Do zuster van Cornelia Franken, Elisabeth,
die verleden jaar als dagmeisje by de weduwe
Büte diende, vertelde ook dat Anna Beyers
bang voor Boes was om die revolver. In het
begin van Juli had get. Anna Beyers eens van
den trein gehaald, die 's avonds om halfelf
van Schagen kwam en toen had de ver
moorde ook verteld bang voor Boes te zijn.
't Was een week later, dat bekl. de machi-
nekist van Anna Beyers politoerde. Hu had
get. toen gevraagd of z(j daar sliep, wat get.
ontkennend beantwoordde. Bekl. had toen ook
gezegd dat het voor do beide vrouwen ge
vaarlijk was boven te slapen, want kwam er
brand, „dan kon buurvrouw wel eens levend
verbranden." Sedert sliepen beide vrouwen
beneden. Get. vertelt verder dat de weduwe
wel eens klaagde dat „de koffie zoo naar
smaakte" en Anna heeft er wel eens hoofd
pijn van gehad. Vrouw Büte kreeg van bekl.
wel eens taartjes, waar bokl. dan appelen
voor kreeg. Bokl. had zich ook wel uitgelaten
„dat de wednwe wel iots in kas moest heb
ben." Deze get. vertelde ook dat Anna Beyers
van bekl. ter leen kreeg boeken „Twee Wee
zen" en „Onschuldig veroordeeld", boeken,
daar veel over moord in voorkwam en die
bekl. Zondags kwam verruilen. Ook deelde
getuige mede dat achter op de plaats steeds
een byi stond om turf te hakken en in den
voor winkel een mes om zoutevisch en vleesch
te snijden. Byi en mes, alsmede het brood
mes, dat mee6t in de keuken lag, weiden
door getuige herkend. Het schijnt dat bekl.
den avond, dat hjj die machineki6t kwam
politoeren, reeds iets in den zin had, althans
volgens de verklaring van dit dienstmeisje.
Zij vertelde nl. dat bekl. dien avond in den
winkel kwam, toen vrouw Büte daar rook-
vleesch stond te snijden. Hy zeide toen: „Ik
kom de machinekist van Anna politoeren."
„Goed, Klaas", zeide de weduwe, „ga maar
naar achteren." Toen bekl. in de keuken
kwam, schrikte bekl. „Jo ïykt wel te ver
schieten", zeide get., waarop bekl. zeide: „Ik
dacht dat je al weg was." Hy had dienzelfden
avond het zuringzout in de koffie gedaan. Anna
Beyors kwam thuis en bracht koekjes mede.
Vrouw Büte vroeg bekl. of hy een kop koffie
wilde gebruiken, hy bedankte natuuriyk; wel
nam -hy een koekje aan en at dat nog in do
keuken op.
Verder werd o.a. gehóórd een meubelmakers-
sjong n, A. Do Rooy Azm, een aardige.knaap,
die, als de president opmerkt dathij veer tien jaar
is, lachend zegt „dat hy vandaag juist vyftien
is." Get., dia ook b(j boklaugdes patroon, don
meubelmaker Bierenbroodspot, werkte, had
voor zyn baas zuringzout rnooten halen by
den apotheker en ook voor bekl. voor een
dubbeltje gehaald en het overgevende, nog
opgemerkt dat het vergif was. Getuige had
het gek gevonden dat Ttekl. in de werkplaats
iuuuiyjo iu ldtwljuo ueüJ, urn, volgens zyit
gen, kippen te vergiftigen, wat get. later
togon Jan Oudshoorn de opmerking had ont
lokt, „dat hy daar toch wel brood voor kon
nemen." Get. noemde bekl. in de werkplaats
oen aardigen makker. Ka den moord had hy
opgemerkt dat bekl. andere kLoeren dan ge
woonlijk aanhad. Zondags samen wandelende*
had bekl. gezegd: „Ze kunnen my ook wel
voor den moordenaar aanzien, omdat ik andere
kleeren aan heb," maar get. had daar niets
byzonders in gevonden. Got. heeft Zondags
middags ook mot bekl. iri gezelschap van
Oudshoorn gewandeld.
