N°. 1071/. Woensdag 23 Januari. A°. 1895. (Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 22 Januari. Feuilleton. IRIS. LEIISCH DA&BLAL B Voor Leiden per Franco por post Afzonderlijke Nommeis PRIJS DEZER COURANT: maanden. f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17i. Grootero letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. - Tot de vele vereenigingen, welke de Stad onzer inwoning telt, behoort ook die der Tuinlieden en Bloemistenz\j draagt den schoonen naam „Door eendracht verbonden" on neemt eene goede plaats in onder de jongere vereenigingen. Gisteravond vierde z\j haar zesde jaarfeest in café „Vondelhoven," dat daartoe met groen prijkte, hetwelk bü eene vereeniging als deze natuurlijk moest uitmunten door frischheid en fierheid en aan deze eischen dan ook volkomen beantwoordde. Tusscben dat groen verhief zich de banier der Vereeniging, nog keurig en ongerept, een der schoonste banieren in Leiden. De leden met vrouwelijk gezelschap waren in grooten getale opgekomen; dit was ook het geval met de donateurs en geïntroduceer- den, zoodat men bijna behoorlijke plaatsen te kort kwam. Toch kwamen allen naar ge noegen te zitten en kon dra een aanvang gemaakt worden met de feestviering, welke ook werd bijgewoond door het bestuur der afdeeling Leiden en Omstreken van de Maat schappij voor Tuinbouw en Plantkunde. Aangezien de voorzittter door verkoudheid, eene ongesteldheid, welke in deze dagen zich bij menigeen doet gelden, niet luide kon spre ken, opende de eere-voorzitter, de heer M. J. Van Laren, de bijeenkomst, met allereerst allen een hartelijk welkom toe te roepen en daarna tot velen een woord van dank te richten, van welke velen we hier noemende donateurs, het bestuur der Vereeniging, den heer UJjee (voor het gratis-afstaan zijner zaal) en de leden der Vereeniging, die zoo aanstonds werkende leden op het tooneel zouden zijn. Over de Vereeniging zelve sprekende, deed de heer Van Laren op het Duttige van haar bestaan bet licht vallen, wees hij er op hoe dé leden elkander in velerlei opzicht ten steun zijn, hoe meerderen en minderen elkander helpen en door een en ander een vaste band wordt gelegd tusscben vakmannen; hy vergat daarbij ook niet op den voorgrond te stellen hoe die Vereeniging in menig geval een engel der vertroosting is. Met weemoed herdacht h(j het afsterven van een donateur, den heer D. Mater, In wien veel, zeer veel verloren wordt. De toestand der Vereeniging is bemoedigend de kas staat er goed bij, men had met ziekte weinig te kampen en het ledental is vermeer derd, zij het dan ook niet sterk. De woorden van den heer Van Laren wer den gevolgd door een flink applaus en nu kon overgegaan worden tot afwerking van het uitgebreide programma, aanvangende met het zingen van een welkomstlied door eonige werkende leden, dat zijn effect niet miste. Voorts vermeldde het programma de op voering van „De Bandiet", tooneelspel in twee bedrijven; de voordrachten „Muis de Schutter", „'t Paartje van Monnikendam", „Schorre Neel" en „De Bedelaar"; en verder nog de opvoering van „De Pleisterkop", kluchtspel in één bedrijf; een tableau vivant en als gebruikelijk: bal. 