N". 107C4. Dinsdag 15 Januari. A°. 1895. <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leideu, 14 Januari. Feuilleton. IRIS. LEIDSCH DA&BLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maanden, 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRUS DER ADVERTENTIËN: Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17|. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt 0.05 berekend. Officieel© Hennisgevinffeiu NATIONALE MILITIE. Burgemeester en Wethouders van Leiden broDgen ter algemeens kennis, dat ingevolge art. 18 der wot Van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), gewijzigd bij de wet van den 4den A ril 1892 (Staatsblad No. 66), allen, die volgons art. 15 dier wot voor de nationale militie behooren te worden iDgcechroven (zij, die op den laten Januari hun 19de jaar waren ingetreden en al200 de geboren.n in 1876) verplicht zijn zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven tueachen den lsten en den Sisten Januari; dat bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van den militieplichtigen, zijn vader, of, is deze ovorleden, zijne moedor, of, zjjn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht is; en dat overtreding van het aangehaald art. 18, krachtens art. 188 der meergemelde wet en art. 11 der wot van den l5den April 1866 (Staatsblad No. 64), ge wijzigd bij do wet van don 19deu April 1866 (Staatsblad No. 92), wordt gestraft met boete van ten hoogsto ƒ100. Voor hen, dio verzuimden zich op de door hot Gemeentebestuur bepaalde dagen tor inschrijving aan te melden, wordt mitsdien daartoe alsnog gelegoD- lieid gegeven ter gemeente secretarie, van des voor- xaiddags 10 tot des namiddags 3 aren, op iederen werkdag tot en met den Sisten Januari aanstaande, op welken dag Lot register van inschrijving, des namiddags to 4 uren, voorloopig wordt gesloten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 12 Januari 1895. E. KIST, Secretaris. De afdeeling Leiden van het Algemeen Nederlandsch Vredebond zal eene ledenverga dering houden op Zaterdag 19 Januari a. s., des avonds te halfacht, in het Nutsgebouw aan de Steenscbuur. Het onderwerp is: aan wijzing van een afdeelings candidaat voor eene vacature in het hoofdbestuur. Na afloop der vergadering zal als spreker optreden: dr. S. Baart de la Faille, uit 's-Gravennage. De leden hebben het recht van introductie tot do lezing tegen betaling van ƒ0.25 per persoon. Van dit laatste zullen ongetwijfeld zeer Velen gebruik maken. Voor het lidmaatschap kan men zich bij den secretaris, mr. S. Jules Enthoven, aan melden. Vieren de leden der moeste Vereenigin- gen hier ter stede de maanden Januari en Februari zullen ons dit weer ruimschoots toonon hare jaarfeesten des Zaterdags of des Maandags, niet alzoo deden de leden der Leidsche Werklieden-Zangvereeniging .Kunst na Arbeid", opgericht 8 Januari 1894, die den eersten verjaardag dier Vereeniging gister-, Zondagavond, herdachten in de zaal van „Hotel Du Nord", aan de Beestenmarkt, welke zaal voor die gelegenheid keurig mot frisch groen, draperieën en tropeeën was getooid. In vrij grooten getale waren de kunst lievende leden, donateurs en genoodigde be trekkingen der werkende leden opgekomen om met die werkende leden eendrachtig en opgewekt feest te vieren. Do voorzitter der jonge Vereeniging heette allen van harte welkom en hoopte dat het bewezen zou worden dat men, bij den werk man te gast, zich kan amuseeren. Tevens wees hij er op, dat de werkende leden thans geone proeve zouden afleggen van hetgeen zfl konden, dat men om die te hooren, geduld zou moeten hebben tot einde Februari of begin