MENCELWERK. "Van den dood gered. Uit het Fransch van G. Droz. Het waren myn aangenaamste dagen wanneer de naaister kwam. Wy waren klein behuisd en daarom werd zy meestal in myn kamertje gezet. Ik zie haar daar nog zitten, by het venster, de voeten op een warme stoof, glimlachend van stil vergonoegdzjjn en haar geheele lyf bestoken met spelden. Al naaiend vertelde zy my van haar huiahoudentje, van haar man die brievenbesteller was en van hun kinderen, die zy niet dan met veel moeite en zorg had grootgebracht. „Er is geluk voor iedereen op de wereld"; zeide zy my eons. „Geluk voor iedereen, myn goede Louise, ik betwyfel het", antwoordde ik; „jekunt toch onuiogeiyk ontkennen dater eemgroot deel der men8chen als het ware voor het ongeluk ge boren is." „Dab komt omdat zy niet genoeg liefde hebben; dat is hun eigen sohuld." „Maar verleden jaar, toon je. kind.zoo ziek was, had het je toch vry wat gemakkelijker gevallen hot te verliezen al« je het niet zoo lief had gehad." Ik' wiet hoel> goed dat' ik een dwaasheid debüöerde, maar ik deed heb slechts om een van* haar verhalen uit te lokken. Menigmaal hid zy my genoegiyk beziggehouden met my sen of ander eenvoudig voorvaUuit haar gezin to vertellen: „Ik geloof dat u nu met my spot!" riep het oudje goedig laebend. „Nu, later zult u zelf wel-zien, boe onmogelyk! het* is niet van zyn eigen kindoren te houden. Men heeft er dikwyis verdriet van, maar zy geven iemand cok een vreugde,die door niets vervangen kan worden. En men gevoelt eerst recht hoe lief-men ze -heeft, in tyden van ziekte emdood, wanneer de arme kleine hulpeloos op schoot ligt en u met zyn groote, treurige oogen smeekt om verzachting van pyn. O, wat hebben wy geleden, myn arme man en ik; nog zie ik hem op zyn knieën liggen, bezig baa9tigwat poppetjes te knippen, om die met een ver scheurd hart te laten dansen. Maar hij'had er geen aardigheid in, myn zieke lieveling; hij glimlachte nauwelijks om de dwaze spron gen dor papieren kaboutertjes." „En ho) is hy nog-beter gowordon?" vroeg ik bolangstollend. „O, dat is een wonder, ik zal het u eens vertellen." ir. „Ja, een wonder was hol, een man van zooveel talent, met een hart van goud, en knap.! Ik spreek van den dokter, weot gy; ge kent hem ongot-wyfeld, Dr. Faron,,den bo- roomden geneesheer. Verwondert het u niet te hooren dat hy ons kind geoperoerd heeft? 1 En daar begint nu juist bet wonder. Myn arme man,, die al den heelou middag ant de handen onder 't hoofd, aau do taLel had ge zeten, stond ineens op-om uitrde kast zyn teste jas en bood te krygfm. Vol verbazing zag ik dat hy zich haastig (aankleedde. „Ik ga Dr. Farou halen," was al-wat hy zei ie. Hot maakte op my donzelfdeu indrnk alsof by gezegd had: „Ik ga duu ministor van i financiën halen." „En donk jo dan beuscb dat Dr. Faron i met je mede zal gaaD?" vroeg ik hem. „Men i zal je eenvoudig de deur wyzen, j$ zult het! zien." Hy hoorde de woorden reeds-niet moor, daar hy al de trap af en. op straat was. Afeof er brand was< zoo rende hy al- dei treden af. Ach, en was dit niet voel erger dan v brand i En toon was ik alleen met ruyn.arm ziek! kind in zyn. bedje wiiderby met moer blyven: daarom nam ik hem zacht iu myn armen r en ik wikkelde hem ia een doek opdat hy geen koude zou vatten. Ik hield mijn. adem! in om zyn ademhaling te kunnon hooren; ik dhcht niet anders of ieder oogenblik zou; 't laatste zyn. Eén uur bracht ik zoo door; to3ii hoordé ik driftige, haastige stappen,! dio naar boven kwamen. Behoedzaam