Do zuster van Cornelia Franken, Elisabeth, die verleden jaar als dagmeisje by de weduwe Büte diende, vertelde ook dat Anna Beyers bang voor Boes was om die revolver. In het begin van Juli had get. Anna Beyers eens van den trein gehaald, die 's avonds om halfelf van Schagen kwam en toen had de ver moorde ook verteld bang voor Boes te zijn. 't Was een week later, dat bekl. de machi- nekist van Anna Beyers politoerde. Hu had get. toen gevraagd of z(j daar sliep, wat get. ontkennend beantwoordde. Bekl. had toen ook gezegd dat het voor do beide vrouwen ge vaarlijk was boven te slapen, want kwam er brand, „dan kon buurvrouw wel eens levend verbranden." Sedert sliepen beide vrouwen beneden. Get. vertelt verder dat de weduwe wel eens klaagde dat „de koffie zoo naar smaakte" en Anna heeft er wel eens hoofd pijn van gehad. Vrouw Büte kreeg van bekl. wel eens taartjes, waar bokl. dan appelen voor kreeg. Bokl. had zich ook wel uitgelaten „dat de wednwe wel iots in kas moest heb ben." Deze get. vertelde ook dat Anna Beyers van bekl. ter leen kreeg boeken „Twee Wee zen" en „Onschuldig veroordeeld", boeken, daar veel over moord in voorkwam en die bekl. Zondags kwam verruilen. Ook deelde getuige mede dat achter op de plaats steeds een byi stond om turf te hakken en in den voor winkel een mes om zoutevisch en vleesch te snijden. Byi en mes, alsmede het brood mes, dat mee6t in de keuken lag, weiden door getuige herkend. Het schijnt dat bekl. den avond, dat hjj die machineki6t kwam politoeren, reeds iets in den zin had, althans volgens de verklaring van dit dienstmeisje. Zij vertelde nl. dat bekl. dien avond in den winkel kwam, toen vrouw Büte daar rook- vleesch stond te snijden. Hy zeide toen: „Ik kom de machinekist van Anna politoeren." „Goed, Klaas", zeide de weduwe, „ga maar naar achteren." Toen bekl. in de keuken kwam, schrikte bekl. „Jo ïykt wel te ver schieten", zeide get., waarop bekl. zeide: „Ik dacht dat je al weg was." Hy had dienzelfden avond het zuringzout in de koffie gedaan. Anna Beyors kwam thuis en bracht koekjes mede. Vrouw Büte vroeg bekl. of hy een kop koffie wilde gebruiken, hy bedankte natuuriyk; wel nam -hy een koekje aan en at dat nog in do keuken op. Verder werd o.a. gehóórd een meubelmakers- sjong n, A. Do Rooy Azm, een aardige.knaap, die, als de president opmerkt dathij veer tien jaar is, lachend zegt „dat hy vandaag juist vyftien is." Get., dia ook b(j boklaugdes patroon, don meubelmaker Bierenbroodspot, werkte, had voor zyn baas zuringzout rnooten halen by den apotheker en ook voor bekl. voor een dubbeltje gehaald en het overgevende, nog opgemerkt dat het vergif was. Getuige had het gek gevonden dat Ttekl. in de werkplaats iuuuiyjo iu ldtwljuo ueüJ, urn, volgens zyit gen, kippen te vergiftigen, wat get. later togon Jan Oudshoorn de opmerking had ont lokt, „dat hy daar toch wel brood voor kon nemen." Get. noemde bekl. in de werkplaats oen aardigen makker. Ka den moord had hy opgemerkt dat bekl. andere kLoeren dan ge woonlijk aanhad. Zondags samen wandelende* had bekl. gezegd: „Ze kunnen my ook wel voor den moordenaar aanzien, omdat ik andere kleeren aan heb," maar get. had daar niets byzonders in gevonden. Got. heeft Zondags middags ook mot bekl. iri gezelschap van Oudshoorn gewandeld. De getuige Bioronbroodspot, meubelmaker to .Schagen, by wien bekl. twee jaren vóór den moord in dienst trad, noemde bekl. een bevattelyk jongmensch, dien by als nummer één achtte, maar dien hy wel eens op oneer- lykheid betrapte en niet altyd precies deed wat de patroon wildo. 