dan die van 1893. Tegenover dit bedrag staat
een vermeerderde uitgave van circa f 200,000
boven die van betzelfde jaar.
De aankoop van huizen en krotten in
de beruchte Vildersgas, te NJJmegon, door
het Gemeentebestuur voor 34,000, is door
Gedep. Staten van Gelderland goedgekeurd,
zoodat men weldra met de slooping van deze
buurt zal kunnen beginnen. Intusschen ver
neemt men, dat een der huurders van het
grootste pand in het bezit is van een huur
contract voor oen nog vele jaren loopende
huur, welk contract met een vroegere eige
naresse van dit pand naar behooren is aan
gegaan. "Wyl deze huurder geen afstand van
zyno rechten wil doen, zal het dus nog lang
kunnen duren, eer de slooping volkomen ge
noemd kan worden.
Op 30 December is te Amsterdam in
den ouderdom van 66 jaar overleden de heer
P. H. Craandyk, reeder en assuradeur en
welbekend als schryver van talrijke militaire
schetsen, o. a. in „Eigen Haard" over de
vrijwillige jagercorpsen in 1830. Hfj was een
groot vriend van wijlen P. H. Witkamp en
werd steeds geraadpleegd, waar het de mili
taire geschiedenis betreft.
Aldaar is ook in den ouderdom van 78
jaren overleden de heer T. F. A. O. Boellaard
van Tuyl, gapensionneerd luitenant kolonel,
lidder van het Metalen Kruis.
De „Amsterdamsche Courant" viert haar
275-jarig bestaan: 1619 wordt door de redac
tie van dit dagblad aangenomen als het jaar
van z\jn oprichting, ofschoon het volstrekt
niet zeker is, dat het blad niet nog ouder is.
Dat vindt men betoogd in hot feestnummer,
dat op Oudejaars-avond is verschenen. In dat
nummer, op groot formaat gedrukt, vindt men
behalve een inleidend woord van den hoofd
redacteur de geschiedenis dor „Amsterdamsche
Courant" tot op heden beschreven; bij dit
verhaal zijn de portretten gevoegd van een
twaalftal redacteuren en medewerkers, onder
wio w\j Jan Wagenaar, Jeronimo De Vries,
mr. S. Vissering, mr. J. T. Buys en mr. J.
Heemskerk Azn. opmerken; een strooibiljet
van 1629 is gereproduceerd evenals het
„nieuwe"' vignet der courant vau 1796.
Van 1 tot 8 Januari houdt de „Amsterdam
sche Courant" in „De Brakke Grond" een
tontoonstelling van al wat op haar en de
journalistiek in Nederland in het algemeen
betrokking heeft. Ook voor belangstellende
niet-abonnés is deze tentoonstelling op aan
vrage by do redactie te bezichtigen.
De heeren D. J. Gelder en H. C. Van
Dorsten Czn. bobben met het einde van 1894
opgehouden lid te zyn van do redactie der
„N. Rott. Ct." Wegens hun gevorderden leef-
tyd zyn zy van hun werkzaamheden ont
hoven on is hun een pensioen toegekend.
Do heer Gelder kwam op 1 Febr. 1853 by
de „N. Rott. Ct." in betrekking; do heer Van
Dorsten op 1 April 1858.
Wylen mej. G. Van Voldhuizon, te
Barneveld overleden, heeft aan de Westerveld-
stichting (voor oude mannen on vrouwen)
aldaar gelegateerd /"2000 en het grootste deel
van haar vorder vermogen (bestaande in vaste
goederen, enz.), aan het Proveniersarmenhuis
aldaar.
Door het gerechtshof to Leeuwarden is,
ter vervulling van eene vacature van raadsheer
in dat colloge, opgemaakt do navolgende
alphabetische lyst van aanbevoling: mr. M. E.
Booy; mr. A. C. C. Folkersma en mr. L. D.
W. Losecaat Vermeer, rechters in de arr.
rechtbanken te Ti«l, Groningen en Leeuwarden.
