Maandag 21 Januari. A0. 1895. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton, i IRIS. H°. 10709. LEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post Afzonderlijke Nommers a 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1—6 rogels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17^. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Leiden, 19 Januari. Voor de belangstellende leden der Kunst beschouwingen deelen w(j mede dat de vierde vermoedelijk op "Woensdag 20 Februari in den Foyer van de Stadszaal zal worden gehouden. Van de particuliere verzameling van den beer Hidde N\)land, te Dordrecht, zal dan een gedeelte worden geëxposeerd. By de Ned.-Herv. gemeente alhier zyn tot predikanten beroepen: (vacatureCésar Segers): ds. N. M. De Ligt, te Rhenen; (vacatureGunning): dr. J. D. De Lind van Wijngaarden, te Oud-Alblas. By de door den architect den beer G. Blommestein alhier gehouden aanbesteding voor het bouwen van twee huizen aan de Witte Rozenlaan waren de volgende inschrij vingen ingekomen: P. J. Hartevelt, te Oegstgeest, 3350, W. W. Schröder C. L. De Haan, to Oegst geest, 2966, Joh. Th. Bik, te Leiden, 2900, H. De Jongh, te Leiden, 3274, A. Van Til burg, te Zoeterwoude, 3274, J. Van Tilburg, te Oegstgeest, 2860, en J. Boterraans, te Lelden, ƒ2600. Onze stadgenoot dr. E. F. Van Dissel, ingenieur, lid der Provinciale Staten van Zuid- Holland, is gekozen tot lid der Havencommissie 's-Gravenhage Scheveningen, welke op initia tief van de Vereeniging voor Handel, Nijverheid en Gemeentebelangen te 's-Gravenhage is in het leven geroepen. De commissie stelt zich voor met allen spoed, dien de zaak vereischt, te ondernemen een technische en economische studie der verschillende havenplannen om by gebleken finanliëele mogelijkheid van een bruikbaar plan te trachten den havenbouw, ook voor de kustdefensie het meest afdoende middel, te bevorderen en zoo mogejyk eene concessie;, aanvraag in het leven te roepen. De commissie beeft van hare samen stelling officiëel kennis gegeven aan den minister van waterstaat, handel en nijverheid, aan Gedeputeerde Staten dezer provincie en aan het gemeentebestuur van Den Haag en aan die autoriteiten gevraagd den steun, welken de commissie voor hare werkzaamheden zal behoeven, niet te onthouden. Nog kan worden gemeld dat de commissie reeds in de sectiën ie vergaderd en zich voor stelt hare taak zoo spoedig mogelijk af te werken. Het aantal bezoekers der Rijksverzame lingen en monumenten, gedurende het jaar 1894, bedroeg: Koninklijk kabinet van Schilderijen te 's-Gravenhage 38,586, Museum Meermanno Westreenianum te 's-Gravenhage 139, Konink lijk Penningkabinet te 's-Gravenhage 446, Kyks-Museum te Amsterdam 288,649, Rijks- Museum van Oudheden te Leiden 6202, Rjjks- Ethnógraphisch Museum te Leiden 815, Rijks kabinet van Prenten te Leiden 104, Historische zaal in hot Prinsenhof te Delft 8282, Gevan genpoort te s-Gravenhage 28,317, Muiderslot 2464, Ruïne van Brederode 11,574, Monument te Heiligerlee 3396. De herijk der maten en gewichten, in de gemeente Woubrugge, die om de twee jaren plaats heeft, is bepaald op 8 en 9 April a. 8. De heeren A. Visser en D. Molenaar, te Woubrugge, zyn herbenoemd de eerste als president-kerkvoogd en laatstgenoemde als secretaris-kerkvoogd der Ned.