Maart, maar dat het hier enkel goldde viering van een verjaardag. Hfl bracht achtereenvolgens dank aan kunst lievende leden, donatrices en donateurs voor hun finantiëelen steun, alsmede ook aan den directeur, den heer Ph. Rank A.Jzn., en aan de werkende leden voor al hetgeen zij deden in het belang van den bloei der Vereeniging, wier geboorte en levensloop hij voorts op aantrekkelijke wyzo schetste. De Voorzitter bracht daarbij in herinnering hoe een vijftal personen, waaronder ook de tegenwoordige directeur, den stoot tot de oprichting dezer Werklieden-Zangvereeniging had gegeven en met welke moeilijkheden die oprichting aan vankelijk had te kampen; hoe ze daarna be stond uit 29 welkende leden, er dra 13 af vielen en ze nu telt 37 werkende leden, elf donateurs (w. o. do burgemeester, een wet houder en prof. mr. H. L. Drucker) en 71 kunstlievende leden; ook herinnerde hij aan de eersto uitvoering, den 26sten October jl. gegeven. Den heer G. S. Popp werd dank gebracht voor het kosteloos afstaan van een lokaal, alsook den heer H. Hünnekens, die thans de huishoor der Vereeniging is; de pers werd by de dankbetuigingen niet vergeten, met het oog op de hulp, door haar aan de Vereeniging verleend. In het bijzonder word nog een woord van hartelyken dank gericht tot de heeron gebrs. B. voor de ledenlijst, der Vereeniging aangeboden op de laatste algemeeno ver gadering en welk toonbeeld van pennekunst in de zaal prijkte, terwijl dien heeren ook hulde werd gebracht voor de door h6n aan gebrachte versiering der zaal. Don directeur der Vereeniging werden, namens de werkende leden, met eene harte lijke toespraak van den heer J. Bremer, een fraaie dirigeerstok, met zilver gemonteerd en voorzien van inscriptie (naam der Vereeniging, data en opdracht), alsmede een keurige mand met bloomen vereerdden president werd een nieuwe voorzittershamer, met zilveren plaat, waarop inscriptie, aangeboden, óók door de werkendo leden, zoodat do Voorzitter zich nu niet meer van een geleenden hamer behoeft te bedienen. Eindelijk werd den heeren gebr. B., insgelijks door de werkende leden, als symbool hunner vriendschap, een fraaie krans aange boden, welke onder een: „Leve Kunst na Arbeid 1" boven de ledenlijst werd gehangen. Het behoeft nauwelijks gezegd dat èn directeur, èn voorzitter èn de heeren B. getroffen en zeer er kentelijk waren voor de ontvangen blijken van sympathie, vriendschap en waardeering van bewezen diensten en dit dan ook te kennen gaven. Het programma bevatte zangnummers voor koor, solo's voor bas en tenor en eenige voordrachten, welke laatsten vooral het aan genaam samenzijn zeer verhoogden. De heer Prinsenberg maakte aanspraak op de dank baarheid van het publiek door de keurige voordracht van een paar viool solo's, geaccom pagneerd door piano-muziek door den heer Noest, die beiden deel uitmaakten van de dezen avond aanwezige musici. Als toegift gaf het koor: „Wilhelmus". We mogen, de woorden van den voorzitter in aanmerking genomen, geen critiek uit oefenen op de gezongen zangstukken, maar we zijn het, na het gehoorde en bijgewoonde, met hem eens, dat „Kunst na Arbeid" door kameraadschap, vriendschap en liefde voor den zang, met een directeur als do heer Rank aan het hoofd (die met vele moeilijkheden te kampen had en nog heeft en wien den leden reeds zeer veel verschuldigd zijn) zal blijven bestaan niet alleen, maar steeds zal toenemen in bloei. Zoo zy hetl Na uitvoering van het programma was er wel geen bal, maar toch gelegenheid tot dan sen. Toen gingen de stoelen aan kant en dra zweefden de paartjes door de zaal I Dat dansen begon vrij vroeg; andere