Aan het station waren de officieren der schutterij met het kader en de muziek opge steld en werd luit. Velds door den comman dant der schutterij en door den burgemeester hartoiyk toegesproken. De ingenieurs van den waterstaat J. J. Roelants te Groningen en P. Loke te Zwolle hebben om gezondheidsredenen hun eervol ontslag aangevraagd. Te Gouda is overleden de heer H. W. G. Koning, wethouder dier gemeente, oud- officier der inf., tot voor eenige weken majoor der dd. schutterij. Uit goede bron vernemen wy, dat niet minder dan 7 hoofdofficieren der marine den dienst zullen verlaten. (Tel.) Na verkregen machtiging van Gedep. Staten hebben de onderwijzers in Opsterland nu hun traktement over het vierde kwartaal 1894 ontvangen. Bij koninklijk besluit van 21 dezer is, met ingang van den dag, waarop in uitvoering van de wet van 6 December 1894 (Stsbl. 184), de vereeniging der gemeenten Rotterdam, Kralingen en Charlois zal tot stand komen, eervol ontslag verleend aan F. B. 's Jacob, als burgtmeester van Rotterdam; aan G. H. Lambert, als burgemeester van Kralingen, en aan mr. J. D. A. Yan Blommestein, als burgemeester van Charlois, en tot burge meester der nieuwe gemeente Rotterdam be- noomd F. B. 's Jacob, voornoemd. (Sts.-Ct.) Betreffende registratie van akten van cen trale en plaatselijke besturen, is naar aan leiding eener missive van den minister van binnenlandsche zaken ter kennis van de gemeentebesturen in Zuid-Holland gebracht, dat thans als regel geldt dat de bevelschriften tot uitbetaling van aanneramgspenningen mogen worden afgegeven, ook zonder dat de akte van aanbesteding is geregistreerd, mits uit die bevelschriften niet van het bestaan dor akte van aanbesteding blfiko, dat de akten van aanbesteding van centrale en plaatse lijke besturen niet behoeven geregistreerd te zyn, vóór dat ze door een hoogere autoriteit worden goedgekeurd. De gemeente ontvanger van Wessem, de hoer L. Smeets, is als zoodanig ontslagen. Hy had eervol ontslag aangevraagd. Hot „Utrechtsch Dagblad" bespreekt in con hoofdartikel do staats-exploitatie van do telepfcoon, waarvan het blad voorstander is. Het wijst Gr op, dat de behandeling van de door den heer Tydeman voorgestelde motie aan de Kamer gelegenheid zal verschaffen, om zich over de zaak uit te spreken. Met het oog op de plaatselijke concessiön aan do Belltelephoon-maatschapplj, waarvan do oudste, die te Amsterdam, 1 September 1895 en de andere vrjj spoedig daarna, bijv. die te Utrecht einde 1897 afloopt, acht het blad, zoo ooit, thans hot tijdstip gekomen om eeno beslissing to nomen. Het stoomschip „Deucalion", arriveerde 21 Jan. van Ba'avia te Amsterdam; do „Prins Willem I" arriveerde 14 Jan. van Am sterdam te Paramaribo; de „Prins Willem IIÏ" vertrok 18 Jan. van Paramaribo naar Amster dam; do „Prinses Wilhelraina", van Amster dam naar Batavia, passeerde 19 Jan. Kaap St.-Vincent; de „Salak", van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 20 Jan. to Southampton; do „General", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, vertrok 19 Jan. van Napels; do „Soenda", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 20 Jan. Dungeness; de „Cyclops," van Amsterdam en Liverpool naar Java, arnveorde 19 Jan. te Singaporo; de „Koningin- Regentes", van Batavia naar Amsterdam, ver trok 19 Jan. van Genua; de „Ardjoeno," van Batavia naar Rotterdam, vertrok 20 Jan. van Port Said; de „Prinses Sophie," arriveorde 21 Jan. van Amsterdam te Batavia; de „Obdam", van Nieuw York naar Rotterdam, passeerde 21 Jan. Prawlepoint; de „Prinses Marie", van Amsterdam naar Batavia, pas geerde 21 Jan. Perim. By koninklijk besluit is, met ingang van 1 Februari 1895, benoemd tot directeur van het Rijkslandbouwproefstation te Groningen dr. B. Sjollema, thans assistent aan het Rijkslandbouwproefstation te Goes. Met ingang van 1 Februari a. s. lo. op pensioon gesteld: de kapiteins ter zee H. NUgb, A. F. J. Frackors en de luit. tor zee lsto kl. J. E. J. Eybergen, onder toekenning van een pensioen, onderscheidenlijk ad 1800, 1800 en ƒ1200 'sjaars en eene verhooging van ƒ1125, 1125 en ƒ450 's jaars, ingevolge art. 1, c, der wet van 1 April 1875; 2o. bovorderd: tot kapt. ter zee, de kapt.