De getuige Bioronbroodspot, meubelmaker
to .Schagen, by wien bekl. twee jaren vóór
den moord in dienst trad, noemde bekl. een
bevattelyk jongmensch, dien by als nummer
één achtte, maar dien hy wel eens op oneer-
lykheid betrapte en niet altyd precies deed
wat de patroon wildo. 's Maandags na den
moord had get. wel opgemerkt, dat bekl. een
nieuwe pet en een audor pak had, doch liy
sloeg er verder geen acht op. Na de begrafe
nis had bekl. van get. gevraagd een vergulde
portretlyst om het portret van Anna Beyers
in te plaatsen. Get., metinendo dat beklaagde
op do vermoorde betrekking had, bad gezegd:
„Zoek maar een lyst uit", waarop bekl. een
model uitzocht, dat niet voorhanden was. Get.
had toen gozegd. „Voor iemand, die zoo aan
haar eindo is gekomen, neem je geen goud,
dan neem je dof mot zwart". Van den leer
ling Jan Oudshoorn zeide get. dat deze was
een suffig, weinig leerzaam persoon, leugen
achtig en stil van aard, maar die, evengoed
als bekl. als hy, de patroon, fioot, voor hem
vloog. „IIy had or voor de zaak een paar
zeer bruikbare jongens aan." Get. verteltr.og
dat bokl. den Vjydag na den moord onrusti
ger was dan anders. Ily was toen met get
by een kasteleio op 't Zand bezig een biljart
te bekleedenin den regel was bekl. daarby
er vlug met zyn werk, doch dien dag ging
hot niet vlot. De revolver, die bekl. had, had
h) stil uit oen lessenaar by get. genomen;
lator had by haar daar weer in gelegd.
Get. L Visscher, meubel makersleerling, was
tusschen 2 Maart en 2 Augustus, toen hij.als
militair te Hoorn lag, te Schagen geweest
en had o. a. aan bekl. gevraagd: „Hoe gaat
hot met Anna Beyers?" waarop bekl. met
spijtig gezicht antwoordde: „Die verkeert nu
met Roos".
Den dag na don moord had bekl. tot get.
gezegd: „Hier is ook een grapje gebeurd",
en had hom zelfde bloedsporen op de schutting
gotoond. Get. heeft ook, na bekl.'s arrestatie,
do portretten dea- vermoorde vrouwen gewik
keld in eon bulletin, waarin 700 werd uit
geloofd voor het vinden van don moordenaar,
gevonden op een plank in de werkplaats en
die toen aan ziin patroon overhandigd, die ze
wedtr aan do justitie ter hand stelde.
Get. Slot, huisvrouw van P. Meur»® wasch-
vrouw te Schagen, heeft van |Boes vrouw
kleeren te wasschen gekregen, die deze reeds
gewasschen had, naar zy zeide in aardappel
water, omdat Klaas de beklaagde er den
lympot over had laten vallen. Bloedvlekken
had get. niet in die kleeren gevonden, zij had
er trouwens niet op gelet. Toen get. Zondag
morgen by Boes kwam en vertelde „dat
buurvrouw Büte niet al te goed was", is
vrouw Boes naar buiten gegaan en de tranen
schoten haar in de oogen. Get. had niet ge
sproken over den moord, meenende de buren
daardoor te doen schrikken. De verdediger
vroeg: „hoe vrouw Boes na een zoo een
voudige mededeeling kon huilen."
Dat begreep get. niet.
Do zitting werd daarna geschorst tot gister
ochtend tien uren.
Nicouaas Boes..
(Dit portret is vervaardigd in de gevangenis
te Alkmaar voor den aanvang der zitting
van de rechtbank. Boes liet zich kalm uit-
teekenen, vertrok geen spier en stak den
teekenaar zijn hand toe als dankbetuiging
voor dc gelijkenis).
Toen is het getuigenverhoor vervolgd.
Do brigadier van de ryks void wacht Koster
heeft den oudoom van bekl., Jes, gekend. Deze
was erg driftig, zoodat hij eens met een sikkel
een geit, die op zijn teolgrond liep, doodde.
Die familie Jes, verwanten van beklaagdes
moeder, waren allen opvliegend.
Daarna werden verschillende stukken voor
gelezen, waaronder een verhoor van bekl.,
waarby hy eerst zyn moeder beschuldigde
hem tot den moord te hebben aangezet.