Vereenigingen, welke er te zeer hun best voor doen om het zoo laat mogelijk te doen worden, mogen daaraan in deze dagen wel eens een voorbeeld nemen. In een druk bezochte vergadering van de afdeeling Leiden en Omstreken van den Nederlandschen Protestantenbond in bet Nuts gebouw alhier trad mej. E. C. Knappert als spreekster op. Zg gaf in eene met de meeste aandacht aangehoorde rede ons een blik in den arbeid van de geestverwante Unitariërs in Amerika en Engeland en putte daaruit een woord van vertrouwen en opwekking voor den arbeid, die ook hier in onze stad wordt ondernomen, den arbeid nl. onder de minst ontwikkelden der menschen. Spr. voerde ons eerst naar Amerika en deed ons Tuckerman kennen, die in Boston getroffen werd door het feit, dat duizenden menschen aan hun lot waren overgelaten, maar daarbij de zucht niet kon weerhouden: dio moesten w\j kunnen helpen, die moesten w(j kun nen bereiken, om die straks tj doen vervan gen door den wapenkreet: die moeten wfl bereiken 1 En hy bereikte ze, ging van de straat met hen in huis, leefde met hen, voelde met hen en leerde door hen gelooven in den adel der menschelijke natuur. Wat valt de mensch toch mee! Mot zijn arendsoogen voor't goede ontdekte hy bij ieder nog iets goeds, en daarop bouwde hy voort en op. Zoo was 't begin 1 En als hy met Channing samensproekt, dan vereenigt zich de man van de gedachte met den man van de daad, de theoreticus met den practicus, het verstand met t hart, en daaruit wordt geboren, wat wy hier niet in den treedo kunnen omschry- ven, al wat daar in wykgebouwen, onder lei ding van volon, want 't bleek, dat er vooral arbeiders noodig waren, tot stand is gekomen, en toen hy in 1840 stierf, werd zün naam als die van een vader der armen genoemd, werd zyn werk gehuldigd als een Evangelie bediening in 't wilde Amerika. Daarna werden we den Oceaan overgevoerd, om vooral by Liverpool onze aandacht be paald te zien. Had Dr. Hamilton Tone in een kerstmispreek gewezen op den plicht der kerkgenootschappen om gemeenschap te zoeken met die duizenden, die buiten alle kerkgenootschappen leefden; in 1836 werd een comité opgericht, dat zich den arbeid onder de 2rmen en kinderen ten doel stelde. Noodig was 't dat een predikant aan 't hoofd stond. De eerste die tot dien arbeid werd aangesteld was John Jones, een aantrekke- ïyko figuur, die man met zyn kunstenaars ziel, en dia 10 jaren daar gewerkt heeft, en daar tot stand heeft gebracht, wat nauwelyks te gelooven is, als men 't niet, gelgk spr., met eigen oogen aanschouwd had; scholen, hulpbanken, voorzorgmaatscbappy, enz. Door geloof werd hy gedreven, liefde voor de armen was zyn bezieling, een zedelyk-preventieve bediening noomde hy zyn arbeid enz., i. e. w. hij mocht het groote wonder der liefde aan zichzelven ervaren. Hy gaf en ontving duizendmaal terug, wat hy- gaf. Hy stierf in 1847 midden onder zyn arbeid van liefde, toen hy besmettelijke kranken verpleegde, aan de ziekte, die hy daarby zelf opdeed. Hy stierf met een woord van dank aan hen, die hem tot dien arbeid hadden geroepen, zyn laatste zegenbede was voor de armen, als een dank voor vtat by aan hen had mogen doen. Na zyn dood is zyn werk voortgezet en zyn er onderscheidenen aan den arbeid geto gen, o. a. Rev. Bisschop, Steinthal en Lord Jones met 2 predikanten. Wat zy tot stand gebracht hebben, is haast boven verwachting: groote ruime gebouwen, ruime middelen. Maar wat 't meest aantrekt is de geest van den godsdienst, waardoor zy bezield werden en waarmee zy de armen vervulden. Het ideaal is om de menschen beter en gelukkiger, ge lukkiger en boter te maken. Het doel