N°. 10700.
Donderdag ÏO .Januari.
A0. 1895.
geze <jCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en geestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 9 Januari.
Feuilleton.
BR IS.
LEIDSCH
DAtrBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maanden. 1.10.
Franco per post i 1-10.
Afzondorlyko Nommcrs 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
Van 1-6 regels ƒ1.05. Iedore rogel moor f 0.17£. Grootoro
letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeron buiten de stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Eerste Blad.
Officiëele KennisffevingeB.
Burgemeester en Wethondora van Leiden
Gezien art. 8, 1ste alinea, dor wet van den 2den
Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het
toezicht bij het oprichten van inrichtingen, welke
gevaar, echade of hinder kunnen veroorzaken;
Brengen bij dezo ter algemeene kennus dat door
hen op heden vergunning is verleend aan J. KUIPER,
P.OÜDSHOOItN en A.VERSNEY o.i rechtverkrijgenden
respectievelijk tot liet opricht'n van eene bergplaats
van chemicaliën en aanversvaute artikelen in het
perceel Koddesieog No. 20 en tot hot oprichten van
amedonjen in de porceolen Groenesteeg No. 10 en
Zakpoort No. 2 (Voldorsgracht.)
Bnrgemeester on Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
7 Januari 1895. E. KIST, Secretaris.
Burgemeester en Wethoudore van Leiden;
Gezien de adressen van G. OVERUUIN en D.
TESliE, houdende verzoek om vergunning tot oprich
ting van drogerijen van wol, respectievelijk in de per-
coelea Oranjegracht No. 6 cn Uitorategracbt No. 137,
Gelet op de artt. C en 7 der Wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95);
Geven bjj dezo kennis aan het publiek dat ge
noemde verzoeken mot de bijlagen op do Secretarie
dezer gemeente tor visie gelegd zijnalsmede dat op
Dinsdag 22 Jan. a. s., 'e voormiddags te elf uren,
op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen die verzoeken in to brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoomd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
8 Jan. 1896. E. KIST, Secretaris.
Lu verwachtingen, welke de laatste alge-
ïr.o. no repetitie van 't „Weihnachts-oratorium"
en „Die EL Drei Könige" had opgewekt, z|jn
niet beschaamd geworden, maar zoomogelijk
nog overtroffen toen gisteravond in de Stads-
zaal de eerste der drie uitvoeringen er van
plaats had.
De zaal was zoowel beneden als boven
goed bezet. Vooral op het balkon was do
opkomst zeer talrijk.
Tot dezp eerste uitvoering was een aantal
R.-K. geestelijken van hier en omliggonde
gemeenten genoodigd, die in groot en getale, op
de eereplaatsen vooraan, door hunne tegen
woordigheid deze uitnoodiging hadden be
antwoord.
Met de meeste aandacht en onder diepe
stilte werd de zang aangehoord en werden
do levende beeldengroepen beschouwd, en
al was er verzocht noch bjj het een noch
by het ander teekenen van af- of goedkeuring
te geveD, zoo kon het publiek zich toch by
hot slot tafereel, waarby o. a. de engelen
kopjes te midden der fraaie groep zoo lief
uitkomen, niet bedwingen eindeiyk tot een
luid en aanhoudend applaus over te gaan,
zoodat dit tableau, beschenen door bengaalsch
licht, driemaal herhaald word.
Naar wy vernamon, waren ook voor heden-
en morgenavond reeds vroegtydig vele kaarten
genomen.
By beschikking van den minister van
oorlog zyn de kapitein J. H. Bachiene, van
het 4de bataljon 4de regiment infanterie, en
de eerste luitenant P. W. Van Wyk, van het
2do bataljon, bestemd als officier voor speciale
diensten, en zulks ter vervanging van den
kapitein J. M. Obreen en den eersten luit. H.
Cr. Van Meurs, die eervol uit deze betrekking
worden ontheven, te rekenen op 1 Februari a. s.
Op 1 Februari a. s. wordt de kapitein van
speciale diensten J. M Obreen belast met
het bevel over de 4de comp. 4de bataljon 4de
regiment infanterie en wordt de eerste luit.
H. G. Van Meurs ingedeeld by de 2de comp.
2do bataljon van het regiment alhier.
