N». 10719. Vrijdag X Februari. 1895. (§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post. 1.40. Afzonderlijke Nommcrs 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad "wordt 0.05 berekend. Leiden, 31 Januari. Het bestuur der afdeeling Leiden van de „Zuid-Hollandsche IJsvereeniging" ver zoekt ons mede te deelen dat, na ingesteld oüderzoek, de toestand van net (js op het Galgewater van dien aard bleek te zfin, dat er nog met geene mogelijkheid een baan aangelegd kan worden. Blijft de vorst aanhouden, dan zal de af deeling zoo spoedig mogelijk het gedeelte, gelogen tusschen de beide spoorbruggen, in beheer nemen. Uit Leiderdorp schrijft men onsHet moge tot ernstige waarschuwing strekken dat het ijs in den Rijn onbetrouwbaar is, ja dat zelfs die rivier langs do- trekvaart- van af Leiden tot aan - het-Petröleum^magtizijri-bijna geheel open ligt,-zoociat-het zich laat begrijpen dat de IJsclub-tot op heden niets'kan uitrichten om aan velen werk te kunnen verschaffen. ZU zal gewis zoo 6poedig dit toelaat met het gereedmaken der banen wel aanvangen, en dit door het uithangen der driekleur aanduiden. Het wordt wenschelijk geacht dat ook andere dagbladen hunne lezers, schaatsenrijders, op dit groote gevaar opmerkzaam maken. Door de ysclub „Voorwaarts," te Katwijk aan den Rijn, is gisteren een begin ge maakt met het in orde brengen van banen; houdt de vorst aan, dan wordt heden een baan van af Valkenburg door en achter Katwijk aan den Rijn tot do grens van Katwijk aan Zee aangelegd. - Mej. Ph. Bohró, te^ Katwijk,**is benoemd tot onderwijzeres te Naaldwijk. - Te "Woubrugge is tot lid van den ge meenteraad gekozen do heer J. Van Griet huizen, met 59 stemmen. Slechts even een derde der kiezers maakte van het stemrecht gebruik. Met het oog op de a. s. herziening der kiezorslijsten noodigt de Voorzitter van den gemeenteraad van Sassenheim de mannelijke inwoners uit, om, zoo z(j in een andore ge meente in de personeele belasting over het dienstjaar 1893/94 of wel in de grondbelasting over 1894 zijn aangeslagen, daarvan, vóór den löden Februari a. s., door overlegging van hunne voor voldaan geteekonde aanslag biljetten ter gemeente secretarie te doen blijken. Tot gelijke aangifte worden uitgenoodigd zij, dis als lodger op de kiezerslijsten wenschen te worden geplaatst. Het aantal ingeschrevenen voor de natio nale militie, lichting 1896, bedraagt in de gemeento Sassenheim elf. - Bij de te Wassenaar plaats gehad heb bende verkiezing voor eëtflitl varrden gemeen teraad verkregen de meeste stemmen de heeren H. Den Hollander Pz. en L. C. Kolff, tusschen wie herstemming moot plaats hebben. Door den heer H. J. Tydeman, oud-resident van Tegal, is aan de Kon. Ned. fabriek van de heeren J. M. Van Kempen en Zonen, te Voorschoten, namens don heer K. Hovers Greve, hoofd eener Indische handelsfirma te Tegal, een zeer kostbaar stuk bosteld, dat dezer dagen naar Indië werd verzonden. Het bestaat uit een kunstig bewerkten gouden koffer op plateau, bestemd voor den Regent van Tegal, door zijne Tegalsehe vrien den. Het deksel is versierd door een keurig gedreven Nederlandschen Leeuw met wapen schild. De zijden van den koffer, die door leeuwenklauwen gedragen wordt, is met prach tige gravures versierd, terwijl in een omlau- werd schild de volgende inscriptie in fraaie letteren is aangebracht: „Souvenir aan Raden Mas Adipatti Ario „Rekso Nogoro ter eere van zijn 25 jarig jubi „leum als Regent van Tegal aangeboden door „zijn Tegalsehe vrienden. - 10 