Te Pretoria is op 72 jarigen leeftyd go-
stoivon do heer Hendrik Stiemens, goboren
te Arnhem, 20 Maart 1822. In ons land als
onderwyzer werkzaam tot 1S56, loog hy naar
Natal en wyddo zich ook daar aan de op-
vooding der jeugd. In 1859 vestigde hy zich
in do Transvaal. Van het einde van 1860 tot
1861 fungeerde hy als «taatssecretaris. Na
den burgeroorlog werd hy tot Gouvts.-onder
wyzer benoemd en bleef dat tot 1870, toen
hy eerste staatsklerk werd. Na den oorlog
mot Engeland werd hy secretaris van het
ondcrwys-departement, en toen ds. Du Toit
als super intendant aftrad, nam hy diens ge
wichtige betrekking waar tot in 1892. Wegons
»yn hoogen ouderdom nam hy toen zyn ontslag.
De voorzitter van de gemengde commissie
voor do stenographic uit de beide Kamers
dor Staton-Generaal brengt ter kennis van
belanghebbenden
dat in hot jaar 1895 een cursus van steno
graphic worJt geopend, waaraan, tot een
boperkt getal, worden toegelaten nianneiyke
Nederlanders, die het eindexamen van het
gymnasium, of het daarmede gelykgesteld
Staatsoxamon, of een ander examen, de waar
borgen gorenJ© van wetenschappelyke ont
wikkeling to bezitten, met goed gevolg
hebben afgeltgd;
dat, na afloop van den cursus, aan hen,
dio een voldoende vaardigheid in do stono-
graphio vorkregon hobben, de vergunning kan
worden gegeven om zich onder voorwaarden,
door do commissio te stellen, verder voor het
vak van stenograaf te bekwamen by de steno
graphist© inrichting der Staten Genoraal
dat by voorkomende vacatures in die in
richting, aan de daartoe geschikten onder
degenen, die daarby zyn opgeleid, by voor
keur oen plaats als stenograaf wordt verleend,
waaraan eono jaarlyksche bezoldiging is ver
tonden, klimmende van 1500 tot 3000,
met recht op pensioen, en nut de vrijheid om,
zooveel bestaanbaar is met den dienst der
Staten-Generaal, de rechtspraktyk uit te oefe
nen of zich met letterkundigen of weten-
schappelyken arbeid bezig te houden.
Zy, die verdoro inlichtingon verlangen,
melden zich daartoe in de maand Februari 1895,
in persoon, aan by den directeur van de
Stenographische Inrichting, den heer W. H.
De Beaufort, De-Ruyter straat 50 te 's-Graven-
hago, dagelyks van 1 tot 3 uren des nam.,
by wien ook de aangifte tot het by wonen van
den cursus wordt gedaan. (Sts.Ct.)
Het stoomschip „Maasdam", van Rot
terdam naar Nieuw-York, passeerde 31 Dec.
Lizard; de „Prins Hendrik", van Batavia naar
Amsterdam, passeerde 31 Dec. Dungeness;
de „Drente", van Java naar Rotterdam, pas
seerde 30 Dec. Point de Galle; do „Kaiser",
van Hamburg en Amsterdam naar O.Afrika,
arriveerde 31 Dec. te Adende „Prinses Marie",
van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 31
Dec. te Southampton; de „Anchises", van
Batavia naar Londen en Amsterdam, arriv.
1 Jan. te Portland; de „Bundesrath" arriv.
30 Dec. van Hamburg en Amsterdam te Dur
ban; de „Conrad", van Batavia naar Amster
dam, arriv. 31 Dec. te Suez; de „Gedó", van
Rotterdam naar Java, arriv. 1 Jan. te Mar
seille; de „Prins Frederik Hendrik" arriv.