Ingevolge beschikking van don inspecteur
der infanterie is de eerste luit. Van Bel, van
het 3de bataljon van het 4de regiment infanterie
te Haarlem overgeplaatst by het 5de bataljon
te Gouda, en wel met ingang van 1 Februari a. s.
Genoemde luit. wordt ingedeeld by de 2de
comp. van genoemd bataljon.
Mej. Joh. C. Aartse, te Voorschoten,
vroeger leerlinge van de dames De Loos en
Van Baaten, leeraressen aan de Muziekschool
dor Maatschappij voor Toonkunst alhier, is
aangesteld als onderwijzeres in de muziek aan
de jongedames kostschool te Wijk by-Duurstede.
De Neaerlandsche mail met berichten
uit Batavia tot 11 Dec. kan 10 Jan. alhier
worden verwacht.
Maandag-avond gaf het fanfare-gezelschap
„Liefde voor Harmonie", te R.-A.-Veen, eene
muziek- en tooneel-uitvoering in de goed ge
vulde bovenzaal van den heer Wagenaar
aldaar. Het geschreven en ongeschreven
programma bevatte o. a. 2 kluchtspelen„Het
testament van den kapitein" en Het lotery-
briefje van baas Drilboor". Beide stukjes,
vooral het eerste, werden met een ilinken
gang gespeeld. Vóór, na en tusschen deze
tooneelproducten werden ter afwisseling
muzieknummers geblazen en komische voor
drachten gehouden, waarmede de aanwezigen
zich kostelyk amuseerden. Voor al de moeite,
inspanning, yver en opoffering, welke de leden
van dit gezelschap zich voortdurend getroosten,
verdienen zy met volle recht do sympathie
en den steun van het publiek.
De bevolking der gemeente Bodegrave
bestond op 31 Dec. 1393 uit 1831 m. en
2007 vr., te zamen 3838 porsonen.
In 1894 werden geboren 143 kinderen, als
77 j. en 66 m. Er vestigden zich 167 m. en
178 vr., totaal 345 personen. Overleden zyn
51 m. en 56 vr., totaal 107 personen. Naar
elders vertrokken 151 m. en 166 vr., totaal
317 personen.
De bevolking der gemeente bedroeg dus op
31 December 1894: 1873 m. en 2029 vr.,
totaal 3902 zielen.
Er werden 29 huwelykon gesloten.
Levenloos werden aangegeven 2 kinderen,
1 m. en 1 vr.
Men schryft ons: De Rederijkerskamer
„de Harmonie" van Zevenhuizen hield in de
zaal van den heer M. Poot een tooneel uit
voering.
Het stuk, getiteld „Baboerita", oorspronke
lijk tooneelspel in 4 bedrijven werd uitste
kend uitgevoerd, terwijl ook na de pauze tot
slot „Bergen en Dalen", blyspel in twee be-
dry ven, zeer goed van stapel liep. Hetgohoel
werd opgeluisterd door een pianist en drie
violisten. De zaal was eivol en het publiek
toonde door het applaudissement zich goed
te amuseeien. Alles liep in de beste orde af.
Burgemeester en Wethouders van Zoe-
termeor noodigen de lotelingen, die verlangen
by de zeemilitie te dienen, uit, om zich daartoe
vóór den lsten Februari ter plaatselijke secre
tarie aan te melden.
De gemeenteraad te 's-Gravenhage be
sloot gisteren tot aankoop: lo. van 12. 73. 80
HA. weiland en water in den Noordpolder,
tusschen de Spoorbaan naar Rotterdam en de
Laak, ten behoeve der verbetering van de
vaart om de stad voor 76 cents per centiare
(ongeveer f 97,000); 2o. van terrein aan den
Zuid Buitensingel ten behoeve van de ge
meenschapsverbetering; 3o. van een perceel
grond tot vestiging van een posthuis voor
keuring van vleesch en vee aan de Regen-
tesselaan.
Het voorstel van B. en Ws., om by den
minister van binnenlandscho zaken opnieuw
aan te dringen op Rykssubsidie ten behoeve
van het Gymnasium, werd aangenomen.
Onder een zeer grooten toevloed van
collega's, leerlingen, oud-leerlingen en belang
stellenden had te Toulouse de begrafenis van
dr. Th. Stieltjes, hoogleeraar aan de academie
aldaar, wiens overlijden wy vermeldden, plaats.
