N". 107C4.
Dinsdag 15 Januari.
A°. 1895.
<§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leideu, 14 Januari.
Feuilleton.
IRIS.
LEIDSCH
DA&BLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maanden, 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRUS DER ADVERTENTIËN:
Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17|. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt 0.05 berekend.
Officieel© Hennisgevinffeiu
NATIONALE MILITIE.
Burgemeester en Wethouders van Leiden broDgen
ter algemeens kennis, dat ingevolge art. 18 der wot
Van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72),
gewijzigd bij de wet van den 4den A ril 1892
(Staatsblad No. 66), allen, die volgons art. 15 dier
wot voor de nationale militie behooren te worden
iDgcechroven (zij, die op den laten Januari hun
19de jaar waren ingetreden en al200 de geboren.n
in 1876) verplicht zijn zich daartoe bij Burgemeester
en Wethouders aan te geven tueachen den
lsten en den Sisten Januari; dat bij
ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van den
militieplichtigen, zijn vader, of, is deze ovorleden,
zijne moedor, of, zjjn beiden overleden, zijn voogd
tot het doen van die aangifte verplicht is; en dat
overtreding van het aangehaald art. 18, krachtens
art. 188 der meergemelde wet en art. 11 der wot
van den l5den April 1866 (Staatsblad No. 64), ge
wijzigd bij do wet van don 19deu April 1866
(Staatsblad No. 92), wordt gestraft met boete
van ten hoogsto ƒ100.
Voor hen, dio verzuimden zich op de door hot
Gemeentebestuur bepaalde dagen tor inschrijving
aan te melden, wordt mitsdien daartoe alsnog gelegoD-
lieid gegeven ter gemeente secretarie, van des voor-
xaiddags 10 tot des namiddags 3 aren, op iederen
werkdag tot en met den Sisten Januari aanstaande,
op welken dag Lot register van inschrijving, des
namiddags to 4 uren, voorloopig wordt gesloten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
12 Januari 1895. E. KIST, Secretaris.
De afdeeling Leiden van het Algemeen
Nederlandsch Vredebond zal eene ledenverga
dering houden op Zaterdag 19 Januari a. s.,
des avonds te halfacht, in het Nutsgebouw
aan de Steenscbuur. Het onderwerp is: aan
wijzing van een afdeelings candidaat voor
eene vacature in het hoofdbestuur.
Na afloop der vergadering zal als spreker
optreden: dr. S. Baart de la Faille, uit
's-Gravennage.
De leden hebben het recht van introductie
tot do lezing tegen betaling van ƒ0.25 per
persoon.
Van dit laatste zullen ongetwijfeld zeer
Velen gebruik maken.
Voor het lidmaatschap kan men zich bij
den secretaris, mr. S. Jules Enthoven, aan
melden.
Vieren de leden der moeste Vereenigin-
gen hier ter stede de maanden Januari en
Februari zullen ons dit weer ruimschoots
toonon hare jaarfeesten des Zaterdags of
des Maandags, niet alzoo deden de leden der
Leidsche Werklieden-Zangvereeniging .Kunst
na Arbeid", opgericht 8 Januari 1894, die den
eersten verjaardag dier Vereeniging gister-,
Zondagavond, herdachten in de zaal van „Hotel
Du Nord", aan de Beestenmarkt, welke zaal
voor die gelegenheid keurig mot frisch groen,
draperieën en tropeeën was getooid.
In vrij grooten getale waren de kunst
lievende leden, donateurs en genoodigde be
trekkingen der werkende leden opgekomen
om met die werkende leden eendrachtig en
opgewekt feest te vieren.
Do voorzitter der jonge Vereeniging heette
allen van harte welkom en hoopte dat het
bewezen zou worden dat men, bij den werk
man te gast, zich kan amuseeren. Tevens
wees hij er op, dat de werkende leden thans
geone proeve zouden afleggen van hetgeen
zfl konden, dat men om die te hooren, geduld
zou moeten hebben tot einde Februari of begin
Maart, maar dat het hier enkel goldde viering
van een verjaardag.