't Gaat niet aan by elk dezer nummers stil te staan en critiek blijft natuurlijk achter wege, maar toch mag een woord van lof hier niet onthouden worden aan het lid der Vereeniging P. J. Van Staveren, die dezen avond zulk eene omvangrijke taak te volorengen had. Hy vervulde deze op eene wijze, welke hem alle aanspraak deed maken op de dank baarheid der aanwezigen; zijn spel was zeer goed, evenals zijn zang, en bij de voor drachten was hij onbetaalbaar. De heer Van Staveren moet die Vereeniging heel wat waard zijn; z(j waardeere hem naar verdienstel Trouwens, een blyk van waardeering ontving hy dan ook reeds vóór de pauze in den vorm van een krans, na „'t Paartje van Monniken dam"; zyne lieve gezellin werd toen vereerd met eene mand met bloemen. Overigens deden allen hun best en, was het resultaat by allen niet even gelukkig, het geheel kwam toch door al die deelen goed tot stand. De kostumes waren bijzonder frisch. Men amuseerde zich en dat was hoofdzaak 1 Naar we vernamen, kon eerst laat met het bal worden aangevangen, nadat het tableau, vooral op den tuinbouw betrekking hebbende en waarbij men drie godinnen te aanschouwen kreeg, door bengaalsch licht beschenen, allen in verrukking had gebracht. Velen gaven gehoor aan de oproeping van den eere-voor zitter om als donateur toe te treden, zoodat de Vereeniging er weer op is vooruitgegaan. Nu, evenals zoovelen anderen, zy ook haar dat van heeler harte gegund 1 Vierde de Tuinliedon- en Bloemisten-Ver- eenigiüg haar zesde jaarfeest, de Leidsche Schoenmakersvereenjging „Door Vriendschap verbonden" herdacht gisteravond haar twaalf jarig bestaan. De donateurs en leden hadden zich daartoe, eveneens in grooten getale, begeven naar „Hotel Du Nord", waarvan de zaal ter weers zijden van het tooneel ook zeer fraai met frisch groen was versierd. Te ongeveer acht uren opende de voorzit ter, de heer H. Smit, deze feestelijke vergade ring met een woord van welkom aan donateurs en leden en wenschte allen dezen avond een genoeglyk samenzijn. Spr. herinnerde er aan, dat men in het afgeloopen jaar veel te kampen heeft gehad met ziekte; zelfs ontvielen twee leden der Vereeniging door den dood, nl. de bode Meyer en het lid J. G. Martyn. Alsnu verkreeg het woord de secretaris, de heer J. Grootendorst, tot het uitbrengen van zyn jaarverslag. Daaruit bleek o. m. dat do Vereeniging, trots de vele uitkeeringen, toch nog een totaal in kas heeft van f 383.92'/i, benevens dat in de reservekas een bedrag van f 82 aanwezig is. Nadat de vergadering het „Welkomstlied" had gezongen, trad het specialiteiten-gezel schap onder directie van den heer H. D. Nieuwenhuizen op; het gezelschap, dat reeds indertijd by de heropening van het lokaal van den heer Ephraïm gunstig van zich deed spreken. Opgevoerd werd „Arthur of zestien jaar later", maar nu onder den titel van „Moeder liefde of Kindertrouw", drama in twee bedryven naar het Fransch door J. Burlage, hetwelk door do optredenden naar genoegen der aan wezigen werd weergegeven, terwijl het klucht spel met zang in één bedrijf: „Tobias de Pillendraaier" ten zeerste de lachspieren in beweging bracht. Ook het optraden van den heer en mevr. Nieuwenhuizen in hunne komische duetten, zooals „Het Paartje van Monnikendam", enz., alsmede dat van den kleinen Tom Pouce in zyne „sensatie"-duetten met zyn papa hadden een uitbundig succes. In de pauze werd, na een woord van den voorzitter, eene collecte gehouden voor de Vereeniging „Kindervoeding", welke opbracht een bedrag van f6.02. Eene eigenaardige attentie was der Ver eeniging bereid door den heer Hünnekens, en wel in den vorm van een fraaien lauwer krans, welke namens hem werd aangeboden. De Voorzitter zeide geene woorden te kunnen vinden om den hoer Hünnekens zyn dank namens de vergadering te brengen voor dit schoone geschenk, waarna de krans onder luide by valsbetuigingen en fanfares der muziek, welke ook hier, evenals by de tuinlieden en bloemisten, veel tot de feestvreugde bydroeg, aan de banier werd gehecht. Het was inmiddels vry laat geworden, zoodat eerst om halfdrie een aanvang werd gemaakt met het bal, dat ook hier de by uit stek geslaagde feestviering besloot. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nieuw York, door middel van het stoomschip „Werkendam", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al hier moeten de brieven, enz. uiterlyk heden avond om 10.40 bezorgd zyn. De wyze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. De Gereformeerde Jongelingsvereeniging te Katwijk aan den Ryn hoopt Donderdag 24 Januari a. s. haar 6-jarig bestaan feesteiyk te herdenken. Het feest, geleid door den predikant der Geref. gemeente aldaar, zal des avonds te zeven uren aanvangen en ge houden worden in het kerkgebouw der Gereformeerden. Door het bestuur van het Koninklijk Instituut voor de taal-, land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indië is (ter vervanging van wijlen dr. Wynmalen) tot secretaris dier instelling benoemd de heer E. B. Kielstra, te 's-Gravenhage. Mot ingang van 1 Maart a. s. wordt de heer H. G. Boer, stationschef te Warmond, overgeplaatst naar Piet-Gyzenbrug, en in diens plaats naar Warmond de heer P. Minneboo, thans haltechef te Koudum Molkwerum, terwyl de heer R. Frankfort, thans chef te Piet- Gyzenbrug, wordt verplaatst naar Koudum Molkwerum. Ned.-Hervormde Kerk. Bedankt is voor het beroop naar Lisse door ds. P. S. Meer burg, te Kapelle a/d. IJsel. Tweetal te Woubrugge, ter electie aange boden aan don ambachtsheer, den heer Van Eeghen, te Putton o/d. Veluwe: ds. Van der Waal, te Moerkapelle, en ds. Bokma, te Bruinisse. Van de vereeniging tot bevordering van het volksonderwys zyn opgeheven de afdeelin- gen: Zuid-Scharwoude, Uskwert, Delfzyi en Tiel. Een nieuw correspondentschap Hillegom is opgericht. De heer G. J. B. Bortje, hoofd der Christeiyke school te Oude-Wetering, heeft ter openbare vergadering van de afdeeling Alfen en Omstreken van „Patrimonium" op Maandag 21 dezer, 's avonds te 7 uren, in het goed gevulde lokaal van „de Vergulde Wagen" aldaar, eene spreekbeurt vervuld, en het onderwerp Kamers van Arbeid" op een voor ieder begrypelyke wyze ingeleid. Het kosteloos toegankeiyk stellen der zaal en de gelegenheid tot debat droegen veel by tot het wélslagen van dezen avond. Omtrent do wereldtentoonstelling van Hotel- en Reiswezen wordt uit Amsterdam bericht, dat de inzendingen uit Nederland merkbaar toenemen. O. a. treedt de meubel industrie, die aanvankelyk terughoudend scheen, thans ook toe. Verschillende merkwaardige inzondingen uit binnen- en buitenland zyn voorts ver zekerd. In Oud Holland byv. zal de firma Enschedé uit Haarlem eene Oud-Hollandsche drukkery doen zien, terwyl de firma Boldoot daar eene groote eau-de cologne uitstalling zal hebben. Uit Duitschland wordt eene groote inzending van wynen verwacht, uit België eene gansche brouwery in werking, waarin men het verloop van het procédé zal kunnen volgen, evenals by eene andere merkwaardige inzending: een worstfabriek. Ook de gaston- toonstelling belooft zeer belangryk te worden. Wat overigens de verlichting van gebouwen en terreinen aangaat, deze zal hoofdzakelyk electrisch zyn, maar de facade van bet hoofd gebouw krijgt bovendien eene decoratieve illuminatie van 2500 gaspitten. In 't geheel zullen er zyn: 2200 electrischo lampjes, 2500 gaspitten, 150 booglampen, 3000 gekleurde electrische lampjes, 2 fontaines lumineuses en 2 electrische