-luits. ter zoo W. E. Hazenborg en W. J. Derx;tot kapt. luit. ter zee, do luits. ter zee 1ste kl. H. Velthuyzen en J. C. Jeekel en tot luit. ter zee 1ste ld. de luits. ter zee 2de kl. N. M. Japikse, J. A. M. Bron en W. Hou wing. Met ingang van denzelfden datura zyn do kap tor zee H. Nygh en de kapt.-luits. ter zoj W. G. Van Nes en J. A. H. Beek eervol onthoven van het bevel, onderscheidenlijk over Hr. Ms. pantserschip „Guinea" en moni tors „Tijgeren „Luipaard". Voorts is het bevel over Hr. Ms. pantserschip „Guinea" opgedragen aan den kapt. ter zee P. Heyning; dat over Hr. Ms. monitor „Tijger" aan den kapt.-luit. ter zee J. A. H. Beek, en dat ovor Hr. Ms. monitor „Luipaard" aan den luit. ter zee 1ste kl. A. W. F. C. Van Woerden. Pensioen verleend aanJ. Dierdorp, wed. J. Bos, brievenbesteller, ƒ193; A. M. Schnei- thor, wod. mr. J. C. Bergsma, raadsheer in het gerechtshof te Leeuwarden, ƒ600; M. C. Philipse, wed. J. W. Muis, opzichter der conser- veerdors by 's Ryks werf te Hellevoetsluis, ƒ300; F. W. Evrard, wed. B. Ziégelaar, brie vengaarder, 42; K. IJperlaan, wed. G. J. Hengoveld, leeraar aan de veeartsenyscliool te Utrecht, 400; G. Willemsen, wed. J. F. Havekotte, ryksveldwachter, ƒ192; den zoon van wyien X. Van den Nieuwboer, commies 2de kl. by 'sRyks belastingen, 38 'sjaars. Den ingenieur van den Ryks waterstaat lste kl. P. Loke de titulaire rang toegekend van hoofd-ingonieur 2de kl. en hem, met ingang van 1 Februari a. s., op zyn verzoek, eervol ontslag uit 'sRyks dienst verleend. Benoemd tot burgemeester van Udenhout J. Van Iersel. Gemengd. Nieuws. Morgenochtend te elf uren zal op de plaats in de Morschpoort-kazerne op plechtige wyze de uitreiking der gouden medaille voor 36 jarigen trouwen dienst plaats hebben aan den adjudant-onderofficier-vaandel- dragor C. C. Van den Bergb, van het vierde regiment infanterie alhier. Eene kostvrouw te Haarlem is dezer dagen het slachtoffer goworden van oen behendigon oplichter. Een gewezen O.-I. militair, die te haren huize zyn intrek had genomen, tegen betaling van 5.50 per week, wist op velerlei manieren van dio vrouw geld te leenen, onder voorwendsel dat zy het geld ruim vergoed zou krygen, wanneer hy by het eerstdaags te verwachten overlyden eener tante te Leiden eene erfenis zou ontvangen. Uit Leiden kwamen vóór 14 dagen achter eenvolgens een briefkaart, vermeldende de ziekte, en een telegram, berichtende den dood van de tante. Door de kostvrouw werden weder bereidwillig de reiskosten aan den kostganger voorgeschoten en deze toog met witte das en in 't zwart gekleed ter begrafenis! De gewaande erfgenaam is na dien tyd niet meer te Haarlem geziende vrouw vernam later dat evenmin van eene erfenis als van eene tante iets bekend is. Baas boven baas! Men meldt ons uit Voorschoten: Het bericht ïnhotL. D. van gisteren van het eerste kuikonei, dat 85 gram woog, is overtroffen. Gisteren werd hier door een kuiken het eerste oi gelegd, en dit woog 86V4 gram. Hot is te zien by A. Van Leeuwen, Achterweg, Voorschoten. Het stoomschip „Caledonia", dat op reis van Newcastle naar Rotterdam den 14den Dec. jl. ten zuiden van Katwijk aan Zee strandde, is geabandonneerd en zal aldaar op 24 dezer worden verkocht. Een treurige ontdekking is gisteren in het Haagscho Bosch gedaan. Uit het water van den tweeden vyver zyn opge haald do lyken van