Aan het station waren de officieren der
schutterij met het kader en de muziek opge
steld en werd luit. Velds door den comman
dant der schutterij en door den burgemeester
hartoiyk toegesproken.
De ingenieurs van den waterstaat J. J.
Roelants te Groningen en P. Loke te Zwolle
hebben om gezondheidsredenen hun eervol
ontslag aangevraagd.
Te Gouda is overleden de heer H. W.
G. Koning, wethouder dier gemeente, oud-
officier der inf., tot voor eenige weken majoor
der dd. schutterij.
Uit goede bron vernemen wy, dat niet
minder dan 7 hoofdofficieren der marine den
dienst zullen verlaten. (Tel.)
Na verkregen machtiging van Gedep.
Staten hebben de onderwijzers in Opsterland
nu hun traktement over het vierde kwartaal
1894 ontvangen.
Bij koninklijk besluit van 21 dezer is,
met ingang van den dag, waarop in uitvoering
van de wet van 6 December 1894 (Stsbl. 184),
de vereeniging der gemeenten Rotterdam,
Kralingen en Charlois zal tot stand komen,
eervol ontslag verleend aan F. B. 's Jacob, als
burgtmeester van Rotterdam; aan G. H.
Lambert, als burgemeester van Kralingen,
en aan mr. J. D. A. Yan Blommestein, als
burgemeester van Charlois, en tot burge
meester der nieuwe gemeente Rotterdam be-
noomd F. B. 's Jacob, voornoemd. (Sts.-Ct.)
Betreffende registratie van akten van cen
trale en plaatselijke besturen, is naar aan
leiding eener missive van den minister van
binnenlandsche zaken ter kennis van de
gemeentebesturen in Zuid-Holland gebracht,
dat thans als regel geldt dat de bevelschriften
tot uitbetaling van aanneramgspenningen
mogen worden afgegeven, ook zonder dat de
akte van aanbesteding is geregistreerd, mits
uit die bevelschriften niet van het bestaan
dor akte van aanbesteding blfiko, dat de
akten van aanbesteding van centrale en plaatse
lijke besturen niet behoeven geregistreerd te
zyn, vóór dat ze door een hoogere autoriteit
worden goedgekeurd.
De gemeente ontvanger van Wessem, de
hoer L. Smeets, is als zoodanig ontslagen.
Hy had eervol ontslag aangevraagd.
Hot „Utrechtsch Dagblad" bespreekt in
con hoofdartikel do staats-exploitatie van do
telepfcoon, waarvan het blad voorstander is.
Het wijst Gr op, dat de behandeling van de
door den heer Tydeman voorgestelde motie
aan de Kamer gelegenheid zal verschaffen,
om zich over de zaak uit te spreken. Met
het oog op de plaatselijke concessiön aan do
Belltelephoon-maatschapplj, waarvan do oudste,
die te Amsterdam, 1 September 1895 en de
andere vrjj spoedig daarna, bijv. die te Utrecht
einde 1897 afloopt, acht het blad, zoo ooit,
thans hot tijdstip gekomen om eeno beslissing
to nomen.
Het stoomschip „Deucalion", arriveerde
21 Jan. van Ba'avia te Amsterdam; do
„Prins Willem I" arriveerde 14 Jan. van Am
sterdam te Paramaribo; de „Prins Willem IIÏ"
vertrok 18 Jan. van Paramaribo naar Amster
dam; do „Prinses Wilhelraina", van Amster
dam naar Batavia, passeerde 19 Jan. Kaap
St.-Vincent; de „Salak", van Rotterdam naar
Batavia, arriveerde 20 Jan. to Southampton;
do „General", van Hamburg en Amsterdam
naar Oost-Afrika, vertrok 19 Jan. van Napels;
do „Soenda", van Amsterdam naar Batavia,
passeerde 20 Jan. Dungeness; de „Cyclops,"
van Amsterdam en Liverpool naar Java,
arnveorde 19 Jan. te Singaporo; de „Koningin-
Regentes", van Batavia naar Amsterdam, ver
trok 19 Jan. van Genua; de „Ardjoeno," van
Batavia naar Rotterdam, vertrok 20 Jan. van
Port Said; de „Prinses Sophie," arriveorde
21 Jan. van Amsterdam te Batavia; de
„Obdam", van Nieuw York naar Rotterdam,
passeerde 21 Jan. Prawlepoint; de „Prinses
Marie", van Amsterdam naar Batavia, pas
geerde 21 Jan. Perim.
