N°. 1071/.
Woensdag 23 Januari.
A°. 1895.
(Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 22 Januari.
Feuilleton.
IRIS.
LEIISCH
DA&BLAL
B
Voor Leiden per
Franco por post
Afzonderlijke Nommeis
PRIJS DEZER COURANT:
maanden.
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17i. Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
- Tot de vele vereenigingen, welke de
Stad onzer inwoning telt, behoort ook die der
Tuinlieden en Bloemistenz\j draagt den
schoonen naam „Door eendracht verbonden"
on neemt eene goede plaats in onder de
jongere vereenigingen. Gisteravond vierde z\j
haar zesde jaarfeest in café „Vondelhoven,"
dat daartoe met groen prijkte, hetwelk bü
eene vereeniging als deze natuurlijk moest
uitmunten door frischheid en fierheid en aan
deze eischen dan ook volkomen beantwoordde.
Tusscben dat groen verhief zich de banier
der Vereeniging, nog keurig en ongerept,
een der schoonste banieren in Leiden.
De leden met vrouwelijk gezelschap waren
in grooten getale opgekomen; dit was ook
het geval met de donateurs en geïntroduceer-
den, zoodat men bijna behoorlijke plaatsen
te kort kwam. Toch kwamen allen naar ge
noegen te zitten en kon dra een aanvang
gemaakt worden met de feestviering, welke
ook werd bijgewoond door het bestuur der
afdeeling Leiden en Omstreken van de Maat
schappij voor Tuinbouw en Plantkunde.
Aangezien de voorzittter door verkoudheid,
eene ongesteldheid, welke in deze dagen zich
bij menigeen doet gelden, niet luide kon spre
ken, opende de eere-voorzitter, de heer M. J.
Van Laren, de bijeenkomst, met allereerst
allen een hartelijk welkom toe te roepen en
daarna tot velen een woord van dank te
richten, van welke velen we hier noemende
donateurs, het bestuur der Vereeniging, den
heer UJjee (voor het gratis-afstaan zijner zaal)
en de leden der Vereeniging, die zoo aanstonds
werkende leden op het tooneel zouden zijn.
Over de Vereeniging zelve sprekende, deed
de heer Van Laren op het Duttige van haar
bestaan bet licht vallen, wees hij er op hoe
dé leden elkander in velerlei opzicht ten steun
zijn, hoe meerderen en minderen elkander
helpen en door een en ander een vaste band
wordt gelegd tusscben vakmannen; hy vergat
daarbij ook niet op den voorgrond te stellen
hoe die Vereeniging in menig geval een engel
der vertroosting is. Met weemoed herdacht
h(j het afsterven van een donateur, den heer
D. Mater, In wien veel, zeer veel verloren wordt.
De toestand der Vereeniging is bemoedigend
de kas staat er goed bij, men had met ziekte
weinig te kampen en het ledental is vermeer
derd, zij het dan ook niet sterk.
De woorden van den heer Van Laren wer
den gevolgd door een flink applaus en nu kon
overgegaan worden tot afwerking van het
uitgebreide programma, aanvangende met het
zingen van een welkomstlied door eonige
werkende leden, dat zijn effect niet miste.
Voorts vermeldde het programma de op
voering van „De Bandiet", tooneelspel in twee
bedrijven; de voordrachten „Muis de Schutter",
„'t Paartje van Monnikendam", „Schorre Neel"
en „De Bedelaar"; en verder nog de opvoering
van „De Pleisterkop", kluchtspel in één bedrijf;
een tableau vivant en als gebruikelijk: bal.
't Gaat niet aan by elk dezer nummers stil
te staan en critiek blijft natuurlijk achter
wege, maar toch mag een woord van lof
hier niet onthouden worden aan het lid der
Vereeniging P. J. Van Staveren, die dezen
avond zulk eene omvangrijke taak te volorengen
had. Hy vervulde deze op eene wijze, welke
hem alle aanspraak deed maken op de dank
baarheid der aanwezigen; zijn spel was zeer
goed, evenals zijn zang, en bij de voor
drachten was hij onbetaalbaar. De heer Van
Staveren moet die Vereeniging heel wat waard
zijn; z(j waardeere hem naar verdienstel
Trouwens, een blyk van waardeering ontving
hy dan ook reeds vóór de pauze in den vorm
van een krans, na „'t Paartje van Monniken
dam"; zyne lieve gezellin werd toen vereerd
met eene mand met bloemen.