Hfl bracht achtereenvolgens dank aan kunst
lievende leden, donatrices en donateurs voor
hun finantiëelen steun, alsmede ook aan den
directeur, den heer Ph. Rank A.Jzn., en aan
de werkende leden voor al hetgeen zij deden
in het belang van den bloei der Vereeniging,
wier geboorte en levensloop hij voorts op
aantrekkelijke wyzo schetste. De Voorzitter
bracht daarbij in herinnering hoe een vijftal
personen, waaronder ook de tegenwoordige
directeur, den stoot tot de oprichting dezer
Werklieden-Zangvereeniging had gegeven en
met welke moeilijkheden die oprichting aan
vankelijk had te kampen; hoe ze daarna be
stond uit 29 welkende leden, er dra 13 af
vielen en ze nu telt 37 werkende leden, elf
donateurs (w. o. do burgemeester, een wet
houder en prof. mr. H. L. Drucker) en 71
kunstlievende leden; ook herinnerde hij aan
de eersto uitvoering, den 26sten October jl.
gegeven.
Den heer G. S. Popp werd dank gebracht voor
het kosteloos afstaan van een lokaal, alsook
den heer H. Hünnekens, die thans de huishoor
der Vereeniging is; de pers werd by de
dankbetuigingen niet vergeten, met het oog
op de hulp, door haar aan de Vereeniging
verleend. In het bijzonder word nog een woord
van hartelyken dank gericht tot de heeron
gebrs. B. voor de ledenlijst, der Vereeniging
aangeboden op de laatste algemeeno ver
gadering en welk toonbeeld van pennekunst
in de zaal prijkte, terwijl dien heeren ook
hulde werd gebracht voor de door h6n aan
gebrachte versiering der zaal.
Don directeur der Vereeniging werden,
namens de werkende leden, met eene harte
lijke toespraak van den heer J. Bremer, een
fraaie dirigeerstok, met zilver gemonteerd en
voorzien van inscriptie (naam der Vereeniging,
data en opdracht), alsmede een keurige mand
met bloomen vereerdden president werd een
nieuwe voorzittershamer, met zilveren plaat,
waarop inscriptie, aangeboden, óók door de
werkendo leden, zoodat do Voorzitter zich nu
niet meer van een geleenden hamer behoeft te
bedienen. Eindelijk werd den heeren gebr. B.,
insgelijks door de werkende leden, als symbool
hunner vriendschap, een fraaie krans aange
boden, welke onder een: „Leve Kunst na
Arbeid 1" boven de ledenlijst werd gehangen. Het
behoeft nauwelijks gezegd dat èn directeur, èn
voorzitter èn de heeren B. getroffen en zeer er
kentelijk waren voor de ontvangen blijken van
sympathie, vriendschap en waardeering van
bewezen diensten en dit dan ook te kennen
gaven.
Het programma bevatte zangnummers voor
koor, solo's voor bas en tenor en eenige
voordrachten, welke laatsten vooral het aan
genaam samenzijn zeer verhoogden. De heer
Prinsenberg maakte aanspraak op de dank
baarheid van het publiek door de keurige
voordracht van een paar viool solo's, geaccom
pagneerd door piano-muziek door den heer
Noest, die beiden deel uitmaakten van de
dezen avond aanwezige musici.
Als toegift gaf het koor: „Wilhelmus".
We mogen, de woorden van den voorzitter
in aanmerking genomen, geen critiek uit
oefenen op de gezongen zangstukken, maar
we zijn het, na het gehoorde en bijgewoonde,
met hem eens, dat „Kunst na Arbeid" door
kameraadschap, vriendschap en liefde voor
den zang, met een directeur als do heer Rank
aan het hoofd (die met vele moeilijkheden te
kampen had en nog heeft en wien den leden
reeds zeer veel verschuldigd zijn) zal blijven
bestaan niet alleen, maar steeds zal toenemen
in bloei. Zoo zy hetl
Na uitvoering van het programma was er
wel geen bal, maar toch gelegenheid tot dan
sen. Toen gingen de stoelen aan kant en dra
zweefden de paartjes door de zaal I Dat dansen
begon vrij vroeg; andere Vereenigingen, welke
er te zeer hun best voor doen om het zoo
laat mogelijk te doen worden, mogen daaraan
in deze dagen wel eens een voorbeeld nemen.
In een druk bezochte vergadering van
de afdeeling Leiden en Omstreken van den
Nederlandschen Protestantenbond in bet Nuts
gebouw alhier trad mej. E. C. Knappert als
spreekster op.