een vrouw en van een zosjarig knaapje, dat zy omklemd hield. By ondorzook is gebleken, dat het haar zoontje was. Verschillende omstandigheden wijzen c-r op, dat de jonge vrouw zich met haar kind verdronken heeft on dat do drenkelingen rog niet lang in hot water hadden goloden. Men vond aan den waterkant het boterhammen- trommeltje, dat het jongetje mode naar school genomon had, waaruit wordt afgeleid het vormoeden, dat het ventje door zyn moeder vooraf uit do school is gohaalJ. Do vrouw had do echtelyko woning ver- lóten wegens hniselyke oneenighoid. Het geval maakt oen zeer droevjgeu indruk in do stad. De groote stadshanglantaarn aan het winkelhuis van den heer Pandor op den hoek van de Vlaming- en "Wagenstraton te 's-Gravenhago geraakte gistervoorraiddag van den arm, waaraan zy bevestigd is, los en viel op het hoofd van don politie agent O., die op dat kruispunt, een vaste politiepost, stond. Het toestel viel met zulk oen kracht, dat de helm van den politiedienaar in stukken word gescheurd. Hot ijzerwerk en de glas- stukken lieten een bloedende snede op het hoofd van den agent achter. Na in eon nabygelegen huis te zyn binnen gedragen en door een geneesheer te zyn verbonden, is de agent per brancard naar het ziekonhuis overgebracht. Tor plaatse zeide men, dat het reeds de vierde maal was dat do hanglantaam op dien hoek naar beneden kwam te vallen. De kantonrechter te 's-Graven- hage heeft gisteren toegewezen de vordering tot schadevergoeding ingesteld tegen de Maat- schappy tot exploitatie van Tramwegen, wegens aanryding van een wagen met hooi door de stoomtram onder Voorburg, en zulks op grond dat de aanryding aan den machinist was te wyten. Het i s k r a c h t o n s e e n e b o s c h ik king van de Amsterdamscbe rechtbank, dat de verkoop op 23 Januari van den inboedel van Reens zal gehouden vrorden op de binnen plaats van het perceel Heiligen weg 19, zynde het voormalig huis van arrest of bewaring to Amsterdam. Deze beschikking der recht bank wordt hiermedo gemotiveerd, „dat de Nieuwstraat - de straat, waar Reens woont ten govolgo van het daar heerschendo drukke verkeer en met het oog op de woinige breedte der straat niet geschikt toelaat, den verkoop by executie aldaar te houden." Een onderwijzer in de omstreken van Breda, die een half uur van de school woont, oen groot aantal dienstjaren telt en op zyno verzoeken om verhoogiog van jaar wedde steeds een afwyzend antwoord ontving, heeft zich thans tot zyn gemeentebestuur gewend met verzoek hem eene toelage te verleenen tot het aankoopen vaneen paar schoenen. Door het slechte weer, de onbegaanbare wegen, enz. heeft de man in éóne maand een paar schoenen versleten. Hedenmorgen omstreeks negen uren is aan de Jacobiebrug te Utrecht door eon baggerman het lyk van een man opge- vlscht. B. en Ws. van Dordrecht hebben de Blauwpoort en mitsdien ook den Grooten weg No. 7, voor zoover deze onder de Blauw poort, toegang gevende tot het Zwyndrechl- sche veer, loopt, voor het openbaar verkeer afgesloten. De reden daarvan is dat de poort door eene door B. en Ws. benoemde commissie van deskundigen in staat van bouwvalligheid is verklaard. Do naast en boven die poort gebouwde woningen zouden juist dezer dagen onder den hamer komen, maar in dezen stand van zaken zal de verkoop wel uitgesteld worden. De d a g 1 o o n e r W i 11 e m B u n k s t e 2de Eksloërmond (Gron.), wiens zoon op Lom bok sneuvelde, heeft van den minister van oorlog bericht ontvangen, dat hem eene jaar- lyksche toelage van f 50 is verleend. Zondag-nacht brak te Sint-Maar- tensdyk (Z.) een hevige brand uit Drie schuren, toebehoorende aan P. Kodde, O. Hevboor en C. Boogerd, en geheel met vlas gevuld, werden in de asch gelegd. Zes koeien, een stier en vier varkens kwamen in de