106941 Donderdag 3 Januari. A°. 1893. <§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nomiuer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 2 Januari. F" euilleton. IRIS. EEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: "Voor Leiden por 3 maanden. Franco per postt Afzonderlijke Nommers f f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedoro regel meer f 0.17 Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Officieel* UeuuiHirevintfOD. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Horzien de openbare konnisgeving omtrent de verplichting tot het doen van sangifte voor de Nationale Militie, in de maand Januari 1895, voor hen die op den leten Januari v&u dit jaar hun 19de jaar zijn ingetreden, en alzoo do personen, geboren in het jaar 1S76, alsede voor hen, die oerst na het intreden van hun 19do jaar, doch vóór het vol brengen van hun 20sto, ingezetenen zijn geworden. Brengen ter algomeeno kennis: dat tot deze inschrijving zitting wordt gehoudon op bet Raadhuis, van dos voormiddags 10 tot des namiddags 3 uren. op Maandag den 7den Januari, voor do bewoners van de wijken I, II en III, op Dinodag den Ssten Januari, voor de bewoners van de wijken IV eu V, op Woensdag don 9deo Januari, voor de bewonors van wijk VI, op Donderdag den lOden Januari, voor do bewoners van wijk VII, op Vrijdag den llden Jannari, voor de bewoners van de wijken VIII en IX of de buitenwijk, en dat do geboorte-akten, die de belaDghebbonden bij do ioscbrijving, onder opgave der woonplaats van don ingeschrevene, behooren over te leggen, dagelijks, do Zondag uitgezondenl, zijn te verkrijgen ter Secretarie dezer gemeente (afdeeling Burgerlijke Stand), van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 urou, wannoer tev.ne voor hen, die hier niet zijn geboren, aanvrage ter verkrijging dier akten kan worden gedaan. Burgemeestor en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 3 Jauuari I8iï. E. KIST, Secretaris. ZEEMILITIE. Burgemeester en Wethondors van Leiden, Gelet op art. 160 der Wet op do Nationale Militie, ▼an den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), gewijzigd bij de Wet van den 4den april 1892 (Staatsblad No. 56); Noodigen de lotelingou dezer gomoente, die ver langen bij de ZEEMILITIE te dienen, uit zich daar toe aan to melden vóór den lstcn Februari s., op een der werkdagen, tusachen des voormiddags tien en des namiddags drie uren, ter Secretarie dezer gemeente. Z(j boriDneron voorts den belanghebbenden, dat hot overbodig is, verzoeken om inlijving bij do ZEE MILITIE tot het Departement van Marine te richten on dat zoodanige verzoeken buiten beschikking worden gebonden; dat derhalve belanghebbenden, van hot verlangen om bij do ZEEMILITIE te worden geplaatst, uitsluitend op do boven aangegoven wijze behooren te doen blijken. Tovona vestigen zjj, in verband mot het voren- etaando, de aandacht der lotelingou op het voorschrift yan art. 129 der Militiowet, zijndo van dezen inhoud: .De bjj do militie te land ingolrjfden worden niot tot bet a&Dgaan van eene verbinteuis voor do buiten- landsche zeevaart toegelaten, zonder schnfte ijko toe- atemmiDg vanwege onzen Minister van Oor og. Die toestemming wordt slechts verleend aan de lotelingen, die reeda vóór burmo inlijving bij do militie bnu beroep van de bnitenlandscbe zeevaart maakten en dio zioh overeenkomstig art. 150 voor de Zeemilitie hebben aangeboden, doch daarbij niet hebben kuDnen worden aangenomen." Burgemoeator on Wotboaders voornoomd, Leidon, F. WAS, Burgemeester. 3 Jan. 1895. E. KIST, Secretaris. V—r twee onzer stadgenooten, namelijk de heeren H. C. Van Benten en J. Van Bemmel, respectievelijk sedert een zestiental jaren president en penningmeester van het college van collectanten der Nod.