-Hervormde ge meente aldaar. Woensdag 16 Januari had het monster- diner plaats, dat aan Puvis de Chavannes, president der Société Nationale des Beaux-Arts, in het Hotel Continental te Parys werd aan geboden ter gelegenheid van de viering van zyn 70sten verjaardag. Ongeveer 500 personen namen daaraan deel, om den grooten meester te huldigen, o. a. ook onze gezant te Parys jhr. A. De Stuers, die aan het dessert een telegram van gelukwenschingen voorlas door de vyf Nederlandsche „sociétaires", de heeren Israels, J. Maris, Willy Martens, H. W. Mesdag en W. Roelofs aan hunnen president gericht. Zooals men weet, houdt de Société Nationale hare jaarlijksche salons op het Champ de Mars. Aan de Indische regeering is door het opperbestuur in Nederland gevraagd of de uitzending van een taalgeleerde in de plaats van wijlen dr. Van der Tuuk wenschelyk wordt geacht, in welk geval zal worden uit gezonden dr. Juynboll. De eerste receptie, Donderdagavond door den minister van buitenl. zaken, jhr. Röell, en mevr. Röell in hun hotel aan de Heeren gracht te 's-Gravenhage gehouden, viel een buitengewoon druk bezoek ten deol uit de kringen der diplomatie, het hof, de staats colleges, burgerlijke autoriteiten, enz. Tot middernacht verdrongen de genoodigden zich in de ruime, prachtig verlichte salons. De volgende soirées zyn bepaald op 14 Fe bruari en 14 Maart a. s. De tyd der receptiën in de groote wereld der hofstad is thans aangebroken. De groot- meesteresso van H. M. zal 22 Januari, 12 Februari, 6 en 27 Maart ontvangen, en do gezant der Franscho republiek, de heer Legrand, heeft uitnoodigingen doen uitgaan voor soirées op 28 Januari en 13 Februari. De toestand van prof. Snijders, te Delft, wordt dagelyk6 beter. De patiënt verkeert thans geheel buiten gevaar. De commissie uit de Tweede Kamer voor de burgerlijke rechtsvordering is gisteren uiteengegaan. Hare besprekingen in de jongste vergaderingen zijn gehouden in overleg met den voorsteller van de wijzigingen, den heer Hartogh, wiens antwoord op het verslag der commissie het onderwerp van gedachten- wisseling iö geweest. Het rapport kan in de volgende maand tegemoet worden gezien. Te Utrecht zijn gisteren tot semi-arts bevorderd de heeren A. Bosch en L. Ph. Honnequin. De Nederlandsche sleepboot „Oostzee" is van Amsterdam naar Falmouth vertrokken, ten einde het Nederlandsche schip „Evertsen" van daar naar IJmuiden te sleepen. Het maandblad „Hippos" (uitgave van de erven B. Van der Kamp, te Groningen), is met het begin van dit Jaar in een week blad veranderJ. Het is gewyd aan paarden fokkerij ©n paardensport; de redactie is toe vertrouwd aan den beer E. A. L. Quadekker, kapitein-paardenarts te Haarlem. De staat der algemeene kas van de NederlandsQh-Hervormde Kerk, ten behoeve van haar bestuur over 't jaar 1893, is deze week verschenen. Het totaal der ontvangsten bedraagt de som van ƒ104 589.54; daaronder is begrepen ƒ6082.05 saldo van 't vorige jaar, 39,899.24 toelage van het ryk en 27,020.50 verplichte bydragen van de verschillende gemeenten. De uitgaven bedroegen 95,884.72s, waar onder 13,288.56 aan synodale, 12,125 80 aan provinciale en 33,550.62s aan classkale kosten. In 't jaar 1893 werd er slechts 552.32s aan kerkelyke proceskosten betaald, waaruit blijkt hoe orde en rust in de Kerk weder- keeren. Er blijft aldus een batig slot van 8704 82. Het stoomschip „General", van Hamburg en Amsterdam naar Oost Afrika, arriveerde 17 Jan. te Napels; de „Sumatra" vertrok 