N°. 10700. Donderdag ÏO .Januari. A0. 1895. geze <jCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en geestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 9 Januari. Feuilleton. BR IS. LEIDSCH DAtrBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maanden. 1.10. Franco per post i 1-10. Afzondorlyko Nommcrs 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 1-6 regels ƒ1.05. Iedore rogel moor f 0.17£. Grootoro letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeron buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Eerste Blad. Officiëele KennisffevingeB. Burgemeester en Wethondora van Leiden Gezien art. 8, 1ste alinea, dor wet van den 2den Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, echade of hinder kunnen veroorzaken; Brengen bij dezo ter algemeene kennus dat door hen op heden vergunning is verleend aan J. KUIPER, P.OÜDSHOOItN en A.VERSNEY o.i rechtverkrijgenden respectievelijk tot liet opricht'n van eene bergplaats van chemicaliën en aanversvaute artikelen in het perceel Koddesieog No. 20 en tot hot oprichten van amedonjen in de porceolen Groenesteeg No. 10 en Zakpoort No. 2 (Voldorsgracht.) Bnrgemeester on Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 7 Januari 1895. E. KIST, Secretaris. Burgemeester en Wethoudore van Leiden; Gezien de adressen van G. OVERUUIN en D. TESliE, houdende verzoek om vergunning tot oprich ting van drogerijen van wol, respectievelijk in de per- coelea Oranjegracht No. 6 cn Uitorategracbt No. 137, Gelet op de artt. C en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Geven bjj dezo kennis aan het publiek dat ge noemde verzoeken mot de bijlagen op do Secretarie dezer gemeente tor visie gelegd zijnalsmede dat op Dinsdag 22 Jan. a. s., 'e voormiddags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen die verzoeken in to brengen. Burgemeester en Wethouders voornoomd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 8 Jan. 1896. E. KIST, Secretaris. Lu verwachtingen, welke de laatste alge- ïr.o. no repetitie van 't „Weihnachts-oratorium" en „Die EL Drei Könige" had opgewekt, z|jn niet beschaamd geworden, maar zoomogelijk nog overtroffen toen gisteravond in de Stads- zaal de eerste der drie uitvoeringen er van plaats had. De zaal was zoowel beneden als boven goed bezet. Vooral op het balkon was do opkomst zeer talrijk. Tot dezp eerste uitvoering was een aantal R.-K. geestelijken van hier en omliggonde gemeenten genoodigd, die in groot en getale, op de eereplaatsen vooraan, door hunne tegen woordigheid deze uitnoodiging hadden be antwoord. Met de meeste aandacht en onder diepe stilte werd de zang aangehoord en werden do levende beeldengroepen beschouwd, en al was er verzocht noch bjj het een noch by het ander teekenen van af- of goedkeuring te geveD, zoo kon het publiek zich toch by hot slot tafereel, waarby o. a. de engelen kopjes te midden der fraaie groep zoo lief uitkomen, niet bedwingen eindeiyk tot een luid en aanhoudend applaus over te gaan, zoodat dit tableau, beschenen door bengaalsch licht, driemaal herhaald word. Naar wy vernamon, waren ook voor heden- en morgenavond reeds vroegtydig vele kaarten genomen. By beschikking van den minister van oorlog zyn de kapitein J. H. Bachiene, van het 4de bataljon 4de regiment infanterie, en de eerste luitenant P. W. Van Wyk, van het 2do bataljon, bestemd als officier voor speciale diensten, en zulks ter vervanging van den kapitein J. M. Obreen en den eersten luit. H. Cr. Van Meurs, die eervol uit deze betrekking worden ontheven, te rekenen op 1 Februari a. s. Op 