-Herv. ge meente alhier, was de eerste dag des jaars een meer dan buitengewone. Op den eersten Januari toch mochten deze heeren den dag herdenken, waarop zij vijf en twintig jaren geleden lid van genoemd college werden. By beiden maakte het college zijne op wachting. Namens alle leden er van sprak de heer H. J. J. Labree, vice president, den jubilarissen in treffende bewoordingen, welke hun indruk niet misten, toe en bood hun ieder een fraaien fauteuil (uit het meubel magazijn van den heer J. Goddijn, Haar lemmerstraat) aan. Behalve nog velefelicitatiën, ook van buiton do stad, mochten beide heeren van de gemeente commissie een zeer waar- deerend sobrijven ontvangen. De nieuwjaarsdag was voor de heeren Van Bonten en Van Bemmel alzoo een zeer aangename dag, wtlke altijd by hen in levendige herinnering zal bljjven. Dit jaar zal, naar we vernamen, be lasting geheven worden van de lidmaten der Ned.-Herv. gemeente alhier. Naar ons tevens werd medegedeeld, zal die belasting weinig drukkend z(jn en minder bedragen dan in vele andere steden van ons land. Men schrijft ons uit Koudekerk; Alhier trad voor een talrijk publiek, talrijker dan anders, de heer Joh. Admiraal, van Hellevoet- sluis, op, daartoe uitgenoodigd vanwege de Nuts-afdeeling Hazerswoude Koudekerk. Wij, die onder zijn gehoor gezeten hebben, zeggen het den heer J. D. v. d. Akker, waarnemend voorzitter, na, die aan het einde van den avond den spreker met deze woorden o. a. bedankte: „Mijnheer Admiraal, n doet uw naam eer aan." Werkelijk heoft de heer Ad miraal zich als een „admiraal" onder de decla matoren doen kennen. Zoowel in het weer geven van ernstige als van komische stukken toont hij zich een meester. Met gevoel werden „Het wrakhout", „De Speelpop", „Meesters straf" voorgedragen; vooral het laatste was onberispelijk. Met geestdrift declameerde do heer Admiraal het gedicht van Konigh ter aansporing tot liefdadigheid ten opzichte der nagolaten betrekkingen van de in den strijd op Lombok gevallen krijgers. Uit „I.ands- juweel" sprak sprekers liefde voor Vorstin en Vaderland. Meer nog door de luimige voordrachten echter verwierf zich de heer Admiraal de daverende toejuichingen van het publiek. Hij verstaat uitnemend de kunst iemand te doen lachen dat hij schudt. Wy bewon deren vooral de natuurlijke wijze, waarop hy door houding en spraak do typen uit „Eene Zondagmorgen-vei rassing van J. Van Maurik" voorstelt. De moeste lof komt den heer Admiraal evenwel toe voor de keurige voordracht der gedichtjes van B. Van Meurs. Al was het, dat de spreker z\jn stof voor zijn programma alleen uit den bundel „Van Meurs" geput had, dan nog zou de avond er niets bi) verloren, eerder gewonnen hebben. Wij sproken aan het slot, evenals de heer v. d. Akker, den wensch uit, dat de lieer Admiraal niet voor het eerst en het laatst in onze gemeente geweest is; maar wjj hopen dat hy niet alleen hier nogmaals moge op treden, maar dat ook zuster afdeclir gen in de Rijnstreek met eigen „ooren" willen ojrdeelen over de gaven van den hoer Joh. Admiraal, van Hellevoetsluis. De Koningin-Regentes en de Koningia ontvingen gistermiddag tusschen 12 en 1 uur ten Paleize in de receptiezaal de nieuwjaars- gelukwenschen van de leden van het civiele en militaire huis van de Koninginde dames en heeren van het huis van de Koningin- Regentes; de Ministers, hoofden der departe menten; de voorzitters van de beide Kamers der Staten Generaalde leden van den Raad van Voogdyden directeur van Hr. Ms. ka binet; den oud president van den Raad van State; den gouverneur der residentie, en