zoeklichten op het schip. De electrische verlichting is gegund aan de firma Geveke on Co., te Amsterdam. Met den bouw vordert men met rasscbe schreden. In het buitenland is 6lechts het Beriynsche comité nog in wording; het Engelsche is ge reed en is in onderhandeling, ten einde er nog 3000 M2. by te krygen. Na eene afwezigheid van ongeveer dertien maanden is prof. dr. G. A. F. Molengiaaff, buitengewoon hoogleeraar aan de universiteit te Amsterdam, van zyne wetenschappeiyke reis door het eiland Borneo behoudon en wel te Amsterdam 'teruggekeerd. De heer A. Cassiers, uit Gent, heeft te Brugge een voordracht gehouden, hebbende tot onderwerp: „Een handelsverbond mot Holland". Hy begon met de verschillende pogingen te herinneren, sedert eenige jaron in het werk gesteld om tot een tolverbond tusschen België en Holland te geraken. De pogingen zyn mislukt. Inziende, dat zulk een verbond voor het oogenblik onmogelyk zou zyn, wil de heer Cassiers een verbond van handelaars en nyveraars der twee landen tot stand zien komen, ten einde het terrein voor een han delsovereenkomst voor te bereiden. Door voor ae twee jaren te Utrecht opge richte en te Amsterdam gevestigde Vereeniging van Nederlandsche rijwielfabrikanten en han delaren zal te Amsterdam in het Paleis voor Volksvlyt van 3 tot 12 Februari een rywiel- tentoonstelling georganiseerd worden, welke zeer groot belooft te worden. De grootste firma's, te zamen een 35-tal, zullen tentoonstellen niet minder dan 549 rywiolen, terwyl door verschillende handelaren een totaal oppervlak van ruim 125 vierkante meter is aangevraagd voor het ten toon stellen van onderdeelen en verdere benoodigdheden voor het rywiel. De tentoonstelling zal op 3 Februari a. s geopend worden door den voorzitter van den Algemeenen Nederlandschen Wielrydérsbond, den heer Edo Bergsma, burgemeester van St.-Anna parochie (Friesland). De 83 jarige wed. B., teVreeswyk, wier overleden echtgenoot vroeger voor het vader land zich verdienstelijk heeft gemaakt, en welke weduwe thans in zeer behoeftige om standigheden verkeert, heeft op een schryven van den heer J. J. B., aldaar, aan HH. MM. onze Koninginnen het genoegen gehad, van H. M. de Koningin-Regentes f 20 te mogen ontvangen, waarmede het oudje zich hoogst dankbaar gevoelt. De heer J. H. Ferguson, minister-resi dent, consul generaal der Nederlanden in China, is met verlof uit Peking in de residen tie aangekomen. Men deelt tevens mede dat de heer Ferguson niet meer naar China zal terugkeeren, maar weldra 's lands dienst zal verlaten. Naar aanleiding daarvan zou een bevorde ring in het consulaire corps ophanden zyn. Als opvolger van den heer Ferguson wordt genoemd de heer F. M. Knobel, consul gene raal met den personeelen titel van zaakge lastigde .in Perziö, die te Teheran alsdan zou worden vervangen door den heer W. L. Boschart, Hr. Ms. consul te Hamburg. Op Donderdag 7 Februari zal de minis ter van buitenlandsche zaken, jhr. Röell, wederom een diplomatiek diner aanbieden. Uit Tilburg schryft men aan de „Tel.": Grootsch is het plan om by het a. 8. be zoek der Koninginnen aan Noord-Brabants meest bevolkte stad eene muziekuitvoering te geven, door alle muziekgezelschappen der provincie. Echter heeft dat plan, zooals men weet, weinig kans van slagen. Een nog grootscher en indrukwekkender betooging is evenwel thans in overweging en weleene hulde van al de Tilburgsche werklieden (en du» zyn duizenden), met de werkgevers aan het hoofd, te- brengen aan HH. MM. Komt dit plan tot rypheid, dan zullen onze Koninginnen