Overigens deden allen hun best en, was
het resultaat by allen niet even gelukkig,
het geheel kwam toch door al die deelen
goed tot stand. De kostumes waren bijzonder
frisch. Men amuseerde zich en dat was
hoofdzaak 1
Naar we vernamen, kon eerst laat met het
bal worden aangevangen, nadat het tableau,
vooral op den tuinbouw betrekking hebbende
en waarbij men drie godinnen te aanschouwen
kreeg, door bengaalsch licht beschenen, allen
in verrukking had gebracht. Velen gaven
gehoor aan de oproeping van den eere-voor
zitter om als donateur toe te treden, zoodat
de Vereeniging er weer op is vooruitgegaan.
Nu, evenals zoovelen anderen, zy ook haar
dat van heeler harte gegund 1
Vierde de Tuinliedon- en Bloemisten-Ver-
eenigiüg haar zesde jaarfeest, de Leidsche
Schoenmakersvereenjging „Door Vriendschap
verbonden" herdacht gisteravond haar twaalf
jarig bestaan.
De donateurs en leden hadden zich daartoe,
eveneens in grooten getale, begeven naar
„Hotel Du Nord", waarvan de zaal ter weers
zijden van het tooneel ook zeer fraai met
frisch groen was versierd.
Te ongeveer acht uren opende de voorzit
ter, de heer H. Smit, deze feestelijke vergade
ring met een woord van welkom aan donateurs
en leden en wenschte allen dezen avond een
genoeglyk samenzijn.
Spr. herinnerde er aan, dat men in het
afgeloopen jaar veel te kampen heeft gehad
met ziekte; zelfs ontvielen twee leden der
Vereeniging door den dood, nl. de bode Meyer
en het lid J. G. Martyn.
Alsnu verkreeg het woord de secretaris,
de heer J. Grootendorst, tot het uitbrengen
van zyn jaarverslag. Daaruit bleek o. m. dat
do Vereeniging, trots de vele uitkeeringen,
toch nog een totaal in kas heeft van f 383.92'/i,
benevens dat in de reservekas een bedrag
van f 82 aanwezig is.
Nadat de vergadering het „Welkomstlied"
had gezongen, trad het specialiteiten-gezel
schap onder directie van den heer H. D.
Nieuwenhuizen op; het gezelschap, dat reeds
indertijd by de heropening van het lokaal van
den heer Ephraïm gunstig van zich deed spreken.
Opgevoerd werd „Arthur of zestien jaar
later", maar nu onder den titel van „Moeder
liefde of Kindertrouw", drama in twee bedryven
naar het Fransch door J. Burlage, hetwelk
door do optredenden naar genoegen der aan
wezigen werd weergegeven, terwijl het klucht
spel met zang in één bedrijf: „Tobias de
Pillendraaier" ten zeerste de lachspieren in
beweging bracht. Ook het optraden van den
heer en mevr. Nieuwenhuizen in hunne
komische duetten, zooals „Het Paartje van
Monnikendam", enz., alsmede dat van den
kleinen Tom Pouce in zyne „sensatie"-duetten
met zyn papa hadden een uitbundig succes.
In de pauze werd, na een woord van den
voorzitter, eene collecte gehouden voor de
Vereeniging „Kindervoeding", welke opbracht
een bedrag van f6.02.
Eene eigenaardige attentie was der Ver
eeniging bereid door den heer Hünnekens,
en wel in den vorm van een fraaien lauwer
krans, welke namens hem werd aangeboden.
De Voorzitter zeide geene woorden te kunnen
vinden om den hoer Hünnekens zyn dank
namens de vergadering te brengen voor dit
schoone geschenk, waarna de krans onder
luide by valsbetuigingen en fanfares der muziek,
welke ook hier, evenals by de tuinlieden en
bloemisten, veel tot de feestvreugde bydroeg,
aan de banier werd gehecht.
Het was inmiddels vry laat geworden,
zoodat eerst om halfdrie een aanvang werd
gemaakt met het bal, dat ook hier de by uit
stek geslaagde feestviering besloot.