September 1894." Dit buitengewoon rijke kunstwerk zal zeker voor den Regent van Tegal tot een aangenaam blijk van warme sympathie zijner vrienden verstrekken. By den Raad van State-is gisteren-inge komen het koninkiyk besluit, waarby verklaard is dat de aangevoerde bezwaren geen voldoen den grond opleveren om niet toe te laten de voorgenomen oprichting van een buskruit- en projectiolenmagazyn onder Haarlemmorliode en Spaarnwoude. Hot winter congres van de Nederlandsclie Maatschappy voor Tuinbouw en Plantkundo zal den 20sten Februari te Utrecht plaats hebben. In de Eerste Kamer werden de algemeeno beschouwingen over do Staatsbegrooting voor 1895 voortgezet. De heer Sassen vergeleek onzen finantiëelen toestand met-dien van bet buitenland. Nederland heeft de treurige eer aan het hoofd te staan, wat het cyfer van belasting heffing betreft. Om dit aan te toonen, haalde spreker oenige cyfers aan, waaruit blykt dat in Nederland betaald wordt 47.30 fr. per hoofd; in België 27.39 fr. en in Denemarken 28.50 fr. Vervolgens wyst hij er op, hoe de minister Pierson zich vergist heeft in het nationaal vermogen en gaat daarna over tot eene vergeiyking van de legerkosten. In Neder land kost elke soldaat aan de natie 1692 fr. in Frankrijk 1234 fr.in Duitschland 1184 fr.in België 967 fr. en in Denomarken 777 fr.; of byna de helft van een Nederlandscli soldaat. In verband met die cyrers vraagt spreker aan den minister van oorlog staten, ten einde in dótails te kunnen beoordeelen, of die hoogo kosten voor den Nederlandschen soldaat noodig zyn. De .heer Van Nispen tot Pannerden wenschte voorziening in de landbouwbelangen, ook op andere wyze dan door protectie, en zette den nadeeligen toestand uiteen, waarin handel en nyverheid verke'eren. Hy acht eene enquête noodig. De heer Van Nispen bestreed het denkbeeld om de zeeweringen' voor ryksrekening te ver sterken, met het oog op de aanspraken, die de waterschappen en de rivierpolders dan zouden kunnen maken. De heer Schimmc'penninck van der Oijc was niet tegen beperking van oorlogsuitgaven, maar achtte bezuiniging alleen mogelyk by invoering van persoonlijken dienstplicht. De heer Bultman drong er op aan, om de landbouwzaken over te brengen naar het ministerie van waterstaat, ten einde ze los te maken van de politiek, want de minister, oie do landbouwbelangen behartigde, moet geen politiek man zyn. Spr. acht het land- bouw-comité volkomen geschikt om inlich tingen te verkrijgen. Gisteravond om halftien is de uitslag der veikiezing voor 39 leden van den nieuwen en grooteren Rotterdamschen gemeenteraad be kend goworden. Het aantal geldig uitgebrachte stemmen heeft bedragen 3502, de volstrekte meerderheid was dus 1752. Gekozen zyn by eerste stemming de heeren H. J. Bonn met 1875, mr. C. H. B. Boot met 182), jhr. F. Van Citters met 1837, W. J. Droogleever Fortuyn mot 1791, J. Drost met 1890, F. Ebeling met 1907, mr. E. Feith met 1811, J. J. Franqois met 1759. P. Havelaar Jzn. met 1864, mr. J. Van Kein, mr. J. Van Heukelom met 1811, mr. C. F. A. Hooge- weegen met 2637, E. C. "W. Hoyër met 1886, J. Hudig met 1940, G. M. Kam met 1876, A. Ketting met 1764, W. J. Kraemer met 3157, L. P. De Lange met 1822, P. R. Mees met 1893, A. De Monchy met 1862, mr. S. Muller Hz. met 1869, W. M. Pieters met 1870, P. Van Rossom met 3325, dr. E. Van Ryckovorsol met 1829, L. Samson met 1775, dr. H. J. Sleurs, dr. W. B. Van Staveren met 2949, J C. Smalt met 1814, 0. E. Van Stolk met 1914, mr. A. H. Van Tienhoven met 