's Maandags na den moord had get. wel opgemerkt, dat bekl. een nieuwe pet en een audor pak had, doch liy sloeg er verder geen acht op. Na de begrafe nis had bekl. van get. gevraagd een vergulde portretlyst om het portret van Anna Beyers in te plaatsen. Get., metinendo dat beklaagde op do vermoorde betrekking had, bad gezegd: „Zoek maar een lyst uit", waarop bekl. een model uitzocht, dat niet voorhanden was. Get. had toen gozegd. „Voor iemand, die zoo aan haar eindo is gekomen, neem je geen goud, dan neem je dof mot zwart". Van den leer ling Jan Oudshoorn zeide get. dat deze was een suffig, weinig leerzaam persoon, leugen achtig en stil van aard, maar die, evengoed als bekl. als hy, de patroon, fioot, voor hem vloog. „IIy had or voor de zaak een paar zeer bruikbare jongens aan." Get. verteltr.og dat bokl. den Vjydag na den moord onrusti ger was dan anders. Ily was toen met get by een kasteleio op 't Zand bezig een biljart te bekleedenin den regel was bekl. daarby er vlug met zyn werk, doch dien dag ging hot niet vlot. De revolver, die bekl. had, had h) stil uit oen lessenaar by get. genomen; lator had by haar daar weer in gelegd. Get. L Visscher, meubel makersleerling, was tusschen 2 Maart en 2 Augustus, toen hij.als militair te Hoorn lag, te Schagen geweest en had o. a. aan bekl. gevraagd: „Hoe gaat hot met Anna Beyers?" waarop bekl. met spijtig gezicht antwoordde: „Die verkeert nu met Roos". Den dag na don moord had bekl. tot get. gezegd: „Hier is ook een grapje gebeurd", en had hom zelfde bloedsporen op de schutting gotoond. Get. heeft ook, na bekl.'s arrestatie, do portretten dea- vermoorde vrouwen gewik keld in eon bulletin, waarin 700 werd uit geloofd voor het vinden van don moordenaar, gevonden op een plank in de werkplaats en die toen aan ziin patroon overhandigd, die ze wedtr aan do justitie ter hand stelde. Get. Slot, huisvrouw van P. Meur»® wasch- vrouw te Schagen, heeft van |Boes vrouw kleeren te wasschen gekregen, die deze reeds gewasschen had, naar zy zeide in aardappel water, omdat Klaas de beklaagde er den lympot over had laten vallen. Bloedvlekken had get. niet in die kleeren gevonden, zij had er trouwens niet op gelet. Toen get. Zondag morgen by Boes kwam en vertelde „dat buurvrouw Büte niet al te goed was", is vrouw Boes naar buiten gegaan en de tranen schoten haar in de oogen. Get. had niet ge sproken over den moord, meenende de buren daardoor te doen schrikken. De verdediger vroeg: „hoe vrouw Boes na een zoo een voudige mededeeling kon huilen." Dat begreep get. niet. Do zitting werd daarna geschorst tot gister ochtend tien uren. Nicouaas Boes.. (Dit portret is vervaardigd in de gevangenis te Alkmaar voor den aanvang der zitting van de rechtbank. Boes liet zich kalm uit- teekenen, vertrok geen spier en stak den teekenaar zijn hand toe als dankbetuiging voor dc gelijkenis). Toen is het getuigenverhoor vervolgd. Do brigadier van de ryks void wacht Koster heeft den oudoom van bekl., Jes, gekend. Deze was erg driftig, zoodat hij eens met een sikkel een geit, die op zijn teolgrond liep, doodde. Die familie Jes, verwanten van beklaagdes moeder, waren allen opvliegend. Daarna werden verschillende stukken voor gelezen, waaronder een verhoor van bekl., waarby hy eerst zyn moeder beschuldigde hem tot den moord te hebben aangezet. Lóter herriep hy dit, zeggende dat hy zyn moeder beschuldigd had