voorts verschillende leden van andere hooge colleges en den hofprediker. Tal van andere hooggeplaatste personen plaatsten voorts hunne handteekening in een daartoe bestemd register. Het programma is verschenen van de internationale tentoonstelling en den interna tionalen wedstrijd van kunstbloemen en kunst vruchten, alsmede van schilderyen en aqua rellen van bloemen en vruchten, in het Kon. Zoölogisch Botanisch Genootschap te 's-Gra- venhage, van 9 tot 30 Mei 1895. Ieder, die wenscht in te zenden, moet zich daartoe schriftelijk en vrachtvrij aanmelden aan den algemcenen secretaris der commissie, den heer directeur van het Koninklijk Zoölo gisch Botanisch Genootschap te 's Gravenhage, uiterlijk Maandag 29 April 1895. De inzendingdQ zyn onderscheiden in twee groepen, namelyk: Eerste groep; Inzendingen van vaklieden. Tweede groep: Inzondingen van liefhebbers, dames of heeren, door henzelf vervaardigd. Elke groep is verdeeld in zes klassen, na- meiyk Eerste klasse. Planten en heesters: a. Van papier; b. van linnen; c. van leder; d. van veeren; e. van metaal; f. van porselein; q. van ander materiaal. Tweede klasse. Bouquetten en losse hloemona. Van papier; b. van linnen; c. van leder; d. van veeren; e. van metaal; f. van porselein; g. van ander materiaah Derde klasse. Toepassing van kunst- bloemon, heesters en bouquetten op voorwer pen van kunst en smaaka. door snijden uit hout of eonigo andere stofb. doorschilderen of emailleeren; c. door boetseeren uit was, klei of eenigo andere stof; d. door gieten uit pleister, zink of andere metalen. Vierde klasse. Kunstvruchten: a. ge sneden uit hout of eenige andore stof; b. geboetseerd uit was, klei of eenige andere stof; c. gegoten uit zink, pleister of eenige andere stof; d. vervaardigd uit andere materialen. Vyfde klasse. Toepassing van kunst vruchten op voorwerpen van kunst en smaak a. door snyden u t hout of eenige andere stof; b. door schilderen of emailleerenc. door boetsperen uit was, klei of eenige andere stof; d. door gieten uit pleister, zink of andere metalen. Zesde klasse. Schilderijen en aquarellen van bloemen, planten, heestors en vruchten. Voor de inzendingen worden de navolgende prijzen uitgeloofd: lo Voor inzendingen van Vaklieden. Een groote gouden medaille; en buitendien voor elke klasse: a. als eerste pry's: een gouden medaille; b. als tweede prijs: een verguld zilveren medaille; c. als derde prijs: een zilveren medaille; d. vyf bronzen medailles. 2o. Voor inzendingen van liefhebbers, door henzelf vervaardigdEen groote gouden medaille, en verder voor iedere klasse: a. als eerste prys: een gouden medaille; b. als tweede prys: een verguld zilveren medaille; c als dorde prys: een zilveren medaille; d. vijf bronzen medailles. Ged Staten van Zuid Holland hebben in hunne vergadering van Maandag besloten, naar aanleiding der yereeniging van Rotterdam met Charlois en Kralingen, dat: a. de verkiezing voor den nieuwen Ge meenteraad zal geschieden Dinsdag 29 Januari, en de herstemming (zoo noodig) op 12 Fe bruari 1895; b de dag, waarop de nieuwe Raad by een- komt, zal zyn 28 Februari, on dus de ver- eeniging op dien datum des middags te 12 uren een fait accompli zal zijn. By koninklijk besluit zijn benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw de heeren: lo R. W. J. C. Van den Wall Bake: directeur der Nedorlandscho Zuid- Afrikaansche Spoorwegmaatschappij, te Am sterdam2o. G. A. A Middolberg, directeur der genoemde Maatschappij to Pietoria, en 3o. A. D. De Marcz Qyena, bankier en com missaris der genoemde Maatschappij te Am sterdam. Na een vergelijkend examen, waaraan door veertig soLiatanten werd deelgenomen, is door Ged. Staten