1 Februari a. s. wordt de kapitein van speciale diensten J. M Obreen belast met het bevel over de 4de comp. 4de bataljon 4de regiment infanterie en wordt de eerste luit. H. G. Van Meurs ingedeeld by de 2de comp. 2do bataljon van het regiment alhier. Ingevolge beschikking van don inspecteur der infanterie is de eerste luit. Van Bel, van het 3de bataljon van het 4de regiment infanterie te Haarlem overgeplaatst by het 5de bataljon te Gouda, en wel met ingang van 1 Februari a. s. Genoemde luit. wordt ingedeeld by de 2de comp. van genoemd bataljon. Mej. Joh. C. Aartse, te Voorschoten, vroeger leerlinge van de dames De Loos en Van Baaten, leeraressen aan de Muziekschool dor Maatschappij voor Toonkunst alhier, is aangesteld als onderwijzeres in de muziek aan de jongedames kostschool te Wijk by-Duurstede. De Neaerlandsche mail met berichten uit Batavia tot 11 Dec. kan 10 Jan. alhier worden verwacht. Maandag-avond gaf het fanfare-gezelschap „Liefde voor Harmonie", te R.-A.-Veen, eene muziek- en tooneel-uitvoering in de goed ge vulde bovenzaal van den heer Wagenaar aldaar. Het geschreven en ongeschreven programma bevatte o. a. 2 kluchtspelen„Het testament van den kapitein" en Het lotery- briefje van baas Drilboor". Beide stukjes, vooral het eerste, werden met een ilinken gang gespeeld. Vóór, na en tusschen deze tooneelproducten werden ter afwisseling muzieknummers geblazen en komische voor drachten gehouden, waarmede de aanwezigen zich kostelyk amuseerden. Voor al de moeite, inspanning, yver en opoffering, welke de leden van dit gezelschap zich voortdurend getroosten, verdienen zy met volle recht do sympathie en den steun van het publiek. De bevolking der gemeente Bodegrave bestond op 31 Dec. 1393 uit 1831 m. en 2007 vr., te zamen 3838 porsonen. In 1894 werden geboren 143 kinderen, als 77 j. en 66 m. Er vestigden zich 167 m. en 178 vr., totaal 345 personen. Overleden zyn 51 m. en 56 vr., totaal 107 personen. Naar elders vertrokken 151 m. en 166 vr., totaal 317 personen. De bevolking der gemeente bedroeg dus op 31 December 1894: 1873 m. en 2029 vr., totaal 3902 zielen. Er werden 29 huwelykon gesloten. Levenloos werden aangegeven 2 kinderen, 1 m. en 1 vr. Men schryft ons: De Rederijkerskamer „de Harmonie" van Zevenhuizen hield in de zaal van den heer M. Poot een tooneel uit voering. Het stuk, getiteld „Baboerita", oorspronke lijk tooneelspel in 4 bedrijven werd uitste kend uitgevoerd, terwijl ook na de pauze tot slot „Bergen en Dalen", blyspel in twee be- dry ven, zeer goed van stapel liep. Hetgohoel werd opgeluisterd door een pianist en drie violisten. De zaal was eivol en het publiek toonde door het applaudissement zich goed te amuseeien. Alles liep in de beste orde af. Burgemeester en Wethouders van Zoe- termeor noodigen de lotelingen, die verlangen by de zeemilitie te dienen, uit, om zich daartoe vóór den lsten Februari ter plaatselijke secre tarie aan te melden. De gemeenteraad te 's-Gravenhage be sloot gisteren tot aankoop: lo. van 12. 73. 80 HA. weiland en water in den Noordpolder, tusschen de Spoorbaan naar Rotterdam en de Laak, ten behoeve der verbetering van de vaart om de stad voor 76 cents per centiare (ongeveer f 97,000); 2o. van terrein aan den Zuid Buitensingel ten behoeve van de ge meenschapsverbetering; 3o. van een perceel grond tot vestiging van een posthuis voor keuring van vleesch en vee aan de Regen- tesselaan. Het voorstel van B. en Ws., om by den minister van binnenlandscho zaken opnieuw aan te dringen op Rykssubsidie ten behoeve van het Gymnasium, werd aangenomen. Onder een