verbaasd staan over den geest van eensgezindheid, die onzen werk mansstand kenmerkt. Die overgroote 6chare zal dan voórHH. MM. défiloeren op het plein „de Veldhoorn", dat zich voor zulk eene gelegenheid uiterst gunstig leent. Luitenant Yelds, die Zaterdag met d' „Conrad" te Amsterdam arriveerde, is in zy» geboortestad Sneek zeer feesteiyk ontvangen 31) 't 8cheen wel, of Adenau bemerkte dat er iemand in zyn nabijheid kwam. Hy maakte een beweging, als wilde hu de hand van den bezoeker vatten. „Zyt gij het, Maud?" stamelde hy. „Ik dank u, dat ge by my komt!" Een koude rilling voer Tissenborn door de leden. „Dien naam noemt hy aanhoudend," fluis terde een der oppassers. De directeur wenkte hem te zwygen. „Neem u in acht voor don Amerikaan," hygde Adenau. „Hij heeft den schurk betaald. Het was comedïespel, comodiespel! Ik heb u alleen liefgehad, Maud! Ge vergeeft my,niet waar? Hy is van alle3 de schuld. De ander is zyn medeplichtige. Hoe heet hy toch? Mr. GibGibGib Ik kan maar niet op den naam komen! Aha, miss Fanny! Vous croyez, que je vous aie aim te Pas d'iduel Je n'ai aimé quo ma Maud, ma pauvre Maud!" Op deze wyze ging het afwisselend, in het Duitsch en in het Fransch, voort. Tissenborn was byna even bleek als de stervende. Wat de anderen voor wartaal van een koortslyder ge houden hadden, had op hem de uitwerking van een bliksemstraal in een donkeren nacht. Het geheele komplot, door Remmingen en den Amerikaan gesmeed, lag plotseling geheel voor hem bloot. Had hy vroeger over het denkbeeld, dat Remmingen in verbinding met mr. Gilbert handelen kon, als een avontuur- lyken inval gelachen, nu zag hy in, dat zyn vermoeden wel degelyk gegrond was geweest, en dat de Amerikaan zijn bedoelingen ton opzichte van Maud nog volstrekt niet opge geven had, maar enkel den uitslag van het mot Remmingen beraamde plan had afgewacht. Eu als offer van dit plan was Adenau ge vallen. Hy was de zaak zeker op 't spoor gekomen, had Remmingen ter verantwoording geroepen, tusschen beiden was het tot een stryd gekomen en de bedrogene had daarby het onderspit gedolven. Dat alles was zoo helder als de dag! Een hevige toorn tegen de intriganten maakte zich van Tissenborn meestor. Slechts met moeite gelukte het hem, voor den directeur zyn aandoening te verber gen. Hy sloeg nog een laatsten blik vol innig medelyden op den ongelukkige, die zoo vree- ssiyk boeten moest voor wat hy eens misdeed, en wendde zich aangedaan af. „Gy ziet dat de lyder u niet herkent 1" zeide de directeur. „Wilt gy nog langer by bem blyven?" „Neen, professor, ik dank u, het zou nergens toe dienen!" „Gy kunt er van overtuigd zyn, dat wy uw ongelukkigen vriend zoo zorgvuldig moge lyk verplegen, maar hy zal zulks helaas niet lang meer behoeven Tissenborn verliet onder geleide van den professor de ziekekamer en begaf zich naar zyn rytuig. „Naar het „Hotel de Russia!"" riep hy den koetsier toe. Hy kookte inwendig. Hy zou Remmingen en zyn medeplichtige het mas ker van het gelaat rukken! Remmingen was thuis. Hy wa3 juist terug gekomen van oen tweede gerochteiyk verhoor, en wilde nu naar de renbaan ryden. „Herr Von Tissenborn, de componist der nieuwe opera, die morgen opgevoerd wordt?" zeide hy, toen de kellner hem het kaartje overreikte. „Wat zou die hier bU my te maken hebben? Laat hem binnenkomen!" Op het gezicht van den bezoeker maakte het stereotiepe lachje plaats voor een uit drukking van onmiskenbare verbazing. „Wat verschaft my de eer van uw bezoek?" vroeg hy, Tissenborn een stoel aanbiedend. „Als ik my niet