om verlichting van straf te krygen. act. wie, een 17-jarlge timmermansknecht, was een goede vriend 'van bekl. Zondags na den moord was hy op het erf van Boes ge weest en had 'bekl. liem verteld 's nachts de winkelbel by de weduwe Büte te hebben ge hoord en een man over de schutting te hebben zien klimmen, op wien hy vergeefs zijn hond afzond. Op den dag der begrafenis had bekl. allerlei verwenschingen tegen den moordenaar geuit: „Dien moest men verdrinken" of „aan nemen snyden." Got. De Nys, kruideniersbediende, had bekl. wel eens geld geleend. Een geleenden ryke- daolder had get. na den moord, 17 Aug., op een repetitie van de kapel „Harmonie" terug gekregen. Bekl. bad toen nog al zyn gold by zich. Get. vertelt ook dat bekl. eens een bom had gemaakt; met welk doel weet by niet. Get. Hendrik Roos, brood bakkersknecht to Amsterdam, was tot 3 Mei knecht by'bakker Mours, te Schagen hy was in stilte geënga geerd met Anna Beyers, die hem wel vertelde een ergen hekel aan bekl. te hebben. Op kermissen was bekl. veel abnormaal, Hoorende van de moorden dacht get. dadelyk aan bekl., die zoo iets kon gedaan hebben uit wiaak. Get. Maria Visscher, thans dienstbode te Nieuwediep, is met do Schager kermis vier avonden met beklaagde uit geweest Be klaagde had haar verteld, dat het met Anna Beyers uit was en hy bad nog wel voor haar een machinekast gemaakt; nu ging ze met een bakker uit Amsterdam. Get. Jan "Wagemaker had beid. op de kermis to Dirkshorn eens hooren zeggen: „Ik wou dat ik Anna Beyers voor me had, ik kon 'r wel doorsteken." Get. heeft bekl. ook wel met een revolver gezien, waarmee hy te Oud-karspel iemand dreigde. Ook heeft get. gezien, dat bekl. buiten Schagen een bom lidt springen, waarby hy gezegd had: ze moesten den burgemeester in de lucht Jaten springen, omdat de hor bergen 's avonds te vroeg sloten. Get. Prijs, ryksveldwachter van Noard- scharwoude, stond 's avonds 23 Aug. voor de herberg van Boes op post. Toen by even binnen was, vertelde vrouw Boes, dat het haar erg speet dat Alot gevangen was, want dat Klaas alleen schuldig was. Zy was erg ^opgewonden. Get ging toen weer op post staan. Een oogenblik later hoorde hy binnen groot lawaai en vond hy vrouw Boes met afgesnedon hals. Get Urban, ryks veldwachter te Helder, verklaarde dat 's morgens viouw Boes hem zeide zich het leven te zullen benemen. Den dag te voren had bekt hem op het raadhuis gezegd, dat Alot -den moord had ge daan on waar het gestolen© was begraven. Getuigen Van der Mey en Smit zaten 'savouis 23 Aug. juist in de btrberg van Boes, toen de moeder van bekl. zich - den hals afsneed. Door het O. M. wordt nog verhoord de brigadier De Vries, die Dinsdag-avond flauw viel, doch thans hersteld is. Deze heeft in de zitting van gistermorgen nog enkele inlichtingen gegeven omtrent de wyze, waarop een boekje is gezocht by be klaagde, die niet voor den dag gokomen was, en verteld, dat de broeder van vrouw Boes, die naar Amerika is gegaan, een deugniet was. Na heropening der zitting na de pauze, wordt nu Jan Oudsboorn (die zich in hechtenis bevindt, verdacht van heling) binnengebracht. Get. is zeer bevriend geweest met beklaagde, die hem heeft medegedeeld dat hy geld wilde hebben en voornemens was vrouw Büte en Anna Beyers te vermoorden. Boes stelde hem eerst voor de vrouwen te vergiftigen, later om hem te helpen en ieder een der vrou wen te vermoorden door ze met een touw te worgen- Get. raadde het bekl. nooit af; alleen zei hy