By koninklijk besluit is, met ingang van
1 Februari 1895, benoemd tot directeur van
het Rijkslandbouwproefstation te Groningen
dr. B. Sjollema, thans assistent aan het
Rijkslandbouwproefstation te Goes.
Met ingang van 1 Februari a. s. lo. op
pensioon gesteld: de kapiteins ter zee H.
NUgb, A. F. J. Frackors en de luit. tor zee
lsto kl. J. E. J. Eybergen, onder toekenning
van een pensioen, onderscheidenlijk ad 1800,
1800 en ƒ1200 'sjaars en eene verhooging
van ƒ1125, 1125 en ƒ450 's jaars, ingevolge
art. 1, c, der wet van 1 April 1875; 2o.
bovorderd: tot kapt. ter zee, de kapt.-luits.
ter zoo W. E. Hazenborg en W. J. Derx;tot
kapt. luit. ter zee, do luits. ter zee 1ste kl.
H. Velthuyzen en J. C. Jeekel en tot luit.
ter zee 1ste ld. de luits. ter zee 2de kl. N.
M. Japikse, J. A. M. Bron en W. Hou wing.
Met ingang van denzelfden datura zyn do
kap tor zee H. Nygh en de kapt.-luits. ter
zoj W. G. Van Nes en J. A. H. Beek eervol
onthoven van het bevel, onderscheidenlijk
over Hr. Ms. pantserschip „Guinea" en moni
tors „Tijgeren „Luipaard". Voorts is het
bevel over Hr. Ms. pantserschip „Guinea"
opgedragen aan den kapt. ter zee P. Heyning;
dat over Hr. Ms. monitor „Tijger" aan den
kapt.-luit. ter zee J. A. H. Beek, en dat ovor
Hr. Ms. monitor „Luipaard" aan den luit. ter
zee 1ste kl. A. W. F. C. Van Woerden.
Pensioen verleend aanJ. Dierdorp, wed.
J. Bos, brievenbesteller, ƒ193; A. M. Schnei-
thor, wod. mr. J. C. Bergsma, raadsheer in
het gerechtshof te Leeuwarden, ƒ600; M. C.
Philipse, wed. J. W. Muis, opzichter der conser-
veerdors by 's Ryks werf te Hellevoetsluis,
ƒ300; F. W. Evrard, wed. B. Ziégelaar, brie
vengaarder, 42; K. IJperlaan, wed. G. J.
Hengoveld, leeraar aan de veeartsenyscliool
te Utrecht, 400; G. Willemsen, wed. J. F.
Havekotte, ryksveldwachter, ƒ192; den zoon
van wyien X. Van den Nieuwboer, commies
2de kl. by 'sRyks belastingen, 38 'sjaars.
Den ingenieur van den Ryks waterstaat lste
kl. P. Loke de titulaire rang toegekend van
hoofd-ingonieur 2de kl. en hem, met ingang
van 1 Februari a. s., op zyn verzoek, eervol
ontslag uit 'sRyks dienst verleend.
Benoemd tot burgemeester van Udenhout
J. Van Iersel.
Gemengd. Nieuws.
Morgenochtend te elf uren zal
op de plaats in de Morschpoort-kazerne op
plechtige wyze de uitreiking der gouden
medaille voor 36 jarigen trouwen dienst plaats
hebben aan den adjudant-onderofficier-vaandel-
dragor C. C. Van den Bergb, van het vierde
regiment infanterie alhier.