Behalve de bloedverwanten volgdon verschil
lende delegation van de universiteit bet stoffelijk
overschot van den jongen geleerde, dat onder
bloemen bedolven was.
Op het kerkhof van Terre Cabade go
6chiedde de ter aarde-bestelling; aan de groeve
werd gesproken door de heeren Leclerc du
Sabon, deken van de faculteit der wysbegeerte,
A. Benoist, deken van de letterkundige faculteit,
en Lapart, president van het studentencorps.
Alle redenaars herdachten den heer Stieltjes
in treffende bewoordingen. ZUn collega's her
innerden aan den bekwamen geachten mede
werker, de heer Lapart herdacht den beminden
en hooggeschatton hoogleeraar.
Uit een in de „Staatscourant" van 9
dezer opgenomen verslag van de commissie,
in 1894 belast met het afnemen der examens
voor de akten handteekenen, rechtlynig tee
kenen en boetseeren, midd. ond., en hand
teekenen lager ond., blykt dat de practische
vakken over het algemeen weder minder goede
uitkomsten opleverden dan de theoretische.
Wat de kennis van perspectief aangaat,
deze was by de candidaten voor M' vry vol
doende; doch dit kan niet gezegd worden
van hen, die naar akte M1 dongen. De com
missie merkt op, dat ook de axonometrie en
de algemeene parallelprojectie behooren tot
de beginselen der beschavende meetkunde,
waarmede de candidaten bekend moeten zyn.
Bleken de candidaten voor M1 zeer goed
in staat te zyn tamelyk ingewikkelde con-
structièn uit te voeren, deze bekwaamheid
strekte zich niet uit tot het geven eener
goede verklaring van do grondbeginselen der
doorziclitkunde en projectieloer, hetgeen toch
zeker van eon leeraar by 't middellaar onder-
wys geëischt mag worden.
Onder de vier vakken, waarin de afdeeling
„Ornament" is gesplitst, leverde de rubriek
„styleeren en ontwerpen" de minst goede
uitkomsten op. Beter was de kennis van
styi- en ornamentleer Enkele candidaten voor
M', in het byzonder vrouwelyke, hadden van
dit vak blykbaar met voorliefde studie gemaakt.
Het teekenen is nog steeds in minder goede
conditie dan de theoretische vakken.
Omtrent de kennis van methodiek by de
candidaten voor M' is het oordeel der com
missie gunstig.
In de ontleedkunde voldeden 8 van de 31
candidaten niet aan de zeer matig gestelde
eischen, wegens gebrekkigo voorbereiding.
De candidaten, die aan het examen voor
boetseeren deelnamen, toonden zich over het
algemeen het zwakst by het maken van den kop.
Nu de door de wet op het middelbaar
onderwys beoogde burgerdagscholon vry alge
meen door ambachtsscholen zyn vervangen
en dezo laatste door toekenning van Ryks
subsidie nog meer dan vroeger tot het gebied
dier wet zyn gebracht, meent de commissie
eene reden te meer te hebben, zich aan te
sluiten by hetgeen door vorige commissién
betreffende het programma voor de bouwkunde
werd opgemerkt en vestigt zy de aandacht
van den minister van binn. zaken opnieuw
op de wenschelykheid, eene wijziging in de
bepalingen van het programma te brengen.
De examens voor de akte lager onderwijs
waren zeer gunstig. Aan ruim 63 pCt. der
geëxamineerden kon do akte worden uitgereikt.
Tot directrice van de Haagscho kook
school is benoemd mevrouw A. S. Tydeman
Verschoor, directrice der kookschool te Rot
terdam.
Do Koningin Regentos hoeft f 500 ter
beschikking gesteld voor „Rembrandt", ver-
eeniging tot behoud in Nederland van kunst
schatten.
De kolonel Van Tuerenhout, comman
dant van het 1ste reg. infanterie, hoeft, wegens
gezondheidsredenon, pensioen aangevraagd.