wordtl do deur geopend en myn man komt binnen,i bozwoec en hagend, byfia niet in staat om. to spreken. Al word ik honderd jaar, dam vergeet ik nog niet do uitdl fitting van zym gezicht op dat oogenblik. „Leeft hy nog?" „Ju; en de dokter?"' „Hy komt." Het was my al dadelfik alsof men mff mym kind weer teruggaf. Ik' drukte het kind" vast' tegen my aan en ik omhelsde zyn vader uiti loi ter vreugde.eu dankbaarheid. Iknamzdfsl do mogelijkheid niet aan dat or geen bcter-i schap zou kunnen zyn. Zoo is men op zoo'm oogenblik. Wat vond ik myzolvo later dwaasi „Hob ja bem thuis gevonden?" vroeg iW miiu man. Tom voiteldo.hy my heel zachtjes, om den kleine niet te hinderen, hou by geloopen en gedraafd had. Do arme man! Telkens moest hy zich nog het gelaat afwisschen. „Daar hy do directeur is van hot Kinder-! ziekenhuis ben ik. daar oerst heengegaan! Do comiergo wees my op do plaats een lagé deur aan, waar ik aanklopte en welke iW na eonige oogenblikkonwachtons binnenging» Ik s o .d plotseling in een ruime zaal vol rook, to midden van een tiental jongelui, die lachten als gukkon." „Dio ellendtdiilgon, in do onmiddellyke nabyj h'üd van zieken en stervenden l" „Laat my eerst uitspreken. „Wat wilt gy, vriend?" vroeg er oen, naar voren komend. En toen hy zag dat ik er ontdaan uitzag, nam hy my mede naar de plaats. „Wat wilt gy?" vroeg hy daar nogmaals. „Ik kom mynheer Faron zoeken. Myn kind sterft aan do croup. Ik ben niet ryk, maar ik wil graag alles geven wat ik heb".... „Houd maar moed, goede vriend, dat geld komt wel terecht." Al sprekend had hy zyn groot wit voorschoot losgemaakt en zyn zwart kalotje afgezet, waarna hy haastigi iets op een stukje papier begon te schrijven. „Hier is het adres van dr. Faron", zeide hy: „breng hem nu spoedig dit briefje. Waar woont gy? dan kan ik u dadeiyk volgen, na eerst myn instrumenten gehaald te hebben." Ik had hem wel willen omhelzen, Louise. „Kom, kom,.voortgemaakt, ge verpraat uwtyd." „Ik vlie_g naar dr. Faroni met myn briefje en aan zyn. huis gekomen, hoor ik dat hy 'uit dineeren is. „Waar dineert hy?" vraag ik aan den knecht, die de deur op een kier houdt. „Ik weet het niet," antwoordt hy en smyt de-deur dicht. Toen werd ik zoo boos, Louise, dat ik de deur openduwde en brutaal do wachtkamer inliep: „Ik kom van een der internen van het Kinderziekenhuis, en most weten waar uw heer dineert," voegde ik den knecht toe. Hy zag zeker dat het ernst was cn met het verzoek hem nu verder met rust te laten, gaf hy my 'het adres. Ik neem myn beenen- op en ren naar do Rue de Lillo. In do verte zag ik reeds een filo van rytuigen en van het huis zelf straalde licht uit alle -vensters. „Het kind sterft," herhaalde ik steeds by myzelf'en dat deed m.y moed vatten, de trap op te gaan. Ih de antichambre houdt eerr oude knecht my tegen. Vorbaasd vraagt de man my waar lk wezen moet. „Tk zoek Dr. Faron," ant woordde ik„ik moet hem noodig spreken, wil bem du3 dadelyk roepen?' „Ik zal zien of het mogelykis," en meteen vriendelijk- knikjo woos by mij een zitplaats aan. Langs my heen liepen de knechts mot ververschingcn en ik vo6lde my zoo diep ongtlukkig, dat my do tranen langs de wangen lolden, zonder dat ik die kon weerhouden. NA een poosje wachtens kwam er een heer in de antichambre en ik hoordo bem zoggen: „Waar is do man, die naar my gevraagd heeft?" Dadelyk ont dekte hij mij echter en haastig scheurde hy het couvert open, dat ik hem overhandigde. „Ga maar naar buis, besto vriend, ik kom dadoiyk en