van Zuid-Holland do heer W. Ph. Smits, te Rotterdam, tot tweeden klork ter provinciale griffie van Zuid Holland benoemd. Dr. A. Kuyper is Maandagavond in redeiyken welstand uit bet buitenland te Am sterdam teruggekeerd. Te Toulouse is op betrekkelijk nog jeug digen leeftijd gestorvon onze landgenoot dr. Th. Stieltjes, professor bij de wiskundige faculteit aldaar. Stieltjes had zich als mathe maticus een grooten naam verworven. Eene langdurige ziekte, waarvoor hy tevergeefs herstel had gezocht in Algerio, 6leepte hem ten grave. De Vereeniging van Nederlandsche Steen fabrikanten heeft zich met een adres tot de Koningin gewend, met het verzoek te willen bevorderen, dat binnon oen niet ver verwyderd tydstip de indijking en droogmaking der Zui derzee, overeenkomstig de plannen, door de Staatscommissie opgemaakt, tot wet worde verheven en de uitvoering van Staatswege geschiede. Da Vereeniging ineent dat bet kapitaal, daarvoor benoodigd, juist nu in ruime mate en tegen een zeer matige rente op do geldmarkt aanwezig is, wat het best zal blijken, zoodra door de Nederlandsche Regoering tot bereiking van dat doel eene Staatsleening zal z(jn uit geschreven. De heer M P. F. Born, onder-directeur by de Rijkstelegraaf te 's Gravenhage, dio Zondag jl. 40 jaar by dien tak van openbaren dienst werkzaam was, maar wegens ziekte zyn jubilë niet kon vieren, is gisteren over leden. Een longontsteking maakte bina weinige dagen een eind aan zyn nuttig werkzaam leven Dr. Iluizinga, hoogleoraar in de medi cijnen aan de univorsiteit te Groningen, viert 15 Januari zyn 25-jarig jubiló als zoodanig. Door uitbouwing van een der vleugels aan de parkzijdo van het koninklyk paleis „Het Loo", te Apeldoorn, zal dit binnenkort belangryk uitgebreid worden, waardoor het met tien kamers vermeerderd zal worden. De werkzaamheden zullen spoedig een aanvang nemen. Gisteren was het 175 jaren geleden, dat Gregorius Mees als associé werd opgenomen in de toen sedert 1711 te Rotterdam be staande firma Cordelois Sc De Vryor, wier naam dientengevolge in 1721 veranderd werd in Cordelois, De Vrijer Mees. In 1733 werd Gregorius do eenige chef der firma, welke in 1780 herdoopt werd inRudolf Mees Zoonen, en sedert 1786 den wyd en zyd bekenden naam draagt van R. Mees Sc Zoonen. Van dien Gregorius Mees, den oprichter, stammen de tegenwoordige zeven firmanten af in het vyfde en het zesde geslacht. Sedert 1733 zyn er geen personen van anderen naam geweest in de firma, welko van hare oprich ting af zich bezighield met het dry ven van zaken als kassiers, makelaars in assurantiën en in wissels, en later ook als makelaars in edele metalen. E. M. de Koningin-Regentes woonde gisteren te 's-Gravenhage do Nieuwjaars- godsdienstoefening by in de Duitscbe kerk, onder gehoor van ds. P. Quandt. Door Gedep. Staten van Friesland is eene be.slis.sing genomen voor de toopassirig van do militiewet, die wel de eerste van dezen aard zal zyn. Hot betreft een loteling uit Leeuw irdcn, die vrystelling van den dienst had gevraagd, op grond dat zyn oudere broeder zich den Gdeti Mei 1893 vry willig heeft geëngageerd by het lste regiment infanterie als militair wielrijder voor den tyd van vy'f jaren (later overgeplaatst by het regiment grenadiers en jagers). De militieraad te Leeuwarden had deze reden van vrystelling ongeldig verklaard en mitsdien den bedoeldon loteling voor den dionst aan gewezen. Van dit besluit kwam de militie-commissaris te Leeuwarden by Gedep. Staton in beroep. Hy was van oordeel, dat de wielrydersdienst moest worden beschouwd als dienst in den zin van art. 50, sub lo., der militiewet en do bedoelde loteling derhalve van den dienst had moeten