Zg gaf in eene met de meeste aandacht
aangehoorde rede ons een blik in den arbeid
van de geestverwante Unitariërs in Amerika
en Engeland en putte daaruit een woord van
vertrouwen en opwekking voor den arbeid,
die ook hier in onze stad wordt ondernomen,
den arbeid nl. onder de minst ontwikkelden
der menschen.
Spr. voerde ons eerst naar Amerika en deed
ons Tuckerman kennen, die in Boston getroffen
werd door het feit, dat duizenden menschen
aan hun lot waren overgelaten, maar daarbij
de zucht niet kon weerhouden: dio moesten
w\j kunnen helpen, die moesten w(j kun
nen bereiken, om die straks tj doen vervan
gen door den wapenkreet: die moeten wfl
bereiken 1
En hy bereikte ze, ging van de straat met
hen in huis, leefde met hen, voelde met hen
en leerde door hen gelooven in den adel der
menschelijke natuur. Wat valt de mensch
toch mee! Mot zijn arendsoogen voor't goede
ontdekte hy bij ieder nog iets goeds, en daarop
bouwde hy voort en op.
Zoo was 't begin 1 En als hy met Channing
samensproekt, dan vereenigt zich de man van
de gedachte met den man van de daad, de
theoreticus met den practicus, het verstand
met t hart, en daaruit wordt geboren, wat
wy hier niet in den treedo kunnen omschry-
ven, al wat daar in wykgebouwen, onder lei
ding van volon, want 't bleek, dat er vooral
arbeiders noodig waren, tot stand is gekomen,
en toen hy in 1840 stierf, werd zün naam
als die van een vader der armen genoemd,
werd zyn werk gehuldigd als een Evangelie
bediening in 't wilde Amerika.
Daarna werden we den Oceaan overgevoerd,
om vooral by Liverpool onze aandacht be
paald te zien. Had Dr. Hamilton Tone in
een kerstmispreek gewezen op den plicht
der kerkgenootschappen om gemeenschap te
zoeken met die duizenden, die buiten alle
kerkgenootschappen leefden; in 1836 werd
een comité opgericht, dat zich den arbeid
onder de 2rmen en kinderen ten doel stelde.
Noodig was 't dat een predikant aan 't hoofd
stond. De eerste die tot dien arbeid werd
aangesteld was John Jones, een aantrekke-
ïyko figuur, die man met zyn kunstenaars
ziel, en dia 10 jaren daar gewerkt heeft, en
daar tot stand heeft gebracht, wat nauwelyks
te gelooven is, als men 't niet, gelgk spr.,
met eigen oogen aanschouwd had; scholen,
hulpbanken, voorzorgmaatscbappy, enz. Door
geloof werd hy gedreven, liefde voor de armen
was zyn bezieling, een zedelyk-preventieve
bediening noomde hy zyn arbeid enz., i. e. w.
hij mocht het groote wonder der liefde aan
zichzelven ervaren. Hy gaf en ontving
duizendmaal terug, wat hy- gaf. Hy stierf in
1847 midden onder zyn arbeid van liefde,
toen hy besmettelijke kranken verpleegde,
aan de ziekte, die hy daarby zelf opdeed.
Hy stierf met een woord van dank aan hen,
die hem tot dien arbeid hadden geroepen,
zyn laatste zegenbede was voor de armen,
als een dank voor vtat by aan hen had
mogen doen.
Na zyn dood is zyn werk voortgezet en
zyn er onderscheidenen aan den arbeid geto
gen, o. a. Rev. Bisschop, Steinthal en Lord
Jones met 2 predikanten. Wat zy tot stand
gebracht hebben, is haast boven verwachting:
groote ruime gebouwen, ruime middelen. Maar
wat 't meest aantrekt is de geest van den
godsdienst, waardoor zy bezield werden en
waarmee zy de armen vervulden. Het ideaal
is om de menschen beter en gelukkiger, ge
lukkiger en boter te maken.
Het doel is om te verlossen, maar om die
vérlossing hun niet van buitenaf op te leggen,
maar uit honzelven te doen voortkomen.
Geen stryd voeren tegen andersdenkenden,
maar de oude vormen met een nieuwen
geest vervullen, zoodat het oude als vanzelf
moet wyken.
Dat de spr. een en ander met onze toe
standen vergeleek en daaruit voor den arbeid
hier te lande en te dezer stede wapenen
smeedde voor wie nog mocht twyfelen aan
het edel doel en het .welslagen daarvan, dat
spreekt.