is om te verlossen, maar om die vérlossing hun niet van buitenaf op te leggen, maar uit honzelven te doen voortkomen. Geen stryd voeren tegen andersdenkenden, maar de oude vormen met een nieuwen geest vervullen, zoodat het oude als vanzelf moet wyken. Dat de spr. een en ander met onze toe standen vergeleek en daaruit voor den arbeid hier te lande en te dezer stede wapenen smeedde voor wie nog mocht twyfelen aan het edel doel en het .welslagen daarvan, dat spreekt. Wat wy den Engelschen Unitariërs beny- den, zei ze, is niet hun meerdere ruimte of hun ruimer middelen, maar wel hun arbeids krachten en hun organisatie. Zy ook herinnert, hoe in het wykgebouw alhier van den Pro testantenbond zich verheffende teekenen van opgewekt godsdienstig leven vertoonen, hoe op de Donderdagavondbyeenkomsten de lees zaal te klein is voor wie or willen komen luisteren en hoe er daar gekomen zyn om voorbede of dankgebed te vragen. Geeft dat reeds moed, hoeveel te moerput ten wy dien uit 'tgeen wy daarvan van elders vernamen of zagen. Daarom zoo eindigde spr. wy, terugziende op den dag der kleine dingen, voor ongeveer een jaar in hot Wykge bouw begonnen, hebben reden om dankbaar te zjjn en zyn vol hoop voor de toekomst. By den secretaris der Nederl. Gustaat- Adolf Vereeniging is, namens H. M. do Koningin, ontvangen een gift van duizend gulden, aller eerst om in de geestelyke behoeften in Neder land te voorzien. Gedurende de 2de helft der maand Dec. zyn aan het postkantoor alhier bezorgd do volgende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: mej. De Jong, J. N. v. Tilburg, A. J. Bus, C. F. Schunderman, Amsterdam; mej. Groene- velt, mej. L. Rensing, mevr. Villars, 's-Gra- venhage; S. Meyer (2 stuks), Groningen; Mej. M. Basstraa, Rotterdam; J. Van Duyn, Utrecht; Wed. Van Nierop, Zegwaard. Briefkaart: Mej. Hofkes, Oegstgeest. Brief, bestemd voor het buitenland: Von Mitzlaff, Bochum. Tot het houden eener lezing voor de afdeeling Leiden van „Patrimonium" op Maandag 4 Februari a. 8. is uitgenoooigd de heer G. J. B. Bontje Jr., hoofd eener Chr. school te Oude Wetering. Ter vergadering van de leden der IJsclub „Alkemade" (werkverschaffing), ten lokale van de erven Vesseur, te Oude-Wetering, gehouden, die vry goed bezocht was, deed de penning meester onder meer verslag van den toestand der vereeniging; sluitende de kas met een goed slot van 86. Herkozen werden de be stuursleden de heeren De Ren en Bonda; in de plaats van den heer Jansz, die bedankt had, werd benoemd de heer M. Schoenmaker. Aan het bestaande viertal baan-commissarissen werden er nog twee toegevoegd, waarvoor wer den aangewezen de heeren W. Oosthoek en P. Roeloffs. Ter verbetering van banen op het ys op het binnenwater zyn reeds eenige mannen aan het werk gesteld. By aanhoudende vorst zullen meerdere werkeloozen zich oen arbeidsterrein zien geopend. De vergadering van onderwijzers en besturen van Chr. Scholen, te Woubrugge gehouden op Vrijdag 11 dezer, werd, wegens ziekte van den voorzitter, geopend met gebed door den heer Gysman, hoofd der school, en het zingen van Psalm 1001, 2 en 4. Hy heette den aanwezigen harteiyk welkom, en zette het doel dezer samenkomst„de Op voeding onzer kinderen naar Gods Woord", uiteen. Alsnu werden de drie hieraan ten grond slag liggende onderworpen: 1. De vruchten van het Chr. Onderwijs (die ze opgeleverd heeft, en die er van verwacht worden); 2. Wet en Evangelie in de Chr. Schooi 3. Handhaving van hot gezag in schooi en huis; op meesterlijke wyze ingeleid, respec tievelijk door do heeren Bontje, Houtman en Van Andel, hoofden van scholen te Oude- Wttering, A&rlanderveen