Er bestaat gelegenheid tot verzending
der correspondentie naar Nieuw York, door
middel van het stoomschip „Werkendam", van
Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al
hier moeten de brieven, enz. uiterlyk heden
avond om 10.40 bezorgd zyn.
De wyze van verzending behoort duidelijk
op het adres vermeld te worden.
De Gereformeerde Jongelingsvereeniging
te Katwijk aan den Ryn hoopt Donderdag
24 Januari a. s. haar 6-jarig bestaan feesteiyk
te herdenken. Het feest, geleid door den
predikant der Geref. gemeente aldaar, zal
des avonds te zeven uren aanvangen en ge
houden worden in het kerkgebouw der
Gereformeerden.
Door het bestuur van het Koninklijk
Instituut voor de taal-, land- en volkenkunde
van Nederlandsch-Indië is (ter vervanging
van wijlen dr. Wynmalen) tot secretaris dier
instelling benoemd de heer E. B. Kielstra,
te 's-Gravenhage.
Mot ingang van 1 Maart a. s. wordt de
heer H. G. Boer, stationschef te Warmond,
overgeplaatst naar Piet-Gyzenbrug, en in diens
plaats naar Warmond de heer P. Minneboo,
thans haltechef te Koudum Molkwerum,
terwyl de heer R. Frankfort, thans chef te Piet-
Gyzenbrug, wordt verplaatst naar Koudum
Molkwerum.
Ned.-Hervormde Kerk. Bedankt is voor
het beroop naar Lisse door ds. P. S. Meer
burg, te Kapelle a/d. IJsel.
Tweetal te Woubrugge, ter electie aange
boden aan don ambachtsheer, den heer Van
Eeghen, te Putton o/d. Veluwe: ds. Van der
Waal, te Moerkapelle, en ds. Bokma, te
Bruinisse.
Van de vereeniging tot bevordering van
het volksonderwys zyn opgeheven de afdeelin-
gen: Zuid-Scharwoude, Uskwert, Delfzyi en
Tiel. Een nieuw correspondentschap Hillegom
is opgericht.
De heer G. J. B. Bortje, hoofd der
Christeiyke school te Oude-Wetering, heeft
ter openbare vergadering van de afdeeling
Alfen en Omstreken van „Patrimonium" op
Maandag 21 dezer, 's avonds te 7 uren, in
het goed gevulde lokaal van „de Vergulde
Wagen" aldaar, eene spreekbeurt vervuld, en
het onderwerp Kamers van Arbeid" op een
voor ieder begrypelyke wyze ingeleid. Het
kosteloos toegankeiyk stellen der zaal en de
gelegenheid tot debat droegen veel by tot
het wélslagen van dezen avond.
Omtrent do wereldtentoonstelling van
Hotel- en Reiswezen wordt uit Amsterdam
bericht, dat de inzendingen uit Nederland
merkbaar toenemen. O. a. treedt de meubel
industrie, die aanvankelyk terughoudend
scheen, thans ook toe.
Verschillende merkwaardige inzondingen
uit binnen- en buitenland zyn voorts ver
zekerd. In Oud Holland byv. zal de firma
Enschedé uit Haarlem eene Oud-Hollandsche
drukkery doen zien, terwyl de firma Boldoot
daar eene groote eau-de cologne uitstalling zal
hebben. Uit Duitschland wordt eene groote
inzending van wynen verwacht, uit België
eene gansche brouwery in werking, waarin
men het verloop van het procédé zal kunnen
volgen, evenals by eene andere merkwaardige
inzending: een worstfabriek. Ook de gaston-
toonstelling belooft zeer belangryk te worden.
Wat overigens de verlichting van gebouwen
en terreinen aangaat, deze zal hoofdzakelyk
electrisch zyn, maar de facade van bet hoofd
gebouw krijgt bovendien eene decoratieve
illuminatie van 2500 gaspitten. In 't geheel
zullen er zyn: 2200 electrischo lampjes, 2500
gaspitten, 150 booglampen, 3000 gekleurde
electrische lampjes, 2 fontaines lumineuses en
2 electrische zoeklichten op het schip.
De electrische verlichting is gegund aan de
firma Geveke on Co., te Amsterdam.
Met den bouw vordert men met rasscbe
schreden.
In het buitenland is 6lechts het Beriynsche
comité nog in wording; het Engelsche is ge
reed en is in onderhandeling, ten einde er
nog 3000 M2. by te krygen.