Eene kostvrouw te Haarlem is
dezer dagen het slachtoffer goworden van
oen behendigon oplichter. Een gewezen O.-I.
militair, die te haren huize zyn intrek had
genomen, tegen betaling van 5.50 per week,
wist op velerlei manieren van dio vrouw geld
te leenen, onder voorwendsel dat zy het geld
ruim vergoed zou krygen, wanneer hy by
het eerstdaags te verwachten overlyden eener
tante te Leiden eene erfenis zou ontvangen.
Uit Leiden kwamen vóór 14 dagen achter
eenvolgens een briefkaart, vermeldende de
ziekte, en een telegram, berichtende den dood
van de tante. Door de kostvrouw werden
weder bereidwillig de reiskosten aan den
kostganger voorgeschoten en deze toog met
witte das en in 't zwart gekleed ter begrafenis!
De gewaande erfgenaam is na dien tyd
niet meer te Haarlem geziende vrouw vernam
later dat evenmin van eene erfenis als van
eene tante iets bekend is.
Baas boven baas! Men meldt
ons uit Voorschoten: Het bericht ïnhotL. D.
van gisteren van het eerste kuikonei, dat 85
gram woog, is overtroffen. Gisteren werd hier
door een kuiken het eerste oi gelegd, en dit
woog 86V4 gram. Hot is te zien by A. Van
Leeuwen, Achterweg, Voorschoten.
Het stoomschip „Caledonia", dat
op reis van Newcastle naar Rotterdam den
14den Dec. jl. ten zuiden van Katwijk aan Zee
strandde, is geabandonneerd en zal aldaar op
24 dezer worden verkocht.
Een treurige ontdekking is
gisteren in het Haagscho Bosch gedaan. Uit
het water van den tweeden vyver zyn opge
haald do lyken van een vrouw en van een
zosjarig knaapje, dat zy omklemd hield. By
ondorzook is gebleken, dat het haar zoontje
was. Verschillende omstandigheden wijzen c-r
op, dat de jonge vrouw zich met haar kind
verdronken heeft on dat do drenkelingen rog
niet lang in hot water hadden goloden. Men
vond aan den waterkant het boterhammen-
trommeltje, dat het jongetje mode naar school
genomon had, waaruit wordt afgeleid het
vormoeden, dat het ventje door zyn moeder
vooraf uit do school is gohaalJ.
Do vrouw had do echtelyko woning ver-
lóten wegens hniselyke oneenighoid.
Het geval maakt oen zeer droevjgeu indruk
in do stad.
De groote stadshanglantaarn
aan het winkelhuis van den heer Pandor op
den hoek van de Vlaming- en "Wagenstraton
te 's-Gravenhago geraakte gistervoorraiddag
van den arm, waaraan zy bevestigd is, los
en viel op het hoofd van don politie agent O.,
die op dat kruispunt, een vaste politiepost,
stond. Het toestel viel met zulk oen kracht,
dat de helm van den politiedienaar in stukken
word gescheurd. Hot ijzerwerk en de glas-
stukken lieten een bloedende snede op het
hoofd van den agent achter.
Na in eon nabygelegen huis te zyn binnen
gedragen en door een geneesheer te zyn
verbonden, is de agent per brancard naar het
ziekonhuis overgebracht.
Tor plaatse zeide men, dat het reeds de
vierde maal was dat do hanglantaam op dien
hoek naar beneden kwam te vallen.
De kantonrechter te 's-Graven-
hage heeft gisteren toegewezen de vordering
tot schadevergoeding ingesteld tegen de Maat-
schappy tot exploitatie van Tramwegen,
wegens aanryding van een wagen met hooi
door de stoomtram onder Voorburg, en zulks
op grond dat de aanryding aan den machinist
was te wyten.
Het i s k r a c h t o n s e e n e b o s c h ik
king van de Amsterdamscbe rechtbank, dat
de verkoop op 23 Januari van den inboedel
van Reens zal gehouden vrorden op de binnen
plaats van het perceel Heiligen weg 19, zynde
het voormalig huis van arrest of bewaring
to Amsterdam. Deze beschikking der recht
bank wordt hiermedo gemotiveerd, „dat de
Nieuwstraat - de straat, waar Reens woont
ten govolgo van het daar heerschendo drukke
verkeer en met het oog op de woinige breedte
der straat niet geschikt toelaat, den verkoop
by executie aldaar te houden."