en Bodegrave. Vooi behandeling en debat werd voor ieder onder werp, voor beide, 20 minuten toegestaan, waarvan vry goed gebruik werd gemaakt. Deze wèlgeslaagdo bijeenkomst werd met psalmgezang en met dankzegging door den heer Braai gesloten. Voor de afdeeling Oude-Wetering c. a. van den Nederlandschen Protestantenbond zal op Donderdag 17 dezer, des avonds tc zeven uren, in do Remonstrantsche kerk }9) „Kom hier in, Adenau!" zei de coupégenoot, den aangekomene de hand reikend. „Wy zyn hier zoo goed ala alleen! Die heer tegenover my," voegde hy er op gedempten toon aan toe, „verstaat geen woord Duitsch of Fransch. Hy is een Spanjaard I" „Zyt ge daar zeker van?" vroeg de ander instappend. „Volkomen! Ik heb hom in 't Duitsch en Fransch aangesproken en hy heeft my niets anders dan Spaansch geantwoord, waarvan ik natuurlyk geen woord heb verstaan. We zitten al sinds een uur als twee mummies tegenover elkaar." De als Adenau aangesprokene wierp een blik op den gewaanden Spanjaard en groette daarna beleefd. Deze beantwoordde den groet stilzwygend en ging, zoo onverschillig mogeiyk kykend, in den verst verwyderden hoek zitten. Zou de man inderdaad Mauds echtgenoot zyn? Het knappe, innemende uiteriyk, wel geschikt een moisjeshart te boeien, 't deftige voorkomen en ook de leeftyd men zou hem 'drie a vier en dertig jaar geven kwamen precies overeen met hetgeen Tissenborn van hem vernomen had; ook de naam was de zelfde, want tweemaal bad hy dien duidelyk hooren noemen. Toch bleef de mogelykheid van een doodgewone overeenkomst van naam "bestaan. Misschien zou hy Hit het gesprek der beide heeren wel op kunnen maken, of zulks al dan niet het geval was. „Hebt gy haar in Baden-Baden outmost begoD de man mot zyn verdacht zwart snorretje. „Ze waren daar al twee dagen, toen ik aankwam." „Zoo, en hoe staan de zaken?" „Tot dusverre goed, maar ik vertrouw de geschiedenis niet al te best." „Bahl Myne informaties zyn zoo goed, als 't maar kan 1" „Best mogeiyk, maar gy weet zelf wei, dat men nooit te voorzichtig kan zyn!" „Juist. Dat is ook myn principe. Toen ge my laatst bericht zondt van uwo verovering, heb ik in Londen dadeiyk nauwkeurige inlich tingen ingewonnen. Gy weet dat ik, waar het myn eigen belang geldt, niet gomakkolyk om den tuin ts leiden ben, maar al, wat ik dien aangaande hoorde, luidde zoo gunstig, dat ik voor my volkomen van de waarheid er van overtuigd ben. Van deze zyde is dus alles in orde. 't Is jammer, dat gy niet reedB lang de noodigs stappen gedaan hebt, om de geschie denis met uwe vrouw in orde te brengen l" Tissenborn behoefde niet langer te twyfelen het was Mauds echtgenoot, die tegenover hem zat. Adenau trok de wenkbrauwen samen. „Ik kan de gedachte maar niet van my afzetten, dat ik een dommen streek beging, toen ik op dien bewusten dag uit Berlyn vluchtte. Misschien had alles nog wel geschikt kunnen worden!" „Denkt ge dat werkelyk? En de geschie denis met Las8enberg dan? Gelooft ge dat die ook wel terechtgekomen zou zyn?" Adenau gaf geen antwoord. „Ik zal u eens vertellen, wat ge uzelven niet durft bekennen. Gy deedt alleen daarom geen stappen, om u vry te maken, omdat gy u da mogelykheid niet wildet afsnyden, als een afgedwaald lammetje in den echte- lyken schaapstal te kunnen terugkeeren." „Remmingen 1" riep de ander toornig uit. „Houd u bedaard! Met heftigheid, dat weet ge, krygt ge by my niets gedaan! Zeg my eens oprecht, of ge waariyk nog aan de mogelykheid eener verzoening mot uwe vrouw gelooft?" „Waarom niet? Mauds liefde was trouw en oprecht, en als ik niet zoo overyid te werk was gegaan, zou zy de oude nog wel over