zeer grooten toevloed van collega's, leerlingen, oud-leerlingen en belang stellenden had te Toulouse de begrafenis van dr. Th. Stieltjes, hoogleeraar aan de academie aldaar, wiens overlijden wy vermeldden, plaats. Behalve de bloedverwanten volgdon verschil lende delegation van de universiteit bet stoffelijk overschot van den jongen geleerde, dat onder bloemen bedolven was. Op het kerkhof van Terre Cabade go 6chiedde de ter aarde-bestelling; aan de groeve werd gesproken door de heeren Leclerc du Sabon, deken van de faculteit der wysbegeerte, A. Benoist, deken van de letterkundige faculteit, en Lapart, president van het studentencorps. Alle redenaars herdachten den heer Stieltjes in treffende bewoordingen. ZUn collega's her innerden aan den bekwamen geachten mede werker, de heer Lapart herdacht den beminden en hooggeschatton hoogleeraar. Uit een in de „Staatscourant" van 9 dezer opgenomen verslag van de commissie, in 1894 belast met het afnemen der examens voor de akten handteekenen, rechtlynig tee kenen en boetseeren, midd. ond., en hand teekenen lager ond., blykt dat de practische vakken over het algemeen weder minder goede uitkomsten opleverden dan de theoretische. Wat de kennis van perspectief aangaat, deze was by de candidaten voor M' vry vol doende; doch dit kan niet gezegd worden van hen, die naar akte M1 dongen. De com missie merkt op, dat ook de axonometrie en de algemeene parallelprojectie behooren tot de beginselen der beschavende meetkunde, waarmede de candidaten bekend moeten zyn. Bleken de candidaten voor M1 zeer goed in staat te zyn tamelyk ingewikkelde con- structièn uit te voeren, deze bekwaamheid strekte zich niet uit tot het geven eener goede verklaring van do grondbeginselen der doorziclitkunde en projectieloer, hetgeen toch zeker van eon leeraar by 't middellaar onder- wys geëischt mag worden. Onder de vier vakken, waarin de afdeeling „Ornament" is gesplitst, leverde de rubriek „styleeren en ontwerpen" de minst goede uitkomsten op. Beter was de kennis van styi- en ornamentleer Enkele candidaten voor M', in het byzonder vrouwelyke, hadden van dit vak blykbaar met voorliefde studie gemaakt. Het teekenen is nog steeds in minder goede conditie dan de theoretische vakken. Omtrent de kennis van methodiek by de candidaten voor M' is het oordeel der com missie gunstig. In de ontleedkunde voldeden 8 van de 31 candidaten niet aan de zeer matig gestelde eischen, wegens gebrekkigo voorbereiding. De candidaten, die aan het examen voor boetseeren deelnamen, toonden zich over het algemeen het zwakst by het maken van den kop. Nu de door de wet op het middelbaar onderwys beoogde burgerdagscholon vry alge meen door ambachtsscholen zyn vervangen en dezo laatste door toekenning van Ryks subsidie nog meer dan vroeger tot het gebied dier wet zyn gebracht, meent de commissie eene reden te meer te hebben, zich aan te sluiten by hetgeen door vorige commissién betreffende het programma voor de bouwkunde werd opgemerkt en vestigt zy de aandacht van den minister van binn. zaken opnieuw op de wenschelykheid, eene wijziging in de bepalingen van het programma te brengen. De examens voor de akte lager onderwijs waren zeer gunstig. Aan ruim 63 pCt. der geëxamineerden kon do akte worden uitgereikt. Tot directrice van de Haagscho kook school is benoemd mevrouw A. S. Tydeman Verschoor, directrice der kookschool te Rot terdam. Do Koningin Regentos hoeft f 500 ter beschikking gesteld voor „Rembrandt", ver- eeniging tot behoud in Nederland van kunst schatten. De kolonel Van Tuerenhout, comman dant van het 1ste reg. infanterie, hoeft, wegens gezondheidsredenon, pensioen aangevraagd. Te Baarle-Nassau (N.