zyn vrygesteld. Gedep. Staten waren het hiermede eens on dezen hebben op grond van verschillende ovor- wegingen den loteling vrystelling vbrisend. Naar men aan „Het Centrum" mede deelt, bedroegen de ontvangsten van de Maat schappy tot Exploitatie van Staatsspoorwegen het vorig jaar ongeveer f 300 000 inindur 3) Op een der groote rotsblokken, die haar gang belemmeren, moest de dame gezoten hebben, want hier lagen nog frissche bladeren en takken in bet rond gestrooid, dio zeker voor het vlechten van don krans gediend hadden. Tissenborn zotte zich op don steen neer en tuurde nadonkend in het donker- groene water, dat over zyn voet heen spoelde. Het eentonig bruisen wiegde hem langzamer hand in aangename droomeryen. Zonder op den tyd te letten, had hy zóó een poos lang audiëntie verleend aan zijne gedachten, toen hy, toevallig om zich hosn ziende, op do onderste trede van de houten trap een elegant zakboekje met rood maro kijnen band zag liggen. „Hoera!" riep hij opspringend uit. „Dat heeft de schoone Iris hier zeker, uit schrik over haar plotseling wegvluchtend hoedje, laten liggen. Als gelukkige vinder wordt mij nu de gelegenheid geboden tot eene tweede ontmoeting. Zou ik het openmaken? Neen, daar heb ik 't recht niet toe. Zal ik hier blijven wachten, tot ze, haar verlies bemerkend, hier terugkomt? Maar misschen stuurt ze den ouden boer wel in haar plaate. 't Is bepaald veel wijzer, als ik probeer haar nog in te halen." In stormpas daalde hij den weg af. Kaar - van Iris geen spoor. Hij ondervroeg een hout bakker. De maa had geea dame gezien. Evenmin leidde z(jn navraag in het logement, aan den zoom van het bosch, tot eon ge- wenecht resultaat. Er waren wel verscheidene zomergasten, maar hot gegeven signalement paste op geene der dames. Tissenborn schudde nadonkend bet hoofd. „Dat feeën spoorloos verdwijnen, is niets by zenders in het land der sprookjes, maar van vcrdwynends oude boeren spreken die wonder verhalen niet!" Hy yide denzelfden weg weer terug. Als Iris en de boer geen vleugels hadden, konden ze onmogelyk dien weg reeds afgelegd hebben. Doch er wa3 nergens eenig spoor van hen te ontdekken. Hy vroeg allen boeren, die hy tegenkwam, naar hen, maar niemand bad ze gezien. „Do zaak wordt bepaald raadselachtig," dacht hy, na ook in Golling tevergeefs navraag gedaan te hebben. „Er biyft my nu niets over dan my tot de politie te wenden." Maar ondanks hare alwetendheid kon zelfs de politie van Soiling geen uitkomst geven. Ook de veronderstelling, dat de dame met den trein, die 's morgens om vyf uren van Eischofshoven vertrekt, aangekomen zyn zou, om dadeiyk naar den Schwarzbacher waterval te gaan, en met den acht uurs-trein verder te sporen, bleek ongegrond. De stationschef te Golling hield styf en strak vol, dat by beide treinen niemand in- of uitgestegen was, op wien de be6Chryving eenigszine paste. Even zoo min wist men in het hotel by bet statiOD iets van haar af. „Ik heb gedaan, wat ik kon, om myne geheimzinnige schoone te ontdekken," zeide Tissenborn mismoedig, van het station terug komend. „Nu moot ik het notitieboek dus toch oponen, zelfs op gevaar af, my aan oene onbescheidenheid schuldig te maken. Kom, laten we maar vast een rustig plaatsje gaan opzoeken voor onze studiën I" II. Leopold Von Tissenborn het eenigst kind van een Beiersch officier, die, behalve zyn adelluken titel en zyn brevet als overste, slechts weinig aardsche goederen bezat had al zeer vroeg zyn vader verloren. Zyne moeder was gestorven juist toen hy zijn eind examen aan het gymnasium met goed gevolg gedaan had. Doordien hy geene naaste bloed verwanten had, stond hy hierdoor plotseling geheel alleen en had