18 Jan. van Batavia naar Amsterdam; de „Sten tor", van Amsterdam en Liverpool naar Java, passeerde 18 Jan. Gioraltar; de „Conrad" van Batavia naar Amsterdam, passeerde 18 Jan. Bevezier; de „Utrecht" arriveerde 18 Jan. van Rotterdam te Batavia. B(j koninklijk besluit is benoemd: tot griffier by het kantongerecht te Zaandam mr. J. J. B. Van Eyk van Voorthuyzen, thans griffier by het kantongerecht te Brielle; tot griffier by het kantongerecht te Brielle, mr. C. Q. W. L. C. graaf Van der Duyn, advocaat to 's-Gravenhage, tevens werkzaam ter griffie van het kantongerecht aldaar. De kapt.-luit. ter zee W. M. J. Visser met 26 dezer eervol ontheven vkn het bevel over Hr. Ms. monitor „Cerberus", en dat bevel alsdan opgedragen aan den luit. ter zee der lste kl. J. C. Joekel. Voorts de kapt.-luit. ter zee P. D. A. Frankamp eervol ontheven van het bevel over Hr. Ms. korvet „Sommels- dyk", en dat bevel opgedragen aan den kapt.- luit. ter zee W. M. J. Visser, met ingang van den dag, volgende op dien, waarop deze te Curasao zal zyn aangekomen. De majoor S. S. P. De Lang Evertsen, van het 5de reg. inf., op zyno aanvrage, op pen sioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald op 1600 's jaars. Aan den commies by het hoofdbestuur der posteryen en telographie P. L. Putters de titulaire rang toegekend van hoofdcommies, en hem, met ingang van 1 Mei a. 8., op zfin verzoek, eervol ontslag verleend uit 's Ryks dienst. De Oost-Indische ambtenaar H. F.C. Wagner, laatsteiyk meesterknecht-instrumentmaker by den artillerie-constructiewinkel te Soerabaia, op zyn verzoek, met ingang van 1 Febr. a. s., wegens physieke ongeschiktheid, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Nationaal Fonds. Aan de sub-comitó's is do volgende circu laire verzonden: In artikel 5 der Statuten van de op te richten Vereeniging „Nationaal Fonds tot ondersteuning van nagelaten betrekkingen van in Neerlandsch-Indië gevallen militairen" is bepaald „Leden der Vereeniging zyn: lo. allen, die zich tot eene jaarlyksche contributie van ten minste f 2.50 hebben ver bonden. 2o. allen, die eene som van ten minste 50 ineeus hebben gestort. Donateurs der Vereeniging^yn: lo. allen, die zich tot eene jaarlyksche contributie van ten minste ƒ25 hebben ver bonden. 2o. allen, die eene som van ten minste 250 ineens hebben gestort. Begunstigers zyn zy, die jaarlijks minder dan ƒ2.50 betalen. Donateurs hebben dezelfde rechten en ver plichtingen als de leden. Begunstigers hebben geen stemrecht." Daar eerstdaags de leden moeten worden opgeroepen voor de verkiezing van een Bestuur der Vereeniging, hebben wy de eer u beleefd te verzoeken aan den tweeden ondergetee- kende te willen melden: a. de namen van hen, die van af 1 Januari 1895 als lid, donateur, dan wel als begunstiger der Vereeniging willen toetreden. b. de namen van hen: lo. die ten minste 50 hebben gestort ten behoeve van het „Nationaal Fonds", en 2o. die eene eom van ten minste ƒ250 voor het „Nationaal Fonds" hebben gegeven; en dus reeds dadelyk als lid (donateur) der Vereeniging in aanmerking komen. Dc Voorzitter van het Centraal-Comité, Th. J. A. Van Zijll De Jong. De -Seoretaris-Penningmeester, G. De Wijs, Prinsestraat 105. 