Wat wy den Engelschen Unitariërs beny-
den, zei ze, is niet hun meerdere ruimte of
hun ruimer middelen, maar wel hun arbeids
krachten en hun organisatie. Zy ook herinnert,
hoe in het wykgebouw alhier van den Pro
testantenbond zich verheffende teekenen van
opgewekt godsdienstig leven vertoonen, hoe
op de Donderdagavondbyeenkomsten de lees
zaal te klein is voor wie or willen komen
luisteren en hoe er daar gekomen zyn om
voorbede of dankgebed te vragen.
Geeft dat reeds moed, hoeveel te moerput
ten wy dien uit 'tgeen wy daarvan van elders
vernamen of zagen. Daarom zoo eindigde
spr. wy, terugziende op den dag der kleine
dingen, voor ongeveer een jaar in hot Wykge
bouw begonnen, hebben reden om dankbaar
te zjjn en zyn vol hoop voor de toekomst.
By den secretaris der Nederl. Gustaat-
Adolf Vereeniging is, namens H. M. do Koningin,
ontvangen een gift van duizend gulden, aller
eerst om in de geestelyke behoeften in Neder
land te voorzien.
Gedurende de 2de helft der maand Dec.
zyn aan het postkantoor alhier bezorgd do
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
mej. De Jong, J. N. v. Tilburg, A. J. Bus,
C. F. Schunderman, Amsterdam; mej. Groene-
velt, mej. L. Rensing, mevr. Villars, 's-Gra-
venhage; S. Meyer (2 stuks), Groningen;
Mej. M. Basstraa, Rotterdam; J. Van Duyn,
Utrecht; Wed. Van Nierop, Zegwaard.
Briefkaart: Mej. Hofkes, Oegstgeest.
Brief, bestemd voor het buitenland: Von
Mitzlaff, Bochum.
Tot het houden eener lezing voor de
afdeeling Leiden van „Patrimonium" op
Maandag 4 Februari a. 8. is uitgenoooigd de
heer G. J. B. Bontje Jr., hoofd eener Chr.
school te Oude Wetering.
Ter vergadering van de leden der IJsclub
„Alkemade" (werkverschaffing), ten lokale van
de erven Vesseur, te Oude-Wetering, gehouden,
die vry goed bezocht was, deed de penning
meester onder meer verslag van den toestand
der vereeniging; sluitende de kas met een
goed slot van 86. Herkozen werden de be
stuursleden de heeren De Ren en Bonda; in
de plaats van den heer Jansz, die bedankt
had, werd benoemd de heer M. Schoenmaker.
Aan het bestaande viertal baan-commissarissen
werden er nog twee toegevoegd, waarvoor wer
den aangewezen de heeren W. Oosthoek en
P. Roeloffs. Ter verbetering van banen op het
ys op het binnenwater zyn reeds eenige
mannen aan het werk gesteld. By aanhoudende
vorst zullen meerdere werkeloozen zich oen
arbeidsterrein zien geopend.
De vergadering van onderwijzers en
besturen van Chr. Scholen, te Woubrugge
gehouden op Vrijdag 11 dezer, werd, wegens
ziekte van den voorzitter, geopend met gebed
door den heer Gysman, hoofd der school, en
het zingen van Psalm 1001, 2 en 4. Hy
heette den aanwezigen harteiyk welkom, en
zette het doel dezer samenkomst„de Op
voeding onzer kinderen naar Gods Woord",
uiteen. Alsnu werden de drie hieraan ten grond
slag liggende onderworpen:
1. De vruchten van het Chr. Onderwijs
(die ze opgeleverd heeft, en die er van
verwacht worden);
2. Wet en Evangelie in de Chr. Schooi
3. Handhaving van hot gezag in schooi en
huis; op meesterlijke wyze ingeleid, respec
tievelijk door do heeren Bontje, Houtman en
Van Andel, hoofden van scholen te Oude-
Wttering, A&rlanderveen en Bodegrave. Vooi
behandeling en debat werd voor ieder onder
werp, voor beide, 20 minuten toegestaan,
waarvan vry goed gebruik werd gemaakt.
Deze wèlgeslaagdo bijeenkomst werd met
psalmgezang en met dankzegging door den
heer Braai gesloten.