over niet meer te beschikken dan de rente van zyn moederiyk erfdeel. Een oud vriend van den overste, evenals do overledene een hooggeplaatst militair, had de voogdyschap op zich gsnomen. Leopold diende zyn jaar als vrywllliger uit en deed daarna examen voor officier. Z^n voogd had hem gaarne voor den militairen stand opgeleid, maar de jonge man voelde daar bitter weinig roeping voor. Hot leven in eene garnizoensplaats trok hem niets aan, en sedert de vredo met Frankryk was gesloten, was er weinig kans op een nieuwen oorlog van Duitschland met het buitenland. Hierby, kwam ook nog, dat hy in zyn vaderlyk huis met het leven ran een voornaam, maar be- trekkelyk arm officier reeds genoegzaam kennis had gemaakt, om er al de nadeelen van in te zien. Met een byzonder muzikaal talent begaafd, had hy zich reeds toen hy nog op het gym nasium ging, yverig op de muziek toegelegd, en daar hy voor de rechtsgeleerdheid, medicynen of theologie al even weinig roeping gevoelde als voor de militaire loopbaan, besloot hy, na zyn olficiersexamen afgelegd te hebben, niot naar de univorsiteit, maar naar het Leip- ziger Conservatorium te gaan, den cursus van het begin tot het einde door te loopen en zich geheel en uitsluitend aan de kunst te wyden. Dit besluit had hy nauwgezet uitge voerd. Door zyn klein inkomen gelukkig ont heven van de noodzakelykheid de kunst als beroep te beoefenen, arbeidde hy alleen dan, als zyne stemming en de muze dor toon kunst hem gunstig waren. Eenige zyner composition, liedoren namelijk, hadden eene uilerst goede opname gevonden. De materiëe'o opbrengst, gevoegd by da renten van zyn kapitaaltje, verzekerden hem datgene, waar naar hy vóór alle diögen vurig verlangde: onafhankelykheid. Hy had, cityd op zyn eenvoudige manier van leven, een groot deel van Duitschland, Italië en Frankryk doorkruist en woonde nu, door geen beroep aan eene bepaalde plaats gebonden, afwisselend te Berlyn, Leipzig, Dresden, Weenon en München. Do koniDg- stad aan den laar beviel hem om verschil lende redenen byzonder goed. In den zomer bood ze eene uitstekende gelegenheid aan tot het maken van uitstapjes in de Alpen en 's winters op het gebied van kunst allerlei verscheidenheid. Gebeurtenissen van blyvend gewicht hadden zyn levensweg tot op heden niet gekruist. Tevreden met zyn lot, gingen de dagen, maanden en jaren rustig voor hout voorby en landde hy, zoo byna zondor het te weten, by den grenspaal aan, waar do eerste jeugd zich gereedmaakt afscheid te nemen, dat wil zeggenhy had de dertig over schreden. Tot nu toe bad bet gevoel van eenzaam heid hem nooit drukkend toegeschenen. Kun stenaars blyvsn langer jong dan andere men- echen en maken zich gewoonlyk niet bo- zorgd over de toekomst. Dat was ook hst geval met Tissenborn. Evenmin als het hom in den zin kwam du kunst als melkkoe te gebruiken, dacht by er aan den verbleekten glans van het geslacht dor Tlssenbonrs door een ryk huwelyk te vernieuwen, ofschoon dat wellicht niet veel moeito zou gekost hebben. Over gebrek aan belangstelling by de dames had hy niet te klagen, en ieder weet, dat er doorgaans parvenu's te ovor zyn, die gaarne bereid zyn, voor hunne doch ters een oudadellyken naam te koopon. Leopold evenwol behoorde tot hen, dio óf uit liefde, óf in het geheel niet willen trouwen, en daar hy, mocht het eerste geval zich voordoen, ernstig rekening te houden bad met zyn finantiëelon toestand en hy bovendien nog nooit aanleiding had gehad over de mogeiyk- heid van een huwelyk uit liefde te denken, liet hy de dingen stilletjes hun gang gaan en huldigde de muze dor toonkunst als zyne eenige geliefde. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1