's Gkavenhage, Januari 1895. Gemengd Nieuws. Aan het telephoonnet alhier zyn aangesloten onder No. 236, de heer N. Stadhouder, Nieuwe Ryn 27 onder No. 237, de heer P. Van der Meer, handelaar in brandstoffen, Oude Ryn 30, en onder No. 238, de heer H. Velu, han delaar in brandstoffen, Lange Mare 10. Men schrijft ons uit Zoeterwoude: Als een bewys, dat men hier wel werk maakt van het opsporen van diefstallen, kan dienen dat door den gemeente-veldwachter P. v. d. S. niet alleen proces verbaal is opge maakt van de dezer dagen plaats gehad heb bende ontvreemding, met inbraak, van eenigo eenden van de wed. v. H. in het Westeinde, maar dat ook door dien veldwachter een plattegrond van het terrein is opgemaakt. Vrydagnacht omstreeks twee uren ontstond brand in de woning van P. v. d. Meer, te Oude Wetering, welke brand door spoedig aangebrachte hulp van de brandweer in zyn begin werd gebluscht. De bewoner werd gewekt door een knetterend geluid, «tr oorzaakt door de reeds brandende planken van den zolder. Als oorzaak van den brand wordt opgegeven, dat eenigo op een zooge- naamden duikerschoorsteen te drogen liggende zakken door een lek in die leiding vlam heb ben gevat. Door den jager P. Hoogenboom, te Roelof-Arendeveen, is Donderdag-morgen een tweede otter geveld terzelfder plaatse, waar liy een week te voren nummer één koud maakte. Dit exemplaar schynt wegens kleur en grootte een nestgenoot van den eerste te zyn. De wedstryd in het kruisjassen, die verleden Donderdag by den heer v. L. te Roelof-Arendsveen zou gehouden worden, is wegens onvoldoende deelneming en wegens de meening, dat dit spel zich moeilyk voor een pryskamp leent, niet doorgegaan. Wel hebben eenige liefhebbers om toch wat te doen onder elkander eenige dubbeltjes uit gelegd, om daarvan een paar prysjes te maken, waarvoor dan ook door hen, alleen om de gezelligheid, gespeeld is; doch het eigenlyke concours om bekwaamheid en beleid in ge noemd spel heeft men wyselijk achterwege gelaten. Het op stam staand hakhout op den Plasdyk, van den Oudendykschen Polder, onder de gemeente Woubrugge, is in 15 per ceel en, de nummers 1 5 gecombineerd, publiek verkocht voor de vry aanzienlijke somma van f 174.20. De laatste verkooping van dezen houthak had plaats in Januari 1889; het gewa9 is dus 6 jaren oud geworden. Te Winschoten is gevankeiyk binnengebracht de 19-jarige W., Duitscber van geboorte, verdacht van diefstal van een yzeren trommel, waarin ƒ1500 aanwezig was, ten nadeele van den luchtschommelhouder Feye, te Winschoten. Te Rotterdam heeft een vader aan twee zyner dochters den toegang tot zyn huis ontzegd. Deze meisjes hebben thans papa voor den rechter gedagvaard, om heui te doen veroordeelen tot betaling der kosten, voor haar onderhoud benoodigd. De heer P. H., te O u d-G a s t e 1, i 6 van de gaandery van oen molen gevallen. H(j kwam op zyn hoofd terecht en gaf binnen weinige oogenblikken den geest. „Solidair". Dat woord is aan de orde tegenwoordig. Maar of allen het bo grypen? Reeds lazen we, dat het wordt uirgesproken en gebezigd als waro het van „soloa^t" »fgo leid, en als had het iets uitstaande met mili taire discipline. Aardiger ovenwol nog, dunkt ons, is do volgende, zy het ook sterk etymologische af leiding, die we dezer dagen verklarenderwys door een werkman aan een kameraad hoorden goven „Solledair, zie je, wil zooveel zeggen, alsdatte wuillie ons zoo moeten aansluiten als offe we effectief ammekaar gesoldeerd waren, vat je?" 27) „Zeker! Doch ik ben niet alleen kunstenaar, ik ben ook man, en de man wil