Te Baarle-Nassau (N.-Br.) kwam verleden
week by de herstemming voor een lid van
den gemeenteraad een jongeling in plaats
van zyn vader stemmen. Eerst toen het biljet
in de bus was, werd deze onregelmatigheid
door hot stomburoel ontdekt. Men opende
toen de stembus en liet don jongen zyn biljet
uit de stembriefjes zoeken, waarna de ver
kiezing werd voortgezet, alsof er niets go
beurd was.
De uitslag was, dat op de beide candidaten
waren uitgebracht 67 en 69 stemmen en hy
die de meeste stemmen behaalde, als gekozen
werd geproclameerd. Door niemand is togen
deze verkiezing protest aangeteekend
By de Doopsgezinde gemeenten waren
op 1 Januari jl. 25 predikantsplaatsen vacant,
als: in Friesland 12, Groningen 4, Noord-
Holland 6, en Zuid-Holland, Overysel en Zee
land elk 1. In Gelderland zyn alle vacaturen
vervuld.
Uit een rapport van don commandant
van Hr. Ms. schoener „Zeehond", belast met
het politio-toezicht op do visschery in de
Noordzee, van 15 tot 22 Dec. jl., blykt dat in
den morgen van den 19den zware avery aan
het tuig werd geleden, zoodat men genood
zaakt was terug te keeron en op 21 Dec. te
Willemsoord binnenviel Van Nedeilandsche
visschers werd alleen een thuisvarende beug-
visscher gezien. Engelsche korders werden als
gewoonlyk overal aangetroffen en onder d)
korders werd ook een enkele Belg opgemerkt.
Overtredingen waren niet geconstateerd.
De gewone audiëntie van den minister
van koloniën zal op 11 dezer niet worden
gehoudon.
Hut stoomschip Jason", van Amsterdam
en Liverpool naar Tava, arriveerde 5 Jan. te
Singapore; de „Prinses Amalia", van Amster
dam naar Batavia, arriveerde 7 Jan. te Padang
de „Bellerophon" vertrok 5 Jan. van Batavia
naar Amsterdam; de „Kaiser", van Hamburg
en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde
7 Jan. te Tanga; de „Lawoê*', van Java naar
Rotterdam, passeerde 7 Jan. Gibraltar; de
„Conrad", van Batavia naar Amsterdam, ver
trok 8 Jan. van Genua; de „Java" vertrok
8 Jan. van Batavia naar Amsterdam.
By koninkiyk besluit van 8 dezer is be
paald dat alsnug, ter zake van zyn gedrag
tydens het gevecht by Toempooh-Terigah in
Tamiang (residentie Oostkust van Sumatra)
op 2 April 1893, by afzonderlijke dagorders,
zoo in Indië als in Nederland, eervol zal
worden vermeld de fuselier van het leger in
Nederlandsch Indié E. A. Blontrock.
Benoemd mr H. J. C. Van Tienen met
ingang van 15 dezer tot burgemeester van
Zaandam, met toekenning van eervol ontslag
als burgemoostor van Wormervetr.
Goedgokeurd dat aan C. J. Yan Walchren,
burgemeester van Kortenhoef, op z(jn vorzoek,
eervol ontslag is verleend als secretaris dior
gemeente.
Aan B. J. Bouricius, op zyn verzoek, met
ingang van 16 dezer, eervol ontslag verleend
uit zyne betrekking van commies der poste
ryen 3de kl.
Gemengd Nieuws.
Men schrijft ons uit Roelof-
Arendsveen, dd. 8 Jan.: Heden deed de ys-
schuit „de Landman", van den heer J. Pouw,
alhier, reeds een proeftocht langs de ringvaart
van den Veender en Lijkorpolder. Indien do
vorst wtl blijven aanhouden, zal deze soort
wintersport zich weldra vertoonon op het
daarvoor buitengewoon geschikte terrein „het
Brasemermeer", dat thans reed9 geheel in
zyn winterboei is geslagen. Ze levert een
aantrekkelijk schouwspel op, die menigte van
sierlijke, fraai opgetuigde, pijlsnel voortvlie-
gende ysschuitjes op die uitgostrekto ysvlakte!
liet loont wel de moeite van den vreemd». ling,
die er een tocht op schaatsen voor over heeft t
Do collecte, gehouden te Zog-
waard tot wering der bedelary door zoogo
naamd Nieuwjaarswenschen heeft opgebrachl
f 87.25.