31 Dec. van West-Indio te Nieuw-York; de
„Prinses Marie", van Amsterdam naar Batavia,
vertrok 1 Jan. van Southampton; de „Prin
ses Sophie", van Amsterdam naar Batavia,
arriv. 1 Jan. te Port Said; do „Veendam",
van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde
1 Jan. Wight.
By koninkiyk besluit zyn benoemd by
het dep. van binnenl. zaken tot adjunct
commies, do oerste klerken G. F. Stuttorheim
en C. L. Du Saar.
Pensioen verleend aan: M. W. E. Horn,
wed. H. W. Hagedorn, commies der telegraphie
lste kl., 550; S. J. De Koek, wed. N. F.
Van Nooten, raadsheer in het provinciaal
gerechtshof te Utrecht, ƒ367; E. Goedhart,
eerder wed. T. Hoog van Nes, thans wed.
A. Van Heulen, brievengaarder, 75; M. G.
Hamer, eerder wed. G. Ter Horst, thans
wed. J. Lucassen, adjunct-commies lste kl.
ter prov. griffie van Gelderland, ƒ171; J. J.
J. Van Eek Tenhagen, wed. A. Van Zoons,
commies 2de kl. by 's Ryks bel., ƒ154; do
kinderen van wylen A. Boer, postbode, 37;
de kinderen van wylen J. W. Bruinvoort,
ryksveldwachter 3de kl., 62 'sjaars.
De heer J. S. 't Hooft, eerste essaieur by
's Rijks Munt, aangewezen om gedurende het
jaar 1S95 in geval van afwezigheid van een
der loden van het Muntcollege, diens plaats
te vervullon by de behandeling der onder
werpen, bedoeld by do artt. 3, 7 en 10 dei-
wet van 1 Juni 1850.
De offle. van gez. 2do kl. J. E. Muschart,
van het personeel van den genee&k. dienst
der landmacht, voor den tyd van drie jaren
gedetacheerd by de landmacht in West Indié.
Met ingang van 1 April 1895 benoemd tot
directeur van liet post- en tolegraafkantoor
to Apeldoorn, F. H. Do Meester, thans com
mies der posteryen lste kl.
Benoemd tot ontvanger der registratio: te
Wageningen de heer C. F. Lobret, tbans te
Eindhoven; to Doesburg, H. F. Spoor, thans
to Loenen.
Zuid-Holland In gevaar.
In de „N. R. C." doet de beer Ryckevorsel,
van Rotterdam, de volgende ernstige waar
schuwing:
„Verscheidene jaren ben ik bezig gewees
met eene magnetische opneming van Nederland,
waarvan do uitkomsten op dit oogenblik by
den drukker zyn, en over eenigon tyd zullen
verscbynen. Die onderzoekingen nu hebber,
my geheel onverwachts een blik doen slaan
in den bedenkelykon toestand der provincie
Zuid-Holland. Het is toch myne vasto over
tuiging geworden, dat het gevaarlykste, he
meest bedreigde, tevens het zwakste punt van
onze geheele kustlyn Scheveningen is. Niet
Walchoren of Vlieland, waaraan reeds zooveel
ten ko3te is gelegd, loopen werkeiyk hei
meest gevaar door de zee verzwolgen te worden,
maar wel Zuid-Holland, en moer onmiddellyk
het gedeelte daarvan tusschen Scheveningen
en Rotterdam.
„Het zou de grenzen, die men zich in een
dagblad stellen moet, ver te buiten gaan, in
dien ik wilde trachten hier, ook maar eenigs-
zins in algomoen bogrypolyken vorm, aan to
toonen hoe ik tot die overtuiging kwam. Ik
ben dus verplicht hier dadelyk by to voegen, dat
het zeker niet met mathematische zekerheid
is, dat ik het boven noergeschroveno bewezen
acht. Het volslagen bewys zal zelfs waar-
scbynlyk eerst dan geleverd zyn, wanneer
het kwaad geschied is, wanneer Nederland
een verlies heeft geleden, dat niet weer te
herstellen zal zyn. Want ik hob met voor
dacht de uitdrukking gebruikt: „door do zee
verzwolgen". Er zal hier toch vermoedelyk
geen sprake zyn van een polder, die volloopt,
en dien men, na heistelling van do water-
keuringen, weer ledig pompt. Het komt my
voor, dat er vtees kan zyn voor verdwynen,
voor voortdurend afgebrokkeld worden en
door de zee wegge*oer 1, zonder dat h:t kwaad
moor to keuren zal zyn, wanneer de duin
reeks eenmaal zal doorgebroken wezen.