wel dat het zonde zou zyn van het meisje, waarop bekl. zeide: „'t Moet toch gebeuren, ik moet geld hebben." Get. verhinderde nooit het plan, omdat by dacht dat hot toch niet zou gebeuren. De president merkte op dat get. dit nooit gezegd heeft. Get. wist dat bekl. een bom klaar had voor den burgemeester, raadde echter af die te weTpen, omdat de burgemeester geen slecht man was en de vader van getuige by den burgemeester wel eens huisbewaarder was. Get. zegt geweten te hebben, hoe Boes den moord zou plegen. Op den ochtend na den moord kreeg hy van bekl. een muntbiljet met de woorden: „Hier heb je wat, je moet je stilhouden." Get. zegt dat hy het niet wilde aannemen; de bekl. schudt echter ontkennend met het hoofd. Bekl. heeft drie dagen later aan get. allo bijzonderheden van den moord verteld en later ook, dat zijne mosder or ook van wist, want zy had zyn kleeren uitgewasschen, doch zou hem niet verraden. Ook was afgesproken, dat bekl. de lijken en het huis in brand zou steken; brandde het huis, dan zou bekl. den get. waarschuwen Get. zou dan komen met de spuit. Bekl. vulde de verklariugen van get.welke de president, met horten en stooten uit diens mond moest halen, nog hier en daar aan. Hy vertelde o. a., dat de get. 's avonds in den winkel zou komen om iets te koopen en aldaar de wed. Büte op to honden. Onder- wyl zou bekl. vergif in de1 melk doen; get. kreeg om zuringzout te koopen van bekl. een dubbeltje, wat deze ontkent. Die hulp was echter onnoodig, want toen getuige daartoe aankwam, had Boes reeds golegenheid gehad om het vergif tos te dienen. Volgens Boes heeft get. het eerst de boeken gelezen „Onschuldig veroordeeld" en „Het gevloekte geheim" en vertélde hy dan daaruit wel. Die lectuur heeft steeds allerlei plannen by hen doen opkomen. Volgens mededeeling van beklaagde, wat getuige ook erkent op een vraag van den verdediger - hebben de twee vrienden gemeend, dat de zaak hun wel tweehonderd gulden zou opleveren, welke som zy meermalen hadden genoemd en volgens afspraak samen zouden deelen. Dat was echter het hoogste, wat zy er van verwacht hadden, maar getuige had wel gezegd: „Nu, zooveel kati het toch wel wezen, want de wed. Büte kan eomtyde zoo met rijks daalders rammelen, dat zy 'er heelwat moet hebben." Daags na den moord, toen aan get. f 10 gegeven was, vroeg deze aan Boes hoeveel hy had. Deze antwoordde: „Ben je gek, denk je dat ik dal nu al geteld hob." De kalmte, waarmee beklaagde de geh6eLe geschiedenis nog vertelt, maakte een hoogst pynlijken indruk. De verdediger vraagt, of get in den avond van den moord niet in het huis der weduwe Büte is geweestget. antwoordt den geheelan avond en nacht thuis te .zyn geweest; hy verklaart, nl. op den averul van den moord te zeven uren naar buis te zyn gegaan en thuis te zyn gebleven. Hy is vóór elf uren naar bed gegaan. Verdediger vraagt of bekl. een tatoeage teeken op zyn lichaam heelt, of wel eens heeft be proefd zich te tatoeceren. Beklaagde verklaart, dat by ait wel beproefd heeft en een anker op zyn arm had gesneden, maar daar geen bytendo stof in gobracht heeft, omdat het roads bogon te zwellen. Hij was toen 15 jaar en nog op school. Eindelyk geeft de bi\gaoier v. d. Struif nog enkele inlichtingen omtrent de inrichting van het huis, waar Oudshoorn woont. Daaruit schynt te -blyken (de verklaring laat aan duidelykheid en pertinentlieid veel te woüsehen over), dat uit- en iuklunniing in de ramon van het torenijs niet tot de