Dozer dagen had de 15-jarigo
zoon van J. Kennis, te Roolof-Arendsveon, het
ongeluk met do linkerhand bekneld to geraken
tusschen twee volle petroleum vaten, waardoor
de voorste vinger gebroken word. Dr. Moesman
var. Woubrugge heeft dit lichaamsdeel, waar
aan het voorste lid letterlijk slingerde, gezet
n hoop gegeven, dat het nog wol kan genezen.
13)
„En toch heeft de maakster van dit kleine
lied gedacht aan den straal der hope en aan
een in nieuwe kleurenpracht prykenden regen
boog," was de op zacht verwijtenden toon uit
gesproken tegenwerping.
„Yan den regenboog als het beeld des
vredes, tante, niet als van dat der hope!
Vrede is het eenige, dat ik nog van het levon
kau verwachten. Al het andere zou slechts
een ydele droom zyn."
De oude dame schudde droevig, maar vast
beraden het hoofd. Zy ging naar het raam
en koek een poos zwygend naar buiten in
den tuin. „Wy moeten dezer dagen toch eons
de opera van den heer Von Tiasenborn gaan
hooren, nu wij vandaag persooniyk kennis
met hem gemaakt hebben," zeide zy, zich
opnieuw tot Maud wendond.
Maud had als in eon droom op het titel
blad van het muziekstuk gestaard en zeide
•eindelyk
„Hoe vreemd 1"
„Wat is vreemd?"
„Dit plaatje!"
„Ik vind dat bet zich in geen enkel opzicht
onderscheidt van alle andere titelplaten op
muziekstukken 1"
„De gedachte, die ik in myn liedje heb
zoeken weer te geven, kwam in my op, toen
ik, een paar jaar geleden, m Schotland zijnde,
op het balkon van myn hotel stond en naar
een onweer op het Lock-Fenmore keek. Evenals
hier op dit vignet was er een regenboog
zichtbaar boven den Clifford Peak. Dit natuur
tafereel kwam my in do herinnering, toenik
het ding schreef, en nu vind ik het, natuur
lek oenigszin8 gewyzigd, op dit titelblad terug."
„Het is eenvoudig eene voorstelling van
hetgeen er in het lied beschreven wordt, on
tevens de verklaring van de toevallige over
eenkomst. A propos, hoe bevalt u de heer
Von Ti88enborn?"
„Hy maakt geheel den indruk van een
kunstenaar."
„Dat vind ik ook. Zyt ge niet nieuwsgierig
eens kennis te maken met de compositie van
uw Hed? Zoudt ge het a vue kunnen zingen
Maud keek het vluchtig in.
„Het lykt my niet byzonder moeilyk toe en
ligt, naar ik zie, goed in myn stem," zeide zy.
„Als gy het gaarne hebt, wil ik het wel
eens doorzingen."
„Ja, ik verlang er naar het lied te hooren I
Volgens het zeggen viel het laatst by de
familie Van Hoven aan huis byzonder in den
smaak."
De dames begaven zich naar het aangren
zend vertrek. Maud zette zich aan de piano;
haro tante bleef achter haar 9taan.
Het voorspel gaf de stilte vóór het uit
barsten van den storm meesteriyk weer.
Daarna viel de zang met zachte, langaange-
houden tonen in, waarby Mauds volle, buig
zame mezzo sopraan als voor het lied ge
schapen scheen. In den plotselingen overgang
van mol in dur, by de woorden: „Es zuckt
der Strahl, 03 dröhnt, es kracht!" hoorde men
het onweer losbarsten. Uitdagend klonk 't:
„Was zögerst, wackrer Fiihrmann, du?"
In het volgend couplet wisselden dichtmaat
en melodie elkander af. Men voelde hoe de
gefolterde ziel zich aangordde tot den stryd
mot de elementen, om in dien stryd ver
getelheid te vinden voor eigen smart. De
componist had hier vooral krachtig en stout
den zin der woorden weergegeven. Terwijl
het accompagnement het loeion van den storm
schilderde, verhief de stem zich met haast demo
nische kracht boven het oproer in de natuur.
Ofschoon Maud de compositie voor de eerste
maal zag, zong zy toch met bewonderens
waardige vastheid, waarby haar natuuriyk de
bekendheid mot den tekst zeer te stade kwam.