houd maar moed". Ge hadt eens moeten liooren hoo zacht on vriendeiyk* hij 'mij toesprak l III. „Nauwelijks had myn goedo man.uitverteld", ;vervolgde Louise haar verhaal, „of ik hoorde jemand do trap opstommelen. Heb was do dokter; nog hoor ik hom zoggon op zyn ruwen, goed har tigon toon, by hot binnoa .treden „God zegen my„ wat een trap, ik heb ,bijna myn boenen gebroken; waar is liet jkind?" „Hior, mij a go&de lieve doktorljo". Ik wist niet Iioö ik hom noomon. moost, want hy was in een zwart pak mot witte (das on in het knoopsgat van z[1n zak. len- _geldo eon heel bosjo slentelij^ later hoorde lik d;it het ordelintjes waren^ Hy deed. zyn overjas, uit en zette zyn hoed jaf, waarna by zóó zacht en zóó voorzichtig het kind van my afnam, zooals .geen moeder het bem had kunnon. verbeteren. Hy hiold zyn hoofd tegon het rugje en toen tegen <lo borst van i het zieke kind en ik trachtte in zyn oogen ito lezen wat by er van dacht, maar dat ge jukte my niet., omdat zulke dokters hun aan* doeningen nooit laten - biyken. „£WÜ zullen hem opereoren, het, is hoog tyd," zeide by., Op dit oogenblik kwam 4e assistent binnen. „U neemt 't my toch niet kwaiyk, dat ik u heb l3ten roepen?" vroeg hy. „Gy hadt my zelfs-wel eordor mogen roepen; maak spoedig alles in goreedheid." „Bedenk nu eens," en hier geraakte Louise i nog meer in vuur, „dat die twee heeron, die geen familie, geen vrienden, geen kennissen, niets van ons zyn, alles zelf klaargemaakt hebben; Oaderwyi mijn man do lamp vulde, bondl de doktor met een touw een matras op t a fell vast; en logdo zyn assistent do kleine in- strumentjBB klaar. Niemand weot wat dat is! te moeten dei.ken: zon meteen gaat men! uw kind operaeren on als hun* band niet! vast is, zullen zy botdoodon! Toen alle3 klaar was; dood Dr. Faron zflni boord af en legde hy het kind op de matras,! Ie midden van de lampen, die w\j alle op-» gestoken haddon. „Houdt gy nu het hoofd vast," zeide hy! tot myn man, „dan kan uw vrouw de voeten! vasthouden. Josoph, geef gy my de canuleaan.'" Myn man zag zoo bleek» als een doode en» zyn hand beefdo zóó, dét ik medeiyden met! hem had. „Mag* ik het hoofd vasthouden?" vroeg ikJ aan den dokter." „En als gy dan begint te" beven?" „Ik beloof u, ik zal my goed houden." „Tk zal n yn best doen uw kind te Toddon; want gij verdient het," 'zeide hy, en ik namj do plaats in by 't'hoofdeneinde. En ik heb niet gebeefd; kalm ben ik by| de operatie tegenwoordig geweest, och, weeö gy, het helpt zoo te wéten dat men kalm moot zyn, dat het leven van- uw kind en van afhangt. En alles liep goed af; mynheer Joseph bleef dien nacht waken: Dr. Faron trok zyn boord en zyn overjas weer aan en gaf myn man" de hand. In ver voering nam ik zyn andere handj'dat was misschien heel gek en'heel-ongepast, maar ik deed het zoyder nadenken. Met een harte* lyken lach wendde hy zich tot myn man: „Zyt gy niet jaloorscb, beste vriend, dat uw vrouw my. zoo het hof maakt? Nu, goeden nacht, vriendenI" Van dat oogenblik af heeft hy ons steeds met jy en jou aangesproken, niet uit min achting, maar alsof hy er medeseggen wilde: „Het doet my recht veel genoegen dat ik-die goede men8chen zpo hebvkunnen helpen." Den volgenden morgen- kwam hy om vyf uren. terug en hy kwam my nu* nog grooter en zwaarder voor dan den vorigen dag. Geen wonder, onder zyn jas droeg hy vier flesschen ouden Bordeaux, twee onder zyn armen en twee in zyn binnenzak. „Alles goed- geweesk vannacht? Hier moet de kleiDO. patiënt van-drinken," vervolgde hy, de. flasschen op tafel zettend. Eon week lang kwamen zy iederen morgen terug met hun beiden en als ik de wielen van het coupeetje hoorde wegratelen, dacht ik met een beklemd hart: „Goede Hemel, waar van moeten wy dat betalen?" "Wo haddon hier en daaF al eens geïnfor meerd en vernomen dat Dr.