1807, H. C. Vaandrager met 2051 en J. M. Voorhoeve met 1753 stemmen. Voor 6 plaatsen moet herstemming plaats hebben tusschen do heeren M. H. Heybroek die 1750, mr. E. E. Van Raalte die 1651, Jac. Van Vessem die 1615, W. C. Coepyn die 1606, P. Van der Pols die 1541, J. W. Thompsen die 1515, A Dano Cz. die 1495, mr. J. Mascheck die 1492, R. Milders die 1419, Herman Kolff, die lp90, mr. J. D. M. Van Blommenatoin die 1337, en P. Lambert die 1331 stemmen verkregen. Do grooto feiten v'an don dag zyn dus dat niet eens alle aftredende leden, die zich her- kiosbaar hebben gesteld, dadelijk herkozen zyn en dat de verbonden minderheden zóu krachtig ayn opgeiroden dat van hun 13 candidaten 7 dadeiyk zyn gekozen, terwijl de overigen allen ln herstemming komen mot de candidaten van „Vooruitgang", die belang- ryk minder stemmen hebben gekregen. Onder do aftredenden, die zich aan eene herstemming moeten onderwerpen, behoort mr. E. E. Van Raalte, de bekwame wethouder van financiën te Rotterdam. Vermelding verdient nog dat de heeren Brandama, De Klerk, Van Gilso van der Pais, Priria, Roes, Van Limburg on P. Smit Jr., die alleen van de kiesvoreoniging „Rotterdam" afhankelijk waren, onderscheideniyk 896, 707, 630, 519, 576 en 696 stemmen hebben verkregen. De nieuwbenoemde minister resident en consul-generaal in China, de heer Knobel, zal zich van zyno tegenwoordige standplaats Teheran rechtstreeks naar zyn nieuwen post begeven. Gisteren werden aan H. M. de Koningin- Regentes namens het uitvoerend comité der a. s. te Amsterdam te houden „Wereld-ten toonstelling voor Hotel- en Reiswezen", aan geboden twee albumsin roodmarokijnen banden en verguld op snede, bevattende een groot aantal prachtig geslaagde photographische afbeeldingen van de op het Oud Hollandsche marktplein te bouwen huisjes. Tevens ontvingon beido Koninginnen een in bruin kalfsleder gebonden boekske, bevat tende de geschiedenis en het doel der aan staande tentoonstelling. De door den architect Breman gemaakte origineele teekeningea^vfin Oud Holland en platte gronden van "hpt geheele terrein wer den aan H.H. ALM? ter bezichtiging voorgelegd, Het bericht uit „De Maasbode," dat dr. Schaepman zou ophouden medewerker van „Het Centrum" te zyn en een eigen orgaan het licht doen zien, mist, naar laatstgenoemd blad meldt, allen ernstigen grond. Naar aanleiding van de onlangs gestelde vraag, of ook dit jaar de examens voor be lasting commiezen zouden achterwege blyven, deelt men aan de „Arnh. Ct." van „vertrouw bare zijde" mede, dat deze examens in de eerste jaren niet te wachten zyn. Door de afschaffing der patenten, vermindering van accijnzen en het feit, dat door de verhooging van den accyns op gedistilleerd in Duitsch land de grootste prikkel tot smokkelary aan onze grenzen is weggenomen, zal men met het tegenwoordige ambtenaars-personeel nog lang kunnen volstaan. Wy vernemen dat de wetsontwerpen nopens Opsterland en Weststellingwerf in de Eerste Kamer zullen behandeld worden vóór ^Hoofdstuk V (Binnenlandsche Zaken.) Het wetsontwerp nopens de teruggaaf van het waarborgkapitaal der spoorwegconcessie Stmarang Cheribon zal behandeld worden vóór de Begrooting van Koloniën. (D.) To Ylaardiugen is tot gemeente-ontvanger benoemd jhr. M. W. De Jonge, burgemeester en secretaris te Scbermerhorn. Het salari3 bedraagt 1450 en de verelsclite borgstelling 17,000. By koninkiyk besluit is hersteld in activiteit by het Nederlandscli Indisch leger voor den tyd van twee jaren: lo. als kapt.- kwartiermeoster, de gepens. kapt.