Een onderwijzer in de omstreken
van Breda, die een half uur van de school
woont, oen groot aantal dienstjaren telt en
op zyno verzoeken om verhoogiog van jaar
wedde steeds een afwyzend antwoord ontving,
heeft zich thans tot zyn gemeentebestuur
gewend met verzoek hem eene toelage te
verleenen tot het aankoopen vaneen
paar schoenen. Door het slechte weer, de
onbegaanbare wegen, enz. heeft de man in
éóne maand een paar schoenen versleten.
Hedenmorgen omstreeks negen
uren is aan de Jacobiebrug te Utrecht door
eon baggerman het lyk van een man opge-
vlscht.
B. en Ws. van Dordrecht hebben
de Blauwpoort en mitsdien ook den Grooten
weg No. 7, voor zoover deze onder de Blauw
poort, toegang gevende tot het Zwyndrechl-
sche veer, loopt, voor het openbaar verkeer
afgesloten. De reden daarvan is dat de poort
door eene door B. en Ws. benoemde commissie
van deskundigen in staat van bouwvalligheid
is verklaard. Do naast en boven die poort
gebouwde woningen zouden juist dezer dagen
onder den hamer komen, maar in dezen
stand van zaken zal de verkoop wel uitgesteld
worden.
De d a g 1 o o n e r W i 11 e m B u n k s t e
2de Eksloërmond (Gron.), wiens zoon op Lom
bok sneuvelde, heeft van den minister van
oorlog bericht ontvangen, dat hem eene jaar-
lyksche toelage van f 50 is verleend.
Zondag-nacht brak te Sint-Maar-
tensdyk (Z.) een hevige brand uit Drie schuren,
toebehoorende aan P. Kodde, O. Hevboor en
C. Boogerd, en geheel met vlas gevuld, werden
in de asch gelegd. Zes koeien, een stier en
vier varkens kwamen in de vlammen om,
terwyi negen runderen nog bytyds konden
worden losgemaakt en gered.
De oorzaak van den brand is onbekend
alles was verzekerd. Men schat de schade
op ƒ15,000. Hierbij komt nog, dat een
dertigtal arbeiders, die nog een kleine paar
maanden met vlaszwingolen hun brood had
den kunnen verdienen, thans werkeloos zyn.
Voor hen drukt het onheil natuurlyk het
zwaarst.
Omtrent den 11. Zaterdag plaats
gehad hebbenden moord te Lommei (L.) kan
de „L. K." nog het volgende mededeelen:
Zaterdag vermiste men den jachtopziener
F. Extermans. In den voormiddag was hy
eene ronde gaan doen en beloofde hy aan
zyne vrouw om één uur thuis te zyn. Aan
gezien hy 's anderen daags nog niet thuis was,
vreesde men een ongeluk en men onderzocht
alle plaatsen; eindolyk vond men zyn lichaam,
yselijk verminkt, in een boscbje, niet ver van
zyn woning.
Hij was op twee plaatsen getroffen door
twee geweerschoten: aan de rochterzyde en
aan het hoofd. Het l(jk werd onmiddellijk
naar het gemeentehuis gebracht en het parket
aanstonds verwittigd. Dit kwam jl. Maandag
omstreeks elf uren aan en do lykschouwing
had plaats.
Dinsdagmorgen had een onderzoek plaats,
doch er werd geene aanhouding gedaan. Over
den uitslag dezer onderzoekingen zullen wy
niet spreken, het paiket komt morgen terug.