- Faron slechts ryko menschen behandelde en duizenden vroeg voor een operatie. Op de* spaarbank hadden we een paar honderd franken, maar ale hy nu eens het dubbelé of «'misschien wel het driedubbele vroeg! Op een goeden morgen, dat myn man ook thuis was, verzamelde ik al mijn moed bijeen. „Mtjnboer Faron, gy zyt zoo goed voor ons gowoett on gy hebt ons kind gered. „Dat brengt myn betrekking nu eenmaal mee. „O ja, maar met voor4 monecben, die op eoa vijfde* verdi 'ping wonen, in de Rue Ser penten „En waarom niet by hen,, by hen-nog.veel eerden zou ik donkern" „Gij bobt een goed hart, myn lieer, maar maar.... ziet gy, wo zyn niet ryk on do kleine is nu genezen. en.en. „Etr je zoudt me graag willen betalen, niet waar? Miar ge zyt my workoljik niets schul dig. is liet riu goad?'" „Neen, dat mogen wo ni&t aannemen Ik was zoo rood' als een ikalkoensche haan en ik voelde dat ik my niet dmdeüjk uit drukte. „Mogen wy in ioder geval* doen wat wy kuorren,- mynheer? vroeg «mijn man. „Zekor, zeker, ik zou jj'niet willen kwet sen. Nü, weet jo wat je my schuldig zyt? 'Twintig lranken on-daar geen seu af. En dat breng je me Zondagrnorgon, behoorlijk uit geteld in goudstukkem Ik- zal jo eerst een ï-yttiig zenden, om met deii kleinen herstel lende oen toertjj in het' Boi3--do Boulogne te maken, dat heeft hij wol noodig, en daarna komt dozo jongeheer my de rekening voldoen." En dienzalfden avond werd ons nog een mand wyn thuisgestuurd, -terwyl we nog twee 'flosechen in buis hadden.' „Maar dit kan ik u zeggen, als Dr. Faron morgen' myn rechterhand noodig heeft, sta Ik hem dio gaarne-af. Twintig franken! gy begrypt, alleen om-ons niet te w.llétt kwetsen, neemt hy hot geld aan. En weet go wat ik gedaan hob"? Uit dank baarheid hob ik een dozyn mooie linnen hem- 'den veor hem gemaakt, vai: hel'fijaste linnen, dat ik krijgen kon?" 17. 4 „Maar, Louise, hoe kondf gy dat doen zonder ."m ïatnomen f" „O, als ik iets/ wil, dan bodenk ik er wel jets op. Ik bon naar den huisknecht gegaan, /die my keude omdat hy meermalen wyn go- 'braoht had, ern ik hebfhem gez;gd dat zyn lieer mij bevolen had het schoone linnen te •halen by do v.aschvrouw,- om bet te verstellen. IToen ik liaar adres maar eonmaal wist, was i ■het gemakkelyk genoeg; ik heb baar oen- -voudig gezegd dat uk ni<mwe hemden moest 'maken, voor den dokter en duade maat kwam nemou aan de oude. Ik* heb toen een patroon i •nageknipt en allo twaalf hemden heb ik 's nachts gemaakt, want go begrypt, overdag had ik hot to druk. En keurig netjes dat ze waren genaaid! Maar ik veYpraat myn tyd; waar zou ik dezo ruche zetten, van voren of op zydo?" En de goede Louise nam een stuk of "Z9s i spelden van haar japon en stak die in haai* l mond, om or óón voor tón de ruche model vast - te steken. IINGEZOINDEN. Mijnheer dt Redaeteuv! Een onderwijzer overleed. Zyne collega's! werden ter begrafenis genoodigd. Allen namen i die uitnooJiging aan on hét hoofd der school! zou zich tot B. en TO. wenden, om dezem den wenseh van het personeel over te bren gen. Do man kwam terug'mefr de boodschap,! dat B! en TO. aan slechts twee van dei twaalf onderwijzers verlof gegoven hadden! hunnen vriend naar "zyno -laatsto rust plaats tel vergezellen. Ik onthoud intj van hfet uitspreken van! een oordeel over deze geschiedeni-t, M. deR.