„Zekeineid, neen. Myne overtuiging borust
voor een gedeelte op hypothesen. Ik had dus
gaarne eenvoudig het verschijnen van myn
werk afgewacht. Dan zal ieder voor zich
kunnen beoordeelen, in hosvorre by myne
vrees gegrond acht, of niet.
„Zelfs na do treurige gebourtenissen der
laatste dagen heb ik nog geaarzeld, of het
wel zaak was, zondor de gionden er voor,
reeds nu eene conclusie bekend to maken,
die mogeiyk aan vele anderen minder waar-
schijniyk dan aan my kan voorkomen. Maar
ik kwam toch tot het besluit, dat spreken
plicht was, ook al mochten velen later myne
vrees ongegrond achten. Voor myzelven toch
ben ik overtuigd, dat het volstrekt niet on-
mogelyk is, doch integondoel hoogst waar-
schynlyk,
„dat, indien niet alle denkbare middelen,
alles wat reeds uitgedacht is of nog uitge
dacht kan worden, wordt aangewend om de
kust van Zuid-Holland tegen de zee te ver
dedigen, men groot gevaar loopt, eerlang raet
verwondering te zien, dat een goed gedeelte
dier provincie van de kaart van Europa ver
dwenen is.
„Zou het niet beter zyn, hier zeer veel, te
veel te doen, dan ook maar iets te weinig?"
LOMBOK.
Aan een particulier schryven uit Lombok,
opgenomen in hot „N. v. d. D.", is het vol
gende ontleend:
21 November. Heden is het rustdag,'t welk
voor een ieder hoogst aangenaam is.
In de laatste dagen hebben wy steeds droog
weer; gisteren en vandaag was het verba
zend warm.
Het Balische volk, dat vóór don overval van
25 Augustus trotsch en met brutalea blik ons
voorby liep, soms niet wilde uitwijken, hurkt
thans overal neor, vergeving smeekend.
Moesten wy vroeger voor klappers veel geld
betalen, nu draagt men ze by tientallen aan.
Maar zy hebben met leeuwenmoed gestreden
Nu zoeken zo by ons hun steun, want
zoodra zy zich buiten hunne kampongs ver-
toonon, staan zy bloot aan de lusten en lasten
van de roofzieke Sasaks uit Praja; voor hen
zyn zy vrteselyk bang.
23 November. "Weinig dacht ik oorgisteren,
toen ik het bovenstaande schreef, dat ik gis
teren zoo'n belangryken en gewichtigen dag
zou modomaken, nï. het 6de en lldo bataljon
met twee compagnieón Barissans waren aan
gewezen om do overige leden der vorstelijke
familie en hoofden gevangen te nemen.
Eerst werd gemeld, dat zy zich ophielden
te Topati; later bleek, volgons spionnenbericht,
dat allen zich te Sasari bevouden; daarom
werd voortgerukt, om Sasari te omsingelen.
Om 0 uren v. m. lagen wy er voor en wer
den de besprekingen geopend, welke evenwel
geen resultaat opleverden, zoodat om kwartier
over elven gelast werd voorwaarts te rukken
bet 6de bataljon oostwaart3 van Sasari met
twee compagnieón in lste linio en twee com
pagnieën in 2do linie. Om halftwaalf opendt
de artillerie van hot 6de bataljon het vuur op
do Dewa, z'y'nde do plaats, waar de prinsen,
enz. zich ophielden.