vlammen om, terwyi negen runderen nog bytyds konden worden losgemaakt en gered. De oorzaak van den brand is onbekend alles was verzekerd. Men schat de schade op ƒ15,000. Hierbij komt nog, dat een dertigtal arbeiders, die nog een kleine paar maanden met vlaszwingolen hun brood had den kunnen verdienen, thans werkeloos zyn. Voor hen drukt het onheil natuurlyk het zwaarst. Omtrent den 11. Zaterdag plaats gehad hebbenden moord te Lommei (L.) kan de „L. K." nog het volgende mededeelen: Zaterdag vermiste men den jachtopziener F. Extermans. In den voormiddag was hy eene ronde gaan doen en beloofde hy aan zyne vrouw om één uur thuis te zyn. Aan gezien hy 's anderen daags nog niet thuis was, vreesde men een ongeluk en men onderzocht alle plaatsen; eindolyk vond men zyn lichaam, yselijk verminkt, in een boscbje, niet ver van zyn woning. Hij was op twee plaatsen getroffen door twee geweerschoten: aan de rochterzyde en aan het hoofd. Het l(jk werd onmiddellijk naar het gemeentehuis gebracht en het parket aanstonds verwittigd. Dit kwam jl. Maandag omstreeks elf uren aan en do lykschouwing had plaats. Dinsdagmorgen had een onderzoek plaats, doch er werd geene aanhouding gedaan. Over den uitslag dezer onderzoekingen zullen wy niet spreken, het paiket komt morgen terug. Het oude eerwaardige Parysche bedelaarsgild, welks geschiedenis in do middel eeuwen Victor Hugo stof gaf tot zyne schil derachtige beschryving van „La cour des miracles" in „Notro Dame do Paris," is mot zyn tijd meegegaan; bot bezit tegenwoordig zijn eigon informatiubureolen, zfine vereenigingen tot gezellig verkoer, zflno clubs en vooral zijne vakscholen, waarin het nooaigo onderricht wordt gegeven en men voor 't bedelen geschikt gemaakt wordt. En het laatsto is niet alleen noodig, om in het gild opgenomen te worden; het is ook dringend aan te bevelen aan allen, die met bedelen aan den kost willen komen. Want niets is onjuister dan te meonen, dat het in de goedo stad Parys voldoende zou zyn, zich een standplaats uit te kiezen en de hand naar aalmoezon uit te strekken om be- hooriyk te kunnen leven. Lui en brutaal te zyn is geen kunst, maar hij, die de mild dadigheid en de liefde lot den naaste stelsel matig wil esploiteeron en daarvan zijn beroep wil maken, iroet nog andere eigenschappen en kundigheden bezitten. Hy moet zich een byzonder medeiydenwekkend aanzien weten te geven en door bepaalde „trucs" hutmede- lyden weten op te wekken. De Parysche bo roepsbodc-laar heeft het zeer ver gebracht in de kunst, zich een uiteriyk te geven, dat in allo onderdeelen een beroep doet op het erbarmen zyner medemenschen. Maar om deze kostbare eigenschappen te verwerven, is eon goede dosis ervaring en studie noodig, on hiertoe dienen de bedelaarsscholen, die, nadat de candidaien hunne algemoene opleiding ontvangen hebben, zich er op toeleggen hen tot specialiteiten te vormen. Vóór de definitievo beroepskeuze wordt de kweekeling in den regel op de proef uit gestuurd. Als leiddraad krygt hy eene opgave van de „goede huizen" mee: nl. oen soort adresboek van de wyk, die hy heeft te be werken en waarin de deuren, waar het de moeite loont aan te kloppen om een aalmoes, zyn aaugewezen. Do statistiek ook van deze wetenschap van don nieu weren tijd weten de Parysche bedelaars, die een open oog hebben voor den vooruitgang, zich te bedienen leert dat dooreengenomen van de vier deuren óón een „goede" is. Maar die regel komt slechts dan uit, wanneer de kweekeling van de toelichtende opmerkingen weet party te trekken, die in het adresboek zyn opgenomen en die byv. in dezen trant luiden: „M. A. straat, novermogend eigenaar van huizen. Geeft allicht een vyf-franks stuk; be taalt de achterstallige huur voor 't geval, dat men kans heeft op straat to wordon