Na eene afwezigheid van ongeveer dertien
maanden is prof. dr. G. A. F. Molengiaaff,
buitengewoon hoogleeraar aan de universiteit
te Amsterdam, van zyne wetenschappeiyke
reis door het eiland Borneo behoudon en wel
te Amsterdam 'teruggekeerd.
De heer A. Cassiers, uit Gent, heeft te
Brugge een voordracht gehouden, hebbende
tot onderwerp: „Een handelsverbond mot
Holland".
Hy begon met de verschillende pogingen
te herinneren, sedert eenige jaron in het
werk gesteld om tot een tolverbond tusschen
België en Holland te geraken. De pogingen
zyn mislukt. Inziende, dat zulk een verbond
voor het oogenblik onmogelyk zou zyn, wil
de heer Cassiers een verbond van handelaars
en nyveraars der twee landen tot stand zien
komen, ten einde het terrein voor een han
delsovereenkomst voor te bereiden.
Door voor ae twee jaren te Utrecht opge
richte en te Amsterdam gevestigde Vereeniging
van Nederlandsche rijwielfabrikanten en han
delaren zal te Amsterdam in het Paleis voor
Volksvlyt van 3 tot 12 Februari een rywiel-
tentoonstelling georganiseerd worden, welke
zeer groot belooft te worden.
De grootste firma's, te zamen een 35-tal,
zullen tentoonstellen niet minder dan 549
rywiolen, terwyl door verschillende handelaren
een totaal oppervlak van ruim 125 vierkante
meter is aangevraagd voor het ten toon stellen
van onderdeelen en verdere benoodigdheden
voor het rywiel.
De tentoonstelling zal op 3 Februari a. s
geopend worden door den voorzitter van den
Algemeenen Nederlandschen Wielrydérsbond,
den heer Edo Bergsma, burgemeester van
St.-Anna parochie (Friesland).
De 83 jarige wed. B., teVreeswyk, wier
overleden echtgenoot vroeger voor het vader
land zich verdienstelijk heeft gemaakt, en
welke weduwe thans in zeer behoeftige om
standigheden verkeert, heeft op een schryven
van den heer J. J. B., aldaar, aan HH. MM.
onze Koninginnen het genoegen gehad, van
H. M. de Koningin-Regentes f 20 te mogen
ontvangen, waarmede het oudje zich hoogst
dankbaar gevoelt.
De heer J. H. Ferguson, minister-resi
dent, consul generaal der Nederlanden in
China, is met verlof uit Peking in de residen
tie aangekomen.
Men deelt tevens mede dat de heer Ferguson
niet meer naar China zal terugkeeren, maar
weldra 's lands dienst zal verlaten.
Naar aanleiding daarvan zou een bevorde
ring in het consulaire corps ophanden zyn.
Als opvolger van den heer Ferguson wordt
genoemd de heer F. M. Knobel, consul gene
raal met den personeelen titel van zaakge
lastigde .in Perziö, die te Teheran alsdan
zou worden vervangen door den heer W. L.
Boschart, Hr. Ms. consul te Hamburg.
Op Donderdag 7 Februari zal de minis
ter van buitenlandsche zaken, jhr. Röell,
wederom een diplomatiek diner aanbieden.
Uit Tilburg schryft men aan de „Tel.":
Grootsch is het plan om by het a. 8. be
zoek der Koninginnen aan Noord-Brabants
meest bevolkte stad eene muziekuitvoering
te geven, door alle muziekgezelschappen der
provincie. Echter heeft dat plan, zooals men
weet, weinig kans van slagen. Een nog
grootscher en indrukwekkender betooging is
evenwel thans in overweging en weleene
hulde van al de Tilburgsche werklieden (en du»
zyn duizenden), met de werkgevers aan het
hoofd, te- brengen aan HH. MM.
Komt dit plan tot rypheid, dan zullen
onze Koninginnen verbaasd staan over den
geest van eensgezindheid, die onzen werk
mansstand kenmerkt.
Die overgroote 6chare zal dan voórHH. MM.
défiloeren op het plein „de Veldhoorn",
dat zich voor zulk eene gelegenheid uiterst
gunstig leent.