gehaald hebben, om met het benoodigde geld over de brug te komen, al was 't alleen maar geweest om die ellendige geschiedenis met Lassenberg." „Gy houdt er voor een gewezon advocaat al een wonderiyke soort van logica op na," antwoordde Remmingen met een sarcastisch lachje. „En op zulke veronderstellingen bouwt gy uwe verwachtingen?" „Ik heb ook nog andere gronden." „Mag ik die weten?" „Och jal Maud heeft tot biertoe niets ge daan, om eeno echtscheiding te bewerkstel ligen. Daaruit besluit ik „Dat zy u de mogelykheid van een terug keer niet wil ontnemen?" viel Remmingen hem lachend in de rede. „Maar, beBte jongen, weet ge dan nog niet, dat, als uwo vrouw een eiscb tot echtscheiding tegen u indient, het gerecht begint met, door oproepingen in ver schillende couranten, den heer Albert Adenau, wiens verblyfplaats men niet weet, met den ingeleverden eisch bekend te maken? Kont gy uwe vrouw zoo weinig, dat gy gelooft, dat zy zonder strikte noodzakelykheid de ge schiedenis aan de groote klok zou hangen? Gy hebt uw huwelyk feiteiyk reeds ontbonden. Waartoe zou zy de formeele echtscheiding nog behoeven? Natuurlyk enkel in 't geval, dat zy zou willen hertrouwen. Dat zy dit tot nu toe niet gedaan heeft, bewyst, dunkt my, alleen, dat zy aan geen tweede huwelyk denkt, maar volstrekt niet, dat zg, zooals gy veronderstelt, u de mogelykheid eener ver zoening wil laten. Zoo denk ik er over. Begrepen Adenau zweeg. Tissenborn had moeite, door geen blik, geen enkele beweging te verraden, hoezeer het gesprek der beide mannen zyn gemoed in opstand bracht. In zyn hoekjs achterover geleund, hield hy zich slapend, maar kon toch niet nalaten, af en toe tusschen zyne oogleden door, het gelaat van Adenau te be spieden. „Gy ziet due, dat uwe hoopvolle verwach tingen, indien gy er die ten minste nog op nahoudt, van nul en geener waarde zyn!" ging Remmingen op eon toon van moorder- heid voort. „Ik begryp zeer goed, dat ge er tot nu toe niet aan gedacht hebt, u te laten scheiden. Waartoe zoudt ge 't u daarmede ook lastig gemaakt hebben? Maar de zaken staan nu anders! Owe verovering is doodeiyk ver liefd op u. Zy ia schatryk en wenscht niets vuriger dan de vrouw te worden van den interes santen jongen man, die haar jonkvrouwoiyk hart geheel ingenomon hoeft. Tot nog toe weet ze niet, dat deze reeds in Hymene ketenen smacht, en daarom moeton dozo ketenen hoe eer boe liever afgeschud worden. Nog eens, afgezien daarvan, dat het in de eeuw van spoorweg en telegraaf volstrekt nog zoo gemakkeiyk niet is, zich de weelde van bigamie te veroorlovon, zou zy in dit geval ook totaal overbodig zyn. Dat alles if zoo helder als de dagl 't Is derhalve zaak zoo spoedig mogeiyk de noodige stappen tot echtscheiding te doen. Ik behoef u niet met veel omhaal van woorden uit te leggen, waarom ik my met dit alles bemoei; wy kennen elkaar daarvoor maar al te gosd, oude jongonl Toen, op dien voor u zoo noodlottigen dag, de bom losbarstte en gy op stel en sprong de vlucht naamt, was ik het, die uit vriendschap voor u, dien ongtlukkigen wissel van Lassen berg, niet zonder geldelyke offers en met tameiyk twyfelachtige vooruitzichten, opkocht. Deza papieren zyn niet vernietigd, zooals gy weet! Ik was do eenige, die niet twyfelda aan de toekomet van myn genialen vriend Albert. Ik wist dat de tyd eenmaal komen moest, waarin ge in staat zoudt zyn, do wis seltjes in te lossen. Hoewel ge u eerst vry wat moeite gaaft uw verblyfplaats voor my geheim te houden wat, zooals ik u reeds vroeger zeide, zeer ondankbaar van u was verloor ik u toch niet uit bet oog. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1