gezet." „G. Rstraat, noGeeft nooit geld. Moet om kleeren worden gevraagd." „Weduwe C., Boulevard no.Geeft alleen kindergoed, ook wel gesteriliseerde melk in verzegelde flesschen." Diegenen van de kweekelingen, die van de lessen een goed gebruik weten te maken, vinden daarby veel baat. Die zien dan weldra uit naar eene gezellin, met wie de uitoefening van het beroep veel meer winstgevend is. De grootste artillerist van het Duitsche leger is een zekere sergeant Goebel, die by het regiment artillerie te voet No. 15 te Thorn dient en eon lengte heeft van 1.98 M. Het proces-Joniaux te Antwer pen. Het was gisteren een verhoor met hindernissen. De voorzitter van het hof was zóó heesch, dat hy geen geluid kon geven, zoodat hy do vragen moest influisteren aan een tolk, die ze vervolgens hardop herhaalde, hetgeen den loop der debatten aanmerkeiyk vertraagde. Het verhoor liep nog steeds over de finan- tiéele moeilykheden van de beklaagde en de wijze, waarop zij door leenen als anderszins aan geld trachtte te komen. Het is niet recht duideiyk waartoe deze eindelooze verhooren over allerlei byzaken moeten dienen. Dat de beklaagde een massa schulden had, is reels voldoende bekend, oen schuld meer of minder doet er verder niets toe, evenmin als het van veel belang is, welke reden zy opgaf als zy eene leaning trachtte te sluiten: Het is reeds meer dan afdoende bewezen, dat de be klaagde dikwyls in groote finantiëele moeilyk heden verkeerde, maar al ware haar toestand nog veel liopeloozer geweest, dan levert het breedvoerige bewyzen daarvan nog geen be- wys voor hetgeen de beschuldiging haar te laste legthet vergiftigen van drie harer bloed verwanten. Nu vier wetenschappelyke autoriteiten, door de verdediging opgeroepen, met- groote beslist heid verklaard hebben dat het bewys der ver giftiging niet geleverd is, moest het hof zich des te minder met al de genoemde byzaken ophouden, daar de verdedigiDg beweert het bewijs te kunnen leveren dat Alfred Ablay de eenige, in wiens lijk morphine is gevonden aan de morphine verslaafd was. Indien het aan de verdediging gelukt dit te bewy zen, wordt het rapport van de deskundigen d décharge zoo schitterend bevestigd, dat men zich moet afvragen hoe het openbaar ministerie nog in staat zal zijn, de aanklacht te hand haven. Wat do beide andere vermoedeiyko slachtoffers der beklaagde betreft, staat hare zaak nog veel gunstiger; om het vergiftigen van Lóonie Ablay en Jacques Van den Kerck- liovo te staven, zou de beschuldiging meer doorslaande bewyzen moeten aanvoeren dan zij tot dusverre gedaan heeft. De algemeene indruk is, dat de beschuldiging, do zwakheid van haar bewysmateriaal beseffende, door de quantiteit van hetgeen de tallooze getuigen tegen de beklaagde aanvoeren, het gebrek aan qualiteit van het bewijsmateriaal wil goedmaken. Zoo zou men gisteren eer gedacht heb ben, dat de beklaagde terechtstond wegens frauduleus bankroet, in plaats van wegens een driedubbelen moord. De verdediger pro testeerde dan ook tegen het hooren van al die getuigen, die in het oneindige uitweiden over byzaken, zonder iets omtrent de vergiftiging te bewyzen. „Daar komen wy later op", ant- woorddo de advocaat-generaal. Het zou ons te ver voeren, indien hier het getuigenverhoor op den voet werd gevolgd; daarom worden er slechts enkele grepen uit gedaan. Een wijnkooper kwam verklaren dat hy gemiddeld voor 1500 fr. wyn per jaar aan de beklaagde leverde en zyn geld tot den laatsten centiem had ontvangen. Getuige Vandeputte, zaakwaarnomer van den graaf Van Bergheyk, heeft namens zijn meester 1500 fr. aan de beklaagde geleend, die zy gevraagd had om de valsche wissels van Alfred, ten bedrage van 7000 fr., te betalen; dit geld is zy nog schuldig. Aan gotuige Gallet, vrederechter te Ant