Het oude eerwaardige Parysche
bedelaarsgild, welks geschiedenis in do middel
eeuwen Victor Hugo stof gaf tot zyne schil
derachtige beschryving van „La cour des
miracles" in „Notro Dame do Paris," is mot zyn
tijd meegegaan; bot bezit tegenwoordig zijn
eigon informatiubureolen, zfine vereenigingen
tot gezellig verkoer, zflno clubs en vooral
zijne vakscholen, waarin het nooaigo onderricht
wordt gegeven en men voor 't bedelen geschikt
gemaakt wordt. En het laatsto is niet alleen
noodig, om in het gild opgenomen te worden;
het is ook dringend aan te bevelen aan allen,
die met bedelen aan den kost willen komen.
Want niets is onjuister dan te meonen, dat
het in de goedo stad Parys voldoende zou
zyn, zich een standplaats uit te kiezen en de
hand naar aalmoezon uit te strekken om be-
hooriyk te kunnen leven. Lui en brutaal te
zyn is geen kunst, maar hij, die de mild
dadigheid en de liefde lot den naaste stelsel
matig wil esploiteeron en daarvan zijn beroep
wil maken, iroet nog andere eigenschappen
en kundigheden bezitten. Hy moet zich een
byzonder medeiydenwekkend aanzien weten
te geven en door bepaalde „trucs" hutmede-
lyden weten op te wekken. De Parysche bo
roepsbodc-laar heeft het zeer ver gebracht in de
kunst, zich een uiteriyk te geven, dat in allo
onderdeelen een beroep doet op het erbarmen
zyner medemenschen. Maar om deze kostbare
eigenschappen te verwerven, is eon goede dosis
ervaring en studie noodig, on hiertoe dienen de
bedelaarsscholen, die, nadat de candidaien hunne
algemoene opleiding ontvangen hebben, zich
er op toeleggen hen tot specialiteiten te vormen.
Vóór de definitievo beroepskeuze wordt de
kweekeling in den regel op de proef uit
gestuurd. Als leiddraad krygt hy eene opgave
van de „goede huizen" mee: nl. oen soort
adresboek van de wyk, die hy heeft te be
werken en waarin de deuren, waar het de
moeite loont aan te kloppen om een aalmoes,
zyn aaugewezen. Do statistiek ook van deze
wetenschap van don nieu weren tijd weten de
Parysche bedelaars, die een open oog hebben
voor den vooruitgang, zich te bedienen
leert dat dooreengenomen van de vier deuren
óón een „goede" is. Maar die regel komt
slechts dan uit, wanneer de kweekeling van
de toelichtende opmerkingen weet party te
trekken, die in het adresboek zyn opgenomen
en die byv. in dezen trant luiden: „M. A.
straat, novermogend eigenaar van
huizen. Geeft allicht een vyf-franks stuk; be
taalt de achterstallige huur voor 't geval, dat
men kans heeft op straat to wordon gezet."
„G. Rstraat, noGeeft nooit geld.
Moet om kleeren worden gevraagd."
„Weduwe C., Boulevard no.Geeft
alleen kindergoed, ook wel gesteriliseerde
melk in verzegelde flesschen."
Diegenen van de kweekelingen, die van de
lessen een goed gebruik weten te maken,
vinden daarby veel baat. Die zien dan weldra
uit naar eene gezellin, met wie de uitoefening
van het beroep veel meer winstgevend is.
De grootste artillerist van het
Duitsche leger is een zekere sergeant Goebel,
die by het regiment artillerie te voet No. 15
te Thorn dient en eon lengte heeft van 1.98 M.
Het proces-Joniaux te Antwer
pen. Het was gisteren een verhoor met
hindernissen. De voorzitter van het hof was
zóó heesch, dat hy geen geluid kon geven,
zoodat hy do vragen moest influisteren aan
een tolk, die ze vervolgens hardop herhaalde,
hetgeen den loop der debatten aanmerkeiyk
vertraagde.