„ en dank U voor do verleende plaatsruimte. lfeiden, Uw Dr. 25 Jan. 1895.' A. Z. Kerkelijke Woubrugge: Tef afdeehng "Woubruggel van den Nederlandschert Protestanten bendj zal op Zondag 27 de»;rr des -avonds te-zeven! uren, godsdienstoéfeningJ worden gehouden,! waarby als voorganger zal optreden i ds. Sj Kutsch Lojenga, predikant by de Doopsge-i zindo'gtmeente to*LvHen. Dc Costa-Rlca-qaacsile. De minister van buitenlandsche zaken ver klaart, ln antwoord op het afdeelingsverslag der Eerste Kamer betreflendo het derde hoofd stuk der Staatsbegrooting, dat zéér onlangs tusschen de Engebche en de-Nederlandsche regeoringen; in beginsel i6 overeengekomen, de vraag: of voor Nederland rechteDS eenige verpüchtiug bestaat om aan den-gezagvoerder, de eigenaars en de bemanning van de „Costa RicaPacket" éenige schadeloosstelling uit te koeren, aan een scheidsrechterlijke uitspraak te onderwerpen. Daardoor zal, op eene voor beide partijen aannemeiyke wyze^ een einde worden gemaakt aan een tusschen hen gerezen ernstig verschSl van gevoelen. Te zyner tijd zak ter nakoming, v^n arUOO. der Grondwet een voorstel dienaangaande aap het oordeel der Staten Generaal worden onder worpen. BUITENLAND. Franlirijlk. President Faure heeftden- heer/PJbot. de samenstelling van het, ministerie-, opge4ragen. Da- heer Ribot behoortook reeds teb de oude garde. In 1842 te,Saint-Omer-geboren, studeerde by te Parys, in de rechten en. vos tigde zich daar als advocaat. In 1875.trad hy voor-het eerst op als minister, err wel als minister van justilie in het i kabinet Dnfaure. Na den val van dit kabinet te Boulogne tot lid der Kamer gekozen, sloot Ribob zich aan by de geavanceerd-republi keinen. Liter evenwel vereenigde hy zich mot de gematigd republik8ineche party] en werd zelfs reen van de hoofdleiders der midden- party. Toch behoorde Ribot tot de folste tege/istanders van liet ministerie Ferry, in zake de koloniale politiek, door den heer Ferry in Tonkin gevo gd. De val van het ministerie Ferry- in- 1885 was ho.ofdzakejyk liibots werk. Bij de aigemoene verkiezingen in 1885 leed Ribot in het district Passie Calais de nederlaag als eandida.it der gematigd-ropu' bliktinon. Eerst in-, 1887 weivl hij caar weer tot lid: der. Kamer gekozen. In 1800 trad hy op als minister van buiteDlandsche zaken in hut kabinet Dc Freycinet en ditrdepartement bleef onder zyn beheer, toen 4e heer Lonbet in 1S92 den heer De Freycinet als minister president opvolgdo» liet miuibtorio-Loubot viel in/ 1898, toan het Panama-proces aan de orde rkwam. Ribot trad toen op als minister president en tevens als minister van binnenlandscho Z3ken. Zyn kaVdnet berustte op de bekende Conoentvaixon rcpublicaitie. Den Ssten Februari van dat-jaar hiyld de heer De Cav.aignac-.zyoo bekende •redey waarin, hy deze-con oen l ratje pohtiekzeer echei p afkeurde. Spoedig daama trad het kabinet af..Na uienUyd.nam Ribokgeen deel •meel* aan eonig ministerie. De heer Ribot heelt de hem opgedragen taak ter.tond aanvaard. Gisteravond werd ten huize van den heer Ribot eeno conferentie gehouden, welke tot 4en uur xluurde. Het wordt als zeker boschouwd, dat de jheer Ribot zal optreden als rmniuter van (fiuanciën ;en als minister president. Heden zal JLlibot zijne pogingen voortzetten. Als leden van dit kabinet worden genoemd 4e heeren Loubet, Hanotaux, Loyguesen jBarthou. Te Parys liep dezer dagen het gerucht, 4at generaal Jamont op de grenzen zou zyn .