werpen, heeft de beklaagde ook geld gevraagd, om een wissel te kunnen betalen van een woekeraar, die eon valschen wissel van Alfred in zyn bezit had; daar de beklaagde echter den naam van den woekeraar niet wilde noemen, had getuige het geld geweigerd. Beklaagde zeide dat zy den woekeraar niet had willen noemen, omdat deze haren broeder gored had van do Fransche woekeraars, in wier handen hy gevallen was. De advocaat- generaal noemde do opgegeven reden zeer onwaarschyniyk en verweet beklaagde, dat zy niet geschroomd heeft haren broeder van valschheid in geschrifte te beschuldigen, om haar eigen geldverlegenheid te vergoeiyken. Een boekhouder van den bankier Verhaeghe- Denayer verklaarde dat de beklaagde 20,000 fr. ontvangen had op handteekoning van de oude mevrouw Joniaux. Baron Osy, gouver neur van de provincie Antwerpen, heeft aan beklaagde 500 fr. geleend, die zy hem ge vraagd had „om een vlek op de familie uit te wisscbeu." Getuige kolonel Stoops had mevrouw Joniaux op verdachte manoeuvres bij het kaartspelen betrapt en daarom allo relatiën met de familie Joniaux afgebroken. Ook verklaart deze go tuige, dat dokter Ruelle, die Lóonie Ablay had behandeld, hem in vertrouwen had mede gedeeld, dat by het een verdacht sterfgeval vond en grooten lust had, eono lykschouwing aan te vragen. De keukenmeid van mevrouw Joniaux ver klaarde dat zy aan beklaagde dikwyls geld had geleend, in het geheel 2000 fr., die zy met de rente had terugontvangen. Of er ten huize van beklaagde werd gespeeld, kon ge tuige niet zeggen, want, zeide zy, ik kwam nooit uit do keuken. Familie-Berichten uit verschillende bladen. Gehuwd: W. F. Donath en W. E. De Lang, Wormerveer. Beval Ion: C. C. Heil—Coster, Z., Rotter dam. Mevrouw Ruijs—Hanegraaff, Z., Scheve- ningen. A. J. C. SchermersVan Eyk, Z., Loosduinen. M. Van EgmondDe Bosson. Z., Tilburg. Overleden: C. E. d'Engelbronner, v. 30 j., Utrecht. Baron Clifford, m. 54 j., Mal an g. W. A. Rotteveel, m. 80 j., Den Haag. A. F Vryman, m. 53 j., id. Wed. H. J. van Grins- ven—Kuijpers, 6o j.. Dongen. B. J. L. Ten Cate, m. 55 j., Rotterdam. P. Boeree, m. 84 j., Haarlem. KOLONIËN. BATAVIA, 19-24 December. Over de aanleiding tot de schorsing van den Landraads-president van Karanganjer en Keboemen, mr. J. C. Immink, nu een maand geleden, schryft te „Soer. Ct." het volgende, om een einde ♦e maken aan do dwaze ge ruchten, die daaromtrent loopen. „Mr. Immink, die het niet altyd eens was met zyn landraadsleden over de al dan niet strafbaarheid van beklaagden, on dan het wel eens moest afleggen tegen de meerderheid van stemmen, kon zich met de aldus genomen beslissingen, die tegen zyn moreele over tuiging streden, dikwyls volstrekt niet ver- eenigem - „Om, nu zyn geweten niet te bezwaren door veroordeelingen,, door hem onder den drang van het stemmen-overwicht, dus eigenlyk v. c. geteekend, bracht hy na onderteeksning van zulke vonnissen, in getuigenverklaringen als anderszins eigendunkelyke veranderingen aan, die by een revisie door het Hooggerechtshof per se tot vernietiging dier vonnissen en vry- spraak der beklaagden moesten leiden. „Nu is het niet te loochenen, dat het ver- valschen van vonnissen wel eon iütwat eigen aardige manier is om eigen opinies doorge dreven te zien, maar toch zouden er, naar de „Soer. Crt." verneemt, hier wel degelykmiti- geerende omstandigheden gepleit kunnen worden, in aanmerking nemende dat mr. Immink slechts handelde in 't belang van veroordeelden, van wier onschuld, ergo onrecht vaardige veroordeeling, hy zich volgens zyn goweten overtuigd hield." Volgens het „Bat. Nieuwsblad" wettigt de stand van het suikerriet op Java de meest optimistische verwachtingen. Door do gunstige weersgesteldheid is de groei op sommige ondernemingen zóó krachtig geweest, dat