Het 11de bataljon, met twee stukken berg,
had ten Noordon van Sasari stelling genomen
en beschoot eveneens do Dewa. In die stel
lingen bleven wy afwachten welk een indruk
het artillerievuur op de Baliërs zoudo maken,
toon even over twaalven een verschrikkelyk
geschreeuw en gegil uit de Dewa weerklonk
en eenigo schoten vielen.
Ik word met myne sectie naar voren ge
zonden om achter do poort, welke toegang
tot do Dewa verleent, positie to kiezen. Juist
was ik in marsch, toen de Baliërs van de
Dowa uit een lansaanval (papoetan uitvoer
don. Ik liet terstond opmarcheeren en rechts
en links stelling nemen van het noordelyk
deel der poort, waarop snelvuur afgegeven
werd, ook door de drie overige sectiën der
compagnie. Binnen 10 minuten was het drama
aldaar afgespeeld. Later telde ik by hen 50
;i 60 dooden, waaronder vele vrouwen en ook
kindoren. Dit was do werkelyke papoetan
uitgevoerd door de rest der rorstelyke familie
door de Poengama's, Ida's en Goesti's met
vrouwen en kinderen. Ik zag o. a. eene vrouw,
met haar kind aan de borst en do gouden
kris in do hand, den aanval medemaken;
voorop een paar mannen met geweren, daar
achter do rest met lans en kris.
Wio niet neergeschoten werd, kriste zich-
zolven; ik heb zulks door drie Baliers zien
doen. Eon vrouw was in den rug zwaar ge
wond zy keek my aan en vroeg in 't Maleisch
„Genade, Mynheer, maak my toch dood." Ik
voldeed niet aan haar verzoek, hoe smeekend
zy my ook aanzag daarop probeerde zy zich
zelf te krissen, doch hiertoe ontbrak haar de
kracht. Toen bood zy ons haar kris aan en
zeide: „Toe nu, toa nu." Eunige minuten later
werd zy door een kogel getroffen eo was
niet meer.
Ruim tweo uren achtereen bleef ik daar in
stelling tegenover din dooden en gewonden
een vrcoselyk tooneel, voornaraeiyk dio vrou
wen, en de aanblik van 't zichzelven krissen.
Zy hadden zich allen in haar beste pak ge-
etoken, om zich ten dood te wyden; 't was
één goud, al goud, wat inen zag. De krissen
waren van goud, zoogenaamde heilige krissen,
wier handvat gevormd wordt door Bosdiha-
koppen.
Inmiddels werden wy voortdurend beschoten
door eenige Baliërs, die zich in eon klein huis
teruggetrokken hadden; nog steeds vielen
daardoor aan onze zyde dooden en gewonden.
Overste Frackers sneuvelde (schot door het
hart).
Eindeiyk gelukte het ons die kerels neer
te schieten.
Ongeveer to 1 uur, to?n wy daar aan het
vechten waren, bad er een zware buskruit-
ontploffing plaats. Do Baliërs nl. hadden oen
soort van mijn gemaakt en die ontstoken,
zoodat op verscheidene plaatsen zware bran
den ontstonden. Eenige oogonblikken later
had er een tweede ontploffing plaats; alle
buizen vlogen in brand; hot was in in woora
ontzettend. Overal vuur en vlam! De ontplof
fingen hadden zooveel schrik onder de soldaten
teweeggebracht, dat men ze niet meer vooruit
kon krygen, zoodat tot den terugtocht beslo
ten werd, die geregeld en zonder verdere
verliezen plaats vond. Doodvermoeid van
inspanning, naar lichaam en geest, kwamen
wy in ons bivak terug. Ook die dag zal niet
uit myn geheugen gaan.
Gemengd Nieuws.
Door de politie alhier zyn ge
durende het afgeloopon jaar 149 processen-
verbaal opgemaakt tegen personen, schuldig
aan verschillende misdry ven en overtredingen,
tegen 447 personen wegens openbare dronken
schap en tegen 413 personen, die de Alge-
meene Politie-verordening en bijzondere wets
bepalingen hebben overtreden.