Het verhoor liep nog steeds over de finan-
tiéele moeilykheden van de beklaagde en de
wijze, waarop zij door leenen als anderszins
aan geld trachtte te komen. Het is niet recht
duideiyk waartoe deze eindelooze verhooren
over allerlei byzaken moeten dienen. Dat de
beklaagde een massa schulden had, is reels
voldoende bekend, oen schuld meer of minder
doet er verder niets toe, evenmin als het
van veel belang is, welke reden zy opgaf als
zy eene leaning trachtte te sluiten: Het is
reeds meer dan afdoende bewezen, dat de be
klaagde dikwyls in groote finantiëele moeilyk
heden verkeerde, maar al ware haar toestand
nog veel liopeloozer geweest, dan levert het
breedvoerige bewyzen daarvan nog geen be-
wys voor hetgeen de beschuldiging haar te
laste legthet vergiftigen van drie harer bloed
verwanten.
Nu vier wetenschappelyke autoriteiten, door
de verdediging opgeroepen, met- groote beslist
heid verklaard hebben dat het bewys der ver
giftiging niet geleverd is, moest het hof zich
des te minder met al de genoemde byzaken
ophouden, daar de verdedigiDg beweert het
bewijs te kunnen leveren dat Alfred Ablay
de eenige, in wiens lijk morphine is gevonden
aan de morphine verslaafd was. Indien
het aan de verdediging gelukt dit te bewy
zen, wordt het rapport van de deskundigen
d décharge zoo schitterend bevestigd, dat men
zich moet afvragen hoe het openbaar ministerie
nog in staat zal zijn, de aanklacht te hand
haven. Wat do beide andere vermoedeiyko
slachtoffers der beklaagde betreft, staat hare
zaak nog veel gunstiger; om het vergiftigen
van Lóonie Ablay en Jacques Van den Kerck-
liovo te staven, zou de beschuldiging meer
doorslaande bewyzen moeten aanvoeren dan
zij tot dusverre gedaan heeft. De algemeene
indruk is, dat de beschuldiging, do zwakheid
van haar bewysmateriaal beseffende, door de
quantiteit van hetgeen de tallooze getuigen
tegen de beklaagde aanvoeren, het gebrek
aan qualiteit van het bewijsmateriaal wil
goedmaken.
Zoo zou men gisteren eer gedacht heb
ben, dat de beklaagde terechtstond wegens
frauduleus bankroet, in plaats van wegens
een driedubbelen moord. De verdediger pro
testeerde dan ook tegen het hooren van al die
getuigen, die in het oneindige uitweiden over
byzaken, zonder iets omtrent de vergiftiging
te bewyzen. „Daar komen wy later op", ant-
woorddo de advocaat-generaal.
Het zou ons te ver voeren, indien hier het
getuigenverhoor op den voet werd gevolgd;
daarom worden er slechts enkele grepen uit
gedaan. Een wijnkooper kwam verklaren dat
hy gemiddeld voor 1500 fr. wyn per jaar
aan de beklaagde leverde en zyn geld tot
den laatsten centiem had ontvangen. Getuige
Vandeputte, zaakwaarnomer van den graaf
Van Bergheyk, heeft namens zijn meester
1500 fr. aan de beklaagde geleend, die zy
gevraagd had om de valsche wissels van
Alfred, ten bedrage van 7000 fr., te betalen;
dit geld is zy nog schuldig.
Aan gotuige Gallet, vrederechter te Ant
werpen, heeft de beklaagde ook geld gevraagd,
om een wissel te kunnen betalen van een
woekeraar, die eon valschen wissel van Alfred
in zyn bezit had; daar de beklaagde echter
den naam van den woekeraar niet wilde
noemen, had getuige het geld geweigerd.
Beklaagde zeide dat zy den woekeraar niet
had willen noemen, omdat deze haren broeder
gored had van do Fransche woekeraars, in
wier handen hy gevallen was. De advocaat-
generaal noemde do opgegeven reden zeer
onwaarschyniyk en verweet beklaagde, dat
zy niet geschroomd heeft haren broeder van
valschheid in geschrifte te beschuldigen, om
haar eigen geldverlegenheid te vergoeiyken.
Een boekhouder van den bankier Verhaeghe-
Denayer verklaarde dat de beklaagde 20,000 fr.
ontvangen had op handteekoning van de
oude mevrouw Joniaux. Baron Osy, gouver
neur van de provincie Antwerpen, heeft aan
beklaagde 500 fr. geleend, die zy hem ge
vraagd had „om een vlek op de familie uit
te wisscbeu."