-intendant van het leger Th. Kley, en 2o. in zyn rang, de gepens. kapt. der inf. van hetzelfde leger J. M. Henning, beiden ten einde gedetacheerd te worden by het koloniaal werfdepöt, om aldaar werkzaam te zyn, de eerstgenoemde als administrateur van de magazijnen van kleeding en nachtleger, de laatstgenoemde als officier van speciale diensten. Pensioen verleend aanF. Wouda, weduwe van mr. B. Yan Hasselt, ƒ360; K. Van Calcar, ƒ135; O. G. Hendriks, ƒ257A. Koks, ƒ200; A. Voogdt, ƒ77, J. T. Stoffers, ƒ127 's jaars. De officier van gez. 1ste kl. by de zeemacht J. Yan der Kolk, voor den tyd van 3 jaren, ingaande 16 Febr. a. s., op pensioen gesteld en hom gedurende dat tijdvak toegekend een pensioen van ƒ600 's jaars en eene ver hooging, ingevolge artikel l,§c, der wet van 1 April 1875, van ƒ150 's jaars. Met ingang van 16 Febr. a. s.: lo. de luit. ter zee 1ste kl. j. Hartog op pensioen ge steld, order toekenning van een pensioen van ƒ880 's jaars en eene verhooging van dat pensioen ingevolge artikel 1, §c, der wot van 1 April 1875 (Staatsblad No. 33) van ƒ600 '8jaars; 2o. bevorderd tot luit. ter zee lste kl., de luit. ter zee 2de kl. C. C. Zegors Ryser. Benoemd tot betaalmeester te Roermond de heer H. I. Bolman, surnumerair by den dienst van 'sRyks schatkist te's-Gravenhage. Opsterland en Weststclllngwerf. D.oj?r de Commissie van Rapporteurs uit de Eerste Kamer is een eindverslag uitge bracht over de wetsontwerpen, houdende voorziening in de regeling en het bestuur van de huishouding der gemeenten Opsterland en Weststellingwerf. Daaruit blykt dat de overgroote meerderheid oordeelde dat hier inderdaad aanwezig is het geval van grove verwaarloozingwaarvan het 4de lid van art. 144 der Grondwet gewaagt. Slechts zeer enkele leden, hoewel erkennende dat het nemen van ontslag door do leden van den gemeenteraad geen gunstigen indruk had gemaakt, betoogden evenwel dat de Raads leden de belangen hunner gemeenten naar hun beste weten hebben behartigd, zoodat hier niet van onwil, evenmin van verwaar loozing, en zeker niet van grove verwaar loozing sprake kan zyn. Een lid verklaarde dan ook uitdrukkelijk dat hy een onover- komeiyk grondwettig bezwaar tegen deze wetsontwerpen had De overgroote meerderheid beriep zich tot staving van haar gevoelen op de bekende toedracht der feiten in de Friesche gemeenten. Van verschillende zyden deed men echter uitkomen, dat hier geen sprake is van inbreuk op de autonomie der gemeenten; dat 't hier veeleer geldt de handhaving van de autonomie van den Staat, die, daar waar hy subsidie goefl, het recht en den plicht heeft om toe te zien, dat de gelden voor het doel, waartoe zy gegeven zyn, worden besteed, en dat de wet wordt nageleefd. Met dat al betreurdon onderscheidene leden liet, dat zy in de pynlyko noodzakelykheid waren, om deze ontworpen aan te nemen. Zy zouden ongaarne een blaam werpen op do betreffende gemeenteraden en beschouwden deze wetsontwerpen dan ook niet als een straf, maar eenvoudig als een administratieve regeling, door den bestaanden toestand ge vorderd. De groote meerderheid waardeerdo overigens het verzoenend karakter dezer ontwerpen. Do minister stelt slechts het strikt noodige voor en laat den werkkring en do bevoegd heden der gemeenteraden zooveel mogelyk ongerept. Gaarne uitte men de verwachting dat het vertrouwen der Regeering blyken zal gegrond te zyn geweest. Wat de toekomst betreft, was er slechts één middel om de toestanden te doen op houden, waardoor deze ontwerpen noodzakelijk zyn geworden, en dat middel isdoeltreffende regeling der verhouding tusschen de Ryks- en gemeente-financiën. Gaarne nam men dan ook akte van de mededeeling der Regeering, liet geheimzinnige doosje. 