Voor de afdeeling Oude-Wetering c. a.
van den Nederlandschen Protestantenbond
zal op Donderdag 17 dezer, des avonds tc
zeven uren, in do Remonstrantsche kerk
}9)
„Kom hier in, Adenau!" zei de coupégenoot,
den aangekomene de hand reikend. „Wy zyn
hier zoo goed ala alleen! Die heer tegenover
my," voegde hy er op gedempten toon aan
toe, „verstaat geen woord Duitsch of Fransch.
Hy is een Spanjaard I"
„Zyt ge daar zeker van?" vroeg de ander
instappend.
„Volkomen! Ik heb hom in 't Duitsch en
Fransch aangesproken en hy heeft my niets
anders dan Spaansch geantwoord, waarvan
ik natuurlyk geen woord heb verstaan. We
zitten al sinds een uur als twee mummies
tegenover elkaar."
De als Adenau aangesprokene wierp een
blik op den gewaanden Spanjaard en groette
daarna beleefd. Deze beantwoordde den groet
stilzwygend en ging, zoo onverschillig mogeiyk
kykend, in den verst verwyderden hoek zitten.
Zou de man inderdaad Mauds echtgenoot
zyn? Het knappe, innemende uiteriyk, wel
geschikt een moisjeshart te boeien, 't deftige
voorkomen en ook de leeftyd men zou hem
'drie a vier en dertig jaar geven kwamen
precies overeen met hetgeen Tissenborn van
hem vernomen had; ook de naam was de
zelfde, want tweemaal bad hy dien duidelyk
hooren noemen. Toch bleef de mogelykheid
van een doodgewone overeenkomst van naam
"bestaan. Misschien zou hy Hit het gesprek
der beide heeren wel op kunnen maken, of
zulks al dan niet het geval was.
„Hebt gy haar in Baden-Baden outmost
begoD de man mot zyn verdacht zwart
snorretje.
„Ze waren daar al twee dagen, toen ik
aankwam."
„Zoo, en hoe staan de zaken?"
„Tot dusverre goed, maar ik vertrouw de
geschiedenis niet al te best."
„Bahl Myne informaties zyn zoo goed, als
't maar kan 1"
„Best mogeiyk, maar gy weet zelf wei, dat
men nooit te voorzichtig kan zyn!"
„Juist. Dat is ook myn principe. Toen ge
my laatst bericht zondt van uwo verovering,
heb ik in Londen dadeiyk nauwkeurige inlich
tingen ingewonnen. Gy weet dat ik, waar het
myn eigen belang geldt, niet gomakkolyk om
den tuin ts leiden ben, maar al, wat ik dien
aangaande hoorde, luidde zoo gunstig, dat ik
voor my volkomen van de waarheid er van
overtuigd ben. Van deze zyde is dus alles in
orde. 't Is jammer, dat gy niet reedB lang de
noodigs stappen gedaan hebt, om de geschie
denis met uwe vrouw in orde te brengen l"
Tissenborn behoefde niet langer te twyfelen
het was Mauds echtgenoot, die tegenover
hem zat.
Adenau trok de wenkbrauwen samen.
„Ik kan de gedachte maar niet van my
afzetten, dat ik een dommen streek beging,
toen ik op dien bewusten dag uit Berlyn
vluchtte. Misschien had alles nog wel geschikt
kunnen worden!"
„Denkt ge dat werkelyk? En de geschie
denis met Las8enberg dan? Gelooft ge dat
die ook wel terechtgekomen zou zyn?"
Adenau gaf geen antwoord.
„Ik zal u eens vertellen, wat ge uzelven
niet durft bekennen. Gy deedt alleen daarom
geen stappen, om u vry te maken, omdat
gy u da mogelykheid niet wildet afsnyden,
als een afgedwaald lammetje in den echte-
lyken schaapstal te kunnen terugkeeren."
„Remmingen 1" riep de ander toornig uit.
„Houd u bedaard! Met heftigheid, dat weet
ge, krygt ge by my niets gedaan! Zeg my
eens oprecht, of ge waariyk nog aan de
mogelykheid eener verzoening mot uwe vrouw
gelooft?"
„Waarom niet? Mauds liefde was trouw
en oprecht, en als ik niet zoo overyid te werk
was gegaan, zou zy de oude nog wel over
gehaald hebben, om met het benoodigde geld
over de brug te komen, al was 't alleen maar
geweest om die ellendige geschiedenis met
Lassenberg."