Lóter herriep hy dit, zeggende dat hy zyn
moeder beschuldigd had om verlichting van
straf te krygen.
act. wie, een 17-jarlge timmermansknecht,
was een goede vriend 'van bekl. Zondags na
den moord was hy op het erf van Boes ge
weest en had 'bekl. liem verteld 's nachts de
winkelbel by de weduwe Büte te hebben ge
hoord en een man over de schutting te hebben
zien klimmen, op wien hy vergeefs zijn hond
afzond. Op den dag der begrafenis had bekl.
allerlei verwenschingen tegen den moordenaar
geuit: „Dien moest men verdrinken" of „aan
nemen snyden."
Got. De Nys, kruideniersbediende, had bekl.
wel eens geld geleend. Een geleenden ryke-
daolder had get. na den moord, 17 Aug., op
een repetitie van de kapel „Harmonie" terug
gekregen. Bekl. bad toen nog al zyn gold by
zich. Get. vertelt ook dat bekl. eens een bom
had gemaakt; met welk doel weet by niet.
Get. Hendrik Roos, brood bakkersknecht to
Amsterdam, was tot 3 Mei knecht by'bakker
Mours, te Schagen hy was in stilte geënga
geerd met Anna Beyers, die hem wel vertelde
een ergen hekel aan bekl. te hebben. Op
kermissen was bekl. veel abnormaal, Hoorende
van de moorden dacht get. dadelyk aan bekl.,
die zoo iets kon gedaan hebben uit wiaak.
Get. Maria Visscher, thans dienstbode te
Nieuwediep, is met do Schager kermis vier
avonden met beklaagde uit geweest Be
klaagde had haar verteld, dat het met Anna
Beyers uit was en hy bad nog wel voor haar
een machinekast gemaakt; nu ging ze met
een bakker uit Amsterdam.
Get. Jan "Wagemaker had beid. op de kermis
to Dirkshorn eens hooren zeggen: „Ik wou
dat ik Anna Beyers voor me had, ik kon 'r
wel doorsteken." Get. heeft bekl. ook wel
met een revolver gezien, waarmee hy te
Oud-karspel iemand dreigde. Ook heeft get.
gezien, dat bekl. buiten Schagen een bom
lidt springen, waarby hy gezegd had: ze
moesten den burgemeester in de lucht Jaten
springen, omdat de hor bergen 's avonds te
vroeg sloten.
Get. Prijs, ryksveldwachter van Noard-
scharwoude, stond 's avonds 23 Aug. voor
de herberg van Boes op post. Toen by even
binnen was, vertelde vrouw Boes, dat het
haar erg speet dat Alot gevangen was, want
dat Klaas alleen schuldig was. Zy was erg
^opgewonden. Get ging toen weer op post
staan. Een oogenblik later hoorde hy binnen
groot lawaai en vond hy vrouw Boes met
afgesnedon hals.
Get Urban, ryks veldwachter te Helder,
verklaarde dat 's morgens viouw Boes hem
zeide zich het leven te zullen benemen.
Den dag te voren had bekt hem op het
raadhuis gezegd, dat Alot -den moord had ge
daan on waar het gestolen© was begraven.
Getuigen Van der Mey en Smit zaten
'savouis 23 Aug. juist in de btrberg van
Boes, toen de moeder van bekl. zich - den
hals afsneed.
Door het O. M. wordt nog verhoord de
brigadier De Vries, die Dinsdag-avond flauw
viel, doch thans hersteld is.
Deze heeft in de zitting van gistermorgen
nog enkele inlichtingen gegeven omtrent de
wyze, waarop een boekje is gezocht by be
klaagde, die niet voor den dag gokomen was,
en verteld, dat de broeder van vrouw Boes,
die naar Amerika is gegaan, een deugniet was.
Na heropening der zitting na de pauze,
wordt nu Jan Oudsboorn (die zich in hechtenis
bevindt, verdacht van heling) binnengebracht.