-Br.) kwam verleden week by de herstemming voor een lid van den gemeenteraad een jongeling in plaats van zyn vader stemmen. Eerst toen het biljet in de bus was, werd deze onregelmatigheid door hot stomburoel ontdekt. Men opende toen de stembus en liet don jongen zyn biljet uit de stembriefjes zoeken, waarna de ver kiezing werd voortgezet, alsof er niets go beurd was. De uitslag was, dat op de beide candidaten waren uitgebracht 67 en 69 stemmen en hy die de meeste stemmen behaalde, als gekozen werd geproclameerd. Door niemand is togen deze verkiezing protest aangeteekend By de Doopsgezinde gemeenten waren op 1 Januari jl. 25 predikantsplaatsen vacant, als: in Friesland 12, Groningen 4, Noord- Holland 6, en Zuid-Holland, Overysel en Zee land elk 1. In Gelderland zyn alle vacaturen vervuld. Uit een rapport van don commandant van Hr. Ms. schoener „Zeehond", belast met het politio-toezicht op do visschery in de Noordzee, van 15 tot 22 Dec. jl., blykt dat in den morgen van den 19den zware avery aan het tuig werd geleden, zoodat men genood zaakt was terug te keeron en op 21 Dec. te Willemsoord binnenviel Van Nedeilandsche visschers werd alleen een thuisvarende beug- visscher gezien. Engelsche korders werden als gewoonlyk overal aangetroffen en onder d) korders werd ook een enkele Belg opgemerkt. Overtredingen waren niet geconstateerd. De gewone audiëntie van den minister van koloniën zal op 11 dezer niet worden gehoudon. Hut stoomschip Jason", van Amsterdam en Liverpool naar Tava, arriveerde 5 Jan. te Singapore; de „Prinses Amalia", van Amster dam naar Batavia, arriveerde 7 Jan. te Padang de „Bellerophon" vertrok 5 Jan. van Batavia naar Amsterdam; de „Kaiser", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde 7 Jan. te Tanga; de „Lawoê*', van Java naar Rotterdam, passeerde 7 Jan. Gibraltar; de „Conrad", van Batavia naar Amsterdam, ver trok 8 Jan. van Genua; de „Java" vertrok 8 Jan. van Batavia naar Amsterdam. By koninkiyk besluit van 8 dezer is be paald dat alsnug, ter zake van zyn gedrag tydens het gevecht by Toempooh-Terigah in Tamiang (residentie Oostkust van Sumatra) op 2 April 1893, by afzonderlijke dagorders, zoo in Indië als in Nederland, eervol zal worden vermeld de fuselier van het leger in Nederlandsch Indié E. A. Blontrock. Benoemd mr H. J. C. Van Tienen met ingang van 15 dezer tot burgemeester van Zaandam, met toekenning van eervol ontslag als burgemoostor van Wormervetr. Goedgokeurd dat aan C. J. Yan Walchren, burgemeester van Kortenhoef, op z(jn vorzoek, eervol ontslag is verleend als secretaris dior gemeente. Aan B. J. Bouricius, op zyn verzoek, met ingang van 16 dezer, eervol ontslag verleend uit zyne betrekking van commies der poste ryen 3de kl. Gemengd Nieuws. Men schrijft ons uit Roelof- Arendsveen, dd. 8 Jan.: Heden deed de ys- schuit „de Landman", van den heer J. Pouw, alhier, reeds een proeftocht langs de ringvaart van den Veender en Lijkorpolder. Indien do vorst wtl blijven aanhouden, zal deze soort wintersport zich weldra vertoonon op het daarvoor buitengewoon geschikte terrein „het Brasemermeer", dat thans reed9 geheel in zyn winterboei is geslagen. Ze levert een aantrekkelijk schouwspel op, die menigte van sierlijke, fraai opgetuigde, pijlsnel voortvlie- gende ysschuitjes op die uitgostrekto ysvlakte! liet loont wel de moeite van den vreemd». ling, die er een tocht op schaatsen voor over heeft t Do collecte, gehouden te Zog- waard tot wering der bedelary door zoogo naamd Nieuwjaarswenschen heeft opgebrachl f 87.25. Dozer dagen had de 15-jarigo zoon van J. Kennis, te Roolof-Arendsveon, het ongeluk met do linkerhand bekneld to geraken tusschen twee volle petroleum vaten, waardoor de voorste vinger gebroken word. Dr. Moesman var. Woubrugge heeft dit lichaamsdeel, waar aan het voorste lid letterlijk slingerde, gezet n hoop gegeven, dat het nog wol kan genezen. 