Getuige kolonel Stoops had mevrouw Joniaux
op verdachte manoeuvres bij het kaartspelen
betrapt en daarom allo relatiën met de familie
Joniaux afgebroken. Ook verklaart deze go
tuige, dat dokter Ruelle, die Lóonie Ablay
had behandeld, hem in vertrouwen had mede
gedeeld, dat by het een verdacht sterfgeval
vond en grooten lust had, eono lykschouwing
aan te vragen.
De keukenmeid van mevrouw Joniaux ver
klaarde dat zy aan beklaagde dikwyls geld
had geleend, in het geheel 2000 fr., die zy
met de rente had terugontvangen. Of er ten
huize van beklaagde werd gespeeld, kon ge
tuige niet zeggen, want, zeide zy, ik kwam
nooit uit do keuken.
Familie-Berichten uit verschillende bladen.
Gehuwd: W. F. Donath en W. E. De Lang,
Wormerveer.
Beval Ion: C. C. Heil—Coster, Z., Rotter
dam. Mevrouw Ruijs—Hanegraaff, Z., Scheve-
ningen. A. J. C. SchermersVan Eyk, Z.,
Loosduinen. M. Van EgmondDe Bosson. Z.,
Tilburg.
Overleden: C. E. d'Engelbronner, v. 30 j.,
Utrecht. Baron Clifford, m. 54 j., Mal an g.
W. A. Rotteveel, m. 80 j., Den Haag. A. F
Vryman, m. 53 j., id. Wed. H. J. van Grins-
ven—Kuijpers, 6o j.. Dongen. B. J. L. Ten
Cate, m. 55 j., Rotterdam. P. Boeree, m. 84 j.,
Haarlem.
KOLONIËN.
BATAVIA, 19-24 December.
Over de aanleiding tot de schorsing van
den Landraads-president van Karanganjer en
Keboemen, mr. J. C. Immink, nu een maand
geleden, schryft te „Soer. Ct." het volgende,
om een einde ♦e maken aan do dwaze ge
ruchten, die daaromtrent loopen.
„Mr. Immink, die het niet altyd eens was
met zyn landraadsleden over de al dan niet
strafbaarheid van beklaagden, on dan het wel
eens moest afleggen tegen de meerderheid van
stemmen, kon zich met de aldus genomen
beslissingen, die tegen zyn moreele over
tuiging streden, dikwyls volstrekt niet ver-
eenigem -
„Om, nu zyn geweten niet te bezwaren door
veroordeelingen,, door hem onder den drang
van het stemmen-overwicht, dus eigenlyk v. c.
geteekend, bracht hy na onderteeksning van
zulke vonnissen, in getuigenverklaringen als
anderszins eigendunkelyke veranderingen aan,
die by een revisie door het Hooggerechtshof
per se tot vernietiging dier vonnissen en vry-
spraak der beklaagden moesten leiden.
„Nu is het niet te loochenen, dat het ver-
valschen van vonnissen wel eon iütwat eigen
aardige manier is om eigen opinies doorge
dreven te zien, maar toch zouden er, naar de
„Soer. Crt." verneemt, hier wel degelykmiti-
geerende omstandigheden gepleit kunnen
worden, in aanmerking nemende dat mr.
Immink slechts handelde in 't belang van
veroordeelden, van wier onschuld, ergo onrecht
vaardige veroordeeling, hy zich volgens zyn
goweten overtuigd hield."
Volgens het „Bat. Nieuwsblad" wettigt
de stand van het suikerriet op Java de meest
optimistische verwachtingen. Door do gunstige
weersgesteldheid is de groei op sommige
ondernemingen zóó krachtig geweest, dat het
riet zich heeft gelegerd, een verschynsel, dat
in December tot de zeldzaamheden mag worden
gerekend. Voor 1895 mag dus, wat Java be
treft, op eon grooten oogst worden gerekend.