Get. is zeer bevriend geweest met beklaagde,
die hem heeft medegedeeld dat hy geld wilde
hebben en voornemens was vrouw Büte en
Anna Beyers te vermoorden. Boes stelde hem
eerst voor de vrouwen te vergiftigen, later
om hem te helpen en ieder een der vrou wen
te vermoorden door ze met een touw te worgen-
Get. raadde het bekl. nooit af; alleen zei
hy wel dat het zonde zou zyn van het meisje,
waarop bekl. zeide: „'t Moet toch gebeuren, ik
moet geld hebben." Get. verhinderde nooit
het plan, omdat by dacht dat hot toch niet
zou gebeuren.
De president merkte op dat get. dit nooit
gezegd heeft.
Get. wist dat bekl. een bom klaar had
voor den burgemeester, raadde echter af die
te weTpen, omdat de burgemeester geen slecht
man was en de vader van getuige by den
burgemeester wel eens huisbewaarder was.
Get. zegt geweten te hebben, hoe Boes den
moord zou plegen. Op den ochtend na den
moord kreeg hy van bekl. een muntbiljet met
de woorden:
„Hier heb je wat, je moet je stilhouden."
Get. zegt dat hy het niet wilde aannemen;
de bekl. schudt echter ontkennend met het
hoofd.
Bekl. heeft drie dagen later aan get. allo
bijzonderheden van den moord verteld en later
ook, dat zijne mosder or ook van wist, want
zy had zyn kleeren uitgewasschen, doch zou
hem niet verraden.
Ook was afgesproken, dat bekl. de lijken
en het huis in brand zou steken; brandde
het huis, dan zou bekl. den get. waarschuwen
Get. zou dan komen met de spuit.
Bekl. vulde de verklariugen van get.welke
de president, met horten en stooten uit diens
mond moest halen, nog hier en daar aan.
Hy vertelde o. a., dat de get. 's avonds in
den winkel zou komen om iets te koopen
en aldaar de wed. Büte op to honden. Onder-
wyl zou bekl. vergif in de1 melk doen; get.
kreeg om zuringzout te koopen van bekl. een
dubbeltje, wat deze ontkent.
Die hulp was echter onnoodig, want toen
getuige daartoe aankwam, had Boes reeds
golegenheid gehad om het vergif tos te dienen.
Volgens Boes heeft get. het eerst de boeken
gelezen „Onschuldig veroordeeld" en „Het
gevloekte geheim" en vertélde hy dan daaruit
wel. Die lectuur heeft steeds allerlei plannen
by hen doen opkomen.
Volgens mededeeling van beklaagde, wat
getuige ook erkent op een vraag van den
verdediger - hebben de twee vrienden gemeend,
dat de zaak hun wel tweehonderd gulden zou
opleveren, welke som zy meermalen hadden
genoemd en volgens afspraak samen zouden
deelen. Dat was echter het hoogste, wat zy er
van verwacht hadden, maar getuige had wel
gezegd: „Nu, zooveel kati het toch wel wezen,
want de wed. Büte kan eomtyde zoo met rijks
daalders rammelen, dat zy 'er heelwat moet
hebben."
Daags na den moord, toen aan get. f 10
gegeven was, vroeg deze aan Boes hoeveel
hy had. Deze antwoordde: „Ben je gek, denk
je dat ik dal nu al geteld hob."
De kalmte, waarmee beklaagde de geh6eLe
geschiedenis nog vertelt, maakte een hoogst
pynlijken indruk.
De verdediger vraagt, of get in den avond
van den moord niet in het huis der weduwe
Büte is geweestget. antwoordt den geheelan
avond en nacht thuis te .zyn geweest; hy
verklaart, nl. op den averul van den moord
te zeven uren naar buis te zyn gegaan en
thuis te zyn gebleven. Hy is vóór elf uren
naar bed gegaan.
Verdediger vraagt of bekl. een tatoeage teeken
op zyn lichaam heelt, of wel eens heeft be
proefd zich te tatoeceren.
Beklaagde verklaart, dat by ait wel beproefd
heeft en een anker op zyn arm had gesneden,
maar daar geen bytendo stof in gobracht heeft,
omdat het roads bogon te zwellen. Hij was
toen 15 jaar en nog op school.
Eindelyk geeft de bi\gaoier v. d. Struif nog
enkele inlichtingen omtrent de inrichting van
het huis, waar Oudshoorn woont.
Daaruit schynt te -blyken (de verklaring laat
aan duidelykheid en pertinentlieid veel te
woüsehen over), dat uit- en iuklunniing in de
ramon van het torenijs niet tot de mogelyk-
heden behoort.