mogelyk- heden behoort. Thans geschiedt voorlezing van twee brieven van bekiaagdo, aan zyn- vader geschreven. In de eerste vraagt hy tweemaal om zijn gereedschap in te smeren, schijnt hy ook oenjg berouw te toonen eu vraagt hy vooral ra te zien of er op een lot, dat hy in een lotery had, waarvan de trekking weldra zou plaats hebben, ook iets zou vallen. Ook onder het voorlezen der brieven, die overvloeien van bekentenis van zonde en verootmoediging, en by de ernstige woor den, waarmede de officier hem over be rouw en medegevoel spreekt, blyft de be klaagde tot het einde toe zyn houding van gevoelloosheid bewaren. Hy geeft geen teekon van berouw of aandoening. Bekl., door het O. M. gevraagd of hy weet wat berouw is, antwoordt bevestigend. Het O. M. zegt dat hy dit zegt op een toon alsof hy het van buiten geleerd had. (Verdediger knikt bevestigend). Te halfvier kwam het O M. aan het woord voor het requisitoir, doch vooraf bracht de president hulde aan don y ver van het parket en den rechter-commissaris, om licht- te toren gen in deze vreeselijke; zaak. De officier van justitie, mr. J. J. Karseboom, hierop het woord nemend, vangt aan met een woord van dank aan den president en een woord van erkentelijkheid aan de beambten der justitie, die eveneens alles hebben gedaan wat in hun vermogen was, om helderheid in deze geschiedenis te helpen brengen. Tot de zaak zelve bet requisitoir komende, zegt Z.E.A. dat allereerst op hem de taak rust aan te toonen, dat de volledige be kentenis voldoende gestaafd.wordt door andere bewijzen, om te concludeeren, dat do bekl en'hij alleen de misdaden hoeft bedreven. 2.E A. resumeert uitvoerig hoe het bedryven dei' misdaad door don bekl. dien hy een sluipmoordenaar noemt zich heeft toege1 dragen. Wat de diefstal bij mr. Asser betreft, is ten gevolge van diens ziekte, waardoor deze nietals getuige kon verschynen, alleen de^ laatste verzwarendo omstandigheid van het horloge uit de gesloten kast te bebhon gehaald, na i do kast open te, breken, niet bewezen. Heeft nu beklaagde alles alleen gedaan? Wit die vraag betreft, is het uit den aard der zaak hoogst moeilyk om ook dat punt te bevestigen. Waar echter alle andere opgaven ran den beklaagde juist zyn gebleken, kan hot tegendeel niet worden aangenomen, nu er geen bewys hoegenaamd is van hulp, did hem verleend zou zyn. De meening is wel eens uitgesproken, dat Oudshoorn geholpen zou hebben by het be dryven der daad. Z E.A. heeft echter hoego naamd niets gevonden, waarop eendergelyke verdenking zou steunen. Nadat bekl. reeds 4 weken in de gevangenis was geweest, heeft byi verklaard wat Oudshoorn omtrent de zaak heeft geweten en in welk opzicht deze daarbij betrokken is geweest. Uit de daarna opgenomen verklaring van Oudshoorn bleek, dat deze geheel sloot met de opgaven van beklaagde, redenen* waarom deze als juist althans wat hoofdzaak hefrett moeten worden geaccepteerd. Bekl. heeft een neiging tot dankbaarheid. Hy maakte een lessenaar voor oen zyner onderwijzers uit erkentelykheid. De omgeving, waarin hy heeft verkeerd, hoeft zeer ongunstig op hem gewerkt. Ais hy een goede omgeving en opvoeding had gehad, dan zou by hier nu niet zyn. Zyn moeder heeft door do daad, waardoor zy zich het leven benam, getoond met snelle actio te handelen, zooals een der andere familieleden ook deed biykens de hedenmorgen verhaalde gebeurtenis met de gedt. Dien aard heeft beklaagde ook. Omtrent het karakter van de moeder- is Z EA. tydens