Gedurende dat jaar hobben zich by de
politie om nachtverblyf en onderstand aan
gemeld 1490 personen, die in de richting
hunner woonplaatsen werden voortgeholpen,
terwyi 332 personen wegens openbare dronken
schap in voorloopige politie-bewaring moesten
worden gesteld.
Do onlangs alhier opgerichte
Bakkorsgezollenbond, die allereerst medewer
king zocht van patroons en depothouders om
vooral de Zondagsrust te bevorderen, heeft dezer
dagen aan de fabrieken enz. een circulaire gericht,
waarvan de inhoud is, dat zy in hunne ver
gadering besloten hebben het werk te staken,
indien de volgende eischen niet werden inge
willigd: Verhooging van loon ƒ1.50 per
week, Zondagsrust van Zaterdag-avond tot
Zondag-avond 8 uren en voor hen, die dag
werk krygen tot Maandag-morgen 6 uren. De
Zondagsarbeid voor alle werklieden zal be
taald worden met 30 ets. per uur, hetgeen
ook zal gelden voor erkend christelyke feest
dagen. De arbeidsdag zal zyn 12 uren met
inbegrip van één uur rust, terwyl voor over
werk 20 ets. per uur zal worden betaald;
des Zaterdags zal worden gewerkt tot het
werk is afgeloopen, wat evenwel den tyd van
18 uren niet mag te boven gaan."
Reeds was aan deze eischen door de meeste
fabrikanten, ook door de fabrieken „De Ver
eeniging" en Ceres," toegegeveo. Maar wyl
de laatste fabriek ten gevolge van uitkeering
van hooger loon aan werklieden verhooging
van broodpryzen had aangekondigd, zoo hadden
daarna de depothouders van Ceres" zich
daartegen saam verbonden, en dreigden raet
eene werkstaking, indien de broodprysvor-
hooging doorging, waardoor hun klandizie zou
verminderen en zy dan liever naar een andere
fabriek zouden omzien om er depot van te
vorkrygen. Gelyk men weet, heeft „Ceres"
die broodprysverhooging voorloopig uitgesteld.
Inmiddels waren door de bakkersgezellen
de eischen nog verscherpt, daar ze niet alleen
ƒ1.50 loonsverhooging verlangden, maar ook
uitbetaling van het Zondagswerk, dat zy nü
niet moer doen zullen, maar vroeger deden,
en waarvoor ze tóch het loon wildon hebben.
Blikbaar hebben zy echter het onbillyke
van dien nieuwen eisch, welke niet in de
circulaire voorkwam, ingezien en hem in eene
door de gezollen met het comité van don
Bond gehouden vergadering laten vallen, zoo
dat het niet tot do voor de tweode maal
gedreigde "werkstaking is gekomen.
Den patroons komt evenwel de nieuwe rege
ling, by do hier ter stode reeds zoo lago brood
prijzen in vergelyking met andere plaatsen,
op belangrijk meerdere uitgaven te staan.
Ontevredenen of opposanten zijn or echter
altyd en zoo ook hier: zy kunnen er zich
niet mee vereenigen of kregen er later spyt
van dat ook de tweode eisch niet is ver
kregen geworden.
Dit maakt dat tegenwoordig de onderlinge
verstandhouding in de fabrieken, waar de
nieuwe eisch niet is ingewilligd, des tomeer
te wenschen overlaat.
Op den Z. O. Buitensingel te
's-Grarenhage werd gisteren eene vrouw op
straat door oen beroerte getroffen. By een
aldaar wonenden bakker binnengedragen, over
leed zy na eenige oogonblikken.
Yan IJ muiden is een telegram
ontvangen omtrent de behouden aankomst
aldaar van den logger „Vrouw Catharina,"
reeder Van der Toorn, te Scheveningen.