13) „En toch heeft de maakster van dit kleine lied gedacht aan den straal der hope en aan een in nieuwe kleurenpracht prykenden regen boog," was de op zacht verwijtenden toon uit gesproken tegenwerping. „Yan den regenboog als het beeld des vredes, tante, niet als van dat der hope! Vrede is het eenige, dat ik nog van het levon kau verwachten. Al het andere zou slechts een ydele droom zyn." De oude dame schudde droevig, maar vast beraden het hoofd. Zy ging naar het raam en koek een poos zwygend naar buiten in den tuin. „Wy moeten dezer dagen toch eons de opera van den heer Von Tiasenborn gaan hooren, nu wij vandaag persooniyk kennis met hem gemaakt hebben," zeide zy, zich opnieuw tot Maud wendond. Maud had als in eon droom op het titel blad van het muziekstuk gestaard en zeide •eindelyk „Hoe vreemd 1" „Wat is vreemd?" „Dit plaatje!" „Ik vind dat bet zich in geen enkel opzicht onderscheidt van alle andere titelplaten op muziekstukken 1" „De gedachte, die ik in myn liedje heb zoeken weer te geven, kwam in my op, toen ik, een paar jaar geleden, m Schotland zijnde, op het balkon van myn hotel stond en naar een onweer op het Lock-Fenmore keek. Evenals hier op dit vignet was er een regenboog zichtbaar boven den Clifford Peak. Dit natuur tafereel kwam my in do herinnering, toenik het ding schreef, en nu vind ik het, natuur lek oenigszin8 gewyzigd, op dit titelblad terug." „Het is eenvoudig eene voorstelling van hetgeen er in het lied beschreven wordt, on tevens de verklaring van de toevallige over eenkomst. A propos, hoe bevalt u de heer Von Ti88enborn?" „Hy maakt geheel den indruk van een kunstenaar." „Dat vind ik ook. Zyt ge niet nieuwsgierig eens kennis te maken met de compositie van uw Hed? Zoudt ge het a vue kunnen zingen Maud keek het vluchtig in. „Het lykt my niet byzonder moeilyk toe en ligt, naar ik zie, goed in myn stem," zeide zy. „Als gy het gaarne hebt, wil ik het wel eens doorzingen." „Ja, ik verlang er naar het lied te hooren I Volgens het zeggen viel het laatst by de familie Van Hoven aan huis byzonder in den smaak." De dames begaven zich naar het aangren zend vertrek. Maud zette zich aan de piano; haro tante bleef achter haar 9taan. Het voorspel gaf de stilte vóór het uit barsten van den storm meesteriyk weer. Daarna viel de zang met zachte, langaange- houden tonen in, waarby Mauds volle, buig zame mezzo sopraan als voor het lied ge schapen scheen. In den plotselingen overgang van mol in dur, by de woorden: „Es zuckt der Strahl, 03 dröhnt, es kracht!" hoorde men het onweer losbarsten. Uitdagend klonk 't: „Was zögerst, wackrer Fiihrmann, du?" In het volgend couplet wisselden dichtmaat en melodie elkander af. Men voelde hoe de gefolterde ziel zich aangordde tot den stryd mot de elementen, om in dien stryd ver getelheid te vinden voor eigen smart. De componist had hier vooral krachtig en stout den zin der woorden weergegeven. Terwijl het accompagnement het loeion van den storm schilderde, verhief de stem zich met haast demo nische kracht boven het oproer in de natuur. Ofschoon Maud de compositie voor de eerste maal zag, zong zy toch met bewonderens waardige vastheid, waarby haar natuuriyk