het riet zich heeft gelegerd, een verschynsel, dat in December tot de zeldzaamheden mag worden gerekend. Voor 1895 mag dus, wat Java be treft, op eon grooten oogst worden gerekend. Hoe noodig een uitbreiding van het corps officieren is, blykt uit het feit, dat men nu, door den nood gedwongen, het recht op bui- tenlandsch verlof na langdurigen dienst moet gaan beperken. De correspondent van de „Loc." geeft daarvan het volgende voorbeeld: Zoo verzekert men, dat de by het militair departement werkzame kapitein t. B., die geen 10 jaren, maar zeker wol het dubbele aantal in Indiö is geweest, op zyn verzoek om een éénjarig verlof, een weigerend antwoord heeft bekomen met de boodschap, dat voor het oogenblik de omstandigheden niet toelieten om officieren anders dan wegens ziekte, buiten- landsche verloven toe te kennen. Dat de Indische Regeering verlegen zit met do aanvulling van het officierscorps op een oogenblik, dat van dat corps zoo uiterst veel gevergd wordt, is te begrypen, en dat zy daarom, de nood eenmaal aan den man zynde, verloven weigert, is evenzeer te begrypen, maar dat men niet voorzien heeft, dat zulke gevallen zich konden voordoen, is minder goed aan te nemen. "Wanneer er een oorlog met een Europeo^ schen vyand uitbreekt en de gebeelo kolonie op haren en snaren staat, dat dan force ma jeure intreedt en de officieren in hunne rechten verkort worden, zal waarlijk niemand wraken, maar dat eene expeditie, zooals er elk jaar een kan voorkomen, dat effect reeds heeft, bewyst, dat er by het vaststellen van organi sation en sterk te-cijfers niet genoegzaam reke ning is gehouden met de belangen van het officierscorps. Want een belang, zoowol voor het individu als voor den Staat, is het, dat een officier na een zeker aantal jaren met verlof kan gaan en een recht wordt het, als, zooals met den heer t. B. het geval is, twintig jaren in Indié zyn doorgebracht. Het is daarom, vooral op een oogenblik, dat de officieren van het Nederlandsch-Indische leger zich weder van zulk eene schitterende zyde hebben doen kennen, dat zy, Indië's be langen in de hand hebbende, deze zoo goed hebben weten te behartigen, plicht om de thans bestaande onzekerheid omtrent het ver- krygen van verlof dadeiyk te doen ophouden en elk te geven, wat hem ten volle toekomt. Teekenachtig voor den geest van do tegen woordige Regeering is ondertusschen zeker wel het feit, dat, terwyi harde weigeringen moeten worden gedaan, aan den anderen kant zooveel mogelyk getracht wordt, om de zaak te verzachton. Want, naar men zegt, heeft de kapitein t. B., na betooging dat zyn verlof naar Europa in de eerste plaats noodig was voor zyn gezin, vergunning verkregen, om vrouw en kinderen voor 's lands rekeniDg vooruit te zenden en ten tweede toestemming bekomen voor eeno overplaatsing naar Atjeh, ten einde de finan tiëele gevolgen van den maatregel te kunnen bestryden. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Ontslagen: Op verzoek eervol uit 's lands dienst de opzichter lste kl. bij het boschwezen op Java en Madara L. E Doe- litzsch: op verzoek eervol uit zijn betrekking met ingang van 31 December 1894 de commies- bibliothecaris bii ?s lands plantentuin te Buiten zorg J. J. Brutel de la Rivière. Benoemd: Tot tolk voor de Chincesche taal te Makasser (Celebes en Onderhoorigbeden) de ambt. op non-act. H. N. Stuart, laatst tolk voor de Chincesche taal te Pontianak (Westerafd. van Borneo); tot oden commies bij de Algemeene Rekenkamer, de klerk Th. Vermeer. Gesteld: Met ingang van 31 December 1894 ter beschikking van den directeur van onderwijs, Eeredienst en Nijverheid, om tijdelijk bij diens departement te worden werkzaam gesteld J J. Brutel de la Rivière voornoemd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2