
Onder do aftredenden, die zich aan eene
herstemming moeten onderwerpen, behoort
mr. E. E. Van Raalte, de bekwame wethouder
van financiën te Rotterdam.
Vermelding verdient nog dat de heeren
Brandama, De Klerk, Van Gilso van der Pais,
Priria, Roes, Van Limburg on P. Smit Jr.,
die alleen van de kiesvoreoniging „Rotterdam"
afhankelijk waren, onderscheideniyk 896,
707, 630, 519, 576 en 696 stemmen hebben
verkregen.
De nieuwbenoemde minister resident en
consul-generaal in China, de heer Knobel, zal
zich van zyno tegenwoordige standplaats
Teheran rechtstreeks naar zyn nieuwen post
begeven.
Gisteren werden aan H. M. de Koningin-
Regentes namens het uitvoerend comité der
a. s. te Amsterdam te houden „Wereld-ten
toonstelling voor Hotel- en Reiswezen", aan
geboden twee albumsin roodmarokijnen banden
en verguld op snede, bevattende een groot
aantal prachtig geslaagde photographische
afbeeldingen van de op het Oud Hollandsche
marktplein te bouwen huisjes.
Tevens ontvingon beido Koninginnen een
in bruin kalfsleder gebonden boekske, bevat
tende de geschiedenis en het doel der aan
staande tentoonstelling.
De door den architect Breman gemaakte
origineele teekeningea^vfin Oud Holland en
platte gronden van "hpt geheele terrein wer
den aan H.H. ALM? ter bezichtiging voorgelegd,
Het bericht uit „De Maasbode," dat dr.
Schaepman zou ophouden medewerker van
„Het Centrum" te zyn en een eigen orgaan
het licht doen zien, mist, naar laatstgenoemd
blad meldt, allen ernstigen grond.
Naar aanleiding van de onlangs gestelde
vraag, of ook dit jaar de examens voor be
lasting commiezen zouden achterwege blyven,
deelt men aan de „Arnh. Ct." van „vertrouw
bare zijde" mede, dat deze examens in de
eerste jaren niet te wachten zyn. Door de
afschaffing der patenten, vermindering van
accijnzen en het feit, dat door de verhooging
van den accyns op gedistilleerd in Duitsch
land de grootste prikkel tot smokkelary aan
onze grenzen is weggenomen, zal men met
het tegenwoordige ambtenaars-personeel nog
lang kunnen volstaan.
Wy vernemen dat de wetsontwerpen
nopens Opsterland en Weststellingwerf in de
Eerste Kamer zullen behandeld worden vóór
^Hoofdstuk V (Binnenlandsche Zaken.)
Het wetsontwerp nopens de teruggaaf van
het waarborgkapitaal der spoorwegconcessie
Stmarang Cheribon zal behandeld worden
vóór de Begrooting van Koloniën. (D.)
To Ylaardiugen is tot gemeente-ontvanger
benoemd jhr. M. W. De Jonge, burgemeester
en secretaris te Scbermerhorn. Het salari3
bedraagt 1450 en de verelsclite borgstelling
17,000.
By koninkiyk besluit is hersteld in
activiteit by het Nederlandscli Indisch leger
voor den tyd van twee jaren: lo. als kapt.-
kwartiermeoster, de gepens. kapt.-intendant
van het leger Th. Kley, en 2o. in zyn rang,
de gepens. kapt. der inf. van hetzelfde leger
J. M. Henning, beiden ten einde gedetacheerd
te worden by het koloniaal werfdepöt, om
aldaar werkzaam te zyn, de eerstgenoemde
als administrateur van de magazijnen van
kleeding en nachtleger, de laatstgenoemde
als officier van speciale diensten.
Pensioen verleend aanF. Wouda, weduwe
van mr. B. Yan Hasselt, ƒ360; K. Van
Calcar, ƒ135; O. G. Hendriks, ƒ257A. Koks,
ƒ200; A. Voogdt, ƒ77, J. T. Stoffers, ƒ127
's jaars.