Thans geschiedt voorlezing van twee brieven
van bekiaagdo, aan zyn- vader geschreven.
In de eerste vraagt hy tweemaal om zijn
gereedschap in te smeren, schijnt hy ook
oenjg berouw te toonen eu vraagt hy vooral
ra te zien of er op een lot, dat hy in een
lotery had, waarvan de trekking weldra zou
plaats hebben, ook iets zou vallen.
Ook onder het voorlezen der brieven, die
overvloeien van bekentenis van zonde en
verootmoediging, en by de ernstige woor
den, waarmede de officier hem over be
rouw en medegevoel spreekt, blyft de be
klaagde tot het einde toe zyn houding van
gevoelloosheid bewaren. Hy geeft geen teekon
van berouw of aandoening.
Bekl., door het O. M. gevraagd of hy weet
wat berouw is, antwoordt bevestigend.
Het O. M. zegt dat hy dit zegt op een
toon alsof hy het van buiten geleerd had.
(Verdediger knikt bevestigend).
Te halfvier kwam het O M. aan het woord
voor het requisitoir, doch vooraf bracht de
president hulde aan don y ver van het parket
en den rechter-commissaris, om licht- te toren
gen in deze vreeselijke; zaak.
De officier van justitie, mr. J. J. Karseboom,
hierop het woord nemend, vangt aan met een
woord van dank aan den president en een
woord van erkentelijkheid aan de beambten
der justitie, die eveneens alles hebben gedaan
wat in hun vermogen was, om helderheid in
deze geschiedenis te helpen brengen.
Tot de zaak zelve bet requisitoir
komende, zegt Z.E.A. dat allereerst op hem de
taak rust aan te toonen, dat de volledige be
kentenis voldoende gestaafd.wordt door andere
bewijzen, om te concludeeren, dat do bekl
en'hij alleen de misdaden hoeft bedreven.
2.E A. resumeert uitvoerig hoe het bedryven
dei' misdaad door don bekl. dien hy een
sluipmoordenaar noemt zich heeft toege1
dragen.
Wat de diefstal bij mr. Asser betreft, is
ten gevolge van diens ziekte, waardoor deze
nietals getuige kon verschynen, alleen de^
laatste verzwarendo omstandigheid van het
horloge uit de gesloten kast te bebhon gehaald,
na i do kast open te, breken, niet bewezen.
Heeft nu beklaagde alles alleen gedaan?
Wit die vraag betreft, is het uit den aard
der zaak hoogst moeilyk om ook dat punt
te bevestigen. Waar echter alle andere opgaven
ran den beklaagde juist zyn gebleken, kan
hot tegendeel niet worden aangenomen, nu
er geen bewys hoegenaamd is van hulp, did
hem verleend zou zyn.
De meening is wel eens uitgesproken, dat
Oudshoorn geholpen zou hebben by het be
dryven der daad. Z E.A. heeft echter hoego
naamd niets gevonden, waarop eendergelyke
verdenking zou steunen. Nadat bekl. reeds
4 weken in de gevangenis was geweest, heeft
byi verklaard wat Oudshoorn omtrent de zaak
heeft geweten en in welk opzicht deze daarbij
betrokken is geweest. Uit de daarna opgenomen
verklaring van Oudshoorn bleek, dat deze
geheel sloot met de opgaven van beklaagde,
redenen* waarom deze als juist althans
wat hoofdzaak hefrett moeten worden
geaccepteerd.
Bekl. heeft een neiging tot dankbaarheid.
Hy maakte een lessenaar voor oen zyner
onderwijzers uit erkentelykheid.
De omgeving, waarin hy heeft verkeerd,
hoeft zeer ongunstig op hem gewerkt. Ais
hy een goede omgeving en opvoeding had
gehad, dan zou by hier nu niet zyn.
Zyn moeder heeft door do daad, waardoor
zy zich het leven benam, getoond met snelle
actio te handelen, zooals een der andere
familieleden ook deed biykens de hedenmorgen
verhaalde gebeurtenis met de gedt.
Dien aard heeft beklaagde ook.