weten, waar voor hy werkt en etrydt. Er is niemand, die de vruchten van myn arbeid, dien gy my zoo aanlokkend voor oogen stelt, met my kan deelen." „Niemand? Meent gy op uw leeftyd reeds met de toekomst afgerekend te hebben?" Tissenborn schudde het hoofd. „Tot nu toe heb ik my door den stroom des levens laten voortdragen, zonder veel op de oevers te letten," antwoordde hy. „Wel spoelden zyno golven my eens toevallig aan de kueten van een bloeiend eiland aan, maar het was my niet geoorloofd daar te landen." De jonge vrouw zag hem vragend aan, als begreep zy niet, wat hy met zyn beeldspraak op 't oog hadmaar 't scheon wel, dat zy op zyn gelaat de beteekenis las, want ze bloosde en sloeg verlegen de oogen neer. By dezen aanblik doortrilde hem een gevoel van nameloos geluk. „Movrouwl" riep hy, hare hand grypend en ODdanks haar tegenstand vasthoudend, uit, „over eenige uren moet ik misschien voor altyd afscheid van u nemen I Ik mag niet uitspreken, wat er op dit oogenblik in my omgaat, want nog Gy begrypt my I Ik weet, dat gjj lang en onschuldig geleden hebt! Nog eenigen tyd en dat alles behoort tot het verleden! Allerlei toevallige omstandig heden, ale er zulke ten minste bestaan, waren even zoovele oorzaken dat ik, de onbekende, u van naby leerde kennen. Gy noemdet my uw vriend! Die naam maakt my gelukkig, daar ben ik trotsch op. Den vriend is liet vergund een openhartig woord te sproken 1 Ziet ge, Maud, ik ben maar een arm kunste naar, maar ik voel in my de kracht om to werken en te stryden, en ik z a 1 werken en stryden, als ik weet, dat dat alles heenwyst naar het doei, dat my voor oogen zweeft, al is dat ook nóg zoo verre. Mag ik dit doel tot het myne maken vóór ik heden afscheid van u neem?" Een diepe, onuitsprekeiyk weemoedige blik was het antwoord. Haro band beefde in de zyne. „Moet ik zonder hoop heengaan?" vroeg hy, haar hand teeder aan zyn borst drukkend. „Arme vriendl" antwoordde zy, moeite doende, om bedaard te blyven. „Kebt ge dan vergeten, wat ik was en wat ik ben?" „Voor my begint uw leven met den dag, waarop ik u voor de eerste maal zag!" was zyn harstochtelyke uitroep, terwyl hy de be minde hand met gloeiende kussen overdekte. „Al wat aan dien dag voorafgaat, bestaat voor mü niet!" vervolgde hy ontroerd, „'t Is maar een bescheiden lot, dat] ik u bieden kan, Maud, maar geheel myn toekomst behoort u, wanneer ik van uwe lippen slechts één enkel woord van hoop mag hooren, en ik zal u tegen de gansche wereld beschermen. Mag ik hopen?" Maud hief hare betraande oogen ten hemel, daarna wendde zy zich met een weemoedigen lach op 't gelaat naar Tissenborn en fluisterde blozend „Laat ons de toekomst niet vooruitloopen, myn vriendl Laat ons geduldig afwachten, wat zy ons brengen zall" „Dus mag ik hopen 1" juichte Tiesonborn, de armen uitstrekkend, om Maud aan zyn boret to drukken. Zy week verschrikt achter uit. „Vergeef my," zeide hy, zich herstellend. „Ik dacht er niet aanl Ik mag nu nog niets voor u zyn dan uw trouwe vriend, dier bare, arme Maudl Maar, nietwaar, de hoop op een gelukkiger toekomst licht my voor op myn weg?" „Da toekomst ligt in Gods hand!" was haar antwoord, terwyl ze zacht de linkerhand uit de zyne trok, en hem in plaats daarvan de rechter- tot afscheid reikte. „Ik beb sinds lang verleerd te hopen!" „Maar ik heb het vandaag geleerd!" riep hy jubelend uit. En als om zyn stoutmoedig heid