De officier van gez. 1ste kl. by de zeemacht
J. Yan der Kolk, voor den tyd van 3 jaren,
ingaande 16 Febr. a. s., op pensioen gesteld
en hom gedurende dat tijdvak toegekend een
pensioen van ƒ600 's jaars en eene ver
hooging, ingevolge artikel l,§c, der wet van
1 April 1875, van ƒ150 's jaars.
Met ingang van 16 Febr. a. s.: lo. de luit.
ter zee 1ste kl. j. Hartog op pensioen ge
steld, order toekenning van een pensioen
van ƒ880 's jaars en eene verhooging van
dat pensioen ingevolge artikel 1, §c, der wot
van 1 April 1875 (Staatsblad No. 33) van
ƒ600 '8jaars; 2o. bevorderd tot luit. ter zee
lste kl., de luit. ter zee 2de kl. C. C. Zegors
Ryser.
Benoemd tot betaalmeester te Roermond
de heer H. I. Bolman, surnumerair by den
dienst van 'sRyks schatkist te's-Gravenhage.
Opsterland en Weststclllngwerf.
D.oj?r de Commissie van Rapporteurs uit
de Eerste Kamer is een eindverslag uitge
bracht over de wetsontwerpen, houdende
voorziening in de regeling en het bestuur
van de huishouding der gemeenten Opsterland
en Weststellingwerf.
Daaruit blykt dat de overgroote meerderheid
oordeelde dat hier inderdaad aanwezig is het
geval van grove verwaarloozingwaarvan het
4de lid van art. 144 der Grondwet gewaagt.
Slechts zeer enkele leden, hoewel erkennende
dat het nemen van ontslag door do leden
van den gemeenteraad geen gunstigen indruk
had gemaakt, betoogden evenwel dat de Raads
leden de belangen hunner gemeenten naar
hun beste weten hebben behartigd, zoodat
hier niet van onwil, evenmin van verwaar
loozing, en zeker niet van grove verwaar
loozing sprake kan zyn. Een lid verklaarde
dan ook uitdrukkelijk dat hy een onover-
komeiyk grondwettig bezwaar tegen deze
wetsontwerpen had
De overgroote meerderheid beriep zich tot
staving van haar gevoelen op de bekende
toedracht der feiten in de Friesche gemeenten.
Van verschillende zyden deed men echter
uitkomen, dat hier geen sprake is van inbreuk
op de autonomie der gemeenten; dat 't hier
veeleer geldt de handhaving van de autonomie
van den Staat, die, daar waar hy subsidie
goefl, het recht en den plicht heeft om toe te
zien, dat de gelden voor het doel, waartoe zy
gegeven zyn, worden besteed, en dat de wet
wordt nageleefd.
Met dat al betreurdon onderscheidene leden
liet, dat zy in de pynlyko noodzakelykheid
waren, om deze ontworpen aan te nemen. Zy
zouden ongaarne een blaam werpen op do
betreffende gemeenteraden en beschouwden
deze wetsontwerpen dan ook niet als een
straf, maar eenvoudig als een administratieve
regeling, door den bestaanden toestand ge
vorderd.
De groote meerderheid waardeerdo overigens
het verzoenend karakter dezer ontwerpen.
Do minister stelt slechts het strikt noodige
voor en laat den werkkring en do bevoegd
heden der gemeenteraden zooveel mogelyk
ongerept. Gaarne uitte men de verwachting
dat het vertrouwen der Regeering blyken zal
gegrond te zyn geweest.
Wat de toekomst betreft, was er slechts
één middel om de toestanden te doen op
houden, waardoor deze ontwerpen noodzakelijk
zyn geworden, en dat middel isdoeltreffende
regeling der verhouding tusschen de Ryks-
en gemeente-financiën. Gaarne nam men dan
ook akte van de mededeeling der Regeering,
liet geheimzinnige doosje.