Omtront dien logger verkeerde uien in
groote ongerustheid, daar by gedurende den
storm op zee was en sedert geen berichten
omtrent dien bodem waren ontvangen.
Van den Scheveningschen logger „Katarina
en Marie," schipper Arie De Niet, werd sedert
den storm van 22 dezer nog niets vernomen.
In 1894 werd te Katwjjk aan Zeo
door 20 reederyen met 72 schuiten de haring
visschery uitgeoefend. De vangst bedroeg
53,5S4 ton pekel-, 2268 ton steurharing
en 539,800 losse steurharingen, waarvoor
ƒ338971.10 besomd werd.
De arrond rechtbank te Utrecht
heeft de volgende uitspraken gedaan
J. M., won. te Benthuizen, bekl. van ver-
valsching van een lot in de "Woerdensche
verloting dor Holl. My. van Landbouw, afd.
Woerden e. o. en gebruikmaking, te Woerden
op 10 Sept. jl. gepleegd, werd vrygesproken.
A. v. H. en A. d. J., beiden won. te Bode-
grave, bekl. van mishandeling van T. J. B.
d. K., aldaar gepleegd, is veroordeeld tot geldb.
van ƒ3, sub. 3 dagen hechtenis.
J. v. d. H., won. to Zevenhoven, bekl. van
beleediging van een ambtenaar, aldaar gepleegd,
tot gevang, van veertien dagen.
Door de „Amsterdamsche Omni
bus Maatschappy" zyn gedurende het 4de
kwartaal 1894 vervoerd4,591,780 passagiers,
tegen 4,553,515 in hetzelfde tydvak van 1893.
Totaal van af 1 Jan. 19,129,228 passagiers,
tegen 19,274,422 in het vorige jaar. Aan den
allerongunstigsten zomer is deze vermindering
toe te schryven. Het tentoonstellingsjaar 1895
zal het wel weer goed maken.
Het Panopticum werd in het afgelooperi'
jaar bezocht door ongeveer 80,000 personen.'
Sedort 1 Januari 1804 bluschte de Amster
damsche brandweer 516 schoorsteenbranden,1
795 kleine binnenbranden, 33 groote binnen
branden, 60 kleine uitslaande branden, 6
groote uitslaande branden, 7 scheepsbranden
en 34 buitengewone branden. Tevens werd
ze gealarmeerd voor 1080 geruchten.
Tot dusver bleef er nog veel
onopgehelderd in de rol, die de zoogenaamde
Russische baron Sternberg in het anarchistisch
komplot te Luik heeft gespeeld. Toen het
eerst de aandacht op hem gevestigd werd,
verspreidde zich het gerucht, dat Stemberg
een mouchard was; daarna heette hy een
spion en vervolgens een agent provocateur.
In allen gevalle, de politie scheen hem niet
voor een echten anarchist te houden, en dit
is waarschynlyk de reden, dat zy hem onwille
keurig heeft laten ontsnappen.
Zooals men weet, is Sternberg thans in
handen dor Russische politie, dio weigert
hem uit te loveren, maar het proces-verbaal
van zyn verhoor naar Luik heeft opgezonden.
Uit dit stuk wordt men niet veel wyzer; de
antwoorden zyn zeer vaag en het scbynt
den ambtenaar, met het verhoor belast, niet
to zyn ingevallen hem de vraag te stellen:
„Wat zijt gy in België gaan doen?" Op deze
vraag komt alles aan, en als men den LuikschGn
correspondent van de „Temps'" mag gelooven,
is thans het antwoord op die vraag gevonden.
Het hoofd der Amsterdamsche politie, aldus
meldt gonoemde correspondent, is op verzoek
van den rechtor van instructie te Luik, in
lichtingen gaan vragen by den Russischen
consul te Amsterdam. De consul antwoordde
dat Janolkowsky zich in do maand Mei by
hem had laten aandienen onder den naam
baron Ungern Von Sternberg; hy had dadelijk
verklaard dat hy dezen naam slechts had aan
genomen om de opdracht, die hy van de
Russische regeering had ontvangen, te kunnen
uitvoeren. Zyn opdracht luidde nl. een onder
zoek in te stellen naar de woelingen der
anarchisten in alle landen van Europa. Hy
had voorts een paspoort getoond op zijn eigen
naam Jaholkowsky.