Omtrent het karakter van de moeder- is
Z EA. tydens de terechtzittingen steeds gun
stiger van meening geworden. Geen enkele
omstandigheid is er geweest, waardoor ©enigs
zins waarschyniyk wordt gemaakt, dat die
vrouw in eerJg opzicht medeschuldig ge
weest is.
Geen enkel feit toont aan dat zy niet voor
het eerst Maandags na den moord met de schuld
van haar zoon bekend is geweest.
Dat zy daarna alles 1b het werk heeft ge
steld om haar zoon voor verdenking te be
waren; zy heeft daardoor bewezen moeder
liefde te bezitten.
Bekl. heeft zich eerst van hoogst ongun
stige zyde voorgedaan, door zyn beschuldiging
tegen Alot en de wyze, waarop hy van de
omstandigheden heeft geprofiteerd om die
beschuldigingen te te versterken, tóen hy zag
dat er geloof aan werd geslagen.
Toen deze aanklacht scheen te gelukken,
was bekl. verblyd en heeft hy blftk gegeven
van- slechte karaktertrekken.
Op 60ortgeJyke wyze, maar in nog erger
mate moet beschouwd worden zyn beschuldi
ging tegen zyn moeder, die eehter ingetrokken
isj Hy is een persoon met goede en kwade
neigingen.
Moet hy nu toerekenbaar worden geacht?
ZJE.A. zegt volmondig: ja.
Krenking, of verstoring van geestvermogens,
iaarvan is niots te bespeuren geweest.
Hy hee t de daad lang te voren gewild.
Het rechtsgevoel eisebt, dat hom een zware
sta af wordt opgelegd.Het belang van de
maatschappij vordert, dat hy daarin niet te
rugkeert.
Waar die booze neigingen zoo overheer-
sohend zyn, is zyn terugkomst in de maat-
scbnppy gevaarlijk.
Volgens prof. v. Hamel, neergelegd in diens
bekende brochure, zou de beste straf zyn, die*
welke de wet oplegt met bevoegdheid, aan
den rechter gegeven, om later als de straf
ondergaan is (Z.E.A. bedoelt gedeeltelijk), en
er beterschap blijkt, die alsnog te verminderen.
Z.E.A. hoopt dat zulks met dezen beklaagde
nog eens zal kunnen geschioden.
Z E.A. eischt 6chuldigverklaring aan al het
geen hem ten laste gelegd is en veroordeeling
tot levenslange gevangenisstraf
Gedurende het geheele requisitoir en toen
de eisch werd gezegd heeft beklaagde geen
enkel biyk van aandoening gegeven. Men zou
twyfelen, of hy niet geheel onvatbaar voor
gemoedsindrukken is.
Alleen is hy nog wat bleoker geworden
dan anders en eenigszins wankelend de zaal
uitgeloopen, toen hy werd weggebracht. Hy
had waarschyniyk on tydelyke gevangenis
straf trorekend.
Na do redo, die meer dan twee uren
duurde, werd om over halfzes eeno pauze
ingesteld tot halfacht, waarna het woord kwam
aan mr F. H. G Van der Hoeven, tot het
uitspreken der verdediging
Na een uitvoerig pleidooi was pleiters
conclusie, dat de diefstal by mr. Asser en de
moord op- de weduwe Büte wetteiyk bewezen
zyn; dat bekl, by den moord*op Anna Bëyers
een - medeplichtige- moet hebben gehad; dat
die medeplichtige kan geweest zyn of vrouw
Boes öf Jan Oudshoorn.
Het wettig bewus van den moord op Anna
Beyers noemt. spr. dóór niets bewezen.
Bekl is vervreemd van alle gevoel, is een
gedesorganiseerd wezen, zoodat by is een der
gevaarlijkste krankzinnigen, die spr. kent. Bekl.
behoort z. i. in een krankzinnigengesticht en
er bestaat reden voor rio rechtbank om een
psychiatrisch onderzoek te gelasten. Achten
deskundigen hem toerekenbaar, dan kan spr.
geen verzachtende omstandigheden pleiten,
maar hy wyst toch op de slechte boeken, die
bekl. las, en op de slechte opvoeding, die
bykreegi
BQ het opdringen van het publiek tot de
tribune, om het pleidooi te hooren, weri
proces-verbaal opgemaakt tegen een jongen,
die zich verzette tegen een ryks veldwachter,
die: de orde daar hielp handhaven.