6)
Myn vader was altijd zeef bevriend ge
weest met graaf Bont. Ik herinner m(j nog
uit de dagen, dat ik gymnasiast was, dat ik
op liet grasveld van Farlowe Towers speelde
mot Georgina, die toen een lief meisje van
vyf of zes jaar oud was. Zy was toen eon
zwak dametje en zy maakte op my den
indruk, dat zy te toer was om een wezentje
van vloeech en bloed te zyn; hare handjes
waren zoo fijn, haar gelaat was zoo door
schijnend en hare oogen waren reeds op dien
jeugdigen loeftyd zoo helder en kwynend. De
graaf was toen weduwnaar en eon intieme
vriend van myn vader. De twee oude heeren
waren beiden lid van dezelfde club, waren
van dezelfde politieke kleur, hadden hetzelfde
inzicht op 't punt van kerkclyke zaken en
hadden dezelfde stokpaardjes't eenige ver
schil tusschen hen was, dat de graaf zeer
rijk cn myn vader betrekkeiyk arm was.
Van myn prille jeugd af boezemde lord
Bent my een soort van ontzag in. Daar ik
myn vader wel eens had hooren zeggen, dat
hy alles kon doen wat deze niet kon, maakte
hy hierdoor op my den indruk, dat hy een
man was van byzonder groote beteekenie.
En toch was hij maar klein van gestalte,
niet eens vyf voet lang, mager als een tal
hout, maar leniger in zijne bewegingen. Hy
had een aangenaam, ofschoon wel wat scherp
uiteriyk, droeg twee witte bakkebaarden en
was verder glad-geschoren. Zijn glanzig wit
haar was altyd netjes geborsteld; hy wa3
zoo minzaam en eenvoudig als een oud heer
maar zyn kan.
Als hy door Hydopark slenterde, met zyne
handen op den rug en zyn wandelstok wie
gelende aan zyne vingers; vriendeiyk links
en rechts buigende, zou men hem voor een
professor hebben gehouden, die zyne leer
lingen groette.
Georgina was nu opgegroeid tot een schoon
heid van de teerste en buitengewoonste soort.
Zy geleek op haren vader wat haar tengere
gestalte betrof, hoewel zy iets laDger was.
Haar teint was bleek en doorachynend.
Over hare bruine lokken kwam, naarmate
het licht er op viel, een gouden of broDSach-
tige glans, die haar bleekheid des te sterker
deed uitkomen.
Hare oogen trokken iedere aandacht; 't waren
groote, ronde, donkerblauwe, droomerige
oogen. Door de innige zachtheid, die er over
hare manieren en bewegingen lag, was ieder
verbaasd, dat zy lord Senfrey, zoo'n krachtigen,
norschen krygsman, als toekomstig echtge
noot aannam. De oude graaf had haar zielslief.
Zy was zyn eenig kind, en hy verbeeldde
zich, in haar 't beeld van zyn overleden
vrouw te zien.
Wanneer er iemand was, die de plaats
van Georgina in haars vaders hart betwistte,
dan was het de tweede vrouw van graaf Bent.
Zy was lang en statig en goed in de veertig,
maar sommige menschen worden lang door
den tyd gespaard, en wanneer lady Bent
met zorg gekleed was en er op haar voor-
deeligst uitzag, goleek zy niet ouder dan vier
of vgf en dertig.
De wyze, waarop de graaf zich met haar
verloofde, was zeer merkwaardig.
Lord Bent bracht een winter te Nizza door,
voor de gezondheid van zyne dochter, die toen
wat sukkelend was.
Op zek'-rpn avond kwamen zg terngryden
van Monte Carlo, toen er een etorm loabarstte.
De regen viel by stroomen neer, het licht
waa niet van den hemel en de donder rom
melde. De paarden schrikten van den troin,
die op korten afstand langs hen heen ging;
de koeteier kon de dieren niet meer meester
blyven en 't rytuig viel in een greppel.
Lord Bent en zgn dochter werden bevende,
doch niet gekwetst, onder het rytuig weg
gehaald, en daar het onmogeiyk was, naar
Nizza terug te keeren, namen zy de gast-
vrgheid gaarne aan, die hun werd aangeboden
door mevrouw Canstrome, een Amerikaanscho
dame, die in de nabgheid voor den winter
een kleine villa gehuurd had.