Hoe noodig een uitbreiding van het corps
officieren is, blykt uit het feit, dat men nu,
door den nood gedwongen, het recht op bui-
tenlandsch verlof na langdurigen dienst moet
gaan beperken. De correspondent van de „Loc."
geeft daarvan het volgende voorbeeld:
Zoo verzekert men, dat de by het militair
departement werkzame kapitein t. B., die geen
10 jaren, maar zeker wol het dubbele aantal
in Indiö is geweest, op zyn verzoek om een
éénjarig verlof, een weigerend antwoord heeft
bekomen met de boodschap, dat voor het
oogenblik de omstandigheden niet toelieten
om officieren anders dan wegens ziekte, buiten-
landsche verloven toe te kennen.
Dat de Indische Regeering verlegen zit met
do aanvulling van het officierscorps op een
oogenblik, dat van dat corps zoo uiterst veel
gevergd wordt, is te begrypen, en dat zy
daarom, de nood eenmaal aan den man zynde,
verloven weigert, is evenzeer te begrypen,
maar dat men niet voorzien heeft, dat zulke
gevallen zich konden voordoen, is minder goed
aan te nemen.
"Wanneer er een oorlog met een Europeo^
schen vyand uitbreekt en de gebeelo kolonie
op haren en snaren staat, dat dan force ma
jeure intreedt en de officieren in hunne rechten
verkort worden, zal waarlijk niemand wraken,
maar dat eene expeditie, zooals er elk jaar
een kan voorkomen, dat effect reeds heeft,
bewyst, dat er by het vaststellen van organi
sation en sterk te-cijfers niet genoegzaam reke
ning is gehouden met de belangen van het
officierscorps.
Want een belang, zoowol voor het individu
als voor den Staat, is het, dat een officier
na een zeker aantal jaren met verlof kan
gaan en een recht wordt het, als, zooals met
den heer t. B. het geval is, twintig jaren in
Indié zyn doorgebracht.
Het is daarom, vooral op een oogenblik,
dat de officieren van het Nederlandsch-Indische
leger zich weder van zulk eene schitterende
zyde hebben doen kennen, dat zy, Indië's be
langen in de hand hebbende, deze zoo goed
hebben weten te behartigen, plicht om de
thans bestaande onzekerheid omtrent het ver-
krygen van verlof dadeiyk te doen ophouden
en elk te geven, wat hem ten volle toekomt.
Teekenachtig voor den geest van do tegen
woordige Regeering is ondertusschen zeker
wel het feit, dat, terwyi harde weigeringen
moeten worden gedaan, aan den anderen kant
zooveel mogelyk getracht wordt, om de zaak
te verzachton.
Want, naar men zegt, heeft de kapitein t.
B., na betooging dat zyn verlof naar Europa
in de eerste plaats noodig was voor zyn gezin,
vergunning verkregen, om vrouw en kinderen
voor 's lands rekeniDg vooruit te zenden en
ten tweede toestemming bekomen voor eeno
overplaatsing naar Atjeh, ten einde de finan
tiëele gevolgen van den maatregel te kunnen
bestryden.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië
zijn de volgende beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Ontslagen: Op verzoek
eervol uit 's lands dienst de opzichter lste kl. bij
het boschwezen op Java en Madara L. E Doe-
litzsch: op verzoek eervol uit zijn betrekking
met ingang van 31 December 1894 de commies-
bibliothecaris bii ?s lands plantentuin te Buiten
zorg J. J. Brutel de la Rivière.
Benoemd: Tot tolk voor de Chincesche taal
te Makasser (Celebes en Onderhoorigbeden) de
ambt. op non-act. H. N. Stuart, laatst tolk voor
de Chincesche taal te Pontianak (Westerafd. van
Borneo); tot oden commies bij de Algemeene
Rekenkamer, de klerk Th. Vermeer.
Gesteld: Met ingang van 31 December 1894
ter beschikking van den directeur van onderwijs,
Eeredienst en Nijverheid, om tijdelijk bij diens
departement te worden werkzaam gesteld J J.
Brutel de la Rivière voornoemd