vergis, had ik reeds vroeger het genoegen, u te ontmoeten, maar ik kan my volstrekt niet herinneren waar." „Ik kom van Adenau's sterfbed!" ant woordde Tissenborn. „Hoeveel heeft mr. Gilbert u wel betaald, om de comedie op te voeren, die hier gisteren in dit vertrek zulk een tragisch slot heoft genomen?" Remmingen staarde hem aan, alsof hy een geestverschyning ware. „Ik begryp u niet. Ik weet niet, wat gy zeggen wilt!" stot terde hy. „O, gy verstaat my zeer goed, mynheer! Gy zyt een handig regisseur en hebt uwe maatregelen zdó goed genomen, dat de recht bank het „schuldig" niet over u uit kan spreken. Om iets anders bekommert gy u niet. Mu draait ge echter met uw sprookje van het onvoorzichtig spelen met het wapen geen rad voor de oogen. Ik zeg het u zonder omwegen. Gy zyt Adenau's moordenaar!" „Mynheer!" wilde Remmingen opstuiven, maar Tissenborns oogen schitterden zoo drei gend, dat de lafaard in zyn schulp kroop. „Zwyg! Uw leugens vermogen even weinig op my, als uw bedreigingen! Ik speel niet onvoorzichtig met revolvers, munheer! Vergeet dat niet! Ik voel my niet geroepen Adenau te wreken, want hy was volstrekt myn vriend niet! Wat gy gedaan hebt, moogt ge voor uw eigen geweten verantwoorden, ingeval gy er zoo iets op nahoudt. Zeg aan uw bond genoot, mr. Gilbert, uit Chicago, dat ik Frau Adenau dadelijk bericht zal zonden van het gebeurde. Dat zal voldoende zyn, om hem aan 't verstand te brengen, dat hy zich te vergeefs op kosten heeft gejaagd. Gy kunt hem ook nog vertellen, dat Maud met my verloofd is. Als hy lust heeft, daarover twist met my te zoeken, zooals by verleden jaar in Dresden zeide, dan ben ik tot zyn dienst. Over eenige dagen ben ik daar. Hy heoft dus den tyd, zich voor te bereiden, en hy zal my op myn post vinden!" Tissenborns woorden hadden een vernieti gende uitwerking op Remmingen. Hy deed niet eens een poging, om te antwoorden, maar hield zich aan den rand der tafel vast, als vreesde hy te vallen. „En nu, mynheer, ga ik heen, om u, naar ik hoop en wensch, nooit weer te ontmoeten Gebeurt zulks niettegenstaande dat toch en beproeft gy myn pad te kruisen, dan zyn de gevolgen voor uw rekening!" Daarmede keerde hy hem den rug toe en verwyderde zich. Remmingen stond nog altyd als vastgenageld op dezelfde plek, toen de ander bet huis reed verlaten had. „Hoe weet de man dat alles en waar hel ik hem vroeger gezien?" zeide hy, met d hand over zyn voorhoofd strykend. „Halt! L' ben er! Hy is de gewaande Spanjaard, di met my en Adenau van Karlsruhe naar Straat» burg reisde. Nu doorzie ik de zaak 1 Adenau' vrouw heeft hem afgezonden, om ons te be spieden. Hy is haar minnaar! Maar hoe te wereld kwam zy de geschiedenis te weten Enfin, 't is my tamelijk onverschillig! Ik z\ er my het hoofd niet over breken! Vóór alle dingen moet mr. Gilbert van den stand van zaken onderricht worden. Hy moet zelf maar zien, hoe hy hot mot den man klaar speeltIk heb met de geheele geschiedenis niets meer te maken. Maar't is belachelyk, op myn woord belacbeiyk, te moeten hooren, dat wy ten slotte enkel en alleen voor dien muzikant gewerkt hebben, en dat die domkop van een Adenau ten profUte van hem in het zand moot byten XIV. Professor Rütten's diagnose werd bevestigd. Toen Tissenborn den volgenden dag naar Adenau's toestand kwam vernemen, hoorde hy, dat de gewonde tegen middernacht ge storven was. Wel was hy kort voor zyn dood weer tot zyn bewustzyn gekomen, maar toch te zwak geweest, om ondervraagd te kunnen worden. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1