de bekendheid mot den tekst zeer te stade kwam. De gedachten, in het lied vervat, werden door haar zang zóó schoon vertolkt, dat men erkennen moest, dat de componist niets anders gedaan had dan aan de innigste gevoelens der dichteres de machtige taal der tonen te verleenen. Frau Von Balding dacht aan het zooeven gevoerde gesprek, en ze had er spyt van Maud tot het zingen van het lied overgehaald te hebben. Zacht wegstervende akkoorden kondigden het ophouden van den storm aan. Maud hield een oogenblik stil vóór ze met het vierde couplet inviel. Na de woorden: Sag', krankes Herz, wird auch einmal Für dich in neuer Farbenpracht. weigerde hare stem haar plotseling den dienst; hare handen gleden van de toetsen en ze barstte in oen krampachtig snikken uit. „Arm kindl Kom! Wees bedaard! 't Spyt my ontzaglyk, dat ik u verzocht het lied to zingen, maar ik dacht niet dat het u zóó zou aandoen „Hy hoeft in myn hart gelezen l" fluisterde Maud, met een door tranen verstikte stem. „Wie gaf den vreemden man het recht in het geheim van myn smart binnen te dringen?" VII. Sedert Tissenborns bezoek by Maud en hare tante waren ongeveer zes weken ver- loopen. In dien tyd had hy do jonge vrouw slechts éénmaal gezien, en dat nog wel in den schouwburg by eene opvoering zynor opera, die, 't zy hier terloops aangemerkt, zich in de onveranderlyke gunst van het publiek mocht verheugen. Ook by de familie Van Hoven was Maud minder dan anders aan huis gekomen, en allyd in zyne afwezigheid. Zou het toeval zyn, of wilde zy hem met voor dacht uit den weg gaan? Maar waarom zou zy hem vermyden? Natuuriyk had hy diep medeiyden met haar, maar om haar dit te toonen, ontbrak het hem aan do gelegenheid en het recht er toe. Hy had ondervinding genoeg, om te weten, dat deelneming, die niet gevraagd wordt en waartoo men boven dien het recht niet heeft, al heel gauw be- leedigend wordt. Daarom nam hy tegenover mevrouw Van Hovod, zoowel als tegenover Fraulein Lindorf, de grootst mogeiyke om zichtigheid in acht, want vooral do laatste verzuimde niet, hem, by hun eerstvolgende ontmoeting ten huize van den consul-generaal, uit te vragen over zyn bezoek by Maud. Hoewel boven de jaren van 't romaneske dwepen verheven, moest hy zichzelven toch bekennen, dat Maud meer dan een voorby- gaanderi indruk op hem gemaakt had. Lag do oorzaak hiorvaD in het ongewone der eorsto ontmoeting 011 het onverwachte weerzien, of in den blik, dien hy iri haar gemoedsleven geslagen bad? Was 't enkel medelijden mot haar ongelukkig lot, of moest by dat alles houden voor het begin van een dieper mach tiger gevoel, waarvoor hy niet meer gedacht had ontvankelijk te zyn? Hy schrikte by na by die gedachte! Soms scheen het hem toe, dat al zijne vroegere verliefdheden slechts beuzelirigen waren geweest, even gemakkelijk aangeknoopt als weder afgebroken, en dat hy nu voor de eerste maal een wezen ontmoet had, dat by machte was, hem eene oprechte, duurzame genegenheid in te boezemen. Maar was Maud niet altyd nog de vrouw van Albert Aaenau, al was de band, die haar eens aan dezen verbonden had, door diens eigen schuld verbroken? Ja, was het misschien niet juist deze omstandigheid, die haar in zyne oogen innemender, bekooriyker maakte? Maar neenl Hy herinnerde zich, hoe b(j den vorigen winter dikwijls droomend en peinzend gestaard had op het portret zyner „Iris," hy had nog niet durven vragen, om het te mogen behouden eer dat zy iets meer voor hom geweest was, dan de vluchtige verschijning van een enkel oogenblik. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1