Indien dit verhaal waar is, is het to be-
grypen dat de Russische regeering hem niet
uitlevert. {Hbl.)
To Zierikseo zyn aangebracht
de opvarenden (3 man) van het Hollandsche
Rynschip „God met ons," schipper A. De
Meyer, met eene lading kolen van de Ruhr met
bestemming naar Willebrock (België). Genoemd
schip is in het Keoten achter zyn anker door
den harden wind in hoogo zee vervuld on
gezonken.
Nadat het geruimen tyd zonder
aanslagen op den troin BuitenpostVeen-
wouden was gebleven, is Maandag-namiddag
omstreeks 4 uren woder een schot op den
naar Leeuwarden vertrokken trein gelost.
Hot projectiel ging door een compartiment
der 2de klasse, verbryzelde aan de eene zyde
een spiegelruit en ging aan de andere zijde
door het geopende raampje, zonder dat een
der passagiers werd getroffen. Ook nu weder
is de dader onbekend.
Gisternacht is te Nymegen met
twee messteken in den rug vermoord de
18-jarige F. Van Laanen. De vermoedeiyke
dader is in handen van de politie. Dronken
schap wordt als oorzaak beschouwd.
In den nacht van Maandag op
Dinsdag brak te Rotterdam een felle brand
uit in No. 3 van den Toerystuin, waarin is
gevestigd het „Café Américain". De brand
ontstond op do slaapkamer van den houder
F. Muller, op zoldor, en breidde zich van daar
over den geheolen zolder, het dak en de daar
onder gelegen verdieping uit. Men verschafte
zich door het inslaan van de deuren toegang,
waarna achtereenvolgens vier spuiten in wer
king werden gesteld. Onder leiding van hoofd
lieden der brandweer was de brand om 6 uien
in den ochtend gebluscbt.
De inwonende vrouwen wisten zich intyds
te redden.
De waterschade is aanzieniyk, doch wordt
door assurantie gedekt.
De beide stoomspuiten en de reddingsbrigade
behoefden geen dienst te doen.
Men schryft uit Amsterdam:
Toen de leiders der bakkersgezellen op den
25sten November jl. door hun byzondere eoort
van welsprekendheid hun hoorders suggereer
den en de werkstaking werd geproclameerd,
die den volgenden avond eindigde met oen
volkomen overwinning op de patroons, begrepen
we al zeer spoedig, dat, als de roes der
overwinning eenmaal voorby zou zyn, het
slotwoord eindelyk aan de patroons zou
biy ven, te moer, omdat de bakkersgezellen geen
weerstandskas hadden, die hen in staat zou
stellen om stakers te steunen.
Niet alleen dat aan do Zondagsrust, op een
strooibiljet, dat den 25sten November onder de
gezellen in het Paleis voor Volksvlyt werd
verspreid, beloofd, door do meeste patroons
niet meer de hand wordt gehouden, maar ook
de verhooging van ƒ1.50 en 2.50 per week
wordt niet meer betaald, of door de gezellen
uit vrees voor ontslag geweigerd en de zoo
hoog geroemde solidariteit is zóó gering, dat
toen de gezel Sluyter op de fabriek van den
heer Nering Bögel, wegens het plaatsen van
een ingezonden stuk in „Het Dagblad", werd
ontslagen, des avonds, toen de nachtploeg
opkwam, niet één zyner kameradon, voor
wie hy toch in de bres was gesprongen,
in zyn belang een woord sprak, maar allen
kalm aan het werk gingen. De bakkers
schynen dus van het werkstaken reeds genoeg
te hebben.