't Bleek dat mevrouw Canstrome de weduwe
was van den heer Eben Canstrome, een al
gemeen bekend en gefortuneerd rechter uit
Nieuw-Orleans. Zy was mot haren man naar
Europa gegaan om den gewonen modetoer te
maken, toen hy in Rome ziek geworden en
er overleden was. Toen was zy stilletjes
gaan wonen te Boilieu, tusschen Nizza en
Monte-Carlo. Mevrouw Canstrome was by
zonder lief voor Georgina en meer dan beleefd
jegens graaf Bent. De graaf en zyne dochter
waren een dag of vior hare gasten, en op
hare beurt was zy hot op de villa „Andante",
te Nizza.
Toen hot seizoen van do Riviera gesloten
werd en ieder naar Londen terugkeerde, nam
mevrouw Canstrome de uitnoodiging aan, om
een dag of veertien op Farlow Towers to
komen logeeren. En voordat die veertien
dagen om waren, had lord Bent aanzoek om
hare hand gedaan.
't Was heel natuurlgk, dat eene vrouw als
Lavina Canstrome een goede vrouw dea
huizes zou zyn, ofschoon er iets onrustigs
over haar manier van doen lag; doch door
't vernis zag men 't oplegsel voor mahonie
hout aan.
Eerst weigerds de weduwe, maar in de
maand Juni van 't zelfde jaar werd zy gravin
Bent. Georgina hield veel van hare stiefmoeder,
en zooals 't aan de wereld toeleek, beant
woordde lady Bent die liefde.
Tegeiyk dat mevrouw Canstrome gravin
Bent werd, verscheen graaf Gyffa Brodie te
Londen. Hy had eene aanbeveling voor de
gravin en van dat oogenblik af was hy een
druk en trouw bezoeker van de woning iu
Parklane. De gravin vertelde, dat hy de broeder
was van eene lieve vriendin, die getrouwd
was gowee3t met een Rumoenschen edelman,
en die te Konstantinopel gestorven was. Ieder
een deed ln die dagen zyn best om de nieuwe
gravin te behagen, en door de aanbevelingen
van lady Bent en anderen, werd by spoedig
overal ontvangen.
Maar, zooals wy gozien hebben, waren er
menschen, die niet zoo ingenomen waron met
Gyffa Brodie, als lady Bent het was, en toen
ik de woning van don Oosterschon edelman
had uitgevonden en wist, wat voor soort
menschen hem nu en dan bezochten, vond
ik de voronderBtellingon van generaal Mas-
singer volstrekt zoo dwaas niet.
Het was op een Vrydagmorgen, nadat lord
Senfrey 's Maandags vermoord was. Luigi
Orano was Dinsdags gevangengenomen en
nog dienzelfden dag voor 't gerecht geweest
doch het hoofd der politie had de zaak doen
verdagen. Het gerechtciyk onderzoek over do
zaak van Senfrey en van Maria Orano was
op Donderdag begonnen, maar ook uitgesteld
De bladen waren vol van de treurige ge
schiedenis.
Dien morgen trachtte ik het verwarde
kluwen van dea graven lotgevallen to ont
warren, toen een groote, deftige huisknecht
aan myn kantoor klopte en my een brief bracht.
„Waarde heer", luidde die, „daar de secre
taris van lord Bent van morgen afwezig is,
heb ik zyn plaats even ingenomen. Zyn lord
schap wenscht dat gy zoo spoedig als gij
kunt eens by hem komt. De vreeselyke ge
schiedenis van lord Senfrey heeft hem en
Georgina zóó geschokt, dat zy geen van beidon
weten, wit te doen. Maar lord Bent wenscht,
dat iemand de zaak voor hem en Georgina
onderzoekt, en hy verlangt dat gy dit dott
„Hoogachtend,
„Lavina Bknt.'
Wordt vervolgd.)