„Gy houdt er voor een gewezon advocaat
al een wonderiyke soort van logica op na,"
antwoordde Remmingen met een sarcastisch
lachje. „En op zulke veronderstellingen bouwt
gy uwe verwachtingen?"
„Ik heb ook nog andere gronden."
„Mag ik die weten?"
„Och jal Maud heeft tot biertoe niets ge
daan, om eeno echtscheiding te bewerkstel
ligen. Daaruit besluit ik
„Dat zy u de mogelykheid van een terug
keer niet wil ontnemen?" viel Remmingen
hem lachend in de rede. „Maar, beBte jongen,
weet ge dan nog niet, dat, als uwo vrouw
een eiscb tot echtscheiding tegen u indient, het
gerecht begint met, door oproepingen in ver
schillende couranten, den heer Albert Adenau,
wiens verblyfplaats men niet weet, met den
ingeleverden eisch bekend te maken? Kont
gy uwe vrouw zoo weinig, dat gy gelooft,
dat zy zonder strikte noodzakelykheid de ge
schiedenis aan de groote klok zou hangen?
Gy hebt uw huwelyk feiteiyk reeds ontbonden.
Waartoe zou zy de formeele echtscheiding
nog behoeven? Natuurlyk enkel in 't geval,
dat zy zou willen hertrouwen. Dat zy dit tot
nu toe niet gedaan heeft, bewyst, dunkt my,
alleen, dat zy aan geen tweede huwelyk
denkt, maar volstrekt niet, dat zg, zooals gy
veronderstelt, u de mogelykheid eener ver
zoening wil laten. Zoo denk ik er over.
Begrepen
Adenau zweeg. Tissenborn had moeite, door
geen blik, geen enkele beweging te verraden,
hoezeer het gesprek der beide mannen zyn
gemoed in opstand bracht. In zyn hoekjs
achterover geleund, hield hy zich slapend, maar
kon toch niet nalaten, af en toe tusschen zyne
oogleden door, het gelaat van Adenau te be
spieden.
„Gy ziet due, dat uwe hoopvolle verwach
tingen, indien gy er die ten minste nog op
nahoudt, van nul en geener waarde zyn!"
ging Remmingen op eon toon van moorder-
heid voort. „Ik begryp zeer goed, dat ge er
tot nu toe niet aan gedacht hebt, u te laten
scheiden. Waartoe zoudt ge 't u daarmede ook
lastig gemaakt hebben? Maar de zaken staan
nu anders! Owe verovering is doodeiyk ver
liefd op u. Zy ia schatryk en wenscht niets
vuriger dan de vrouw te worden van den interes
santen jongen man, die haar jonkvrouwoiyk
hart geheel ingenomon hoeft. Tot nog toe
weet ze niet, dat deze reeds in Hymene
ketenen smacht, en daarom moeton dozo
ketenen hoe eer boe liever afgeschud worden.
Nog eens, afgezien daarvan, dat het in de
eeuw van spoorweg en telegraaf volstrekt
nog zoo gemakkeiyk niet is, zich de weelde
van bigamie te veroorlovon, zou zy in dit
geval ook totaal overbodig zyn. Dat alles if
zoo helder als de dagl 't Is derhalve zaak
zoo spoedig mogeiyk de noodige stappen tot
echtscheiding te doen. Ik behoef u niet met
veel omhaal van woorden uit te leggen, waarom
ik my met dit alles bemoei; wy kennen
elkaar daarvoor maar al te gosd, oude jongonl
Toen, op dien voor u zoo noodlottigen dag,
de bom losbarstte en gy op stel en sprong de
vlucht naamt, was ik het, die uit vriendschap
voor u, dien ongtlukkigen wissel van Lassen
berg, niet zonder geldelyke offers en met
tameiyk twyfelachtige vooruitzichten, opkocht.
Deza papieren zyn niet vernietigd, zooals gy
weet! Ik was do eenige, die niet twyfelda
aan de toekomet van myn genialen vriend
Albert. Ik wist dat de tyd eenmaal komen
moest, waarin ge in staat zoudt zyn, do wis
seltjes in te lossen. Hoewel ge u eerst vry wat
moeite gaaft uw verblyfplaats voor my geheim
te houden wat, zooals ik u reeds vroeger
zeide, zeer ondankbaar van u was verloor
ik u toch niet uit bet oog.
(Wordt vervolgd.)