6) Myn vader was altijd zeef bevriend ge weest met graaf Bont. Ik herinner m(j nog uit de dagen, dat ik gymnasiast was, dat ik op liet grasveld van Farlowe Towers speelde mot Georgina, die toen een lief meisje van vyf of zes jaar oud was. Zy was toen eon zwak dametje en zy maakte op my den indruk, dat zy te toer was om een wezentje van vloeech en bloed te zyn; hare handjes waren zoo fijn, haar gelaat was zoo door schijnend en hare oogen waren reeds op dien jeugdigen loeftyd zoo helder en kwynend. De graaf was toen weduwnaar en eon intieme vriend van myn vader. De twee oude heeren waren beiden lid van dezelfde club, waren van dezelfde politieke kleur, hadden hetzelfde inzicht op 't punt van kerkclyke zaken en hadden dezelfde stokpaardjes't eenige ver schil tusschen hen was, dat de graaf zeer rijk cn myn vader betrekkeiyk arm was. Van myn prille jeugd af boezemde lord Bent my een soort van ontzag in. Daar ik myn vader wel eens had hooren zeggen, dat hy alles kon doen wat deze niet kon, maakte hy hierdoor op my den indruk, dat hy een man was van byzonder groote beteekenie. En toch was hij maar klein van gestalte, niet eens vyf voet lang, mager als een tal hout, maar leniger in zijne bewegingen. Hy had een aangenaam, ofschoon wel wat scherp uiteriyk, droeg twee witte bakkebaarden en was verder glad-geschoren. Zijn glanzig wit haar was altyd netjes geborsteld; hy wa3 zoo minzaam en eenvoudig als een oud heer maar zyn kan. Als hy door Hydopark slenterde, met zyne handen op den rug en zyn wandelstok wie gelende aan zyne vingers; vriendeiyk links en rechts buigende, zou men hem voor een professor hebben gehouden, die zyne leer lingen groette. Georgina was nu opgegroeid tot een schoon heid van de teerste en buitengewoonste soort. Zy geleek op haren vader wat haar tengere gestalte betrof, hoewel zy iets laDger was. Haar teint was bleek en doorachynend. Over hare bruine lokken kwam, naarmate het licht er op viel, een gouden of broDSach- tige glans, die haar bleekheid des te sterker deed uitkomen. Hare oogen trokken iedere aandacht; 't waren groote, ronde, donkerblauwe, droomerige oogen. Door de innige zachtheid, die er over hare manieren en bewegingen lag, was ieder verbaasd, dat zy lord Senfrey, zoo'n krachtigen, norschen krygsman, als toekomstig echtge noot aannam. De oude graaf had haar zielslief. Zy was zyn eenig kind, en hy verbeeldde zich, in haar 't beeld van zyn overleden vrouw te zien. Wanneer er iemand was, die de plaats van Georgina in haars vaders hart betwistte, dan was het de tweede vrouw van graaf Bent. Zy was lang en statig en goed in de veertig, maar sommige menschen worden lang door den tyd gespaard, en wanneer lady Bent met zorg gekleed was en er op haar voor- deeligst uitzag, goleek zy niet ouder dan vier of vgf en dertig. De wyze, waarop de graaf zich met haar verloofde, was zeer merkwaardig. Lord Bent bracht een winter te Nizza door, voor de gezondheid van zyne dochter, die toen wat sukkelend was. Op zek'-rpn avond kwamen zg terngryden van Monte Carlo, toen er een etorm loabarstte. De regen viel by stroomen neer, het licht waa niet van den hemel en de donder rom melde. De paarden schrikten van den troin, die op korten afstand langs hen heen ging; de koeteier kon de dieren niet meer meester blyven en 't rytuig viel in een greppel. Lord Bent en zgn dochter werden bevende, doch niet gekwetst, onder het rytuig weg gehaald, en daar het onmogeiyk was, naar Nizza terug te keeren, namen zy de gast- vrgheid gaarne aan, die hun werd aangeboden door mevrouw Canstrome, een Amerikaanscho dame, die in de nabgheid voor den winter een kleine villa gehuurd had. 