de terechtzittingen steeds gun stiger van meening geworden. Geen enkele omstandigheid is er geweest, waardoor ©enigs zins waarschyniyk wordt gemaakt, dat die vrouw in eerJg opzicht medeschuldig ge weest is. Geen enkel feit toont aan dat zy niet voor het eerst Maandags na den moord met de schuld van haar zoon bekend is geweest. Dat zy daarna alles 1b het werk heeft ge steld om haar zoon voor verdenking te be waren; zy heeft daardoor bewezen moeder liefde te bezitten. Bekl. heeft zich eerst van hoogst ongun stige zyde voorgedaan, door zyn beschuldiging tegen Alot en de wyze, waarop hy van de omstandigheden heeft geprofiteerd om die beschuldigingen te te versterken, tóen hy zag dat er geloof aan werd geslagen. Toen deze aanklacht scheen te gelukken, was bekl. verblyd en heeft hy blftk gegeven van- slechte karaktertrekken. Op 60ortgeJyke wyze, maar in nog erger mate moet beschouwd worden zyn beschuldi ging tegen zyn moeder, die eehter ingetrokken isj Hy is een persoon met goede en kwade neigingen. Moet hy nu toerekenbaar worden geacht? ZJE.A. zegt volmondig: ja. Krenking, of verstoring van geestvermogens, iaarvan is niots te bespeuren geweest. Hy hee t de daad lang te voren gewild. Het rechtsgevoel eisebt, dat hom een zware sta af wordt opgelegd.Het belang van de maatschappij vordert, dat hy daarin niet te rugkeert. Waar die booze neigingen zoo overheer- sohend zyn, is zyn terugkomst in de maat- scbnppy gevaarlijk. Volgens prof. v. Hamel, neergelegd in diens bekende brochure, zou de beste straf zyn, die* welke de wet oplegt met bevoegdheid, aan den rechter gegeven, om later als de straf ondergaan is (Z.E.A. bedoelt gedeeltelijk), en er beterschap blijkt, die alsnog te verminderen. Z.E.A. hoopt dat zulks met dezen beklaagde nog eens zal kunnen geschioden. Z E.A. eischt 6chuldigverklaring aan al het geen hem ten laste gelegd is en veroordeeling tot levenslange gevangenisstraf Gedurende het geheele requisitoir en toen de eisch werd gezegd heeft beklaagde geen enkel biyk van aandoening gegeven. Men zou twyfelen, of hy niet geheel onvatbaar voor gemoedsindrukken is. Alleen is hy nog wat bleoker geworden dan anders en eenigszins wankelend de zaal uitgeloopen, toen hy werd weggebracht. Hy had waarschyniyk on tydelyke gevangenis straf trorekend. Na do redo, die meer dan twee uren duurde, werd om over halfzes eeno pauze ingesteld tot halfacht, waarna het woord kwam aan mr F. H. G Van der Hoeven, tot het uitspreken der verdediging Na een uitvoerig pleidooi was pleiters conclusie, dat de diefstal by mr. Asser en de moord op- de weduwe Büte wetteiyk bewezen zyn; dat bekl, by den moord*op Anna Bëyers een - medeplichtige- moet hebben gehad; dat die medeplichtige kan geweest zyn of vrouw Boes öf Jan Oudshoorn. Het wettig bewus van den moord op Anna Beyers noemt. spr. dóór niets bewezen. Bekl is vervreemd van alle gevoel, is een gedesorganiseerd wezen, zoodat by is een der gevaarlijkste krankzinnigen, die spr. kent. Bekl. behoort z. i. in een krankzinnigengesticht en er bestaat reden voor rio rechtbank om een psychiatrisch onderzoek te gelasten. Achten deskundigen hem toerekenbaar, dan kan spr. geen verzachtende omstandigheden pleiten, maar hy wyst toch op de slechte boeken, die bekl. las, en op de slechte opvoeding, die bykreegi BQ het opdringen van het publiek tot de tribune, om het pleidooi te hooren, weri proces-verbaal opgemaakt tegen een jongen, die zich verzette tegen een ryks veldwachter, die: de