Luitenant Yelds, die Zaterdag met d'
„Conrad" te Amsterdam arriveerde, is in zy»
geboortestad Sneek zeer feesteiyk ontvangen
31)
't 8cheen wel, of Adenau bemerkte dat er
iemand in zyn nabijheid kwam. Hy maakte
een beweging, als wilde hu de hand van den
bezoeker vatten.
„Zyt gij het, Maud?" stamelde hy. „Ik
dank u, dat ge by my komt!"
Een koude rilling voer Tissenborn door de
leden.
„Dien naam noemt hy aanhoudend," fluis
terde een der oppassers. De directeur wenkte
hem te zwygen.
„Neem u in acht voor don Amerikaan,"
hygde Adenau. „Hij heeft den schurk betaald.
Het was comedïespel, comodiespel! Ik heb u
alleen liefgehad, Maud! Ge vergeeft my,niet
waar? Hy is van alle3 de schuld. De ander
is zyn medeplichtige. Hoe heet hy toch?
Mr. GibGibGib Ik kan maar
niet op den naam komen! Aha, miss Fanny!
Vous croyez, que je vous aie aim te Pas
d'iduel Je n'ai aimé quo ma Maud, ma pauvre
Maud!"
Op deze wyze ging het afwisselend, in het
Duitsch en in het Fransch, voort. Tissenborn
was byna even bleek als de stervende. Wat
de anderen voor wartaal van een koortslyder ge
houden hadden, had op hem de uitwerking
van een bliksemstraal in een donkeren nacht.
Het geheele komplot, door Remmingen en den
Amerikaan gesmeed, lag plotseling geheel
voor hem bloot. Had hy vroeger over het
denkbeeld, dat Remmingen in verbinding met
mr. Gilbert handelen kon, als een avontuur-
lyken inval gelachen, nu zag hy in, dat zyn
vermoeden wel degelyk gegrond was geweest,
en dat de Amerikaan zijn bedoelingen ton
opzichte van Maud nog volstrekt niet opge
geven had, maar enkel den uitslag van het
mot Remmingen beraamde plan had afgewacht.
Eu als offer van dit plan was Adenau ge
vallen. Hy was de zaak zeker op 't spoor
gekomen, had Remmingen ter verantwoording
geroepen, tusschen beiden was het tot een
stryd gekomen en de bedrogene had daarby
het onderspit gedolven. Dat alles was zoo
helder als de dag! Een hevige toorn tegen de
intriganten maakte zich van Tissenborn
meestor. Slechts met moeite gelukte het hem,
voor den directeur zyn aandoening te verber
gen. Hy sloeg nog een laatsten blik vol innig
medelyden op den ongelukkige, die zoo vree-
ssiyk boeten moest voor wat hy eens misdeed,
en wendde zich aangedaan af.
„Gy ziet dat de lyder u niet herkent 1"
zeide de directeur. „Wilt gy nog langer by
bem blyven?"
„Neen, professor, ik dank u, het zou nergens
toe dienen!"
„Gy kunt er van overtuigd zyn, dat wy
uw ongelukkigen vriend zoo zorgvuldig moge
lyk verplegen, maar hy zal zulks helaas niet
lang meer behoeven
Tissenborn verliet onder geleide van den
professor de ziekekamer en begaf zich naar
zyn rytuig.
„Naar het „Hotel de Russia!"" riep hy den
koetsier toe. Hy kookte inwendig. Hy zou
Remmingen en zyn medeplichtige het mas
ker van het gelaat rukken!
Remmingen was thuis. Hy wa3 juist terug
gekomen van oen tweede gerochteiyk verhoor,
en wilde nu naar de renbaan ryden.
„Herr Von Tissenborn, de componist der
nieuwe opera, die morgen opgevoerd wordt?"
zeide hy, toen de kellner hem het kaartje
overreikte. „Wat zou die hier bU my te maken
hebben? Laat hem binnenkomen!"
Op het gezicht van den bezoeker maakte
het stereotiepe lachje plaats voor een uit
drukking van onmiskenbare verbazing.
„Wat verschaft my de eer van uw bezoek?"
vroeg hy, Tissenborn een stoel aanbiedend.
„Als ik my niet vergis, had ik reeds vroeger
het genoegen, u te ontmoeten, maar ik kan
my volstrekt niet herinneren waar."