-doodgeschoten door een Duitschon douane lboambte, die hem voor een smokkelaar aanzag. Het gerucht bleek, al spoedig een verzinsel jte zyn.. De .„Süreté" heeft een onderzoek.inge- ;steld naar de personen, oio het praatju in de «wereld hadden gebracht, maar hen niet kunnen i .•Uitvinden. Wtl zyn twee politie-agenten, die er •van gehoord hadden, zonder hunne superieuren ,er van in.kennis te stellen, ontslagen. Gineraal Jamont is aangewezen om gene raai Do Gollifet op te volgen als inspecteur van het leger. Dultechlau<L In-den Ryksdag werd'gisteren vertolJ, dat prins Yon Bismarck zyn voornemen heeft opgegeven om Zondag a. s. ter eere van. den verjaardag des ktdzer3 te Beriyo te komen.. Ten gevolge van het -ongunstiga we-a: durft 1 Von Bismarck de rem naar Berlyn niet onddrnomen. Devloiders van hut centrum zyn nog steeds in de wear om met- do regeermg eene schik king' te trafTen in zakexde aanhangige „Urn- sturz-Vorlage." In de vergadering, welke dei commissie gisteren over .dit wetsontwerp hield,, verklaarde een der centrum leiders, dat het! centrum genegen zou wezem de „Umsturz- Vorlage'' goed te keuren, indien doxegeeringj bereid is concessies te doen betreffende do» scheol-qoaestio. Tot'eene stemming, is het nog nietige komen. Op verzoek van de .vertogenwoordi-r gers van het centram werd de stemming| over het voornaamsto artikel van het ontwerp! uitgesteld/ Blykbaar hoopt het centrum nogi eene schikking met de regeeiing daarover! 'te treffen. - l^t Borlyn meldt men dat de „Vor- w&rts" de reeks van bek^idmakingen van ge-i heirat-regeeringsstukken voortzeU Thans-geoftl het blad eene vertrouweiyke circulaire, waarim de. ovérheden word en. aangemaand bot oog tei houden op' de Eoolsche beweging. Te vMannheim is een antiröeinietiscb.blad ge confiseeeEd, omdat het eene parodie gegeven! had op den „Zang aan Aegir". België. In de Kamer werd gistoren een heftige discussie gevoerd over sociale aangelegenheden. Toen do afgevaardigde Eeman den socialist Anseele (de bekende afgevaardigde uit Gent) in de rede viel, werd hy door den voorzitter De Lantsheere tot de orde geroepen. Later maakte hy Anseele voor een bezetene uit en werd voor de. tweede maal tot de orde geroepen. De voorzitter liet de vergadering by zitten en opstaan beslissen of de hoer E>man het recht had zyne uitdrukking toe te lichten, niettegenstaande hem het woord was ont* nomen. Alle leden der rechterzijde bleven zitten em ondanks het protest van den pre sident, besloot de meerderheid dus, dat don heer Eeman weer het woord moest worden gegovën, opdat hij ziéb nader zou kunnen verklaren'. De heer De Lantsheero verliet toen den voorzitterstoel en nam zyn ontslag als voor zitter der Kamer, ondanks alle pogingen, welke zyne vrienden aanwendden, om hom van dit besluit terug te brengen. Te midaen van groot rumoer werd toen de zitting op geheven. LEIDEN, ZG «Januari. Na overleg met do Commissie van Fabricage geven B. en "Ws. in overweging aan den. he.r J. Van der Plas, te Zoeterwoude, behoudens, voor zooveel noodig, vergunning van do Ged. Staten en van het Hoogheem raadschap, Rynland, tot wederopzeggens ver gunning te veiieenen, om voor het perceel kadastraal bekend gemeente Zoeterwoude, Sectie F No. 782, een brug te leggen over de Zoeterwoudsche Singelsloot- volgens over gelégde teekening, onder de vastgestelde voor waarde. Tei; vervulling van de vacature, ontstaan aan de openbare jongensschool lste klasse, door