van zooeven weer goed te maken, drukte hy een eerbiedigen kus op hare hand. XII. Een goed gesternte waakte over den „Schwan von Unna." Overal, waar de opera opgevoerd werd, vond zy een even goede ontvangst als in Dresden. Tot nu toe slechts als componist van eenige liederen in meer beperkten kring bekend, zag de toondichter zich plotseling tot een beroemdheid van den dag verheven, en met den roem kwamen tegeiykertyd de voordeelen van stoffelyken aard opdagen. Dat die vreugdebeker ook mat enkele druppelen alsem vermengd was, laat zich licht bsgrypen. Hoewel Tissenborn als kunstenaar in don eenvoud zyüs harten er niet aan dacht zich op te werpen tot her vormer der romantische opera, bevatte zyn werk toch zooveel origineels, dat de vertegen woordigers der hoerschende richting zich be dreigd waanden. Dientengevolge kroeg het publiek in de organen der critiek allerlei open en heimo- iyke aanvallen te lezen, gericht tegen den gewaanden invoerder van nieuwigheden. In het begin ergerde hy zich over die kleine speldeprikken, want hy was er van overtuigd, dat hy ze niet verdiende, maar toon ze op de groote menigte van geen invloed hoege naamd bleken te zyn, on het aan den anderen kant ook niet aan stemmen ontbrak, die hem recht lieten wedervaren en aanmoedigden, kwamen èn ergernis èn bevrediging vrywol overeen. De briefwisseling met Maud vooral maakte zyn grootste geluk uit. Hy zond haar nauw gezet iedere beoordeeling, die over zyn werk verscheen, onverschillig of deze gunstig dan wel ongunstig luiddo. Haro antwoorden droe gen zoo geheel en al den stempel van haar wezen en denken, dat hy haar onder het lezen er van vóór zich waande te zien en meende haar stem te hooren. Hoewel iedere toespeling op vroegere gebeurtenissen buiten gesloten bleef, sprak uit den geheelen toon barer brieven toch nog iets meer dan alleen vriendschap. Dat versterkte hem in zyn hoop op de toekomst. Door tusschenkomst van Frau Von Balding, die hy naar mr. Gilbert gevraagd had, vernam Uy dat de Amerikaan sedert November weer in Dresden woonde, en, zeker het vergeefsche zyner pogingen, om Frau Adenau van gedachten te doen ver anderen, inziende, haar niet meer mot zyn vervolgingen lastig viel. „Ik heb den Yankee due toch onrecht gtdaan, toen ik, met myne „romantische ideeën" zyn naam in verbin ding bracht mot de huwelyksplannen van Adenau," dacht by. „Miss Fanny's vereerder zal overigens vry wrat moeite hebben haar zoolang aan den praat te houden, tot de tyd daar is, dat hy haar en haar geld zyn woniDg binnen kan voeren. Een gelukkig huwelyk, waarovor Remmingen zyn zegen uitspreekt 1" Op zyn nachtelyken tocht van Baden naar Frankfort had Tissenb jrn by zyn overdenkingen zich stellig en zeker voorge-teld, dat Mauds echtgenoot zyn huwelyk voor miss Fanny geheim hield. In dit opzicht vei kooide by echter in een dwaling. Adenau had natuurlyk by zyn bezoek aan de Eogelsche dames in Baden-Baden iedere toespeling op zyn om standigheden zorgvuldig vermeden. Dit werd hem bovendien zeer gemakkolyk gemaakt, daar moeder noch dochter hem met vragen daaromtrent lastig vielen. Hy was haar als „homme de lettres" voorgesteld geworden; en dat was voldoende. By het onderhoud in Straateburg bracht Remmingen hem evenwel aan 't verstand, dat het noodzakelyk was mrs. Mac Clean alles open en eeriyk te vertellen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1