De toevloed van nieuwsgierigen om een
plaatsje in de rechtszaal te veroveren, ton
einfle het pleidooi voor bekl. van mr. Van
den Hoeven aan te hooren, was gisteravond
zoo groot, dat het reeds versterkte aantal ryks-
veldwachters niet dan met gebruikmaking
van hun zydgeweer de orde konden hand
haven. Dat enkelen slagen ontvingen, laat
zich denken. By do vlucht van de trappen,
die naar de zahi leiden, werden een paar vrou
wen do kleeren letterlijk van 'tiyf-gescheurd
en verloor menigeen zyn klompen of hols-
blokken.
BUITENLAND.
Fraakrjjk.
Dö politie te Parys gelooft dat men weder
aan het begin staat van een geheele reeks
dynamietaanslagen. Vijf anarchisten, waar
onder de anarchist Bastard, zijn in hechtenis
genomen on nieuwe arrestatiën worden ver
wacht. Ofschoon de bom, welke in de ruo
Moinceau ontplofte, naar het oude model ver
vaardigd is, blykt toch dat de bommenmakers
meer handigheid en vaardigheid in: hun werk
beginnen te verkrygen.
Te Roanne heeft een botsing plaats
gehad tusschen de werkstakers, ton getale
van 3000, en de gendarmerie. Do afgevaar
digde Garnaal, 'die den onderprefect bedreigde,
werd in hechtenis genomen. Militaire hulp
wordt voor eventueel© verdere ongeregeldheden
ter beschikking gehouden.
DuitJScli 1 and.
In de troonrede ter opening van den Land
dag van Pruisen werd, geiyk men weet, de
finaniiëele toestand des lands met sombere
kleuren geschilderd. Maar men moet daarbij
in het oog houden, dat de mi eist er Miquel
■dei ryksbelastingen wil verhoogen en de
tabaksbelasting invoeren, en Pruisen en
Duit8ühland zyn zoo nauw verboudeD, dat
wat den Pruisischen afgevaardigden wordt
verkondig-d, ook indruk maakt in den Rijksdag.
Over de lagore school en de verbetering
van. het lot der onder wyzers zwygt de troon
rede, maar wetsontwerpen over de uitvoeriQg
der vealeden jaar door de evangelische synoden
aangenomen kerkelyke wetten en de ver
zorging van de nagelaten betrekkingen dor
geesteiyken in de nieuwe provinciën worden
aangekondigd. Voor de vak- en ambachtsscholen
worden verhoogde uitgaven gevraagd.
Te Dresden riep een werkman, toen eene
afdeeling soldaten met tamboers en pypers
vaorbytrok„Fluit nu ook eens den socia-
lidten-marsch". Op grond van beleediging der
gewapende macht werd de man tot twee
maanden gevangenis veroordeeldMet het oog
op de „Umsturzvorlago" vraagt do „Frank
furter Ztg." of eene dergeiyke „bescherming"
der maatscbappy niet kan geacht worden vol
doende te zyn.
De Pruisische Landdag heeft den hoer
Von Kótier als president herkozen. De Prui
sische minister president, vorst Ilohenlohe,
verzocht het Huis hem vriendciyk te gemoet
te willen komen. Hy heeft het voorzitterschap
van den Pruisischen ministerraad aangenomen,
wyl hy hot zyn plicht achtte de roepstem van
Z; M. den koning te volgen. Hy schept moed
uit het bewustzijn, dat hy zich één voelt met
het Huis ia het bewustzyn van troaw aan
den Koning en liefde tot het vaderland. Deze
redevoering werd met levendigen üyval ont
vangen.
De minister van finantiên, dr. Miquel, diende
de begrefoting in.
Oojstcurijk-Iion^.-Monarcliie.
De 77-jarige aartshertog Albrecht ligt zwaar
ziek in Arco. Zyn toestand was Zon lag zoo
gevairiyk, dat da professoren Nothnagel en
Wiederhol'er per telegraaf aan liet zbkbed
ontboden werden. Daar de laatste b-. richt n
echter, iets gunstiger luidden, zyn dj koog-
leeraren halverwege weer omgekeerd. De