„Ik kom van Adenau's sterfbed!" ant
woordde Tissenborn. „Hoeveel heeft mr. Gilbert
u wel betaald, om de comedie op te voeren,
die hier gisteren in dit vertrek zulk een
tragisch slot heoft genomen?"
Remmingen staarde hem aan, alsof hy een
geestverschyning ware. „Ik begryp u niet.
Ik weet niet, wat gy zeggen wilt!" stot
terde hy.
„O, gy verstaat my zeer goed, mynheer!
Gy zyt een handig regisseur en hebt uwe
maatregelen zdó goed genomen, dat de recht
bank het „schuldig" niet over u uit kan
spreken. Om iets anders bekommert gy u
niet. Mu draait ge echter met uw sprookje
van het onvoorzichtig spelen met het wapen
geen rad voor de oogen. Ik zeg het u zonder
omwegen. Gy zyt Adenau's moordenaar!"
„Mynheer!" wilde Remmingen opstuiven,
maar Tissenborns oogen schitterden zoo drei
gend, dat de lafaard in zyn schulp kroop.
„Zwyg! Uw leugens vermogen even weinig
op my, als uw bedreigingen! Ik speel niet
onvoorzichtig met revolvers, munheer! Vergeet
dat niet! Ik voel my niet geroepen Adenau
te wreken, want hy was volstrekt myn vriend
niet! Wat gy gedaan hebt, moogt ge voor
uw eigen geweten verantwoorden, ingeval
gy er zoo iets op nahoudt. Zeg aan uw bond
genoot, mr. Gilbert, uit Chicago, dat ik Frau
Adenau dadelijk bericht zal zonden van het
gebeurde. Dat zal voldoende zyn, om hem
aan 't verstand te brengen, dat hy zich te
vergeefs op kosten heeft gejaagd. Gy kunt
hem ook nog vertellen, dat Maud met my
verloofd is. Als hy lust heeft, daarover twist
met my te zoeken, zooals by verleden jaar in
Dresden zeide, dan ben ik tot zyn dienst.
Over eenige dagen ben ik daar. Hy heoft dus
den tyd, zich voor te bereiden, en hy zal my
op myn post vinden!"
Tissenborns woorden hadden een vernieti
gende uitwerking op Remmingen. Hy deed
niet eens een poging, om te antwoorden,
maar hield zich aan den rand der tafel vast,
als vreesde hy te vallen.
„En nu, mynheer, ga ik heen, om u, naar
ik hoop en wensch, nooit weer te ontmoeten
Gebeurt zulks niettegenstaande dat toch en
beproeft gy myn pad te kruisen, dan zyn de
gevolgen voor uw rekening!" Daarmede keerde
hy hem den rug toe en verwyderde zich.
Remmingen stond nog altyd als vastgenageld
op dezelfde plek, toen de ander bet huis reed
verlaten had.
„Hoe weet de man dat alles en waar hel
ik hem vroeger gezien?" zeide hy, met d
hand over zyn voorhoofd strykend. „Halt! L'
ben er! Hy is de gewaande Spanjaard, di
met my en Adenau van Karlsruhe naar Straat»
burg reisde. Nu doorzie ik de zaak 1 Adenau'
vrouw heeft hem afgezonden, om ons te be
spieden. Hy is haar minnaar! Maar hoe te
wereld kwam zy de geschiedenis te weten
Enfin, 't is my tamelijk onverschillig! Ik z\
er my het hoofd niet over breken! Vóór alle
dingen moet mr. Gilbert van den stand van
zaken onderricht worden. Hy moet zelf maar
zien, hoe hy hot mot den man klaar speeltIk
heb met de geheele geschiedenis niets meer
te maken. Maar't is belachelyk, op myn woord
belacbeiyk, te moeten hooren, dat wy ten slotte
enkel en alleen voor dien muzikant gewerkt
hebben, en dat die domkop van een Adenau
ten profUte van hem in het zand moot byten
XIV.
Professor Rütten's diagnose werd bevestigd.
Toen Tissenborn den volgenden dag naar
Adenau's toestand kwam vernemen, hoorde
hy, dat de gewonde tegen middernacht ge
storven was. Wel was hy kort voor zyn dood
weer tot zyn bewustzyn gekomen, maar toch
te zwak geweest, om ondervraagd te kunnen
worden.
Wordt vervolgd.)