't Bleek dat mevrouw Canstrome de weduwe was van den heer Eben Canstrome, een al gemeen bekend en gefortuneerd rechter uit Nieuw-Orleans. Zy was mot haren man naar Europa gegaan om den gewonen modetoer te maken, toen hy in Rome ziek geworden en er overleden was. Toen was zy stilletjes gaan wonen te Boilieu, tusschen Nizza en Monte-Carlo. Mevrouw Canstrome was by zonder lief voor Georgina en meer dan beleefd jegens graaf Bent. De graaf en zyne dochter waren een dag of vior hare gasten, en op hare beurt was zy hot op de villa „Andante", te Nizza. Toen hot seizoen van do Riviera gesloten werd en ieder naar Londen terugkeerde, nam mevrouw Canstrome de uitnoodiging aan, om een dag of veertien op Farlow Towers to komen logeeren. En voordat die veertien dagen om waren, had lord Bent aanzoek om hare hand gedaan. 't Was heel natuurlgk, dat eene vrouw als Lavina Canstrome een goede vrouw dea huizes zou zyn, ofschoon er iets onrustigs over haar manier van doen lag; doch door 't vernis zag men 't oplegsel voor mahonie hout aan. Eerst weigerds de weduwe, maar in de maand Juni van 't zelfde jaar werd zy gravin Bent. Georgina hield veel van hare stiefmoeder, en zooals 't aan de wereld toeleek, beant woordde lady Bent die liefde. Tegeiyk dat mevrouw Canstrome gravin Bent werd, verscheen graaf Gyffa Brodie te Londen. Hy had eene aanbeveling voor de gravin en van dat oogenblik af was hy een druk en trouw bezoeker van de woning iu Parklane. De gravin vertelde, dat hy de broeder was van eene lieve vriendin, die getrouwd was gowee3t met een Rumoenschen edelman, en die te Konstantinopel gestorven was. Ieder een deed ln die dagen zyn best om de nieuwe gravin te behagen, en door de aanbevelingen van lady Bent en anderen, werd by spoedig overal ontvangen. Maar, zooals wy gozien hebben, waren er menschen, die niet zoo ingenomen waron met Gyffa Brodie, als lady Bent het was, en toen ik de woning van don Oosterschon edelman had uitgevonden en wist, wat voor soort menschen hem nu en dan bezochten, vond ik de voronderBtellingon van generaal Mas- singer volstrekt zoo dwaas niet. Het was op een Vrydagmorgen, nadat lord Senfrey 's Maandags vermoord was. Luigi Orano was Dinsdags gevangengenomen en nog dienzelfden dag voor 't gerecht geweest doch het hoofd der politie had de zaak doen verdagen. Het gerechtciyk onderzoek over do zaak van Senfrey en van Maria Orano was op Donderdag begonnen, maar ook uitgesteld De bladen waren vol van de treurige ge schiedenis. Dien morgen trachtte ik het verwarde kluwen van dea graven lotgevallen to ont warren, toen een groote, deftige huisknecht aan myn kantoor klopte en my een brief bracht. „Waarde heer", luidde die, „daar de secre taris van lord Bent van morgen afwezig is, heb ik zyn plaats even ingenomen. Zyn lord schap wenscht dat gy zoo spoedig als gij kunt eens by hem komt. De vreeselyke ge schiedenis van lord Senfrey heeft hem en Georgina zóó geschokt, dat zy geen van beidon weten, wit te doen. Maar lord Bent wenscht, dat iemand de zaak voor hem en Georgina onderzoekt, en hy verlangt dat gy dit dott „Hoogachtend, „Lavina Bknt.' Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1