orde daar hielp handhaven. De toevloed van nieuwsgierigen om een plaatsje in de rechtszaal te veroveren, ton einfle het pleidooi voor bekl. van mr. Van den Hoeven aan te hooren, was gisteravond zoo groot, dat het reeds versterkte aantal ryks- veldwachters niet dan met gebruikmaking van hun zydgeweer de orde konden hand haven. Dat enkelen slagen ontvingen, laat zich denken. By do vlucht van de trappen, die naar de zahi leiden, werden een paar vrou wen do kleeren letterlijk van 'tiyf-gescheurd en verloor menigeen zyn klompen of hols- blokken. BUITENLAND. Fraakrjjk. Dö politie te Parys gelooft dat men weder aan het begin staat van een geheele reeks dynamietaanslagen. Vijf anarchisten, waar onder de anarchist Bastard, zijn in hechtenis genomen on nieuwe arrestatiën worden ver wacht. Ofschoon de bom, welke in de ruo Moinceau ontplofte, naar het oude model ver vaardigd is, blykt toch dat de bommenmakers meer handigheid en vaardigheid in: hun werk beginnen te verkrygen. Te Roanne heeft een botsing plaats gehad tusschen de werkstakers, ton getale van 3000, en de gendarmerie. Do afgevaar digde Garnaal, 'die den onderprefect bedreigde, werd in hechtenis genomen. Militaire hulp wordt voor eventueel© verdere ongeregeldheden ter beschikking gehouden. DuitJScli 1 and. In de troonrede ter opening van den Land dag van Pruisen werd, geiyk men weet, de finaniiëele toestand des lands met sombere kleuren geschilderd. Maar men moet daarbij in het oog houden, dat de mi eist er Miquel ■dei ryksbelastingen wil verhoogen en de tabaksbelasting invoeren, en Pruisen en Duit8ühland zyn zoo nauw verboudeD, dat wat den Pruisischen afgevaardigden wordt verkondig-d, ook indruk maakt in den Rijksdag. Over de lagore school en de verbetering van. het lot der onder wyzers zwygt de troon rede, maar wetsontwerpen over de uitvoeriQg der vealeden jaar door de evangelische synoden aangenomen kerkelyke wetten en de ver zorging van de nagelaten betrekkingen dor geesteiyken in de nieuwe provinciën worden aangekondigd. Voor de vak- en ambachtsscholen worden verhoogde uitgaven gevraagd. Te Dresden riep een werkman, toen eene afdeeling soldaten met tamboers en pypers vaorbytrok„Fluit nu ook eens den socia- lidten-marsch". Op grond van beleediging der gewapende macht werd de man tot twee maanden gevangenis veroordeeldMet het oog op de „Umsturzvorlago" vraagt do „Frank furter Ztg." of eene dergeiyke „bescherming" der maatscbappy niet kan geacht worden vol doende te zyn. De Pruisische Landdag heeft den hoer Von Kótier als president herkozen. De Prui sische minister president, vorst Ilohenlohe, verzocht het Huis hem vriendciyk te gemoet te willen komen. Hy heeft het voorzitterschap van den Pruisischen ministerraad aangenomen, wyl hy hot zyn plicht achtte de roepstem van Z; M. den koning te volgen. Hy schept moed uit het bewustzijn, dat hy zich één voelt met het Huis ia het bewustzyn van troaw aan den Koning en liefde tot het vaderland. Deze redevoering werd met levendigen üyval ont vangen. De minister van finantiên, dr. Miquel, diende de begrefoting in. Oojstcurijk-Iion^.-Monarcliie. De 77-jarige aartshertog Albrecht ligt zwaar ziek in Arco. Zyn toestand was Zon lag zoo gevairiyk, dat da professoren Nothnagel en Wiederhol'er per telegraaf aan liet zbkbed ontboden werden. Daar de laatste b-. richt n echter, iets gunstiger luidden, zyn dj koog- leeraren halverwege weer omgekeerd. De

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2