De gedachten, in het lied vervat, werden
door haar zang zóó schoon vertolkt, dat men
erkennen moest, dat de componist niets anders
gedaan had dan aan de innigste gevoelens
der dichteres de machtige taal der tonen te
verleenen.
Frau Von Balding dacht aan het zooeven
gevoerde gesprek, en ze had er spyt van
Maud tot het zingen van het lied overgehaald
te hebben.
Zacht wegstervende akkoorden kondigden
het ophouden van den storm aan. Maud hield
een oogenblik stil vóór ze met het vierde
couplet inviel.
Na de woorden:
Sag', krankes Herz, wird auch einmal
Für dich in neuer Farbenpracht.
weigerde hare stem haar plotseling den dienst;
hare handen gleden van de toetsen en ze
barstte in oen krampachtig snikken uit.
„Arm kindl Kom! Wees bedaard! 't Spyt
my ontzaglyk, dat ik u verzocht het lied to
zingen, maar ik dacht niet dat het u zóó
zou aandoen
„Hy hoeft in myn hart gelezen l" fluisterde
Maud, met een door tranen verstikte stem.
„Wie gaf den vreemden man het recht in
het geheim van myn smart binnen te dringen?"
VII.
Sedert Tissenborns bezoek by Maud en
hare tante waren ongeveer zes weken ver-
loopen. In dien tyd had hy do jonge vrouw
slechts éénmaal gezien, en dat nog wel in den
schouwburg by eene opvoering zynor opera,
die, 't zy hier terloops aangemerkt, zich in
de onveranderlyke gunst van het publiek
mocht verheugen. Ook by de familie Van
Hoven was Maud minder dan anders aan huis
gekomen, en allyd in zyne afwezigheid. Zou
het toeval zyn, of wilde zy hem met voor
dacht uit den weg gaan? Maar waarom zou
zy hem vermyden? Natuuriyk had hy diep
medeiyden met haar, maar om haar dit te
toonen, ontbrak het hem aan do gelegenheid
en het recht er toe. Hy had ondervinding
genoeg, om te weten, dat deelneming, die
niet gevraagd wordt en waartoo men boven
dien het recht niet heeft, al heel gauw be-
leedigend wordt. Daarom nam hy tegenover
mevrouw Van Hovod, zoowel als tegenover
Fraulein Lindorf, de grootst mogeiyke om
zichtigheid in acht, want vooral do laatste
verzuimde niet, hem, by hun eerstvolgende
ontmoeting ten huize van den consul-generaal,
uit te vragen over zyn bezoek by Maud.
Hoewel boven de jaren van 't romaneske
dwepen verheven, moest hy zichzelven toch
bekennen, dat Maud meer dan een voorby-
gaanderi indruk op hem gemaakt had. Lag
do oorzaak hiorvaD in het ongewone der eorsto
ontmoeting 011 het onverwachte weerzien, of
in den blik, dien hy iri haar gemoedsleven
geslagen bad? Was 't enkel medelijden mot
haar ongelukkig lot, of moest by dat alles
houden voor het begin van een dieper mach
tiger gevoel, waarvoor hy niet meer gedacht
had ontvankelijk te zyn? Hy schrikte by na
by die gedachte! Soms scheen het hem toe,
dat al zijne vroegere verliefdheden slechts
beuzelirigen waren geweest, even gemakkelijk
aangeknoopt als weder afgebroken, en dat hy
nu voor de eerste maal een wezen ontmoet
had, dat by machte was, hem eene oprechte,
duurzame genegenheid in te boezemen. Maar
was Maud niet altyd nog de vrouw van
Albert Aaenau, al was de band, die haar eens
aan dezen verbonden had, door diens eigen
schuld verbroken? Ja, was het misschien niet
juist deze omstandigheid, die haar in zyne
oogen innemender, bekooriyker maakte? Maar
neenl Hy herinnerde zich, hoe b(j den vorigen
winter dikwijls droomend en peinzend gestaard
had op het portret zyner „Iris," hy had
nog niet durven vragen, om het te mogen
behouden eer dat zy iets meer voor hom
geweest was, dan de vluchtige verschijning
van een enkel oogenblik.
Wordt vervolgd.)