het aan den heor H. A. Poolman ver leend eervol ontslag, is ter benoeming van een derden onderwijzer aan de genoemde school de volgende voordracht opgemaakt: lo. M. VT. Karstens, thans tydeiyk met- de waarneming der betrekking belast*; 2o. E.1 J. Bomli, derde onderwijzer aan de school 3de klasso No.. 2 en 3ö. C. Roovers, onderwyzer te Groede. Aan don gemeenteraad leggen B. en Ws. over eene lyst van reclames tegen het kohier der .Plaatselijke Directe Belasting, aienst 1894, raeerendeels de lste supplotoire beschrijving betreffende- Zy stellen voor af te wyzen dé reclames van; E. G. Wichers, A. Delfos; W.' Van de Wyngaarde, W. P. Domraenie, H. J. Van dei- Worm, J. Van der Linden, M. B. Lebet^ H. G. Ver hulst, W. J. N. Meijer, K. A. Minnigh, J. P. C.'Meerburg, J. Van Erp, J. H. Wyn- beek en T. C. Verhoefi'; en te. verminderen den aanslag van dé wed. P. J*. Yperlaan met f 1.22 en J. G. Brands met f 5.48. Onóc-r overlegging van het adres van den directeur der.Laidscüe Duinwatermaatschappy gevc-n B". en Ws. in overweging aan genoemde Maatschappy vergunning to verleenen om duinwater te leveren aau ingezetenen van de gemeente Rynsburg onder dezelfde voorwaar den, waaronder het water aan de ingezetenen van Leiden wordt verstrekt, en onder bepaling dat door dio vergunning geener verandoring wordt gebracht in de volgons art*. 2 der con cessie cp de Maatscbappy rustende verplich ting, nl. om. er voor te zorgen dat het aangevoerde duinwater steeds in voor do ver bruikers voldoende hoeveelheid en zuiver aan- jwezig zy. Verder dooien zy mede dat er ook geen jbezwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van den heer A. Packet, om eervol ontslag uit zyne betrekking van leeraar in 'da Fransch e taal aan hét gymnasium alhier, 'met ingang van 1 Maart a. s. Onder overlegging van de verzoeken om .continuatie geven B. en WS. in overweging voor don tyd van drie jaren wederom in hun betrekking te continuoeren dr. H. Treub als stads-vroedmeester en C. Winkler Prins en dr. C~ M. Van Voorthuysen als stads genees- en heelkundigen. Het stoomschip „Burgemeester Den Tox", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 26 Jan. van Padang; de „General", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 24 Jdn. van Suez; do „Schiedam", van Nieuw-York naar Amsterdam, passoerde 25 Jan. Lizard. Telegram «aio n. ATHENE, 25 Januari. In de Staatscourant -is hedtn het koninklyk besluit afgekondigd, waaray deKamer zittingen voor 40 dagen worden geschorst. Men verwacht nog voor den; afloop van dszen termyn een decreet, waaröy.de Kamer wordt ontbonden. BUENOS-AYRES, 25- Januari. Do nieuwe minister van financiën, Senor Romero, had gisteren een conferentiemet don minister van financiën der provincio Buenos Ayres, ten einde te sprekon over de regeling der schuld iöezcr provincie. De minister verklaardo zich bereid; met do regeering der provincie een schikking te treffen, op den grondslag, dat do werken, tot aanlag van een baven te La Plata, aan de ArgeDtynsche regering zullen worden overgedragen. LONDEN, 26 Januari. Aan de „Times" wordt uit Ttlieran (Perzië) geseind, dat do eerste .schok der aardbeving te Ko8shan werd waargenomen den 17-ion Januari tegen den mid lag.. Ia drio minuten was de stad verwoest. Zesbönaeüd personen werdtn bedolven, onder het puin, van de moskee, zeshonderd aaderen kwamen i om-in verschil lende badiiiriivhtingen. Gedurende drie dagen ont-br.ikeu wa r en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 8